NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
VAN 13 januari 2015 Aanwezig: Marleen Schouteden, burgemeester-voorzitter - Jo De Clercq, Philippe Scheys, Katleen D'Haese, Arlette Caes, Maarten Forceville, Astrid Pollers, Liesbeth Van Hemelrijck, schepenen - Willy Kuijpers, Luk Draye, Lut Rampelbergh, Stef Tosseyn, Guido Claes, Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Bob Vandamme, Karl Boumans, Ruben Donceel, Tom Denon, Kristin Lercangé, Kirsten Winnelinckx, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Jan Schelstraete, An Katrien Sodermans, Marieken Van Moere, Jos Vercruysse, Peter Janssens, raadsleden - Herman Artois, gemeentesecretaris.
-
De voorzitter opent de vergadering om 20u.
De voorzitter verwijst naar de recente gebeurtenissen in Frankrijk en stelt voor dat de gemeenteraad, door even de pen omhoog te houden, zich zou aansluiten bij het protest tegen de onderdrukking van de vrije meningsuiting. Zij wenst allen veel geluk in 2015 zowel privé, als professioneel en politiek. AGENDA *** OPENBARE VERGADERING *** 1 Afstand van het mandaat van gemeenteraadslid Anne Millon. 1) Onderzoek van de geloofsbrieven van het opvolgend gemeenteraadslid 1) Eedaflegging van de opvolger en aanstelling als gemeenteraadslid-titularis 2) Gemeenteraadscommissies I en IV - vervanging 2 Historiek van de financiële afspraken tussen gemeente en OCMW. 3 OCMW – Budgetwijziging I – 2014. 4 OCMW – Herziening Meerjarenplanning 2014 – 2019. 5 OCMW – Budget 2015. 6 Retributie gemeentelijke vakantiewerking “De Speelkriebels”. 7 Retributie op het afleveren van composteerbare zakken, biologisch afbreekbare zakken, pmdzakken en restafvalzakken - Opheffing reglement. 8 Contantbelasting voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van het huishoudelijk afval: het gewoon huisvuil, gft, pmd. 9 Politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) ingevolge invoering DifTar huis-aan-huis. 10 GECORO – Vervanging effectief lid Jo Vicca door plaatsvervangend lid Richard Raymaekers. 11 Register Onbebouwde Percelen te Herent – ter kennisgeving stand van zaken 12 Leveren en monteren snoei-mulchdek met opzuigunit op bestaande tractor – goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen.
1
13 Reglement aanpassing jeugdsubsidies. 14 Bibliotheekraad -Vervanging lid voor N- VA. 15 Mededeling aan de gemeenteraad van de verslagen en einddocumenten van de raden en overlegstructuren georganiseerd door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 200 § 1 van het gemeentedecreet. 16 Goedkeuring van de notulen van de gemeenteraadszitting van 16.12.2014. ============== 1. Afstand van het mandaat van gemeenteraadslid Anne Millon. 3) Onderzoek van de geloofsbrieven van het opvolgend gemeenteraadslid 4) Eedaflegging van de opvolger en aanstelling als gemeenteraadslid-titularis 5) Gemeenteraadscommissies I en IV - vervanging De gemeenteraad, overwegende dat het de eerste opvolger is op de lijst nr.8 van de gemeenteraadsverkiezing van 14 oktober 2012 – dit is de lijst waartoe mevr. Anne Millon, behoorde – die eerst in aanmerking komt om deze laatste te vervangen; overwegende dat de heer Peter Janssens eerste opvolger van genoemde lijst is - mevr. Saelens-Wuyts Lydie en De Jaeghere Hilde verzaken aan het ambt - en hij zich bij mail van 01.12.2014 akkoord verklaart om mevr.Anne Millon als gemeenteraadslid te vervangen; overwegende dat hij schriftelijk opgeroepen is op 31.12.2014 voor deze vergadering; gehoord mevr. Marleen Schouteden, burgemeester-voorzitter, betreffende het onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Peter Janssens, waaruit blijkt dat hij zonder onderbreking nog steeds voldoet aan de gestelde vereisten van verkiesbaarheid en dat hij zich niet bevindt in één van de gevallen die onverenigbaar zijn met het mandaat van gemeenteraadslid, besluit De geloofsbrieven van de heer Peter Janssens – na ze te hebben onderzocht – goed te keuren. 2. De heer Peter Janssens treedt in de vergadering en legt in handen van de burgemeester de voorgeschreven eed af als volgt: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”. - Raadslid Peter Janssens treedt onmiddellijk in dienst. 3. De raad gaat met algemene stemmen akkoord dat raadslid Peter Janssens wordt aangesteld als lid in de raadscommissies I en IV in opvolging van mevr. Anne Millon, ontslagnemend. 2 Historiek van de financiële afspraken tussen gemeente en OCMW. Schepen en OCMW – voorzitter L. Van Hemelrijck leest de volgende nota voor. Historiek van de financiële afspraken tussen gemeente en OCMW
2
Naar aanleiding van de noodlening van 750.000 euro van de gemeente aan het OCMW rezen er vragen over de financiële afspraken tussen de gemeente en het OCMW. Hierbij wat meer uitleg: Tot en met 2011 (het pre-BBC tijdperk): • De gemeente voorzag een budget in haar begroting als toelage aan het OCMW • Elke maand werd aan het OCMW 1/12 van dit budget betaald • Het OCMW stelde een eigen begroting op van inkomsten en uitgaven • Bij de afsluiting van het OCMW-boekjaar werd duidelijk of het gemeentelijk budget volledig werd opgebruikt ; soms was er een overschot, soms ook een tekort. Vanaf de invoering van de BBC in 2012 wordt de toelage aan het OCMW vast bepaald, en dit in onderling overleg ; de hoogte van de toelage hangt samen met het voorgestelde sociale beleid, de groei van het aantal inwoners en de aanpassing aan inflatie. Doordat de toelage is vastgelegd is er in principe geen sprake meer van tekorten of overschotten op het einde van het boekjaar. 1ste afspraak: In november 2010 werd afgesproken dat het gecumuleerde overschot zoals ontstaan bij het OCMW, zou terugkomen naar de gemeente, en wel door een vermindering van de gemeentelijke toelage in 2011, 2012 en 2013. Bij de afsluiting van het boekjaar 2010 bleek er een overschot ; dit zou in mindering gebracht worden van de toelage 2012. In 2011 eindigde men met een tekort ; dit werd verrekend. In totaal ging het eind 2011 nog om een gecumuleerd bedrag van 318.189,80 euro in mindering te brengen op de OCMW-toelagen van 2011, 2012 en 2013. Bij de correctie van de jaarrekening 2012 en 2013 door D&A zoals aangevat vanaf september 2014 werd door dit college beslist dat het volledige bedrag van deze overschotten in het OCMW zou blijven ter verhoging van haar inkomsten. 2de afspraak: De krappe budgettaire ruimte bij de gemeente eind 2010 noodzaakte haar tot forse besparingen bij het personeel en in de uitgaven. Ook het OCMW zou een bijdrage leveren en besparen in haar werking ter waarde van 84.621,06 euro in 2011 (zie RMW 16 nov 2010). 3de afspraak: Het OCMW zou een aantal leningen vervroegd terugbetalen. Dit zou een daling van haar uitgaven betekenen, en alzo een daling van de toelage mogelijk maken (zie RMW 16 nov 2010). Dit werd echter niet uitgevoerd. 4de afspraak: RMW 16 nov 2010: Naar aanleiding van de bouw van De Kouter werd afgesproken dat het OCMW een deel van haar patrimonium zou verkopen, waarbij haar dienstverlening moest behouden blijven. Met de opbrengsten uit de verkopen zouden leningen vervroegd worden afbetaald, waardoor de gemeentelijke dotatie zou dalen. Al de opbrengsten werden in de eigen werking geïnvesteerd. Er gebeurden geen vervroegde terugbetalingen, dus ook geen verlaging van de dotatie. 5de afspraak: 3
Het OCMW had nog een uitstaande schuld van 107.000 euro aan de gemeente – dit was het restsaldo van een lening van tijdelijk werkkapitaal. Dit bedrag zou in mindering gebracht worden van de toelage van 2013 (RMW 4 dec 2012). Dit werd niet uitgevoerd en op dit ogenblik staat dit bedrag nog ingeschreven als langetermijnschuld aan de gemeente. 6de afspraak: Bij de verhuis naar De Kouter eind 2011 ontving het OCMW een extra som gelijk aan een jaarlijkse terbeschikkingstellingsvergoeding zoals te betalen aan het AGB en de meerkost voor water, energie, onderhoud. De overeenkomstige kostenposten werden echter niet geschrapt uit de gemeentelijke toelage, waardoor men dubbele inkomsten verwierf. Tegelijk werd afgesproken de werkelijke TBS en meerkost te berekenen, zodat de extra toelage hierop afgestemd zou kunnen worden. Deze herberekening werd niet uitgevoerd.
