OCMW-raad van 30 augustus 2012
Aanvang van de zitting om 19.00 uur.
Aanwezig: Jef Foubert, voorzitter Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Marc Van de Velde, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Yvan de Bruyne, Rob Verreycken (vanaf punt 2 ), Walther Bruwiere, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich, leden Tjeu van Diessen, secretaris De raadsleden Syvertsen en Van de Velde waren afwezig bij punt 24. De secretaris verliet bij de beraadslaging en stemming voor punt 24 de zaal, en werd op dat moment vervangen door Bruno De Vos, waarnemend secretaris. Afwezig: Sofie Heyrman, schepen
A G E N DA :
OPENBARE ZITTING
Verslagen raadszittingen – goedkeuring 1.
Verslag OCMW-raad van 26.07.2012 (openbare zitting) – goedkeuring Het verslag van de OCMW-raad van 26.07.2012 (openbare zitting) wordt met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
2.
Mededelingen door de heer voorzitter De voorzitter meldt dat hij een vraag van Rob Verreycken heeft gekregen over een accident dat zich heeft voorgedaan. Maar een punt bij hoogdringendheid moet bij 2/3 meerderheid worden beslist. En het moet gaan over een punt waar een beslissing dringend is. Dat is hier niet het geval. (Rob Verreycken betreedt de vergaderzaal) De voorzitter vat de feiten met betrekking tot het OCMW samen: een burger heeft schade toegebracht aan een muurtje. Er is daarvan PV opgemaakt. Op dat moment was nog niet duidelijk wie het ongeval had veroorzaakt.
1
Op het moment dat het OCMW kennis kreeg van het ongeval, is de verzekering ingeschakeld. Die heeft voor dit schadegeval een dossier geopend. Rob Verreycken erkent de redenering, maar vraagt of duidelijk is of het voertuig van een schepen van de stad Sint-Niklaas is. De voorzitter antwoordt dat dit geen thema is voor de OCMW raad. Hij wenst op dit geval verder niet in te gaan. Daarop antwoordt Rob Verreycken dat hij vindt dat volledige uitleg moet worden gegeven, en dat het daarom naar zijn mening een thema bij hoogdringendheid is. De voorzitter vraagt stemming over de vraag of het een punt is dat bij hoogdringendheid behandeld moet worden. Rob Verreycken en Walther Bruwiere stemmen voor de hoogdringendheid, Jef Foubert, Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Marc Van de Velde, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Yvan de Bruyne, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich stemmen tegen een bespreking bij hoogdringendheid.
Eigendommen 3.
Vraag jachtrecht Sombeke Broeck te Waasmunster – beslissing De raad beslist eenparig akkoord te gaan om het jachtrecht voor de percelen gelegen in het Sombeke Broeck te Waasmunster, namelijk: sie B1469 C (22 a 86 ca), sie B 1744/A (19 a 15 ca) en sie B 1774 (groot 32 a 39 ca) met een totale oppervlakte 74 a 40 ca, onderhands toe te wijzen aan de Jachtgroep Verbeke Huylebroeck tegen een jaarlijkse vergoeding van € 50 tot 31 januari 2017;
4.
Verkavelingsvoorwaarden Elversele (steenweg Hulst – Lessen) De voorzitter verwijst naar de bespreking in het BC van 27 augustus. De voorwaarden die aldaar zijn afgesproken, zijn verwerkt in het voorstel zoals het op de tafels is gelegd.
De raad beslist eenparig akkoord te gaan om de lasten en de voorwaarden van de openbare verkoop (beslissing OCMW-raad van 22 maart 2012) van de kavels die deel uitmaken van de verkaveling, gelegen in de gemeente Temse (voorheen Elversele), Steenweg Hulst-Lessen, kadastraal bekend onder Temse/Elversele (5e afdeling) sie A 524, groot 49 a 00 ca, en het achterliggend perceel bouwland, sie A 523, groot 59 a 60 ca, vast te stellen zoals in bijlage. Sociaal Verhuurkantoor Waasland 5.
jaarrekening 2011 en het verslag van de commissarissen – goedkeuring Rob Verreycken vraagt zijn tegenstem te noteren. De raad beslist met de stemmen van Jef Foubert, Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Marc Van de Velde, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich voor, de stemmen van Rob Verreycken en Walther Bruwiere tegen en een onthouding van Yvan De Bruyne om de jaarrekening 2011 van de vereniging Sociaal Verhuurkantoor Waasland en het verslag van de commissarissen goed te keuren
2
Werken 6.
Afbraak wzc Albert-Elisabeth De voorzitter geeft een korte samenvatting van de nota die aan de raadsleden werd toegestuurd. Hij benadrukt dat gecontroleerd is dat het hier niet om een abnormale prijs gaat.
De raad beslist eenparig om: principieel akkoord te gaan met de afbraak van wzc Albert-Elisabeth en de sloopwerken als meerwerk bij de buitenaanleg toe te wijzen aan bvba Tuinen Descamps voor een bedrag van 94.026,92 euro exclusief btw.
7.
Nieuw wzc Het Lindehof – gedeeltelijke omgevingsaanleg a) PV van opening van de aanbiedingen – goedkeuring b) Gunning – beslissing De voorzitter meldt dat het nieuwe bestek er nog niet is, en dat daarom geen beslissing over het nieuwe lastenboek kan worden genomen. In eerste instantie was gedacht dat dit bij hoogdringendheid zou kunnen gebeuren. Vandaar dat het in de nota die ter tafel is gelegd in het rood zo is aangeduid. Rob Verreycken vraagt toelichting over waarover nu exact gestemd moet worden en waar het PV van opening van offerte kan worden teruggevonden. De voorzitter verduidelijkt dat de gegevens in verband met de opening van de offerte in de nota zijn opgesomd. De vraag is om een beslissing te nemen over het al dan niet toewijzen van de opdracht. Het voorstel is om de opdracht in het geheel niet toe te wijzen. Op een later moment zal de beslissing tot het heropenen worden voorgelegd.
