1 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN DRIMMELEN VAN 1 FEBRUARI 2007 Raad: Aanwezig: Namens Lijst Harry Bakker
:
Namens Combinatie Algemeen Belang :
de raadsleden K. van den Berg; P. Damen; S. Hoevenaar; J. de Groot; R. Heijmans; C. Brouwer-den Boer en P. Royackers-Janssens; de raadsleden J. Praat; J. Rullens; A. Buijs en M. van Oosterhout;
Namens CDA
:
de raadsleden T. Kwaaitaal; J. de Ridder en G. Thijssen;
Namens PvdA
:
de raadsleden H. van Dijk; C. van Gils en J. van Gurp;
Namens VVD
:
de raadsleden A. van Oosterhout en L. van Dongen;
Namens Groen Drimmelen
:
de raadsleden J. Vissers en J. Kuijpers;
College: Aanwezig: Burgemeester drs. G.L.C.M. de Kok Wethouder H. Bakker Wethouder C. van Mourik Wethouder K. Krook Wethouder M. Vos-Kroeze Voorzitter: Griffier: 1.
drs. G.L.C.M. de Kok M. Schetters
Opening
De voorzitter opent de vergadering met het verzoek een moment stilte in acht te nemen voor bezinning of gebed.
2.
Vragen ex artikel 37a reglement van orde gemeente Drimmelen
De heer M. van Oosterhout vraagt of het waar is dat wethouder Bakker op de negende plaats staat van de kandidatenlijst van de Brabantse Partij voor de komende Statenverkiezingen. Hij wil ook weten hoe wethouder Bakker dat uitlegt, omdat wethouders
2 geen nevenfuncties mogen hebben buiten hun ambt als wethouder. Volgens Combinatie Algemeen Belang is dit in strijd met de vernieuwing die de heer Bakker zelf altijd verkondigd heeft. Hij vraagt ook hoe het college daar tegenaan kijkt en of het college zijn mening deelt dat dit kiezersbedrog is. De voorzitter zegt dat de coalitiefracties aan het begin van deze zittingsperiode een afspraak hebben gemaakt over de wethouders. Die mogen daarnaast geen andere functies hebben. Het college vindt ook dat de wethouders zich daaraan moeten houden. Wethouder Bakker zegt dat iedereen het recht heeft het actief en passief kiesrecht uit te oefenen. Hij deelt de woorden van de voorzitter over nevenfuncties. Hij heeft bij de opgave voor de Brabantse Partij duidelijk gezegd dat hij op een onverkiesbare plaats wil, gezien zijn positie en werkzaamheden in Drimmelen. Hij gaat dan ook géén politieke activiteiten opstarten. Hij staat op een onverkiesbare plaats uit sympathie en waardering. Niks meer en niks minder. De heer M. van Oosterhout denkt dat wethouder Bakker dat wel doet als hij met voorkeurstemmen gekozen wordt. Hij heeft volgens hem dus nog geen antwoord gehad op zijn vraag over kiezersbedrog. Wethouder Bakker zegt dat hij op een volstrekt onverkiesbare plaats staat. Hij doet dat alleen uit sympathie en waardering. Hij gaat dus niet in de Provinciale Staten. De heer Van Dijk is ook van mening dat het hier om een betaalde bestuurlijke bijbaan gaat. Hij is van mening dat wethouder Bakker om de hete brij heen draait. De uitleg over een onverkiesbare plaats gaat volgens hem niet op. De heer Kwaaitaal is ook van mening dat dit niet overeenkomt met de eerder gemaakte afspraken. De heer Van Dongen is van mening dat deze discussie op de zaken vooruit loopt. De heer M. van Oosterhout heeft nog steeds geen bevredigende uitleg gehad over het scheiden van belangen en op zijn vraag over kiezersbedrog. Wethouder Bakker herhaalt dat hij niet naar de Provinciale Staten gaat. Hij houdt zich aan de gemaakte afspraken. Hij is alleen lijstduwer voor de Brabantse Partij. Verder blijft hij gewoon wethouder in Drimmelen. De heer M. van Oosterhout vraagt om een schorsing. De voorzitter zegt dat dat niet mogelijk is bij artikel 37a-vragen. Hij stelt voor naar de volgende vraag te gaan over de Internationale Vrouwendag. Mevrouw Damen wil onder de aandacht brengen dat het op 8 maart a.s. Internationale Vrouwendag is. De KVO in Made