Oan Provinsjale Steaten
Gearkomste Wurklistnûmer Beliedsprogramma Ôfdieling Behanneljend amtner Tastel Registraasjenûmer Primêr nûmer
: : : : : : : :
Ûnderwerp
: Midtermreview "Healwei Weromsjen" voor het Fryske Investearringsbudzjet foar it Lânlik Gebiet (FYLG)
Taheakke
: Midterm Review 'Healwei weromsjen FYLG. Midterm Review ILG.
Oanlieding / Beliedsramt
: In de met het rijk afgesloten Bestuursovereenkomst Landelijk Gebied voor de periode 2007 - 2013 is afgesproken om in 2010 een Midterm Review (MTR) uit te voeren naar het verloop van het Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007 - 2013 (pMJP) voor het rijksdeel. Wij hebben daarop besloten óók het Friese deel (FYLG) te evalueren. Oorspronkelijk was de suggestie dat bij een tekort het Rijk deze eventueel zou kunnen aanvullen. Gezien de huidige economische en politieke situatie is dat niet meer reëel. Integendeel , er worden forse bezuinigingen doorgevoerd op het rijksbudget ILG
(* foech, wetlik ramt, rol PS)
Koarte gearfetting
19 januari 2011 03B Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied PPLG H. Hakman 5415 914964
: De Midtermreview bestaat, net als het programma pMJP uit twee delen: - een deel gebaseerd op de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) met het Rijk, waarin de doelen, (ILG) prestaties en (ILG) middelen benoemd staan; - en een deel waarin de typisch Friese doelen, (FYLG) prestaties en (FYLG) middelen geëvalueerd worden. In een viertal bijeenkomsten met gemeenten en maatschappelijke organisaties is bevestigd dat het programma goed loopt, in een behoefte voorziet en het platteland
daadwerkelijk mooier, leefbaarder, vitaler en duurzamer maakt. In deze rapportage worden de typisch Friese delen van het programma pMJP geëvalueerd. Het FYLG betreft vooral subsidies voor projecten in de thema‟s Landbouw, Natuur, Water, Bodem, Landschap, Recreatie en Toerisme en Sociaaleconomische vitaliteit. In de rapportage wordt ingegaan op het functioneren van het programma en de programmavorm. In het technisch deel van de rapportage gaat het vooral over het budget en de geleverde prestaties.
Taljochting
: 1. Inleiding. In december 2006 hebben de Staten het provinciaal Meerjarenprogramma voor het Landelijk Gebied vastgesteld (pMJP) vastgesteld. Aanleiding was de overdracht van rijkstaken naar de provincie op het gebied van Landbouw, Natuur, Water, Bodem, Recreatie, Landschap en (later) Leefbaarheid. Met de overdracht van taken kwam het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) tot beschikking van de provincie. De provincie heeft daar haar eigen middelen, waaronder alle provinciale budgetten die voor plattelandsontwikkelingen beschikbaar waren, aan toegevoegd, gebundeld in het FYLG. (Frysk Ynfestearringsbudzjet Lânlik Gebiet). Doel van het programma is het uitvoeren van het beleid om Fryslân mooier, duurzamer en vitaler te maken. Met een investering van ca 1 miljard euro van Europa, Rijk, Provincie, Gemeenten, en particulieren in de periode 2007-2013. We zijn nu halverwege het 7 jarige Programma. Over het Rijksdeel ILG is met het Rijk afgesproken om een midtermreview te maken. Wij hebben besloten de midtermreview ook voor de provinciale middelen op te stellen. De midtermreview voor de rijks middelen is door ons op 13 juli j.l. vastgesteld. In deze FYLG-rapportage worden de typisch Friese delen van het programma pMJP geëvalueerd voor de periode 2007 tot en met 2009. Via het Friese budget worden bijdragen verleend voor projecten in de thema‟s Landbouw, Natuur, Water, Bodem, Landschap, Recreatie en Toerisme en Sociaal-economische vitaliteit. In het algemene deel van deze rapportage wordt ingegaan op het functioneren van het programma en de programmavorm. In het technisch deel van de rapportage gaat het vooral over het budget en de geleverde prestaties. Het programma blijkt te voorzien in een behoefte in de
1
samenleving om werk te maken van een duurzamer, leefbaarder en mooier Fryslân. Organisaties en particulieren zijn bezig met plannen en projecten die de beleidsdoelen realiseren. Heel belangrijk is dat het enthousiasme van de mensen en de doelgroepen groot is, zoals gebleken is tijdens de aprilbijeenkomsten en het symposium over het pMJP in 17 juni van dit jaar. Het programma voldoet duidelijk aan de maatschappelijke vraag. Ook over de programmavorm is men positief; vooral waardeert men de flexibiliteit en de meerjarige zekerheid die kenmerkend zijn voor de programmavorm. Wel is de wens geuit om de snelheid van afhandeling van de subsidieaanvragen te verbeteren. Gelet op het feit dat het programma eerst op stoom moest komen zijn wij tevreden over het tussenresultaat. Het pMJP programma is het eerste integrale programma voor het Landelijk Gebied dat in Fryslân opgezet is en er is veel ervaring opgedaan over de flexibiliteit die een uitvoeringsprogramma biedt. Om die ervaring te kunnen benutten voor toekomstige programma‟s zijn 8 aanbevelingen geformuleerd die zullen worden opgepakt. De bijgevoegde MTR/FYLG rapportage betreft de inzet van de provinciale middelen in het landelijk gebied. De FYLG middelen worden hoofdzakelijk ingezet voor de zuiver provinciale doelen. Een deel dient als cofinanciering van de rijksdoelen zoals afgesproken in de bestuursovereenkomst. Dit is met voorrang al besteed, net als de cofinanciering van de Europese middelen. Over de bezuinigingen wordt in november 2010 onderhandeld met de staatssecretaris. De uitkomst daarvan en de gevolgen voor de provinciale inzet leiden tot aanpassingen in de herziene programmering.
2. Stand van zaken Het programma loopt keurig op schema. In de eerste drie jaar van het 7 jarig programma is 36% van de middelen verplicht of betaald. Daarbij is conform de afspraken zoveel mogelijk gebruik gemaakt van Europese middelen (POP) en Rijksmiddelen (ILG). Aan zo‟n 1100 projecten is een bijdrage toegekend. Een korte opsomming: Binnen Sociaal-economische vitaliteit betreft het o.a. 277 projecten lokale en regionale leefbaarheid, 278 projecten Dakenregeling /Erfgoed en monumentenzorg, 33 projecten voor Fysieke woonomgeving (dorpsvernieuwing en – ontwikkeling), 31 dorpshuizen, 42 projecten voor het stimuleren van de plattelandseconomie etc. De prestaties
2
van Fysieke woonomgeving zoals afgesproken met de Staten zijn inmiddels gehaald en dit doel zal niet meer opengesteld worden in de tenders. Voor Landschap (generiek, archeologie en Nationaal landschap) zijn respectievelijk 44, 10 projecten en 2 uitvoeringsprogramma‟s (met een veelheid aan projecten) goedgekeurd. Voor het thema Recreatie en toerisme zijn 139 projecten ingediend en goedgekeurd. Binnen Landbouw zijn 44 projecten gehonoreerd en in uitvoering. Het thema voorziet in een grote behoefte en het gaat hard met de middelen. Het thema Natuur overig kent naast projecten ook andere vormen van prestaties (hectares e.d.) en loopt gestaag door. In de midterm rapportage is per (sub)doel aangegeven hoe het met de prestaties en financiën gaat, waarbij rekening is gehouden met de bijgestelde ambities in de begroting 2010 en 2011. De verwachting is dat de meeste doelen in 2013 of eerder gehaald worden. 3. Financieel overzicht op programmaniveau. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel middelen van 2007 t/m juni 2010 zijn besteed ten behoeve van het Landelijk gebied. Benutting pMJP-middelen (bedragen * € 1.000.000) ILG FYLG Provincie overig POP Derden * Totaal
Geprogrammeerd 282 120 36 45** 522 1.005
Verplicht/betaald 153 49 5 13 146 366
% 54 40 14 29 28 36
* Alleen de betalingen van derden hebben we in beeld, de verplichtingen niet. We zijn uitgegaan dat ca de helft van de door derden betaalde bedragen nog als verplichting bijgeteld kan worden. Dan komt de totale inzet in het landelijke gebied op ca 450 miljoen euro. Daaruit kan dus worden geconcludeerd dat er door de doelgroepen, overheden en organisaties ca 150 miljoen euro per jaar in het Friese Platteland wordt geïnvesteerd. ** inclusief 16 miljoen natuur beheer In de eerste drie en een half jaar van het 7 jarig programma is op totaal programmaniveau 36% van de middelen verplicht of betaald. Het totale programmabudget per 1-1-2011 is 120 miljoen. Daarin zijn alle bijstellingen op de ambitie tot en met 2010 verwerkt. In totaal is vanaf 2007 tot en met 30 juni 2010 voor € 49 miljoen aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Er wordt voor de tweede helft van 2010 verwacht dat voor ca 5 miljoen euro wordt verplicht in de 2 tenders en nog 6
3
miljoen euro in de overige doelen. Het vervolgens nog beschikbare budget, namelijk 60 miljoen euro, is geprogrammeerd voor de periode 2011-2013 (met uitloop naar 2015). Voor een aantal doelen zijn thans grote projecten in voorbereiding die nog op dit budget aanspraak maken, zoals de inpassing van de Centrale As, de N381, uitvoering van het Actieplan Landbouw, het plattelandsbeleid en inrichting van natuur en ecologische verbindingen via integrale (water) projecten.
4. De programmastructuur Bij aanvang van het programma zijn er verwachtingen geweest ten aanzien van: • De programmavorm. Daarbij vooral de mogelijkheid om te programmeren, te sturen en te schuiven tussen budgetten prestaties en tijd. • De mate waarin de samenleving betrokken zou zijn. Dit uit zich vooral in het draagvlak en meestal door financiële bijdrage door derden. • De integraliteit van de projecten, aanpak en resultaten. De Midtermreview rapportage gaat hier ook op in. Dit leidt in de rapportage tot acht aanbevelingen die opgepakt worden. Samengevat is de conclusie dat een programma een prima uitvoeringsinstrument is om meerjarig beleid te realiseren, mits de randvoorwaarden goed ingevuld zijn: - (beleids)doelen die concreet zijn vertaald in prestaties; - meerjarige zekerheid van financiering ondanks éénjarig begrotingssystematiek; - eenduidige (systeem) ondersteuning voor programmering en controle. Een programmavorm is vanwege zijn meerjarige vorm en de ruimte om slim te schuiven ideaal om maximale cofinanciering van Europa en andere bronnen te kunnen benutten. Voor de communicatie met en de sturing door PS over de uitvoering en het bijbehorende beleidsveld is de programmavorm niet geschikt; het pMJP als uitvoeringsprogramma rapporteert cijfermatig over prestaties en geld maar de koppeling met de beleidshoofdstukken is weggevallen. Bij de behandeling van de begroting 2012 zal gekeken worden naar de manier van opnemen van het pMJP in de begroting. Doel daarvan is dat u beter inzicht krijgt in de politiek relevante, inhoudelijke informatie en hierop dus beter kunt sturen.
5. Stroomlijnen proces: Tijdens de aprilbijeenkomsten en in de juni conferentie over het pMJP hebben gemeenten aangegeven dat de afhandeling van subsidieaanvragen lang duurt en dat de
4
tendersystematiek niet ideaal is. De afhandeling van subsidieaanvragen is enerzijds afhankelijk van de kwaliteit van de aanvragen en anderzijds afhankelijk van de helderheid van het beleid. Teveel aanvragen voldoen niet aan de voorwaarden en kosten in de afhandeling veel tijd. Daarnaast is beleid vaak in algemene termen gedefinieerd. Tijdens de subsidieafhandeling moet in overleg met de beleidsafdelingen, de vertaling van beleid vorm krijgen. Ook is het gewenste beleid niet altijd te vangen in operationele doelen in de verordening. Kortom, maatwerk is vaak nodig en dit kost meer tijd. De tendersystematiek tempert het aanbod in de tijd en maakt het mogelijk de betere projecten te prioriteren. Zonder tendersystematiek werkt het systeem volgens wie het eerst komt, het eerst maalt. Gevolg is wel dat in korte tijd gemiddeld 120 projecten verwerkt moet worden. Van de wettelijke verwerkingstermijn van 13 weken zijn er al 6 nodig om de adviezen van beleidsafdelingen én gebiedsplatforms op en vast te laten stellen. Zonder tendersystematiek wordt het lastig de adviesrol van de gebiedsplatforms vorm te geven. Deze rol verandert wellicht al onder invloed van de ontwikkeling naar een streekagenda. We zullen het proces kritisch bekijken en verbeteren, anticiperend op de provinciale organisatieontwikkeling waarin de uitvoering centraler gesteld wordt in de structuur.
6 Vervolg. Bij de vaststelling van de begroting 2011 in november 2010 door PS is vorm gegeven aan: 1. de concrete ombuigingen op het FYLG (Water, Erfgoed en Monumentenzorg en Cultuur) 2. de algemene ombuiging op het FYLG van € 1 miljoen. In het Jaarplan 2011 tot en met 2013 zal het prestatieniveau geactualiseerd worden. Tevens zullen de resultaten van de onderhandelingen met de staatssecretaris van landbouw in deze actualisatie meegenomen worden. Ook zal het door u goed gekeurde amendement 51, van Grienlinks Friesland daarin worden meegenomen, dat handelt over de herijking van de benodigde gelden (1 miljoen euro) voor oevers en kaden. In de eerste BERAP 2011 zal, indien nodig, een voorstel tot begrotingswijziging worden gedaan om geld naar voren te halen (bevoegdheid PS) In de begroting 2012 zal het programma pMJP als begrotingsonderdeel verdwijnen; de budgetten zullen weer toegerekend worden de beleidsonderdelen. Besluiten: - Instemmen met de rapportage Healwei-weromsjen, de midterm review van het FYLG.
5
Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân,
J.A. Jorritsma
, foarsitter
Drs. A.J. van den Berg
, siktaris
6
BESLÚT NR.
:
PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN
Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan , nr.
Oerwagende dat
:
de midtermreview rapportage leidt tot actualisatie van de prestaties in het pMJP jaarplan 2011 - 2013
Beslute
: - In te stemmen met de Midterm Review "Healwei Weromsjen"
Sa feststeld troch Provinsjale Steaten Fan Fryslan yn harren iepenbiere gearkomste fan 19 januari 2011,
, foarsitter
, griffier
7
Healwei weromsjen
Frysk Investearringsbudzjet foar it Lânlik Gebiet (FYLG)
8
Healwei weromsjen
Frysk Investearringsbudzjet foar it Lânlik Gebiet (FYLG)
November 2010
9
Samenvatting Op 1 januari 2007 is na lange voorbereiding de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) in werking getreden. Met deze wet wordt een belangrijk deel van de rijkstaken in het landelijk gebied gedecentraliseerd naar de provincies. Als uitwerking ervan is eind 2006 de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk gebied (BO/ILG) afgesloten voor de periode 2007 - 2013. De Bestuursovereenkomst is vertaald in het provinciaal Meerjarenprogramma 2007 - 2013 (pMJP). Een belangrijk kenmerk van deze Bestuursovereenkomst is dat vooral afspraken zijn gemaakt met het Rijk op basis van prestaties, naast de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. In hetzelfde pMJP en in analogie van het ILG heeft de provincie ca 25 bestaande Friese regelingen en budgetten ontpot en ontschot en ondergebracht in het FYLG budget. Het FYLG wordt ingezet, deels als cofinanciering voor het landelijk ILG budget, deels als cofinanciering voor het Europese Plattelandsontwikkelingsgeld (POP) en deels om eigen accenten en speerpunten te kunnen leggen. De Friese beleidsdoelen zijn vertaald in concrete prestaties, meestal in de vorm van aantallen projecten, waarbij een inschatting is gemaakt op basis van het verleden met welke normbedragen (kosten per project) rekening gehouden kon worden. In de BO is de afspraak gemaakt om in 2010 een Midterm Review (MTR) op te stellen voor het ILG programma. GS hebben besloten dat ook voor het FYLG deel van het programma te doen. De FYLG budgetten die als co-financiering bij het ILG budget zijn gelegd, zijn behandeld in de andere rapportage. In deze rapportage wordt daar niet meer op ingegaan. De FYLG budgetten die als cofinanciering voor Europese POP subsidies zijn aangewend, worden in deze rapportage wel verantwoord. De MTR bestaat daarmee uit twee delen: het deel MTR-ILG over de rijksbudgetten, verantwoord op de door de minister gewenste wijze en dit deel, Healwei weromsjen over de Friese budgetten in FYLG. In deze rapportage wordt de typisch Friese delen van het programma pMJP geëvalueerd. Het FYLG betreft vooral subsidies voor projecten in de thema‟s Landbouw, Natuur, Water, Bodem, Landschap, Recreatie en Toerisme en Sociaal-economische vitaliteit. In het technisch deel van de rapportage gaat het over het budget en de geleverde prestaties. In het algemene deel van deze rapportage wordt ingegaan op het functioneren van het programma en de programmavorm. De belangrijkste conclusie is dat het programma in een duidelijke behoefte. De ingezette koers is goed zoals blijkt uit de reacties van de doelgroepen, geuit op het symposium van 17 juni 2010. Wel is het belangrijk om het proces nog beter te organiseren. Het Friese deel van het programma pMJP is gelijkertijd gestart met het landelijk deel na instemming van Provinciale Staten in december 2006. Het pMJP programma is het eerste programma voor het Landelijke Gebied dat in Fryslân opgezet is en er is dus veel ervaring opgedaan die benut kan worden voor eventuele andere programma‟s. Deze worden opgesomd in de vorm van aanbevelingen. Bij aanvang van het programma zijn er verwachtingen geweest ten aanzien van: De programmavorm. Daarbij vooral de mogelijkheid om te programmeren, te sturen en te schuiven tussen budgetten prestaties en tijd. De mate waarin de samenleving betrokken zou zijn. Dit uit zich vooral in het draagvlak en meestal door financiële bijdrage door derden. 10
De integraliteit van de projecten, aanpak en resultaten. Al deze verwachtingen stellen eisen aan de interne en externe procesorganisatie die ingevuld moeten worden door de juiste randvoorwaarden te creëren. In het jaarplan pMJP voor 2010 is al geconstateerd dat deze randvoorwaarden in het begin onvoldoende aanwezig waren. Ook na verbetering blijkt dat het door elkaar lopen van begrotingssystematiek en programmasystematiek, beleidsverantwoording en programmaverantwoording met regelmaat tot wederzijds onbegrip leidt. Een belangrijke aanbeveling is dan ook om de programmavorm als uitvoeringsinstrument te behouden, maar de verantwoording over de budgetten samen te voegen met de inhoudelijke verantwoording via de beleidsprogramma‟s. Daarmee krijgen de Staten politiek relevante, inhoudelijke informatie via de beleidsprogramma‟s en kan het technische deel gedetailleerder verantwoord worden aan gedeputeerde staten. Technisch inhoudelijk kan geconstateerd worden dat het programma na een aanloopperiode in 2007 inmiddels goed op stoom is gekomen. Financiële middelen In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel middelen van 2007 t/m juni 2010 zijn besteed ten behoeve van het Landelijk gebied. Benutting pMJP-middelen (bedragen * € 1.000.000)
ILG FYLG Provincie overig POP Derden * Totaal
Geprogrammeerd 282 120 36 45** 522 1.005
Verplicht/betaald 153 49 5 13 146
% 54 40 14 29 28
366
36
* Alleen de betalingen van derden hebben we in beeld, de verplichtingen niet. We zijn uitgegaan dat ca de helft van de door derden betaalde bedragen nog als verplichting bijgeteld kan worden. Dan komt de totale inzet in het landelijke gebied op ca 450 miljoen euro. Daaruit kan dus worden geconcludeerd dat er door de doelgroepen, overheden en organisaties ca 150 miljoen euro per jaar in het Friese Platteland wordt geïnvesteerd ** inclusief 16 miljoen natuur beheer
In de eerste drie jaar van het 7 jarig programma is 36% van de middelen verplicht of betaald. Daarbij is fors getrokken op het rijksbudget ILG. Het FYLG is daarmee in de eerst jaren relatief ontzien. Ook hebben we goed gebruik gemaakt van de Europese POP middelen (met uitzondering van POP voor Landbouw, dat qua regelgeving nog niet beschikbaar was). Gelet op het feit dat het programma eerst op stoom moest komen zijn wij tevreden over het tussenresultaat. De moeilijkste en duurste uitdagingen liggen echter nog voor ons: Inpassing van de Centrale As en de N381, inrichting van natuur en ecologische verbindingen via integrale (water)projecten etc.
11
Doel van de MTR is om het programma zodanig aan te passen dat de tweede helft nog voorspoediger verloopt. Indien we binnen een thema verwachten onvoldoende middelen te hebben om aan de gewekte verwachtingen te kunnen voldoen wordt een voorstel gedaan om te schuiven met middelen voor een verdere optimalisatie. Aanbevelingen: Programmavorm: 1. Benut cofinanciering POP. Gebruik de programma vorm om maximale cofinanciering POP (en verbreed het eventueel met andere Europese subsidieprogramma‟s) te benutten; reserveer daarvoor langjarig geld in programmavorm (met een looptijd evenredig aan het beoogde Europese subsidieprogramma). Dit is feitelijk al gerealiseerd, maar voor een volgend programma periode belangrijk. 2. Programmavorm is een goed instrument. Een belangrijke aanbeveling is dan ook om de programmavorm als uitvoeringsinstrument te behouden. Maar daarbij moeten de randvoorwaarden wel goed en scherp zijn geregeld. Zoals een éénduidig systeem dat het programma ondersteunt bij het programmeren en controleren. 3. Voeg verantwoording budgetten weer in beleidshoofdstukken. Het pMJP is een uitvoeringsprogramma. Hierin wordt cijfermatig gerapporteerd over de stand van de uitvoering van verschillende beleidsvelden. Omdat het gehele pMJP onder 1 begrotingshoofdstuk valt is de koppeling met de in de begroting ondergebrachte beleidshoofdstukken niet meer duidelijk. Daarmee is de communicatie met en de sturing door PS over de uitvoering en het bijbehorende beleidsveld niet ideaal. Voorgesteld wordt dan ook om de pMJP onderdelen onder de desbetreffende beleidsprogramma's onder te brengen. Dit geldt dan ook voor de kaderbrief, de begroting en berap en de jaarplannen. De dienst zal dit met ingang van de begroting 2012 gaan doen. Daarbij moet echter bedacht worden dat het programma ook de moeilijker – meestal meer kwetsbare - doelen moet halen. Dus aanpassing van ambities aan het “succes” zal zo maar niet kunnen. Alle doelen die PS in beleidsnota‟s zullen moeten worden gehaald in prestaties, tenzij PS de doelen wijzigt. Jaarlijks bij de kadernota kan bekeken worden of er geschoven moet worden met prestaties. Daarmee krijgen de Provinciale Staten politiek relevante, inhoudelijke informatie via de rapportage voer de beleidshoofdstukken en kan hierop beter sturen. Het technische deel kan dan gedetailleerder verantwoord worden aan gedeputeerde staten. 4. Verantwoord op hoofdlijnen en registreer op projectniveau. De tot dusver gehanteerde registratie is te gedetailleerd. De vertaling van de stand van zaken aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten is daarmee administratief erg tijdrovend en resulteert in een technisch correcte rapportage maar leidt niet tot een politiek inhoudelijke discussie. Verkorten en stroomlijnen proces: 5. Verbeter de doorloopsnelheid van de projectbeschikkingen. De afhandeling van subsidieaanvragen is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de aanvragen. Teveel aanvragen voldoen niet aan de voorwaarden en kosten in de afhandeling, ook met de betrokken beleidsafdelingen, veel tijd. De aanbeveling is om de organisatie daarop te stroomlijnen. Dit zal worden meegenomen in het lopende organisatie veranderingstraject van de dienst. 6.
Zet gewenste uitvoering beleid scherp neer in de verordening.
12
Vertaal het gewenste beleid in operationele doelen en vertaal deze naar concrete grenzen (wat je níet wil) in de verordening; dit vergemakkelijkt het subsidieproces en vooral verstevigt het de afwijzingsgronden zonder verdere juridische procedures. 7. Richt de subsidieafhandeling flexibeler in. De tendersystematiek tempert het aanbod in de tijd en maakt het mogelijk de betere projecten te prioriteren. Zonder tendersystematiek werkt het systeem volgens wie het eerst komt, het eerst maalt. In de bijeenkomsten met de doelgroepen is wel kritiek geuit op de snelheid van afhandeling. Inderdaad kan het proces nog beter afgestemd worden op de verwerking van een batch subsidieaanvragen. Bedacht moet worden dat van de wettelijke verwerkingstermijn van 13 weken er al 6 nodig zijn om de adviezen van beleidsafdelingen én gebiedsplatforms op en vast te laten stellen. Zonder tendersystematiek wordt het bovendien lastig de adviesrol van de gebiedsplatforms vorm te geven. In de toekomst zal de rol van de gebiedsplatforms waarschijnlijk veranderen. We zullen kijken hoe, anticiperend op deze verandering, nu al het proces anders kan worden ingericht. 8 pMJP is een uitvoeringsprogramma. Behandel het programma voor wat het is: een uitvoeringsprogramma, geen begrotingsprogramma. De inhoudelijke verantwoording zou moeten verlopen via de beleidsprogramma‟s, waaraan de programmamanager rapporteert over bestede gelden. De provinciale organisatie is zich al aan het aanpassen door in haar structuur de uitvoering centraler te stellen. Ook ten aanzien van de uitvoering van het pMJP zal in het kader van provinciale organisatieontwikkelingen de stroomlijning van de uitvoering worden betrokken en kan uit de ervaringen met het pMJP lering getrokken worden. In de toekomst zal dit proces wellicht verder ondersteund worden door de gebiedsagenda‟s.
13
Inhoudsopgave. blz Samenvatting en aanbevelingen
1.
Inleiding.
2.
Organisatie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
De programmavorm Continuïteit door flexibiliteit Samenhang en integraliteit Sturing door de tendersystematiek Draagvlak door betrokkenheid samenleving in het proces De gebiedscommissies in het projectenspoor De gebiedsplatforms in het subsidiespoor:
3.
Financiën
4.
Toelichting per Doel. 4.1
Landbouw 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
4.2
Grondgebonden landbouw Duurzaam ondernemen Kennis, innovatie, versterking Visserij
Natuur 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
Realisatie EHS Natuur overig w.o. Milieukwaliteit EHS/VHR/Nb-wet gebieden Nationale Parken Soortenbeleid/Leefgebiedenbenadering
4.3
Water 4.3.1 Regionale watersystemen 4.3.2 Waterkwaliteit
4.4
Bodem 4.4.1 Duurzaam bodemgebruik 4.4.2 Bodemkwaliteit (sanering)
14
4.5
Recreatie en toerisme 4.5.1 Recreatief groen 4.5.2 Ontwikkelen en versterken toegankelijkheid 4.5.3 Versterken/ verbeteren kwaliteit toeristisch voorzieningenniveau 4.5.4 Wandelen over Boerenland 169000 fylg
4.6
Landschap 4.6.1 Landschap generiek 4.6.2 Archeologie 4.6.3 Nationale landschappen
4.7
Bijlage 7
Sociaal economische vitaliteit - Impuls leefbaar platteland 4.7.1 Verbetering leefbaarheid plattelandsgebieden 4.7.2 Verbeteren fysieke woonomgeving 4.7.3 Verbetering bereikbaarheid 4.7.4 Stimulering en verbreding Plattelandseconomie 4.7.5 Erfgoed en monumentenzorg 4.7.6 Cultuur 4.7.7 Plattelandsprojecten LEADER
Afkortingen
15
Hoofdstuk 1
Inleiding.
Op 1 januari 2007 is na lange voorbereiding de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) in werking getreden. Met deze wet wordt een belangrijk deel van de rijkstaken in het Landelijk Gebied gedecentraliseerd naar de provincies. Als uitwerking ervan is eind 2006 de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk gebied (BO/ILG) afgesloten voor de periode 2007 - 2013. De Bestuursovereenkomst is vertaald in het provinciaal Meerjarenprogramma 2007 - 2013 (pMJP). Een belangrijk kenmerk van deze Bestuursovereenkomst is dat vooral afspraken zijn gemaakt met het Rijk op basis van prestaties, naast de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. Ook de provincie heeft ca 25 bestaande Friese regelingen en budgetten ontpot en ontschot en ondergebracht in het FYLG budget, deels als cofinanciering voor het landelijk ILG budget, deels als cofinanciering voor het Europese Plattelandsontwikkelingsgeld (POP) en deels om eigen accenten en speerpunten te kunnen leggen (FYLG). Ook de Friese beleidsdoelen zijn vertaald in concrete prestaties, meestal in de vorm van aantallen projecten, waarbij een inschatting is gemaakt op basis van het verleden met welke normbedragen (kosten per project) rekening gehouden kon worden. In de BO is de afspraak gemaakt om in 2010 een zogenaamde Midterm Review (MTR) op te stellen voor het programma. GS heeft besloten dat ook voor het FYLG deel van het programma te doen. Healwei Weromsjen Per onderwerp rapporteren we over de voortgang in de periode 2007 t/m juni 2010. Daarbij worden de cijfers toegelicht en geanalyseerd. Indien we binnen een thema verwachten onvoldoende middelen te hebben om aan de gewekte verwachtingen te kunnen voldoen wordt een voorstel gedaan om te schuiven met middelen. Deze rapportage gaat alleen over de provinciale doelen en prestaties.
2.
Organisatie.
