Oan Provinsjale Steaten
Gearkomste Wurklistnûmer Beliedsprogramma Ôfdieling Behanneljend amtner Tastel Registraasjenûmer Primêr nûmer
: : : : : : : :
Ûnderwerp
: Structuurvisie Fryslân Windstreek 2014, IJsselmeer
Taheakke
: Bijlage 1: Overzicht besluitvorming Bijlage 2: Reactienota ontwerpstructuurvisie Windstreek 2012 Bijlage 3: planMER (25 juli 2012) Bijlage 4: Advies commissie MER op planMER Bijlage 5: Aanvulling planMER Bijlage 6: Advies commissie MER op Aanvulling planMER Bijlage 7: advies commissie mer Bijlage 8: advies Soppe Bijlage 9: Structuurvisie Windstreek 2014 IJsselmeer Bijlage 10: moties en toezeggingen Bijlage 11: lijnopstelling
Oanlieding / Beliedsramt
: Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen.
Koarte gearfetting
: In september 2012 is de ontwerp structuurvisie Fryslân Windstreek 2012 ter inzage gelegd. De reacties op de ontwerp structuurvisie worden beantwoord in de Reactienota. Het planMER voor de structuurvisie is n.a.v. een advies van de commissie voor de m.e.r. aangevuld. In november 2013 is besloten een knip te maken tussen het IJsselmeer en het vaste land van Friesland. De structuurvisie wordt doorgezet voor het IJsselmeer. Voor het land wordt een pas op de plaats gemaakt. Hiermee wordt het oorspronkelijke idee, waarbij de provincie van bovenaf ruime gebieden aanwijst voor windmolens die via een proces vanuit de samenleving kunnen worden ingevuld, losgelaten. De tekst van de ontwerpstructuurvisie is op hierop aangepast en toegespitst op het IJsselmeer. De structuurvisie wordt nu ter vaststelling aan u voorgelegd.
9.1 S&P J.J. Dicke 5905 1110121
1
In de structuurvisie wordt een gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk aangewezen voor windmolens. Er worden voorwaarden gegeven waaronder windmolens geplaatst kunnen worden. Met het aanwijzen van het gebied wordt voldaan aan de afspraken die gemaakt zijn met het rijk. IPO en het rijk hebben in januari 2013 een afspraak gemaakt over de verdeling van de 6000 MW windenergie die het rijk op het land wil realiseren. Afgesproken is dat Fryslân hier 530,5 MW aan bijdraagt. Deze afspraak wordt u ter instemming voorgelegd.
Taljochting
: 1. Inleiding In augustus 2012 zijn wij akkoord gegaan met de ontwerp structuurvisie Fryslân Windstreek 2012. In de ontwerp structuurvisie werden drie gebieden aangegeven waar windenergie zich verder zou mogen ontwikkelen en onder welke voorwaarden. Het ging om een gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk, op de kop van de Afsluitdijk en bij het klaverblad Heerenveen. De ontwerp structuurvisie was gebaseerd op de Houtskoolschets en het coalitieakkoord. De ontwerp structuurvisie en bijbehorende planMER hebben veel reacties opgeroepen. Deze zienswijzen worden beantwoord in de reactienota. Naar aanleiding van de reacties hebben wij u in november 2013 laten weten de structuurvisie alleen voort te zetten voor het IJsselmeer. Voor windenergie op het land willen we een pas op de plaats maken. Hiermee wordt het oorspronkelijke idee, waarbij de provincie van bovenaf ruime gebieden aanwijst voor windmolens die via een proces vanuit de samenleving kunnen worden ingevuld, losgelaten. De ontwerp structuurvisie is hierop aangepast en toegespitst op een gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk. De structuurvisie en het bijbehorende planMER worden u ter vaststelling voorgelegd. Voor de voorgeschiedenis wordt verwezen naar bijlage 1. Hierin worden de belangrijkste beslismomenten in aanloop naar deze structuurvisie weergegeven. 2. Reacties op de ontwerp structuurvisie en de planMER De ontwerp structuurvisie en de planMER hebben in eerste instantie van 10 september tot en met 21 oktober 2012 ter inzage gelegen. Aan het eind van deze periode is gebleken dat veel inwoners van Fryslân niet op de hoogte waren van deze ter inzage legging. Om die reden is de termijn waarbinnen gereageerd kon worden verlengd tot 11 november 2012. Om zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid te stellen hun reactie te geven, is soepel omgegaan met die einddatum. Dit heeft geleid tot ongeveer 1200 zienswijzen. Daarnaast zijn er 2 petities aangeboden. Voor de beantwoording van de zienswijzen is een reactienota opgesteld. De zienswijzen zijn in de 2
