Oan Provinsjale Steaten
Gearkomste Wurklistnûmer Beliedsprogramma Ôfdieling Behanneljend amtner Tastel Registraasjenûmer Primêr nûmer
: : : : : : : :
Ûnderwerp
: Amendement 3 Begroting 2010 onderdeel Wabo
Taheakke
: Bijlage 1: Brief Wabo 7 september 2009-12-11 Bijlage 2: Plan van aanpak
Oanlieding / Beliedsramt
: Bj de behandeling van de Begroting 2010 is het onderdeel Wabo nog niet vrijgegeven door de Staten in afwachting van een beleidsmatige onderbouwing
(* foech, wetlik ramt, rol PS)
Koarte gearfetting
17-3-2010 01B Milieu FPC Ingrid Lagerburg 5416 873165
: Voor de afhandeling van amendement 3 Begroting 2010 wordt een beleidsmatige toelichting gegeven op het onderdeel de Wabo.
1
Taljochting
: Bij de behandeling van de Begroting 2010 op 4 november j.l. is amendement 3 aangenomen. Dit amendement stelt dat er o.a. over de Wabo nog geen inhoudelijke discussie heeft plaats gevonden en dat gelet op het vigerende adagium ‘eerst beleid en dan geld’ de onderstaande budgetten nadere inhoudelijke besluitvorming van de Staten behoeven alvorens wij daar geld voor kunnen uittrekken. Met betrekking tot de Wabo/omgevingsdienst betreft het de implementatie van de nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in de provinciale organisatie en het uitvoeren van de regierol van de provincie bij het totstandkomen van een regionale uitvoeringsdienst voor omgevingstaken in Fryslân. De provincie is in medebewind belast met de implementatie en uitvoering van de Wabo. De regierol bij het totstandkomen van een regionale uitvoeringsdienst in Fryslân, is door het Kabinet aan de provincies toebedeeld in het kader van de nadere kabinetsreactie handhavingstructuur en eindbeeld Mans/Wabo/Oosting/de Hondt en Lodders. In beide gevallen is dan ook geen sprake van het ontwikkelen van autonoom beleid waarover eerst door Provinciale Staten moet worden besloten. Wel past het bij de Friese beleidsintenties zoals vastgelegd in het vigerende Milieubeleidsplan om te komen tot een Friese uitvoeringsorganisatie en het oppakken van de faciliterende rol indien er een gebrek aan uitvoeringsniveau zou worden vastgesteld. In de toelichting bij de kaderbrief 2010, en de brieven van 22 juni 2009 en 7 september 2009, hebben wij uw Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de dossiers. De brief van 7 september, waarin de stand van zaken is beschreven en waarin de claim voor 2010 van € 200.000 is gemotiveerd, voegen wij kortheidshalve nogmaals hierbij (bijlage 1). Laatste stand van zaken en uit te voeren acties voor de implementatie van de Wabo Inmiddels is de invoering van de Wabo opnieuw uitgesteld. Het is nog niet duidelijk wanneer de Wabo daadwerkelijk in werking treedt. Uitstel van de Wabo betekent dat minder geld nodig is voor de structurele uitvoering van de Wabo in 2010. Op jaarbasis is hiervoor een bedrag van € 68.000 begroot. Uitstel van de Wabo tot bijvoorbeeld 1 april 2010 zou betekenen dat voor de structurele uitvoering € 17.000 minder nodig is. De tijdelijke middelen schuiven gedeeltelijk door van 2009 naar 2010 (b.v. middelen voor opleiding), maar de capaciteit nodig voor de implementatie moet langer worden ingezet. Deze capaciteit moet gecompenseerd worden om te productie te halen. Naar verwachting zullen de kosten van uitstel van de Wabo gecompenseerd worden door de baten hiervan. 2