De programmavorm. Waarom een programma pMJP? Een programma is een uitvoeringsinstrument. Uitvoering via programmamanagement helpt om samenhang te bereiken en prioriteiten te stellen, zodat veel projecten en andere activiteiten effectief worden uitgevoerd. Daarmee komen de beoogde doelen zoals maatschappelijke verbeteringen dichterbij. Het programma pMJP beoogt een duurzamer, leefbaarder en mooier platteland. Onder een programma wordt verstaan een verzameling van tijdelijke, samenhangende en dynamische doelen, inspanningen en middelen. Iets is niet een programma, maar je kunt van iets een programma maken. Bij de besluitvorming in 2006 is besloten de overdracht van doelen, taken en middelen van LNV te koppelen aan de provinciale doelen, taken en middelen en voor de uitvoering is gekozen voor de programmavorm, uitgewerkt in het programma pMJP. Doel van het programma is samenhang (integraliteit) en continuïteit in de uitvoering creëren, door meerjarige zekerheid van budgetten, die flexibel kunnen worden toegepast. Alle onder-
16
werpen komen voort uit een beleidsprogramma dat door de Staten is vastgesteld, bijvoorbeeld de Nota Plattelandsbeleid. Het programma ondersteunt zowel (kleine) leefbaarheidprojecten als lokale festiviteiten en markten als Multifunctionele centra, Dorpshuizen, herinrichting dorpskernen en initiatieven om de werkgelegenheid op het platteland te versterken. De verantwoording van het programma in de MTR is ten behoeve van de herkenbaarheid voor de minister resp. de Staten in 2 delen gesplitst: MTR-ILG over het landelijk budget, doelen en prestaties en MTR-FYLG, healwei weromsjen, over het Friese budget, beoogde doelen en prestaties. Zowel ILG als FYLG hangen samen met Europese POP-gelden. Dat, tezamen met investeringen door particulieren, gemeenten en het Wetterskip maakt dat er tot en met 2009 al 372 miljoen geïnvesteerd is in het Platteland van Fryslân. Continuïteit door Flexibiliteit: Een meerjarig programma met meerjarige financiering is flexibel in de uitvoering. Dat is belangrijk, omdat nieuwe speerpunten van beleid niet van de ene dag op de andere kunnen worden omgezet in bruikbare initiatieven en projecten. Vooral als de wens is dat het beleid wortel schiet in de samenleving heeft het zaad tijd nodig om te ontkiemen. De flexibiliteit van een programma zorgt ervoor dat enerzijds kan worden gewerkt aan dynamisering van de samenleving en vertrouwd raken met de nieuwe beleidswensen, en anderzijds bestaande initiatieven die óók bijdragen aan een duurzamer, leefbaarder of mooier platteland gehonoreerd en uitgevoerd kunnen worden. Daarmee ontstaat continuïteit in (de uitvoering van) het beleid. Dat wil zeggen dat als in het ene jaar veel bijdragen voor recreatie of herinrichting van dorpskernen worden aangevraagd, het gemiddelde jaarbudget daarvan mag worden overschreden, in de verwachting dat het andere jaar projecten die meer voorbereidingtijd vroegen, zoals dorpshuizen, zullen worden aangevraagd. Binnen een zevenjarige periode kan alles zo aan bod komen én ontstaat tijd om het beleid om te zetten in daden dwz uitvoering van projecten. Halverwege het programma is een goed moment om de voortgang te relateren aan de verwachtingen en besluiten te nemen of tussen de doelen (via budgetten en prestaties) geschoven moet worden en ten koste van welke doelen (prestaties en budgetten) dat mag gaan. Uiteraard moet bij de beoordeling worden betrokken, in hoeverre de Staten zélf behoefte hebben aan een bepaald onderwerp. Gelijkertijd is het zaak om projecten en initiatieven waarvan de voorbereiding ver gevorderd is maar nog niet juridisch vastgelegd, niet te frustreren. Ten derde moeten we rekening houden met minder eigen geld en minder cofinancieringgeld, en dus onze ambitie temperen en ons focussen op wat realistisch en haalbaar is. Daarbij moeten we naar buiten kijken, want belangrijke co-financiers als gemeenten en waterschappen gaan ook bezuinigen, hetgeen over en weer consequenties heeft op het realisme en haalbaarheid van de (gezamenlijke) doelen. Een voorbeeld: als de vraag om bijdragen voor herinrichting dorpskernen en recreatieprojecten door de jaren heen aanhoudt, kan geconstateerd worden dat dit een onderwerp is waar veel behoefte aan is, en waarvan de Staten eventueel kunnen beslissen hier extra geld heen te schuiven, ten koste van onderwerpen waar minder vraag naar is. Een andersom redenatie is dat als de vraag naar geld voor behoud van cultuurhistorische elementen achterblijft, er extra inspanning moet worden gezet op bewustmaking van het belang van cultuurhistorie voor de herkenbaarheid en het nageslacht en het dus extra projecten moeten worden verworven. Gelet op de conjunctuur is dat nú een wat minder voor de hand liggende optie. Duidelijk is dat niet alles kan. Er is en was nooit genoeg geld om én landbouw, én landschap, én natuur, water en milieu, én recreatie, toerisme, economie tegelijk te bevorderen. Toch zijn al deze elementen samenhangend met het beoogde doel van het programma: een duurzamer, leefbaarder en mooier platteland.
17
Sturing via de tendersystematiek Drie maal per jaar wordt een tender uitgeschreven voor alle doelen. In het begin met verhoogd plafond om maximaal te stimuleren dat nieuwe projecten werden ontwikkeld en ingediend. Inmiddels hanteren we de voorgeprogrammeerde plafonds. Deze worden incidenteel overvraagd, waardoor prioritering nodig is. Met name op Fysieke woonomgeving (herinrichting dorpskernen) zijn veel projecten ingediend. De POP bijdrage daarvoor is ruim overschreden en de provinciale middelen zijn via de versnellingsagenda inmiddels ingezet. De tendersystematiek is een alternatief voor het systeem wie het eerst komt die het eerst maalt. Hoewel daarmee de projecten als bulk binnenkomen en afgehandeld moeten worden biedt het het voordeel dat de gebiedsplatforms daadwerkelijk kunnen prioriteren. In een tijd van verkrappende middelen is het níet voor de hand liggend een van de weinige sturingsmiddelen los te laten. Samenhang en Integraliteit Het programma beoogt een duurzamer, leefbaarder en mooier platteland te realiseren. In deze Sociaal-Economische vitaliteit zitten aspecten van economisch beleid (landbouw, recreatie en toerisme, micro-ondernemingen) ruimtelijk beleid (cultuur-historie: behoud van markante historische gebouwen, boerderijen, kerken), herinrichting dorpskernen: behoud en herstel van dorpsaanzichten, landschap: herkenbaarheid terpen, coulissenlandschap, behoud van houtwallen, hakbosjes, slotenpatronen), natuurbeleid (biodiversiteit, soortenbeleid, groen-blauwe dooradering, antiverdrogingsbeleid), waterbeleid (veiligheid, boezemberging, grondwater, waterkwaliteit), milieubeleid (terugdringen ammoniakemissie, grondwaterbescherming, bodembescherming) De vraag is of het programma heeft bijgedragen tot een integralere aanpak en uitvoering van het beleid? We kunnen inderdaad een toenemende tendens constateren van enkelvoudige projecten naar projecten, die meer aspecten in zich verenigen. Bijvoorbeeld waar voorheen een bijdrage werd gevraagd voor een paar kilometer fietspad, worden nu projecten ingediend waar het fietspad beter ingepast wordt in de omgeving, met aandacht voor de recreant (theehuis) die op zoek naar de natuur gaat (bezoekerscentra) en met bescherming van de kwetsbare soorten die daar leven (paddentunnels). Of waar voorheen geld werd gestopt in een antiverdrogingsproject (door het Rijk betaald) wordt nu óók een vogelkijkhut gebouwd en een informatiebord geplaatst (door de provincie betaald). De bereikte integraliteit is een groot goed dat gekoesterd en uitgebouwd moet worden, omdat het leidt tot een beter begrip voor en rekening houden met elkaar in de samenleving. Wél moeten we het proces daartoe beter inrichten. Plattelandsprojecten zal vroeger de beleidsambtenaren inschakelen bij integrale projecten en beleidsambtenaren zullen een hogere prioriteit aan de uitvoering gaan geven. De provinciale organisatie is zich al aan het aanpassen door in haar structuur de uitvoering centraler te stellen. In de toekomst zal dit proces wellicht verder ondersteund worden door de streekagenda‟s. Draagvlak door betrokkenheid samenleving in het proces Om het sectoraal samengestelde beleid samenhangend uit te voeren zijn binnen het provinciehuis en buiten in de samenleving structuren aangebracht die de veelheid aan betrokkenen en belanghebbenden organiseren en een specifieke rol geven in de procedures die het proces van beleid tot uitvoering brengen. We noemen de gebiedscommissies enerzijds en de gebiedsplatforms anderzijds. Daarnaast worden deelbelangen behartigd door Doarpswurk, LTO, Landschapsbeheer Fryslân, natuurorganisaties, waterschap, gemeenten etc. 18
De gebiedscommissies in het projectenspoor Deze commissies zijn ingesteld door GS en ontwikkelen modules voor de landinrichting. Voorheen vooral ten behoeve van rijksdoelen, maar inmiddels veel breder met ook provinciale doelen op gebied van landbouw en natuur, met daarin mee te nemen doelen op gebied van water, recreatie, landschap, cultuurhistorie, leefbaarheid etc. De commissies bestaan uit mensen uit het gebied zelf, met betrokkenheid bij, kennis van en belang bij het gebied als zijnde hun eigen leefomgeving. De commissies worden ondersteund door een projectsecretaris van de provincie, een projectleider van DLG en de uitvoering van de geaccordeerde plannen vindt plaats door DLG . De gebiedsplatforms in het subsidiespoor: De gebiedsplatforms zijn ingesteld door GS en hebben het doel de leefbaarheid binnen het gebied te bevorderen onder andere door projecten te initiëren en te beoordelen op hun bijdrage aan een duurzamer, leefbaarder en mooier platteland. Projecten kunnen ingediend worden onder de thema‟s Landbouw (duurzaam ondernemen en kennis en innovatie), Recreatie, Landschap (incl. archeologie) en Sociaal-economische vitaliteit (w.o. leefbaarheid, herinrichting dorpskernen, plattelandseconomie zoals micro-ondernemingen, erfgoed en monumentenzorg (cultuurhistorie), cultuur en Leaderprojecten). De gebiedsplatforms zijn gemengd bestuurlijk (provincie en gemeenten) en maatschappelijk samengesteld. De maatschappelijke leden voor de verschillende relevante plattelandsthema's zijn sleutelfiguren uit het gebied, zonder last en ruggespraak. Hier voldoende platforms tevens aan de criteria als Local Action Group (LAG) voor het Europese Leaderprogramma, wat van belang is, omdat alle 6 Friese plattelandsgebieden tevens zijn aangewezen als Leader-gebied. De gebiedsplatforms worden voorgezeten door één van de gedeputeerden van de provincie en worden ondersteund door een projectbureau van Plattelânsprojekten, een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie van provincie en gemeenten. In de april bijeenkomsten en het symposium van 17 juni 2010 is een groot draagvlak gebleken voor het programma, vooral vanwege de meerjarige zekerheid van beleid en geld. Dat de inhoud aansluit bij de behoefte mag blijken uit enerzijds het feit dat voor veel projecten subsidie aangevraagd is, en anderzijds uit het feit dat de Friese gemeenschap concreet 146 miljoen heeft geïnvesteerd en betaald, en waarschijnlijk een vergelijkbaar bedrag verplicht heeft in de Friese projecten (wij hebben geen inzicht in de gemeentelijke verplichtingen). De suggestie is gedaan meer verbinding tussen gebiedscommissie enerzijds en gebiedsplatform anderzijds te leggen. Gelet op de verschillende tijdshorizonten is dit nog niet eenvoudig, maar door middel van een streekagenda kan een verdergaande integratie wellicht wel gerealiseerd worden.
19
Financiën. In deze midterm rapportage wordt cijfermatig de stand van zaken weergegeven van de uitvoering van het provinciaal meerjarenprogramma Landelijk Gebied ten aanzien van de provinciale prestaties en budgetten die voor verschillende doelen beschikbaar zijn gesteld. Het uitgangspunt daarbij is het door Provinciale Staten vastgestelde provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied. Alle daarin opgenomen bedragen uit het pMJP bestaan uit doorlopende verplichtingen (van vóór 2007) en de ruimte voor nieuwe verplichtingen voor de periode 2007 – 2013. Gedurende de uitvoering zijn wijzigingen opgetreden als gevolg van ombuigingen. Op basis daarvan zijn de prestaties verhoudingsgewijs bijgesteld. In de bij de doelen behorende overzichten zijn deze wijzigingen verwerkt. Daarnaast zijn de bezuinigingen en verschuivingen oud voor nieuw voor de begroting 2010 en 2011 verwerkt in de ruimte voor nieuwe verplichtingen. Hierbij is er steeds van uitgegaan dat de cofinanciering van de rijksmiddelen en die van Europa in stand moet blijven. Op basis van een herijking van de POP middelen zijn ook verschuivingen in de budgetten opgetreden (bijlage 1). In bijlage 2 wordt per doel aangegeven wat de huidige stand van zaken is en welke verwachting wij hebben over de resterende periode tot en met 2013. In deze rapportage is uitgegaan van cijfers per 30 juni 2010. Dit is gedaan om de meest actuele stand te kunnen voorleggen. De cijfers van de midterm review van de rijksmiddelen zijn van 31 december 2009. Bovendien is in de rijksrapportage aangegeven wat de totale provinciale bijdrage is en niet alleen de FYLG bijdrage. Daarmee zijn beide rapportages niet geheel vergelijkbaar. De cijfers zijn gebaseerd op de overzichten van provinciale financiën én de DLG maandrapportages. Dit houdt in dat de stand zoals vermeld in de bijlage 2 en de doeloverzichten de meest recente en accurate presentatie is. Financiële middelen. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel middelen van 2007 t/m 2010 zijn besteed ten behoeve van het Landelijk gebied. Benutting pMJP-middelen (bedragen * € 1.000.000)
ILG FYLG Provincie overig POP Derden * Totaal
Geprogrammeerd 282 120 36 45** 522 1.005
* Alleen de betalingen van derden hebben we in beeld, de verplichtingen niet. We zijn uitgegaan dat ca de helft van de door derden betaalde bedragen nog als verplichting bijgeteld kan worden. Dan komt de totale inzet in het landelijke gebied op ca 450 miljoen euro. Daaruit kan dus worden geconcludeerd dat er door de doelgroepen, overheden en organisaties ca 150 miljoen euro per jaar in het Friese Platteland wordt geïnvesteerd
20
Verplicht/betaald 153 49 5 13 146
% 54 40 14 29 28
366
36
** inclusief 16 miljoen natuur beheer
In de eerste drie jaar van het 7 jarig programma is 36% van de middelen verplicht of betaald. Daarbij is fors getrokken op het rijksbudget ILG. Het FYLG is daarmee in de eerst jaren relatief ontzien. Ook hebben we goed gebruik gemaakt van de Europese POP middelen (met uitzondering van POP voor Landbouw, dat qua regelgeving nog niet beschikbaar was). Gelet op het feit dat het programma eerst op stoom moest komen zijn wij tevreden over het tussenresultaat. De moeilijkste en duurste uitdagingen liggen echter nog voor ons: Inpassing van de Centrale As en de N381, aanleg van de Robuuste Natte As, inrichting van natuur en ecologische verbindingen via integrale (water)projecten etc. Doel van de MTR is om het programma zodanig aan te passen dat de tweede helft nog voorspoediger verloopt. Indien we binnen een thema verwachten onvoldoende middelen te hebben om aan de gewekte verwachtingen te kunnen voldoen wordt een voorstel gedaan om te schuiven met middelen voor een verdere optimalisatie.
21
Landbouw. Beleid en uitvoering. De landbouw krijgt in Friesland de ruimte om zich in al haar verscheidenheid te ontwikkelen: van biologisch en extensief tot grootschalig en kapitaalsintensief, met of zonder een tweede tak als agrarisch natuurbeheer, recreatie, streekproducten of zorgfunctie. Het Friese landbouwbeleid is neergelegd in: Het streekplan Nota landbouw-economisch beleid 2004-2008 Actieprogramma Duurzame Landbouw 2005-2008 Beleidsagenda Landbouw (2011-2013) Nota Visserijbeleid Speerpunten landbouw-economisch beleid. Goed en efficiënt: De provincie ondersteunt agrarische ondernemers bij het kunnen inspelen op de veranderende bedrijfsomgeving binnen de landschappelijke kernkwaliteiten; Schoon en gezond: de provincie stelt eisen aan de landbouw over milieu, dierenwelzijn, hygiëne, traceerbaarheid en gezondheid. Breed en divers: de provincie bevordert verbreding en diversificatie van de landbouw. De rol van de provincie in de uitvoering. De provincie heeft in de Wet Inrichting Landelijk Gebied de regie in het landelijk gebied. Via twee sporen geeft zij uitvoering aan deze regie-functie. Het opdrachten spoor: Binnen het subthema Grondgebonden Landbouw stuurt de provincie de Dienst Landelijk gebied en de Landinrichtingscommissies aan, stelt raamplannen vast voor de landinrichting en reserveert per inrichtingsmodule geld voor de uitvoering. Het subsidie spoor: een economisch sterke Landbouw wordt gestimuleerd door subsidies te verstrekken voor kavelruil en bedrijfsverplaatsing (die via landinrichtingsprojecten opkomen), voor pilots op gebied van duurzaam ondernemen en voor projecten kennis, innovatie en versterking.
22
Grondgebonden Landbouw. Dit onderwerp is inhoudelijk uitgebreid behandeld in de (andere) Rapportage MTR, bestuursovereenkomst ILG. Korte omschrijving Operationeel Doel Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw door: * vergroting van de landbouwkavels met ten minste 10% t.o.v. de uitgangssituatie in het plangebied; * verbetering van de betreffende landbouwkavels. pMJP prestaties 2007-2013 Bestuursovereenkomst In uitvoering Inrichting grondgebonden landbouw 11.470 ha* 2668 ha Financiën
Bestuursovereenkomst ILG : 5.630.000 FYLG budget 2007-2013 : 5.368.000 POP budget : 11.260.000** Doorlopende verplichting
:
7.070.000
Gerealiseerd 2278 ha
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
realisatie 2007 / 2010 4.832.000 300.000 1.358.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
10.475.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
* nieuwe berekeningswijze. ** POP budget is niet vastgelegd in bestuursovereenkomst, maar toegevoegd als belangrijke financiële bron.
Toelichting. In de Friese samenleving is landbouw een belangrijke factor. Europa hecht ook sterk aan een goede landbouwstructuur en heeft hiervoor ruim 11 miljoen euro beschikbaar. Rijk en provincie cofinancieren dit POP budget ieder voor de helft. Analyse van de cijfers. In totaal is tot en met 2009 € 300.000, - aan provinciale middelen besteed. In 2010 wordt verwacht dat, als gevolg van een aantal activiteiten die nu lopen, nog ca 3 miljoen euro te verplichten. Het Europese POP budget kwam in 2009 geleidelijk aan beschikbaar. Daarvoor was onbekendheid met en onduidelijkheid van de regeling aanleiding om dit budget te niet in te zetten. De eerste jaren is vooral gebruik gemaakt van het rijksbudget ILG. Als cofinanciering is het provinciale budget FYLG, belast met de risicovoorziening 1 voor het Investering Krediet Grond (IKG) met € 4.263.000,-. Dit is echter een voorziening, geen uitgave en wordt dus niet zichtbaar in deze cijfers. De bedoeling van de voorziening is ook dat deze níet gebruikt gaat worden, en het geld wel degelijk uit te geven aan het doel zelf, als cofinanciering POP. Als aan het einde van de programmering van het pMJP de risico‟s duidelijk zijn vloeien deze middelen weer terug in het FYLG. Maar dan kunnen wij deze middelen niet meer inzetten voor maatregelen van dit doel.
1
Landbouwgrond die als ruilgrond wordt aangekocht wordt voorgefinancierd door de provincie uit het Investeringskrediet Grond (IKG). In de Notitie Investeringskrediet Grondaankopen uit 2009 staat dit als volgt verwoordt: „Bij landbouwkundige gronden die zijn herverkaveld in een kavelruil project worden de gronden na ruiling toegedeeld aan de nieuwe eigenaar, waarbij (in de meeste gevallen) direct wordt afgerekend met de provincie. De provincie bekijkt op dat moment wat de gronden waard zijn op basis van een door DLG uitgevoerde taxatie. De gronden worden dan op basis van een reële taxatieprijs verrekend met de nieuwe eigenaar. Hierbij kan er dus sprake zijn van een hogere of lagere gemiddelde grondprijs al naar gelang de bewegingen op de grondmarkt in de periode tussen aankoop en toedeling. Dit risico wordt meegenomen in de risicoanalyse van het Investeringskrediet. Nadat de gronden zijn doorgeleverd vloeien de middelen weer terug in het Investeringskrediet‟. Vanuit het potentiële risico dat de grond goedkoper moet worden doorverkocht (bijv. bij prijsdalingen) wordt een risicovoorziening van 20% gereserveerd ten laste van het ILG/FYLG (exploitatie) budget.
23
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toekomstverwachting. Nu de duidelijkheid over het POP budget is gekomen, verwachten wij een vliegende herstart op vrijwillige bedrijfsverplaatsingen en kavelruil. Wel verwachten we financiële problemen als: a) het rijk de doorlopende verplichtingen niet voor 100% nakomt b) het rijk het Oliemolenakkoord niet nakomt (zie MTR-ILG) c) de risicovoorziening op dit doel blijft drukken. De minister is dan ook gevraagd garant te staand voor de risicovoorziening voor gronden die ná 2013 nog in ons bezit zouden zijn. De signalen daarover zijn tot nog toe niet positief. Beslispunt. Geen Aandachtspunt. Als het rijk haar afspraken niet nakomt, wordt dit onderwerp opnieuw geagendeerd met de financiële stand van zaken van dat moment; de kans is namelijk reëel dat we dan te weinig geld hebben om dit doel te realiseren en gebruik te maken van alle POP geld dat daarvoor beschikbaar is.
Duurzaam ondernemen.
Korte omschrijving Operationeel Doel De landbouw maakt duurzaam gebruik van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen. pMJP prestaties 2007-2013 pilots rijk (aantal) provinciale projecten
pMJP 9 28
In uitvoering 1 10
afgerond t/m/ 2010 1 10
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP : Derden :
Bestuursovereenkomst 830.000 1.885.000 250.000 1.925.000
realisatie 2007 / 2010 331.810 960.000 47.000 1.555.461
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier
2,4
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Doelstelling is het bevorderen van een duurzame economisch sterke primaire land- en tuinbouw en een daaraan sluitende verwerking van landbouwproducten. Dit doel wordt bereikt door het stimuleren van projecten op de thema‟s schoon en gezond, goed en efficiënt en breed en divers. Subsidiëring van „duurzaam ondernemen‟ is gebaseerd op de provinciale beleidsnota‟s “ Sociaal-Economisch Landbouwbeleid “/ “ Actieprogramma Duurzame Landbouw ”. Analyse van de cijfers. Gepland was dat er 28 provinciale projecten gerealiseerd moeten worden in de programmaperiode. Er zijn per 30 juni 2010 in totaal al 22 projecten aangevraagd en gehonoreerd. Voor 21 projecten daarvan worden provinciale middelen ingezet vanuit het FYLG. Daarvan zijn er 10 projecten afgerond. Er is voor € 960.000, - verplicht en betaald. Daarnaast is in de tenders van 1 oktober en 1 februari 2011 rekening gehouden met een beslag op de middelen van € 83.000, -.
24
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
De besteding op dit doel loopt zeer goed. Er is vanuit de doelgroep Landbouw veel belangstelling voor duurzaam ondernemen. Dit blijkt uit de grote aanvraag en het soort van projecten dat wordt ingediend. Het Rijk ( VROM ) heeft voor dit doel ook een budget van € 830.000,- beschikbaar gesteld. De eisen die VROM stelt aan de subsidiëring zijn echter lastig te realiseren in landbouwprojecten, zodat dit budget nog achter loopt qua verplichtingen. Dit probleem signaleren ook andere provincies. Het is een gespreksonderwerp in het kader van de MTR met het Rijk. Een zeer geslaagd project is: „Ontwikkeling en introductie van duurzame landschapsmaïs‟. Dit project heeft als doel om op een meer verantwoorde manier maïs te telen. Door diverse biodiversiteit maatregelingen realiseert men milieuprestaties èn een voldoende rendement voor de agrariër. Landschappelijk en voor de burger zijn de geïntroduceerde maïssoorten, ontwikkeld door een Friese ondernemer ook zeer interessant. De gewashoogte varieert namelijk van 1.50 meter tot max. 1.85 meter. Inwoners uit St. Nicolaasga uitten in 2009 hun genoegen over deze gewashoogte door de aanwezige onderzoekers van Wageningen op gebak te trakteren! Een paar andere voorbeelden van projecten die zijn gehonoreerd zijn: de optimale verlichting van melkveestallen duurzaam boeren in Fryslân: Foarút Buorkje algenteelt in keten mestvergisting en optimale benutting reststromen aardappelteelt: Pootaardappel Academie Kenniscentrum Verbrede Landbouw Het aantal projecten ligt daarmee mooi op schema. De gemiddeld gevraagde bijdrage was in 2007 en 2008 lager dan waar rekening mee werd gehouden in de programmering. Het gemiddelde is in 2009 en 2010 sterk gestegen. Er is toen gekozen voor een aantal omvangrijke projecten met een behoorlijke grote bijdrage. Ook het aantal projecten is gestegen in 2010. Toekomstverwachting. In het nieuw op te stellen „ Landbouw Agenda 2011 - 2013‟ worden de prioriteiten nader benoemd en uitgewerkt. In de begroting 2011 zijn extra middelen voor dit doel gerealiseerd ten koste van het thema natuur. Om de sturing te realiseren richting deze prioriteiten wordt de verordening aangepast. Beslispunten. Geen
25
Kennis, Innovatie en versterking landbouw.
Korte omschrijving Operationeel Doel. Bevorderen van een economisch sterke primaire land- en tuinbouw en een daaraan sluitende verwerking van landbouwproducten in een economisch sterke agrocluster binnen duurzame randvoorwaarden. pMJP prestaties 2007-2013 projecten
pMJP 85
In uitvoering 22
Financiën
pMJP FYLG budget 2007-2013 : 1.757.000 POP budget : 350.000 Derden : 4.670.000
Multiplier
afgerond t/m/ 2010 13
realisatie 2007 / 2010 1.583.000 79.000 2.199.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
: 3,3
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Dit doel wordt bereikt door stimulering van: bevorderen van de kennisoverdracht in de landbouw. versterking, verbreding en vernieuwing in de landbouw. innovatie in het „agro-cluster‟. Subsidiëring van „Kennis, innovatie en versterking in de landbouw‟ is gebaseerd op de provinciale beleidsnota „Sociaal-economisch landbouwbeleid / Actieprogramma duurzame landbouw‟. Analyse van de cijfers. Dit doel loopt heel voorspoedig. De belangstelling uit de doelgroep is zeer groot te noemen, wat zich vertaald in de vele projecten die zijn ingediend, namelijk 22 meerjarige projecten. Het gaat om projecten op de terreinen van de veehouderij, akkerbouw en verbrede landbouw. Zoals: Duurzaam en innovatief boeren in Fryslân, Pootaardappelacademie en Kenniscentrum Verbrede Landbouw. We zijn hierover heel tevreden want de beoogde inhoudelijke doelen worden met deze meerjarige projecten goed bediend. Als gevolg van de substantieel grotere projecten en de belangstelling voor dit doel is het budget al fors verplicht. Er is voor € 1.583.00, - verplicht en betaald. Dit houdt in dat nog tot en met 2013 beschikbaar is voor dit doel een bedrag van € 174.000,-. Er is nog aan Europees geld beschikbaar € 271.000,De prestatie qua het aantal projecten zoals opgenomen in het pMJP wordt niet gehaald. Oorspronkelijk is er namelijk uitgegaan van kleinere projecten met kleinere aantallen agrariërs. Door het samenvoegen van meerdere en kleinere initiatieven tot een groter project is efficiënter gewerkt en zijn meer deelnemers bereikt. Bijvoorbeeld in het project Duurzaam innovatief Boeren in Fryslân. Het project „Duurzaam Innovatief Boeren‟ is een parapluproject waarmee in drie landschappelijk waardevolle gebieden de Friese initiatieven met betrekking tot duurzame innovaties in de melkveehouderij in gezamenlijkheid ten uitvoer worden gebracht. Hiermee wordt beoogd dat meer kennis wordt gegenereerd, verspreid en uitgewisseld om duurzaam en innovatief te kunnen boeren in de landschappen in Fryslân.
26
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toekomstverwachting. De vraag voor dit doel is en blijft groot. In de bijeenkomsten voor de MTR is dit ook door LTO Noord aangegeven. Wij zijn het volledig eens met de LTO dat Europees geld niet op de plank zou moeten blijven liggen doordat wij geen cofinanciering kunnen regelen. In het nieuw op te stellen „ Landbouw Agenda 2011 - 2013‟ worden de prioriteiten nader benoemd en uitgewerkt. In de begroting 2011 zijn extra middelen voor dit doel gerealiseerd ten koste van het thema natuur. Om de sturing te realiseren richting deze prioriteiten wordt de verordening aangepast. Van de realisatie van de Dairy Campus, waar meerdere kennisinstellingen gebundeld worden, verwachten wij een extra stimulans tot duurzame innovaties. Voor de provincie is dan een rol weggelegd als aanjager van innovaties en het ondersteunen van de uitrol van kennis en innovaties naar het boerenerf. In de nieuwe landbouw nota 2011 – 2013 wordt de provinciale visie op de toekomstige ontwikkeling uitgewerkt. Beslispunten. Geen.
Visserij. Korte omschrijving Operationeel Doel Versterken van de structuur en organisatie van de sector. pMJP doelcode
:
A.5.a.1
pMJP prestaties 2007-2013
:
15 stuks
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
realisatie 2007 / 2010
pMJP FYLG budget 2007-2013
€
:
476.000
: €
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
221.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Dit budget wordt ingezet voor de continuering van het anti visstroperij team van de politie Fryslân en voor de bijvangstregeling Friese Boezem. De provincie voert geen visserijbeleid. In de nasleep van de oude notitie is er aan de binnenvisserij nog eenmaal een subsidie voor de bijvangstregeling afgegeven. Daarnaast is op basis van afspraken met de politie Fryslân, in het pMJP, voor de gehele periode een toelage van 45.000 euro per jaar opgenomen voor de inzet van het antistroperijteam. Analyse van de cijfers. Op dit doel is in het kader van de beleidsombuiging voor 2011 € 60.000,- bezuinigd. De jaarlijkse bijdrage voor de politie ten behoeve van het visstroperij team bedraagt € 45.000, -. Het bedrag dat hiervoor beschikbaar is, is toereikend. Toekomstverwachting. Budget toereikend. Besluitpunten. geen
27
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Natuur. Algemeen. De provincie heeft met het rijk afspraken gemaakt over natuurdoelen en over de oppervlakte natuur die moet worden gerealiseerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: natuur in eigendom van natuurbeschermingsorganisaties, natuur in eigendom van particulieren en agrarische natuur. De provincie is verantwoordelijk voor de begrenzing van de betreffende gebieden. Zij stelt daarvoor natuurgebiedplannen vast. Het landelijk natuurbeleid richt zich vooral op natuur in natuurgebieden binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); de provincie draagt daaraan bij door (verplichte) aankoop van bestaande natuurgebieden. Het provinciale natuurbeleid is ook gericht op het herstellen van kleine natuurgebieden die niet binnen de EHS liggen en de realisatie van Ecologische verbindingszones en de robuuste natte as, meestal in combinatie met oever- en kadeprojecten van het Wetterskip of beheer- en onderhoud van de provinciale waterstaat. Daarnaast is het beleid gericht op het stimuleren van particulier natuurbeheer en de bescherming van specifieke bedreigde soorten van planten en dieren. Agrarisch natuurbeheer (inrichting en beheer) en weidevogels hebben een prominente plaats in het Fries Natuurbeleid. Het agrarische natuurbeheer wordt grotendeels door het Rijk betaald en mag succesvol genoemd worden; in Friesland bestaat veel belangstelling voor agrarisch natuurbeheer. Vooral voor het weidevogelbeheer en –onderzoek heeft de provincie extra geld ter beschikking gesteld.
Beleid en uitvoering. Het Friese natuurbeleid is neergelegd in: Het streekplan Nota meer ruimte voor weidevogels in Fryslân Nota natuurbeheer Tweede en derde waterhuishoudingplan Fryslân 2000 – 2008 / 2009-2015 Frysk milieuplan 2005 – 2009 Beleidsregels ter uitvoering van de Flora en Faunawet en voor provinciaal soortenbeleid. Speerpunten Natuurbeleid: Ecologische Hoofdstructuur (inclusief ecologische verbindingszones) aankopen en beheer. 40 % van de thans nog niet aangekochte natuurgebieden beleggen met particulier natuurbeheer.