reactienota samengevat en gegroepeerd rond onderwerpen. De keuze om de structuurvisie alleen voort te zetten voor het IJsselmeer en voor het vaste land een pas op de plaats te maken heeft gevolgen gehad voor de beantwoording van de zienswijzen. In de reactienota wordt hierop ingegaan. De reactienota (bijlage 2) wordt u ter kennisname aangeboden. De reactienota wordt op de provinciale website geplaatst. De indieners van zienswijzen zijn hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
3. PlanMER Voor de ontwerp structuurvisie is een planMER opgesteld (bijlage 3). Hierin is onderzocht wat de milieueffecten, in brede zin, zijn van windmolens binnen de 3 zoekgebieden uit het coalitieakkoord. Het planMER is voorgelegd aan de commissie voor de milieueffectenrapportage. Die heeft op 3 maart 2013 een advies uitgebracht (bijlage 4). De commissie is van oordeel dat in het planMER niet alle essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang voldoende te kunnen laten meewegen in de besluitvorming over de structuurvisie. Om die reden is een aanvulling op het planMER opgesteld (bijlage 5). Naast de door de commissie aangegeven punten is in de aanvulling op het planMER ook een extra zoekgebied in het IJsselmeer onderzocht. De aanvulling op het planMER is ook aan de commissie voor de m.e.r voorgelegd. De commissie heeft op 1 juli 2013 en advies over de aanvulling op het planMER uitgebracht (bijlage 6). De commissie constateert nog op twee punten een tekortkoming en adviseert om voor het definitieve besluit over de structuurvisie: 1. van alle zoekgebieden zoals genoemd in de Houtskoolschets, naast de effecten op natuur en kwaliteit van de leefomgeving, ook het potentieel (orde van grootte) aan op te wekken windvermogen aan te geven. 2. aannemelijk te maken dat het plan, in combinatie met andere plannen, projecten en handelingen, de natuurlijke kenmerken van Natura 2000gebieden niet zal aantasten. Omdat de structuurvisie zich zal beperken tot het IJsselmeer en het proces voor windenergie op het vasteland opnieuw vorm gegeven wordt, is het op dit moment niet zinvol om het eerste advies van de commissie voor de m.e.r. op te volgen. Over het tweede punt van de commissie kan worden op gemerkt dat het globale abstractieniveau van de structuurvisie en het daarbij behorende planMER en passende beoordeling, niet toe laat dat een finale beoordeling kan worden gegeven van eventuele significantie van negatieve effecten. Daarom kan niet op voorhand worden uitgesloten dat significant negatieve effecten op beschermde soorten optreden. Een gedetailleerde uitwerking van een windproject kan pas in detail duidelijk maken welke effecten er op gaan treden. 3
De structuurvisie geeft de kaders aan waarbinnen het mogelijk moet zijn een project te definiëren dat past binnen de spelregels van de Nb-wet. In de aanvulling op het planMER wordt ingegaan op verschillende mitigerende maatregelen. Wanneer er bij concrete invulling van het gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk , als bekend is hoeveel windmolens er komen te staan en waar die komen te staan, rekening gehouden wordt met deze mitigerende maatregelen, kan pas definitief beoordeeld worden of er significante negatieve effecten zullen optreden. Voor het windpark in het IJsselmeer wordt door de initiatiefnemer overigens op dit moment een projectMER opgesteld. Om die reden is ook op dit punt het advies van de commissie voor de m.e.r. niet opgevolgd. De structuurvisie stelt op dit punt wel randvoorwaarden aan de invulling van het gebied. De reactie op het advies van de commissie voor de milieueffectenrapportage is opgenomen in bijlage 7. In het verlengde hiervan wordt opgemerkt dat in een van de zienswijzen wordt aangegeven dat op grond van artikel 19 j juncto 19g van de Nb-wet de structuurvisie niet mag worden vastgesteld omdat significante effecten niet uitgesloten zijn volgens het planMER en de passende beoordeling (tenzij een zogenaamde ADC-toets onderdeel uitmaakt van het plan). Over dit punt is advies ingewonnen bij Soppe, Gundelach en Witbreuk advocaten. In hun advies geven zij aan dat vaststelling van de structuurvisie juridisch wel aanvaardbaar is, omdat de