Laatste stand van zaken en uit te voeren acties regierol Uitvoeringsdienst Sinds begin september zijn de volgende ontwikkelingen te melden: Er heeft op 8 oktober in Friesland een informerend bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de betrokken organisaties. De bestuurders stemden er mee in dat in een brief aan de colleges voorgelegd wordt, in te stemmen met het voorstel van de minister de Wet gemeenschappelijk regeling (WGR) als best passende juridische structuur en de provinciegrens als passend werkgebied voor de nieuwe organisatie te zien. Ook is ingestemd met een onderzoek naar het gebruik van ICT-applicaties in de uitvoeringssamenwerking en voor de informatiedeling. Minister Cramer heeft op 29 oktober jl. het werkdocument Basistakenpakket voor regionale uitvoeringsdiensten toegezonden aan de Tweede Kamer. Dit werkdocument is een coproduct van de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen en het Rijk op ambtelijk niveau. De provincies en gemeenten zullen dit document gebruiken om de regionale uitwerking met elkaar te bespreken. Ook de landelijke kwaliteitscriteria, die nu in concept gereed zijn, zullen daar bij worden betrokken. Landelijk zoekt IPO naar passende invulling van de provinciale regierol, de synergie en samenwerking, afgestemd met de systeemverantwoordelijke het rijk (VROM, BZK, Justitie). Verder wordt het door alle betrokken besturen geaccordeerde Plan van Aanpak (zie bijlage 2) gevolgd en is de voorbereiding gestart om met de partners te komen tot een model wat recht doet aan de basistaken, de landelijke kwaliteitscriteria, de informatie-eisen en ICT en natuurlijk de Friese situatie. De provincie zet hiervoor, gezien de belangen voor de organisatie en de impact voor personeel voor de uitvoeringsstructuur (naast vrijgemaakte bestaande capaciteit) extra capaciteit in gericht op regie, organisatieen ICT-advies, communicatie, personeel en organisatie en inhoudelijke project medewerkers. In de bijeenkomst van de Statencommissie Lân, Loft en Wetter van 2 december bent u over het vorenstaande nog nader mondeling geïnformeerd. . Aanvullende informatie brief 23 december 2009 Tegelijk met de Begroting 2010 is een afzonderlijk voorstel, inclusief eerste begrotingswijziging 2010, aan uw Staten voorgelegd aangaande de verdere implementatie en uitvoering van de Wabo en de regierol voor de realisatie van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) in Fryslân. Wij vroegen daarbij voor 2010 een bedrag van € 200.000. Uitleg over het kadernota voorstel: Het oorspronkelijke voorstel bij de Kadernota 2010 bedroeg € 755.000 en was bedoeld voor zowel de kosten van de verdere implementatie en uitvoering van de Wabo
3
als voor de kosten voor de uitvoering van de regierol RUD. Dit bedrag kon worden bijgesteld als gevolg van de op 26 juni 2009 tussen VROM en IPO overeengekomen compensatie voor de bestuurslasten voor de Wabo en de regierol RUD. Hierin is overeengekomen dat er voor de provincies een incidenteel bedrag van € 9 miljoen beschikbaar komt ter dekking van de incidentele/invoeringskosten Wabo (de verdeling over de provincies moet nog plaats vinden, maar aangenomen wordt dat wij een twaalfde deel ontvangen zijnde € 750.000). Compensatie voor de regierol en voor uitvoering van de Wabo die niet door leges worden gedekt (€ 2,4 miljoen), moet volgens diezelfde overeenkomst gezocht worden in de lagere kosten als gevolg van de nieuwe Wet RO en dus door de provincies zelf gedragen worden. (Deze afspraken gelden tot 1 januari 2012). De lagere kosten als gevolg van de nieuwe Wet RO – ongeveer 2 fte - zijn door ons al ingeleverd in het kader van de € 10 miljoen bezuinigingsdiscussie en zijn dus niet meer beschikbaar. Thans schatten wij in dat wij met de compensatie voor de incidentele invoeringskosten voor de jaren 2009 en 2010 (€ 750.000), de kosten voor de Wabo volledig kunnen dekken en die voor de regierol voor een groot gedeelte. Het tekort in 2010 is € 200.000. Hiermee is de totale compensatie van VROM volledig ingezet voor 2010 en zullen wij bij de kadernota 2011 e.v. met voorstellen voor zowel de structurele uitvoeringskosten van de Wabo als het vervolg op de regierol komen. Algemene informatie over de onderwerpen Wabo en RUD: Op onderstaande momenten hebben wij u eerder geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot de de Wabo en de RUD: •