28
Realisatie EHS Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Realisatie EHS pMJP prestaties 2007-2013 Verwerving EHS Inrichting EHS Programmabeheer
Bestuursovereenkomst in uitvoering : : :
FYLG budget 2007-2013 Realisatie EHS
:
2.250 ha 3.409 ha 33.941 ha
Bestuursovereenkomst € 27.225.000
nvt 910
gerealiseerd in 2007 - 2009 729 ha 1.069 ha 30.002 ha
realisatie 2007 - 2010 € 13.175.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Realisatie EHS is voornamelijk een Rijkstaak en in de midtermreview van de rijksdoelen toegelicht. Realisatie bestaat uit aankoop (verwerving), inrichting en beheer. Verwerving EHS De provinciale taak in de EHS is de verplichte aankoop met gedeeltelijke medefinanciering van bestaande natuurterreinen. Deze terreinen worden mondjesmaat aangeboden, waardoor het FYLG budget voor dat onderdeel nog nauwelijks is aangesproken. De provincie staat aan de lat voor (her)inrichting natuurterreinen buiten de EHS en voor de inrichting van Ecologische verbindingszones en de Inrichting / inpassing van grote infrastructurele werken, zoals de Centrale As en de N381. De meeste inrichtingsmaatregelen zijn duur en worden bij voorkeur gekoppeld aan andere werkzaamheden, bijvoorbeeld van het Waterschap (oevers en kaden) en Landinrichtingsprojecten. De voorbereiding is in 2009 en 2010 op gang gekomen.
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Analyse van de cijfers Het bedrag van ruim 27 miljoen wordt gebruikt voor 3 onderdelen. Ten behoeve van de rente en aflossing van het groenfonds. Het gaat hierbij om een landelijke afspraak betreffende convenantmiddelen. Deze afspraak dateert uit 1998. Verwerving van grond ten behoeve van de natuur. In de afspraken met het Rijk dient geld te worden ingezet als cofinanciering van de verwerving voor de Particuliere natuur organisaties. Verder is dit budget bedoeld voor de lopende verplichtingen betreffende de ICES natte natuur. In 2010 wordt nog rekening gehouden met een realisatie van € 200.000, -. Toekomstverwachting. De verwachting is dat als de projecten eenmaal beginnen te lopen, het geld binnen twee jaar belegd zal zijn en een tekort kan ontstaan. Besluitpunten. Geen
29
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Natuur overig. pMJP doelcode B.8
naam Natuur overig
prestaties afspraak diverse
gerealiseerd diverse
financiën afspraak € 15.970.000
gerealiseerd € 1.080.000
Toelichting. Binnen dit doel zijn verschillende activiteiten ondergebracht. Het gaat om: 1. Besluit schaapskuddes 2. Stimuleren particulier natuurbeheer 3. Stimuleren weidevogelbeheer 4. Inrichten agrarisch natuurbeheer 5. Herstellen kleine natuurgebieden buiten EHS 6. Oplossen knelpunten in EVZ‟s (buiten ILG) 7. Aanleg en inrichting EVZ (buiten ILG) 8. LIFE projecten 9. Weidevogels transnationaal 10. NML Activiteiten. 11. Weidevogelcompensatie fonds Analyse van de cijfers. Het gerealiseerde budget omvat de doorlopende verplichtingen uit de pre-ILG periode en een deel nieuwe verplichtingen. Het budget is in verband met de verwachte werkzaamheden voor de Centrale As en de N381 in 2008 opgehoogd met een bedrag van € 11.187.000, -. De voorbereidingen hiervoor zitten in de eindfase. Op dit doel is in het kader van de beleidsombuiging voor 2011 € 215.000,- bezuinigd. Het Weidevogelcompensatiefonds geeft beschikkingen af/sluit contracten af die over 20 -30 jaar gaan. Een tijdspanne en beslag van middelen die het programma en het FYLG ruim te boven gaan. Hiervoor zou een voorziening moeten worden gemaakt. Toekomstverwachting. Het budget zal snel verbruikt worden als de N 381 en de Central As beginnen. Dat zal binnenkort gebeuren. Besluitpunten. Wij zullen de interpretatie van het onderdeel „herstellen van kleine natuurgebieden‟ verruimen, zodat er een betere benutting komt. „Weidevogelcompensatiefonds‟, moet gezien de lange looptijd, uit het FYLG budget worden gehaald en als voorziening in de boeken worden opgenomen. Het budget voor „natuur, milieu en landschapseducatie‟ ook nadrukkelijk aanbieden aan Landinrichtingscommissies Nadere korte toelichting op de diverse activiteiten. Besluit schaapkuddes. Dit betreft een rijksdoel en wordt in de ILG rapportage toegelicht. Er zijn geen provinciale middelen bij betrokken.
30
Stimuleren particulier natuurbeheer. Dit budget is opgenomen in het pMJP om knelpunten ten aanzien van particulier natuurbeheer weg te nemen. Wij zullen voor stimulering van particulier natuurbeheer afspraken maken met de Dienst Landelijk Gebied binnen de prestatieovereenkomst 2011 om via herschikking/prioritering van de uren menskracht vrij te maken om het particulier natuurbeheer te stimuleren. Herstellen kleine natuurgebieden buiten EHS. Het doel is herstel of verbetering van de kwaliteit van natuurgebieden in de provincie, gelegen buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het gaat om activiteiten die zich richten op het behoud en ontwikkeling van buiten de EHS gelegen natuurterreintjes. Het kan gaan om maatregelen als plaggen, kappen, afgraven, baggeren en het treffen van waterhuishoudkundige maatregelen. De activiteiten zijn gericht op verbetering van het a-biotisch en biotisch functioneren van het natuurterrein en niet op bijvoorbeeld een betere recreatieve inrichting. Dit onderdeel is tot nu toe nauwelijks ingezet omdat de situatie waarin deze regeling van toepassing zou kunnen zijn, niet vaak voorkomt. De meeste natuurgebieden liggen immers binnen de EHS. Daarnaast is het normbedrag (€10.000 per ha) eigenlijk te weinig om echt iets te kunnen veranderen. Achterstallig onderhoud zou wel kunnen, maar dat is juist niet de bedoeling van subsidiebudgetten. Wij zullen de interpretatie van dit onderdeel verruimen, zodat er een betere benutting komt. Oplossen van knelpunten in Ecologische verbindingszones (buiten ILG). Sommige waterprojecten hebben hier wel gebruik van gemaakt. Onder dit onderdeel zijn ook de middelen voor de robuuste natte as en de N 381 gebracht. Het gaat daarbij om een bedrag van € 11.187.000,-. De uitwerkingen van de robuuste natte as en de N 381 projecten zullen binnenkort klaar zijn. LIFE projecten. Bij aanvang van het ILG was de gedachte dat een Europees natuur project voor de LIFEregeling zou worden ontwikkeld rondom weidevogels. Er was te weinig capaciteit om dit echt te ontwikkelen. Weidevogelcompensatiefonds. In het Streekplan van 2007 is een specifieke weidevogelcompensatie regeling opgenomen in het Werkplan Weidevogels in Fryslân. Voor de periode 2007-2013 is het compensatieprincipe verder uitgewerkt. Er wordt een bedrag gestort in het provinciaal weidevogelcompensatiefonds. In zogenoemde bundelinggebieden neemt de provincie Fryslân 50% van de fondsvorming voor haar rekening. De provincie zorgt er vervolgens voor dat de gelden uit het weidevogelcompensatiefonds worden gebruikt voor het realiseren van daadwerkelijke weidevogelcompensatie door het afsluiten van contracten agrarisch natuurbeheer/ natuurbeheer en/of het verwerven van natuurgronden. Het grootste deel van het geld in het compensatiefonds is afkomstig van derden waarvoor de provincie de verantwoordelijk heeft om met deze gelden daadwerkelijk weidevogelcompensatie te realiseren. Contracten Agrarisch natuurbeheer en natuurbeheer worden voor 6 jaar afgesloten en contracten functiewijziging voor een periode van 30 jaar. De gelden worden dus verspreid over 6 -30 jaar uitgegeven en dienen tijdens deze tijdsperiode beschikbaar te blijven.
31
De provincie Fryslân heeft voor de compensatie in bundelinggebieden € 1.974.000 beschikbaar gesteld. Door derden wordt in 2010 € 5.000.000 in het compensatiefonds gestort. (Haak om Leeuwarden, Zuidlanden, Wiarda, projecten Vermilion, Newtonpark enz. De FYLG middelen worden op basis van aanvragen in het fonds gestort. Op dit moment zijn er circa 25 projecten binnen de provincie waarbij weidevogelcompensatie noodzakelijk is. Gelet op het fondskarakter met een looptijd ruim over de ILG periode heen kan dit budget niet samengevoegd worden met andere weidevogelbudgetten. Met het karakter van een voorziening zou het uit het FYLG budget moeten worden gehaald. Natuur- Milieu en Landschap (NML). Hierbij gaat het vooral om kleine projecten vooral bedoeld als ondersteuning van activiteiten die zijn gericht op de communicatie, educatie, samenwerking en voorlichting op het gebied van natuur, milieu en landschap. Per project geldt een maximumbijdrage van 7.000 euro. Dit doel loopt goed. In totaal zijn nu, halverwege de uitvoering van het pMJP 26 projecten toegekend. Hiervan zijn er 18 afgerond. Het gaat veelal om kleinschalige activiteiten wat in de lijn van de bedoeling van dit doel ligt. Daarmee ligt de uitvoering van de prestatie op schema. In een enkel geval is een hogere bijdrage verleend als het project als zeer waardevol werd beoordeeld. Zo is voor het project „Natuureducatie Scharnegoutum‟ een bijdrage toegezegd aan de Stichting Natuurterrein Scharnegoutum - Loënga. In het via het landinrichtingsproject Wymbritseradeel gerealiseerde natuurterrein heeft genoemde stichting het plan opgevat om een natuurontwikkelingsproject te ontwikkelen en uit te voeren voor de plaatselijke basisschool en andere belangstellenden. Het idee was om de plaatselijke jongeren door middel van educatieve leerprogramma‟s kennis en inzicht te laten verkrijgen in de ontwikkeling van flora en fauna in dit natuurterrein en daarmee tevens in de waarde en betekenis van de flora en fauna in het algemeen. In het verlengde van dit project is door het IVN een scholing verzorgd voor alle leerkrachten van de plaatselijke basisschool. Hierna zijn alle leerkrachten en leerlingen aan het werk gegaan met het thema bomen, zowel in het dorp als in het natuurgebied. De doelgroep is als gevolg van het initiatief en de kleinschalige bijdrage nog steeds actief betrokken bij het beheer van de flora en fauna in het gebied. Dit doel met bijbehorend budget voorziet in een duidelijke behoefte. Het budget is goed inzetbaar voor kleinschalige activiteiten die niet elders uit het pMJP kunnen worden gehonoreerd. Ook is het feit dat deze projecten niet onder de tendersystematiek vallen, positief. Daardoor kunnen deze kleine initiatieven snel gerealiseerd worden. Het budget zal nadrukkelijker worden aangeboden aan Landinrichtingscommissies
32
Milieukwaliteit EHS. Korte omschrijving Operationeel Doel
Realisatie van de gewenste milieukwaliteit (inclusief watercondities) t.b.v Natura 2000-gebieden en overige EHS-gebieden waarbij moet worden voldaan aan: * de gewenste vochttoestand (inclusief GGOR) * de gewenste zuurgraad/-depositie * de gewenste voedselrijkdom * de gewenste (chemische) waterkwaliteit
pMJP doelcode
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
: B.9.a.1 – B.9.a.3
pMJP prestaties 2007-2013 verdroging natura 2000 : verdroging overig EHS : milieukwal. Natura 2000: milieukwal. EHS :
Bestuursovereenkomst 2200 ha 547 ha 603 ha 152 ha
In uitvoering t/m 2010 1422 ha 0 ha 0 ha 0 ha
Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief
Financiën
Bestuursovereenkomst ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP budget :
Budget ruimte FYLG 2011-2013
11.410.000 5.155.000 1.070.000 :
realisatie t/m 2010 0
€ 5.457.305 € 983.000 € 211.043
€ 4.172.000
Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief
Multipier: 8,7
Met opmaak: Lettertype: Cursief
Toelichting. Doel is herstel en/of verbetering van de kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur gebieden (EHS) binnen de provincie Fryslân. Daarbij ligt de focus op de realisatie van de natuurdoelen van de EHS-gebieden die opgenomen zijn in de zogenaamde TOP-lijst van verdroogde gebieden die is opgenomen in het laatste waterhuishoudingsplan welke door Provinciale Staten is vastgesteld.
Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief
Op dit moment loopt een groot project op Terscheling de verdroging in het duingebied aan te pakken. Het gaat hierbij om 850 ha. Naast dit project is de verdrogingsbestrijding ook vaak in gebiedsgerichte projecten meegenomen, maar wordt daar als “inrichting (bestaande of nieuwe) natuur” geregistreerd. Het gaat dan om: - Brandemeer (62 ha), - Butenfjild(50 ha), - Appelscha (60 ha), - Fochteloerveen 2e module (300 ha) en - Swette de Burd (100 ha). In totaal is op dit moment dus 1.422 ha. onder handen. Daarnaast is de 2e module Alde Feanen gestart (waterkwaliteitsverbetering, 400 ha) en worden nog een aantal projecten voorbereid (Katlijkerschar, Tjonger, Rottige Meenthe). Analyse van de cijfers. Op dit moment verloopt de uitvoering van de maatregelen voorspoedig. Er wordt goed voldaan aan de prestaties die zijn afgesproken. Ten aanzien van de milieukwaliteit natura 2000 kan vermeld worden dat juridische knelpunten de uitvoering van dit deel vertragen. Als deze zijn opgelost zal dit doel snel tot uitvoering kunnen komen.
33
Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt
We constateren dat de prestaties verdroging voor 52 % in uitvoering zijn, terwijl de ILG middelen voor 50% vastgelegd zijn. De provinciale middelen zullen voor het realiseren van de toekomstige projecten nog hard nodig zijn. Toekomstverwachting. We hebben goede afspraken over uitvoering en cofinanciering met het waterschap gemaakt en een programma opgesteld. Het capaciteitsgebrek bij de natuurorganisaties heeft ons in het verleden parten gespeeld bij de opstelling van plannen, die situatie is verbeterd maar blijft precair. Er zijn meerdere projecten in voorbereiding. Een groot project ligt in het Drents-Friese Woud, waar de laatste boeren aan Friese zijde zijn uitgekocht. In het geheel verwachten we dat de taakstelling voor verdroging kan worden gehaald. Er wordt nog gewerkt aan een Hydro-ecologisch meetnet. In 2013 zouden de eerste resultaten gemeten moeten kunnen worden. Besluitpunten. Geen.
Nationale Parken.
Korte omschrijving Operationeel Doel
Natuurbeheer en -behoud, recreatief medegebruik, voorlichting en educatie, monitoring en onderzoek pMJP doelcode:
B.10.a.1
Prestaties NP
pMJP prestaties 2007-2013 in 2009 14 jaarplannen
Financiën NP ILG FYLG Derden
6 jaarplannen
5.602.56
pMJP financiën € 2.673.138 € 707.000
€
In uitvoering/gerealiseerd
realisatie t/m 2010 € 1.383.900 € 364.000
€ 5.602.562
0
Toelichting. Er zijn twee nationale parken die volledig in Fryslân liggen, namelijk: Alde Feanen en Schiermonnikoog. De provincie Fryslân voert daarover het secretariaat. Beide parken hebben een overlegorgaan dat ieder jaar een jaarplan opstelt. De projecten die ingediend worden en door het overlegorgaan worden goedgekeurd, binnen dit jaarplan, worden gehonoreerd. In de periode van 2007 tot en met 2009 waren dat 57 projecten. Het aantal bezoekers is de laatste tijd toegenomen, mede dankzij het nieuwe bezoekerscentrum in het Alde Feanen gebied. Daarnaast ligt nog een deel van het nationaal park Lauwersmeer in Fryslân. Dat park wordt door de provincie Groningen aangestuurd. Verder is er nog het nationale park Drents Friese wold, dat door de provincie Drenthe wordt aangestuurd. Analyse van de cijfers. De beide Nationale Parken liggen voor wat betreft de jaarplannen en de uitgaven op schema. De provinciale bijdrage blijft achter. In de pMJP programmering is de prestatie opgenomen van 1 Beleids Informatie Plan. Dat is in de 4 nationale parken gerealiseerd. In de bijdragen van derden zit nog een bedrag van € 2.025.000,- dat de provincie beschikbaar heeft gesteld voor het bezoekerscentrum Alde Feanen.
34
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: Cursief
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toekomstverwachting. De verwachting is dat de Nationale Parken het provinciale budget nog goed kunnen gebruiken.
Besluitpunten. Geen.
Soortenbeleid/leefgebiedenbenadering Korte omschrijving Operationeel Doel: Realiseren van duurzame populaties van (groepen van) soorten in hun (potentieel) leefgebied conform de Beleidsstrategie leefgebiedenbenadering. * Realisatie van uitvoeringsplannen conform de Beleidsstrategie leefgebiedenbenadering, die is vastgesteld door het Rijk. pMJP prestaties 2007-2013 Betuursovereenkomst in uitvoering gerealiseerd t/m 2010
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
uitgevoerde plannen/projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
7
9
3
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën
Bestuursovereenkomst ILG : 1.777.000 FYLG budget 2007-2013 : 553.000
Realisatie 175.000 95.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief
Toelichting. Soortenbescherming is een essentieel onderdeel van het doel om de biodiversiteit in Nederland te behouden en verbeteren. Als prestatie is in de bestuursovereenkomst benoemd de “Realisatie van 7 jaarlijkse uitvoeringsplannen conform de Beleidsstrategie leefgebiedenbenadering, die is vastgesteld door het Rijk”. In 2005 hebben GS een werkplan vastgesteld. Er wordt niet gewerkt met jaarplannen, maar met projecten soortenbescherming. Het betreft projecten met inrichtingsmaatregelen, soms voorbereidend onderzoek. Vaak wordt aangehaakt bij een gebiedsgericht project waar o.a. natuur en oevers worden ingericht of verbeterd. Soms ook leiden kleine bijdragen aan initiatieven van particulieren tot spectaculaire resultaten (oeverzwaluwen). De mogelijkheid tot meerjarige toezeggingen voor bescherming van kamsalamanders en adders is daarbij belangrijk gebleken. Analyse van de cijfers. Op dit moment zijn 12 projecten verplicht waarvan er 3 zijn afgerond. Daarmee is nog maar een deel van de provinciale middelen gebruikt, maar dat komt vooral omdat eerst de rijksmiddelen zoveel mogelijk worden ingezet. Toekomstverwachtingen. Er zijn nog diverse projecten in voorbereiding. Zoals voor het gentiaanblauwtje, oeverwand zwaluwen, vleermuizen, vlinders, ringslangen en dassen. Besluitpunten. Geen
35
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Water. Beleid en uitvoering. Tweede en derde Waterhuishoudingplan Fryslân 2000 – 2008 / 2009 - 2016 Statenbesluit over de hoofdkeuzen en randvoorwaarden voor de toekomstige afvoer van water in Fryslân, 5 februari 2003. Milieubeleidsplan Speerpunten waterbeleid: Vergroten waterveiligheid door boezemberging, vergroten berging in deelsystemen Verbeteren waterkwaliteit en waterkwantiteit door Integrale aanpak van oevers en kaden het bestrijden van verdroging in bestaande natuurgebieden
Regionale watersystemen/Waterkwaliteit Korte omschrijving Operationeel Doel Het hebben van de juiste hoeveelheid water op het juiste moment op de juiste plaats voor de vereiste gebruiksfuncties. Het bereiken van een goede ecologische en chemische kwaliteit in het Nederlandse deel van de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems, en in de Noordzee
pMJP doelcode Prestaties
C.12.a.1 pMJP prestaties 2007-2013 2010 geen
In uitvoering/gerealiseerd t/m geen
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën FYLG POP Derden
pMJP financiën
€ € €
Verplicht/Betaald t/m 2010
€ € €
5.299.000 106.000 3.386.000
915.000 0 2.757.044
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Water is een belangrijke voorwaarde voor Landbouw en Natuur. Juist daarom zet de provincie de beschikbare middelen in voor integrale projecten, Oever- en kadeprojecten waar ecologische verbindingszones aan de orde zijn (Tjeukemeer-Tjonger, Friese Boezem, beekdalen), natuurvriendelijke oevers, rietvelden, paaiplaatsen, vistrappen en recreatieonderdelen. Het FYLG budget voor Water is het geld dat voorheen benoemd was als Oever- en kadebudget. Kern van dit budget is om bij kadewerken de integrale aanpak door het Wetterskip te bevorderen, en juist daar waar de aanpak duurder uit zou pakken, extra subsidie te geven. Inmiddels zijn daar ook bronnen uit het ILG voor beschikbaar en soms zelfs vanuit Europa (POP-nu gelden) die uiteraard met voorrang besteed worden. Vanuit het rijk zijn de synergiegelden toegevoegd ter uitvoering van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, tegelijk met water veiligheidmaatregelen zoals vergroting van de boezem, vooroevers, inundatiepolders. Door deze integrale aanpak kan het financiële tekort in de opgave van de Kaderrichtlijn water teruggedrongen worden. Analyse van de cijfers. Er is nog niet zoveel uitgegeven van het FYLG budget, omdat waar mogelijk eerst POP, POP-Nu en ILG budgetten worden aangesproken. In het kader van de beleidsombuiging
36
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
2011 zijn de FYLG middelen € 310.000,- verlaagd. Dit is in het overzicht al verwerkt. In totaal is nog € 4,4 miljoen FYLG beschikbaar voor de komende periode. Het waterschap heeft een lijst projecten waarin met voorrang het synergiegeld ingezet wordt, naast overig ILG (natuur) geld en FYLG middelen. Toekomstverwachting. De verwachting is dat dit budget op tijd beschikt/verplicht wordt. Besluitpunten. De doelen binnen Water te verruimen zodat ook waterdiensten met cofinanciering vanuit Europa gehonoreerd kunnen worden.
Waterkwaliteit (Synergiegelden) Korte omschrijving Operationeel Doel Het hebben van de juiste hoeveelheid water op het juiste moment op de juiste plaats voor de vereiste gebruiksfuncties. Het bereiken van een goede ecologische en chemische kwaliteit in het Nederlandse deel van de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems, en in de Noordzee
pMJP doelcode Prestaties
C.13.a.1 pMJP prestaties 2007-2013 2010
In uitvoering/gerealiseerd t/m
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën ILG FYLG POP Derden
pMJP financiën
€ € € €
Verplicht/Betaald t/m 2010
€ € € €
11.395.000 1.350.000 3.129.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Het Wetterskip heeft een totaaloverzicht gemaakt van de projecten die voor een rijksbijdrage (synergiegeld) in aanmerking komen. Op basis van deze lijst kan ook een inschatting gemaakt worden hoeveel geld uit het FYLG budget nog verplicht en uitgegeven gaat worden in de periode 2011- 2015 (synergiegeld heeft twee uitloopjaren voor de afrekening). Analyse van de cijfers. Op dit doel zijn in het kader van de beleidsombuiging voor 2011 de FYLG middelen met € 180.000,- verlaagd. De middelen worden meestal samen met de middelen voor regionale watersystemen ingezet. Voor de verantwoording op hoofdlijnen kunnen de doelen samengevoegd worden, de afzonderlijke onderdelen blijven dan op de achtergrond bestaan ten behoeve van de verantwoording aan het rijk. Toekomstverwachting. De verwachting is dat dit geld, conform de afspraken met het Wetterskip, op tijd benut wordt. Besluitpunten. Samenvoegen van de wateronderdelen tot één.
37
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Bodem. Beleid en uitvoering. Het huidige provinciale beleid voor de bodem is vastgelegd in: Frysk Miljeuplan 2006 - 2009 de nota „Grûn foar gearwurking, uitgangspunten en beleidskeuzes‟ (maart 2004) Speerpunten bodembeleid: de bescherming van de bodem, zodanig dat de huidige bodemkwaliteit, - functies en waarden worden behouden; het verschaffen van inzicht in de kwaliteit, functies en waarden van de bodem; de bodem laten voldoen aan de noodzakelijke kwaliteit voor de gewenste gebruiksfuncties Duurzaam bodemgebruik. Korte omschrijving Operationeel Doel Het bodemgebruik en de (water) bodem- kwaliteit zijn op elkaar afgestemd. Realisatie vindt plaats binnen de kaders van o.a de Beleidsbrief Bodem en de Kaderrichtlijn Water. pMJP doelcode D.14.a.1 Prestaties
pMJP prestaties 2007-2013 1 bodem visie
In uitvoering/gerealiseerd t/m 2010 1 bodemvisie
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën ILG FYLG
pMJP financiën € 443.000 € 280.000
Verplicht/Betaald t/m 2010 € 124.340 € 135.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
2
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. In 2010 wordt binnen de provincie (en de externe doelgroepen in gezamenlijk verband voor het bebouwde gebied en buitengebied) door middel van een pilot, aan de hand van concrete bodemthema‟s vanuit de ruimtelijke invalshoek uitgewerkt. Het beoogde eindproduct is een kennisdocument/bodematlas. Het Ministerie van VROM heeft ingestemd met de uitvoering van dit project. Deze pilot (Boustienen) is gestart met de opdrachtverlening van juli 2010 en loopt tot 2011 en is bedoeld om te komen tot een breed gedragen document duurzaam bodembeheer. In pilot wordt uiteraard ook, naast de inhoud, aandacht besteed aan de informatiestructuur. Het doel bodemsanering is komen te vervallen. Analyse van de cijfers. Het project is vertraagd waardoor nog maar een vierde deel van het budget is gebruikt. Toekomstverwachting. Op dit moment is een deel verplicht. Maar er is wel een raming van de bovengenoemde activiteiten. De totale kosten van het project „Boustienen” (de bodemvisie) worden namelijk geraamd op € 778.000,-. De planning loopt over 2013 heen. Besluitpunten. Gezien de vertraging wordt niet verwacht dat het beschikbaar gestelde budget in de periode 2007 – 2013 volledig zal worden benut en zijn de beschikbare FYLG bedragen met met € 200.000,- in de begroting 2011 verminderd.
38
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
39
Recreatie en Toerisme Beleid en uitvoering. Doel is het bevorderen, versterken en verbeteren van het toeristische en recreatieve aanbod in de provincie Fryslân voor bezoekers en voor bewoners. Om aan deze algemene doelstelling te voldoen dienen de projecten in ieder geval te passen binnen het beleid van de provincie zoals dat is verwoord in de “Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002 – 2010” en beleidsnotitie “Fryslân, toeristische topattractie in Nederland”. Het huidige beleid voor recreatie en toerisme is vastgelegd in: Streekplan Fryslân Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002 – 2010 Beleidsnotitie “Fryslân, toeristische topattractie in Nederland”. Speerpunten recreatiebeleid: Ongeveer 1,5% van de Friese bodem wordt gebruikt voor de recreatie. Het beleid voor recreatie en toerisme tot 2010 luidt: Versterken van de positie van de sector recreatie en toerisme door: - het verbeteren van de kwaliteit van accommodaties en voorzieningen; - aan te sluiten bij de wensen van de markt; - het handhaven van de economische betekenis van de sector; - het stimuleren van duurzame bedrijfsontwikkeling; - te streven naar een gevarieerd aanbod; - het versterken van de samenhang in het aanbod o.a. door concentratie van voorzieningen en accommodaties (recreatieve kernen, regionale en stedelijke centra); - het versterken en uitbouwen van recreatieve netwerken.
Recreatief groen Korte omschrijving Operationeel Doel Het bieden van voldoende recreatief groen binnen en buiten kernen met het oog op het welzijn van de bewoners.
pMJP doelcode
E.16.a.1
Prestaties recreatief groen
pMJP prestaties 2007-2013 2009 50 ha
In uitvoering/gerealiseerd in 7 projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën recr. groen FYLG POP Derden Multiplier:
pMJP financiën
gerealiseerd t/m/ 2010
€ 680.000 € 500.000 € 2.125.000
€ 189.000 € 498.000 € 1.629.167
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
4,9
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Doel van het onderdeel „recreatief groen‟ is het bieden van voldoende recreatief groen binnen en buiten kernen met het oog op het welzijn van de bewoners. „Recreatie naast de deur‟ draagt bij aan een duurzame samenleving. Men hoeft geen lange afstanden af te leggen voor deze vrijetijdsbesteding. Er wordt een bijdrage geleverd aan de investeringen voor de aankoop van gronden, het inrichten van een braakliggend terrein, de aanleg of het in gebruik nemen van water, realiseren van recreatieterreintjes of een speelbos/-park, het realiseren van wandelpaden rondom
40
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
een kern, de openstelling van boerenland, het realiseren van wandelverbindingen tussen kernen, enz. Analyse van de cijfers. Dit doel loopt uitzonderlijk goed, er is veel belangstelling voor bevorderen van recreatief groen in en om de dorpen. Dit blijkt ook wel uit de mate van benutting van het beschikbare budget. Het POP budget is al geheel benut. Binnen de provinciale middelen is nog ruimte. Voor 2010 wordt voorzien dat nog een bedrag van € 200.000, - zal worden verplicht. Dit houdt in dat voor de komende periode nog een FYLG bedrag van € 291.000, - beschikbaar is. Toekomstverwachting. De projecten die zijn gehonoreerd betroffen voornamelijk uitloop c.q. recreatieparken buiten het dorp. Dit om de groenvoorziening in te richten. Feitelijk is dit de noordelijke tegenhanger van de gelden voor Recreatie in en om de Stad. Echter, doordat de steden (Drachten, Leeuwarden en Sneek) niet onder het landelijke gebied vallen hebben zij geen aanspraak kunnen maken op dit doel. Gezien de mate waarin dit doel tot dusver gelopen heeft ligt het in de verwachting dat in de loop van 2012 geen budget meer beschikbaar is en het doel moet worden afgesloten. Besluitpunten. Voorgesteld wordt om dit budget samen te voegen met het Recreatiebudget en het onderscheid tussen aankoop en inrichting te laten vervallen.
Versterken toegankelijkheid, routenetwerken Korte omschrijving Operationeel Doel Ontwikkelen en in stand houden van (inter) provinciaal aaneengesloten routenetwerken en het versterken/verbeteren van de kwaliteit van het toeristisch voorzieningenniveau pMJP doelcode
E.17.c.1 - 5 / E.17.d.1 - 2
pMJP prestaties 2007-2013 2010 Prestaties verst. toegankelijkheid 357 km/100 projecten
In uitvoering/gerealiseerd t/ 47 projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën verst. Toeg. FYLG POP Derden Multiplier:
pMJP financiën € 3.785.000 € 699.000 €
gerealiseerd t/m/ 2010 € 1.902.000 € 578.443 € 2.328.321
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
1,5
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting In dit recreatiedoel gaat het vooral om de routenetwerken. Dit doel omvat ook de rijksdoelen „landelijke routenetwerken‟ en „wandelen over boeren land‟. De landelijke routenetwerken worden uitgevoerd door: - Wandelen: Wandelplatform Lange Afstand Wandelpaden (LAW) - Fietsen: Landelijk Fietsplatform. - Varen: Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN). Deze drie organisaties hebben hierover via het IPO vakberaad recreatie direct overleg met de provincies en het rijk over de voortgang van de wandel/fiets en vaarroute netwerken. Het wandelen over boerenland is in 2008 in de BO opgenomen en van middelen voorzien. De rapportage hierover staat in de midtermreview ILG.
