Notulen vergadering: 10 november 2008, 19.30 uur, Boscotondo
Aanwezig: Voorzitter: Cie.griffier Leden:
Commissie S
mevr. E.P.W. de Voogd C.G.H.J. Dahmen H.F.J. Bekkers (SDH-OH), S. van de Brug (VVD), J.F.C. Damen (VVD), R.S. Groenendal (PVDA), J. Hamacher (HB), mevr. N. de Jager (PVDA), mevr. M.M. de Leeuw (CDA), T.J. van Mullekom (HA), mevr. A.M. Raaijmakers (CDA), M. Rieter (HB)(vervanging M.G.M. van Wetten), mevr. J.M.W.F.T. van Rooij (SDH-OH), A. Spruijt (SP), E. van Veen (D66), mevr. G. van den Waardenburg (CDA), mevr. N. van der Zanden (SP)
Portefeuille: Adviseurs: Notuliste:
Wethouder Bethlehem, wethouder Boetzkes P. Berkers, J. Bongaarts, G. vd Broek, N. Delemarre, mevr. J. v Meer, H. Veldman mevr. N. Marcus
Afwezig:
H.M.J.M. van Dijk (SDH-OH), R. van der Made (GL), A.J. Pellemans (PVDA), M.G.M. van Wetten (HH)
1.
Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De heer Van Dijk, de heer Van der Made, de heer Pellemans en de heer Van Wetten zijn afwezig. De laatste wordt vervangen door de heer Rieter. 2.
Vaststellen ontwerpagenda 11 november 2008
De voorzitter deelt mee dat agendapunt 9 na agendapunt 3 behandeld wordt. De agendapunten 4 en 5 worden op voorstel van wethouder Boetzkes omgedraaid. De commissie stelt de agenda met deze wijzigingen vast. 3.
Vaststellen notulen van de vergadering van 20 oktober 2008
Blz. 1, de heer Spruijt merkt op dat agendapunt 4 moet zijn “Armoede Gevangen 2008-2011”. Blz. 4, betoog mevrouw Raaijmakers, zin “Bij de uitwerking van het amendement Tang/Spekman…” moet zijn “Bij de uitwerking van het amendement van de Combinatie…”. De notulen worden met in achtneming van het bovenstaande vastgesteld. 4.
Voortzetting gebruiksruimte harddrugsverslaafden
De heer Dijkstra van Novadic-Kentron geeft een inleidende toelichting op het evaluatierapport. De heer Rieter (HH) vraagt of alle gebruikers van de ruimte dak- en thuisloos zijn. De heer Dijkstra antwoordt dat 9 van de 45 personen feitelijk dakloos zijn. De heer Van Veen (D66) vraagt naar de mix van zwaardere en lichtere verslaafden in de dagopvang. De heer Dijkstra antwoordt dat snel bleek dat deze groepen niet goed samengaan. De betere doelgroep wordt nu bediend via de locatie Zuidende en in de Oversteek uitsluitend de mensen met een zware chronische problematiek voor zorg op maat. De heer Van Mullekom (HA) vraagt of er mensen uit de dagopvang genezen worden. De heer Dijkstra antwoordt dat de chronische gebruikers van de dagopvang niet binnen afzienbare tijd zullen afkicken, maar drugs zullen blijven gebruiken dan wel ingesteld kunnen worden op een stabiele medicatie van de arts. Voor de duidelijkheid, Novadic-Kentron verstrekt geen drugs. commissie Samenleving
Blz. 1
De heer Hamacher (HB) leest dat zich een nieuwe doelgroep aandient die anders gebruikt en waarvoor andere opvang gevonden moet worden. Dat hoort hij niet terug in de toelichting. Als het proces van vergrijzing zich doorzet, is de gebruiksruimte op termijn dan nog nodig? De heer Dijkstra heeft zich in de toelichting beperkt tot de gebruiksruimte. Een toename is te zien van gebruikers van cannabis en XTC. Novadic is bezig zich daarop te preparen. De vaste kern van de gebruiksruimte vergrijst en gezien de lichamelijke mankementen als gevolg van hun leefwijze is een gebruiksruimte of dagopvang straks niet meer voldoende om ze op te vangen. Mevrouw Van Rooij (SDH-OH) vraagt of de doelgroep die gebruik maakt van de nachtopvang een andere is dan die gebruik maakt van de dagopvang. De heer Dijkstra licht toe dat een deel van de mensen in de dagopvang dakloos is en gebruikmaakt van de nachtopvang. Een deel woont zelfstandig of bij anderen in. Dat laatste kan risicovol zijn. Daarom is signalering via bemoeizorg van groot belang om vroegtijdig risicopanden en locaties op te sporen. Mevrouw Van der Zanden (SP) vraagt waarom voor doelgroep 1 en 2 de zinvolle dagbesteding en activering niet van de grond is gekomen. De heer Dijkstra geeft aan dat dit wel lukt, maar dat het niet de doelgroep is die gebruik maakt van de gebruiksruimte. Mevrouw De Leeuw (CDA) constateert dat de groep die meer kansrijk is uit de Oversteek weggevlucht is, verplaatst is naar Zuidende en geen dagopvang meer heeft. CDA verschilt van mening over de zorg in de Oversteek. De vraag blijft of niet op een andere manier betere zorg geleverd kan worden. Voorstellen in die richting zal CDA ondersteunen. De combinatie met SMO biedt veel kansen, die prikkeling wordt nu gemist. De heer Dijkstra licht toe dat een deel van de groep niet uit de Oversteek gevlucht is. Heel bewust met goede argumenten en in overleg met de cliënten is gemeend dat het voor deze perspectiefvolle groep beter is ze op een andere locatie te bedienen. De heer Rieter (HH) vraagt of de vrijblijvendheid van het bezoek een effect heeft op het drugsgebruik