•
• • •
•
Begrotingswijziging m.b.t. uitvoering implementatieplan Wabo d.d. 28 juni 2006. Inwerkingtreding Wabo was gepland op 1 januari 2008; Presentatie implementatie Wabo aan de Statencommissie Lân, Loft en Wetter op 30 januari 2008. Kadernota 2009 (voorjaar 2008) en diverse Beleidsrapportages in 2008; Kadernota 2010 (voorjaar 2009) en diverse Beleidsrapportages in 2009; Brief aan provinciale Staten d.d. 22 juni 2009, kenmerk 00835199. Informerende brief over de ontwikkelingen rond de dossiers Wabo/Mans/Oosting; Brief aan Provinciale Staten d.d. 7 september 4
•
•
2009, kenmerk 00847328. In deze brief zijn de landelijke ontwikkelingen rond de Wabo en de realisatie van Regionale Uitvoeringsdiensten geschetst, inclusief de financiële gevolgen hiervan; op 2 december 2009 is in de Statencommissie Lân, Loft en Wetter een mondelinge presentatie gegeven door de betrokken ambtenaren en was er gelegenheid tot het stellen van informerende vragen; Brief aan Provinciale Staten d.d. 4 december 2009, kenmerk 00865661. Naar aanleiding van de presentatie op 2 december 2009 is in deze brief nadere informatie gegeven over de bevoegdheid van Provinciale Staten ten aanzien van de Wabo en de Regionale Uitvoeringsdienst en de vormgevingsmogelijkheden van deze organisatie.
Wabo De minister richt zich nu op invoering per 1 juli 2010. Wij gaan bij onze laatste kostenberekeningen voor 2010 nu uit van € 215.000. Een deel heeft te maken met de verdere implementatie en een deel is voor de uitvoering. Eerder is rekening gehouden met een bedrag van € 122.000. Daar zitten twee herberekeningen in. De eerste is de verzette invoeringsdatum. De tweede is het gevolg van het feit dat de provincie bij de inwerkingtreding van de Wabo voor circa 100 inrichtingen het bevoegde gezag blijft, in tegenstelling tot een eerdere aanname van 41 inrichtingen. Dit heeft te maken met de juridische uitleg van de Europese Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC)-richtlijn. Verder hebben wij rekening gehouden met een bedrag van € 56.500 dat in 2009 minder is uitgegeven aan de implementatie van de Wabo. Door de verdere uitstel van de inwerkingtreding van de Wabo zijn activiteiten zoals opleiding medewerkers, bijeenkomsten met gemeenten over de Samenwerkingsovereenkomst, voorlichting aan bedrijfsleven en aanschaf van ICTmiddelen doorgeschoven naar 2010. Bij de vaststelling van de Legesverordening Fryslân op 16 december j.l. is aan uw Staten toegezegd, dat wij u nader informeren over het totale kostenplaatje van de structurele uitvoering van de Wabo (structurele kosten en legesopbrengsten) zodra duidelijk is wanneer de Wabo daadwerkelijk wordt ingevoerd. Regionale Uitvoeringsdienst De regierol is in de zogenaamde package deal tussen VROM, VNG en IPO (juni 2009) expliciet aan de provincies toebedeeld. Deze ontwikkeling past binnen de geformuleerde visie op dit terrein. In Fryslân is ervoor gekozen om deze taak primair met eigen personeel uit te voeren. Hierdoor wordt veel op inhuur bespaard, hoewel dit op een aantal momenten wèl noodzakelijk is. Bepaalde 5
expertises zijn eenvoudigweg niet beschikbaar en draagvlak en acceptatie spelen hier ook mee. Indien mogelijk worden er bijdragen van VROM en de gemeentes gevraagd. Dit laatste is alleen mogelijk als er sprake is van het “bouwen” van de toekomstige RUD of als een te kwantificeren rendement kan worden behaald (bijvoorbeeld bij ICT-structuren). Het niet goed kunnen invullen van de regierol levert een afbreukrisico voor de op te richten regionale uitvoeringsdienst op. Een belangrijk aspect is dat de provincie in deze dienst ook zelf de nodige taken onder zal brengen. Als eerstvolgende stap zal er in februari met externe ondersteuning (bijvoorbeeld KPMG of Deloitte) in twee sessies (op twee verschillende