41
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Naast de rijksdoelen werkt de provincie met eigen middelen ook aan de realisatie van provinciale routenetwerken en de verbetering van het toeristische voorzieningenniveau. Hier wordt verantwoording afgelegd over de provinciale routenetwerken. Het gaat dan vooral om de verbetering, ontwikkeling en uitvoering van fiets-, wandel-, kano-, ruiter-, schaats- en skeelernetwerken die onderdeel uitmaken van een samenhangend (inter) provinciaal netwerk. Analyse van de cijfers In totaal zijn er 47 projecten beschikt. Hiervan zijn er 20 afgerond. Voor dit doel is veel belangstelling en het loopt dus goed op schema. Er wordt verwacht dat in 2010 nog voor ca € 200.000,- wordt verplicht. Toekomstverwachting De middelen voor dit doel zullen al voor 2013 uitgeput zijn. De aanvragen vanuit de gemeenten zullen in de komende jaren stagneren doordat ook gemeenten geen extra middelen meer kunnen genereren. Waarschijnlijk zal om die reden een terugloop zijn in projecten. Er wordt van gemeenten minimiaal 50% gevraagd in te brengen. Besluitpunten. geen
Versterken en verbeteren kwaliteit toeristisch voorzieningenniveau. Korte omschrijving Operationeel Doel Ontwikkelen en in stand houden van (inter) provinciaal aaneengesloten routenetwerken en het versterken/verbeteren van de kwaliteit van het toeristisch voorzieningenniveau. pMJP doelcode
E.19.a.1 pMJP prestaties 2007-2013
Prestaties kwal. Toer. Voorz.
102 projecten
In uitvoering/gerealiseerd tot en met 2010 85 projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën kwal. Toer. Voorz FYLG POP Derden
pMJP financiën € 4.895.000 € 1.500.000 €
Verplicht/Betaald t/m/ 2010 € 2.655.000 € 1.392.000 € 8.732.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier: 5,4
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting Het gaat om activiteiten ter verbetering van de kwaliteit van het toeristisch-recreatieve aanbod door onder andere door het bevorderen van de samenwerking en het tegengaan van de versnippering tussen de verschillende organisaties werkzaam op dit terrein. Maar ook het tot stand brengen van een betere aansluiting tussen de verschillende voorzieningen en de attracties. Daarnaast kunnen ook projecten gehonoreerd worden die betrekking hebben op het verbeteren van de kwaliteit van de recreatieve omgeving. Zo zijn er verschillende projecten uitgevoerd op het gebied van verbetering van de havens in Fryslân. Belangrijk is de toegankelijkheid van projecten, die moet openbaar zijn. Daarin vallen aanlegsteigers, musea, openbare passantenhavens etc. Daarnaast zijn evenementen gesubsidieerd zoals de internationaal bekend staande Stand-up Paddle tocht en natuurlijk de 11stedenfeesten. Analyse van de cijfers
42
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Dit doel loopt eveneens goed. Er was geschat dat er 102 projecten zouden worden ingediend. Op dit moment zijn er 85 projecten beschikt en liggen er nog een aantal klaar om te worden afgehandeld. In totaal zijn er al 57 projecten geheel afgerond. Ten aanzien van de inzet van middelen is 59% van het beschikbare budget verplicht/besteed. Halverwege de pMJP periode is dat een goed resultaat. Er wordt verwacht dat in dit jaar nog voor ca € 800.000,- zal worden verplicht. Toekomstverwachting Dit doel blijft goed lopen wat betekent dat binnenkort een budgettekort ontstaat. Besluitpunten. Geen
Wandelen over Boerenland
Korte omschrijving Operationeel Doel Verbeteren en vergroten toegankelijkheid voor recreatief medegebruik op landbouwgronden. Dit betreft o.a. wandelen over boerenland. pMJP prestaties 2007-2013: ILG
Bestuursovereenkomst : 69,5 km
Financiën wandelen over boerenland Bestuursovereenkomst ILG : 169.000 FYLG budget 2007-2013 : 169.000
In uitvoering Gerealiseerd 10,3 km Verplicht/ Betaald 14.870 0
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Wandelen over Boerenland is een toegevoegd rijksdoel. Het onderwerp blijkt aansprekend als vervolmaking van lokale projecten voor verbetering van de leefomgeving. Daar komen verzoeken om bijdragen binnen als onderdeel van lokale initiatieven. Andere projecten worden geïnitieerd door de stichting wandelplatform (LAW). De meeste projecten worden geïnitieerd en gerealiseerd door Landschapsbeheer Friesland. Een knelpunt is soms dat boeren niet bereid zijn voor een kleine vergoeding mensen over hun land te dulden, al dan niet uit terechte bezorgdheid voor hygiëne en voedselveiligheid. Analyse van de cijfers. Er is totaal 10 kilometer en 285 meter gerealiseerd in de periode 2007 – 2009 Toekomstverwachting. De verwachting is dat we de prestaties gaan realiseren. Dit wordt ingegeven door het feit dat er een paar grote projecten in voorbereiding of in uitvoering zijn. Het gaat hierbij om „Wadden wandelen‟ en om het project „Oude Paden Nieuwe Wegen‟ dat in de gehele provincie wordt uitgewerkt. De verwachting is dat we daarvoor dit budget mede kunnen inzetten. Voor 2010 is al weer voor 8,3 km aangevraagd. Besluitpunten. Geen
43
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
LANDSCHAP Beleid en uitvoering. De provincie Fryslân heeft een grote verscheidenheid aan zeer waardevolle landschappen. Dat dit zo is blijkt uit het feit dat Fryslân dit jaar is uitgeroepen tot mooiste provincie van Nederland. Het doel van de provincie is om dit landschap te verbeteren en te behouden door projecten te ontwikkelen die bijdragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de beleving en ontsluiting hiervan en verbreiding van kennis en bewustzijn van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden. Het rijk heeft de waarde van het landschap ook onderkend door twee Nationale Landschappen aan te wijzen in Fryslân. Het rijk heeft daarmee ook de inzet van de voor landschap beschikbare rijksmiddelen geprioriteerd in deze Nationale Landschappen. De provincie Fryslân heeft daarom voor het landschap naast een provinciaal budget voor de Nationale Landschappen ook een budget beschikbaar voor de realisatie van de landschapsdoelen buiten de Nationale Landschappen. Het huidige beleid voor landschap is vastgelegd in de volgende documenten: o Vigerend Streekplan Friesland o Nota Natuurbeheer (1998) o Plan van Aanpak ROM Zuidoost Fryslân (1999) o Nota Erfgoed, deelnota‟s Archeologie 2004-2007 en Cultuurhistorie en Monumentenzorg 2005-2010 o Landinrichtingsplannen/raamplannen o Gemeentelijke landschapsbeleidsplannen en -ontwikkelingsplannen Speerpunten landschapsbeleid: behoud en ontwikkeling van de landschappelijke kernkwaliteiten van de onderscheiden landschapstypen, zoals aangegeven in het ontwerp streekplan; nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten een zekere landschappelijke kwaliteit hebben en moeten aansluiten bij het huidige landschapsbeeld; er moet aandacht zijn voor het planologisch veiligstellen van landschapselementen; het landschap dient als ijkpunt en inspiratiebron voor nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen; er moet worden geïnvesteerd in het in stand houden en versterken van archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden en elementen en in het mogelijk ontwikkelen van cultuurhistorie; er moet voortdurend aandacht zijn voor de schaalkenmerken „open en besloten‟ bij de inpassing van nieuwe ruimtelijke elementen.
44
Landschap Generiek Korte omschrijving Operationeel Doel Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit via investeringen in het Friese landschap om landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten te behouden en te versterken en karakteristieke landschapselementen te herstellen.. pMJP doelcode
F.20.a.1 - a.3
Prestaties NML
pMJP prestaties 2007-2013 diverse
In uitvoering/gerealiseerd t/m 2010 34 projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën NML FYLG POP Derden
pMJP financiën € 4.675.000 € 1.671.000 € 8.640.000
Verplicht/Betaald t/m 2010 € 1.878.000 € 1.673.000 € 2.332.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
3,5
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting Dit doel is een provinciaal doel. Maatregelen hebben vooral betrekking op de fysieke inrichting van het landschap, herstel ervan, begeleiding van proces en planvormen en ook educatie over landschap. De indieners blijken vooral gemeenten en Landschapsbeheer Friesland te zijn. Er zijn al 34 projecten toegekend of in behandeling. Er worden veel projecten voor dit doel ingediend. Landschap leeft in Fryslân, dat is wel duidelijk. En met effect. We hebben niet voor niets de Nationale Landschapsprijs gewonnen. Veel projecten komen tot stand door of mede dankzij Landschapsbeheer Friesland. Landschapsbeheer Friesland is ook in staat gebleken veel andere financiers te interesseren, en daardoor een hoge multiplierfactor te realiseren. Gemiddeld is in afgelopen jaren voor iedere Friese Euro ruim drie euro uit andere bronnen gekomen. Analyse van de cijfers De prestaties van Landschap (generiek) zijn meervoudig gedefinieerd; dat maakt eenduidig rapporteren onmogelijk. Voor de verantwoording hebben wij daarom de prestaties gedefinieerd in aantal projecten. In totaal zijn nu 34 projecten beschikt. Daarvan zijn er 9 afgerond. Voor wat betreft de financiën is ca 40% van het provinciale budget verplicht en ligt daarmee goed op schema. De POP middelen zijn zeer goed benut. Er wordt verwacht dat in dit jaar nog zo‟n 500.000,- zal worden verplicht. Daarmee wordt de budgetruimte voor de periode 2011 – 2013 geraamd op € 2.297.000, -. Toekomstverwachting In het kader van de gesprekken met de doelgroepen over de eventuele tekorten t.o.v. de gewekte verwachtingen is naar voren gebracht dat zonodig bij de begroting van 2011 of 2012 wordt heroverwogen of het budget moet worden aangevuld. (tekst 2010 kadernota/begroting). Gezien de huidige stand en het tempo waarin projecten worden ingediend is een bijstelling nu niet noodzakelijk. Besluitpunten Geen.
45
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Archeologie. Korte omschrijving Operationeel Doel Veiligstellen en conserveren van archeologische waarden in de bodem (in situ), op een zodanige wijze dat de archeologische informatie zo min mogelijk in kwaliteit achteruitgaat en/of zo goed mogelijk voor toekomstig onderzoek toegankelijk blijft dan wel wordt. pMJP doelcode Prestaties Archeologie
pMJP prestaties 2007-2013 18 projecten
In uitvoering/gerealiseerd t/m 2010 10 projecten
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën Archeologie FYLG POP Derden
pMJP financiën € 767.750 € 132.250 € 200.000
Verplicht/Betaald/in behandeling € 260.000 € 0 € 603.941
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
2,9
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting Het betreft vooral projecten die gaan over communicatie, voorlichting en onderzoek ten aanzien van de archeologie. Daarnaast worden ook een aantal archeologische steunpunten ingericht. De inzet van dit budget werkt sterk draagvlak vergrotend. Zo heeft het de universiteit gestimuleerd om in Fryslân actiever aan de gang te gaan. Ook wordt de zelfwerkzaamheid van de externen vergroot wat ten goede komt aan de Friese archeologie. Alle activiteiten leiden tot het vergroten van het begrip voor de archeologie en de bescherming van archeologische objecten. Analyse van de cijfers De uitvoering van dit doel ligt achter op de planning. Toekomstverwachting Er zijn nog diverse activiteiten in voorbereiding. Zo wordt overleg gevoerd over een vijftal archeologische steunpunten en moeten een aantal bestaande steunpunten geactualiseerd worden. Er wordt verwacht dat voor 2010 nog een bedrag van € 100.000,- zal worden verplicht. Daarmee komt het nog te besteden budget voor de periode 2011 – 2013 uit op € 407.750,In het kader van de beleidsombuigingen is op dit doel € 50.000,- in mindering gebracht. Besluitpunten Geen.
46
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Nationaal landschap.
Korte omschrijving Operationeel Doel * Behoud, beheer en versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten. De belangrijkste kwaliteiten, de kernkwaliteiten, zijn omschreven in paragraaf 3.4.3. van de Nota Ruimte. * Toename van de recreatief-toeristische betekenis. * Versterken van de cultuurhistorische waarden. * Gebieden, die met rijksfinanciering zijn ingericht, zijn zonder betaling toegankelijk voor het publiek t.b.v. recreatief gebruik. * Ontwikkelingen vinden plaats binnen de ruimtelijke kaders, die als pkb-tekst zijn opgenomen in de Nota Ruimte. pMJP doelcode: F.22.a.1/F.22.b.1
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering uitvoeringsprogramma:
Bestuursovereenkomst In uitvoering 2 2
Financiën ILG : FYLG budget 2007-2013 :
Bestuursovereenkomst € 3.000.000 € 2.682.250
Stand 2009 1
Verplicht/ Betaald € 2.461.000 € 1.987.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief
Multiplier
:
4,3
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief
Toelichting. In Fryslân bevinden zich twee Nationale Landschappen: de Noardlike Fryske Wâlden en Zuidwest Fryslân. Voor beide Nationale landschappen is in 2005 een uitvoeringsprogramma opgesteld. De provincies vonden in 2006 het door het rijk beschikbaar gestelde budget voor de uitvoering van de Nationale Landschappen te laag. De toenmalige minister van LNV, dhr. Veerman, stelde in bestuurlijk overleg dat de provincies dat dan maar moesten aantonen door het beschikbare budget aan goede projecten te besteden ruim voor 2013. In de Midterm Review kon dan bezien worden of extra budget nodig zou zijn. Daarom is in de bestuursovereenkomst opgenomen: „Het staat de provincie vrij, conform de afspraken uit het Bestuurlijk overleg van 17 mei 2006, om de beschikbare budgetten voor de beide nationale Landschappen in de eerste jaren van de looptijd van deze overeenkomst te besteden‟. Analyse van de cijfers. In beide gebieden zijn tot en met 2010 66 projecten ingediend. Hiervan zijn er inmiddels 24 afgerond. In het kader van het ILG heeft het rijk € 3.000.000, - euro voor de uitvoering van de Nationale Landschappen beschikbaar gesteld. De provincie heeft daarnaast nog € 2.682.250, - beschikbaar gesteld. In het kader van de herijking vanwege over en onderschrijdingen van de POP middelen is het provinciale budget voor dit doel met € 67.750,- verlaagd. In totaal is per 30 juni 2010 daarvan verplicht/betaald ten laste van het ILG € 2.461.000,- en ten laste van de provincie € 1.987.000, -. Daar komt bij dat een aantal projecten al wel was ingediend en akkoord bevonden maar nog niet verplicht. Dit betekent dat er nog een provinciale budgetruimte is voor de periode 2011 – 2013 van € 695.250,-. Toekomstverwachting De rijksmiddelen zijn in 2010 al zodanig verplicht dat weinig projecten meer kunnen worden gehonoreerd totdat duidelijkheid is over eventuele extra budgetten of herprioritering van de budgetten vanuit het rijk. Er liggen nog wel omvangrijke projecten op de plank. Ook de pro-
47
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
vinciale middelen voor dit doel raken uitgeput. Naar aanleiding van de Midterm Review van de rijksmiddelen hebben wij aan het rijk aangegeven dat er overleg moet zijn tussen ons en minister van LNV over de dreigende tekorten bij de uitvoering van de nationale landschappen. Inzet is om extra middelen te verwerven voor de nationale landschappen. Besluitpunten Geen.
48
Sociaal – economische vitaliteit Platteland - Impuls leefbaar platteland Beleid en uitvoering. Het provinciaal beleid voor plattelandsontwikkeling is vastgelegd in: - Streekplan Friesland - Nota plattelânsbelied 2004-2008 - Provinciaal verkeer- en vervoerplan 2005 - Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002 – 2010 - Sociaal beleidskader Fryslân Speerpunten beleid: Stimuleren van integrale ontwikkelingen en bijbehorende projecten. Ontwikkeling en invulling van kwaliteitsarrangementen als impuls voor ruimtelijke kwaliteit en voor sociaal-economische vitaliteit. Sloop van beeldverstorende bebouwing (ruimte voor ruimte). Realiseren van een netwerk aan basisvoorzieningen op lokaal schaalniveau; Versterking van de fysieke en sociale infrastructuur op het platteland (o.a. via verbetering en nieuwbouw van dorpshuizen en multifunctionele centra. Bijdragen aan de bereikbaarheid van voorzieningen en aan de werkgelegenheid op bovenlokaal/regionaal niveau door versterking van de positie van regionale centra.
Het gaat in dit doel over: 1. Verbetering leefbaarheid plattelandsgebieden. a. b. c. d.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Dorpshuizen Basisvoorziening woon-zorg Lokale en regionale Leefbaarheid. Plattelandsbeleid provinciaal.
Verbeteren fysieke woonomgeving Verbetering bereikbaarheid Stimulering en verbreding Plattelandseconomie Erfgoed en monumentenzorg Cultuur Plattelandsprojecten LEADER
49
Verbetering leefbaarheid plattelandsgebieden
Korte omschrijving Operationeel Doel Activiteiten stimuleren in het kader van het plattelandsbeleid.
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief
pMJP doelcode: G.25
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering projecten:
pMJP afspraak 545
pMJP Financiën 2007-2013 FYLG budget 2007-2013 : ILG budget : POP budget : Derden : Multiplier: 8,7
pMJP afspraak € 13.840.000 € 833.330 € 3.592.000 €
ingediend/verplicht stand 2010 330 Verplicht/ Betaald € 5.400.000 € 191.000 € 675.190 € 34.982.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting. Dit doel omvat verschillende subdoelen die hierna kort behandeld worden. Het gaat om: Dorpshuizen Basisvoorziening woon-zorg Lokale en regionale Leefbaarheid. Plattelandsbeleid provinciaal. Deze subdoelen worden hierna kort toegelicht. Analyse van de cijfers. Dit doel ligt goed op koers. In totaal zijn van de gemaakte pMJP afspraak van 545 projecten er inmiddels 331 ingediend en beschikt. Daarvan zijn er 197 afgerond. In totaal is 5,4 miljoen euro verplicht/betaald. Verwacht wordt dat in 2010, ten laste van de drie trenders nog uitgaven komen van € 1.550.000,-. De ruimte voor de periode 2011 – 2013 bedraagt dan nog € 6.890.000,- . Er is in het kader van de beleidsombuigingen en de oud voor nieuw actie een bedrag van € 90.000,- ingeleverd. Dorpshuizen. Toelichting Deze bijdrage is bedoeld voor de kosten van de bouw van nieuwe en voor de verbouw van bestaande dorpshuizen of multifunctionele centra. Het uitgangspunt is dat het dorpshuis of multifunctioneel centrum een publieke functie heeft voor het dorps- en verenigingsleven en toegankelijk is voor de gehele dorpsgemeenschap. Daarbij moet het dorpshuis of multifunctioneel centrum een lokale, beperkt regionale of sterk regionale functie hebben. Van groot belang is of er voldoende draagvlak in het dorp is voor het project. Hierna worden 2 aanvragen nader toegelicht. Dorpshuis Langezwaag. Van alle dorpen in Opsterland was Langezwaag de enige zonder dorpshuis. Opsterland voert ééns in de vier jaar en onderzoek uit naar de staat van de dorpen, de zgn. dorpsspiegels (de eerste keer in 2001 en weer in 2005) . Hieruit bleek dat de sociale samenhang in Langezwaag veel minder hoog was dan in andere dorpen in de gemeente. Wel was er een grote behoefte aan een ontmoetingsplek, zo bleek ook. Intussen is er een prachtig dorpshuis gebouwd en bij de laatste dorpsspiegel (2009) was de score op sociale samenhang van Langezwaag spectaculair gegroeid.
50
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
MFC Nij Maggenhiem te Makkum. Makkum heeft vanaf ongeveer 1990 geprobeerd een multifunctioneel centrum op te zetten. In 2004 kwam de kans om vanuit het Leader+ programma € 2 ton extra binnen te halen en is alles op alles gezet om dit nu te realiseren. Toch heeft de commissie op het punt gestaan de handdoek in het IJsselmeer te gooien toen de aanbesteding heel erg tegenviel. Door heel veel doorzettingsvermogen van de commissie, de gemeente en de woningbouwcorporatie die zich er stevig mee zijn gaan bemoeien, is het plan uiteindelijk toch gerealiseerd. Analyse van de cijfers. In totaal zijn voor dit subdoel 31 aanvragen gehonoreerd en daarvan zijn er inmiddels 18 van afgerond. Toekomstverwachting Halverwege 2010 zijn voor een bijdrage voor een dorpshuis/multifunctioneel centrum inmiddels negen aanvragen met een totaal beslag van € 509.000,- ingediend. De eerste drie jaren zijn gemiddeld ca. negen aanvragen ingediend. In 2010 inmiddels (1/9) al vijftien en naar verwachting zullen er in ieder geval nog minimaal vijf volgen. Ook voor 2011 worden meer dan gemiddeld aanvragen verwacht. Dit heeft te maken met de gemeentelijke herindeling en het feit dat de dorpshuizen in de versnellingsagenda zijn gezet. Dat heeft enkele gemeenten ertoe aangezet hetzelfde te doen. Die aanvragen zijn nu vaak rond of bijna rond. In de nieuwe beleidsperiode zetten wij niet meer in de eerste plaats in op dorpshuizen met uitsluitend een lokale functie. Dat kan het aantal aanvragen weer wat temperen, maar kan ook in de periode voorafgaand aan het nieuwe beleid een extra aantal aanvragen opleveren. Al met al bestaat er een reële kans dat het beschikbare budget voor 2013 op zal zijn. Basisvoorzieningen woon-zorg. Toelichting Doel is het verbeteren van de basisvoorzieningen door het ondersteunen van instanties, organisaties, samenwerkingsverbanden en ondernemingen die basiszorg aanbieden voor de plattelandsbevolking, met name met betrekking tot woon-zorg en activiteiten die zich richten op specifieke doelgroepen zoals ouderen, mensen met een handicap, kinderopvang e.d. Vanaf 2009 heeft het rijk in het kader van de Bestuursovereenkomst landelijk gebied voor dit doel een budget beschikbaar gesteld van € 833.330, - . In het verleden is vaak om subsidie gevraagd voor kinderopvang in vervallen panden en voormalige agrarische bedrijven. Deze zijn echter nooit gesubsidieerd vanuit dit doel vanwege het ontbreken van de juiste zorgkwaliteiten. Wel zijn er veel zorgboerderijen gesubsidieerd. Zo is er een groot project in Rottevalle gesubsidieerd waarbij een in het dorp gesitueerde opvang is gerealiseerd. De leefbaarheid van het dorp verbeterde daardoor. Een ander opvallend project is het mortuarium op het eiland Terschelling. Deze zorgbehoefte bestond omdat de huidige ouderenzorgaanbieder een verbouwing door ging voeren en bereidt was om het mortuarium deels te financieren. Analyse van de cijfers De prestaties lopen redelijk. Afgesproken is om 28 projecten te realiseren. Per 30 juni 2010 zijn dat er 6. Voor dit subdoel zijn geen FYLG middelen beschikbaar
51
Toekomstverwachting De benutting van Woon-Zorg projecten gaan door. Er zal wel een verschuiving zijn naar opvang in brede zin. De woonzorgboerderijen lijken te veel aanwezig, kinderopvang wordt niet meer gesubsidieerd. Projecten moeten vooral innovatief zijn. Er is een project in voorbereiding waarbij Paarden in de Zorg worden gebruikt. Deze wordt in de opstartfase ondersteund vanuit een ander doel, mogelijk in het vervolgtraject kunnen aanvragen worden verwacht voor de implementatie. Besluitpunten. Geen
Lokale en regionale Leefbaarheid. Toelichting Projecten moeten draagvlak hebben in de eigen kern en in de regio. Dit blijkt bijvoorbeeld uit betrokkenheid van de plaatselijke bevolking in de vorm van een financiële bijdrage of zelfwerkzaamheid. Draagvlak in de regio betekent bovendien dat de projecten moeten passen binnen het gebiedskader. Een aantal projectvoorbeelden zijn: AED-project Zuidwest Fryslân (Automatische Externe Defibrillator). De gemeenten van Zuidwest Fryslân voeren een actief AED-beleid dat op elkaar is afgestemd en wordt uitgevoerd door het Antoniusziekenhuis. Dit betekent dat in Zuidwest Fryslân dezelfde AED‟s zijn geplaatst en de vrijwilligers op dezelfde wijze zijn opgeleid. Dit verhoogt de veiligheid van inwoners en bezoekers van Zuidwest Fryslân. Van schoolplein naar speelplein Augustinusga. Het schoolplein in een klein dorp heeft zowel een sociale als maatschappelijke functie. Het gehonoreerde project (doelstelling: een uitdagende en veilige speelomgeving met optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor elk kind realiseren) gaat om het realiseren van een speelplein waar zowel de school als het gehele dorp Augustinusga gebruik van kunnen maken. Er is een multisportveld aangelegd, er zijn nieuwe speeltoestellen geplaatst en er is een moestuin gerealiseerd. De moestuin is in samenwerking met het AOC uit Buitenpost aangelegd en wordt door de schoolkinderen onderhouden. Molen de Rietvink, Dit gaat om een poldermolen en rijksmonument in Nijetrijne, die in zeer slechte staat verkeerde. Terwijl de molen nog één van de weinige echt authentieke molens is. De molen is volledig gerestaureerd en is nu open voor bezichtiging. In de molen is een expositie ingericht over de historie van de streek, de vervening en de molen zelf. Naast de molen is een theetuin ingericht. De molen heeft weer een functie gekregen in het peilbeheer van de Groote Veenpolder. Tevens is er een boek uitgegeven over de hele restauratie. Hiermee is een stuk cultuurhistorisch erfgoed behouden en wordt het cultuur- en natuurtoeristime versterkt.
52
Analyse van de cijfers De prestaties lopen goed. Afgesproken is om 445 projecten te realiseren. Per 30 juni 2010 zijn dat er 277, dwz dat halverwege de programmaperiode 62% van het doel is gerealiseerd. Hiervan zijn 171 projecten afgerond. Voor wat betreft de benutting van de FYLG middelen kan gemeld worden dat 58% van het beschikbare geld besteed is. Daarmee lopen zowel de prestaties als de inzet van de financiële middelen in pas en zelfs wat sneller dan de planning aan geeft. Toekomstverwachting Als de trend zich voortzet zal het budget in 2012 op zijn. Het tekort zal ca 1 miljoen euro zijn. Daar staat tegenover dat in de nieuwe beleidsnota platteland wordt voorgesteld om de lokale leefbaarheidsprojecten niet langer te subsidiëren. Hierover moet nog besluitvorming plaatsvinden. Plattelandsbeleid provinciaal. Toelichting. Het gaat hierbij om projecten die de leefbaarheid op het Friese platteland versterken, met als werkingssfeer de gehele provincie en/of die een voorbeeldfunctie voor de gehele provincie vervullen. Hierna wordt een tweetal projecten kort toegelicht. “Oude Paden, Nieuwe Wegen”. Dit project was erop gericht een provinciebrede inventarisatie uit te voeren naar oude verbindings-, kerke- en boerenpaden. In een volgende fase van dit project zal worden getracht deze oude verbindingen daadwerkelijk weer in ere te herstellen. Virtueel dorpsloket. Dit project heeft als doel om met behulp van innovatieve ICT-toepassingen in bestaande dorpshuizen dienstverlening te kunnen bieden voor een brede doelgroep. Het dienstenaan-
53
bod in kleine kernen loopt steeds verder terug, wat de leefbaarheid aantast. Door het aanbieden van virtuele diensten, kan het aanbod op peil gehouden worden. Analyse van de cijfers De prestaties, namelijk het aantal projecten, zijn op basis van de beleidsombuiging herzien van 44 projecten naar 22 projecten. Daarvan zijn er 16 projecten inmiddels verplicht. 6 Projecten daarvan zijn afgerond. De in te zetten middelen zijn voor 50% benut. Toekomstverwachting Na de bijstellingen wordt verwacht dat het budget voldoende zal zijn tot 2013. In de nieuwe beleidsnota wordt aandacht geschonken aan verschillende speerpunten, zoals krimp, streekproducten, energie/duurzaamheid, monitoring en evaluatie. Daarnaast moet er altijd ruimte zijn voor innovatieve/voorbeeldprojecten op provinciale schaal. Fysieke woonomgeving.
Korte omschrijving Operationeel Doel:
Het verbeteren van de ruimtelijk fysieke kwaliteit van dorpen en bewoningskernen. Het gaat daarbij om dorpsvernieuwing en/of –ontwikkeling. Ook kan het gaan om sanering van situaties die hinder veroorzaken. pMJP doelcode: G.26.a.1 / G.26.a.2
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering projecten
pMJP afspraak 23
pMJP Financiën 2007-2013 FYLG budget 2007-2013 : POP budget : Derden :
pMJP afspraak € 3.720.000 € 3.975.000
Multiplier:
ingediend/verplicht stand 2010 33
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Verplicht/ Betaald € 1.801.000 € 4.082.000 € 7.838.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
7,4
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting Doel is het verbeteren van de ruimtelijk fysieke kwaliteit van dorpen en bewoningskernen. Het gaat daarbij om dorpsvernieuwing en/of –ontwikkeling. Ook kan het gaan om sanering van situaties die hinder veroorzaken. Het aantrekkelijk maken en/of houden van dorpen voor bewoners, ondernemers en toeristen, draagt bij aan een aantrekkelijk werk-, woon- en leefklimaat op het platteland. Analyse van de cijfers De prestatie betreft het aantal projecten/lokaties en is ruim gerealiseerd. De afspraak was 23 projecten, inmiddels zijn al 33 beschikt waarvan er 14 zijn afgerond. Er is veel vraag naar middelen voor de verbetering van de fysieke woonomgeving. De beschikbare POP middelen voor dit doel zijn ruim overtekend. Door schuiven tussen de fiches is dit teruggebracht en is een correctie op de beschikbare FYLG middelen toegepast. Consequentie is dat daarmee ook het FYLG budget vrijwel geheel belegd is. Verwacht wordt dat dit jaar nog € 1.589.216,- verplicht wordt dat geheel ten laste van het FYLG moet worden gebracht omdat het POP al geheel benut is voor dit doel. Dit houdt in dat de beschikbare ruimte hiervoor nog € 329.784,- bedraagt. Toekomstverwachting Dit doel loopt zeer goed. De prestaties zijn bereikt. Het doel kan dus worden afgesloten.
54
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Besluitpunten. Dit doel wordt gesloten.
Stimuleren en verbreden plattelandseconomie.