Met deze historiek wil het bestuur duidelijk maken dat het altijd, zowel in het verleden als vandaag, een sterk sociaal beleid heeft gevoerd en dat hiervoor steeds de benodigde financiële middelen werden vrijgemaakt. Raadslid J. Vandikkelen deelt mee dat de Groenfractie vandaag niet inhoudelijk wenst te discussiëren over de inhoud van deze tekst, die zojuist op papier aan de raadsleden werd bezorgd. Hij is blij met de tekst met dank daarvoor, doch hij wenst deze eerst te bestuderen en vraagt dat dit punt terugkomt op de volgende gemeenteraad. Maar dit document is bepalend voor de agendapunten 3, 4 en 5. Hij vraagt zich af of deze punten wel in overeenstemming zijn met hoe de Groenfractie hierover denkt. Daarom zal hij deze drie agendapunten niet goedkeuren. Ook raadslid J. Schelstraete is eerder terughoudend in dit delicaat en technisch dossier ; hij stelt vast dat vele afspraken niet werden uitgevoerd ; ook hij vraagt een grondige behandeling op de volgende gemeenteraad. Raadslid S. Tosseyn sluit zich hierbij aan en beseft dat de drie volgende punten niet zomaar kunnen uitgesteld worden. Schepen Ph. Scheys merkt op dat de tekst een historiek is, een opsomming van hetgeen geweten is. Raadslid J. Vandikkelen merkt op dat hij misschien anders naar het verleden kijkt ; daarom wil hij eerst de tekst bestuderen.
3 OCMW – Budgetwijziging I – 2014. Schepen en OCMW – voorzitter L. Van Hemelrijck stelt dat dit en de twee volgende punten in de raadscommissie zijn behandeld ; het gaat om een noodzakelijke stap in het proces om de problemen op te lossen. Raadslid J. Schelstraete meent ook dat dit een noodzakelijke stap is, maar toch zal hij deze punten niet goedkeuren. De raad keurt met 17 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido ) en 10 stemmen tegen ( Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon, Karl Boumans, Jan Schelstraete ) de OCMW – Budgetwijziging I – 2014 goed.
4
4 OCMW – Herziening Meerjarenplanning 2014 – 2019. De raad keurt met 17 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido ) en 10 stemmen tegen ( Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon, Karl Boumans, Jan Schelstraete ) de Herziening: OCMW - Meerjarenplanning 2014 – 2019, goed. 5 OCMW – Budget 2015. De raad keurt met 17 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido ) en 10 stemmen tegen ( Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon, Karl Boumans, Jan Schelstraete ) het OCMW - Budget 2015 goed 6 Retributie gemeentelijke vakantiewerking “De Speelkriebels”. Na de toelichting door schepen M. Forceville, geeft raadslid M. Van Moere haar waardering voor de kwaliteit van de werking ; zij vindt het wel jammer dat hierover geen raadscommissie is samengekomen. De benaming “retributie” heeft betrekking op de speelpleinwerking, maar er zijn ook de activiteiten van de jeugddienst. De verhoging van 60 naar 160 eur geldt voor de vormingsactiviteiten, maar geldt deze ook voor de vormingsactiviteiten die de monitoren volgen, of blijven deze gratis ? Volgens schepen M. Forceville geldt dit voor de cursus hoofdmonitor van Koning Kevin, die we naar Herent konden halen ; we willen deze blijven garanderen en trekken de kostprijs op naar 160 eur. Het is niet zo dat de monitoren meer zullen moeten betalen, dit reglement is een backup: de totale kostprijs van de cursus moet in het reglement zitten, we betalen rechtstreeks aan Koning Kevin. Voor de andere vormingsactiviteiten kunnen de monitoren hun onkosten indienen. Op de vraag van raadslid J. Vandikkelen of de gratis vorming voor de monitoren dan niet meer bestaat, antwoordt schepen M. Forceville dat cursussen tot 160 eur kunnen worden binnengebracht ; alle cursussen plus de cursus van Koning Kevin zitten nu in dit reglement. Er ontstaat een discussie ; schepen M. Forceville verduidelijkt nog eens: het heeft niet te maken met de hoogte van het bedrag, maar met wie de factuur betaalt. Ofwel de monitoren rechtstreeks aan Koning Kevin, ofwel gemeente aan Koning Kevin, maar dan moest de retributie verhoogd worden. Het is nog steeds zo dat we vorming voor de monitoren ( georganiseerd door de jeugddienst ) gratis proberen aan te bieden. De monitoren betalen gewoon aan Koning Kevin en brengen daarna hun deelname attest binnen op de jeugddienst. De monitoren krijgen dus een deel van hun cursusgeld terug via de kadervormingsubsidie, dat bestemd is voor de vorming zelf. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Overwegende dat de jeugddienst gedurende de schoolvrije momenten activiteiten organiseert via de gemeentelijke vakantiewerking De Speelkriebels;
5
Overwegende dat ouders, de kosten voor de opvang van hun kinderen beneden de 12 jaar, door het jeugdwerk kunnen inbrengen als vermindering van hun belastbaar inkomen; Overwegende dat er een nieuw programma is, dat online inschrijvingen mogelijke maakt; Overwegende dat een vlotte werking van de vakantiewerking noodzakelijk is; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Na beraadslaging, Besluit: Belastbaar voorwerp of belastbaar feit Artikel 1: Met ingang van 01.02.2015, wordt er een retributie gevestigd voor deelname aan activiteiten georganiseerd door de jeugddienst. Verschuldigde Artikel 2: Diegene die verantwoordelijk is voor de deelnemer is de retributie verschuldigd. Vaststelling Artikel 3: Het bedrag van de vergoeding voor deelname aan de activiteiten wordt als volgt vastgesteld: Grabbelpas en Kletz dagactiviteit: van 2,00 euro tot 40,00 euro meerdaagse activiteit: van 10,00 euro tot 75,00 euro Speelpleinwerking dagactiviteit: 6,00 euro/dag, 3,00 euro/halve dag zwemactiviteit: 2,00 euro/zwembeurt daguitstap: van 5,00 euro tot 30,00 euro/uitstap busvervoer: 0,50 euro/rit opvang voor of na een sportactiviteit: 0,50 euro/opvangbeurt Activiteiten buiten de schoolvakanties per activiteit: van 5,00 euro tot 30,00 euro Vormingsactiviteiten per activiteit: van 5,00 euro tot 160,00 euro. De effectief te betalen retributie bedraagt nooit meer dan de reële kost van de activiteit aan de gemeente. Artikel 4: De vergoeding is contant betaalbaar bij de inschrijving voor de activiteit tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Artikel 5: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden. Artikel 6: Dit besluit zal voor kennisneming aan de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant gezonden worden. Artikel 7: Het besluit van de gemeenteraad van 19 maart 2013 betreffende hetzelfde onderwerp wordt opgeheven bij het in voege treden van dit reglement. Artikel 8: Dit besluit wordt met 25 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido, Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter
6
Janssens, Tom Denon ) en 2 onthoudingen ( Karl Boumans, Jan Schelstraete ) goedgekeurd. 7 Retributie op het afleveren van composteerbare zakken, biologisch afbreekbare zakken, pmdzakken en restafvalzakken - Opheffing reglement. Raadslid J. Vandikkelen stelt dat hij niet gekant is tegen het principe, maar hij vraagt om geen datum vast te leggen. Schepen A. Caes en de burgemeester stellen dat de datum kan behouden blijven ; indien dit nodig is, kan deze nadien nog worden aangepast. Raadslid J. Schelstraete wenst zich te onthouden bij de stemming ; reden van onthouding is omdat hogere verbruiksretributies hun weerslag moeten krijgen in lagere algemene belastingen en omdat de keuzevrijheid van de burger ingeperkt wordt. Ook raadslid P. Janssens wenst zich te onthouden: natuurlijk is Herent 21 ook voor de principes ‘de vervuiler betaalt’, sorteren en minder afval produceren. Maar we betwijfelen of DIFTAR de enige en de beste manier is om deze doelstellingen te bereiken. Een doorgedreven sensibilisering met als gevolg minder afval is ook mogelijk zonder het invoeren van DIFTAR. Verder hebben we de indruk dat ten gevolge van het invoeren van het systeem en bijhorende prijsstijging niet het milieu de grote winnaar is maar wel de leverancier en beheerder van het weeg- en computersysteem (de hogere prijs voor de inwoners van Herent gaat niet naar het milieu maar wordt opgesoupeerd door het stijgen van de overhead kosten). Ook laat het reglement geen keuze meer, men is verplicht om en huisvuilcontainer te huren. De éénpersoons en kleine gezinnen zijn hiervan de dupe en zien hun kosten verdubbelen (voor een 4 persoonsgezin is dit +40%). Initiatieven om gezamenlijk met familie of buren een container te delen en zo de kosten te drukken is niet mogelijk. De raad beslist met 22 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido, Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx ) en 5 onthoudingen ( Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon, Karl Boumans, Jan Schelstraete ) het raadsbesluit van 16 december 2014 betreffende de retributie op het afleveren van composteerbare zakken, biologisch afbreekbare zakken, PMD-zakken en restafvalzakken op te heffen en dit met ingang van 01 mei 2015. 8 Contantbelasting voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van het huishoudelijk afval: het gewoon huisvuil, gft, pmd. Raadslid K. Boumans meent dat afval verminderen door de prijs per gewicht vast te stellen deels waar is ; hij stelt voor dat meer actief wordt ingezet op tips om de afvalberg te verkleinen. Schepen J. De Clercq sluit zich hierbij aan , de afvalberg kan wel degelijk nog kleiner door sensibilisering ; maar de gemeente is hier o.a. via de Infokrant zeer actief mee bezig. Hij merkt wel op dat er geen verhoging van de belasting komt, wel zal de vervuiler betalen ; de sociale correctie blijft behouden ; en we zullen ook de straatfeesten betrekken bij de sensibilisering. Raadslid J. Vandikkelen is voorstander van het principe dat de vervuiler betaalt, maar hij vreest meer sluikstorten ; op termijn zullen alle gemeenten naar Diftar moeten overschakelen ; zo zullen de prijzen voor alle gemeente kunnen gelijk geschakeld worden. Hij zal de komende maanden andere sociale correcties voorstellen. Raadslid J. Schelstraete is er niet van overtuigd dat dit nieuwe systeem voor de burger niet
7