Yvan De Bruyne vraagt wie de kosten van het opnieuw opstarten van de aanbestedingsprocedure en het opnieuw opmaken van het lastenboek zal dragen. De voorzitter antwoordt dat de zaak technisch niet zo moeilijk is. Het gaat over het aanpassen van de erkenningscategorie die opnieuw moet worden omschreven. De secretaris verduidelijkt dat de kosten in verband met het gevraagde advies van de advocaat voor het OCMW zijn. De kosten voor het (dubbel) opmaken van het lastenboek komen niet bij ons terecht. Wat nu gebeurt is een gevolg van een onduidelijkheid die onder verantwoordelijkheid van OSAR in het oorspronkelijke lastenboek terecht is gekomen.
De raad beslist eenparig om het PV van opening van de aanbieding goed te keuren. Tevens wordt eenparig beslist om de aanbesteding niet te gunnen. Diensten 8.
Aanstelling externe firma voor opmaak voorafgaande vergunning WZC Gerda en aanpassing zorgstrategisch plan -toewijzing
3
De voorzitter verwijst naar het uitvoerige gesprek in het BC van 27 augustus 2012. De principiële optie voor een uitbreiding van het WZC Gerda van 75 naar 120 bedden wordt opengehouden. Maar er wordt geen enkel risico genomen om de start van de bouw en daarmee de timing in het gedrang te brengen. In 2017 moeten we namelijk Ter Wilgen verlaten. Het zal uiteindelijk in de volgende legislatuur zijn, dat de beslissing genomen moet worden over de eventuele uitbreiding. De ontwerper heeft de opdracht gekregen om de twee mogelijkheden uit te werken. Het enige risico is dat een gebouw met 75 kamers dat kan worden uitgebreid meer collectieve ruimten heeft. Die zullen dan niet allemaal gesubsidieerd zijn. Het uitwerken van een aanpassing van het zorgstrategisch plan naar 120, is een noodzakelijk element om ooit een uitbreiding te kunnen verkrijgen. De uitwerking ervan kan pas beginnen na een principiële beslissing op de Raad van 27 september. Er zijn Yvan De Bruyne twee dingen bijgebleven uit de bespreking op het BC. Ten eerste de opmerking van Roland Syvertsen dat bij een uitbreiding van het WZC een vertraging van de timing dreigt. En ten tweede een opmerking van de voorzitter dat een WZC met 75 kamers dat kan vergroot worden, altijd meer collectieve ruimten heeft dan strikt nodig. De architecten hebben ook opgemerkt dat een bouw in twee fasen eigenlijk niet realistisch is. Hij vraagt zich daarom af of het niet beter is gewoon een gebouw met 75 bedden te realiseren en niet te streven naar uitbreiding. De voorzitter antwoordt dat de architect heeft gesteld dat 75 kamers stand-alone in dit gebouw moeten werken. Maar het ontwerp laat de ruimte om een uitbreiding te doen. De architect moet onderzoeken wat er naar de vormgeving kan gebeuren om een gebouw van 75 eenheden alleen te laten functioneren. Er zijn twee momenten waarop dit eventueel tot een problematische situatie kan leiden. Ten eerste, wanneer aan de architect gevraagd wordt om te wachten met het lastenboek om de grotere optie te kunnen opnemen. Ten tweede als het lastenboek met varianten wordt toegewezen. Dan kan de aannemer ook niet aan het lijntje gehouden worden. Daarom is de keuze om de opties open te houden, om, als er in de voorbereidingsperiode ruimte tot uitbreiding naar 120 kamers mogelijk is, en dus eigenlijk een mindere afbouw van bedden is dan in het zorgstrategisch plan 2004 voorzien, snel te kunnen reageren zonder dat er zware kostprijsverhogende effecten zijn. De meerkosten van de huidige optie zitten in de collectieve ruimten. Daarom zal aan Vipa nog eens expliciet gevraagd worden of de extra kosten voor die ruimten alsnog kunnen worden doorgerekend indien er in tweede instantie toch 120 kamers worden vergund. De hoop is het antwoord daarop de komende maand te krijgen. Yvan De Bruyne verwijst naar de nieuwe legislatuur waarin een akkoord moet komen over een nieuw zorgstrategisch plan. Daarin zit in 2017 de afbouw van Ter Wilgen, maar vermoedelijk ongeveer twee jaar later ook afbouw van De Plataan. Roland Syvertsen synthetiseert wat in het BC gezegd is. Ten eerste is bij de discussie over het huidige zorgstrategisch plan reeds geformuleerd dat op basis van de te verwachten demografische evolutie in onze zorgregio, te veel bedden worden afgebouwd. Er is gesteld dat meer en meer een gedifferentieerde capaciteit nodig zal zijn met woningen, woonzorgcentra, thuiszorg, serviceflats... In die zin is de laatste jaren door het OCMW ook gewerkt. Onafhankelijk
4