en van invloed is op de gebruiksruimte. Wordt de gewenste groep bereikt? De heer Dijkstra legt uit dat de gebruiksruimte geen verplichting is. Het gaat om de aantrekkelijkheid van het aanbod en de laagdrempeligheid om deze moeilijke categorie te binden aan maatregelen. Het Stedelijk Kompas is daarbij belangrijk omdat daarin los van de centen een gezamenlijke visie zit van gemeente en instellingen voor deze moeilijke doelgroep. Hij is ervan overtuigd dat als de cliënten die in beeld zijn bij de instellingen via een goed coördinatiepunt bij elkaar komen er meer slagen gemaakt kunnen worden. De beraadslaging wordt aan de orde gesteld. Mevrouw De Leeuw (CDA) vraagt wat de gebruiksruimte de gemeente kost. Voorgesteld wordt de ruimte voor 2 jaar te faciliteren. CDA stelt 1 jaar voor en de discussie op te starten hoe de zorg het beste bij de doelgroep terecht komt en waar een win-win-situatie te behalen is. CDA vraagt deze discussie over de besteding van gelden in de raad te voeren en dat als uitgangspunt te grijpen voor herijking van het beleid. Mevrouw Van der Zanden (SP) is geen voorstander van eenjarig beleid. De periode is te kort en daarmee worden de doelstellingen te beperkt gehouden. Door slimmer te organiseren kan ingespeeld worden op de veranderingen die komen gaan. Is de wethouder bereid dit probleem breder te trekken en binnen andere beleidsvelden uit te kristalliseren? De gemeente wordt dan minder kwetsbaar voor de financiële ontwikkelingen die spelen. Heeft de gemeente een coördinerende en uitvoerende taak richting centrumgemeente en zijn daar positieve resultaten te behalen? Mevrouw De Jager (PVDA) vindt het goed te zien dat Novadic en de gebruiksruimte een bepaalde groep mensen aan zich weet te binden die dagelijks komt. PVDA gaat er vanuit dat dit probleem niet na 2 jaar is opgelost en dat de ruimte langer nodig is. PVDA vraagt het college tijdig over een goede financiering na te denken voor handhaving van deze ruimte. Zij vreest anders dat deze mensen buiten de boot vallen en overlast veroorzaken. Ook voor henzelf is dat niet goed. Mevrouw Van Rooij (SDH-OH) gaat mee in het betoog van PVDA. SDH-OH vindt ook dat de gebruiksruimte haar bestaansrecht bewezen heeft en is voorstander voor handhaving voor 2 jaar en indien nodig langer. De middelen zijn tot 2009 gegarandeerd en ze gaat er vanuit dat als de middelen anders verdeeld moeten worden de raad tijdig geïnformeerd wordt. De heer Hamacher (HB) vindt dat gemeentelijk beleid dat goed overwogen en op goede gronden wordt neergezet niet afhankelijk gesteld moet worden van het wegvallen van rijksfinanciering. Dan moet er een nieuw voorstel komen om het beleid eventueel met gemeentelijke gelden te financieren. HB is blij met de samenwerking met de politie, de vermindering van overlast, het kleiner worden van de vergrijzende doelgroep. HB wacht met belangstelling de evaluatie over 2 jaar af. De heer Rieter (HH) sluit zich aan bij vorige betogen. HH vindt het een prima oplossing, zeker gezien de resultaten van voorgaande jaren. Als er problemen op financieel gebied ontstaan dan moet dit initiatief door gaan. HH is blij dat de aandacht voor de gezondheid van deze groep is meegenomen en als positief is
commissie Samenleving
Blz. 2
ervaren. De vergrijzing is een feit, er is een afname van overlast. De heer Van Mullekom (HA) betreurt het dat dit probleem niet uit te bannen blijkt. Hij vraagt aandacht voor het vinden van de oorzaak van het binnensluipen van verslaving bij de jeugd vanaf 10 jaar. De heer Van Veen (D66) vindt ook dat de gebruiksruimte voor de komende 2 jaar hoe dan ook financieel zeker gesteld moet worden. De heer Damen (VVD) is van mening dat het voorstel van CDA in het raadsbesluit opgenomen staat. Dit voorstel dekt dit en VVD ziet geen meerwaarde voor het voorstel van 1 jaar. Wethouder Boetzkes is van mening dat deze monitor aantoont dat de gebruiksruimte haar doel bewijst. Er is duidelijk een afname van overlast te zien. De gemeentelijke kosten voor de dagopvang en de gebruiksruimte bedragen bijna de helft van het gemeentelijk budget verslavingszorg. Het verschil van mening is hoe groot die zorg is. Hij plaatst vraagtekens bij het voorstel van 1 jaar. Volgend jaar loopt GSB af, maar is er de evaluatie van het brede verslavingsbeleid en daar komt dit aan bod. Naar partners is continuering voor 1 jaar moeilijk te verkopen. Zij wensen ook zekerheid voor 2 jaar. Dat speelt ook een rol. De ontwikkelingen worden gevolgd. Zolang de ruimte nodig is wil hij deze overeind houden. Als de middelen er niet zijn dan zal daarover discussie plaatsvinden en keuzes gemaakt worden. De fracties SP en CDA maken een voorbehoud en zullen na fractieberaad hun standpunt in de raad bekendmaken. De overige fracties geven, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel. 5.