duurder wordt ; bovendien wordt de keuzevrijheid beperkt en mist hij een geïntegreerd afvalbeleid. Schepen J. De Clercq merkt op dat wij als gemeente nog veel betalen aan de totale verwerking van het huisvuil, nl. 700.000 eur. In de naburige gemeenten daalt dit. Raadslid P. Janssens merkt aan de hand van de statistieken op dat een verbetering niet direct voor de hand ligt ; voor GFT zitten we goed. Raadslid J. Vandikkelen wenst zich te onthouden bij de stemming omdat er niet voldoende sociale correcties zijn ingebouwd. De Gemeenteraad, Gelet op de Grondwet, inzonderheid artikel 170, §4. Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikelen 42 en 43.§2.15°. Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd. Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd. Gelet op de bijlagen bij het Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd, in zonderheid bijlagen 2.1. en 5.1.4. Gelet op het uitvoeringsplan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’ van de Vlaamse Regering van 14 december 2007; (Op de Vlaamse Regering van 14 december 2007 werd het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 35 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van 20 april 1994, vastgesteld. Dit uitvoeringsplan vervangt het uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003-2007.). Overwegende dat met ingang van 09/12/2003 de gemeente beheersoverdracht deed aan EcoWerf voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van het huishoudelijk afval: het gewoon huisvuil, gft, pmd (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval). Overwegende dat de huis-aan-huis inzameling van het gewoon huisvuil en gft (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) met ingang van 01/05/2015 wordt geautomatiseerd. Overwegende dat deze automatisering impliceert dat de voormelde afvalfracties dienen te worden aangeboden in daartoe ter beschikking gestelde containers, voorzien van een elektronische gegevensdrager die toelaat de aanbieder te identificeren, en dat het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd. Overwegende dat de kosten voor de huis-aan-huis inzameling het gewoon huisvuil, gft, pmd, (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën. Overwegende dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht dienen te zijn. Overwegende dat derhalve, de kosten voor de huis-aan-huis inzameling zullen verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting. Overwegende dat deze contantbelasting wordt gedifferentieerd in functie van de fractie en het volume of het gewicht van de aangeboden afvalstoffen. Overwegende dat de invoering van een dergelijke gedifferentieerde contantbelasting de gemeente toelaat om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren.
8
Overwegende dat dergelijke gedifferentieerde contantbelasting in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente en een forfaitaire afvalbelasting een optimale invulling is van het principe van “de vervuiler betaalt”. Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de contantbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen. Gelet op de wet van 29 juli 1991 inzake de motivering van beslissingen. Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten, zoals gewijzigd. Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117 en 118. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen: B E S L U I T: Artikel 1 Met ingang van 01/05/2015 wordt er in de gemeente een contantbelasting gevestigd voor de huis-aan-huis inzameling van het gewoon huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval). Voor de toepassing van onderhavig reglement wordt verstaan onder: Huishoudelijk afval: Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Grofvuil: Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organischbiologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen. Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD): Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten. Papier en karton: Alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken e.d. Herbruikbare goederen: Alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, … Textiel: Alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren
9
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Frituurolie en afgelaten motorolie: Alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen. Klein Gevaarlijk Afval (KGA): De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA. Glas: Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen, e.d. Hol Glas: Betreft alle flessen en bokalen. Vlak glas: Alle glazen voorwerpen zoals vensterglas ontdaan van inlijstingen, serreglas, nietgewapend glas, die geen hol glas zijn. Groenafval : Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel. Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond. Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik. Oude Metalen: Alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen. Bouwafval: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde. Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, … Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein, …, met uitzondering van steenafval. Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt, … Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, 10
vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, … Sloophout: Alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen. E.P.S.: Zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,… Plastic folies: Alle folies gemengd en ontdaan van onzuiverheden. Zuivere, transparante en gekleurde folies en zakken ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van noppenfolies, plastic straps, plastic blisters, isomo, landbouwfolie, bigbags, flessen, verpakkingen van voedingswaren, ... Harde plastics: Alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval), ... Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen. Kurk: Alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking, …. Containerpark: Een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren. Artikel 2 De contantbelasting is verschuldigd in functie van de fractie en het gewogen gewicht of het volume bij de huis-aan-huis inzameling van het gewoon huisvuil, gft, pmd, (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval). Artikel 3 De contantbelasting in functie van de fractie en het gewogen gewicht of het volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen bedraagt:
11
Fractie a) Huisvuil ophaling en verwerking per kg gewogen huisvuil aanbieding 40 l container aanbieding 120 l container aanbieding 240 l container aanbieding 1100 l container voorrijkost op afroep gebruiksrecht container container 40 l container 120 l container 240 l container 1100 l aankoop slot b) Gft-afval ophaling en verwerking per kg gewogen gft gebruiksrecht container container 40 l container 120 l container 240 l container 1100 l aankoop slot
c) Pmd-afval (60 l zak)
Contantbelasting Particulieren
Contantbelasting KMO
0,25 €/kg 0,50 €/ aanbieding 0,50 €/ aanbieding 1,00 €/ aanbieding 5,00 €/ aanbieding 75,00 €/ inzameling op afroep
0,25 €/kg / 0,50 €/ aanbieding 1,00 €/ aanbieding 5,00 €/ aanbieding 75,00 €/ inzameling op afroep
0,84 €/maand 0,84 €/maand 1,66 €/maand 4,58 €/maand 25 euro/slot
/ 1,84 €/maand 2,47 €/maand 7,07 €/maand 25 euro/slot
0,18 €/kg
0,18 €/kg
0,84 €/maand 0,84 €/maand 1,66 €/maand 4,58 €/maand 25 euro/slot
/ 1,84 €/maand 2,47 €/maand 7,07 €/maand 25 euro/slot
0,15 €/zak
0,15 €/zak
d) Composteerbare zakken - formaat 120L 4,00 € / rol - formaat 45cm x 50cm 0,45 € / zak (9,00 €/rol) - biozakken met “OK 0,06 € / zak (3,00 €/rol) Compost Home”-label (inhoud 10L)
4,00 € / rol 0,45 € / zak (9,00 €/rol) 0,06 € / zak (3,00 €/rol)
Artikel 4 § 1. Inwoners die uitzonderlijk een hoeveelheid huisvuil wensen aan te bieden die groter is dan de gebruikte container kunnen tot 3 maal per jaar, mits een aanvraag minimaal 1 werkdag voor de ophaaldag, maximaal 6 zakken (maximaal 60L) aanbieden naar de container. Wanneer dit ontoereikend is kan men kiezen voor inzameling op afroep waarbij de voorrijkost wordt aangerekend. In beide gevallen wordt het huisvuil gewogen en aangerekend. § 2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de ophaling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat
12
de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen worden geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de containers is maandelijks verschuldigd in de helft van de maand. Iedere gebruiker van een container dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers. Aantal en type containers 1 of meerdere containers van 40 en 120 liter
voorschot 50 euro
Per container van 240 l Per container van 1100 l
100 euro 500 euro
Bij elke registratie van een kipbeweging en het gewicht van het meegegeven afval zal de contantbelasting, zoals bepaald in artikel 2, in mindering worden gebracht van het vooraf betaalde bedrag. De contantbelasting voor het meegegeven gewicht zal afgerond worden tot op 2 cijfers na de decimaal. Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 € wordt door de financieel beheerder een nieuwe betalingsuitnodiging gestuurd. De containers worden niet meer geledigd van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 €. Indien de niet-geledigde containers niet tijdig worden binnengehaald, kunnen ze worden geledigd aan het tarief vastgesteld in het gemeentelijk belastingreglement betreffende het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente. Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag door de financieel beheerder teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde. Een eindafrekening wordt afgeleverd. § 3. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven pmd-zakken en de composteerbare zakken, zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Artikel 5 Voor personen die kunnen aantonen dat hun ziektebeeld een aanzienlijke hoeveelheid extra huisvuil veroorzaakt, krijgen een sociale correctie toegekend. Dit wil zeggen dat de betrokken gezinnen éénmaal per jaar 100 € op zijn Diftar-rekening gestort krijgt. Als bewijs dienen de gezinnen een recent doktersattest voor te leggen. Er wordt op gewezen dat de regeling enkel geldt voor personen die thuis verzorgd worden en dus niet geldt voor personen die bijvoorbeeld in een rusthuis verblijven. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt elke aanvraag individueel en kan aanvullende bewijzen opvragen. De aanvragen moeten elk jaar opnieuw ingediend worden. Artikel 6 Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 13
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan. Artikel 8 Deze belasting zal definitief zijn indien geen bezwaren ingediend worden gedurende het onderzoek de commodo et incommodo. Artikel 9 Gelast het College van Burgemeester en Schepenen met de uitvoering van dit besluit. Artikel 10 Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het gemeentedecreet, inzonder artikels 248 e.v. Artikel 11 Deze beslissing wordt met 17 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido ), 2 stemmen tegen ( Karl Boumans, Jan Schelstraete ) en 8 onthoudingen ( Jos Vandikkelen, Chris Parmentier, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon ) goedgekeurd. Verlaat de zitting: Chris Parmentier.
9 Politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) ingevolge invoering DifTar huis-aan-huis. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28; gelet op het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA) en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering 7 januari 2008 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen en van 28 januari 2000 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Gescheiden Inzameling Bedrijfsafval van Kleine Ondernemingen; gelet op de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf; overwegende dat er een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bestaat voor de afvalstoffen gedefinieerd in het VLAREMA artikel 3.1.1; overwegende dat er een terugnameplicht bestaat voor huishoudelijk verpakkingsafval; dat minstens papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons selectief moeten worden ingezameld; overwegende dat het ter bescherming van het leefmilieu noodzakelijk is het huishoudelijk
14
afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval tot een minimum te beperken en het afval maximaal selectief in te zamelen; overwegende dat prioriteit dient verleend te worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen; overwegende dat in tweede instantie het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval maximaal selectief dienen ingezameld te worden; overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de inzameling van het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen; overwegende dat de gemeente in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel 26 van het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het niet aanbieden van huisvuil via de gemeentelijke inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever,…) maximaal wil voorkomen; gelet op het besluit van 12 januari 1999, onderwerp 8, houdende aanpassing van de algemene bestuurlijke politieverordening wat betreft de reglementering betreffende de selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen; gelet op het raadsbesluit van 13 september 2005 houdende aanpassing van de algemene bestuurlijke politieverordening wat betreft de reglementering betreffende het milieupark; gelet op het raadsbesluit van 12 november 2013 houdende invoering van het geautomatiseerde DifTarsysteem op het grondgebied van de gemeente voor de inzameling huis-aan-huis van gewoon huisvuil en GFT-afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval voor een termijn van minimaal 8 jaar en de realisatie hiervan met EcoWerf; gelet op het raadsbesluit van 11 februari 2013 houdende aanpassing van de algemene bestuurlijke politieverordening betreffende de selectieve inzameling van huishoudelijk afval; overwegende dat inwoners een huisvuilcontainer niet mogen weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen; overwegende dat EcoWerf een model politiereglement heeft opgesteld op basis van het nieuwe modelreglement van OVAM; overwegende dat het model politiereglement werd aangepast aan de nieuwe wetgeving en de gewijzigde ophaalmethodes; overwegende dat het wenselijk is de bestaande algemene bestuurlijke politieverordening, meer bepaald hoofdstuk 2: reinheid van de openbare weg, afdeling 2: ophaling en selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, aan te passen, besluit artikel 1: hoofdstuk 2: reinheid van de openbare weg, afdeling 2: ophaling en selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen van de algemene bestuurlijke politieverordening wordt vervangen door de volgende bepalingen: Hoofdstuk I – Algemene bepalingen Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals
15
gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA Artikel 2 § 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling (exclusief het containerpark): - huisvuil; - grofvuil; - gashouders en/of andere ontplofbare voorwerpen; - krengen van dieren en slachtafval; - oude en vervallen geneesmiddelen; - niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. § 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het containerpark: - huisvuil; - groente- en fruitafval, al dan niet gemengd met tuinafval; - gashouders en/of andere ontplofbare voorwerpen; - krengen van dieren en slachtafval; - oude en vervallen geneesmiddelen; - niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen § 3. Het is verboden afvalstoffen, afkomstig uit andere gemeenten voor inzameling aan te bieden aan het door de gemeente of intercommunale georganiseerde inzamelcircuit. Artikel 3 § 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen bij deze verordening of door het college van burgemeester en schepenen, zijn gerechtigd om huishoudelijke afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen. § 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen. Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen Artikel 4 Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen. Artikel 5 § 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op nietreglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen. § 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren. § 3. Met het oog op thuiscomposteren is het voor particulieren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval. Deze composteerruimte van minder dan 10 m³, niet zichtbaar van op straat, mag geen hinder veroorzaken voor de buurtbewoners. Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen Artikel 6 § 1. De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen dienen aangeboden te
16
worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. Bij de huisaan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5. § 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die van het college van burgemeester en schepenen de toelating kregen afvalstoffen in te zamelen en door de parkwachter in geval van inzameling via het containerpark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken. Artikel 7 § 1. De afvalstoffen mogen slechts vanaf 22.00 uur en moeten ten laatste om 07.00 uur buitengeplaatst worden. § 2. De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg. § 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan. § 4. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie. § 5. De geledigde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg. Afdeling 4 – Afval op standplaatsen Artikel 8 De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval. Artikel 9 De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft. Artikel 10 De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald. Artikel 11 De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden. Afdeling 5 – Afval van huisdieren Artikel 12 § 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare
17
parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten. § 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling. De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg. § 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond. § 4. De bepalingen artikel 12, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op de honden die blinden en gehandicapten begeleiden. Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers Artikel 13 § 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, inclusief het containerpark, dan de brievenbus. § 2. Door de gemeente wordt een sticker ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding. § 3. Door de gemeente wordt een zelfklever ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven, dat reclamedrukwerk niet gewenst is. Het is verboden reclamedrukwerk te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding. § 4. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 13, § 1, 2 en 3 worden bij voorkeur aan de gemeentelijke milieudienst en via mail op het e-mailadres
[email protected] of per post aan de OVAM, dienst ketenbeheer en lokale besturen, Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen gemeld. Hoofdstuk II – Inzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval Afdeling 1 - Definitie Artikel 14 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en organischbiologisch vergelijkbaar bedrijfsafval)1 of groenafval, plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 15 § 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . § 2. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mag niet worden
18
meegegeven met een inzameling andere dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval. § 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een containerpark. Afdeling 3 – Wijze van aanbieding Artikel 16 § 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen. § 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan - 15 kg voor een container van 40 liter - 50 kg voor een container van 120 liter - 80 kg voor een container van 240 liter - 500 kg voor een container van 1100 liter § 3. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval. Afdeling 4 - Gebruik van de huisvuilcontainer Artikel 17 De huisvuilcontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze huisvuilcontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval. Artikel 18 § 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval. § 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik. De huisvuilcontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres. Artikel 19 Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen huisvuilcontainer hebben moeten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf een huisvuilcontainer aanvragen. Hoofdstuk III – Inzameling van grofvuil Afdeling 1 – Definitie Artikel 20 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die
19
overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het containerpark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 21 § 1. Het grofvuil wordt zesmaal per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het containerpark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. § 2. Voor de inzameling op afroep moet vooraf een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. § 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil (en de gemengde fractie van het bedrijfsafval) of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 22 § 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of kartonnen dozen aangeboden worden. § 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³ § 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen. Hoofdstuk IV – Selectieve inzameling van glas Afdeling 1 - Definitie Artikel 23 § 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten, ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s, e.d. § 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen .... § 3. Vlakglas betreft vensterglas. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 24 § 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het containerpark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente. § 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 25 Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient leeg en
20
voldoende gereinigd te zijn. Artikel 26 § 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten. § 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22.00 uur en 07.00 uur. Hoofdstuk V – Selectieve inzameling van papier en karton Afdeling 1 - Definitie Artikel 27 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 28 § 1. Papier en karton wordt minstens maandelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Papier en karton wordt ook ingezameld op het containerpark. § 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 29 § 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een kartonnen doos of samengebonden met natuurkoord in een handelbare stapel.. § 2. Het gewicht van het recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg. § 3. Per aansluitpunt en per inzameling mag gemiddeld max. 1 m³ aangeboden worden. Hoofdstuk VI – Selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval Afdeling 1 - Definitie Artikel 30 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 31 § 1. Kga wordt ingezameld op het containerpark § 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 32 § 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden KGA wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan.