van hoe de meerderheid er een volgende legislatuur zal uitzien, zal er behoefte zijn aan een nieuw zorgstrategisch plan. Ten tweede moet het OCMW inzetten op het realiseren van wat reeds goedgekeurd is. Daarvoor is het van belang om de strakke planning aan te houden. Dat zijn we aan de bevolking van Sint-Niklaas verplicht. In het BC is uitgelegd, dat de hele filosofie van een nieuw zorgstrategisch plan dreigt gehypothekeerd te worden als we naar een bouwkundige uitbreiding gaan op de Gerda-site. Vanuit zijn fractie is gevraagd om dit nader te bekijken, maar wel een bouwvergunning aan te vragen voor 120 kamers. Er kan namelijk altijd minder gebouwd worden. Verwijzend naar een interview met Jo Van Deurzen vandaag, citeert hij dat alle paden om tot een uitbreiding van het aantal RVT-bedden te komen, gebruikt moeten worden. Daarvoor is het belangrijk dat alle plannen en mogelijkheden uitgewerkt op tafel liggen om snel tot een goede en onderbouwde keuze te kunnen komen. Ten slotte zal, op het moment dat de keuze gemaakt wordt, ook naar de kosten gekeken moeten worden. De vraag is of het OCMW het eigen deel van de investeringskosten, de 40%, wil dragen. Dat is een kwestie die in de volgende legislatuur voorligt. Yvan De Bruyne verwijst naar cijfers die vandaag in het Nieuwsblad stonden. SintNiklaas is een van de weinige gemeenten in Vlaanderen, waar nog een saturatie van de behoefte aan rusthuisbedden bestaat. De voorzitter bevestigt deze informatie. Maar hij wijst erop dat in deze cijfers alle ROB-bedden vervat zitten, die nog moeten worden afgebouwd door het OCMW. Het is naar die af te bouwen bedden dat we kijken bij de uitbreiding. Daarbij is het duidelijk dat ook gekeken wordt naar andere soorten invulling dan rusthuisbedden, zoals serviceflats en assistentiewoningen. De secretaris vult aan dat in de cijfers die het Nieuwsblad geeft, ook de reeds afgebouwde bedden die het OCMW nog in portefeuille heeft, worden meegerekend. Als naar de effectieve bedden wordt gekeken, zitten we op het streefniveau. In de stadsmonitor werd dat enkele maanden geleden als een sterk punt vermeld.
Kris Van der Coelden begrijpt dat men gaat voor een minimale aanpassing van het zorgstrategisch plan. Zijn enige vraag daarbij is: we hebben voor onszelf een zorg naar de toekomst over De Plataan, de soort zorg die wordt aangeboden, etc. Er zijn wellicht ook andere redenen om ons zorgstrategisch plan aan te passen. En kan een beperkte aanpassing dan zomaar snel gebeuren? Hij herinnert zich dat het eerste ontwerp van zorgstrategisch plan in 2002-2003 is afgeschoten, wegens te weinig onderbouwd. De voorzitter antwoordt dat door de Vlaamse administratie is verzekerd aan de ambtenaren die met hen overlegd hebben, dat een soepele procedure in deze te verwachten is. Maar de voorzitter wil in elk geval met de 75 kunnen starten opdat er nooit iets fout kan gaan, mocht men het OCMW in een zware procedure willen trekken. Yvan De Bruyne hoopt dat we ons niet in een budgettair avontuur storten, zoals bij de verbouwing van het dienstencentrum en De Plataan. Toen heeft hij daar ook op gewezen. De voorzitter benadrukt dat de administratie de opdracht heeft erover te waken dat de twee varianten open blijven.
5
De raad beslist met de stemmen van Jef Foubert, Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich voor en de stemmen van Marc Van de Velde, Rob Verreycken, Walther Bruwiere en Yvan De Bruyne tegen om: De firma AT Osborne, Marcel Thirylaan 79 bus 2 te 1000 Brussel aan te duiden voor het opstellen van de aanvraag voorafgaande vergunning voor het project WZC Gerda; De firma AT Osborne, Marcel Thirylaan 79 bus 2 te 1000 Brussel aan te duiden voor de aanpassing zorgstrategisch plan onder voorbehoud van de goedkeuring van de uitbreiding van het aantal woongelegenheden voor het woonzorgcentrum (van 75 naar 120). Dit gebeurt voor een bedrag van 860 € per mandag (excl. BTW), met een maximum van 10 mandagen (8600 euro excl. btw), op basis van art 17 par 2 2° a van de wet op de overheidsopdrachten van 24 december 1993. De betrokken firma, de aankoopdienst en de financiële dienst hiervan in kennis te stellen.
9.
Reinigen van oppervlakten door een externe firma a) Heropstart procedure met aangepaste raming- beslissing b) Vaststelling lastenboek met raming en wijze van gunnen – beslissing De secretaris geeft een toelichting van de achtergrond, waarom dit dossier moet terugkomen en een nieuw lastenboek moet worden vastgesteld. Er was een sociale clausule opgenomen over de tewerkstelling. Daarop kwamen er geen inschrijvingen. Dan is met enkele bedrijven – die het dossier hadden opgevraagd – contact opgenomen om de achterliggende redenen voor nietinschrijving te kennen. Voor wat betreft de sociale tewerkstelling bleek men deels verkeerd geïnterpreteerd te hebben. Maar omdat het bedrag, met name door het aantal ruiten in De Spoele en het Lindehof, uiteindelijk boven de grenzen voor een onderhandelingsprocedure ging uitkomen, moest nu een nieuw dossier worden gestart.
De raad beslist eenparig om: De opdracht voor het reinigen van oppervlakten opnieuw op te starten; De raming voor deze opdracht ten belope van 96.000 euro (excl. btw) voor 3 jaar en de wijze van gunnen, zijnde de algemene offerteaanvraag, goed te keuren; Het betrokken lastenboek goed te keuren.