Korte omschrijving Operationeel Doel: De vestiging van nieuwe of ontwikkeling van bestaande kleinschalige economische bedrijvigheid op het platteland die de plattelandseconomie versterken. pMJP doelcode: G.28.a.1 - G.28.a.6
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering projecten
pMJP afspraak 229
ingediend/verplicht stand 2010 42
pMJP Financiën 2007-2013 FYLG budget 2007-2013 : POP budget : Derden :
pMJP afspraak Verplicht/ Betaald/ t/m 2010 € 5.500.000 € 1.336.000 € 1.550.000 € 1.503.290 € 11.137.000
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier: 10,3
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting MKB-ondernemingen vormen, samen met MKB landbouwondernemingen, de economische motor op het platteland. Onder de MKB ondernemingen vormen de „micro-ondernemingen‟ een speciale groep. „Micro-ondernemingen‟ hebben minder dan tien werknemers in dienst en hun omzet of balanstotaal is minder dan € 2 miljoen op jaarbasis. Het stimuleren en/of begeleiden van vestiging, uitbreiding, innovatief vermogen en bedrijfsopvolging van deze „micro-ondernemingen is van groot belang voor het platteland. Naast behoud en/of uitbreiding van de werkgelegenheid, zorgen micro-ondernemingen voor leven en levendigheid geven een kader voor lokale verenigingen en sponsoring van evenementen. Ook het ondersteunen van samenwerking en netwerkvorming van ondernemers kan onder dit doel vallen. Door schaalvergroting in de landbouw verliezen agrarische bedrijfsgebouwen hun functie. Soms is bedrijfsmatig hergebruik buiten de landbouw van vrij komende agrarische bebouwing aan de orde. Dit kan zowel economisch als landschappelijk van belang zijn voor het omringende platteland. Dit kan ook vanuit dit doel worden ondersteund. Het kan ook gaan om de ontwikkeling van kleinschalige bedrijfslocaties of „bedrijfsverzamelgebouwen‟. Voor dit doel worden naast provinciale middelen ook POP middelen ingezet. 2 projecten: Leven in de brouwerij op Ameland Met dit project wordt een belevenishoeve gerealiseerd op Ameland. De productie en het beleven van echt Amelander bier is het middelpunt van de attractie. Daarnaast is ook voor andere doelgroepen van alles te beleven: kinderactiviteiten, doe-activiteiten, rondleidingen, en een boerderijwinkel waar lokale producten worden verkocht. Recreatieve en educatieve Adventuretoren en Highropes
55
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Een nieuwe attractie voor (noord)Nederland waarbij het recreatieve en educatieve wordt gecombineerd. In Appelscha staat de hoogste klimtoren, dit is de multifunctionele adventuretoren in combinatie met een hoogteparcours. Er zijn o.a. abseilwanden, tokkelbanen, klimroutes en andere verticale opdrachten. De doelgroepen zijn toeristen, bedrijven, inwoners en Adhd-, PDDnos-kinderen en scholen. Analyse van de cijfers De prestaties zijn weergegeven in stuks (aantal projecten). Als gevolg van de beleidsombuiging die op dit doel is toegepast, is de prestatie ook aangepast. Dit betekend dat wij in totaal 110 projecten kunnen honoreren. In totaal zijn nu 42 in uitvoering waarvan er 5 zijn afgerond. Dit doel is pas in de loop van 2008 goed tot uitvoering gekomen omdat voor de inzet van dit doel de kaders nog moesten worden geschetst. In de kader nota 2010 is op dit doel een beleidsombuiging gerealiseerd op de FYLG middelen van € 6.670.000,-. Het in te zetten budget bedraagt nu € 5.500.000,-. Verwacht wordt dat in 2010 nog € 1.400.000,- zal worden verplicht. Daarmee is dan ca. 50% van het provinciale budget halverwege de pMJP periode besteed. Daarmee kan gesteld worden dat dit doel goed loopt. Tot nu toe vallen de kosten per project hoger uit dan verwacht. Daardoor worden relatief minder projecten uitgevoerd. Het POP budget is vrijwel besteed. Toekomstverwachting Intussen is een wijziging van de verordening doorgevoerd, waardoor de hoge bijdragen voor alternatief gebruik van agrarische gebouwen tot het verleden zullen behoren. De bijdragen per project zijn nu gemaximaliseerd op € 50.000,-.
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Nederlands (standaard) Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Erfgoed en monumentenzorg.
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Korte omschrijving Operationeel Doel: Behoud en versterken van Friese cultuurhistorische elementen, patronen en structuren en het stimuleren van het behoud van de historische verschijningsvorm van boerderijen. De bedragen zijn inclusief de dakenregeling.
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP doelcode: G.29.a.1 en G.29.a.3
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering projecten
pMJP afspraak 72
pMJP Financiën 2007-2013 FYLG budget 2007-2013 : POP budget :
pMJP afspraak Verplicht/ Betaald/ t/m 2010 € 4.462.000 € 3.253.000 € 1.350.000 € 661.000
Multiplier:
4,6
56
ingediend/verplicht stand 2010 38 (dakenregeling 240)
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting Het gaat om projecten en activiteiten voor de instandhouding, versterking en stimulering van het cultuurhistorisch erfgoed in Fryslân (de dakenregeling wordt hierna nog apart toegelicht). Het gaat om fysieke projecten zoals reconstructie van objecten, complexen of structuren, herbestemming van gebouwen en een projectmatige aanpak van landschapselementen zoals bijvoorbeeld dijken. Ook subsidiabel zijn procesmatige projecten, zoals Belvédèreprojecten, projecten gericht op de versterking van cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening, projecten gericht op het terrein van erfgoededucatie en symposia en congressen. Maar ook concrete projecten zoals boeken en voorlichtingsmateriaal. Er zijn diverse zeer mooie en bijzondere resultaten uit voort gekomen. Vermeldenswaard is het herstel van de behangschildering van een kamer in Balk. Het betreft 1 van de 5 best bewaarde behangschilderingen in Nederland. Ook het herstel van het armenhuis in IJlst , en de boeken over de Friese waterlinie en over Kloosterland zijn mooie voorbeelden van maatregelen die zijn ondersteund. Analyse van de cijfers Dit budget is ten opzichte van de uitgangssituatie fors minder geworden, namelijk met ruim 2 miljoen euro. Zowel het FYLG als het POP budget zijn goed benut. Het aantal projecten zit op de helft. Verwacht wordt dat dit jaar nog voor € 500.000,- zal worden verplicht. Toekomstverwachting Als gevolg van de beleidsombuigingen is op dit doel de prestatie bijgesteld. Met het tempo waarmee de projecten binnenkomen worden geen problemen verwacht. Het restant blijft beschikbaar, onder andere voor het opknappen van waardevolle kerken. Besluitpunten. Geen.
Dakenregeling Toelichting Het gaat om het stimuleren van het behoud van de historische verschijningsvorm van boerderijen, niet zijnde een rijksmonument, door middel van een traditionele dakbedekking van riet en dakpannen én uilenborden De dakenregeling is op 5 november 2007 opengesteld en een paar weken later, vanwege de forse overtekening weer gesloten. In totaal zijn in korte tijd ruim 500 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er 240 gehonoreerd. Dit komt omdat het budget op basis van de aanvragen op de tweede dag al volledig benut was. Er zijn dus ruim 260 aanvragers afgewezen. Zelfs nu nog wordt de provincie nog regelmatig benaderd over of een bijdrage aan de dakbedekking nog mogelijk is. Analyse van de cijfers De regeling is een paar weken open geweest. De afronding van alle gehonoreerde aanvragen loopt nu nog steeds. Een aantal zijn uiteindelijk lager vastgesteld omdat de werkzaamheden goedkoper bleken dan werd aangevraagd. Daarom is er een vrijval van € 40.000,-. Dit bedrag is ingeleverd bij de begroting 2011. Voor een aantal aanvragen is uitstel van oplevering van de werkzaamheden verleend van 1 jaar omdat de economische situatie voor veel landbouwondernemers matig/slecht was.
57
Toekomstverwachting De dakenregeling is in november 2007 gesloten en blijft binnen het beschikbare gestelde budget. Besluitpunten. Geen.
Cultuur. Korte omschrijving Operationeel Doel Voorzien in kleinschalige infrastructuur om culturele en vrijetijdsactiviteiten op het platteland mogelijk te maken en het verbeteren van de kwaliteit van activiteiten met landschap als podium. . pMJP doelcode
: G.30.a.1-3
pMJP prestaties 2007-2013 2010 aantal projecten Financiën
Multiplier:
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
pMJP programmering
In uitvoering/afgerond t/m
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
62
8
pMJP programmering Verplicht/betaald t/m 2010 FYLG budget 2007-2013 : 580.000 144.000 POP : 145.000 79.449 Derden : 2.376.000 793.432
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
10,4
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief
Toelichting Doel is het voorzien in kleinschalige infrastructuur om culturele en vrijetijdsactiviteiten op het platteland mogelijk te maken en het verbeteren van de kwaliteit van activiteiten met landschap als podium. Het gaat dan vooral om: het ondersteunen van cultuuruitingen met landschap als podium, Jongeren (pop)cultuur, zoals presentaties en uitvoeringen van jongerencultuur (in voorstellingen en objecten). De activiteiten dienen voor en/of met jongeren te worden georganiseerd. Analyse van de cijfers Er werden maar weinig projecten gerealiseerd. Dit komt o.a. omdat Regeling te eng is opgezet en de provinciale bijdrage te laag. (10% bijdrage terwijl een hoger percentage bv 30% beter zou zijn). Daardoor worden duurdere projecten niet uitgevoerd omdat de financiering niet sluitend kan worden gemaakt. De bijdrage van de gemeenten is groot. Dat is zeer positief. Er is € 35.000 ingeleverd voor de begroting 2011. Na een correctie op de inzet van de POP middelen is het nieuwe budget € 580.000,-. De budgetruimte is € 366.000,- omdat er nog rekening wordt gehouden met een verplichting in 2010 van € 70.000, -. Toekomstverwachting Verwacht wordt dat door de wijziging van de verordening meer goede initiatieven en projecten doorgang kunnen vinden. Wanneer bij wijziging van de verordening de onderlinge verhouding van financiële bijdragen aan initiatieven en projecten verandert, wordt de cofinanciering minder ingewikkeld.
58
Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt, Cursief Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Daarnaast zien we graag dat zaken die nu met volkskunst ( dwz traditionele ambachtelijke amateurkunstbeoefening) te maken hebben en die specifieke faciliteiten behoeven, via het pMJP kunnen worden gerealiseerd. Dat is beter voor het platteland in zijn geheel, omdat hier jaarlijks meer projectaanvragen voor ingediend worden. Zo wordt de kunstbeoefening in zijn geheel beter gefaciliteerd. Overigens nu de gemeenten ook moeten bezuinigen wordt de cofinanciering ook lastiger. Besluitpunten. Geen.
LEADER. Korte omschrijving Operationeel Doel Het doel is om de wijze van werken en om ontwikkelingen in een gebied aan te jagen en te realiseren en anderzijds een financieringsbron te zijn voor projecten die van onderaf ontwikkeld worden. Met dat laatste wordt beoogd om projecten binnen de drie andere hoofddoelen, te weten: - verbetering concurrentievermogen landbouw en bosbouwsector - verbetering van het milieu en het platteland - de leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie van het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland te verbreden, het draagvlak voor de projecten te vergroten en vernieuwing te stimuleren. : G.31.a.1 –G.31.a.5
pMJP doelcode pMJP prestaties 2007-2013 gebieden Financiën
pMJP programmering 6
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
In uitvoering/afgerond t/m 2010 6
pMJP programmering Verplicht/betaald t/m 2010 FYLG budget 2007-2013: € 3.810.000 € 582.000 POP : € 3.500.000 € 1.563.000 Derden :
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Multiplier:
7,9
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting De Leader-aanpak binnen POP2 is enerzijds een wijze van werken, een manier om ontwikkelingen in een gebied aan te jagen, anderzijds een financieringsbron voor projecten die van onderaf ontwikkeld worden. Met dat laatste wordt beoogd om projecten binnen de drie andere hoofddoelen, te weten: - verbetering concurrentievermogen landbouw en bosbouwsector verbetering van het milieu en het platteland de leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie van het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland te verbreden, het draagvlak voor de projecten te vergroten en vernieuwing te stimuleren. Het budget kan ook worden aangewend voor de wijze van werken. Hiermee krijgen de plaatselijke groepen (gebiedsplatforms) mogelijkheden en faciliteiten om samenwerkingsprojecten op te zetten, als platform te functioneren en om met pilots, studies, aanjaagprojecten etc. recht te doen aan de ontwikkel-, laboratorium- en regiefunctie van de platforms. Analyse van de cijfers De besteding van de provinciale FYLG middelen loopt achter op de verwachting. Toekomstverwachting
Besluitpunten. Geen.
59
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Proceskosten Korte omschrijving Operationeel Doel
De proceskosten zijn bedoeld voor onderzoek, begeleidingskosten en personeelskosten. pMJP doelcode
: P.32
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Financiën
pMJP programmering
FYLG budget 2007-2013:
Verplicht/betaald t/m 2010
€ 3.035.000,-
€
1.770.000,-
Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt Met opmaak: Lettertype: 9 pt
Toelichting De proceskosten zijn bedoeld voor onderzoek, begeleidingskosten en personeelskosten. Analyse van de cijfers Van de proceskosten is veel gebruik gemaakt. Zo is dit budget ingezet als financiering van de proceskosten europees visserij fonds, de provinciale bijdrage aan de vereniging Noardlike Fryske Wâlden en project zelfsturing en profit Noardlike Fryske Wâlden. Voor 2010 worden nog verplichtingen verwacht van € 932.000,-, zodat nog overblijft voor de komende periode 2011 – 2013 een bedrag van € 333.000,-. Dit bedrag is teweinig om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Toekomstverwachting Om dit tekort op te vangen zijn we aan het kijken of deze onder de operationele doelen kunnen worden gebracht. Besluitpunten. geen
Grondmobiliteit/Actief Grondbeleid. Toelichting Deze opgenomen doelen zijn na de instelling van het IKG (Investerings krediet Grond) overbodig geworden. De doelen functioneren nu als parkeerposten voor de rentelasten en risicovoorziening die niet elders kunnen worden ondergebracht. Het gaat daarbij vooral om grondaankopen voor de centrale as, de haak om leeuwarden en de N-381. Deze lasten moeten uiteindelijk aan de projecten worden toegerekend zodat hier de balans op nul komt te staan. Dit houdt in dat op dit moment een bedrag van € 6 miljoen vastligt zodat het niet elders kan worden ingezet.
RAPPORTAGE 60
Met opmaak: Lettertype: 9 pt
MIDTERM REVIEW
BESTUURSOVEREENKOMST LANDELIJK GEBIED
61
62
RAPPORTAGE MIDTERM REVIEW (Healwei werom sjen)
BESTUURSOVEREENKOMST LANDELIJK GEBIED
JULI 2010
63
Samenvatting Rapportage Midterm Review Investeringsbudget Landelijk gebied.
64
Op 1 januari 2007 is na lange voorbereiding de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) in werking getreden. En daarmee ook het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Met deze wet wordt een belangrijk deel van de taken van de overheid gedecentraliseerd naar de provincies. Als uitwerking ervan is eind 2006 de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk gebied (BO/ILG) afgesloten voor de periode 2007 - 2013. De Bestuursovereenkomst is vertaald in het provinciaal Meerjarenprogramma 2007 - 2013 (pMJP). Een belangrijk kenmerk van deze Bestuursovereenkomst is dat vooral afspraken zijn gemaakt met het rijk op basis van prestaties, naast de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. Ook is de afspraak gemaakt om in 2010 een zogenaamde Midterm Review (MTR) op te stellen. Met deze rapportage voldoen wij aan onze afspraak In dit hoofdstuk wordt in het kort een samenvatting geven van de in de MTR rapportage uitgewerkte thema‟s en doelen.
Procesafspraken Bestuursovereenkomst. Het gaat hier om in de Bestuursovereenkomst opgenomen procesafspraken om een aantal onuitgezochte zaken helder te krijgen. Daarover is afgesproken dat in de Midterm Review deze zaken meegenomen worden. De belangrijkste zijn: Lopende verplichtingen: Deze zouden in juli 2007 bekend zijn en verwerkt in de Bestuursovereenkomst. Voor Friesland zijn deze 13 miljoen hoger dan in de bestuursovereenkomst is opgenomen (Price Waterhous&Coopers, deel 2 rapport). Naar aanleiding van het onderzoek naar de normkosten (rapportage december 2009) wordt in de Midterm Review een herziene afspraak met het Rijk gemaakt over de normkosten van verwerving en inrichting EHS en andere doelen. Het tekort aan geld voor Landbouwstructuurverbetering. Hierin hoort ook de afspraak van Noord Nederland dat bij aangetoonde tekorten de middelen van het Oliemolen akkoord beschikbaar worden gesteld. De kosten voor verwerving EHS duurder dan gedacht en worden per jaar door LNV aangepast, afhankelijk van de grondprijsontwikkeling (grondprijsmonitor). De aanpassing is nog niet doorgevoerd. Daarnaast is een van de geldbronnen de ruilgrond Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). Deze is nu nauwkeuriger gecalculeerd en blijkt minder dan gedacht. Ook blijkt dat, daar waar de BBL grond nog niet binnen de EHS begrenzing ligt en door ruilen alsnog “op de goede plek” moet worden gelegd, door de ruilkosten (taxaties, notaris) geleidelijk de waarde vermindert. Dit is verwerkt in de Nulmeting op Kaart (NOK 2007) door een onderscheid aan te brengen in “Financiële EHS” en “Fysieke EHS”. Stand Ecologische Hoofdstructuur (EHS) hectares (ha) per 1-1-2007 in beeld brengen. Dit is gebeurd door de uitvoering van de Nulmeting op Kaart (NOK). De kosten voor beheer van natuurterreinen door Terrein Beherende Organisaties (TBO‟s) die aangepast zouden worden aan nieuwe normbedragen. Het tekort aan geld voor Nationale Landschappen met de uitdaging om in 2010 100% verplicht te hebben. Tekort aan geld voor de uitvoering van de Landelijke routenetwerken. Er loopt nog een discussie over de BTW compensatie. Dit wordt in overleg tussen het rijk en het IPO opgepakt.
De bevindingen. Algemeen.
65
In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel middelen van 2007 t/m 2009 zijn besteed ten behoeve van het Landelijk gebied. Benutting pMJP-middelen (bedragen * € 1.000.000)
ILG FYLG Provincie overig POP Derden * Totaal
geprogrammeerd 282 123 36 45 522 1.008
Verplicht/betaald 153 55 5 13 146
% 54 45 14 29 28
372
37
* Alleen betalingen, verplichtingen bij ons niet geregistreerd
Alleen de betalingen van derden hebben we in beeld, de verplichtingen niet. We zijn uitgegaan dat ca de helft van de door derden betaalde bedragen nog als verplichting bijgeteld kan worden. Dan komt de totale inzet in het landelijke gebied op ca 450 miljoen euro. Daaruit kan dus worden geconcludeerd dat er door de doelgroepen, overheden en organisaties ca 150 miljoen euro per jaar in het Friese Platteland wordt geïnvesteerd. Landbouwstructuurverbetering. De berekeningsmethode voor de prestaties (hectares) van de landbouwstructuurverbetering is ten opzichte van de in de Bestuursovereenkomst opgenomen prestaties gewijzigd. Daarom is de prestatie uit de BO dus niet meer te vergelijken met de te rapporteren cijfers anno 2009. De prestatie taakstelling zoals in de BO is opgenomen voor landbouwstructuurverbetering door ons is herijkt op de nieuwe berekeningsmethode van 20.173 ha naar 11.470 ha. Het voornaamste knelpunt is geld. Vooral voor het kunnen opkopen/ verplaatsen van agrarische bedrijfsgebouwen. Duurzame landbouw. De realisatie van de prestaties (hier aantal projecten) gaat moeizaam. Dit komt vooral door onvolledige decentralisatie. Hierdoor duurt de procedure die voor projecten duurzame landbouw moet worden gevolgd langer. In de BO moet het Ministerie van VROM met de ingediende projecten akkoord gaan voordat de provincie deze kan laten uitvoeren. Bij deze projecten bestaat onduidelijkheid over de criteria die het Ministerie van VROM hanteert. Er is dan ook sprake van een onvolledige decentralisatie naar de provincie toe. Natuur aankoop. De stand van zaken bij aanvang van de Bestuursovereenkomst is via de Nulmeting op Kaart (NOK 2007) vastgesteld. Daarmee is nu precies duidelijk hoeveel natuur in 2007 was verworven en ingericht in Fryslân. Deze kaart wordt nu het uitgangspunt voor de in de Bestuursovereenkomst afgesproken prestaties. De aankopen voor de EHS (prestatie in hectares) lopen in een gestaag tempo door. Het tempo is echter onvoldoende om de afgesproken taakstelling te halen. Het normbedrag voor de aankoop van een hectare natuur is veel hoger dan in waar in de BO rekening mee was gehouden. Dit betekent dat er onvoldoende middelen zijn om alle afgesproken hectares natuur te kunnen kopen. Doordat het tempo onvoldoende is en het normbedrag hoger ligt, kan de provincie tot eind 2013 alle beschikbare middelen voor de aankoop van de natuur wel besteden, maar uiteindelijk voor minder hectares. Natuurinrichting.
66
De inrichting van de EHS ligt op schema. Ook hier geldt dat de in de BO opgenomen normbedragen voor de inrichting te laag geschat blijken te zijn. Dit houdt in dat wij minder kunnen inrichten dan is afgesproken in de BO. Dit komt mede door de fors duurdere inrichting van de Robuuste Natte As. BBL bezit. Het ruilen en doorleveren van het BBL bezit verloopt niet in een gewenst tempo. De voornaamste vertraging zit in de zoektocht naar Particuliere Natuurbeheerders. Met een aanvalsplan denken we het Particulier Natuurbeheer binnen twee jaar te kunnen versnellen zodat in 2013 de afgesproken prestatie gerealiseerd wordt. Natuur- en landschapsbeheer. Er is in Fryslân veel belangstelling voor het natuur en landschapsbeheer. In 2008 lagen er meer ha. onder contract dan was afgesproken in de BO. Dit wordt veroorzaakt door de vele lichtere pakketten die de dienst regelingen heeft afgesloten. Wij zijn op dit moment bezig om de aflopende contracten om te zetten in kwalitatief betere contracten. Deze kosten meer, waardoor het aantal ha onder contract zal dalen. Daarmee komen wij goed in de buurt van de in de BO afgesproken prestaties. Nationale Routenetwerken. De prestaties van zowel wandelen als fietsen en varen lopen door diverse redenen achter. Hierover is overleg met de uitvoerende platforms en het IPO vakberaad Recreatie en het Rijk. Voor zowel de wandel, fiets als vaar doelen blijkt voor het oplossen van de knelpunten te weinig budget beschikbaar te zijn. Daar komt nog bij dat de normbedragen hoger blijken te zijn en dat een inventarisatie meer knelpunten heeft opgeleverd dan waar in de Bestuursovereenkomst van was uitgegaan. Nationaal Landschap. De uitvoering van de vastgestelde uitvoeringsprogramma‟s voor de 2 Friese Nationale Landschappen is enthousiast ter hand genomen. Voor beide Friese Nationale landschappen is een visie/kader opgesteld. Er zijn vele projecten gerealiseerd waarmee de waarden van het (cultuur) landschap zijn verbeterd en hersteld. Daarmee is nu halverwege de ILG periode het gehele beschikbare rijksbudget verbruikt. Het stoppen van de uitvoering zal tot verlies van het draagvlak kunnen betekenen.
Conclusie. Het programma loopt goed volgens planning. De prestaties blijven soms achter, maar daar zijn dan redenen voor aan te geven. Daar waar normbedragen in de BO te laag zijn geschat, ontstaat er een tekort aan middelen. Soms lopen prestaties zo goed, dat de beschikbare budgetten eerder dan 2013 opraken (bv. nationale landschappen). Aanpassing van de taakstelling kan alleen daar aan de orde zijn, waar te weinig geld beschikbaar is. Overleg met het rijk.
67
Over een aantal zaken wenst de provincie overleg met het rijk te hebben. Het gaat dan om de volgende zaken: 1. Hoogte van de lopende verplichtingen 2. Tekort aan geld voor landbouwstructuur mede in relatie tot het Oliemolenakkoord. 3. Bijstellen prestaties als gevolg van berekeningsmethode voor Landbouwstructuur. 4. Volledige decentralisatie van de duurzame landbouw. 5. Financiering Nationale Landschappen. 6. Overname aangekochte gronden na 2013. Voor de toekomst: 7. Vervolg van het ILG na 2013 in verband met continuïteit in de uitvoering van de Landinrichtingsprojecten/ gebiedsprojecten.
68
Inhoudsopgave. blz
Samenvatting
4
1.
Inleiding.
10
2.
Proces afspraken Bestuursovereenkomst ILG.
11
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
11 11 11 12 12
3.
4.
Lopende verplichtingen uit periode voor ILG. Slimme oplossingen. Normkosten . Oliemolenakkoord. Nulmeting op kaart.
Procesinformatie MTR 2010.
14
3.1. 3.2 3.3 3.4. 3.5.
14 14 14 16 17
Inleiding. Filosofie van pMJP en ILG. Interne Organisatie. Externe organisatie. Samenwerking.
Toelichting per Doel.
20
4.1
20 20 22 23 24 24 24 26 27 28 29 29 30 32 32 32 33 33
Landbouw. 4.1.1. Grondgebonden landbouw. 4.1.2. Duurzame Landbouw. 4.1.3. Duurzaam glastuinbouw gebied Berlikum.
4.2
Natuur. 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6. 4.2.7. 4.2.8. 4.2.9 4.2.10 4.2.11
4.3
Algemeen. Verwerving EHS. BBL bezit. Inrichting Programma Beheer Robuuste natte as (binnen EHS) Oplossen knelpunten robuuste verbindingen. Toekomstverwachting Schapenregeling Aanpassingen bestuursovereenkomst. Bespreekpunten Natuur
Milieukwaliteit EHS en N-2000 4.3.1 Verdroging
69
4.4 4.5 4.6
4.7
4.3.2 Verbetering Milieukwaliteit: bestrijding Verzuring en vermesting
35
Soortenbescherming/Leefgebiedenbenadering Nationale Parken. Recreatie 4.6.1 Landelijke routenetwerken 4.6.2 Wandelen over Boerenland
36 37 38 38 39
Landschap
40
4.7.1 Nationale landschappen.
40 43 44
4.7.2 Landschapsbeheer Friesland
4.8 4.9 4.10
Leefbaar Platteland - Impuls leefbaar platteland Water - Waterkwantiteit en –kwaliteit (kwaliteit vanaf 2010) Duurzaam Bodemgebruik
46 47
Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 2.a Bijlage 2.b Bijlage 3 Bijlage 3.a Bijlage 3.b Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9
Overzicht tabel slimme oplossingen Kaarten NOK 2007 Nulmeting op kaart 2007, verwerving Nulmeting op kaart 2007, inrichting Kaarten NOK 2010 Natuurmeting op kaart 2010, verwerving Natuurmeting op kaart 2010, inrichting Programmasymposium inclusief verslag werkbijeenkomsten Verslag symposium Rapportage Nationale Parken 2007, 2008 en 2009 PEIL rapportage met aanbiedingsbrief Accountantsverklaring Afkortingen
70
Hoofdstuk 1
Inleiding.
Op 1 januari 2007 is na lange voorbereiding de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) in werking getreden. Met deze wet wordt een belangrijk deel van de taken van de Rijks overheid ten aanzien van het landelijk gebied gedecentraliseerd naar de provincies. Als uitwerking ervan is eind 2006 de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk gebied (BO) afgesloten voor de periode 2007 - 2013. De bestuursovereenkomst is vertaald in het provinciaal Meerjarenprogramma pMJP 2007 - 2013. Een belangrijk kenmerk van deze Bestuursovereenkomst is dat er afspraken zijn gemaakt met het rijk op basis van prestaties en de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. De overdracht van de taken ten aanzien van het Landelijk gebied kende een voorbereiding van meerdere jaren. Toch waren ten tijde van de ondertekening nog een aantal zaken niet volledig uitgewerkt. Zowel de minster van LNV als de provincies hadden de behoefte het langdurige proces af te sluiten met ondertekening. Daarom werden in de BO afspraken opgenomen over de resterende onzekerheden en onnauwkeurigheden (zie hoofdstuk 2: Procesafspraken BO - ILG 2007-2013). Ook is in de BO een afspraak gemaakt over de rapportage. Jaarlijks moet de cijfermatige rapportage, het zogenaamde PEIL format ingevuld worden en aan de minister gezonden te worden. Halverwege de periode in 2010 dient een Midterm Review te worden opgesteld met een terugblik naar de voorgaande periode en een vooruitblik tot en met 2013. Ook dient in de Midterm Review het proces dat is gevolgd nader te worden toegelicht (zie hoofdstuk 3) In 2014 moet de eindrapportage worden opgesteld. MTR rapportage. In deze Midterm Review zullen we per onderwerp rapporteren over de voortgang in de periode 2007 t/m 2009. Daarbij worden de cijfers toegelicht en geanalyseerd. Vervolgens maken we een doorkijk op basis van een reële inschatting om te zien waar we eind 2013 kunnen staan. Daar waar we het afgesproken doel niet halen, gaan we in op de redenen waarom (bijvoorbeeld beschikbare middelen, tijd of andere oorzaken) en wat we daaraan nog zouden kunnen doen. Deze rapportage gaat alleen over de in de Bestuursovereenkomst afgesproken rijksdoelen en de provinciale en overige bijdrage daarin Eerst wordt aangegeven in hoofdstuk 2 welke specifieke afspraken in de Bestuursopdracht zijn gemaakt met het rijk over die onderwerpen die nog van voor de ILG periode zijn waarvan de uitwerking in de ILG periode plaatsvindt. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de manier waarop de provincie de uitvoering ter hand heeft genomen en heeft samengewerkt met de doelgroepen. Hoofdstuk 4 betreft de verslaglegging van de resultaten per thema en de daaronder liggende doelen. Daar wordt ingegaan op de resultaten van de prestaties en de middelen. Vervolgens wordt een vooruitblik gegeven hoe de provincie verwacht of inschat hoe het thema/doel zich verder ontwikkeld. Met deze rapportage voldoen wij aan de gemaakte afspraak over de Midterm Review
71
Hoofdstuk 2.