21
Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen. § 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering. Artikel 33 § 1. Het kga dat wordt aangeboden bij de wijkinzameling wordt door de begeleider van het ophaalvoertuig in de gepaste sorteer- of opslagrecipiënten gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen. § 2. Het kga dat wordt aangeboden op het containerpark wordt door het bevoegde personeel in de inrichting aansluitend bij het containerpark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen. § 3. De afgifte van kga aan de geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of –makelaar gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van het bevoegde personeel. Hoofdstuk VII – Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en organischbiologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, Afdeling 1 - Definitie Artikel 34 § 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente- en fruitafval verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van de keukenrol, plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd. § 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, vermeld in artikel 38, § 1., ontstaan door een met de huishoudens vergelijkbare bedrijfsactiviteit. § 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 35 § 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . § 2. Gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval. §3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 36 § 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk
22
samenwerkingsverband. § 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan - 15 kg voor een container van 40 liter - 50 kg voor een container van 120 liter - 80 kg voor een container van 240 liter - 500 kg voor een container van 1100 liter Afdeling 4 – Gebruik van de gft-container Artikel 37 De gft-container wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze gft-container blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval. Artikel 38 § 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de gft-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de gft-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval. § 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe gft-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik. Artikel 39 De gft-container blijft verbonden aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de gft-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres. Artikel 40 Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een gft-container kunnen bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf een gft-container aanvragen. Hoofdstuk VIII – Selectieve inzameling van groenafval Afdeling 1 – Definitie Artikel 41 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groenafval verstaan: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel. Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond. Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 42 § 1. Het snoeihout wordt minstens viermaal per jaar huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Snoeihout wordt ook ingezameld op het containerpark.
23
§ 2. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil(en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout. § 3. Verontreinigd snoeihout wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling. § 4. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het containerpark. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling van snoeihout aan huis Artikel 43 § 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw. § 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg. § 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm. Hoofdstuk IX – Selectieve inzameling van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) Afdeling 1 - Definitie Artikel 44 § 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en Drankkartons, ook pmd genoemd, verstaan: lege plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, § 2. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 45 § 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden minstens 2wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden ook ingezameld op het containerpark. § 2. Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons. § 3. Verontreinigde plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker. § 4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 46 § 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. § 2. De verschillende fracties van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden. § 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden. § 4. Het maximum volume van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, bedraagt 8 liter. § 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt. § 6. Per aansluitpunt mogen per tweewekelijkse inzameling gemiddeld maximum 4 zakken aangeboden worden.
24
Hoofdstuk X - Selectieve inzameling van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (aeea) Afdeling 1 - Definitie Artikel 47 § 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder aeea verstaan: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1§2.23° van het VLAREMA. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 48 § 1. De aeea worden ingezameld op het containerpark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper of door andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. § 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het containerpark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden. § 3. Afgedankte zaklampen worden samen en op dezelfde wijze als afgedankte batterijen ingezameld. Afdeling 3 – Wijze van aanbieding Afdeling 49 § 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product. § 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen. Hoofdstuk XI – Selectieve inzameling van metalen gemengd Afdeling 1 - Definitie Artikel 50 § 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 51 § 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het containerpark. De metalen gemengd worden tot zesmaal per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. § 2. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd. §3. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van: - het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA); - het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.
25
Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 52 § 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag. § 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³. § 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen. Hoofdstuk XII – Selectieve inzameling van textiel Afdeling 1 – Definitie Artikel 53 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Afdeling 2 - Inzameling Artikel 54 § 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . Het textiel wordt eveneens ingezameld op het containerpark, het gemeentelijk depot of de door de OVAM erkende kringloopcentra. § 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen, waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren. § 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 55 § 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat, bevuild of totaal versleten zijn. Hoofdstuk XIII – Selectieve inzameling van herbruikbare goederen Afdeling 1 – Definitie Artikel 56 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 57 § 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden via het gemeentelijk informatieblad, de afvalkalender
26
en via de gemeentelijke diensten. Met herbruikbare goederen kan men ook op het containerpark terecht. § 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het containerpark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat). Afdeling 3 – Wijze van aanbieding Artikel 58 § 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten. § 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen. Hoofdstuk XIV – Andere afvalstoffen Batterijen Afdeling 1 – Definitie Artikel 59 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 60 De inzameling van afgedankte batterijen en accu’s gebeurt via het containerpark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte. Samen met de afgedankte batterijen en accu’s kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden. Afdeling 3 – Wijze van aanbieding Artikel 61 De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het containerpark en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Gasflessen (butaan- en propaangasflessen) Afdeling 1 – Definitie Artikel 62 Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 63 § 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 64 § 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden. § 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren. Oude en vervallen Geneesmiddelen
27
Afdeling 1 – Definitie Artikel 65 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder oude en vervallen geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 66 § 1. De inzameling gebeurt via de apotheek. § 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 67 § 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen. Vuurwerk en munitie en andere ontplofbare stoffen Afdeling 1 – Definitie Artikel 68 Voor toepassing van deze verordening wordt onder vuurwerk en munitie verstaan: restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 69 Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen. Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie. Vuurwerk: nog te bepalen door de OVAM in kader van de herziening van de kga-lijst. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 70 Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking om de identificatie te vereenvoudigen. Gebruikte frituurvetten en -oliën Afdeling 1 – Definitie Artikel 71 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 72 § 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het containerpark. § 2. Aanvullend kan de burger terecht bij eindverkopers die hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking stellen in hun verkoopruimte. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Artikel 73
28
Het is verboden de gebruikte frituurvetten en –oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong. De gebruikte frituurvetten en –oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles. Op het containerpark wordt een onderscheid gemaakt tussen plantaardige (vloeibare) frituuroliën en dierlijke (vast) frituurvetten. Deze worden apart ingezameld en moeten dus ook apart aangeboden worden. Bouwafval Afdeling 1 – Definitie Artikel 74 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder bouwafval verstaan: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbestcementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde. Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, … Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein …, met uitzondering van steenafval. Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt … Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten … Afdeling 2 – Inzameling Artikel 75 § 1. De inzameling van bouwafval gebeurt via het containerpark. Afdeling 3 - Wijze van aanbieding Op het containerpark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Het bouwafval dient gesorteerd aangeboden te worden. Sloophout Afdeling 1 – Definitie Artikel 76 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder sloophout verstaan: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen. Afdeling 2 – Inzameling Artikel 77 § 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het containerpark.