Personeel 10.
Verhoging bedrag maaltijdcheques – beslissing De raad beslist eenparig om maaltijdcheques voor het personeel van het OCMW te verhogen met één euro per maaltijdcheque, met ingang van 1 juli 2012.
6
11.
Aanpassingen RPR – goedkeuring – beslissing De voorzitter verwijst naar het BC van 4 juni, waarin deze punten zijn besproken. Rob Verreycken formuleert de vragen bij de punten 11 en 12. Er zijn drie teksten op een verschillend niveau. Ten eerste het decreet, waarin bepaalde eisen staan over de diplomavereisten. Hij heeft daar in het recent verleden enkele vragen bij gesteld, zoals bekend zal zijn. De klacht bij de gouverneur loopt nog. Ten tweede is er de RPR. Die staat een trapje lager. Dat document wordt hier nu voorgelegd. Wanneer hij het nieuwe artikel 19 leest, worden daarin de nieuwe selectietechnieken vastgelegd. Hij leest daarin niets meer over de diploma’s. De diplomavereisten worden daarmee toch niet geschrapt? De voorzitter antwoordt dat de artikelen met de diplomavereisten in andere artikelen staan en ongewijzigd blijven. Rob Verreycken leest dat de socialistische vakbond hiermee niet akkoord gaat. Maar in de tekst op de selectietechnieken leest hij dat een aantal effecten van artikel 19 worden teruggedrongen. Hij wijst op p. 2 van het reglement. Daarin staat ‘naar gelang de aard van de functie kan de Raad beslissen om de selectie aan te vullen met bijzondere selectietechnieken. Dat gebeurt steeds in overleg met de syndicaal vrijgestelden‘. De voorzitter antwoordt dat dit verdergaande zaken zijn, die de Raad kan invullen, bovenop wat in de RPR staat. De stad heeft dat niet gedaan. De secretaris verwijst naar de capaciteitsproef. In de RPR staat dat voorafgaand overleg met de vakbonden een verplichting is. Ook voor andere aanvullende selectietechnieken is dat nodig. Maar de raad heeft de vrijheid om te beslissen. Het gaat over overleg, geen onderhandeling. Rob Verreycken vraagt naar het eliminerende van de proeven. Roland Syvertsen verwijst naar het BC waarin hij voorgesteld heeft deze proeven niet-eliminerend te maken. Het BC heeft hem daarin gevolgd. Vandaar dat de tekst is aangepast. Maar met de Raad was nog de oude tekst, met eliminerende proeven, toegestuurd. Wat later is bezorgd, zonder het eliminerende van de proeven, is correct.
Rob Verreycken heeft begrepen dat op de aanvullende selectietechnieken geen punten staan. Tot wat dient het dan? De voorzitter antwoordt dat het een bijkomend onderzoek is, dat informatie geeft aan de jury. De voorzitter verwijst naar testen om de leidinggevende capaciteiten van personeelsleden te testen. Rob Verreycken is van mening dat deze teksten de procedure complexer maken. Eenvoudige kandidaten kunnen het dan niet doorzien. Dat maakt de ruimte van de jury groter. Yvan De Bruyne vind het onlogisch dat de synergie met de stad niet gevolgd wordt. Hij leest in de tekst dat het een grotere vrijheid laat aan de jury. Hij vraagt zich af wat er gebeurt bij een gezamenlijke procedure. De secretaris verduidelijkt dat het OCMW niet kan afwijken van het reglement, tenzij er een expliciete beslissing is van de Raad. Yvan De Bruyne vindt dit een grote ondermijning van de synergie. De voorzitter stelt dat dit geëvalueerd zal moeten worden.
7
De raad beslist met de stemmen van Jef Foubert, Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich voor en de stemmen van Marc Van de Velde, Rob Verreycken, Walther Bruwiere en Yvan De Bruyne tegen om: Art. 19, art. 226 §1, art. 271, art. 272 §1 en art. 6 van bijlage VI van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW van Sint-Niklaas (art. 104, § 1 en § OCMW –decreet) te wijzigen als volgt: Art. 19. De algemene regels voor de selectietechnieken zijn: a)
Voor alle functies bevat elke selectie ten minste twee onderdelen. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elk selectieonderdeel vijftig procent van de punten behalen.
b)
Tijdens de selectie worden ten minste de helft van de competenties uit het competentieprofiel getest, waaronder ten minste de één van de kerncompetenties.
c)
Elke selectie moet een gestructureerd gedragsgericht interview bevatten. In dit onderdeel wordt gepeild naar de motivatie en specifieke interesse voor het werkterrein en wordt nagegaan in hoeverre de vaardigheden en/of ervaring van de kandidaat beantwoorden aan de vooropgestelde competenties en taken. Desgevallend kan er teruggekoppeld worden naar overige selectieonderdelen.