dagen en locaties) gewerkt worden aan een aanzet tot het bepalen van de contouren van de dienst. Hieraan zullen bestuurders, secretarissen en afdelingshoofden van alle betrokken partijen deelnemen. Voor deze groep is gekozen om ook de voortgang na de gemeenteraadsverkiezingen te borgen. In de ochtend zijn er gezaghebbende sprekers, in de middag volgen workshops. Belangrijke andere onderzoeken zijn o.a. de personele gevolgen, de huisvestingsproblematiek, de keuze voor ICT, de opzet/inrichting van de organisatie inclusief de toekomstige versus de actuele kosten. De actuele planning gaat uit van het operationeel zijn van de organisatie per 1 januari 2012.
Voorgesteld wordt om voor 2010 € 200.000 beschikbaar te stellen
Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân,
J.A. Jorritsma
, foarsitter
dr. G.P.F. van den Boorn rm
, siktaris
6
BESLÚT NR.
:
PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN
Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan , nr.
Oerwagende dat
:
Uitvoering wordt gegeven aan amendement 3 van de Begroting 2010
Beslute
: In 2010 € 200.000 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Wabo/omgevingsdienst vanuit het in de meerjarenbegroting opgenomen voorwaardelijke budget.
Sa feststeld troch Provinsjale Steaten Fan Fryslan yn harren iepenbiere gearkomste fan 17 maart 2010, , foarsitter , griffier
7
Bijlage 1: De leden van Provinciale Staten
Leeuwarden, 7 september 2009 Verzonden, Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bijlage(n)
: 00847328 : Omgevingsvergunningen en Toezicht : J. Plender / (058) 292 52 11 of
[email protected] : :
Onderwerp
: ontwikkelingen rond de dossiers Mans/Wabo/Oosting
Geachte leden van Provinciale Staten, Bij brief van 22 juni 2009, ons kenmerk 00835199, hebben wij u geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de dossiers Mans/Wabo/Oosting. Met deze brief willen wij u graag verder informeren over de laatste stand van zaken en de financiële gevolgen. Behandeling wetgeving rond Wabo en nadere kabinetsreactie handhavingstructuur en eindbeeld Mans/Wabo/Oosting in Tweede Kamer. Op 29 juni j.l. hebben de beraadslagingen over de Invoeringswet Wabo, het Besluit omgevingsrecht en de Kabinetsreactie handhavingstructuur plaatsgevonden. De Invoeringswet Wabo is met grote meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer. Ook heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Besluit omgevingsrecht en is zij in grote lijnen akkoord gegaan met de package deal, zoals deze was verwerkt in de nadere kabinetsreactie handhavingstructuur. De consequenties van de package deal voor de uitvoering van de Wabo, zullen nog worden verwerkt in het Besluit omgevingsrecht, voordat deze aan de Eerste Kamer en de Raad van State wordt voorgelegd. Op 30 september a.s. spreekt de Tweede Kamer in het Handhavingsoverleg verder over de nadere kabinetsreactie handhavingstructuur en eindbeeld Mans/Wabo/Oosting. Met name het basistakenpakket voor de uitvoeringsorganisaties zal dan aan de orde komen. Stand van zaken implementatie Wabo in de provinciale organisatie Nu bekend is hoe de Wabo in de praktijk vorm zal worden gegeven, kan de implementatie in de provinciale organisatie worden afgerond. Op dit moment wordt hard gewerkt aan het opstellen van de nieuwe procedures, het opleiden van medewerkers en het verder vormgeven van de samenwerkingsafspraken met de gemeenten en het waterschap. Op 1 januari 2010 moet de provinciale organisatie gereed zijn om de Wabo te kunnen uitvoeren. De package deal heeft tot gevolg dat de provincie alleen voor de BRZO/IPPC bedrijven bevoegd blijft voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Het gaat om 41 van de 267 inrichtingen. Dit betreft wel de meest complexe inrichtingen. 8