Proces afspraken Bestuursovereenkomst ILG
Voordat de bestuursovereenkomst 2007 – 2013 over het Landelijk gebied werd afgesloten en de taken van het rijk aan de provincies zijn gedelegeerd, heeft het rijk hoofdzakelijk de uitvoering gedaan. In deze periode voor de BO zijn vele verplichtingen en afspraken gemaakt tussen rijk en provincie die hun doorwerking in het ILG hebben. Deze afspraken gaan over de lopende verplichtingen van voor 2007, de slimme oplossingen, normkosten etc. Deze zaken komen in dit hoofdstuk aan de orde. 2.1 Lopende verplichtingen uit periode voor ILG. In de periode voor het ILG is het Landelijk Gebied vooral aangestuurd door het Ministerie van LNV. Tot 1 januari 2007 is het Rijk financiële verplichtingen aangegaan die in de jaren na 2007 nog gedeeltelijk tot uitvoering en uitbetaling moeten komen. Een deel van deze lopende verplichtingen is aangegaan via regelingen die zijn opgaan in het ILG. Omdat bij het ingaan van het ILG nog niet duidelijk was welke lopende verplichtingen er waren is een procesafspraak gemaakt hoe en wanneer het ontbrekend zicht ingevuld zou worden. Door het bureau Price, Waterhouse en Coopers (PWC) is daar onderzoek naar gedaan. Afgesproken in de Bestuursovereenkomst was om in juli 2007 deze rapportage vast te stellen en te verwerken in de bestuursopdracht van alle provincies. PWC heeft eind 2008 een rapportage opgemaakt over de projecten in de doorlopende verplichtingen en de tekorten aan meegeleverde financiële middelen. De provincies hebben met dat rapportagedeel ingestemd. Voor Friesland komt het neer op een netto tekort van 13,192 miljoen. De grootste tekorten zitten op Landbouw (8,5 miljoen), Nationale landschappen (2,2 miljoen) Verwerving EHS (1,5 miljoen). Gesaldeerd met de meevallers (vervallen doelen) bestaat nog steeds een tekort van 11,5 miljoen. 2.2 Slimme oplossingen. Tussen de provincies en het rijk is afgesproken dat een deel van de middelen voor versnelde afronding van de zogenaamde klassieke landinrichtingsprojecten gevonden zouden worden door alternatieve financiering. Deze zogenaamde „slimme oplossingen„ dienen door de provincie ingevuld te worden tot en met 2009. De taakstelling voor de provincie Fryslân hiervoor bedraagt € 2,810.000, -. In totaal heeft de provincie voor een bedrag van € 3.037.965, - aan „slimme oplossingen‟ uitgevoerd. In bijlage1 is de opsomming van de projecten en de wijze van financiering weergegeven. 2.3 Normkosten. Bij het afsluiten van de bestuursovereenkomst was bekend dat grondprijzen fluctueren. Er zijn procesafspraken gemaakt hoe hier mee om te gaan. Het betreft 3 categorieën van normkosten: - Aankoop grond - Inrichten natuurterreinen - Landelijke routenetwerken Afgesproken was in de BO dat in het kader van de MTR de normkosten herzien worden. Daar is in december van 2009 door de Dienst Landelijk Gebied een rapport voor opgeleverd. 72
De nieuw vast te stellen normkosten maken deel uit van de Midterm Review en zullen voor ons het uitgangspunt vormen voor de komende ILG periode. 2.4 Oliemolenakkoord. Voor structuurversterking landbouw in Groningen, Fryslân en Drenthe is in de bestuursovereenkomst vastgelegd de intentie dat het ministerie van LNV voor de gehele ILG periode € 16,5 miljoen euro beschikbaar heeft. Voor Noord Nederland is € 13,29 miljoen opgenomen. Tijdens de Midterm Review zal bij gebleken tekort dit bedrag worden aangevuld tot maximaal € 16,5 miljoen voor Noord Nederland. Uit onze analyse blijkt dat het budget voor landbouwstructuurversterking tekort is, zodat gevolg moet worden gegeven aan het oliemolenakkoord, en het budget voor Noord Nederland moet worden aangevuld. 2.5 Nulmeting op kaart. Bij aanvang van de bestuursovereenkomst bleek een onvolledig beeld te bestaan van de stand van zaken ten aanzien van de verwerving, inrichting en beheer van de EHS. Onduidelijke definiëring is daar een belangrijke oorzaak van geweest. Dit heeft er toe geleid dat de provincies samen met het rijk de Nulmeting op kaart hebben opgezet om tot een gezamenlijk vastgesteld beeld te komen van de restanttaakstelling voor de EHS. De cijfers uit het PEIL format en de NOK kunnen verschillen. Dit wordt veroorzaakt door het gebruik van verschillende definities van wat is ingericht of verworven. Nulmeting op kaart (stand 1 januari 2007)). In 2009 is na een uitgebreid overleg tussen betrokkenen en onderzoek in samenwerking met DLG een nauwkeuriger beeld ontstaan van de werkelijke aangekochte hectares en hun stadium van inrichting. Deze zijn op kaart gezet en in tabellen verwerkt. Het geheel noemen we nulmeting op kaart 2007. LNV en IPO hebben overeenstemming bereikt over deze nulmeting op kaart 2007 (zie bijlage 2 a en 2 b). Natuurmeting op kaart (stand 1 januari 2010) Op basis van de nulmeting op kaart is vervolgens de situatie per 1-1-2010 in beeld gebracht in de “Natuurmeting op Kaart”. De belangrijkste bevindingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. In bijlage 3 a en 3 b zijn de bijbehorende kaarten opgenomen. EHS-nieuwe natuur - inrichting Ingericht Onderhanden Financieel onderhanden SN ingericht (bron: Dienst Regelingen) SN onderhanden (bron: Dienst Regelingen) Niet ingericht Niet begrensd Totaal ingericht EHS-zoekgebied – inrichting Ingericht Onderhanden Financieel onderhanden Niet ingericht Niet begrensd Totaal ingericht
2007 4.441,3 1.560,7
2010 5.925,9 896,9 764,7 31,2
Toename 1.484,6
323,3 6.734,3 1.008,0 15.684,4
323,3
28,9
2010 11,5 48,0
Toename 11,5 19,1
253,6 267,50 550,0
223,0 267,5 550,0
8.674,4 1.008,0 15.684,4 2007
73
Afname 663,8
764,7 31,2
1.940,1
Afname
30,6
Inrichting - Buiten begrenzing Ingericht Onderhanden Financieel onderhanden Niet ingericht Niet begrensd Totaal ingericht
2010 37,5 5,3 125,9
168,7
De Natuurmeting op kaart bevat de feitelijk, fysieke situatie van de natuur Fryslân. De natuurmeting bevat andere definities en dus ook andere cijfers dan de PEIL cijfers voor verwerving, inrichting etc. Wij nemen de Natuurmeting als uitgangspunt voor de feitelijke realisatie. Het ware wenselijk de administratiesystematiek die DLG moet hanteren, aan te passen zodanig dat de verbinding tussen Nulmeting op kaart en verantwoording via PEIL wordt gelegd.
74
Hoofdstuk 3
Procesinformatie MTR 2010.
3.1. Inleiding. Landelijk is de afspraak gemaakt om in het kader van de Midterm Review (MTR) van de ILGBestuursOvereenkomst 2007-2013, naast de oplevering van de cijfers en de operationele doelen, ook te rapporteren over het proces rond de uitvoering van het ILG. Het gaat dan om de samenwerking tussen het Rijk, de provincie en andere in de gebieden opererende overheden en organisaties en de uitvoering door rijksdiensten. Daarbij is ook van belang de vooruitblik naar het tweede deel van deze ILG-periode. Het ILG is ondergebracht in het provinciaal meerjarenprogramma Landelijk Gebied (pMJP), waarin de rijks en de provinciale doelen voor het landelijk gebied zijn opgenomen. De procesrapportage is tot stand gekomen door gebruik te maken van bestaande rapportages en kennis binnen de provinciale organisatie. Daarnaast hebben wij onze doelgroepen via werkbijeenkomsten in de provincie gevraagd om aan te geven hoe men vindt dat het ILG functioneert en wat men van de rol van de provincie daarin vindt. Op 17 juni is een symposium gehouden om de MTR resultaten te presenteren en om commitment te vragen voor de ILG periode tot en met 2013. Doel van de proces evaluatie is om aan te geven of: - Integraal gebiedsgericht werken ook inderdaad oplevert wat het ILG wil? - Partijen daadwerkelijk anders en beter worden betrokken? - Het lukt om relaties te leggen en te onderhouden? En als dat is gelukt, ontstaat er dan mede-eigenaarschap? - We synergie hebben bewerkstelligd? Hebben we dingen goedkoper kunnen doen? Sneller? Beter? - Er daarnaast nog voordelen zijn geweest van integraal gebiedsgericht werken boven een sectorale aanpak en waar heeft deze laatste de voorkeur gekregen en waarom?
3.2 Filosofie van pMJP en ILG. De filosofie van het pMJP en het ILG is dat door integraal en in samenwerking met gebiedspartners te werken het mogelijk is om op een efficiëntere (sneller werken, werk met werk maken) en effectievere (met minder geld meer doelen) wijze de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied te verbeteren. Efficiënter omdat de provincie dichter op de uitvoering van de projecten zit, en doordat de focus vooral op de prestaties wordt gericht. Daarnaast biedt de manier van programmeren met het ILG en het pMJP flexibiliteit in het inzetten van de middelen over de jaren. Draagvlak is beter te realiseren en de middelen worden makkelijker met elkaar verbonden omdat deze in één hand liggen. 3.3 Interne Organisatie. Voordat het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) werd ingesteld, was de uitvoering van het provinciale Landelijk gebied verspreid over verschillende beleids- en uitvoeringsafdelingen, verschillende financieringsregelingen vanuit het rijk, verschillende provinciale verordeningen en ca 25 provinciale cofinancieringfondsen. Een goede coördinatie was daarmee lastig. Het ILG heeft de mogelijkheid gebracht om hierin een structurele wijziging aan te brengen.
75
Organisatie in de ILG periode. Uitgangspunt bij de organisatie rond het ILG/pMJP is dat een directe koppeling wordt gelegd tussen het beleid van provincie, rijk en gebiedspartners voor het landelijk gebied en de uitvoering van dat beleid. De provincie heeft daarbij de regie. Zij voert die ondermeer door te sturen op operationele doelen. Provinciale Staten hebben op 16 december 2006 een samenhangend uitvoeringsprogramma vastgesteld, het Provinciaal Meerjaren Programma Landelijk Gebied (pMJP). Hierin zijn zowel de rijksdoelen opgenomen, als de zuiver provinciale doelen. Daarnaast is geregeld dat 1 provinciaal cofinancieringbudget beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van het pMJP voor de periode 2007 tot en met 2013, het Frysk Ynfestjearringsbudzjet Lânlik Gebiet (FYLG). Dit budget wordt ingezet als cofinanciering van de rijksdoelen, de Europese middelen maar ook voor de zuiver provinciale doelen. De provinciale directie heeft besloten de uitvoering van het pMJP/ILG waaronder het programmabeheer, proces en prestatiemonitoring, projectontwikkeling en projectverwerving onder te brengen in 1 afdeling, namelijk de afdeling Programma‟s en Projecten Landelijk gebied (PPLG). De afdeling is ook verantwoordelijk voor het afgeven van beschikkingen voor de subsidies in het kader van dit pMJP en voor het projectbeheer. Bij de afdeling werken ca 25 personen. In de afdeling zijn vier disciplines te onderscheiden. Dat zijn: - programmering, - gebiedsgerichte ontwikkeling, - grondzaken, - beheer natuur en landschap. De beleidsafdelingen zijn feitelijk degenen die naast het beleid, ook de financiering van de uitvoering ervan regelen. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de effectmonitoring. Op het moment dat het beleid is vastgesteld en de middelen voor de uitvoering zijn geregeld gaat de uitvoering ervan en de daarvoor gereserveerde middelen naar de afdeling PPLG. Beschikken en projectbeheer. De Afdeling „Programma‟s en Projecten Landelijk Gebied‟ richt zich op het organiseren van het beschikken van de ILG, FYLG en POP middelen. Tevens coördineert de afdeling de prestaties, budgetten en financiën en daarnaast het proces van het gehele pMJP. De DLG is het betaalorgaan voor de middelen uit het Europese Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP). In de uitvoering van het pMJP is een belangrijke rol weggelegd voor de Dienst Landelijk Gebied (DLG) die de feitelijke beschikkingen voor de ILG en FYLG budgetten, maar ook de uitvoering van de grotere gebiedsprojecten regelt en dan verder begeleid. DLG geeft dus met instemming van GS beschikkingen af voor deze budgetten en houdt daarvan ook de voortgang en uitputting bij, via een eigen projectregistratiesysteem. Voor het onderdeel FYLG maakt de provinciale afdeling Subsidiezaken voor onderdelen van het pMJP ook beschikkingen. Het gaat daarbij vooral om de doelen Plattelandsbeleid en recreatie en toerisme. De verdere financiële afhandeling wordt dan ook bij DLG neergelegd. Werkt het. Wat heel goed werkt is het gegeven dat met een programma wordt gewerkt. Tevens dat het een zeven jarig programma betreft. Met de daarmee gepaard gaande wijzigingen in organisatie en financieringswijze valt te constateren dat de uitvoering van maatregelen in het Landelijk Gebied effectiever en efficiënter gaat. Bv. het FYLG betekent dat niet ieder jaar opnieuw voor diverse beleidsterreinen budgetten moeten worden geregeld.
76
Ook maakt de grootte van de afdeling het mogelijk om meer specifieke expertise, zoals programmeren en financiën, binnen 1 afdeling te realiseren. Dat was voorheen verspreid over verschillende afdelingen en werd er vaak bij gedaan. Verder is de bundeling van diverse activiteiten op het landelijk gebied in één afdeling positief voor de interne coördinatie. We zitten dicht bij elkaar, vinden elkaar makkelijk wat de snelheid van uitvoering en de kwaliteit bevordert. 3.4. Externe organisatie. Uitgangspunt is om meervoudige vragen in een gebied altijd integraal aan te pakken. Daarbij speelt de grootte van het gebied een rol, voor een natuurgebied van 10 ha is het minder zinvol om deze gebiedsgericht aan te pakken. Het moet gaan om meervoudige problemen met een aantal belanghebbenden. Ten aanzien van de ILG doelen zijn 3 gebiedsgerichte samenwerkingsvormen te onderscheiden: - de Landinrichting die van oudsher wordt toegepast, - de integrale gebiedsgerichte aanpak voor nieuwe projecten en - de Plattelânsprojekten organisatie die vooral voor de provinciale doelen werkt. Bij deze vormen zijn, afhankelijk van de problematiek en de mogelijke oplossingen ervoor diverse partijen betrokken. Gemeenten, het Waterschap, de Landbouworganisaties dan wel de Landbouw coöperaties, Natuurverenigingen, Landschapsorganisaties, dorpsbelang, etc. De integratie van alle uitvoeringstaken van het Landelijk Gebied in één afdeling maakt het mogelijk om sectorale doelen in integrale projecten worden mee te nemen. Voor de gebiedsgerichte uitvoering van dit programma maken wij zoveel mogelijk gebruik van de structuren zoals die al bestonden voor 2007. Hierna zullen we kort stilstaan bij de benutting van bedoelde structuren. Bestuurscommissies inrichting landelijk gebied. In de eerste plaats gaat het dan om de huidige landinrichtingscommissies die wij voor de voorbereiding en uitvoering van landinrichtingsprojecten hebben ingesteld. Dat gebeurde tot nu toe op grond van de Landinrichtingswet. Met de komst van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) zijn voor de lopende en voor nieuwe inrichtingsprojecten bestuurscommissies ingesteld. Deze commissies hebben in de meeste gevallen een onafhankelijke voorzitter. De leden zijn voorgedragen door de betrokken maatschappelijke organisaties. De secretaris is in de meeste gevallen een medewerker van de Dienst Landelijk Gebied. De bestuurscommissies bereiden samen met de streek inrichtingsplannen voor en voeren deze uit. Meer dan voorheen richten de commissies zich op plattelandsontwikkeling. Plattelânsprojekten. Een belangrijke structuur is die van Plattelânsprojekten met de zes plattelandsgebieden en de zes gebiedsplatforms. De organisatie Plattelânsprojekten is een laagdrempelige, efficiënte en klantvriendelijke eenheid, die in en met het gebied samenwerkt. Plattelânsprojekten hebben projectbureaus in de zes gebieden (tevens LEADER gebieden) en een centrale unit op het provinciehuis. De afdeling vervult een spilfunctie tussen initiatiefnemers van projecten in de regio‟s en het provinciale apparaat. Potentiële indieners kunnen met hun projectvoorstellen bij het projectbureau in hun eigen regio terecht en krijgen hier deskundig advies over opzet, haalbaarheid en financieringsmogelijkheden. Elk van de gebieden heeft ook een gebiedsplatform (gestoeld op de LEADER eisen), bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van gemeenten, doel- en belangengroepen en themadeskundigen uit het gebied. De belangrijkste taak van het platform is het adviseren van Gedeputeerde Staten van Fryslân over de projectvoorstellen uit het gebied. Het gaat hier om een zwaarwegend advies.
77
Nationale landschappen. De twee Friese nationale landschappen, Noardlike Fryske Wâlden en Zuidwest Fryslân zijn organisatorisch ondergebracht bij de Plattelânsprojektgebieden Noord oost Fryslân en Zuidwest Fryslân. Naast het bestaande gebiedsplatform is voor de nationale landschappen een uitbreiding van dit platform gerealiseerd met vertegenwoordigers van doelgroepen die specifieke kennis van de nationale landschappen hebben. In de Noardlike Fryske Walden is daarnaast nog een Stuurgroep actief voor de utvoering van het Nationaal landschap. Overlegorganen Nationale Parken. Het Ministerie van LNV heeft in Fryslân vier Nationale Parken ingesteld: Schiermonnikoog en de Âlde Feanen liggen geheel binnen de provinciale grenzen. De andere twee zijn Lauwersmeer (ook een deel in Groningen) en het Drents Friese Woud (deels in Drenthe). In elk park is een overlegorgaan actief dat de geplande werkzaamheden stuurt op basis van een Beheers- en Inrichtingsplan. Het overlegorgaan heeft een onafhankelijke voorzitter. De leden zijn vertegenwoordigers van alle betrokken instanties. De secretaris is in dienst van de provincie. Kleinere, gebiedsgerichte projecten. Het gaat hierbij om de ontwikkeling en verwerving van kleinere, gebiedsgerichte projecten met een sectoraal karakter, vooral op het gebied van milieu, sociaal economische vitaliteit van het platteland, recreatie en toerisme en landschap. Het initiatief voor dit type projecten komt meestal uit het gebied zelf (bottom-up). Deze taak zal voornamelijk door de projectbureaus van Plattelânsprojekten worden uitgevoerd. De projectbureaus fungeren hierbij als een soort subsidieloket. 3.5. Samenwerking. De samenwerking met de betrokkenen in het landelijk gebied is essentieel. De provincie heeft in de afgelopen jaren dan ook veel tijd geïnvesteerd in het proces. Daarnaast is de provincie gegroeid in haar rol als regisseur in het Landelijk gebied. Een beeld dat wordt gedeeld door de gebiedspartners. De provincie heeft een traditie om gebiedsopgaven in goede harmonie met de gebiedspartners op te pakken waarbij adviescommissies een belangrijke rol spelen. Daar hebben wij dan ook niets aan veranderd, sterker we hebben dit nog geïntensiveerd. Samenwerking met LNV. De samenwerking vindt plaats in de lijn van het ILG, loslaten en vertrouwen. Daarbij blijft nog steeds de ruimte, in goede harmonie, om elkaar aan te spreken over zaken waar vragen over zijn of als er problemen zijn. Er is regelmatig bestuurlijk en ambtelijk overleg met de Directie Regionale Zaken Noord over allerlei ILG gerelateerde zaken. Deze zijn vaak informatief, maar ook geschilpunten komen aan de orde. Een voorbeeld is dat het invullen van het PEIL format ambtelijk altijd gezamenlijk wordt besproken met de DRZ en de noordelijke provincies. Daarmee wordt duidelijk of er gemeenschappelijke zaken spelen die dan door DRZ opgepakt kunnen worden. De samenwerking op ambtelijk niveau is dan ook goed. We weten elkaar makkelijk te vinden. Er wordt oplossingsgericht gewerkt Samenwerking met DLG/DR. De provincie Fryslân maakt optimaal gebruik van de diensten van DLG. DLG verzorgt de grondverwerving, het ruilen van de gronden, zij verzorgen de secretariaten van de landinrichtingscommissies en gebiedscommissies, de uitvoering van de maatregelen
78
in de gebieden, coördineert, doet/regelt onderzoeken tbv de uitvoering. Daarnaast verleent, begeleidt en verzorgt DLG de financiële afwikkeling van de ILG en FYLG beschikkingen. Daar waar de provincie nog beschikkingen maakt, verzorgt de DLG de financiële afwikkeling ervan. Provinciale medewerkers en medewerkers van DLG hebben vrijwel dagelijks contact over de uitvoering van het pMJP. Bijzonder is dat de drie noordelijke provincies regelmatig samen met DLG overleg hebben over de uitvoering van het ILG. Daarbij wordt informatie uitgewisseld en worden met DLG afspraken gemaakt over rapportage, samenwerking, financiële afwikkeling en komen problemen aan de orde. Dat vindt vooral plaats rond de rapportage van het PEIL format. Zo zijn voor de MTR al in augustus 2009 afspraken met DLG gemaakt over de PEIL rapportage over 2010. De rapportage van DLG heeft zowel de provincie als DLG veel moeite gekost. DLG heeft de rapportage moeten omvormen van een projectenrapportage naar een rapportage over de ILG/provinciale doelen. Dat geldt ook voor de financiële rapportage. Als gevolg van de nauwe samenwerking is veel bereikt in verbetering van de systemen en de rapportages. Er wordt hard gewerkt aan de aansluiting met de provinciale begroting waar al grote vorderingen zijn gemaakt. De provincie heeft ook eigen middelen ingezet om opdrachten aan DLG te betalen. Daarnaast zijn medewerkers van DLG bij de afdeling PPLG ingehuurd om de coördinatie en uitvoering van Landinrichtingsprojecten namens de provincie ter hand te nemen. Iedere maand krijgt de provincie een overzicht van de betalingen en verplichtingen. 3 Keer per jaar wordt een uitgebreide rapportage aangeleverd, waarvan de laatste het gehele voorgaande jaar betreft. Zorg bij DLG blijft dat zij verschillende registratiesystemen hebben, die niet zijn toegesneden op integrale projecten. Daarbij kan nog wel worden gemeld dat in Noord Nederland de rapportage over prestaties en financiën enorm zijn verbeterd. Samenwerking in de regio. De provincie hecht er zeer aan om de ontwikkeling van het Landelijke gebied samen met de bewoners en doelgroepen aan te pakken. In het kader van de Midterm Review heeft de provincie dan ook de gelegenheid aangegrepen om de bij de uitvoering betrokken doelgroepen te vragen hoe men vindt dat de provincie de ontwikkeling van het landelijke gebied oppakt. Dit is gedaan door in april 2010 een drietal werkbijeenkomsten te organiseren namelijk in Drachten, Dokkum en Sneek, dus goed verdeeld over de provincie. Daar zijn we in gesprek gegaan met de doelgroepen. Het verslag daarvan treft u als bijlage 4 bij deze rapportage aan. Wat daar opviel was dat men over het algemeen zeer tevreden was over de provincie en de aanpak. Wel vond men dat subsidies soms lang op zich laten wachten. Tevens had men zorgen over de budgetten in relatie tot bezuinigingen. Op basis van de uitkomsten van deze drie werkbijeenkomsten is op 17 juni 2010 een symposium georganiseerd, waar de meeste betrokken doelgroepen aanwezig waren. Daar is eerst gesproken over de resultaten van het pMJP tot nu toe. Vervolgens is naar de toekomst gekeken (zie ook bijlage 4). De partners hebben hun tevredenheid uitgesproken over het bestaande programma en de wijze waarop de provincie dit uitvoert en ze zijn bereid ook in het vervolgtraject hun bijdrage te leveren Uiteraard had men ook een aantal opmerkingen over de uitvoering. Vooral op het gebied van de subsidieverlening constateerde men dat het proces daar te lang duurt. De opmerkingen zijn voor de provincie dan ook aanleiding om te kijken op welke wijze dat proces beter gestroomlijnd kan worden.
79
Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar het verslag van het symposium van 17 juni j.l. (zie bijlage 4 en 5).
80
Hoofdstuk 4.
4.1
Toelichting per Doel.
Landbouw
4.1.1. Grondgebonden landbouw Korte omschrijving Operationeel Doel Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw door: * vergroting van de landbouwkavels met ten minste 10% t.o.v. de uitgangssituatie in het plangebied; * verbetering van de betreffende landbouwkavels.
Afspraken bestuursovereenkomst, de geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013
Bestuursovereenkomst In uitvoering
Inrichting grondgebonden landbouw Financiën
20.173 ha
*
Bestuursovereenkomst ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP budget
:
5.630.000 5.630.000 11.260.000*
Doorlopende verplichting :
7.070.000
Gerealiseerd in 2009
2668 ha Verplicht
2278 ha Betaald
1.326.000 94.000 450.000
3.506.000 143.000
10.475.000
* Op oude berekeningswijze gebaseerd. In de nieuwe berekeningswijze komt de taakstelling op 11.470 ha en zijn we nu halverwege. ** POP budget is niet vastgelegd in bestuursovereenkomst, maar toegevoegd voor de compleetheid. Toelichting. Door de Dienst Landelijk Gebied is in opdracht van de provincies en het Rijk de berekeningsystematiek van de aantallen gerealiseerde hectares aangepast. De cijfers hier en in het PEIL format weergegeven zijn daarop gebaseerd. De bestuursafspraak van 20.173 ha is door Dienst landelijk gebied herberekend op 11.470 ha. Lopende verplichtingen Grondgebonden landbouw. Op de lopende verplichting Grondgebonden Landbouw, is op dit moment al een tekort van € 3.405.000, -. Volgens het PWC rapport, dat de lopende verplichtingen van voor 2007 in beeld heeft gebracht, heeft de provincie een lopende verplichting van € 19.020.375, - . In de Bestuursovereenkomst is uitgegaan van een indicatief bedrag van € 7.0700.000, -. Daarmee kan het tekort dus maximaal oplopen tot € 11.950.000, -. In de Bestuursovereenkomst (BO) is namelijk uitgegaan van een voorlopig overzicht van de indicatieve cijfers die behoren bij de lopende verplichtingen die zijn weergegeven op basis van het MJP 2. Gesteld is in de BO dat de definitieve cijfers pas geleverd kunnen worden op 1 juli 2007, na afronding van het project „Overdracht lopende verplichtingen”.
81
(zie ook BO, Artikel 4, lid 4 Zodra de definitieve verplichtingenstand bekend en de bijbehorende risico‟s bekend zijn, zullen de provincie Fryslân en het Rijk hierover in overleg treden. Indien nodig zal de Bestuursovereenkomst hierop worden aangepast). De definitieve cijfers en het overleg met de eventuele aanpassing zijn nog niet geweest. In het kader van deze Midterm Review zullen hierover afspraken gemaakt moeten worden. Analyse van de cijfers. Het ILG budget is al voor 86% uitgeput (verplicht en betaald). Het provinciale FYLG budget, bedoeld voor cofinanciering ILG/POP, lijkt nog grotendeels beschikbaar. Echter, op deze posten rusten ook rentekosten (€ 323.000 in 2009) en een risicovoorziening (€ 4.263.000) voor landbouwgrond dat als ruilgrond is aangekocht. Deze aangekochte gronden worden voorgefinancierd door de provincie uit het Investeringskrediet Grond (IKG). De risicovoorziening vervalt wanneer de grond wordt doorverkocht. Maar omdat het IKG als een revolving fund functioneert, zal steeds opnieuw een risicovoorziening worden getroffen. Dit geld is dus “dood” geld, en beperkt zo de mogelijkheden tot aankoop ten behoeve van en voortgang van de landbouwstructuurverbetering. De risicovoorziening zouden wij kunnen laten vervallen en alsnog inzetten ten behoeve van voorfinanciering indien het rijk zich garant verklaart om verplichtingen ten aanzien van aangekochte gronden over te nemen wanneer onverhoopt het ILG zou worden gerecentraliseerd of als er geen tweede ILG periode zou komen. Het POP budget is vanwege onbekendheid met de regeling en om juridisch-technische redenen nog nauwelijks aangesproken. Hier moet een inhaalslag gepleegd worden. Toekomstverwachting. Er zijn op dit moment 26 landinrichtingsprojecten in uitvoering. De verwachting is dat binnen deze projecten de doelstellingen voor natuur en landbouw gerealiseerd kunnen worden, als de beschikbare rijksmiddelen niet de beperkende factor zou zijn. Met het oog op de beschikbare financiën wordt verwacht dat 2/3 van de prestaties kan worden gerealiseerd. Uit de analyse blijkt dat we een tekort hebben voor de uitvoering van de landbouwstructuur. Daarom is het ook van belang dat de afspraken van het oliemolenakkoord worden nagekomen. Daarbij ontstaat in de uitvoering wel een probleem. Om voortgang in de inrichting van het landelijk gebied te houden zullen nieuwe landinrichting/gebiedsprojecten gestart moeten worden. Deze zullen onvermijdelijk tot verplichtingen leiden na 2013. In deze ILG periode kunnen slechts verplichtingen tot en met 2013 worden aangegaan. Als geen duidelijkheid komt of deze lopende verplichtingen ook na 2013 kunnen worden gefinancierd, betekent dit dat de provincie geen nieuwe projecten meer zal opstarten. Bespreekpunten: 1. Tekort op (oude) lopende verplichtingen 2. Tekort op dit doel in relatie met Oliemolenakkoord 3. Bijstellen prestaties als gevolg van berekeningsmethode 4. Vervolg van ILG toegespitst op: Overname (nieuwe en oude) lopende verplichtingen inclusief aangekochte gronden. Overname zachte verplichtingen (overname van Pijplijn projecten).
82
4.1.2. Duurzame Landbouw.
Korte omschrijving Operationeel Doel De landbouw maakt duurzaam gebruik van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen.
Duurzaam ondernemen Bevorderen van een duurzame productie door de land- en tuinbouw door: * verminderen gebruik gewasbeschermingsmiddelen, mineralen en energie. * het sluiten van kringlopen van mineralen. * bevorderen duurzaam bodemgebruik. * het gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen. * hergebruik van reststoffen.
* bijdragen aan een vergroening van de economie (biobased economy).
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 pilots (aantal)
Bestuursovereenkomst 9
Financiën
Bestuursovereenkomst Verplicht Betaald 830.000 140.000 83.000 1.520.000 290.158 241.381 : 250.000 52.898
ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP budget
In uitvoering 2
Stand 2009 1
Toelichting. Voor dit doel geldt dat voor de uitvoering van projecten duurzaam ondernemen zowel een provinciaal als een rijks budget beschikbaar is. Analyse van de cijfers. In totaal zijn 13 projecten gehonoreerd, waarvan 1 project/pilot wordt gefinancierd uit ILG middelen, de overige uit provinciale middelen. Dit houdt in dat van de afgesproken 9 pilots er 1 is gerealiseerd. Dat er nog zo weinig is gerealiseerd van het rijksdoel is gelegen in het feit dat het ILG budget pas inzetbaar is na instemming/goedkeuring van het Ministerie van VROM. Daarbij worden speciale eisen gesteld aan de projecten, die voor individuele initiatiefnemers niet altijd goed in te vullen zijn, o.a. vergaande (en dus dure) monitoringseisen. Er is één project gehonoreerd (“Duurzame landschapsmaïs”) en er liggen 2 aanvragen voor een ILG bijdrage op de plank. Het POP budget is tot op heden niet gebruikt omdat de beschikkingen door de Dienst regelingen moeten worden afgegeven. Dienst Regelingen (DR) is de instantie die de beschikkingen verleent en controleert. Dit blijkt een lastig en moeizaam proces. Maar ook een duur proces, omdat de provincie de DR hiervoor per aanvraag moet betalen. Er loopt nu wel één projectaanvraag om ervaring op te doen. Door bovenstaande omstandigheden is tot nu toe vooral het FYLG budget aangesproken; daarmee vermindert de mogelijkheid tot cofinanciering van POP en ILG.
83
Toekomstverwachting. Het project “Maïs onder folie 2” is begin 2010 positief beschikt. Het project “Kwaliteit en duurzaamheid Zachtfruit” ligt nog ter beoordeling bij VROM maar is vrijwel rijp voor beschikking. De verwachting is dat nu met een beter zicht op de eisen van VROM de prestatie (9 Pilots) gerealiseerd kan worden. Er wordt nu gericht gezocht naar goede projecten. Bespreekpunten: Volledige decentralisatie van de uitvoering van dit doel naar de provincie. 4.1.3. Duurzaam glastuinbouw gebied Berlikum. In de bestuursovereenkomst is voor het realiseren van een nieuw duurzaam glastuinbouwgebied in Berlikum/Sexbierum een budget toegekend van € 3.600.000, -. De bijbehorende prestatie is 100 ha. Het budget is afkomstig uit de STIDUG regeling (Stimuleringsregeling duurzame glastuinbouwgebieden), het totale project zal naar verwachting een tienvoud hiervan kosten. De Stuurgroep Waddenglas, waarin provincie, gemeente en DLG zitting hebben, heeft de regie over de realisatie. Van de 100 ha is inmiddels 40 ha bouwrijp gemaakt. Het totale budget is ter beschikking gesteld aan de organisatie die het glastuinbouw gebied realiseert onder regie van de gemeente.
84
4.2
Natuur.