heeft deze dag aangegrepen om gezamenlijk met alle vrouwenorganisaties uit de gemeente Drimmelen een informatieve avond te organiseren met als onderwerp Jeugd en Gezin. De doelstelling van deze avond is om de WMO nog beter onder de aandacht van de burgers te brengen. De wethouders, de heer Koos Krook en mevrouw Carla van Mourik, hebben hun medewerking in deze reeds toegezegd. Ze vraagt of de gemeente bereid is een financiële bijdrage te leveren om dit goede initiatief te ondersteunen. Wethouder Krook wil duidelijk stellen dat voor dit soort avonden geen budgetten beschikbaar zijn. Hij wil dit initiatief om de WMO onder de bevolking te verspreiden wel graag steunen. Hij
3 en wethouder Van Mourik doen mee. Ook de projectleider doet eraan mee. Hij heeft geregeld dat er een spreker komt van buiten, iemand van de Universiteit van Tilburg, die ook gezinstherapeute is. Hij stelt dat het college aan alle kanten meewerkt. Mevrouw Damen vraagt of er wellicht een promotiebudget is voor de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waaruit dit betaald kan worden. De heer Van Dijk doet de suggestie om faciliteiten te verlenen ter ondersteuning van dit initiatief. Mevrouw de Ridder staat ook zeer sympathiek tegenover dit soort initiatieven. Ook zij vraagt naar de mogelijkheden om faciliteiten ter beschikking te stellen. Wethouder Krook blijft bij zijn standpunt dat hier geen budgetten voor beschikbaar zijn. Ook geen promotiebudget. Hij wijst ook op de mogelijke precedentwerking. Voor wat betreft faciliteiten wijst hij er op dat de organisatie zelf al zaalruimte heeft geregeld waar ze geen huur voor hoeft te betalen. De voorzitter stelt voor de vragen van de Partij van de Arbeid over de afvalstoffenheffing te betrekken bij agendapunt 8. De vraag over de Plukmadehof is nu aan de orde. De heer Van Dijk wijst op de agenda van de commissie Grondgebiedzaken voor dinsdag 6 februari 2007. Daarop staat als agendapunt een verzoek om vrijstelling voor het oprichten van twintig zorgappartementen en achttien grondgebonden startershuurwoningen aan de Plukmadehof te Made. Hij leest nu in de pers dat bij nader inzien toch ook een aantal starterskoopwoningen zal worden gerealiseerd. Hij is een groot voorstander van de realisatie van betaalbare starterskoopwoningen, dus kan hij de omzetting van startershuur- naar starterskoopwoningen op hoofdlijnen onderschrijven. Wat hem echter bevreemdt, is de manier van communiceren die het college hierin kiest. Zonder eerst de commissie Grondgebiedzaken geïnformeerd te hebben, heeft het college eerst de krant geïnformeerd. Hij vraagt of het bericht in de pers juist is. Hij wil daarna weten waarom het college, zonder eerst de commissie Grondgebiedzaken geïnformeerd te hebben, het commissievoorstel met betrekking tot de achttien startershuurwoningen heeft aangepast naar een voorstel met enkele grondgebonden starterswoningen. Tot slot vraagt hij of de commissie alsnog een gewijzigd voorstel krijgt. Wethouder Bakker zegt dat tijdens het persgesprek van 29 januari, waarbij zowel de gemeente als de woningstichting Volksbelang aanwezig waren, de woningstichting zich heeft laten ontvallen dat met de nieuwste inzichten gekeken wordt naar een mogelijk andere invulling dan alleen achttien huurwoningen. Wellicht dat er ook ruimte wordt gereserveerd voor starterskoopwoningen. Het college heeft geen commissievoorstel aangepast, omdat zij er tot aan het persgesprek van 29 januari van uitging dat de woningstichting achttien grondgebonden huurwoningen zou gaan realiseren. De te sluiten conceptovereenkomst met de woningstichting is daar ook op geënt. Het is de woningstichting die bij nader inzien terugkomt op haar eerder ingenomen