Stedelijk Kompas Peelregio – plan van aanpak vermindering dakloosheid
De heer Damen (VVD) kan niet terug vinden hoe de verdeelsleutel met de peelgemeenten is. De heer Van Veen (D66) leest dat vanaf 2009 bezuinigd zal worden op de Awbz middelen. Het voorstel het vrijkomende geld te investeren in maatschappelijke opvang is misschien wat voorbarig. D66 staat achter de uitgangspunten van dit kompas. De indicatoren zouden echter meer Smart kunnen. In de OGGZ monitor staat dat een deel van de cliënten ter preventie gebaat zou zijn met een hulpverleningstraject. Is daar al over nagedacht of kan dit follow-up krijgen? De heer Rieter (HH) vraagt of Helmond van de status nadeelgemeente af kan, en zo ja, hoe en op welke termijn. Is de toegezegde gratis ondersteuning van VWS al in gang gezet? Zijn de GSB middelen op dit moment toereikend of moeten er gemeentelijke middelen bij? Zo ja, betalen de regiogemeenten dan mee? De heer Hamacher (HB) vindt dat in het voorstel goede doelstellingen staan. Is de genoemde intensivering van beleid afhankelijk van de extra rijksmiddelen? Mevrouw Van Rooij (SDH-OH) constateert dat er een samenhang is met drugsproblematiek. Zolang er verslaafden blijven, zullen er ook dak- en thuislozen zijn. SDH-OH staat achter de ambities. Geschreven wordt dat dakloosheid als gevolg van huisuitzetting met minimaal 30% verminderd moet worden. Voor SDHOH blijft overeind dat wiettelers niet op clementie kunnen rekenen en uit huis gezet moeten worden als zij hun woning voor teelt gebruiken. Zij informeert naar de kosten voor de peelgemeenten. Mevrouw Van der Zanden (SP) ziet in deze nota een uitwerking van bestaand beleid, maar kan niet ontkennen dat het hier ook grotendeels om geld gaat. Het is jammer dat de volgende bezuinigingen al op stapel staan, terwijl de doelgroep in dit prestatieveld volgens de nota niet helemaal in beeld is. Is deze nota en het voorstel aan het ministerie aangeboden en opgesteld onder tijdsdruk, of is er onvoldoende onderzoek gedaan? Een gevolg kan zijn dat de problematiek groter is dan hier verwacht. De uitgangspunten zijn opgesteld op basis van een onzekere toekomst van Awbz en GSB middelen. In hoeverre heeft de gemeente een ander scenario achter de hand? De heer Groenendal (PVDA) vraagt verduidelijking op het begrip nadeelgemeente. Wie betaalt die onbetaalde plaatsen, en wat moet Helmond daarin bijbetalen? Wat is nu precies de gemeentelijke bijdrage aan dit kompas? Wat wordt ondernomen om te zorgen dat de doelgroep huisvesting krijgt toegewezen en vervolgens op locatie begeleiding krijgt? Wordt de omgeving bij de begeleiding betrokken? Is uitgangspunt dat de doelgroep zo veel mogelijk in het eigen netwerk wordt teruggeplaatst? Is voor het netwerk een benadering afgesproken? Welke bijdrage wordt van de overige welzijnsinstellingen gevraagd? Wat wordt bedoeld met het ontbreken van een integrale aanbod op de leefgebieden wonen, dagbesteding en inkomen? Mevrouw Raaijmakers (CDA) geeft aan dat het kompas een landelijke opdracht is, eigenlijk gebaseerd op een luchtbel. Hoe wordt de kans ingeschat dat het ministerie via de Awbz de betaling over gaat nemen? Wat gaat de wethouder doen en hoe ziet hij de meerjarenbegroting als die kostenpost niet overgenomen wordt? SMO draait mede op basis van een bijdrage vanuit de Awbz. Heeft de wethouder al inzage in en gesproken over de toekomst SMO? Is bij dit kompas rekening gehouden met de nieuwe situatie op het gebied van ondersteunende en activerende begeleiding per 2009?