d)
De overige selectieonderdelen (1 of meerdere) kunnen bestaan uit - fysieke en/of administratieve vaardigheidstesten - gestandaardiseerde en of geautomatiseerde selectietools (o.a. assessments, cognitieve vaardigheidstesten, persoonlijkheidsvragenlijsten, profielanalyses), adviserend of eliminerend, al dan niet afgenomen in eigen beheer
Art. 226. §1. Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruikmaakt, heeft recht op een vergoeding per kilometer, zoals jaarlijks wordt bepaald door de Vlaamse overheid. De kilometervergoeding dekt alle kosten die gepaard gaan met het gebruik van het eigen motorvoertuig, met uitzondering van de parkeerkosten. Onder motorvoertuig wordt verstaan: een auto, motorfiets of bromfiets. Art. 271. §1. Het personeelslid kan in principe in aanmerking komen voor de volgende contingenten onbetaalde verloven: 1° twintig werkdagen à rato van de prestaties per kalenderjaar (=verlof zonder wedde), te nemen in volledige of halve dagen in al dan niet aaneensluitende perioden. Die dagen worden niet bezoldigd; 2° twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in periodes van minimaal één maand (=loopbaanverlof). Die periodes worden niet bezoldigd. Het onbetaalde verlof (verlof zonder wedde) is een recht ten belope van maximaal 20 dagen à rato van de prestaties indien een personeelslid door omstandigheden geen recht heeft op een volledig verlof. Het onbetaalde verlof kan in dit geval gebruikt worden om het onvolledige saldo aan te vullen tot een volwaardig verlofsaldo. Daarnaast heeft het personeelslid recht op 10 werkdagen à rato van de prestaties onbetaald verlof per kalenderjaar.
8
§2. Toestaan van het overige onbetaalde verlof (verlof zonder wedde en loopbaanverlof) is een gunst en kan worden geweigerd als de gevraagde periode van afwezigheid niet verenigbaar is met de goede werking van het bestuur. Het personeelslid kan bij weigering bezwaar indienen bij het Vast Bureau. Hij kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden. §3 Het personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit onbezoldigde verlof. Het onbetaalde verlof (=verlof voor zonder wedde) ten belope van 20 werkdagen à rato van de prestaties per kalenderjaar wordt opgenomen in halve of volle dagen en wordt tenminste 1 maand vooraf aangevraagd. Het personeelslid kan het toegestane verlof zonder wedde vooraf opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minimum 5 werkdagen. Het onbetaalde verlof (=loopbaanverlof) ten belope van 2 jaar gedurende de loopbaan wordt opgenomen in volle maanden en wordt tenminste 3 maanden vooraf aangevraagd. Het personeelslid kan het toegestane loopbaanverlof altijd opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minimum 1 maand, tenzij het bestuur een kortere termijn aanvaardt. Het personeelslid hoeft geen reden op te geven voor de aanvraag van onbetaald verlof. In de gevallen dat het verlof eventueel kan worden geweigerd mag dit niet gebeuren omwille van het uit eigen beweging uitdrukkelijk meegedeelde of het door het bestuur vermoede doel van het verlof. Tijdens het opnemen van onbetaald verlof blijven de deontologische regels die op het personeelslid van toepassing zijn onverkort van kracht, ook op het gebied van onverenigbaarheden. Het onbetaalde verlof (= loopbaanverlof) ten belope van 2 jaar gedurende de loopbaan wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit. Het onbetaalde verlof (= verlof zonder wedde) ten belope van 20 werkdagen per jaar à rato van de prestaties wordt wel gelijkgesteld met dienstactiviteit, behalve voor wat de bezoldiging betreft. Art. 272. §1. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking opneemt, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is of die van bepaalde duur is, dan wordt voor maximaal de duur van de aanstelling (indien van bepaalde duur) of de proeftijd (binnen het contract) ambtshalve onbetaald verlof toegestaan. Dit onbetaald verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit, behalve voor wat de bezoldiging betreft. Artikel 6, bijlage VI De tegemoetkoming van de werkgever in de kostprijs van de maaltijdcheques wordt vanaf 1 juli 2012 op 5,91 euro gebracht. De werknemer neemt een bedrag van 1,09 euro voor zijn rekening. Dit bedrag wordt maandelijks afgehouden van het nettoloon. De totale zichtwaarde van een maaltijdcheque bedraagt dus 7,00 EUR vanaf 1 juli 2012. Art. 2: Art. 19, art. 226 §1, art. 271, art. 272 §1 en art. 6 van bijlage VI van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW van Sint-Niklaas in de seniorenzorg (art. 104§6 OCMW-decreet) te wijzigen als volgt:
9
Art. 19. De algemene regels voor de selectietechnieken zijn: e)
Voor alle functies bevat elke selectie ten minste twee onderdelen. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elk selectieonderdeel vijftig procent van de punten behalen.
f)
Tijdens de selectie worden ten minste de helft van de competenties uit het competentieprofiel getest, waaronder ten minste de één van de kerncompetenties.
g)
Elke selectie moet een gestructureerd gedragsgericht interview bevatten. In dit onderdeel wordt gepeild naar de motivatie en specifieke interesse voor het werkterrein en wordt nagegaan in hoeverre de vaardigheden en/of ervaring van de kandidaat beantwoorden aan de vooropgestelde competenties en taken. Desgevallend kan er teruggekoppeld worden naar overige selectieonderdelen.