standpunt. De gemeente heeft meerdere malen expliciet gevraagd welke koop-huurverhouding moest worden aangehouden voor het project. Het is de woningstichting die op het laatste moment gaat schuiven, in de positieve richting weliswaar. Het commissievoorstel met achttien huurwoningen is op 23 januari in het college behandeld en is daarna doorgezonden voor behandeling in de commissie Grondgebiedzaken. Het geschreven commissievoorstel zat in de routing. Het was voor de gemeente onvoorzien dat de woningstichting haar koers zou wijzigen of mogelijk zou wijzigen. Er komt geen aangepast commissievoorstel. Men kan bij de achttien huurwoningen ‘huur’ tussen haakjes zetten, dan is dat de aanpassing en dan kan het gewoon behandeld worden. De nu ontstane commotie mag dan gewoon deel uitmaken van de commissie Grondgebiedzaken. Meneer Gorissen van de woningstichting is ook aanwezig in de
4 commissie. Het voorstel kan gewoon conform de normale behandeling in de commissie eventueel worden aangepast. Hij merkt op dat het bij al dit soort projecten heel moeilijk is om een project te realiseren. Namens het college doet hij de onderhandelingen om zo veel mogelijk de wens van de gemeenteraad in te passen in de bestaande plannen. Dat lukt niet altijd. Daar moet stevig over gedebatteerd worden, ook bij de woningstichting Volksbelang. Er moeten drie overeenkomsten getekend worden voor een project. Daar moet ook de vrijstellingsprocedure in. Dat betekent tijdverlies. De raad heeft het college ook opgedragen om snelheid te maken met de plannen. Dat gebeurt hier. Het is alleen een cosmetische verandering. Er komen daar achttien grondgebonden woningen en die worden verkocht ten behoeve van starters en dat kunnen huur- en koopstarters zijn. Dat zijn de laatste inzichten. De heer Van Dijk wil als enig signaal afgeven dat hij het op prijs had gesteld als de commissie vooraf geïnformeerd was, via een aangepast voorstel. De voorzitter stelt voor om over te gaan naar de vraag van de Partij van de Arbeid over starters. De heer Van Dijk herinnert eraan dat in de raadsvergadering van 14 december jl. door de gemeenteraad de definitie van een starter is vastgesteld. Een maximaal inkomen van 33.000 euro en niet startend vanuit een koopwoning. Tijdens deze raadsvergadering heeft hij een voorstel ingediend om het college te stimuleren tot het maken van concrete afspraken met de raad. Het college heeft dit de raad ontraden, omdat het er naar eigen zeggen druk mee bezig was. Een meerderheid van de raad heeft dat gevolgd. Hij is meer dan geïnteresseerd in de voortgang van de realisatie van betaalbare starterswoningen in de diverse kernen van de gemeente Drimmelen. Omdat hij hierin helaas nog niets heeft vernomen, vraagt hij wanneer de commissie Grondgebiedzaken een totaalvisie met concrete uitvoeringsplannen om betaalbare starterswoningen in de diverse kernen te realiseren tegemoet kan zien. Hij wil graag een concrete datum. Wethouder Bakker zegt dat hij bezig is met een raadsinformatiebrief over dit onderwerp. Het is in het college behandeld en het memo is vanmiddag verstuurd. Het is anderhalf kantje plus de beantwoording van een vraag van meneer Van Dongen over de woningstichting Volksbelang en de opbouw van een kostprijs. Daar kan de commissie Grondgebiedzaken van komende dinsdag op reageren. De totaalvisie komt in het voorjaar. In de commissie Grondgebiedzaken kan een definitieve datum worden genoemd. De heer Van Dijk wacht af welke informatie hij in de commissie aan zal treffen. Mevrouw van den Berg wil graag complimenten geven aan de wethouder dat hij zo voortvarend bezig is met het realiseren van starterswoningen. De vragen ex artikel 37a zijn hiermee behandeld en afgedaan. 3.