commissie Samenleving
Blz. 3
Wethouder Boetzkes geeft aan dat het kompas op verzoek van VWS is ontwikkeld en ingediend. Het gaat uit van het huidige door de raad vastgestelde beleid. Er is inzet van Awbz middelen. Daarmee worden gemeentelijke middelen vrijgespeeld voor preventieve activiteiten, kortdurende opvang, dagbesteding en verbetering van trajectregie. De uitvoering van het kompas staat onder druk van de financiële onzekerheid, verdeelsleutel GSB budget maatschappelijke opvang, onzekerheid toekomst GSB en geringe compensatiemiddelen, wijziging ondersteunende begeleiding en gevolgen van de pakketmaatregel ondersteunende en activerende begeleiding. Vanuit Awbz vinden bezuinigingen plaats die voor rekening van de gemeente komen. Pas bij de meicirculaire 2009 zal er duidelijkheid zijn. Dat neemt niet weg dat de gemeente de zorg heeft voor burgers die in de problemen komen. De heer Berkers vult aan dat met SMO gesprekken gevoerd worden over de ondersteunende begeleiding. De wijziging hiervan zal een grote impact hebben voor de gemeente. Richting het ministerie heeft de gemeente haar zorg geuit. De feitelijke gevolgen zijn nog niet bekend. Die worden nu in kaart gebracht. Mevrouw Raaijmakers (CDA) merkt op dat de wethouder al compensatiemiddelen heeft ontvangen. De heer Berkers geeft aan dat deze budgetten in de septembercirculaire bekend zijn gemaakt. Er is sprake van 2 wijzigingen, voor een daarvan wordt de gemeente gecompenseerd, voor de ander niet. Mevrouw Raaijmakers (CDA) merkt op dat voor ondersteunende begeleiding nog geen besluitvorming genomen kan worden omdat eerst de afweging gemaakt moet worden welke compensatiemiddelen en welke gemeentelijke middelen er zijn, wat wel en wat niet vanuit de Awbz wordt gefinancierd. Hoe ziet de wethouder dat? De heer Damen (VVD) merkt op dat het college in het raadsbesluit uitspreekt dat als de handhaving van de GSB middelen niet gecontinueerd kan worden, dit kompas onder druk komt te staan. Instemming met het besluit laat nog heel wat ruimte. Als de wethouder dit niet kan afdichten dan gaat het kompas niet door. Mevrouw Jager (PVDA) merkt op dat de gemeente los van het feit of er de middelen zijn toch altijd iets met de groepen moet doen en voor middelen moet zorgen. Wethouder Boetzkes wil duidelijk maken dat als er geen middelen van het rijk komen er andere maatregelen genomen moeten worden. Mensen zullen dan een beroep doen op andere instanties. Het is nog niet te voorspellen hoe dat er uitziet, maar de zorg voor deze mensen blijft. De heer Hamacher (HH) herhaalt de vraag of het uitblijven van rijksmiddelen negatieve consequenties heeft voor het beleid, of dat de intensivering zal plaatsvinden op basis van gemeentelijke middelen. Wethouder Boetzkes legt uit dat het richting rijk niet verstandig is het probleem zomaar voor rekening van de gemeente te laten komen. Zolang er geen duidelijkheid is en middelen zijn, zal er verschraling van beleid zijn. Het is een politieke keuze als de raad hiervoor extra geld wil vrijmaken. De G27 proberen dit probleem aan te pakken en hij heeft de staatssecretaris uitgenodigd naar Helmond te komen. Vooralsnog wordt per 1 januari 2009 pas op de plaats gemaakt. Mevrouw Raaijmakers (CDA) geeft aan dat CDA vooraf in de discussie wil meedoen en niet achteraf. Kan de wethouder dat toezeggen? Wethouder Boetzkes heeft bij de begroting al toegezegd de raad bij dit probleem te betrekken. De heer Veldman verwijst naar de raadsinfobrief over de huishoudelijke zorg. Daarin kondigt het college aan de wijzigingen rondom ondersteunende en activerende begeleiding in het traject mee te nemen. Voor de wijziging in de ondersteunende begeleiding ontvangt de gemeente rijksvergoeding. Van de wijziging in de pakketregeling vindt de staatsecretaris dat voor mensen met een lichte beperking geen Awbz financiering meer moet plaatsvinden. Het college legt vooralsnog geen extra geld bij, maar kijkt wel wat er in de praktijk gebeurd. De eerste cijfers zijn recent ontvangen. Ondersteunende en activerende begeleiding is anders dan het kompas dat is opgesteld in opdracht van het ministerie. Gekozen is voor preventie, met de bedoeling dat daar Awbz middelen voor vrijkomen. De vraag is of dat gaat lukken. Het ministerie legt dit neer bij de Zorgkantoren. Als er geen extra geld van het Zorgkantoor komt, dan voert de gemeente het beleid van de onderliggende vastgestelde nota’s uit, maar kan niet aan de wens van de raad tegemoet gekomen worden om meer aan preventie te doen. Mevrouw Raaijmakers (CDA) wijst op de GSB afspraak voor de doorstroming die eind 2009 ingevuld moet zijn. Als Awbz uitblijft is er nog het probleem dat de doorstroming stagneert vanwege de 30 langdurigen. Wethouder Boetzkes vervolgt zijn beantwoording. De centrumgemeente krijgt de middelen en de peelgemeenten leggen in het kader van preventie en nazorg bij. Het begrip nadeelgemeente doelt op het nadeel dat de gemeente mogelijk kan ondervinden van de herverdeling van het macrobudget voor de maatschappelijke opvang van het ministerie. Daarover is de gemeente in onderhandeling. Theoretisch kan de gemeente voor een gedeelte van deze status afkomen. Mevrouw Van der Zanden (SP) merkt op dat naast de onderzekerheid van de middelen ook onduidelijkheid is over de doelgroep. Dat is een extra onzekere factor en de problematiek kan groter zijn dan nu verwacht. De heer Berkers licht toe dat in de monitor gebruik gemaakt wordt van de jaarcijfers van verschillende
commissie Samenleving
Blz. 4
instellingen die bij de doelgroep betrokken zijn. Ook de risicogroepen die te maken hebben met bemoeizorg zijn in beeld. Op het moment dat mensen nog niet met een instelling te maken hebben gehad en nog niet in beeld zijn, betekent dat niet dat deze mensen niet verder af kunnen glijden. Vandaar de nuancering van de doelgroep en de grootte ervan. Mevrouw De Jager (PVDA) pleit ervoor er rekening mee te houden dat als de gemeente niets doet het resultaat veel erger kan zijn. Dat moet meegenomen worden in de afweging van verschraling van beleid en de gevolgen daarvan op de lange termijn. Preventie is van groot belang. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 6.