h)
De overige selectieonderdelen (1 of meerdere) kunnen bestaan uit - fysieke en/of administratieve vaardigheidstesten - gestandaardiseerde en of geautomatiseerde selectietools (o.a. assessments, cognitieve vaardigheidstesten, persoonlijkheidsvragenlijsten, profielanalyses), adviserend of eliminerend, al dan niet afgenomen in eigen beheer
Art. 226. §1. Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruikmaakt, heeft recht op een vergoeding per kilometer, zoals jaarlijks wordt bepaald door de Vlaamse overheid. De kilometervergoeding dekt alle kosten die gepaard gaan met het gebruik van het eigen motorvoertuig, met uitzondering van de parkeerkosten. Onder motorvoertuig wordt verstaan: een auto, motorfiets of bromfiets. Art. 271. §1. Het personeelslid kan in principe in aanmerking komen voor de volgende contingenten onbetaalde verloven: 1° twintig werkdagen à rato van de prestaties per kalenderjaar (=verlof zonder wedde), te nemen in volledige of halve dagen in al dan niet aaneensluitende perioden. Die dagen worden niet bezoldigd; 2° twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in periodes van minimaal één maand (=loopbaanverlof). Die periodes worden niet bezoldigd. Het onbetaalde verlof (verlof zonder wedde) is een recht ten belope van maximaal 20 dagen à rato van de prestaties indien een personeelslid door omstandigheden geen recht heeft op een volledig verlof. Het onbetaalde verlof kan in dit geval gebruikt worden om het onvolledige saldo aan te vullen tot een volwaardig verlofsaldo. Elk personeelslid heeft recht op maximaal 10 dagen onbetaald verlof per kalenderjaar voor zover er sprake is van dringende redenen van sociaal of familiaal belang. Deze dwingende redenen moeten geattesteerd worden. §2. Toestaan van het overige onbetaalde verlof (verlof zonder wedde en loopbaanverlof) is een gunst en kan worden geweigerd als de gevraagde periode van afwezigheid niet verenigbaar is met de goede werking van het bestuur. Het personeelslid kan bij weigering bezwaar indienen bij het Vast Bureau. Hij kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden. §3 Het personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit onbezoldigde verlof.
10
Het onbetaalde verlof (=verlof voor zonder wedde) ten belope van 20 werkdagen à rato van de prestaties per kalenderjaar wordt opgenomen in halve of volle dagen en wordt tenminste 1 maand vooraf aangevraagd. Het personeelslid kan het toegestane verlof zonder wedde vooraf opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minimum 5 werkdagen. Het onbetaalde verlof (=loopbaanverlof) ten belope van 2 jaar gedurende de loopbaan wordt opgenomen in volle maanden en wordt tenminste 3 maanden vooraf aangevraagd. Het personeelslid kan het toegestane loopbaanverlof altijd opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minimum 1 maand, tenzij het bestuur een kortere termijn aanvaardt. Het personeelslid hoeft geen reden op te geven voor de aanvraag van onbetaald verlof. In de gevallen dat het verlof eventueel kan worden geweigerd mag dit niet gebeuren omwille van het uit eigen beweging uitdrukkelijk meegedeelde of het door het bestuur vermoede doel van het verlof. Tijdens het opnemen van onbetaald verlof blijven de deontologische regels die op het personeelslid van toepassing zijn onverkort van kracht, ook op het gebied van onverenigbaarheden. Het onbetaalde verlof (= loopbaanverlof) ten belope van 2 jaar gedurende de loopbaan wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit. Het onbetaalde verlof (= verlof zonder wedde) ten belope van 20 werkdagen per jaar à rato van de prestaties wordt wel gelijkgesteld met dienstactiviteit, behalve voor wat de bezoldiging betreft. Art. 272. §1. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking opneemt, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is of die van bepaalde duur is, dan wordt voor maximaal de duur van de aanstelling (indien van bepaalde duur) of de proeftijd (binnen het contract) ambtshalve onbetaald verlof toegestaan. Dit onbetaald verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit, behalve voor wat de bezoldiging betreft. Artikel 6, bijlage VI De tegemoetkoming van de werkgever in de kostprijs van de maaltijdcheques wordt vanaf 1 juli 2012 op 5,91 euro gebracht. De werknemer neemt een bedrag van 1,09 euro voor zijn rekening. Dit bedrag wordt maandelijks afgehouden van het nettoloon. De totale zichtwaarde van een maaltijdcheque bedraagt dus 7,00 EUR vanaf 1 juli 2012. Art. 3 : Deze wijzigingen worden van kracht met ingang van 1/9/2012.
12.
Reglement selectieprocedures – goedkeuring – beslissing De raad beslist met de stemmen van Jef Foubert, Kris Van der Coelden, Liliane Verbeke, Roland Syvertsen, Antoine De Meyer, Freddy Van Gasse, Marleen Vanhuffel, Ali Salhi en Latifah Benlamchich voor en de stemmen van Marc Van de
11
Velde, Rob Verreycken, Walther Bruwiere en Yvan De Bruyne tegen om het reglement selectieprocedures goed te keuren.
Werving en selectie 13.
Openschrijven bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderings- en wervingsreserve voor de functie van centrumleider m/v voor aanstelling in voltijds en/of deeltijds statutair en/of contractueel dienstverband en vastlegging kwalitatieve invulling van de selectiecommissie – beslissing De raad beslist eenparig dat: Er zal worden overgegaan tot het opstarten van bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderings- en wervingsreserve voor de functie van centrumleider m/v in voltijds en/of deeltijds statutair en/of contractueel dienstverband. Deze functie is te begeven zowel voor mannelijke als voor vrouwelijke kandidaten. De geldigheidsduur van deze bevorderings- en wervingsreserve wordt vastgesteld op 3 jaar en gaat in op de datum van de vaststelling van de reserve door de aanstellende overheid, in de eerst mogelijke zitting na afsluiten van het proces verbaal De voorwaarden waaraan de kandidaten bij bevordering dienen te voeldoen worden vastgesteld als volgt: - Ten minste 3 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv, schalen C1C3 of ten minstens 3 jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D of gecumuleerd. - als de functie een beschermde titel betreft, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen voor de selectieprocedure. De voorwaarden waaraan de kandidaten bij werving dienen te voldoen worden vastgesteld als volgt: - Houder zijn van een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs. - Minimum 3 jaar relevante werkervaring. - Tot het wettig verblijf in België en tot de Belgische arbeidsmarkt toegelaten zijn - Van onberispelijk gedrag - De burgerlijke en politieke rechten genieten - Lichamelijk geschikt zijn voor de functie (geneeskundig onderzoek door het OCMW) - Slagen voor de selectieprocedure. Relevante ervaring in een soortgelijke functie in de privésector kunnen voor maximaal 12 jaren als geldelijke anciënniteit worden gevalideerd Het examenprogramma werd vastgesteld door de Raad van 22 januari 2009. De kwalitatieve invulling van de leden van de selectiecommissie worden vastgesteld als volgt: Ten minste 4 leden, deskundigen betreffende het vakgebied met inbegrip van de: Voorzitter: diensthoofd dienst sociale dienst 3 leden: (waarvan ten minste de helft extern) Secretaris: medewerkster dienst personeelszaken
12
14.