structuurvisie vanwege het abstractieniveau niet gezien hoeft te worden als een plan bedoeld in artikel 19j, lid 1, van de Natuurbeschermingswet 1998 (zie bijlage 8: het advies van Soppe, Gundelach en Witbreuk advocaten van oktober 2013). Het planMER, inclusief de aanvulling daarop, maakt duidelijk dat er voor verschillende aspecten negatieve effecten te verwachten zijn van windmolens in het IJsselmeer. Mitigerende maatregelen kunnen deze effecten verminderen. In de structuurvisie zijn randvoorwaarden opgenomen om er voor te zorgen dat de effecten aanvaardbaar en zo beperkt mogelijk zijn. Het planMER is gebruikt bij de begrenzing van het gebied dat in het IJsselmeer voor windmolens wordt aangewezen en bij het opstellen van de randvoorwaarden die daarbij horen. Het planMER (inclusief de aanvulling op het planMER) worden u ter vaststelling voorgelegd. 4. Afspraken rijk In januari 2013 hebben het IPO en het rijk afspraken gemaakt over windenergie. Er zijn hierbij afspraken gemaakt over de verdeling van de 6000 MW windenergie die het rijk wil realiseren, over provincies en over opnemen van gebieden groter dan 100 MW in de structuurvisie Windenergie op het Land en over het toepassen van de bevoegdheden die het rijk op het gebied van windenergie heeft. 4
Binnen de verdeling van de 6000 MW is afgesproken dat de provincie Fryslân ruimte biedt voor 530,5 MW windenergie. Het gaat hierbij om een planologische reservering. Afgesproken is dat het rijk in de structuurvisie Windenergie op het Land alleen gebieden opneemt die de provincies geschikt vinden voor windparken groter van 100 MW. Het rijk ziet af van toepassing van de bevoegdheid om gebieden voor windenergie (in een rijksinpassingsplan) aan te wijzen als de provincies zich aan hun afspraak houden. Wij stellen u voor in te stemmen met de bijdrage van Fryslân van 530,5 MW windenergie aan de landelijke doelstelling van 6000 MW. 5. Windenergie in de provinciale duurzame energiemix In oktober 2013 heeft u het Uitvoeringsprogramma Duurzame Energie 2014-2020 vastgesteld. Hierin is de duurzame energiemix van 2020 vastgelegd. Ingezet wordt op 20% energiebesparing,16% duurzame energieproductie en 4000 groene banen. Het totale Friese verbruik in 2020 wordt geraamd op 62 PJ (PetaJoule). Hiervan wordt dus minimaal 16% (9,9 PJ) duurzaam opwekken. Dit gebeurt met ruim 50% wind, ruim 20% zon en ruim 25% warmte. Berekend is dat hiermee in 2020 voldoende duurzame energie vanuit wind, zon en warmte opwekken om de ambitie (9,9 PJ) te halen. 6. Structuurvisie Naar aanleiding van de zienswijzen en, in het verlengde daarvan, het besluit om de structuurvisie alleen voor het IJsselmeer voort te zetten, is de tekst van de ontwerp structuurvisie herzien. De tekst is nu toegespitst op windmolens in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk. De plankaart is aangepast. De zoekgebieden op het vasteland (Kop Afsluitdijk en Klaverblad Heerenveen) zijn niet meer op de kaart opgenomen en het gebied in het IJsselmeer is opnieuw begrensd. De nieuwe begrenzing ligt verder van de Friese kust af en steekt, vanaf de Afsluitdijk, verder het IJsselmeer in. Deze nieuwe begrenzing is in de aanvulling op het plan-MER onderzocht. De structuurvisie biedt binnen het gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk onder voorwaarden ruimte voor maximaal 400 MW windenergie. Of die maximale ruimte ingevuld kan worden is afhankelijk van een concreet initiatief. Met het bieden van ruimte voor 400 MW windenergie in het IJsselmeer wordt voldaan aan de afspraak met het rijk. Samen met de 160 MW die nu al op het land staan en de 18 MW die vanuit het Windpark Noordoostpolder op Fries grondgebied worden geplaatst ontstaat er planologische ruimte voor meer van 530,5 MW windenergie. Het bieden van ruimte voor windenergie draagt ook bij aan de realisatie van het provinciale doel om in 2020 16% duurzame energie op te wekken. De nieuwe begrenzing van het gebied in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk komt overeen met het gebied dat in de rijks structuurvisie Windenergie op Land (SV WoL) in het 5