De bevoegdheid voor de niet- BRZO/IPPC bedrijven gaat per 1 januari 2010 over naar gemeenten. Tot het moment waarop de uitvoeringsorganisaties operationeel zijn (gepland is 1 januari 2012) behoudt GS een deelbevoegdheid voor het milieudeel van de omgevingsvergunning voor de niet-BRZO/IPPC bedrijven. In 2008 hebben we onderzoek gedaan naar de werklast die voortvloeit uit de invoering van de Wabo. Dit werklastonderzoek hebben we geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe situatie. Stand van zaken discussie uitvoeringsdienst in Fryslân. Het “Plan van aanpak samenwerking vergunningverlening en toezicht in uitvoeringsdienst(en)” is geactualiseerd naar aanleiding van de package deal. De oorspronkelijke planning is bijvoorbeeld met een jaar bekort. Daarnaast is nu sprake van een verplicht basistakenpakket waarvoor de uitvoeringsdiensten verantwoordelijk worden. Landelijk wordt gewerkt aan het opstellen van wettelijk te verankeren kwaliteitscriteria voor vergunningverlening en toezicht/handhaving. Een van de criteria is continuïteit/kritieke massa. Deze criteria zullen gaan gelden voor de vergunningverlening en het toezicht in de volle breedte. Dus zowel voor de dienst als voor het bij de gemeentes/provincie/wetterskip achterblijvende pakket. De kans bestaat dat die criteria ook tot opschaling zullen nopen. De planning is dat er eind september meer duidelijkheid komt over deze criteria. De provincie krijgt in het kader van haar toezichthoudende rol, tot taak de organisaties aan deze kwaliteitscriteria te toetsen en kan (als laatste middel) in deze rol na 2012 verdere opschaling afdwingen. De minister heeft in de nadere kabinetsreactie handhavingstructuur twee aspecten benoemd waar nog dit jaar over besloten moet worden. Het gaat om het instemmen met het samenvallen van de dienst met een veiligheidsregio èn het instemmen met het laten functioneren van deze dienst onder de WGR. Zij sluit andere opties onder bepaalde voorwaarden overigens niet uit. Afwijking van territoriale congruentie is dus mogelijk. Hiervoor zal vóór 1 december 2009 een gemotiveerd voorstel moeten worden gedaan. Over de juridische vorm van de uitvoeringsdienst moet vóór 1 januari 2010 per regio een besluit worden genomen. Bij het uitblijven van overeenstemming tussen de betrokken overheden over een eventuele andere organisatievorm, wordt een openbaar lichaam ingesteld. De detaillering, bijvoorbeeld het werken vanuit meerdere locaties, zal op basis van nader onderzoek en overleg moeten plaatsvinden. De provinciale regiegroep is op dit moment bezig met een ronde langs alle betrokken besturen om over een en ander van gedachten te wisselen. Dit naast een blik op de resultaten van het eind mei/begin juni uitgevoerde onderzoek naar de aard en omvang van de werklast bij alle betrokken partijen (verdiepingsslag). De eerste resultaten van deze verdiepingsslag zijn op 25 juni jl. met de gemeenten en het waterschap besproken. Voor 8 oktober staat een volgende bijeenkomst gepland, dan zal onder andere worden gesproken over het beeld uit de individuele gesprekken en de keuze voor de reikwijdte (veiligheidsregio?) en vorm (WGR of andere vorm), waarover in 2009 nog besluiten moeten worden genomen. Financiële aspecten Zoals eerder is aangegeven gaat de Minister er vanuit dat het realiseren van het eindbeeld niet leidt tot extra structurele kosten, maar tot besparingen als gevolg van efficiencyvoordelen. Wij hebben de woordvoerders van de Tweede Kamer laten weten het niet eens te zijn met deze stelling van de minister dat de baten de kosten compenseren. Er zal sprake zijn van frictiekosten en daarnaast voeren de provincies de regie bij de vorming van de regionale diensten en de ontwikkeling en toepassing van de kwaliteitscriteria. Tot nu toe heeft dit echter niet geleid tot resultaten. In IPO verband wordt hierover verder onderhandeld met het ministerie van VROM.