Jongerenparticipatie bij beleid: HelmondJong2Gether (HJ2G)
De heer Van de Brug (VVD) vraagt wat het project tot op heden feitelijk heeft opgeleverd en wat er bestuurlijk met de adviezen is gedaan. De heer Hamacher (HB) geeft aan dat HB het van belang vindt de jongeren te informeren en te briefen over de desbetreffende onderwerpen zodat zij kennis van zaken hebben voordat zij hun advies uitbrengen. De gemeente moet voor deze onderwerpen aan goede communicatie richting jongeren doen. Wie selecteert de onderwerpen? HB is benieuwd naar de evaluatie 2009. De heer Bekkers (SDH-OH) geeft aan dat SDH-OH het belangrijk vindt met jongeren en niet alleen over jongeren te praten. SDH-OH onderschrijft hetgeen geschreven wordt bij beleidsmatige context. Meegenomen moet worden dat deze jongeren de basis zijn voor de toekomstige maatschappij. HJ2G is zeker een kweekvijver voor toekomstige politiek geïnteresseerden. HJ2G zal een positief effect hebben op de jeugd die op andere jongeren kan overslaan. De heer Rieter (HH) beaamt dat HJ2G een kweekvijver is en is blij met HJ2G. Het feit dat de jongeren er zelf positief tegenover staan is de belangrijkste reden hiermee door te gaan. Hij vraagt wordt ‘pitches’ zijn. Mevrouw Van der Zanden (SP) vertrouwt er op dat de andere genoemde jongeren ook bereikt kunnen worden. Zij vraagt waarom de effecten en resultaten zo smart opgesteld zijn. Vinden de jongeren dat wel leuk en is dat niet een heel grote verplichting waardoor het onaantrekkelijker wordt? Zijn jongeren daarmee niet te veel bezig met het vormgeven van nota’s en adviezen in plaats van met de uitvoering van de opzet? De heer Groenendal (PVDA) vindt HJ2G een goede manier jongeren bij beleid en activiteiten te betrekken. De kwaliteit is goed en de kosten laag in vergelijking met een extern bureau. Het gaat er om jongeren de ruimte te geven en niet te beperken met vastgepinde afspraken. Zijn er in de richting van de stadsdelen of wijken initiatieven te verwachten? Mevrouw Van den Waardenburg (CDA) geeft aan dat HJ2G een onderdeel is van het integraal jeugdbeleid 13+. HJ2G vormt een klein gedeelte van dit beleid en de taak blijft beperkt tot het meedenken met beleidsstukken door een kleine groep. Hoe staat het met de overige doelstellingen van het 13+ beleid? Er is financiële dekking tot 2008. Hoe wordt HJ2G na deze periode voortgezet? Punt 2.2 van de nota van uitgangspunten: wie bepaalt welk participatieniveau wordt gebruikt? Punt 16 van de spelregels: is het juist dat de groep gezamenlijk een werkbudget krijgt en wie beheert dit werkbudget? Het is jammer dat Impact zo’n kleine rol is toegekend. Kan tussen HJ2G en Impact een uitwisseling van ervaring, kennis, en personen worden bewerkstelligd? Kan de Raad van de Sport bij punt 12.12 niet tevens opgenomen worden? Wethouder Boetzkes meldt enkele kleine tekstuele aanpassingen in het raadsvoorstel en dat het bedrag voor de communicatie moet zijn € 6450. HJ2G is redelijk uniek, mede dankzij de intermediairs van Fontys. De jongeren zijn erg enthousiast en er zijn verschillende ambities op allerlei gebied. Dit heeft geleid tot nominatie voor de Jongeren Lokaal Bokaal. Ondanks dat het initiatief erg goed is bevonden, is de bekendheid nog te weinig doorgedrongen. De nominatie was eigenlijk te vroeg. Het is in ieder geval een opsteker hiermee door te gaan. Zorgpunt is waarborging van de continuïteit. Als jongeren gezien hun leeftijd uitstromen, moeten er nieuwe jongeren instromen. Daar wordt aangewerkt. HJ2G heeft geleid tot adviezen die omgezet zijn naar initiatieven, zoals de zomeracademie, de promotiecampagne, e.d. Daarnaast zijn adviezen uitgebracht over jeugdaccommodaties, jeugd en cultuur, over 13+ beleid en HJ2G zelf. HJ2G is niet in een stichtingsbestuur gevormd, maar er zijn vastgestelde spelregels. Mevrouw Van Meer verwijst naar bijlage 2 en neemt de commissie mee in de stappen voor en vormen van advisering. In de toetsingscommissie voor versterking jeugd- en jongerencultuur zitten jongeren van HJ2G die samen met de wethouder bepalen waar middelen naar toe gaan. Dat is het participatieniveau van meebeslissen. De studenten van Fontys ondersteunen en begeleiden de jongeren zodat zij in de toekomst zelf de ambtenaren kunnen bevragen en weten wat de beste manier is om zaken samen te bespreken.