Friese deel van het IJsselmeer is opgenomen. Aan de structuurvisie is bij de uitgangspunten voor windmolens in het IJsselmeer de eindigheid van een windmolenpark opgenomen. Bij het opstellen van de ontwerp structuurvisie werd er vanuit gegaan dat de eindigheid publiekrechtelijk niet geregeld kan worden. Gebleken is dat de provincie Noord-Brabant hier een oplossing voor gevonden heeft. De overheid die het bestemmingsplan of het inpassingsplan voor een windpark vaststelt maakt privaatrechtelijke afspraken over het moment waarop de windmolens worden verwijderd. Aan de structuurvisie is ook een paragraaf over recreatie en toerisme toegevoegd. In de ontwerp structuurvisie was dit aspect onderbelicht. Op basis van onderzoek dat door het European Tourism Futures Institute (ETFI), onderdeel van Stenden University Leeuwarden, is uitgevoerd, is de verwachting dat als er al negatieve effecten van windmolens in het IJsselmeer op de recreatie en toerisme zijn, deze beperkt en tijdelijk zullen zijn. Omdat het onderzoek van het ETFI niet specifiek gericht is op de situatie in het IJsselmeer is als randvoorwaarde voor de concrete invulling van het gebied in het IJsselmeer opgenomen dat de effecten op recreatie en toerisme nader onderzocht worden. In de vergadering van 19 februari 2014 heeft u een motie aangenomen over een onderzoek naar de effecten van windmolens op recreatie en toerisme. Met dit onderzoek wordt al invulling gegeven aan de randvoorwaarde hierover uit de structuurvisie. De resultaten van dit onderzoek sturen wij u zo spoedig mogelijk toe.
De structuurvisie (bijlage 9) wordt u ter vaststelling voorgelegd. Na vaststelling wordt de structuurvisie gepubliceerd op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. 7. Uitvoering (sanering, deelname in wind windpark, en de windbank) In de hoofdstuk 3 van de structuurvisie wordt aangegeven dat ten behoeve van de sanering deelname in het windpark in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk zal worden onderzocht. Daarnaast wordt ten behoeve van de begeleiding van de sanering de mogelijkheid van een windbank onderzocht. Beide onderzoeken worden op dit moment al uitgevoerd. De kans is groot dat het rijk voor het gebied in het IJsselmeer een rijksinpassingsplan zal vaststellen. In dat geval kan de sanering van windmolens op land door middel van een wind-project op het IJsselmeer niet via de provinciale structuurvisie worden afgedwongen. Een manier om sanering wel mogelijk te maken is via financiële deelname in de ontwikkeling en exploitatie van het project in het IJsselmeer. De opbrengsten van deze deelname kunnen gebruikt worden voor sanering. Een Windbank kan in dit proces een intermediaire rol spelen, bijvoorbeeld als adviserende instantie vanuit de publieke taak (wat is haalbaar?) of eventueel als opkoper van 6
windrechten (risicodragend profiel). De Windbank kan mogelijk rentedragend geld lenen uit het FSFE óf uit een andere provinciale bron om een deelneming in het IJsselmeerproject te financieren. Een evt. lening vanuit het FSFE is uiteindelijk ter beoordeling van de aan te stellen fondsbeheerder. Maar in de instructies aan de beheerder wordt, conform het in oktober 2013 in de Staten aangenomen amendement, deze mogelijkheid geboden tot een maximum van € 9 mln. De provincie cq de Windbank, kan dan als mede-eigenaar van het park bepalen wie er (later) mee kan doen met het park en onder welke voorwaarden. Hiermee wordt alsnog een positie verkregen om ruimtelijk te sturen en kan de verdeling van de opbrengsten worden aangewend voor uitvoering van het provinciale windbeleid (sanering en participatie). Dit effect kan nog fors worden vergroot als de provincie zelf ook investeert in de bouw van het park. Deze investering wordt gedurende de levensduur van het park terugverdiend en er is daarenboven sprake van rendement. Een deel van het rendement kan gebruikt worden voor de sanering van bestaande windmolens. Via de provinciale aandelen kunnen aan turbine-eigenaren die hun molen willen saneren certificaten worden verstrekt. Hiermee ontvangen de turbine-eigenaren in ruil voor sanering cash en/of certificaten in het windpark in het IJsselmeer. Sanering kan alleen op vrijwillige basis. Het marktmechanisme is leidend en moleneigenaren bepalen uiteindelijk zelf of zij bereid zijn om hun bestaande windmolen te verkopen