9
Intussen heeft het IPO wel een akkoord gesloten met VROM over de compensatie van de bestuurslasten voor de invoering van de Wabo. Overeengekomen is dat de gezamenlijke provincies € 9 miljoen krijgen gecompenseerd voor incidentele kosten. Bovendien is afgesproken dat € 2,4 miljoen voor structurele Wro-baten bij provincies blijven ter dekking van structurele kosten voor invoering van de Wabo. In het kader van de 10 miljoen bezuinigingsoperatie zijn de minder uitgaven als gevolg van de nieuwe Wro al ingeleverd. De dekking voor de structurele kosten voor uitvoering van de Wabo (geschat op € 68.824) zal dus binnen de provinciale begroting moeten worden gevonden. Deze compensatie van de bestuurslasten Wabo is inclusief de compensatie voor de kosten van personele inzet voor de regierol van de provincie (tot 1-1-2012) om te komen tot een uitvoeringsorganisatie. De € 9 mln. voor incidentele kosten wordt nog in 2009 uitgekeerd. IPO werkt aan een verdeelsleutel. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat deze € 9 miljoen gelijkmatig over de twaalf provincies wordt verdeeld. Voor 2009 is hiermee voldoende dekking voor de implementatiekosten Wabo en regierol uitvoeringsdienst. De lasten voor 2010 kunnen hiermee worden teruggebracht van € 755.000 naar € 202.975. Omdat bij het opstellen van de ontwerp-begroting 2010, de onderhandelingen met het Rijk over de compensatie van bestuurslasten van de Wabo nog niet waren afgerond, zijn in hoofdstuk 4 (Milieu) nog geen concrete bedragen geraamd voor de kosten van uitvoering van de Wabo en regie bij de oprichting van uitvoeringsdienst(en). Wel zijn de betreffende middelen conform de Kadernota 2010 geraamd in het programma Algemene Dekkingsmiddelen. Hoewel de betreffende middelen dus al wel zijn geraamd in de ontwerp-begroting 2010, kunnen wij hier – na vaststelling van deze begroting door uw Staten - nog niet over beschikken, zonder afzonderlijk besluit van uw Staten. Daarom zijn wij voornemens, tegelijk met de ontwerp-begroting 2010 een afzonderlijk voorstel, inclusief eerste begrotingswijziging 2010, aan uw Staten voor te leggen. Middels dit voorstel zullen wij u vragen voor 2010 een bedrag van € 200.000 beschikbaar te stellen. De voor 2011 en volgende jaren benodigde middelen zullen wij betrekken bij de Kadernota 2011. Wanneer niet over de gevraagde middelen kan worden beschikt, zal de provincie geen uitvoering kunnen geven aan de regierol zoals deze in de package deal aan de provincie is toebedeeld en wettelijk zal worden verankerd. Samen met de Friese gemeenten streven we naar de meest wenselijke oplossing voor het gesignaleerde kwaliteitstekort in de uitvoering van de VROM- wet- en regelgeving voor de fysieke leefomgeving. Regie van de provincie is hiervoor noodzakelijk. Een regierol die ook past binnen de uitgangspunten van de commissie Lodders. Intussen blijven we er bij het rijk op aandringen dat de bestuurslasten die voortvloeien uit de package deal en de kabinetsreactie op de dossiers Wabo/Mans/Oosting, worden gecompenseerd. Het gaat dan om een aanvullend budget voor de uitvoering van de regierol, implementatie/oprichtingskosten, frictiekosten, ontwikkeling en toepassing kwaliteitscriteria etc. In IPO verband wordt onderzoek gedaan naar deze bestuurslasten. Deze berekeningen moet de discussie van VNG en VROM over de bestuurslasten voeden en moeten leiden tot de randvoorwaarden die gesteld dienen te worden aan het rijk om de provinciale regierol waar te kunnen maken. Wanneer er nog vragen zijn, dan kunt u hierover contact opnemen met de heer R. van den Bosch, kwartiermaker Friese uitvoeringsorganisatie, telefoon 058-2925406 of mevrouw J. Plender, projectleider Wabo, telefoon 058-2925211.