29
Geëxpandeerd polystyreen (eps) Afdeling 1 – Definitie Artikel 78 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten … Afdeling 2 – Inzameling Artikel 79 § 1. De inzameling van eps gebeurt via het containerpark. Kurk Afdeling 1 – Definitie Artikel 80 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking … Afdeling 2 – Inzameling Artikel 81 § 1. De inzameling van kurk gebeurt via het containerpark. Hoofdstuk XV – Het containerpark Afdeling 1 - Algemeen Artikel 82 Het containerpark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen. Het containerpark is gelegen te Herent, hoek Spoorwegstraat/Kouterstraat. Artikel 83 § 1. Het containerpark is enkel toegankelijk voor de inwoners van de gemeente en voor de ondernemingen die op het grondgebied van de gemeente gevestigd zijn in zoverre de door hen aangevoerde afvalstoffen vergelijkbaar zijn overeenkomstig de definitie in artikel 1 van deze verordening. De gemeenten hebben de keuze om de ondernemingen al dan niet toe te laten. § 2. Het containerpark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het containerpark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst. § 3. Op het containerpark gelden de bepalingen van het huisreglement zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen of de opdrachthoudende vereniging EcoWerf Afdeling 2 - Gebruik van het containerpark Artikel 84 Op het containerpark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden. 1. Papier en karton 2. Hol glas (wit en gekleurd glas gescheiden) 3. Bouw- en sloopafval: inert bouwpuin 4. Gebonden asbesthoudend afval
30
5. Pmd 6. Textiel en lederwaren 7. Oude metalen (metalen gemengd) 8. Groenafval: snoeihout en haagscheersel en gras en blad 9. Houtafval 10. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea) 11. Klein gevaarlijk afval (kga) 12. Grofvuil 13. Herbruikbare goederen 14. Piepschuim 15. Boomstronken 16. Cellenbeton 17. Kaarsen 18. Kurk Artikel 85 Tijdens de openingsuren is het containerpark permanent onder toezicht van de parkwachter. Artikel 86 § 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het containerpark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het containerpark. § 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider. § 3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het containerpark. Artikel 87 § 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen. § 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het containerpark worden meegenomen. § 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het containerpark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd. Artikel 88 § 1. De gebruikers van het containerpark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen. § 2. Tijdens de sluitingsuren van het containerpark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het containerpark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten. Artikel 89 Op het containerpark is het verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting. Hoofdstuk XV – Strafbepalingen Artikel 90 § 1. De inbreuken op deze verordening worden gestraft met politiestraffen, voor zover wetten, decreten, algemene of provinciale verordeningen op dit vlak geen andere straffen voorzien. § 2. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met
31
deze verordening kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5§1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen. § 3. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met deze verordening de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5§1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen. § 4. Indien alsnog een overtreder wordt vastgelegd, kan de in artikel 7§3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, § 1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder. § 5. Ongeacht artikel 7§2 en 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen. § 6. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 7§2, §3 en §5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen. Hoofdstuk XVI – Slotbepalingen Artikel 91 Deze verordening zal bekend gemaakt worden overeenkomstig de artikels 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 92 Een afschrift van deze verordening wordt conform artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet, dadelijk toegezonden aan de Deputatie, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de OVAM. artikel 2: deze beslissing wordt met 17 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe, Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido ) en 9 onthoudingen ( Jos Vandikkelen, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon, Karl Boumans, Jan Schelstraete ) goedgekeurd. 10 GECORO – Vervanging effectief lid Jo Vicca door plaatsvervangend lid Richard Raymaekers. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking vanaf 1 september 2009; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 200, en latere wijzigingen, tot
32
vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening; Gelet op het artikel 1.3.3.§3 van de VCRO dat bepaalt dat voor een gemeente met meer dan 10.000 en niet meer dan 30.000 inwoners de gemeenteraad het aantal leden van de GECORO bepaalt, minimum 9 en maximum 13 leden, de voorzitter inbegrepen; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 februari 2013 punt 18, waarin beslist is om het aantal leden van de GECORO op 13 te brengen en volgende geledingen op te nemen: de geleding deskundigen, de geleding van werkgevers en zelfstandigen, de geleding van de werknemers, de geleding van de socio-culturele sector, de geleding van de sport- en jeugdraad, de geleding van de landbouwraad, de geleding van de milieu- en natuurverenigingen, de geleding van woonbeleid; Gelet op het artikel 1.3.3.§3 van de VCRO dat bepaalt dat de voorzitter en vaste secretaris voorgedragen worden door het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de collegebeslissing van 18 maart 2013 waarin de heer Joris De Coster wordt voorgedragen als voorzitter en de heer Dirk Ackermans, gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, als vaste secretaris, eveneens is het aantal leden per geleding bepaald als volgt: 4 deskundigen waaronder de voorzitter, voor de geleding werkgevers en zelfstandigen, werknemers, socio-culturele sector, sport- en jeugdraad en woonbeleid, elk 1 lid, de geleding landbouwers en de geleding milieu- en natuurverenigingen elk 2 leden; Gelet op artikel 200§2 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 houdende de vertegenwoordiging van vrouwen en mannen: Ten hoogste twee derde van de raden en overlegstructuren is van hetzelfde geslacht, zoniet kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht; Gelet op de oproep in de infokrant en per brief voor de kandidaturen voor de verschillende geledingen; Gelet op de ontvangen kandidaturen voor verschillende geledingen; Overwegende dat de raad de voorzitter en vaste secretaris benoemt; Overwegende dat de gemeenteraad de effectieve leden en plaatsvervangers benoemt rekening houdend met de ontvangen kandidaturen , de opgenomen geledingen; Overwegende dat rekening houdend met de man / vrouw verhouding er 8 mannen en 5 vrouwen dienen opgenomen te worden in de GECORO. Overwegende dat het resultaat van de stemmingen het volgende weergeeft: Joris De Coster: 27 stemmen, Effectieven: Bart Timmermans: 25 stemmen, Tim Asperges: 22 stemmen, Didier Soetewey: 2 stemmen, Nele Dejaeghere: 0 stemmen, Anton Draye: 5 stemmen, Andreas Paepen: 0 stemmen, Frank Parent: 0 stemmen, Els Corbeels: 20 stemmen, Kenneth Vyncke: 2 stemmen, Karel Vlassak: 5 stemmen, Lieven Dehandschutter: 27 stemmen, An Maes: 0 stemmen: Willy Van Den Berge: 18 stemmen, Leen Van Asch: 0 stemmen, Bea Van Beckhoven: 9 stemmen, Thomas Van Delsen: 0 stemmen, Inge Van de Voorde: 25 stemmen, Henri Opsomer: 2 stemmen, Luc Verbeeck: 17 stemmen, Jonas Artois: 8 stemmen, Bert Van Huyck: 1 stem, Jessie Bosmans: 25 stemmen, Pieter Stessel: 0 stemmen, Paul Saelens: 27 stemmen, Benny Fets: 1 stem, Jo Vicca: 26 stemmen, Geert Kuijken: 1 stem, Richard Raymaekers: 8 stemmen, Magda Cool: 18 stemmen, Jos Vercruysse: 26 stemmen, Delilah Denivelle: 1 stem Plaatsvervangers: Didier Soetewey: 2 stemmen, Nele De Jaeghere: 18 stemmen, Anton Draye: 26 stemmen, Andreas Paepen: 4 stemmen, Frank Parent: 17stemmen, Kenneth Vyncke: 7 stemmen, Karel Vlassak 4 stemmen, An Maes: 26 stemmen, Leen Van Asch: 0 stemmen, Bea Van Beckhoven: 25 stemmen, Thomas Van Delsen: 1 stem, Henri Opsomer: 24 stemmen, Jonas Artois: 25 stemmen, Bert Van Huyck: 1 stem, Pieter Stessel: 26 stemmen, Benny Fets:
33
25 stemmen, Geert Kuijken: 25 stemmen, Richard Raymaekers: 26 stemmen , Delilah Denivelle: 26 stemmen Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 16 april 2013 m.b.t. de GECORO – ledensamenstelling; Gelet op de e-mail dd. 20 november 2014 van de heer Joris De Coster, voorzitter GECORO, m.b.t. het voorstel om voor de geleding van de milieu- en natuurverenigingen het effectieve lid mevrouw Jo Vicca en het plaatsvervangend lid de heer Richard Raymaekers om te wisselen. Uit eerdere mails van mevrouw Jo Vicca kan afgeleid worden dat zij wenst plaatsvervanger te worden. Haar plaats zou ingenomen worden door haar huidige plaatsvervanger, de heer Richard Raymaekers. Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad beslist met algemene stemmen om voor de geleding milieu- en natuurverenigingen de heer Richard Raymaekers, Tildonksesteenweg 140 te 3020 Herent, te benoemen als effectief lid en mevrouw Jo Vicca, Groenstraat 115 te 3020 Herent te benoemen als plaatsvervangend lid.