of eventueel om te zetten in een deelneming in een nieuw park. Rho adviseurs en Ecorys hebben opdracht gekregen om te onderzoeken in hoeverre de bereidheid tot saneren bestaat en welke condities hierbij bepalend zijn. Dit onderzoek wordt gefinancierd vanuit het programma Duurzame Energie en is momenteel in uitvoering. De resultaten worden in de loop van februari 2014 verwacht. Rho adviseurs en Ecorys hebben ook opdracht gekregen om de deelname in het windpark in het IJsselmeer te onderzoeken. Met inachtneming van de resultaten van deze onderzoeken worden concrete voorstellen voor oprichten van een windbank, het inrichten en de financiering van deelname in het windpark in het IJsselmeer op een later moment aan u voorgelegd. 8. Informerende Statencommissie gehouden op mei 2013 In mei 2013 is een informerende Statencommissie gehouden. De commissie is op dat moment geïnformeerd over de actuele zaken rond windenergie. De ontwerp structuurvisie is toegelicht. Wethouder Akkerman heeft de visie van de gemeente Súdwest Fryslân op de ontwerp structuurvisie toegelicht. De hoofdlijn was dat gemeente Súdwest Fryslân wel windenergie wil maar niet de hele taakstelling van de provincie op zich wil nemen. Vanuit het Comité Hou Fryslân Mooi is gepleit voor een 7
betere verdeling van de lusten en lasten van windenergie over Fryslân. Dit kan door verspreid over Fryslân clusters van windmolens toe te staan en dit niet te beperken tot de kop van de Afsluitdijk en het Klaverblad bij Heerenveen. Tenslotte is er een pleidooi voor het opnemen van dorpsmolens in het provinciale beleid gehouden. 9. Moties en toezeggingen gedurende het traject In de vergadering van Provinciale Staten van 16 februari 2011 is een aantal moties aangenomen. De beantwoording ervan is doorgeschoven naar de structuurvisie. In bijlage 10 wordt per motie aan gegeven hoe deze in de structuurvisie verwerkt is. 10. Lijnopstelling langs de Afsluitdijk In de brief van 12 november 2013 hebben wij u toegezegd de mogelijkheden van een lijnopstelling langs de Afsluitdijk in beeld te brengen. Zie hiervoor bijlage 11. Een lijnopstelling langs de Afsluitdijk heeft een kleiner ruimtebeslag dan een windpark in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk. Hierdoor is de kans op effecten in absolute zin, ook kleiner. Een lijnopstelling langs de Afsluitdijk levert minder opgesteld vermogen op dan een windpark in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk. Wanneer de structuurvisie beperkt wordt tot een lijnopstelling langs de Afsluitdijk wordt niet voldaan aan de afspraken die met het rijk gemaakt zijn. Bij een lijnopstelling langs de Afsluitdijk is, in vergelijking met een windpark in het IJsselmeer bij de Afsluitdijk, sprake van een grote landschappelijke impact in combinatie met een beperkt aantal megawatts.
Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân,
J.A. Jorritsma
, foarsitter
drs. A.J. van den Berg
, sekretaris
8
BESLÚT NR.
:
PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN
Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan 21 febrewaris 2014, nr. 1110121
Oerwagende dat
:
de ontwerp structuurvisie 1200 zienswijzen opgeleverd heeft de reacties beantwoord worden in de reactienota dit ertoe geleid heeft dat in de structuurvisie alleen een deel van het IJsselmeer is opgenomen er in de structuurvisie randvoorwaarden gesteld worden ten aanzien van de plaatsing van windmolens in het IJsselmeer er ruimte geboden wordt voor maximaal 400 MW hiermee voldaan wordt aan de afspraken die gemaakt zijn tussen IPO en het Rijk in het Uitvoeringsprogramma Duurzame Energie 20142020 de energie mix van 2020 is vastgelegd hierin uitgegaan wordt van 16% duurzame energieproductie dit ruim de helft hiervan uit windenergie moet komen
Beslute
: kennis te nemen van de reactienota de planMER en de aanvulling op de planMER vast te stellen de structuurvisie Fryslân Windstreek 2014, IJsselmeer vast te stellen (IMRO nummer: NL.IMRO.9921.SV2012Windstreek-VA01) in te stemmen met afspraak die tussen IPO en het Rijk gemaakt is dat Fryslân ruimte biedt aan 530,5 MW windenergie.
9
Sa feststeld troch Provinsjale Steaten Fan Fryslân yn harren iepenbiere gearkomstefan ,
, foarsitter
, griffier
10