Openschrijven van bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderingsen wervingsreserve voor de functie van coördinerend werkleider (B1-2-3) m/v in voltijds contractueel dienstverband en vastlegging kwalitatieve invulling van de selectiecommissie – beslissing De raad beslist eenparig dat: Er zal worden overgegaan tot het opstarten van bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderings- en wervingsreserve voor de functie van coördinerend werkleider (B1-2-3) m/v in voltijds contractueel dienstverband. Deze functie is te begeven zowel voor mannelijke als voor vrouwelijke kandidaten. De geldigheidsduur van deze bevorderings- en wervingsreserve wordt vastgesteld op 3 jaar en gaat in op de datum van de vaststelling van de reserve door de aanstellende overheid, in de eerst mogelijke zitting na afsluiten van het proces verbaal De voorwaarden waaraan de kandidaten bij bevordering dienen te voeldoen worden vastgesteld als volgt: - Ten minste 3 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv en/of rang Cx, of ten minstens 3 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van ten minste rang Dv. - als de functie een beschermde titel betreft, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen voor de selectieprocedure. De voorwaarden waaraan de kandidaten bij werving dienen te voldoen worden vastgesteld als volgt: - Houder zijn van een bachelor diploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs. - Minimum 3 jaar relevante werkervaring. - Tot het wettig verblijf in België en tot de Belgische arbeidsmarkt toegelaten zijn - Van onberispelijk gedrag - De burgerlijke en politieke rechten genieten - Lichamelijk geschikt zijn voor de functie (geneeskundig onderzoek door het OCMW) - Slagen voor de selectieprocedure. Relevante ervaring in een soortgelijke functie in de privésector kunnen voor maximaal 12 jaren als geldelijke anciënniteit worden gevalideerd. Het examenprogramma werd vastgesteld door het Dagelijks Personeelsbeheer van 15 november 2011. De kwalitatieve invulling van de leden van de selectiecommissie worden vastgesteld als volgt: Ten minste 4 leden, deskundigen betreffende het vakgebied met inbegrip van de: Voorzitter: diensthoofd sociale dienst 3 leden: (waarvan ten minste de helft extern) Secretaris: medewerkster dienst personeelszaken
15.
Openschrijven van bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderingsen wervingsreserve voor de functie van werkleider (C4-C5) m/v in voltijds en:of
13
deeltijds contractueel dienstverband en vastlegging kwalitatieve invulling van de selectiecommissie – beslissing De raad beslist eenparig dat: Er zal worden overgegaan tot het opstarten van bevorderings- en wervingsprocedure en aanleggen bevorderings- en wervingsreserve voor de functie van werkleider (C4C5) m/v in voltijds en/of deeltijds contractueel dienstverband. Deze functie is te begeven zowel voor mannelijke als voor vrouwelijke kandidaten. De geldigheidsduur van deze bevorderings- en wervingsreserve wordt vastgesteld op 3 jaar en gaat in op de datum van de vaststelling van de reserve door de aanstellende overheid, in de eerst mogelijke zitting na afsluiten van het proces verbaal De voorwaarden waaraan de kandidaten bij bevordering dienen te voeldoen worden vastgesteld als volgt: - Ten minste 3 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv of ten minstens 3 jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D of gecumuleerd. - als de functie een beschermde titel betreft, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen voor de selectieprocedure. De voorwaarden waaraan de kandidaten bij werving dienen te voldoen worden vastgesteld als volgt: - Houder zijn van een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs. - Minimum 3 jaar relevante werkervaring. - Tot het wettig verblijf in België en tot de Belgische arbeidsmarkt toegelaten zijn - Van onberispelijk gedrag - De burgerlijke en politieke rechten genieten - Lichamelijk geschikt zijn voor de functie (geneeskundig onderzoek door het OCMW) - Slagen voor de selectieprocedure. Relevante ervaring in een soortgelijke functie in de privésector kunnen voor maximaal 12 jaren als geldelijke anciënniteit worden gevalideerd Het examenprogramma werd vastgesteld door het Dagelijks Personeelsbeheer van 15 november 2011. De kwalitatieve invulling van de leden van de selectiecommissie worden vastgesteld als volgt: Ten minste 4 leden, deskundigen betreffende het vakgebied met inbegrip van de: Voorzitter: diensthoofd dienst sociale dienst 3 leden: (waarvan ten minste de helft extern) Secretaris: medewerkster dienst personeelszaken
16.