11 Register Onbebouwde Percelen te Herent – ter kennisgeving stand van zaken Schepen A. Caes geeft aan de hand van de volgende tekst een toelichting. Nota stand van zaken Register onbebouwde percelen (ROP) – GR januari 2015 Wetgeving: Grond en pandendecreet - 27/03/2009 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Besluit van de Vlaamse regering van 10/11/2011 mbt de tweejaarlijkse voortgangstoets vernietiging van ‘sociale last’ door het Grondwettelijk Hof bij arrest van 18 december 2013 Meerjarenplanning: Doelstelling-5: een volwaardig sociaal beleid voeren Actie Plan-54: het Bindend Sociaal Objectief (BSO) behalen tegen 2018 Actie-203: actieprogramma register onbebouwde percelen in eigendom van semipublieke personen
Historiek Op basis van het Decreet grond en pandenbeleid wenst het Vlaamse woonbeleid het sociaal woonaanbod versneld uit te breiden en geografisch te spreiden. Elke gemeente kreeg daarom een bindend sociaal objectief (BSO) opgelegd. Het BSO legt de gemeente de realisatie van een aantal sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels op. Het BSO voor Herent stelt: te realiseren tegen 2025: 133 sociale huurwoningen, 68 sociale koopwoningen en 3 sociale kavels.
34
De gemeente dient een aantal acties/initiatieven te ondernemen om bovengenoemde doelstellingen te halen. De controlerende overheid Wonen-Vlaanderen voert tweejaarlijks een voortgangstoets uit, hierbij wordt er nagegaan hoever de gemeente reeds staat met de realisatie van de bovengenoemde doelstellingen. Het resultaat van deze voortgangstoets is de klassering van onze gemeente onder een welbepaalde categorie. Zo is Herent volgens de laatste voortgangstoets 2014 gecategoriseerd in categorie 2a (cat 2a=de gemeente voldoet niet aan het groeiritme voor het deelobjectief huur en/of het deelobjectief koop, maar levert voldoende inspanningen.) De gemeente moet concrete initiatieven ondernemen in het kader van dit BSO. Eén van die initiatieven is een gemeentelijk actieprogramma met als basis een register van de onbebouwde percelen in eigendom van Vlaamse besturen en Vlaamse semipublieke rechtspersonen. Door de opmaak van dit actieprogramma krijgen we een zicht op het aantal gronden en hun oppervlakte. Het decreet grond- en pandenbeleid verplicht de gemeente om 25% van die oppervlakte tegen 2025 in te zetten voor sociale woningbouw. Werkmethodiek? We zijn te werk gegaan in overeenstemming met Art. 7.3.9 van het grond- en pandendecreet; 1. de onbebouwde percelen en kavels in eigendom van Vlaamse besturen en van Vlaamse semipublieke rechtspersonen inventariseren aan de hand van de beschikbare gegevens en software en dit uiterlijk op 31/10/2010. 1. de bebouwbare kavels/percelen uitfilteren 2. karakteristieken toekennen aan de uitgefilterde percelen/kavels => dit kan enkel aan de hand van beschikbare gegevens of , indien afwezigheid van enige gegevens, via rechtstreekse informatie van de huidige eigenaars. Met het toekennen van karakteristieken wordt bedoeld: het nakijken of een perceel/kavel in woongebied al dan niet verpacht wordt, of het al dan niet te klein is voor bebouwing, of het al dan niet belast is met erfdienstbaarheden.. 3. resultaat: een register van onbebouwde percelen, gelegen in woongebeid en vrij van karakteristieken maw. bebouwbaar in huidige situatie. Huidige stand van zaken/ Wat is er beschikbaar? De opmaak van het ROP in handen van Vlaamse besturen en (semi)publieke rechtspersonen is ondertussen afgerond. Er is een document beschikbaar waarin elk perceel afzonderlijk wordt behandeld en omschreven volgens ligging, oppervlakte, huidig gebruik, kenmerken, karakteristieken en luchtfoto. Vervolgens is er een opdeling gemaakt: - lijst I: percelen vrij van karakteristieken (bijlage 1) - lijst II: percelen MET karakteristieken en potentieel (bijlage 2) - lijst III: percelen MET karakteristieken met weinig potentieel (bijlage 3) - lijst IV: percelen met karakteristieken RUP Molenveld (bijlage 4)
35
Vervolgens zal er op basis hiervan een actieprogramma worden opgemaakt, dat er op gericht is de ontwikkeling van de weerhouden percelen prioritair te onderzoeken en indien mogelijk uit te voeren. De medewerking van de (semi)publieke eigenaars is in deze echter wel noodzakelijk en bepalend voor de slaagkansen van dergelijke projecten. Bijlage 1: lijst I ‘ percelen vrij van karakteristieken’
Bijlage 2: lijst II ‘percelen MET karakteristieken en potentieel’
36
37
Bijlage 3: lijst III ‘percelen MET karakteristieken met weinig potentieel’
38
Bijlage 4: lijst IV ‘percelen met karakteristieken RUP Molenveld’
Op de bemerking van raadslid S. Tosseyn dat hij blij is dat de lijst er eindelijk is, repliceert schepen A. Caes dat het niet eenvoudig was om van de eigenaars de informatie te bekomen ; hier is veel tijd en werk in gestoken. Raadslid S. Tosseyn heeft hiervoor begrip ; hij merkt op dat de lijst niet volledig is, nl. de voetbalterreinen van HO Veltem ; deze 1 hectare kan worden gebruikt voor bebouwing. Schepen A. Caes stelt vast dat dit inderdaad een vergetelheid is en dat ze het document zal laten aanvullen. Op de vraag van raadslid J. Vandikkelen of er met OCMW Leuven zal worden gezien of er mogelijkheden zijn rond sociale woningbouw, bevestigt schepen A. Caes dat waar er echt potentieel is, gesprekken zullen gestart worden. Op de bemerking van raadslid J. Schelstraete dat hij verbaasd is dat de terreinen van HO Veltem ter sprake komen, waar er plannen zijn om een kunstgrasveld aan te leggen, en op zijn vraag wat indien er een woning op een perceel staat, antwoordt schepen A. Caes dat het hier gaat om een lijst van onbebouwde percelen,die eigendom zijn van publieke of semi – publieke instellingen, geen private eigendommen ; de terreinen van HO Veltem liggen in woongebied en beantwoorden aan het criterium.