10
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
J.A. Jorritsma, voorzitter
dr. G.P.F. van den Boorn rm, secretaris a.i.
11
Bjjlage 2. Betreft: Versie: Van:
PLAN VAN AANPAK FRIESE SAMENWERKING VERGUNNINGVERLENING EN TOEZICHT IN UITVOERINGSDIENST(EN) 11 september 2009; versie van 16-04-09 is aangepast aan de ontwikkelingen Regiegroep provincie Fryslân
1 In- / aanleiding Er zijn een groot aantal ontwikkelingen rond vergunningverlening, toezicht en handhaving welke dwingen om na te denken over de uitvoeringstructuur voor de samenwerking en hierin stappen te zetten. In de bestuurlijke en ambtelijke bijeenkomst op 29 januari 2009 zijn de beelden in Fryslân gedeeld en is de provincie gevraagd de regie op zich te nemen om dit proces vorm en inhoud te geven Het Plan van Aanpak van 16-04-09 is aangepast aan de landelijke ontwikkelingen en besluitvorming in de Tweede Kamer (package deal/) en het hieruit voortvloeiende nieuwe strakke tijdspad. 2 Doel Het in Fryslân realiseren van een robuuste uitvoeringsstructuur, die zal gaan voldoen aan de criteria zoals die door VROM/Justitie/BZK/VNG en IPO zullen worden geformuleerd. Er zal zoveel als mogelijk worden geanticipeerd op de lokale situatie. Centraal daarin staat een optimale dienstverlening aan “de klanten”. 3 Primaire scope Het betreft minimaal de uitvoering van complexe milieuzaken uit de Wabo-regelgeving vergunningverlening en handhaving, zoals dit wettelijk zal worden vastgelegd. Ook andere uitvoeringstaken kunnen binnen de organisatie worden ondergebracht. Voor de provinciale organisatie gaat het voor milieu om tenminste 50 FTE. Bij de gemeenten (31), milieudienst en waterschap is het aantal werkenden in milieu en water ca. 90 FTE; meer op afstand gaat het om ca. 150 FTE (bouw) en 40 FTE (WRO) en 80 FTE (rest, o.a. APV) met een groter aantal medewerkers. De aantallen zijn gebaseerd op de in juni uitgevoerde verdiepingsronde; juiste aantallen zijn na afronding van het vooronderzoek en de match aan landelijke afspraken en criteria in beeld. 4 Stappenplan en tijdspad omgevingsgerichte uitvoeringsorganisatie Nr. A
B
C 1
Stap, resultaat Voorbereiding start Instellen regiegroep. Resultaat: - ambtelijke klankbordgroep gem, WS, prov (pm justitie, rijk) - aandachtspuntenlijst - globaal plan van aanpak - informeren en instemming staten Plan van Aanpak Oriëntatiefase Overleg en afstemmingsronde in de provincie. Resultaat: - analyse problematiek - gemeenschappelijke uitgangspunten, modellen, aandachtspunten, stappenplan, procesorganisatie, middelen - situatie bij betrokkenen in beeld - input landel. discussie eindbeeld Wabo/Mans/Oosting Definitiefase Uitwerken informatie. Resultaat: - match met Packagedeal, kwaliteitscriteria, afspraken
Door
Planning
Regiegroep provincie
voorjaar 2009
Regiegroep provincie met input van ambtelijke en bestuurlijke klankbordgroep en vertegenwoordigers partners.