commissie Samenleving
Blz. 5
Gekeken wordt naar koppelingen met stagiaires en diverse scholen. Op 26 november wordt de nieuwe website gepresenteerd. De raad heeft bij de versterking jeugd- en jongerencultuur € 25.000 beschikbaar gesteld voor HJ2G in 2009. Samen Investeren Perspectiefrijk biedt ook mogelijkheden voor verdere uitbouw en er wordt gewerkt aan het verwerven van Europese subsidies omdat dit een vernieuwende vorm van jongerenparticipatie is. Mevrouw Raaijmakers (CDA) vraagt of de middelen van Samen Investeren ook gebruikt worden voor de verdere uitwerking van het 13+ beleid. Mevrouw Van Meer licht toe dat er middelen zullen zijn voor zowel 13- als 13+ beleid. HJ2G en Impact werken op een nauwe manier samen. Er vindt overleg plaats hoe de banden verder te versterken. Ook met stichting SEM wordt intensief samengewerkt. Het geld wordt gesubsidieerd aan HJ2G. SWH is eindverantwoordelijk voor de financiën. De intermediairs zijn verantwoordelijk voor de inhoud en het wegzetten van die middelen samen met de jongeren. Er is een lijst van activiteiten die op dit moment al uitgevoerd zijn of nog op de rol staan voor 13+ beleid. Daarnaast zijn er activiteiten die de gemeente subsidieert vanuit het subsidieprogramma in het kader van 13+ beleid. In de Jaarrekening wordt daarvoor verantwoording gegeven. De commissie ontvangt begin 2009 het programma Integraal Jeugdbeleid 2009 waarin de resultaten van 13- en 13+ beleid staan. Een van de intermediairs licht toe wat pitches en virals zijn, waarmee geprobeerd wordt jongeren te prikkelen. Wethouder Boetzkes geeft aan dat dit juist de zaken zijn die met de communicatiemiddelen worden versterkt om de bekendheid te vergroten. Het is de bedoeling dat het onderwijs gaat inzien hoe jongerenparticipatie door de gemeente mogelijk wordt gemaakt en dat de stimulans daar vergroot. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 7.
Plan van aanpak taalcoaches
De heer Rieter (HH) merkt op dat het beheersen van de Nederlandse taal de basis is voor een goed functionerende interculturele maatschappij. Het Gilde Nederland wordt genoemd. Het Gilde bekijkt of ze zelfstandig buiten de vrijwilligerscentrale kan functioneren. Loopt daarmee het taalproject gevaar? De heer Van Veen (D66) vindt dit een goed initiatief, maar merkt op dat het in deze tijd moeilijk is vrijwilligers voor initiatieven te vinden. Is dit een terechte zorg? De heer Bekkers (SDH-OH) vraagt of er zicht is op hoeveel vrijwilligers nodig zijn en om hoeveel cliënten het gaat. De heer Spruijt (SP) merkt op dat het een goed initiatief is met het oog op integratie. Het probleem zal zijn of aan beide zijden genoeg vrijwilligers te vinden zijn om hier aan mee te doen. Mevrouw De Jager (PVDA) merkt op dat de vrijwilligerscentrale voor 3 jaar opteert terwijl in het plan van de gemeente 31 december 2009 wordt genoemd. Wat is de status daarvan? Krijgen vrijwilligers een onkostenvergoeding of is dat nog niet uitgezocht? Ook PVDA maakt zich zorgen over de vrijwilligers die gezocht moeten worden. De samenwerking met andere organisaties is nogal vrijblijvend genoemd. Is dit inmiddels meer concreet? Wat doet de gemeente als de taalkoppels niet via de Vrijwilligerscentrale gevonden kunnen worden? Mevrouw Raaijmakers (CDA) merkt op dat deze ambitie in het verleden al door CDA omarmd is. Is het juist dat de vrijwilligerscentrale voor haar plan van aanpak een subsidieverzoek indient voor arbeidsuren en drukwerkkosten waardoor er weinig middelen overblijven voor de 200 taalkoppels? De heer Van de Brug (VVD) geeft aan dat het om een uitvloeisel van landelijk beleid gaat en de gemeente geen verdere kosten zal hoeven te maken voor de taalcoaches. Goed nieuws dat de overheid nu wel de portemonnee trekt. VVD heeft ook de zorg of wel voldoende vrijwilligers gevonden kunnen worden. Wethouder Boetzkes geeft aan dat er 200 vrijwilligers nodig zijn. Enerzijds zal het lastig zijn voldoende vrijwilligers te vinden, anderzijds zijn vrijwilligers enthousiast te maken. De Vrijwilligerscentrale is hoofdaannemer en zal daarbij actief moeten samenwerken met andere maatschappelijke partners, waarbij ook gedacht wordt aan re-integratiebedrijven en wijkraden. Via Helmond TV is een oproep gedaan. Er is sprake van een onkostenvergoeding, het is niet de bedoeling dat vrijwilligers hier geld bijleggen. N.a.v. de vraag van CDA zegt hij toe schriftelijk antwoord te geven op de vergoeding voor vrijwilligers t.b.v. de commissie MO&E. De heer Veldman licht toe dat het totale traject 3 jaar is. De Vrijwilligerscentrale heeft de verplichting voor eind 2009 de taalkoppels samen te stellen omdat het traject tot 2011 loopt. Er wordt vooralsnog van uit gegaan dat realisering lukt. Er zal regelmatig overleg zijn over de ontwikkelingen. Als blijkt dat dit niet lukt
commissie Samenleving
Blz. 6
dan kan nog mogelijk bijgestuurd worden. De formele rol van de gemeente is een subsidierol vanuit de Trillsystematiek. Dat wat niet gerealiseerd wordt, wordt aan het eind met elkaar verrekend. Wethouder Boetzkes vult aan dat de inburgeringcursus als pittig ervaren wordt en er behoefte is aan extra ondersteuning. Men ziet het belang in van het goed beheersen van de Nederlandse taal. Deze mensen zijn erg enthousiast en dit motiveert vrijwilligers. Iedere instelling die dienstbaar kan zijn, wordt hierbij betrokken. De commissie maakt een voorbehoud in verband met de bekostiging van de vrijwilligersinzet en wacht behandeling in de commissie MO&E inzake dit onderwerp af. De wethouder zegt toege t.b.v. de commissie MO&E vooraf aanvullende informatie toe te zenden, in afschrift aan de commissie S. De fracties zullen na fractieberaad hun standpunt in de raad bekendmaken. 8.