Openschrijven van wervingsprocedure en aanleggen wervingsreserve voor de functie van jobcoach m/v met het oog op aanstelling voor bepaalde duur in voltijds contractueel dienstverband, en vastlegging kwalitatieve invulling van de selectiecommissie - beslissing
14
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn beslist om de functie van jobcoach, met het oog op aanstelling in voltijds contractueel verband voor bepaalde duur, open te schrijven door middel van aanwerving. Deze functie is te begeven voor zowel mannelijke als vrouwelijke kandidaten. De geldigheidsduur van deze reserve wordt vastgesteld op 3 jaar en gaat in op de datum van de vaststelling van de reserve door de aanstellende overheid, in de eerst mogelijke zitting na afsluiten van het proces verbaal De voorwaarden waaraan de kandidaten ten minste dienen te voldoen worden vastgesteld als volgt: - Houder zijn van een bachelordiploma - Slagen voor de selectieprocedure Relevante ervaring in een soortgelijke functie in de privé-sector kunnen voor maximaal 12 jaren als geldelijke anciënniteit worden gevalideerd Functionele loopbaan: - Functionele loopbaan: B1-B2-B3 - B1: aanvangsschaal - B2: na 4 jaar schaalanciënniteit in B1 en een gunstig evaluatieresultaat - B3: na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B1 en B2 en een gunstig evaluatieresultaat De kwalitatieve invulling van de selectiecommissie voor deze functie wordt als volgt vastgesteld : Voorzitter van de examencommissie : diensthoofd sociale dienst Leden selectiecommissie (extern) : -
Coördinator of medewerker RESOC Waas en Dender Trajectbegeleider VDAB – Werkwinkel
Leden selectiecommissie (intern) : -
hoofdmaatschappelijk assistent sociale dienst
Secretariaat : personeelslid dienst personeelszaken
16b: toegevoegd punt: Prima Web plus De voorzitter verontschuldigt zich ervoor dat Yvan De Bruyne dit zelf op de agenda heeft moeten zetten. Yvan De Bruyne heeft het punt geagendeerd, omdat het hem niet duidelijk is hoe er verder gevolg aan gegeven wordt en hoe het verder afloopt. Hij had bij Prima-web plus bij de beslissing al redelijk wat twijfel. Het leek hem weggegooid geld. Behalve een maand of twee geleden, waar het op de agenda van het BC sociale dienst stond, maar werd afgevoerd, heeft hij enkele vragen. 1. Is deze overeenkomst verlengd? 2. Hoeveel steden en gemeenten sloten deze overeenkomst af?
15
3. Hoeveel vergaderingen zijn er reeds geweest? 4. Wat is de voorlopige kostprijs, verplaatsingskosten inclusief? 5. Welk is de voorlopige of eventuele eindconclusie? Welk praktisch nut?
De voorzitter geeft hierop het volgende antwoord. De overeenkomst was voor het maken van een functionele analyse en een raming voor ontwikkeling door Smals. Deze analyse is afgewerkt en de projectraming is gemaakt. Er worden nog een aantal voorstellen voor een vervolgtraject uitgewerkt tegen midden september. Er is samengewerkt met Antwerpen, Brussel, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-node, Molenbeek, Schaarbeek,Namen, Luik, Charleroi, Sint-Niklaas, Gent & Roeselare (= 12 steden). Het exacte aantal vergaderingen is opgevraagd bij POD MI. De voorlopige kostprijs is 10.000 euro voor deelname aan de analyse. De secretaris heeft geen zicht op de verplaatsingskosten (zijn deelname was met de eigen wagen). Smals heeft een volledige functionele analyse gemaakt van een software die de grote steden kan ondersteunen bij de werking van de sociale dienst, waarbij aan alle wettelijke taken en rapporteringen wordt voldaan. De kostprijs voor de ontwikkeling van een nieuw systeem door Smals wordt geraamd op 16,7 miljoen euro + 4,3 miljoen jaarlijks onderhoud. Indien de software wordt gebruikt door het aantal besturen dat 50% van de bevolking van België afdekt, en de kosten worden verdeeld op basis van het bevolkingsaantal per bestuur, zou de investeringskost voor Sint-Niklaas 210.000 euro bedragen (+56.000 euro onderhoud per jaar vanaf het 3e jaar). De hoge kost is het gevolg van de verschillen in werking tussen de verschillende besturen en de complexiteit van de wetgeving. Deze kost lijkt onaanvaardbaar hoog voor alle besturen. Er zijn teveel assumpties die onrealistisch lijken, de kost is op zich al zeer hoog en besturen moeten tijdens de ontwikkeling ook de bestaande software blijven betalen. Als mogelijk vervolgtraject zijn 3 pistes voorgesteld: 1. Analyse door Smals van de kostprijs voor een systeem gebaseerd op de vereisten van slechts 1 bestuur (grootste gemene deler) 2. Analyse door Digipolis van de kost om hun systeem E-Vita aan te passen voor uitbreiding naar andere besturen. 3. Marktbevraging van Smals bij andere marktspelers, gebaseerd op de gemaakte functionele analyse. Deze 3 ramingen worden verwacht tegen midden september. Yvan De Bruyne kan er twee dingen aan plakken. Dat men van Antwerpen iets kan leren, heeft men toen ook gezegd. En ook zonder 10.000 euro, was het duidelijk dat de huidige software op niets trekt. Zijn eindconclusie is dat we geen stap verder zijn. De voorzitter bestrijdt die conclusie. Dit is informatie die noodzakelijk en zeer bruikbaar is voor een nieuw lastenboek en een oplossing naar de toekomst. Dat voor 10.000 euro zelf doen, had wellicht niet gekund.
De voorzitter sluit de vergadering om 20u37.
16