tot oktober 2009
Regiegroep provincie
Augustus- november 2009
12
Algemeen Overleg Tweede kamer 30-9 - PS en andere besturen geïnformeerd over proces
Nr. 2
3
Stap, resultaat Keuzes. Resultaat Besluiten : - werkgebied veiligheidsregio Fryslân, vóór 01-122009 - WGR als juridische vorm, anders van rechtswege een openbaar lichaam of gelijkwaardige juridische vorm voor 1-1-2010 1 - instemming met uitwerking van passend(e) uitvoeringsmodel(len) Uitwerking model (len) van keuze. Resultaat: - uitgewerkt model(len); gevolgen voor deelnemers
4 5
Toetsing uitvoering aan kwaliteitscriteria Opstellen implementatieplan. Resultaat: - implementatieplan
6
Goedkeuren implementatieplan. Resultaat: - geaccepteerd implementatieplan Implementatiefase Inrichting en bemensing programmabureau, stuurgroep. Implementatie uitvoeringsmodel. Resultaat: - werkende uitvoeringsorganisatie op 1-1-2012
D
Door Bestuur betrokken partijen
Planning november 2009 – februari 2010
Regiegroep met afzonderlijke deelnemende partijen. IBT/kwaliteit provincie Regiegroep met afzonderlijke deelnemende partijen Besturen partners, OR, vakbonden
Voorjaar 2010
Uitvoeringsorganisatie/ programmabureau.
2011
2010 tot oktober 2010 Oktoberdecember 2010
5 Projectstructuur en communicatie Er functioneren een provinciale regiegroep (voor het faciliteren van het proces) en ambtelijke klankbordgroep en een bestuurlijke procesgroep representatief voor de deelnemende partners en geografisch gespreid. Door de besturen te nemen beslissingen worden hiermee voorbereid. Bij de overgang naar de implementatiefase zal er sprake zijn van een aangepaste projectstructuur. Op dit moment lijkt het erop dat hierbinnen een stuurgroep, een projectgroep, en diverse uitvoerings- en klankbordgroepen zullen functioneren. Producten, documenten doorlopen afhankelijk van het belang potentieel de volgende afstemmingscyclus: - Initiatief, voorbereiding door regiegroep provincie, - Discussie, afstemming met ambtelijke klankbordgroep samenwerkende partners, - Discussie, afstemming met bestuurlijke procesgroep samenwerkende partners, - Bespreking met partners ambtelijk en/of bestuurlijk in de regio’s of per organisatie, - Eventuele aanpassing van het product met terugkoppeling, - Besluitvorming over modelkeuze en implementatieplan door besturen organisaties, waarna implementatie kan plaatsvinden, Tot de implementatiefase zullen zoveel als mogelijk bestaande overleggen en kanalen worden gebruikt om informatie te delen, af te stemmen en te besluiten. Dit geldt ook voor de communicatie met het werkveld. Waar mogelijk zal worden geparticipeerd in landelijk (werk)groepen teneinde zo veel en snel mogelijk informatie te verkrijgen, af te stemmen en invloed uit te oefenen.
1
Die recht doen aan landelijke afspraken en kwaliteitscriteria passend bij de Friese situatie.
13
6 Financiële aspecten voor de projectorganisatie door de provincie De provincie legt de aanpak voor de regie en het faciliteren van de bijbehorende activiteiten vast in een statenvoorstel, waarin eveneens de financiële gevolgen voor 2009 en daarna zijn opgenomen. Koepels vragen, in de gesprekken en onderhandelingen rond Oosting, Mans en het transitieprogramma, financiële dekking van VROM, voor zowel de regie als de frictiekosten bij de implementatie van een model.
14