12 Leveren en monteren snoei-mulchdek met opzuigunit op bestaande tractor – goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105; 39
gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 3; gelet op het raadsbesluit van 9 september 2014 waarbij de samenwerkingsovereenkomst exclusieve dienstverlening Interleuven-gemeente – technische en administratieve begeleiding, advisering en coördineren van projecten werd goedgekeurd; gelet op het collegebesluit van 15 september 2014 waarbij het college deze samenwerkingsovereenkomst met Interleuven heeft afgesloten; gelet op het collegebesluit van 15 september 2014 waarbij het college in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst een aantal opdrachten aan Interleuven heeft toevertrouwd, onder meer de aankoop van een opzuiginstallatie voor een tractor van de gemeente; overwegende dat het wenselijk is een snoei-mulchdek met opzuigunit voor onze bestaande tractor Deutz aan te kopen om de volgende redenen: de gemeente maait zelf nog een aantal bermen en onderhoudt ook een aantal voet- en wandelwegen met deze tractor; het bermdecreet bepaalt dat het maaisel binnen de 10 dagen moet verwijderd worden om de bodem te doen verschralen en de biodiversiteit te verbeteren; het is uiteraard het meest efficiënt als het maaisel ineens kan opgezogen worden; we hebben nog geen opzuigunit voor onze tractor Deutz en we hebben met Natuurpunt over deze aankoop overlegd; overwegende dat Interleuven cvba, Brouwersstraat 6 te 3000 Leuven voor de opdracht “Leveren en monteren snoei-mulchdek met opzuigunit op bestaande tractor” een bestek met nr. 2014/029 (IL) heeft opgesteld; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 25.950,00 excl. btw of € 31.399,50 incl. 21% btw; overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het aangepaste meerjarenplan 2014-2019 en in de begroting voor 2015 op budgetcode 0680-00/235000 van het investeringskrediet, besluit artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. artikel 2: Het bestek met nr. 2014/029 (IL) en de raming voor de opdracht “Leveren en monteren snoei-mulchdek met opzuigunit op bestaande tractor”, opgesteld door de ontwerper, Interleuven cvba, Brouwersstraat 6 te 3000 Leuven, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 25.950,00 excl. btw of € 31.399,50 incl. 21% btw. artikel 3: De uitgave voor deze opdracht komt ten laste van het aangepaste meerjarenplan 2014-2019, meer bepaald van de begroting voor 2015, budgetcode 0680-00/235000 van het investeringskrediet. artikel 4: Dit besluit wordt met algemene stemmen goedgekeurd. 13 Reglement aanpassing jeugdsubsidies. Raadslid M. Van Moere had dit punt ook graag op de raadscommissie gezien ; ze vindt dit een positieve tekst omdat de jeugdraad meer autonomie krijgt en er meer samenwerking komt met de Herentse verenigingen. Toch meent ze dat de jeugdverenigingen op zich reeds een meerwaarde hebben, ze hebben deze engagementen niet nodig ; we moeten ervoor zorgen dat hun werkingssubsidies fundamenteel verhogen. Hoeveel bedragen deze trouwens ? Schepen
40
M. Forceville zal de cijfers bezorgen ; wel merkt hij op dat de werkingssubsidies en de infrastructuursubsidies de hoofdmoot uitmaken. Ook raadslid J. Schelstraete wenst deze cijfers ; hij stelt zich de vraag of het een oplossing is een schoonmoeder in huis te halen door de hulp van specialisten in de materie in te roepen. Schepen M. Forceville stelt dat men naar de schoonmoeder gaat indien men dit wil ; het inwinnen van advies van specialisten is vrijblijvend. Deze specialisten hebben ervaring met projecten, zij geven advies, de uiteindelijke beoordeling gebeurt door de jeugdraad. De gemeenteraad, gelet op het reglement dd 11.05.1999, onderwerp 6, houdende het reglement op de subsidiëring van projecten door de jeugdraad erkende jeugdverenigingen; gelet op het bestaande reglement dd 12.11.2002; gelet op de brief van de raden dd 02.10.2014; gelet op het positieve advies van de jeugdraad; beslist, Artikel 1: het reglement voor de subsidiëring van de engagementsubsidies voor de erkende jeugdverenigingen, als volgt wordt vastgesteld: Algemene bepalingen 1. De subsidies die de gemeente Herent voorziet, zijn beschikbaar voor erkende plaatselijke jeugdverenigingen en voor de jeugdraad. 2. Elke jeugdvereniging kan jaarlijks een aanvraag indienen. 3. Per begonnen schijf van 100 leden mogen er 3 projecten ingediend worden waarvan 1 per 100 leden binnen het jaarthema. 4. Projecten kunnen in verschillende categorieën uitgewerkt worden bvb: milieu, welzijn, (multi)cultureel, veiligheid, gezondheid, … maar moeten een duidelijke maatschappelijke meerwaarde hebben voor de samenleving. 5. Subsidies kunnen enkel worden toegestaan binnen de perken van de gemeentebegroting en de jaarlijks voorziene budgetten. 6. Het gemeentebestuur heeft het recht activiteiten waarvoor subsidies worden aangevraagd op echtheid en degelijkheid te controleren. Categorieën A. kleine activiteiten 1. Dit zijn activiteiten die nuttig zijn maar een beperkte impact hebben op de samenleving. Ze vragen minder voorbereiding, bereiken geen heel groot publiek,… 2. De activiteiten vallen buiten de puntentabel in het reglement voor werkingssubsidies. 3. De onkosten van de activiteit worden 100% terugbetaald. 4. Elke aanvraag telt voor 1 punt. A. middelgrote activiteiten 1. Dit zijn activiteiten die nuttig zijn en een matige impact hebben of inzet vragen om ze te verwezenlijken. 2. De activiteiten vallen buiten de puntentabel in het reglement voor werkingssubsidies.
41
3. De onkosten van de activiteit worden 100% terugbetaald. 4. Elke aanvraag telt voor 2 punten. C. grote activiteiten 1. Dit zijn activiteiten die een grote meerwaarde zijn voor de samenleving. Ze bereiken veel mensen en vragen veel inspanning van de jeugdvereniging om dit op til te zetten. 2. De activiteiten vallen buiten de puntentabel in het reglement voor werkingssubsidies. 3. De onkosten van de activiteit worden 100% terugbetaald. 4. Elke aanvraag telt voor 3 punten.
D. jaarthema activiteiten 1. Deze activiteiten kunnen zowel klein als groot zijn maar verdienen extra punten als ze draaien rond het jaarthema. 2. De activiteiten vallen buiten de puntentabel in het reglement voor werkingssubsidies. 3. De onkosten van de activiteit worden 100% terugbetaald. 4. Elke aanvraag verdient 1 punt bovenop categorie A ,B of C
Procedure 1. De kerngroep zit jaarlijks in april samen om een jaarthema vast te leggen waarmee de verenigingen extra punten kunnen scoren. 2. De betrokken vereniging gaat met zijn ideeën voor projectsubsidies naar de jaarlijkse ‘beurs’ eind september - begin oktober die wordt georganiseerd door de jeugdraad. Hierbij zitten zij samen met ‘specialisten in de materie’ om hun ideeën bij te schaven, te verbeteren of een samenwerking aan te gaan met Herentse organisaties. 3. Ten laatste op 31/10 van het volgende werkjaar wordt de jeugddienst op de hoogte gebracht met een schriftelijk verslag van alle projecten van afgelopen werkjaar (01/09-31/08) op de voorziene formulieren. 4. De kerngroep van de jeugdraad komt weer samen, bespreekt de verslagen, evalueert de categorieën en kent punten aan elke activiteit toe. 5. De subsidie wordt berekend aan de hand van het toekennen van punten. - Deze punten worden per vereniging opgeteld - Het geldbedrag wordt gedeeld door het verkregen puntenaantal in totaal zodat elk punt een geldwaarde krijgt. - Dan wordt de geldwaarde/punt vermenigvuldigd met het puntenaantal per vereniging. Dit geeft de engagementsubsidie 6. Na berekening van de subsidies wordt het subsidiedossier voorgelegd aan de jeugdraad. Zij formuleren een advies aan het college van burgemeester en schepenen. 7. De gemeente heeft het recht de subsidies niet uit te betalen indien er wordt vastgesteld dat de voorziene informatie over het project niet correct is. 8. Het goedgekeurde subsidiebedrag wordt uitbetaald in januari met als vermelding ‘engagementsubsidie’. Artikel 2: Dit reglement wordt goedgekeurd met 24 stemmen voor ( Marleen Schouteden, D’Haese Katleen, Pollers Astrid, Willy Kuijpers, Lut Rampelbergh, Bob Vandamme, Stijn Van Meerbeeck, Wouter Vlassak, Scheys Philippe,
42
Maarten Forceville, An – Katrien Sodermans, Kristin Lercangé, Jos Vercruysse, Jo De Clercq, Arlette Caes, Draye Luk, Claes Guido, Jos Vandikkelen, Ruben Donceel, Marieken Van Moere, Kirsten Winnelinckx, Stef Tosseyn, Peter Janssens, Tom Denon ) en 2 onthoudingen ( Karl Boumans, Jan Schelstraete ) 14 Bibliotheekraad -Vervanging lid voor N- VA. Lut Rampelbergh wordt als lid van de bibliotheekraad voor N-VA vervangen door Hans Peter Vandersmissen. 15 Mededeling aan de gemeenteraad van de verslagen en einddocumenten van de raden en overlegstructuren georganiseerd door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 200 § 1 van het gemeentedecreet. 16 Goedkeuring van de notulen van de gemeenteraadszitting van 16.12.2014. Raadslid P. Janssens wenst zich te onthouden bij de stemming over het verslag van de vorige raad omdat hij toen nog geen raadslid was. De notulen van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris opgesteld overeenkomstig de artikelen 180 en 181 van het gemeentedecreet. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en door de gemeentesecretaris. De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraadsvergadering van 16 december 2014 goed. - De voorzitter sluit de vergadering om 21.30 .
Herman ARTOIS Gemeentesecretaris
Marleen SCHOUTEDEN burgemeester
43