e
Bouw 2 semipermanente school Brandevoort
De heer Hamacher (HH) vraagt waarom de gemeente blijft kiezen voor semipermanente voorzieningen gezien de omvang en kwaliteit van Brandevoort. Om hoeveel lokalen en wat voor periode gaat het? Wordt dit een openbare of katholieke school of een samensmelting? Zijn er prognoses op grond waarvan verwacht wordt dat er in de toekomst ook permanente bouw in Brandevoort komt? De heer Van de Brug (VVD) vindt het jammer dat het wederom niet lukt een toegezegde inspanningsverplichting na te komen. De school komt er pas eind april 2009, terwijl de nood hoog is. Is het niet net zo duur een permanente i.p.v. een semipermanente school in te richten? Hoe kan het zijn dat de kosten tweemaal zoveel zijn nu BSO wordt toegevoegd? De heer Rieter (HH) vraagt of er nagedacht wordt over het fenomeen schoolwoning. Mevrouw Van Rooij (SDH-OH) vraagt ook waarom gekozen is voor semipermanent en welke signatuur de school krijgt. De heer Van Veen (D66) vraagt of er al een oplossing is bedacht voor de leerlingen die per 1 januari 2009 zouden instromen. Wethouder Boetzkes beaamt dat er haast is. Brandevoort levert meer leerlingen op dan de prognoses. Het betreft een openbare school in een semipermanente bouw. Dat heeft te maken met de snelheid waarop gerealiseerd moet worden. Deze bouw heeft een goede uitstraling, vergelijkbaar met permanente bouw. Dit zal voorlopig niet leiden tot permanente bouw omdat de semipermanente bouw er 20 jaar staat. Er zal goed gecommuniceerd worden met de scholen waarom vertraging is opgelopen. De heer Van den Broek vult aan dat een permanente school een veel langere procedure en bouwtijd vergt. Er is nu tijdwinst van anderhalf jaar. De kosten van semipermanent is niet veel goedkoper omdat een groot deel van de kosten een vast karakter hebben los van de tijdelijke of permanente aard. De school zal er 20 jaar staan en zal goed uitgerust zijn. Er komt mechanisch ventilatie, het gebouw voldoet aan de waarden voor energieverbruik en aan akoestische normen. Het gebouw is wat minder duurzaam, maar doet in prestaties niet onder voor een permanent gebouw. e De heer Delemarre vult aan dat de bouwvoorbereiding voor de 3 permanente school in 2009 start met de e bedoeling dat deze in 2010 opgeleverd wordt. De 4 permanente school staat in 2012 gepland. Er wordt uitgevoerd wat in het IHP vastgesteld is. (De heer Van Mullekom verlaat de vergadering.) De heer Rieter (HH) merkt op dat er stagnatie is in de verkoop van nieuwbouwwoningen. Hij vreest voor bijstelling van de planning voor de scholen. Wethouder Boetzkes heeft al aangegeven dat het programma ieder jaar wordt geactualiseerd. Als er aanleiding is tot bijstelling komt dat hier terug. Afspraak is dat als er middelen in de jaarprogramma’s overblijven, deze terugvloeien in het IHP en opnieuw geprioriteerd worden samen met het onderwijsveld. De heer Delemarre vult aan dat de scholen in Brandevoort nog steeds relatief grote klassen hebben t.o.v. alle andere scholen in Helmond. Pas als het permanente gebouw in 2010 klaar is, kunnen alle scholen in Brandevoort pas de klassenverkleining invoeren. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 9.