Korte omschrijving Operationeel Doel Realisatie van een samenhangend netwerk van natuurgebieden, waarbij: * inrichting en beheer wordt gerealiseerd conform afspraken tussen Rijk en provincies over natuurkwaliteit. * de gebieden volledig zijn opengesteld voor recreatief gebruik, behoudens daar waar sprake is van maatregelen in verband met specifieke beschermingsdoelstellingen. * bijzondere cultuurhistorische of landschappelijke kwaliteiten leidend zijn voor de realisatie van de EHS. * planologische bescherming plaatsvindt. Relevante afspraken hierbij: * Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) * Financieringsafspraak bufferzones * Samenwerkingsafspraak Veiligheid en Natte Natuur .
Afspraken bestuursovereenkomst, de geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 Verwerving EHS Inrichting EHS Programmabeheer
Bestuursovereenkomst in uitvoering : : :
Financiën Verwerving EHS ILG (SBB) ILG (PNB) Totaal FYLG budget 2007-2013
2.198 ha 3.409 ha 33.941 ha
910
gerealiseerd in 2009 729 ha 1.069 ha 30.002 ha
: : : :
Bestuursovereenkomst 19.660.000 25.050.000 44.710.000 6.150.000
Verplicht 1.067.000 1.067.000 5.961
Betaald 7.454.000 1.620.000 9.074.000 1.540.000
Financiën Inrichting EHS* ILG : FYLG budget 2007-2013 :
Bestuursovereenkomst 35.840.000 0
Verplicht 8.531.621 269.335
Betaald 2.348.694 121.044
Financiën Programmabeheer EHS ILG :
Bestuursovereenkomst 142.312.000
Verplicht 37.024.000
Betaald 51.103.000
4.2.1 Algemeen. De realisatie van de EHS gebeurt via twee sporen: Het projecten spoor via Dienst Landelijk Gebied (DLG) waarbij verwerving, inrichting en overdracht plaats vindt aan natuurbeherende organisaties (TBO‟s) zoals Staatsbosbeheer, It Fryske Gea en Natuurmonumenten. Het andere spoor loopt via Dienst Regelingen (DR), waarbij niet verworven wordt maar een subsidie gegeven voor functie verandering aan particuliere natuurbeheerders. Ook subsidiëring van de inrichting vindt dan via DR plaats. De cijfers uit het PEIL format en de NOK2007 en NOK 2010 kunnen verschillen. Dit wordt veroorzaakt door het gebruik van verschillende definities van wat is ingericht of verworven. 4.2.2 Verwerving EHS. In de bestuursovereenkomst is afgesproken dat in de ILG periode 2250 hectare binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wordt aangekocht.
85
De taakstelling van 2250 ha is verlaagd naar 2198, omdat 52 hectare is “afgestaan” aan Limburg. Dit is in het PEIL format nog niet verwerkt. Het proces van verwerving vindt vooral plaats binnen de Landinrichtingsprojecten. De Landinrichtingscommissies krijgen bij instelling van hun commissie een taakstelling mee die via aankopen en ruilen gerealiseerd worden. Tegelijkertijd wordt de landbouwstructuur verbeterd. Het organiseren van het draagvlak en de zoektocht naar een optimalisering van natuur én landbouw heeft een zekere aanlooptijd nodig. Bovendien leidt vrijwilligheid tot het wachten op kansen, die zich soms vroeger, soms later aanbieden. Vrijwilligheid bemoeilijkt een planmatige benadering maar verhoogt wel het draagvlak. Grondaankopen vinden meestal plaats in de vorm van gehele bedrijven, inclusief opstallen. Dat biedt de ondernemende agrariër het beste perspectief op een nieuw begin elders. Een deel van de grond blijft landbouwgrond, een deel is voor natuur bedoeld. Vaak zijn meerdere aankopen nodig alvorens de plannen voor inrichting kunnen worden gemaakt. Het heeft bijvoorbeeld geen zin de helft van een hydrologische eenheid in te richten, terwijl de andere helft nog als landbouwgrond in gebruik is. Ook komt het voor dat er meer eigenaren de grond in het bezit hebben. Pas als met de laatste overeenstemming is bereikt kan tot verdere planvorming en inrichting worden overgegaan. De aankopen worden voorgefinancierd door de provincie uit het Investeringskrediet Grond (IKG). Als voldoende grond in bezit is, wordt het natuurdoel nader uitgewerkt in inrichtingsvereisten. Bij het maken van de inrichtingsschets voor het gebied worden landbouwstructuurverbetering, recreatie (o.a. infrastructuur), archeologie, waterinfrastructuur en andere aspecten meegenomen. Ook hier kan vertraging optreden doordat éérst de toekomstige eigenaar gezocht wordt (kan het een particulier zijn? Welke particulier is dan geïnteresseerd? Komen we tot overeenstemming inclusief de beheerskosten? Moeten we toch alsnog naar een Terrein beherende organisatie (TBO) overstappen?). Pas nadat de toekomstige eigenaar bekend is, wordt met deze eigenaar de inrichting besproken. Dan wordt het inrichtingsplan gemaakt, dat vervolgens de inspraak in gaat. Daarna worden de bestekken gemaakt en kunnen de machines het land in. De inrichtingskosten worden vrijwel geheel betaald uit het ILG, tenzij andere financiers ook belang hebben bij de inrichting (waterschap, gemeenten). Nog één a twee jaar later is het gebied klaar om over te dragen aan de eigenaar Op het moment van overdracht ná bestemmingswijziging komen meestal het budget voor Particuliere Natuurbeherende Instanties (PNB) en het ILG budget voor verwerving pas in beeld. Het ILG budget subsidieert 100% van de aankoop van natuur en is uitsluitend bestemd voor Staatsbosbeheer. Het PNB budget (ten laste van het Groenfonds) is bestemd voor de overige natuurbeheerders Natuurmomenten, Fryske Gea en particulieren. Het PNB budget geeft 50% aankoopsubsidie aan de terreinbeherende organisaties (TBO‟s), die daarmee de provincie terug betaalt. De provincie betaalt de andere 50%. Voor de Particuliere Natuurbeheerder wordt de waardevermindering van de grond vergoed. Ook dit komt voor 50% uit het PNB budget en de rest wordt eveneens door de provincie betaald.
86
Analyse van de cijfers De verwerving van de EHS is in 2009 goed op gang gekomen, dankzij de provinciale voorfinancieringsconstructie met het Investerings Krediet Grond (IKG) dat in 2009 is ingesteld. Binnen de 729 verworven hectares (ca. 1/3 van de taakstelling) is 433 ha als ruilgrond aangekocht. Dit kan voorlopig nog niet doorgeleverd worden. Met de aankopen die wel doorgeleverd zijn, is € 7,4 miljoen uitgegeven ten laste van het ILG budget voor aankopen ten behoeve van Staatsbosbeheer. De nog niet doorgeleverde hectares zijn uit het provinciale Investeringskrediet voorgefinancierd. Dit behelst ca. 16 miljoen. Te zijner tijd zal deze grond doorgeleverd worden aan een beheerder. Aangezien doorlevering plaatsvindt tegen historische kostprijs, moet dit bedrag, afhankelijk van de toekomstige eigenaar, óók als verplichting op het Groenfonds en/of ILG drukken. De registratie via PEIL is hier echter niet op toegesneden. Geconstateerd kan worden dat met de gestegen grondprijs onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de taakstelling voor verwerving te realiseren (prijspeil 2009 is ca. 37.000 euro per hectare, terwijl de bestuursovereenkomst uitgaat van 22.365 euro per hectare). Als de grondprijs stabiliseert op het huidige niveau zal aan het eind van de ILG periode 2/3 van de taakstelling gehaald worden. Dit is ook, in vergelijking met voorgaande jaren, een realistischer tempo. Op deze posten rusten ook rentekosten en een risicovoorziening voor natuurgrond. Deze aangekochte gronden worden voorgefinancierd door de provincie uit het Investeringskrediet Grond (IKG). De risicovoorziening vervalt wanneer de grond wordt doorgeleverd. Maar omdat het IKG als een revolving fund functioneert, zal steeds opnieuw een risicovoorziening worden getroffen. 4.2.3 BBL bezit. Toelichting. Er is nog een andere “geldstroom” beschikbaar om de EHS te realiseren. Bij het afsluiten van de bestuursovereenkomst is het grondbezit van LNV meegegeven. Dit is grond die in de ruilverkavelingprojecten voor 2007 aangekocht is. Daar is nog een deel van dat niet is doorgeleverd. We noemen dit het BBL bezit. BBL bezit kan zowel binnen als buiten de EHS liggen. BBL bezit binnen de EHS wordt per definitie na inrichting doorgeleverd aan Staatsbosbeheer. BBL bezit buiten de EHS is ruilgrond ten behoeve van aankoop van grond binnen de EHS grens. BBL bezit.
BBL bezit totaal
inschatting 2006
Werkelijke situatie in Nulmeting op kaart 2007
1.662 ha
1.214 ha
Stand van zaken in Natuurmeting op kaart 2010 1.232 ha
Waarvan BBL bezit binnen de EHS
672 ha
812 ha
Waarvan BBL bezit buiten de EHS De waarde van BBL bezit buiten de EHS
542 ha
420 ha
1 op 1 uit te ruilen
Factor 0,7 toegepast
87
Factor 0,7 toegepast
Bij aanvang van het ILG was de veronderstelling dat 1662 hectares in bezit waren van BBL. Na een grondige analyse (nulmeting op kaart 2007) bleek dit tegen te vallen: feitelijk was 1446 hectare in bezit van BBL. De veronderstelling in de bestuursovereenkomst was dat iedere hectare BBL grond buiten de EHS geruild zou kunnen worden met 1 hectare binnen de EHS. Dit blijkt te optimistisch. Ruilen vergt extra kosten voor taxaties, notaris, opstallen e.d. De inschatting is nu dat voor iedere hectare BBL bezit buiten de EHS 0,7 hectare kan worden aangekocht binnen de EHS. Bij toepassing van deze factor komt het totaal aantal ha in bezit BBL op 1214. Analyse van de cijfers. Bovenstaande heeft consequenties voor de hoeveelheid te realiseren EHS vanuit deze geldstroom. In het PEIL format wordt nog uitgegaan van 1662 ha. te ruilen BBL bezit. In de nulmeting op kaart is geconstateerd dat het feitelijk BBL bezit 1446 ha bedroeg: 674 ha binnen de EHS en 772 ha buiten de EHS. De resultaten moeten vergeleken worden met dit getal. Per 31 december 2009 liggen al 812 hectares binnen de EHS, 600 ha nog niet. Van deze 812 zijn er 564 hectares geruild en doorgeleverd aan Staatsbosbeheer. De rest wacht op doorlevering onder andere omdat het bezit versnipperd ligt en eerst met extra aankopen tot één geheel zal moeten worden gesmeed voor tot inrichting kan worden over gegaan. Bij het ruilen is een geldstroom gelijk aan 34 hectare BBL bezit verloren gegaan, 2,35%. Zoals hiervoor gesteld vergt ruilen extra kosten en verwachten wij in de toekomst dat nog meer op deze wijze verloren zal gaan. 4.2.4 Inrichting. In de bestuursovereenkomst is afgesproken dat in de ILG periode binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) 3409 hectares wordt ingericht. Dit betreft oude en nieuwe gronden in bezit van BBL respectievelijk provincie. Toelichting. De afspraak is dat de terreinbeherende organisaties of particuliere natuurbeheerders de terreinen goed ingericht overgedragen krijgen, zonder financiële belasting voor deze organisaties of particulieren. Binnen onze provincie is voor de drie terreinbeherende organisaties, namelijk It Fryske Gea, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, een verdelingskaart opgesteld. Daarmee wordt aangegeven waar in Fryslân de TBO‟s natuurterreinen toegewezen krijgen. Bij de inrichting loopt de provincie tegen en aantal uitvoeringstechnische problemen aan, die vertraging opleveren. Dit zijn: - Er zijn voor de inrichting van de gronden zo‟n 20 verschillende vergunningen noodzakelijk met alle inspraak en bezwaar mogelijkheden. Dit vertraagt de inrichting behoorlijk. - Omdat de aankoop wat achter blijft zijn er ook minder ha in te richten. - Er kan pas begonnen worden met inrichten als alle ha voor dat deel verworven zijn.. - De bestemming natuur kan pas op een gebied gelegd worden op het moment dat de nieuwe eigenaar bekend is. Vooral bij het particuliere natuurbeheer treedt vertraging op omdat vaak nog niet bekend is wie de eigenaar zal worden. Daar kan dan nog geen inrichtingsplan voor worden opgesteld totdat de eigenaar bekend is. Op dit moment wordt namelijk eerst gekeken of het beheer door een particuliere eigenaar kan worden verricht. De provincie zoekt nog naar mogelijkheden om dit te bespoedigen.
88
Analyse van de cijfers. In de bestuursovereenkomst is afgesproken dat 3409 hectare natuur zal worden ingericht. Per 31 december 2009 was 1069 hectare ingericht en 910 hectare onderhanden. Dit betreft ook BBL bezit voor de nieuwe EHS. Uit de lopende verplichtingen is ook nog eens 1042 ha ingericht, iets meer dan eenderde van de taakstelling en 465 ha onderhanden. Ook hier geldt dat de cijfers van het PEIL niet geheel overeenkomen met die van de NOK 2007 en NOK 2010. Verschillen in de definities zijn er de oorzaak van. De 1069 ha ingericht bestaat uit 67 ha ingericht via de Dienst landelijk Gebied. 500 ha. is ingericht in Gaasterland en 502 ha is SN functiewijziging, via de Dienst Regelingen. Gelijkertijd is de milieukwaliteit/verdrogingssituatie verbeterd in een aantal natuurgebieden dat ook op de TOP lijst gebieden staat. Daar waar dat het geval is, is met een normkostenberekening een correctie gepleegd op de uitgaven voor inrichting. Per hectare is 6.647 euro inrichtingskosten doorgeboekt naar Milieukwaliteit. Daardoor is wat meer ruimte op het budget voor inrichting gekomen. Gerealiseerde dus overgedragen EHS. In totaal is 859 ha overgedragen. Het betreft hier 563 hectares uit “oude” (vóór 2007) landinrichtingsprojecten en 295 nieuw aangekochte hectares (sinds 2007). Van deze laatste is 29 ha overgedragen aan SBB en 266 via de subsidie PNB aan Natuurmonumenten, Fryske Gea of particuliere natuurbeheerders. Opgeteld bij de resultaten uit de pré-WILG periode is van de totale taakstelling van 16.234 hectare voor 2018 inmiddels 10.168 ha nieuwe natuur gerealiseerd en overgedragen per 31 december 2009 via het DLG spoor. Via Subsidie Natuur Functieverandering (het DR spoor) is voor 502 ha. gerealiseerd. Ten opzichte van de taakstelling van 3303 ha. is dit weinig en is duidelijk dat hier een forse inhaalslag gemaakt moet worden. Om de taakstelling te halen is het aanvalsplan Particulier Natuurbeheer opgesteld. 4.2.5 Programma Beheer. In 2009 zijn fundamentele stappen gezet voor de ontwikkeling van het nieuwe programmabeheer. Namelijk het ontwikkelen van het subsidiestelsel voor natuur- en landschapsbeheer (SNL). Daarnaast is de uitvoering van het Programma Beheer volgens het lopende stelsel van gewoon voortgezet. Programma Beheer omvat de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer PSN en de provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN). De uitvoering berust bij de Dienst Regelingen die door de provincie wordt aangestuurd. Toelichting. In de Bestuursovereenkomst is hierover het volgende opgenomen: Als prestatie is aangegeven 33.941 ha waarvan: Subsidieregeling Natuur 2000 (PSN) Subsidieregeling Natuurbeheer functieverandering: Subsidieregeling Agrarisch natuurbeheer (PSAN):
21.239 ha 3.303 ha (particulier natuurbeheer) 9.399 ha (beheergebied)
In totaal is beschikbaar een budget van € 142.312.000, -. Dit budget bevat de middelen voor de lopende verplichtingen uit contracten van voor de ILG periode en het budget voor nieuw af te sluiten contracten in de ILG periode.
89
Analyse van de cijfers. In de PEIL rapportage over 2009 is aangegeven dat er 30.002 ha in beheer is. Subsidieregeling Natuur 2000 (SN): 26.559 ha Subsidieregeling Natuurbeheer functieverandering (SN-f): 502 ha Subsidieregeling Agrarisch natuurbeheer (SAN): 3.383 ha In totaal is verplicht en uitgegeven een bedrag van € 88.127.000. Uit de prestatiegegevens blijkt dat ten aanzien van (P) SN er meer ha onder contract liggen dan in de BO is opgenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat wij minder agrarisch natuurbeheer (beheersgebied) in de EHS toepassen en de ruimte inzetten voor SN door middel van Natuurbeheer door TBO‟s en particulieren. De reden daarvoor is dat een bestemming natuur met een bijbehorend beheerspakket meer zekerheid biedt voor het realiseren van natuurdoelen, dan, een contract onder agrarisch natuurbeheer. Een agrarisch natuurbeheercontract kan na 6 jaar weer gestopt worden. Ook van belang in deze afweging is welk natuurdoel bereikt moet worden. Niet altijd is dan Agrarisch Natuurbeheer de logische keuze. Bijvoorbeeld het natuurdoel “moeras”. Overigens zijn in de omslag van het programmabeheer naar de Subsidieverordening Natuur en landschapbeheer de normbedragen ook aangepast, dwz deze worden hoger. De Subsidieregeling Natuurbeheer, functieverandering door middel van Particulier Natuurbeheer loopt nog achter op de planning. Dit heeft te maken met der lange aanloop van het traject, Inmiddels begint de aanvraag goed te lopen, in 2010 zijn ca. 400 hectares aangevraagd. Inmiddels is problematisch dat het Ministerie van LNV heeft aangegeven dat voor deze regeling nog geen goedkeuring vanuit de EU is. Dit vertraagt de toekenning. 4.2.6. Robuuste natte as (binnen EHS). Op 19 januari 2010 hebben GS de Uitvoeringsnota Robuuste Natte As vastgesteld. Het Rijk heeft 2950 ha speciaal voor de Robuuste Natte As toegewezen. Hiervan moet 658 ha aangekocht worden en 834 ha nieuwe natuur worden ingericht in de periode 2007-2013. Waar mogelijk worden deze projecten integraal uitgevoerd, dat wil zeggen dat er ook gekeken wordt naar kansen voor bijvoorbeeld landbouwstructuurverbetering of vergroting van de waterberging. De overige hectares moeten in de periode 2013-2018 worden gerealiseerd. In de pMJP-periode 2007-2013 zal naar verwachting voor bijna € 22 miljoen aan ILGmiddelen ingezet worden voor de realisatie van de Robuuste Natte as, en ruim € 10 miljoen uit de regeling Particulier Natuurbeheer (Programma Beheer). In de periode 2013-2018 is dan, op basis van de huidige normbedragen, nog een bedrag van ruim € 66 miljoen nodig. Deze bedragen zijn gebaseerd op de standaard normkosten voor robuuste natte as. De feitelijke kosten zijn fors hoger als gevolg van onder andere aanpassing van de infrastructuur. 4.2.7. Oplossen knelpunten robuuste verbindingen. In het kader van het Meerjarenplan Ontsnippering (MJPO) zijn voor Fryslân in de Bestuursovereenkomst vier met naam genoemde knelpunten opgenomen. De prestatie luidt het oplossen van de 4 knelpunten: Bokkemeer/Grou. Fammensrakken. Fonejachtbrug. Groote Wielen. Voor de Fonejachtbrug is in het kader van de verdubbeling van de N31 al een maatregel uitgevoerd. Op dit moment moeten nog aanvullende maatregelen worden uitgevoerd. 90
Ook voor Groote Wielen gaat het om uitvoering. De bedragen per knelpunt (bron: programmering MJPO) Bokkumermeer/Grou €50.000 voor een verkenning en 8 miljoen Euro voor uitvoering Fammensrakken €30.000 voor verkenning Fonejachtbrug €150.000 voor uitvoering (nog €130.000 over, €20.000 betaald aan RWS voor de aanleg van een duiker bij verdubbeling van de N31). Groote Wielen €500.000 voor uitvoering Op dit moment (juli 2010) zijn de verkenningen voor Bokkumermeer/Grou en Fammensrakken vrijwel afgerond. De verkenning van Bokkumermeer/Grou geeft aanleiding om voorlopig te concluderen dat het beschikbare budget verre van toereikend is om de dit knelpunt op te lossen op het in het rijksbeleid aangegeven ambitieniveau. Zodra de verkenningen geheel zijn afgerond zullen wij deze met het Rijk bespreken. Afhankelijk daarvan kan in dit in het najaar overleg plaats en daarna kan het bestek worden voorbereid. Voor twee van de drie projecten wordt verwacht dat de aanbesteding in 2011 plaats zal vinden. 4.2.8. Toekomstverwachting. Het tempo van verwerving en inrichting in 2009 was uitzonderlijk hoog. De verwachting is dat dit tempo wel vast kan worden gehouden. Hierna wordt per onderdeel kort ingegaan op de verwachtingen voor de periode 2007 - 2013. Verwerving EHS: De restant taakstelling per 1-1-2010 bedraagt 1903 ha; daarvan is ten laste van het IKG 433 ha al op voorraad gekocht. Tot 2013 zou nog 1470 ha moeten worden verworven. Het PNB budget en ILG gezamenlijk bevat volgens het PEIL format nog 35,7 miljoen, maar daarop rust de niet zichtbare verplichting van 433 hectares die is voorgeschoten uit het IKG (12 miljoen). De werkelijk financiële ruimte voor aankopen EHS bedraagt dus nog 23 miljoen. Met een prijspeil tussen de 37.000 en 50.000 euro per hectare (incl. overige kosten) kunnen dus nog 460 tot 621 hectares gekocht worden. Indien de provinciale voorfinanciering uit het IKG te beperkt is, zullen we alsnog gebruik maken van de voorfinanciering via het Groenfonds. BBL bezit. Het huidige BBL bezit binnen de EHS is 248 ha. Deze hectares wachten op inrichting en doorlevering. Daarnaast is 600 ha BBL bezit buiten de EHS beschikbaar om te ruilen. De verwachting is dat hiermee 420 ha natuur kan worden gerealiseerd binnen de EHS, rekening houdende met de verliesfactor 0,7. Daarnaast wordt verwacht dat in 2013 het ruilproces afgerond kan zijn, waardoor in totaal 668 ha. kan worden ingericht en doorgeleverd. Met een extra inspanning is wellicht ook de inrichting en doorlevering te realiseren voor zover het geen probleemgebieden betreft.
91
Inrichting. Het tempo van inrichting zal omhoog moeten. Er moet volgens de taakstelling nog 1430 hectares EHS ingericht worden, inclusief de hectares behorende bij de robuuste natte as. Dit betekent dat jaarlijks 360 ha per jaar ingericht moet worden! Het maximale voornemen is om alle EHS hectares die (financieel gezien) nog aangekocht kunnen worden, samen met het (geruild) BBL ingericht te hebben op 1-1-2014. Dat zou een taakstelling betekenen van 1290 hectares (248+420+621=1289 ha). Het restant bedrag dat beschikbaar is voor inrichting is nog 25 miljoen euro. Het is de vraag of dit voldoende is om 1290 ha. in te richten, wanneer een groot deel hiervan in de robuuste natte as ligt. Dit zijn immers de duurste inrichtingsvormen. Robuuste natte as. De Robuuste natte as moet worden gerealiseerd onder het doel „inrichting natuur‟. Op dit moment zijn door de dienst landelijk gebied een aantal verkenningen uitgevoerd of zijn deze in voorbereiding. De verkenningen Lauwers en Alde Feanen-Deelen zijn met de zogenaamde SSK systematiek indicatief op kosten gezet. Dus kale kosten met staartkosten zoals engineering, onvoorzien erbij gerekend. In de huidige economische situatie zullen aanbestedingen waarschijnlijk lager uitvallen. Bij Lauwers gaat het om 4 tracés van tussen ca 2 a 3,6 km met ca 125 meter breedte (ca 25 – 45 ha) die tussen 6 en 8 mln euro begroot zijn. Bij Alde Feanen - Deelen gaat het om 2 tracés van ca 10 km met ca 350 meter breedte (ca 700 ha) die tussen 40 en 70 mln. begroot zijn. Hoge kostenposten zijn o.a. ontgraven van gronden om plas dras situaties in de verbinding te krijgen, maar zeker ook diervriendelijke passages voor wegen (brug). Als gekozen wordt om minder aan ecologische randvoorwaarden te voldoen, dan kan het goedkoper. Maar dan nog gaat het om veel geld.
92
Er wordt door DLG nog nagegaan of er goedkopere alternatieven zijn. Het lijkt er op dat we met het beschikbare budget slechts enkele deeltrajecten kunnen realiseren. 4.2.9 Schapenregeling. In de Bestuursovereenkomst is ook het rijksbudget gedecentraliseerd voor de subsidiering van gescheperde schaapskuddes. Voor Fryslân is het budget van € 238.000,- beschikbaar voor per jaar 2 schaapskuddes. Daar is tot nu toe gevolg aan gegeven. In totaal zijn 6 schaapskuddes ondersteund. 4.2.10 Aanpassingen Bestuursovereenkomst. - Taakstelling inrichting/verwerving aanpassen met het oog op normkosten; - Zonodig budgetten voor verwerving en inrichting uit kunnen wisselen. - De taakstelling voor ruilen BBL bezit moet aangepast worden aan de NOK. 4.2.11 Bespreekpunten Natuur . 1. Restant taakstelling voor “verwerving EHS” aanpassen aan financiële ruimte en aangepaste normkosten. 2. Taakstelling ruilen BBL bezit aanpassen aan NOK en herformuleren 3. Laten vervallen onderscheid Staatsbosbeheer en overige natuurbeherende organisaties óf taakstelling SBB uitruilen met taakstelling PNB 4. Bezien of inrichten versneld kan worden door loskoppelen van het bekend zijn met de toekomstige eigenaar. 5. Bespreken of de budgetten voor inrichting en verwerving samengevoegd kunnen worden. 6. Situatie rond projecten robuuste natte as bespreken. 7. Overname aangekochte gronden na de ILG periode bij het niet voortzetten van de decentralisatie.
93
4.3
Milieukwaliteit EHS en N-2000.
Korte omschrijving Operationeel Doel Realisatie van de gewenste milieukwaliteit (inclusief watercondities) t.b.v Natura 2000-gebieden en overige EHS-gebieden waarbij moet worden voldaan aan: * de gewenste vochttoestand (inclusief GGOR) * de gewenste zuurgraad/-depositie * de gewenste voedselrijkdom * de gewenste (chemische) waterkwaliteit De ambities voor de gewenste milieukwaliteit worden vastgesteld door de provincie op basis van: de aan het betreffende gebied toegekende natuurtype. de instandhoudingsdoelstelling conform de Vogel-en Habitatrichtlijn. de goede toestand conform de KRW.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 verdroging natura 2000 verdroging overig EHS milieukwal. Natura 2000 milieukwal. EHS
Bestuursovereenkomst In uitvoering : : : :
Financiën ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP budget :
2200 ha 547 ha 603 ha 152 ha
1422 ha 0 ha 0 ha 0 ha
Bestuursovereenkomst rest.verplichting 11.410.000 4.335.499 1.830.000 457.064 0 211.000
Gereed 2009 0 ha 0 ha 0 ha 0 ha Betaald 1.121.806 88.780 0
4.3.1 Verdroging in EHS. Toelichting. Voor de milieukwaliteit van de EHS is vooral de verdrogingsbestrijding in Natura 2000 gebieden van belang. Daarvoor heeft de provincie de zogenaamde TOP lijst opgenomen in het provinciaal Waterhuishoudingplan Fryslân. Dit plan is in december 2009 door Provinciale Staten van Fryslân vastgesteld. In de natuurgebieden die in de TOP lijst staan zal de provincie de verdrogingsbestrijding met voorrang ter hand nemen (zie tabel TOP lijst gebieden). De voornaamste maatregelen zijn natuur(her)inrichting en peilverhoging. Op basis van deze TOP lijst heeft de Dienst Landelijk Gebied een globale inschatting gemaakt waar de mogelijkheden liggen om maatregelen op de TOP lijst gebieden te realiseren binnen de ILG periode. Daarbij is gekeken naar Landinrichtingsprojecten, vergunningen, beheerplannen, natura gebieden en eventuele belemmeringen. In een aantal van deze gebieden is begonnen met de inrichting van de natuur en de aanpak van de verdroging. Op Terschelling loopt op dit moment een groot project, geïnitieerd door Staatsbosbeheer om de hydrologische situatie in de duinen te verbeteren (peilverhoging, totaal 450 ha). Het verplaatsen van de drinkwaterwinning op Vlieland en de omvorming tot EHS in de buffergebieden leiden naar verwachting uiterlijk in 2013 tot een meetbaar ecohydrologisch resultaat.
94
TOP-lijst Provincie Fryslân EHS gebied 1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Fochteloërveen Alde Feanen Boarn/Keningsdjip Drents-Friese Wold Rottige Meenthe en Brandemeer-zuid Wiete as LjouwertWesterein (Grote Wielen en Houtwiel) Linde Ameland Terschelling Schiermonnikoog Snitsermar Vlieland Lauwersmeer De Mieden Aldegeaster Brekken De Deelen Fluessen/Hegemermar (Gouden Bodem) Tjonger (Oosterschar, Katlijkerheide/schar en Dellebuursterheid) Totaal
waarvan Natura 2000
oppervlakoppervlakte Opp.vlakte oppervlakte te (ha.) verdroogd (ha.) (ha.) verdroogd (ha.) 1.653 1.370 977 942 4.592 1.092 2.259 727 4.676 1.136 1.353 606 1.990 152 1.787 134 2.975
977
1.429
261
1.958 2.318 5.917 9.966 4.022 4.215 3.725 3.568 1.373 1.485 717
1.342 787 114 526 84 926 743 457 968 298 175
617 173 4.167 8.735 3.857 2.961 3.725 3.498 0 823 515
472 27 114 526 84 921 743 358 0 55 0
2.873
314
1990
0
2.034 60.057
514 11.975
0 38.866
0 5.970
Analyse van de cijfers. Naast apart ingediende initiatieven om de verdroging te bestrijden is de verdrogingsbestrijding ook vaak in gebiedsgerichte projecten meegenomen, maar wordt daar als “inrichting (bestaande of nieuwe) natuur” geregistreerd. Daar hebben wij een correctie op aangebracht. De projecten die van inrichting naar verdrogingsbestrijding zijn omgeboekt zijn: - Brandemeer (62 ha), - Butenfjild(50 ha), - Appelscha (60 ha), - Fochteloerveen 2e module (300 ha) en - Swette de Burd (100 ha). Ook is de 2e module Alde Feanen gestart (waterkwaliteitsverbetering, 400 ha). In totaal is op dit moment dus 1.422 ha. onder handen. Daarnaast worden nog een aantal projecten voorbereid (Katlijkerschar, Tjonger). De cijfers in PEIL zijn gecorrigeerd door het aantal aangepakte hectares in landinrichtingsprojecten tegen normkosten om te boeken van “Inrichting” naar “Milieukwaliteit”. We constateren dat de prestaties verdroging voor 52 % in uitvoering zijn, terwijl de middelen voor 50% vastgelegd zijn.