Bedrijfsplan Filmhuis 2008-2011
De heer Damen (VVD) geeft aan dat VVD vorig jaar aangedrongen heeft op een bedrijfsplan van het Filmhuis. Het rapport en het bedrijfsplan geven vertrouwen en zouden ermee gebaat zijn als er volgend jaar
commissie Samenleving
Blz. 7
een goedkeurende accountantsverklaring ligt over 2008. Gestreefd wordt naar A-status. Dat houdt een tweede zaal in. De huidige ruimte is beperkt. Hoe kijkt de wethouder hier tegen? De heer Bekkers (SDH-OH) uit complimenten aan de samenstellers van het bedrijfsplan. SDH-OH pleit ervoor spoedig de toiletten te verplaatsen naar de begane grond of ze op andere wijze toegankelijk te maken voor hulpbehoevenden zodat ook zij het Filmhuis kunnen bezoeken. De heer Rieter (HH) beschouwt het Filmhuis als een belangrijke culturele parel in Helmond. Aansprekend vindt HH de aandacht voor het publiek, voor kinderen, jongeren en ouderen. De heer Spruijt (SP) merkt op dat uitbreiding van het Filmhuis verplaatsing zou kunnen inhouden. De organisatie moet de kans krijgen een succes van het Filmhuis te maken. Het bevreemdt hem dat de toegangsprijzen zijn verhoogd. Een actieperiode alvorens verhoging zou wellicht beter zijn geweest. De heer Groenendal (PVDA) merkt op dat geschreven wordt over uitbreiding van de zaal, keuze voor A-status, aanpassing keuken en toiletten, aansluiting bij Plato en wijkgerichte projecten, etc. Uiteraard zal dat gevolgen hebben voor de omvang van het personeel. PVDA is benieuwd hoe dit er in de toekomst uit ziet. Wanneer is een meerjarenbegroting te verwachten? Is er inmiddels een beeld van de aanvullende financiële ondersteuning die noodzakelijk is? Mevrouw Van den Waardenburg (CDA) uit complimenten over het bedrijfsplan. CDA kan zich vinden in de visie voor 2011. Opgemerkt wordt dat de organisatie moet worden geprofessionaliseerd. CDA vraagt er aan te blijven denken dat het om vrijwilligers gaat die hun plezier om zich in te zetten voor het Filmhuis niet moeten verliezen. Wethouder Bethlehem zal de complimenten overmaken aan het nieuwe bestuur. Commissie MO&E heeft reeds met het plan ingestemd. Gezien het nieuwe bestuur en de nieuwe opzet is afgesproken dat de begroting 2008 zal worden gebruikt voor 2009 en latere jaren. Uit de visie blijkt durf. Het Filmhuis heeft de potentie een A-status te halen. Het is goed dat het bestuur daar naar streeft. De accommodatie is beperkt. De toiletten boven zijn een hulpconstructie, gemaakt vanwege de beperkte ruimte. Destijds is gestart met het Filmhuis op de huidige locatie met de overweging dat als het fout zou gaan het gemakkelijke toegevoegd zou kunnen worden aan Pathé. Het college heeft aangedrongen op meer wisselwerking met het bestaande culturele veld. Het bestuur is er in korte tijd al in geslaagd een slag te maken richting Helmond om het Filmhuis meer te laten zijn dan het was. Verhoging van de toegangsprijzen is een keuze van het bestuur n.a.v. de exploitatieopzet. Het is niet bekend of de uitbreiding meer personeel met zich meebrengt. Van de ruim 80 vrijwilligers zijn er bijna geen weggegaan. Ook het college zal er alles aan doen dat vrijwilligers hun plezier niet verliezen, en zal in goed overleg met het bestuur er voor zorgen dat een kwalitatief goed filmhuis komt te staan. In de gesprekken heeft het bestuur zelf het onderdeel sponsoren genoemd. Er is een circuit waarop beroep voor subsidie kan worden gedaan. Er is geen afspraak gemaakt dat op het moment subsidie niet afkomt de gemeente bijspringt. Het bestuur zal zelf moeten zorgen voor de inkomsten. (De heer Hamacher arriveert.) De heer Van Veen (D66) vraagt of het de bedoeling is dat de gemeentelijke subsidie op langere termijn wordt afgebouwd of verdwijnt. Wethouder Bethlehem geeft aan dat dat niet het geval zal zijn. De heer Rieter (HH) merkt op dat het hypothetisch ook mogelijk is bij succes van het Filmhuis een van de kleine zalen van Pathé bij het Filmhuis te betrekken. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 10.
Mededelingen uit SRE
Er zijn geen mededelingen. 11.
Rondvraag
De voorzitter is gevraagd de belangstelling te inventariseren voor deelname in de bijeenkomst citymarketing in Mechelen. Zij vraagt belangstellenden eind deze week de raadsgriffier te berichten. Bij voldoende interesse wordt gezamenlijk vervoer geregeld. Mevrouw De Jager (PVDA) vraagt of de evaluatie Educatieve Agenda 2008 hier behandeld wordt. De voorzitter geeft aan dat als er behoefte is aan bespreking dit onderwerp geagendeerd kan worden.
commissie Samenleving
Blz. 8
De heer Groenendal (PVDA) uit complimenten over het rapport Vermindering administratieve lasten van Atos. Hij hoopt dat de gemeente hiermee verder werkt en er nog meer resultaat komt. Mevrouw De Leeuw (CDA) zou op prijs stellen in de commissie te praten over de invulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. De heer Groenendal (PVDA) ondersteunt dit. Wethouder Boetzkes merkt op dat dit in de commissie aan de orde komt.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur.
commissie Samenleving
Blz. 9