95
Toekomstverwachtingen. We hebben goede afspraken over uitvoering en cofinanciering met het waterschap gemaakt en een programma opgesteld. Het capaciteitsgebrek bij de natuurorganisaties heeft ons in het verleden parten gespeeld bij de opstelling van plannen, die situatie is verbeterd maar blijft precair. Er zijn meerdere projecten in voorbereiding. Een groot project ligt in het Drents-Friese Woud, waar de laatste boeren aan Friese zijde zijn uitgekocht. In het geheel verwachten we dat de taakstelling voor verdroging kan worden gehaald. Er wordt nog gewerkt aan een Hydro-ecologisch meetnet. In 2013 zouden de eerste resultaten gemeten moeten kunnen worden. Bespreekpunten We vertrouwen erop dat het tekort op de lopende verplichtingen door VROM aangevuld wordt, zoals toegezegd. 4.3.2 Verbetering Milieukwaliteit: bestrijding verzuring en vermesting. Toelichting. In de buurt van zeer kwetsbare gebieden zijn ammoniak-emissies van veeteeltbedrijven extra schadelijk. Op basis van de Wet Ammoniak Vergunning is een kaart vastgesteld waar deze zeer kwetsbare gebieden liggen. Hieraan wordt door de gemeenten bij de vergunningverlening voor veehouderij-bedrijven getoetst. Bedrijven in de nabijheid van deze kwetsbare natuur liggen, kunnen niet meer uitbreiden. Zowel de bedrijven als de natuur worden hier in hun ontwikkeling beperkt. Er werden aankopen van landbouwbedrijven voorzien, waarmee de ammoniakdruk van het natuurterrein fors kan worden verminderd. Hierbij liepen we tegen Europese regels aan die het lastig maken om het bedrijf aan te kopen of te verplaatsen. Er wordt flankerend beleid geformuleerd (begin 2011 gereed) om tegemoet te komen aan de Europese regels, zodat zes intensieve veehouderijbedrijven alsnog kunnen worden uitgeplaatst. Zelfs dan is onzeker of dit lukt: de hoeveelheid geld die beschikbaar is voor de bestrijding van verzuring en vermesting is onvoldoende voor een structurele aanpak, en slechts bedoeld voor end-of pipe oplossingen. Analyse van de cijfers. Er zijn nog geen resultaten geboekt op dit onderdeel. Er zijn wel enkele projecten in voorbereiding die de milieukwaliteit van de EHS verbeteren. Toekomstverwachtingen. Indien de juridische problemen opgelost worden, zullen enkele uitkopen kunnen slagen, mits er voldoende geld beschikbaar is. Bespreekpunten. geen
96
4.4 Soortenbescherming/Leefgebiedenbenadering. Korte omschrijving Operationeel Doel: Realiseren van duurzame populaties van (groepen van) soorten in hun (potentieel) leefgebied conform de Beleidsstrategie leefgebiedenbenadering. * Realisatie van uitvoeringsplannen conform de Beleidsstrategie leefgebiedenbenadering, die is vastgesteld door het Rijk.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 uitgevoerde plannen/projecten
Bestuursovereenkomst 7
In uitvoering 6
Financiën
Bestuursovereenkomst 1.777.000 510.000
Verplicht 118.829 54.480
ILG : FYLG budget 2007-2013 :
Stand 2009 2 Betaald 55.872 29.762
Toelichting. Soortenbescherming is een essentieel onderdeel van het doel om de biodiversiteit in Nederland te behouden en verbeteren. In 2005 heeft GS een werkplan vastgesteld. Er wordt niet gewerkt met jaarplannen, maar met projecten soortenbescherming. Het betreft projecten met inrichtingsmaatregelen, soms voorbereidend onderzoek. Vaak wordt aangehaakt bij een gebiedsgericht project waar o.a. natuur en oevers worden ingericht of verbeterd. Soms ook leiden kleine bijdragen aan initiatieven van particulieren tot spectaculaire resultaten (oeverzwaluwen). De mogelijkheid tot meerjarige toezeggingen voor bescherming van kamsalamanders en adders is daarbij belangrijk gebleken. Analyse van de cijfers. Op dit moment is al een aantal projecten uitgevoerd. Daarmee is nog maar een klein deel van de middelen weggezet. Toekomstverwachtingen. Er zijn nog diverse projecten in voorbereiding. Zoals voor het gentiaan-blauwtje, oeverwand zwaluwen, vleermuizen, vlinders, ringslangen en dassen. In de pijplijn zit tevens: - Akkervogels:totale kosten € 84.000,- Otters, Alterra totale kosten € 25.000,- Diverse vispassages van Waddenzee tot de Friese Boezem. - Noordse woelmuis in combinatie met een omvangrijk oever- en kade project van het Wetterskip. Daarmee verwacht de provincie aan de verplichting te kunnen voldoen. Een belangrijk knelpunt waar wij tegenaan lopen is dat de prioriteit en daardoor de inzet van terreinbeherende organisaties niet altijd bij dit onderdeel van de soortenbescherming ligt. Bespreekpunten. geen
97
4.5
Nationale Parken. Korte omschrijving Operationeel Doel
Natuurbeheer en -behoud, recreatief medegebruik, voorlichting en educatie, monitoring en onderzoek.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013
:
pMJP FYLG Budget
Bijdragen derden
:
realisatie 2007 – 2009 :
14
:
pMJP ILG budget 2007-2013
€ 2.673.138 1.383.900*
€ 2.667.000
:
6
realisatie 2007 – 2009
: €
realisatie 2007 – 2009 : € 2.051.000
€
realisatie 2007 – 2009
: €
5.602.562 Toelichting. Er zijn twee nationale parken die volledig in Fryslân liggen, namelijk: Alde Feanen en Schiermonnikoog. Beide hebben een overlegorgaan dat ieder jaar een jaarplan opstelt. De projecten die ingediend worden en door het overlegorgaan worden goedgekeurd binnen dit jaarplan worden gehonoreerd. In de periode van 2007 tot en met 2009 waren dat 57 projecten. Het aantal bezoekers is de laatste tijd toegenomen, mede dankzij het nieuwe bezoekerscentrum in het Alde Feanen gebied. Daarnaast ligt nog een deel van het nationaal park Lauwersmeer in Fryslân. Dat park wordt door de provincie Groningen aangestuurd. Verder is er nog het nationale park Drents Friese wold, dat door de provincie Drenthe wordt aangestuurd. Analyse van de cijfers. De beide Nationale Parken liggen voor wat betreft de jaarplannen en de uitgaven op schema. Toekomstverwachting. Er is een beperkt budget beschikbaar voor de administratieve werkzaamheden en communicatie activiteiten. Vaak worden ook fysieke projecten (aanleg fietspad etc) gehonoreerd. Dit zijn vaak kleinere projecten. Wij gaan nog in overleg met de overlegorganen om ze te wijzen op de mogelijkheden van het gehele pMJP voor het uitvoeren van projecten. Bespreekpunten. geen
98
4.6
Recreatie.
Het doel recreatie omvat de landelijke routenetwerken en wandelen over boeren land. De landelijke routenetwerken worden uitgevoerd door: - Wandelen: Wandelplatform Lange Afstand Wandelpaden (LAW) - Fietsen Landelijk Fietsplatform. - Varen: Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN). Deze drie organisaties hebben hierover via het IPO vakberaad recreatie direct overleg met de provincies en het rijk over de voortgang van de wandel/fiets en vaarroute netwerken. Het wandelen over boerenland is in 2008 in de BO opgenomen en van middelen voorzien. Naast de rijksdoelen werkt de provincie met eigen middelen ook aan de realisatie van provinciale routenetwerken en de verbetering van het toeristisch voorzieningenniveau. 4.6.1 Landelijke routenetwerken.
Korte omschrijving Operationeel Doel:
Ontwikkelen en behouden van een recreatief aantrekkelijk Nederland, door o.a. het ontwikkelen en versterken van de toegankelijkheid van de groene ruimte voor recreatief gebruik; * Instandhouden en verbeteren van landelijk aaneengesloten routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen. * Bekendheid geven aan de drie routenetwerken. Relevante afspraak hierbij: Afspraken geleverde prestaties en middelen. * Convenantbestuursovereenkomst, uitvoering beleidsvisie Recreatietoervaart. pMJP prestaties 2007-2013 Bestuursovereenkomst wandelen : 2 knelpunten fietsen : 10 knelpunten varen : 239 km knelpuntenvrij Financiën wandelen/fietsen Bestuursovereenkomst ILG : 520.000 FYLG budget 2007-2013 : 220.000 Financiën varen Bestuursovereenkomst ILG : 3.950.000 FYLG budget 2007-2013 : 17.800.000
In uitvoering
31 Verplicht 29.725 Verplicht 1.539.216 5.202.000
Stand 2009
1 Betaald 283.879 161.922 Betaald 290.839 29.005
Toelichting. De landelijke routenetwerken worden uitgebreid met het rijk besproken in het IPO vakberaad recreatie. Daar vindt op dit moment een discussie plaats over de afrekenbaarheid van de te realiseren prestaties. Hierbij is de inzet van de provincies dat er een inspanningsverplichting geldt omdat vooral de gemeenten bevoegd gezag zijn en de prestaties door de te weinig beschikbare middelen niet gehaald kunnen worden. Analyse van de cijfers. Het is lastig aan te geven voor de wandel en fietsroutes welke prestatie is gerealiseerd. Vaak worden namelijk knelpunten door gemeenten zelf opgelost in verband met de normale utilitaire fietspaden die onderdeel van het landelijk routenetwerk zijn. De inventarisatie van knelpunten is na 2007 wel doorgegaan wat er toe heeft geleid dat ten opzichte van 2006 meer knelpunten (in aantal) geïnventariseerd zijn dan in de BO staat vermeld.
99
In het algemeen en ook door de aanvullende inventarisatie geldt dat voor het oplossen van de knelpunten door het rijk veel te weinig middelen beschikbaar zijn gesteld. Daarom wordt er nu geprioriteerd en zullen de prestaties niet worden gehaald. Toekomstverwachting. Voor varen is nog een aantal projecten in voorbereiding, conform de planning van de SRN. De provincie zal de regie sterker in handen nemen. Bespreekpunten. Er moeten duidelijke afspraken komen met het rijk over de verdere uitvoering van dit doel. De discussie daarover vindt plaats tussen de IPO werkgroep recreatie en het rijk. Daarin zal ook de constatering dat meer middelen nodig zijn aan de orde komen, dan/wel prioritering of wijziging van de BO. 4.6.2 Wandelen over Boerenland
Korte omschrijving Operationeel Doel Verbeteren en vergroten toegankelijkheid voor recreatief medegebruik op landbouwgronden. Dit betreft o.a. wandelen over boerenland.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013: ILG
Bestuursovereenkomst In uitvoering Gerealiseerd : 69,5 km 10,3
Financiën wandelen over boerenland Bestuursovereenkomst ILG : 169.000 FYLG budget 2007-2013 : 169.000
Verplicht
Betaald 14.870 0
Toelichting. Wandelen over Boerenland is een toegevoegd subdoel. Het doel blijkt aansprekend als vervolmaking van lokale projecten voor verbetering van de leefomgeving. Daar komen verzoeken om bijdragen binnen als onderdeel van lokale initiatieven. Andere projecten worden geïnitieerd door de stichting wandelplatform (LAW). De meeste projecten worden geïnitieerd en gerealiseerd door Landschapsbeheer Friesland. Een knelpunt is soms dat boeren niet bereid zijn voor een kleine vergoeding mensen over hun land te dulden, al dan niet uit terechte bezorgdheid voor hygiëne en voedselveiligheid. Analyse van de cijfers. Er is totaal 10 kilometer en 285 meter gerealiseerd in de periode 2007 – 2009 Toekomstverwachting inclusief de pijplijn projecten. De verwachting is dat we de prestaties gaan realiseren. Dit wordt ingegeven door het feit dat er een paar grote projecten in voorbereiding of in uitvoering zijn. Het gaat hierbij om „W adden wandelen‟ en om het project „Oude Paden Nieuwe Wegen‟ dat in de gehele provincie wordt uitgewerkt. De verwachting is dat we daarvoor dit budget mede kunnen inzetten. Voor 2010 is al weer voor 8,3 km aangevraagd. Bespreekpunten. geen
100
4.7
LANDSCHAP
Fryslân is de mooiste provincie van Nederland. En dat willen we ook zo houden en versterken. Daarom wordt door de provincie veel geld besteed aan maatregelen om het Landschap te herstellen en/of te verbeteren. Zo wordt buiten de Nationale Landschappen door de provincie nog 4,4 miljoen euro ingezet voor deze maatregelen.
Het doel landschap omvat de Nationale landschappen, de Stichting Landschapsbeheer Friesland en het beheer van het landschap. Het beheer wordt niet behandeld omdat het cijfermatige en inhoudelijk bij natuurbeheer is ondergebracht.
4.7.1 Nationale landschappen.
Korte omschrijving Operationeel Doel * Behoud, beheer en versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten. De belangrijkste kwaliteiten, de kernkwaliteiten, zijn omschreven in paragraaf 3.4.3. van de Nota Ruimte. * Toename van de recreatief-toeristische betekenis. * Versterken van de cultuurhistorische waarden. * Gebieden, die met rijksfinanciering zijn ingericht, zijn zonder betaling toegankelijk voor het publiek t.b.v. recreatief gebruik. * Ontwikkelingen vinden plaats binnen de ruimtelijke kaders, die als pkb-tekst zijn opgenomen in de Nota Ruimte.
Afspraken bestuursovereenkomst, de geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 Uitvoering uitvoeringsprogramma:
Bestuursovereenkomst In uitvoering 2 2
Financiën
Bestuursovereenkomst : 3.000.000
ILG FYLG budget 2007-2013 :
2.364.000
Verplicht
Stand 2009 1
Betaald 1.749.948
975.392
382.449
486.201
Toelichting. In Fryslân bevinden zich twee Nationale Landschappen: de Noardlike Fryske Wâlden en Zuidwest Fryslân. Voor beide Nationale landschappen is in 2005 een uitvoeringsprogramma gemaakt. De provincies vonden in 2006 het door het rijk beschikbaar gestelde budget voor de uitvoering van de Nationale Landschappen te laag. De toenmalige minister van LNV, dhr. Veerman, stelde in bestuurlijk overleg dat de provincies dat dan maar moesten aantonen door het beschikbare budget aan goede projecten te besteden ruim voor 2013. In de Midterm Review kon dan bezien worden of extra budget nodig zou zijn.
101
Daarom is in de bestuursovereenkomst opgenomen: „Het staat de provincie vrij, conform de afspraken uit het Bestuurlijk overleg van 17 mei 2006, om de beschikbare budgetten voor de beide nationale Landschappen in de eerste jaren van de looptijd van deze overeenkomst te besteden‟. Hierna wordt kort ingegaan op de kernkwaliteiten en de maatregelen/activiteiten die er plaats gevonden hebben.
Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden. Nadat de kernkwaliteiten zijn vastgelegd in het streekplan is er door de gezamenlijke gemeenten van de Noardlike Fryske Wâlden een verkennende studie “Boer en landschap” gedaan naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw met behoud van de landschappelijke kernkwaliteiten, toegespitst op de specifieke kernkwaliteit van houtwallen en elzensingels en gezamenlijke planologische regelingen. De landschaptypen zijn planologisch verfijnd en worden in de provinciale verordening opgenomen. Ook zijn aardkundige waarden, dorpstypen, historische paden van de bestaande cultuurhistorische kaart nader uitgewerkt. Deze informatie komt via internet beschikbaar. Er loopt een verdiepende studie naar de aardkundige, geobotanische, archeologische en landschappelijke betekenis van pingoruïnes. Via subsidies zijn de thema‟s van het programma ondersteund: landschap beter in beeld, verleden beter herkenbaar, vitale streekeigen landbouw, landschap voor iedereen en natuurrijker cultuurlandschap.
Voorbeelden van gesubsidieerde projecten: - een TV-documentaire en aan kernkwaliteiten gerelateerde publicaties,
102
-
de realisatie van fiets- en (historische) wandelpaden, locale natuurontwikkelingsprojecten landschaps- en natuureducatie projecten, ondersteuning werkprogramma overkoepelende agrarische natuurvereniging, landschapsherstel houtwallen en elzensingels en specifieke gebiedseigen kwaliteiten, de landschappelijke component van de uitbouw van een landgoed, verkenningen naar planologische en landschappelijke inpassing van verblijfsrecreatie en fysieke inpassing van dorpsranden en vergroting van agrarische bedrijven.
Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân. Nadat de kernkwaliteiten zijn vastgelegd in het streekplan zijn deze in Zuidwest-Fryslân samen met de streek verder uitgewerkt in een Landschapsontwikkelingsvisie/kansenkaart. Deze kansenkaart geeft richting aan initiatieven in de streek, in die zin dat deze bijdragen aan versterking van de landschappelijke kernkwaliteiten. De landschaptypen zijn planologisch verfijnd en worden in de provinciale verordening opgenomen. Thema‟s zoals aardkundige waarden, dorpstypen, dijken van de reeds bestaande cultuurhistorische kaart zijn nader uitgewerkt en worden via internet ontsloten. Voorbeelden van gesubsidieerde projecten: - landschap beter in beeld - verleden beter herkenbaar, vitale streekeigen landbouw - landschap voor iedereen - natuurrijker cultuurlandschap - een documentaire met een totaalbeeld van het gebied - een animatiefilm waarin de afzonderlijke landschapstypen zijn uitgediept - verkenningen naar locatie(s) voor bezoekerscentra - een archeologisch onderzoek in het hemdijken gebied - wandelpaden en oude paden met de streek ontwikkeld - restauratie van kenmerkende historische gebouwen - herontwikkeling van een scheepsbouwhelling - landschappelijke inpassing van vergrote agrarische erven, van uitbreiding van minicampings, van paard in landschap en groene inrichting van een zorgboerderij - onderzoek naar oorzaken van verdichting van de openheid - onderzoek naar en realisatie van historische paden - een specifiek invulling over wat kan het voor de landbouw betekenen - invulling van het landschappelijke aspect van de EHS in Gaasterland - herstel van landschappelijke elementen. Aanpak. In de Noardlike Fryske Wâlden is uitgegaan van de bestaande structuur, namelijk een Stuurgroep voor de vereniging Noardlike Fryske Walden, een initiatief van de milieu en natuurorganisaties. Deze structuur is aangepast. De Stuurgroep is nu formeel ingesteld als de stuurgroep voor het Nationale Landschap Noardlike Fryske Walden. Daar wordt het uitvoeringsprogramma besproken en worden de meeste projecten ingediend. Daarnaast is in het gebied het gebiedsplatform van plattelânsprojekten Noordoost Fryslân actief. Zij beheren de middelen voor en besluiten op aangeven van de Stuurgroep over de projecten. Als in het gebiedsplatform het nationaal landschap aan de orde is, wordt het gebiedsplatform met een aantal deskundigen uitgebreid.
103
Het gebiedsplatform Zuidwest Fryslân is verantwoordelijk voor de uitvoering en het beleid van het Nationale landschap. Het gebiedsplatform is daartoe uitgebreid met een klankbordgroep. Het loket van Plattelandsprojecten heeft een grote bijdrage geleverd in het stimuleren van initiatieven om de kwaliteiten van het Nationaal Landschap te accentueren en te verbeteren. Analyse van de cijfers. In het kader van het ILG heeft het rijk € 3.000.000, - euro voor de uitvoering van de Nationale Landschappen beschikbaar gesteld. De provincie heeft daarnaast nog beschikbaar € 2.364.000, - . Op 31 december 2009 is daarvan verplicht/betaald ten laste van het ILG € 2.132.397,- en ten laste van de provincie € 1.461.593, -. Daar komt bij dat een aantal projecten al wel was ingediend en akkoord bevonden maar nog niet verplicht. De stand van mei 2010 bedraagt voor de rijksmiddelen € 2.467.000, - terwijl nog een paar grotere projecten beschikt moeten worden In beide gebieden zijn tot en met 2009 61 projecten ingediend en in uitvoering gebracht of al afgerond. De rijksmiddelen zijn in 2010 al zodanig verplicht dat weinig projecten meer kunnen worden gehonoreerd totdat duidelijkheid is over eventuele extra budgetten vanuit het rijk. Er liggen nog wel omvangrijke projecten op de plank. Toekomstverwachting. In beide gebieden is een gebieds/ontwikkeling visie gemaakt waar landschap versterkende en verbeterende maatregelen uit voortkomen. Met deze visies is gevolg gegeven aan de door het rijk belangrijk en van nationaal belang geachte landschappen. Hierover is uitgebreid met de bewoners, betrokken gemeenten en doelgroepen gecommuniceerd. Daarmee is een groot draagvlak ontstaan voor de verdere uitwerking van de kernwaarden van de beide Nationale Landschappen. Men is op grond van de toewijzing als Nationaal landschap al serieus en enthousiast met de uitvoering begonnen. Nu loopt de provincie dus tegen het probleem aan dat de rijksmiddelen voor de uitvoering van de twee uitvoeringsprogramma‟s vrijwel uitgeput zijn. Het nu stoppen van de uitvoering is funest voor dit draagvlak. Analoog aan de nationale parken zou het rijk voor een veel langere periode zekerheid moeten bieden voor de financiering van het Nationale Landschap. Ook de met de naamsbekendheid moet consequent omgegaan worden, anders zijn de geslaagde communicatieactiviteiten zoals de televisie-uitzendingen vergeefs geweest. Bespreekpunten. 1. Financiering uitvoeringsprogramma‟s nationale Landschappen 2. Beheersvergoedingen in de Nationale Landschappen, o.a. voortzetting bergboerenregeling. 3. Zekerheid voor financiering voor een langere tijd. 4. De AMvB en verordening wordt door de doelgroepen in de nationale landschappen als bedreigend gezien. 4.7.2 Landschapsbeheer Friesland. Toelichting. De uitvoeringsorganisatie van de Stichting Landschapsbeheer Friesland wordt al jaren door het rijk gefinancierd. Deze budgetsubsidie is door het rijk opgenomen in de bestuursovereenkomst en ter afhandeling aan de provincies doorgegeven. Het gaat in Fryslân jaarlijks om
104
een bedrag van € 400.000, -. Ieder jaar vindt een indexering plaats. De provincie draagt jaarlijks € 260.000, - bij. Het rijk heeft in de Bestuursovereenkomst aangegeven dat de Provinciale Stichting de gesubsidieerde werkzaamheden moet toespitsen op te realiseren prestaties in Nationale Landschappen. Zowel in de basisorganisatie van de stichting Landschapsbeheer als de projectenorganisatie en de ondersteuning en organisatietaken wordt 42% van het budget besteed aan projecten en activiteiten in de nationale landschappen. Het gaat dan om ruim 11 fte‟s. De provincie vindt het daarnaast belangrijk dat de stichting Landschapsbeheer Fryslân zich ook blijft inzetten voor de natuur en het landschap buiten de Nationale Landschappen. Een belangrijk deel van hun taken ligt bijvoorbeeld nog steeds in de uitvoering en begeleiding van activiteiten in het voormalige ROM gebied Zuidoost Friesland, waar veel bijzondere landschappen en landschapselementen aanwezig zijn.
4.8
Leefbaar Platteland - Impuls leefbaar platteland.
Korte omschrijving Operationeel Doel Het geven van een impuls voor een vitaal platteland. Dit is een platteland met een gezonde economische en sociale basis en voorzieningen, die in overeenstemming zijn met de behoeften van de bewoners en de gebruikers.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 aantalprojecten
Bestuursovereenkomst In uitvoering/afgerond 31 december 2009 niet opgenomen 1
105
aantalprovinciale projecten Financiën ILG : FYLG budget 2007-2013 : POP :
594 Bestuursovereenkomst 833.330 9.739.000 2.500.000
263 Verplicht waarvan betaald 191.000 0 4.032.826 2.636.817 1.118.059 42.987
Toelichting. De provincie heeft in 2001 de bureaus plattelânsprojekten opgericht. Deze bureaus hebben als taak om projecten te genereren. De bureaus zijn laagdrempelig en ze functioneren goed. Ze richten zich vooral op projecten voor het leefbaar houden van het platteland. Binnen de provincie Fryslân is dat een belangrijk onderwerp. Daarom heeft de provincie voor dit doel ook veel eigen middelen ingezet.
Analyse van de cijfers Ten aanzien van het rijksdoel is 1 project beschikt. De provincie zet naast het geringe rijksbudget nog fors eigen middelen in voor de leefbaarheid op het Platteland. Daarbij zijn onderscheiden het lokale, regionale en provinciale niveau. Totaal geprogrammeerd is voor: Dorpshuizen en multifunctionele gebouwen € 4.257.000,Lokaal: € 1.919.000,Regionaal: € 1.746.000,Provinciaal € 1.351.492,Inmiddels zijn 263 projecten waarvan veel kleinere projecten uitgevoerd. Toekomstverwachting. Fryslân kent 417 dorpen. Deze staan behoorlijk onder druk doordat diverse voorzieningen als winkels en banken verdwijnen. De provinciale inzet om een impuls voor een vitaler platteland te realiseren wordt steeds belangrijker. De Friese samenleving is zeer actief en zal met behulp van de plattelandsorganisatie van de provincie, voldoende projecten vinden invulling te geven aan dit doel. Bespreekpunten. Het thema sociaaleconomische vitaliteit leeft sterk in Friesland. Samen met het gebied zouden we in staat zijn structurele verbeteringen door te voeren. Indien het Rijk serieus een intensivering wil plegen zijn wij er klaar voor.
106
4.9
WATER - Waterkwantiteit en –kwaliteit (kwaliteit vanaf 2010).
Korte omschrijving Operationeel Doel Het hebben van de juiste hoeveelheid water op het juiste moment op de juiste plaats voor de vereiste gebruiksfuncties. Het bereiken van een goede ecologische en chemische kwaliteit in het Nederlandse deel van de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems, en in de Noordzee.
Afspraken bestuursovereenkomst, geleverde prestaties en middelen. pMJP prestaties 2007-2013 projecten Financiën ILG FYLG budget 2007-2013
: :
Bestuursovereenkomst 4
In uitvoering 1
Bestuursovereenkomst 10.533.082 844.000 15.572.000 328.000
Verplicht
Stand 2009
Betaald 1.219.000 808.000
Toelichting. Het Rijk heeft extra geld toegevoegd aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied voor verbetering in samenhang van waterkwaliteit en –kwantiteit in de vorm van Kaderrichtlijn Water synergiegeld (KRW-synergiegeld). Water is een belangrijke voorwaarde voor Landbouw en Natuur. Juist daarom zet de provincie de beschikbare middelen in voor integrale projecten, Oever- en kadeprojecten waar ecologische verbindingszones aan de orde zijn (Tjeukemeer-Tjonger, Friese Boezem, beekdalen), natuurvriendelijke oevers, rietvelden, paaiplaatsen, vistrappen en recreatieonderdelen. Ook in de gebiedsprojecten Dongeradeel en Ferwerderadeel waar vooral landbouwstructuurverbetering beoogd wordt, kan dankzij het synergiegeld gewerkt worden aan waterkwaliteitsverbetering en waterkwantiteitsmaatregelen. Daarbij gaat het vooral om het vasthouden van het water en berging. Deze projecten zijn in voorbereiding en starten naar verwachting in 2011. De provincie heeft met het Wetterskip Fryslân een samenwerkingsovereenkomst afgesloten om in de realisatie van oever- en kadeprojecten in de EHS/N2000 over en weer financiële bijdragen te leveren. Op dit moment wordt gewerkt aan een gezamenlijke, eenduidige programmering voor de komende jaren, waarmee alle synergie geld belegd wordt. Analyse van de cijfers.
107
Op 24 juni 2010 is het eerste synergieproject opgeleverd door It Wetterskip. Daarmee is ca. 50% van het rijksbudget gemoeid. Op nog eens een kwart van de beschikbare middelen zijn in 2010 verplichtingen aangegaan. Toekomstverwachting inclusief de pijplijn projecten. Er zijn nog 11 projecten in de pijplijn. Daarmee kunnen de prestaties zeker gerealiseerd worden. Bespreekpunten. Bespreken van de voorwaarden waarmee wijzigingen in de projecten kunnen worden doorgevoerd.
4.10
Duurzaam bodemgebruik.
Korte omschrijving Operationeel Doel De (gebruiks)waarde van de bodem moet behouden blijven of worden hersteld. Duurzaam Bodemgebruik Het bodemgebruik en de (water) bodem- kwaliteit zijn op elkaar afgestemd. Realisatie vindt plaats binnen de kaders van o.a de Beleidsbrief Bodem en de Kaderrichtlijn Water.
pMJP prestaties 2007-2013 pilots: opstellen provinciale bodemvisie: Financiën: ILG FYLG budget 2007-2013 :
Bestuursovereenkomst In uitvoering 1 stuks 1 1 stuks 1
:
Bestuursovereenkomst Verplicht 450.000 20.000 450.000
Stand 2009 0,1 0,1 Betaald
20.000
Toelichting. In het eerste kwartaal van 2010 verschijnt een startnotitie die uiteindelijk moet leiden tot een document duurzaam bodembeheer Fryslân. Dit document wordt in de loop van de jaren tot 2013 aangevuld en uitgebouwd. De eerste informatiepilot ILG (Boustienen) start in het eerste kwartaal 2010 en loopt tot 2011 en is bedoeld om te komen tot een breed gedragen document duurzaam bodembeheer. Hierna volgen waarschijnlijk meer pilots. In de eerste pilot wordt uiteraard ook, naast de inhoud, aandacht besteed aan de informatiestructuur. In 2010 wordt binnen de provincie (en de externe doelgroepen in gezamenlijk verband voor het bebouwde gebied en buitengebied) de pilot aan de hand van concrete bodemthema‟s vanuit de ruimtelijke invalshoek uitgewerkt. Het beoogde eindproduct is een kennisdocument/bodematlas. Het Ministerie van VROM heeft ingestemd met de uitvoering van dit project.
108
Toekomstverwachting. Op dit moment is nog maar een gering bedrag verplicht. Maar er is wel een raming van de bovengenoemde activiteiten. De kosten van het project „Boustienen” (de bodemvisie) worden namelijk geraamd op € 778.000,-. Bespreekpnten. Geen.
109
Overzicht bijlagen: Bijlage 1
Overzicht tabel slimme oplossingen
Bijlage 2 Bijlage 2.a Bijlage 2.b
Kaarten NOK 2007 Nulmeting op kaart 2007, verwerving Nulmeting op kaart 2007, inrichting
Bijlage 3 Bijlage 3.a Bijlage 3.b
Kaarten NOK 2010 Natuurmeting op kaart 2010, verwerving Natuurmeting op kaart 2010, inrichting
Bijlage 4
Programmasymposium inclusief verslag werkbijeenkomsten
Bijlage 5
Verslag symposium
Bijlage 6
Rapportage Nationale Parken 2007, 2008 en 2009
Bijlage 7
PEIL rapportage met aanbiedingsbrief
Bijlage 8
Accountantsverklaring
Bijlage 9
Afkortingen
110
Bijlage 1
Overzicht tabel slimme oplossingen
111
112
Bijlage 2 Kaarten NOK 2007 Bijlage 2.a Nulmeting op kaart 2007, verwerving Bijlage 2.b Nulmeting op kaart 2007, inrichting
113
114
Bijlage 3 Kaarten NOK 2010 Bijlage 3.a Natuurmeting op kaart 2010, verwerving Bijlage 3.b Natuurmeting op kaart 2010, inrichting
115
116
Bijlage 4
Programma symposium inclusief verslag werkbijeenkomsten
117
118
Bijlage 5
Verslag symposium
119
120
Bijlage 6
Rapportage Nationale Parken 2007, 2008 en 2009
121
122
Bijlage 7
PEIL rapportage met aanbiedingsbrief
123
124
Bijlage 8
Accountantsverklaring
125
126
Bijlage 9
Afkortingen
127
128