Vaststellen agenda
De voorzitter vraagt of de sterretjes kunnen blijven staan, zoals ze bij de voorstellen zijn aangegeven. De heer Van Gils wil het sterretje voor agendapunt 8 laten vervallen. De heer M. van Oosterhout wil graag een agendapunt aan de vergadering toevoegen met betrekking tot een motie over de kandidatuur van wethouder Bakker voor Provinciale Staten. Hij wil daar ook graag een schorsing voor.
5 De heer Buijs kondigt ook een motie aan die hij wil toevoegen aan de agenda. Die gaat over de ontwikkelingen van Lage Zwaluwe en wordt ingediend mede namens de Lijst Harry Bakker. De voorzitter stelt voor dat motie 1 te noemen. Hij stelt voor die aan het eind van de agenda te behandelen. De heer M. van Oosterhout leest zijn motie voor. De gemeenteraad van Drimmelen, in vergadering bijeen op donderdag 1 februari 2007, constaterende dat: -
wethouder Bakker op de definitieve kieslijst staat van de Brabantse Partij; wethouder Bakker op de negende plaats staat,
overwegende dat: -
wethouder Bakker in de raadsvergadering tot twee keer toe heeft ontkend kiezersbedrog te plegen en geen duidelijk antwoord geeft op de vraag hoe hij Drimmelense en provinciale belangen wil scheiden; wethouder Bakker in BN/De Stem heeft aangegeven de Drimmelense belangen op deze manier te willen dienen en nu beweert niet in Provinciale Staten te willen gaan en geen pedotiek te willen bedrijven; wethouder Bakker zich niet aan de afspraak houdt dat wethouders geen betaalde en bestuurlijke bijbanen mogen hebben en wethouder Bakker met zijn kandidaatstelling de intentie toont zich politiek actief te willen opstellen en daarmee laat zien niet integer te handelen,
keurt zijn handelwijze en argumentatie in deze ten zeerste af en gaat over tot de orde van de dag. Drimmelen, 1 februari 2007, namens de fracties Combinatie Algemeen Belang en Partij van de Arbeid. De voorzitter stelt voor dit motie 2 te noemen en die aan het eind van de vergadering aan de orde te stellen. Met in achtneming van bovengenoemde wijzigingen/aanvullingen wordt de agenda vastgesteld. 4.
Beëdigen voorzitter en secretaris / onderzoeker rekenkamercommissie
De voorzitter verzoekt de heer Hindriks en de heer Schneider naar voren te komen. Hij verzoekt eenieder te gaan staan. Beide heren hebben aangegeven de eed te willen afleggen. “Ik zweer dat ik, om tot voorzitter of secretaris van de gemeentelijke rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als voorzitter en secretaris van de gemeentelijke rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.” Hij verzoekt de heer Hindriks en de heer Schneider hem als volgt na te spreken: “ Zo waarlijk helpe mij God almachtig”. De heer Hindriks “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”.
6
De heer Schneider “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”. Met het afleggen van de eed zijn de heren Hindriks en Schneider benoemd tot voorzitter en secretaris van de gemeentelijke rekenkamercommissie. 5.
Vaststellen verslag raadsvergadering 9 november 2006 / 14 december 2006
De heer Van Dijk kan instemmen met de verslagen. Hij verzoekt de verslagen wel tijdig toe te sturen. Zonder hoofdelijke stemming worden, met inachtneming van bovengenoemde opmerking, beide verslagen ongewijzigd vastgesteld. 6.
Mededelingen
Er zijn geen mededelingen. 7.
Herziening portefeuilleverdeling College van Burgemeester en Wethouders.
De heer Praat is tegen de uitbreiding van 0,2 fte. Op 13 april 2006 heeft hij reeds zijn bezwaar geuit tegen vijf wethouders en daaraan gekoppeld vier fte’s. De reden om het aantal wethouders met één fte uit te breiden was naar zijn mening op drijfzand gebaseerd en alleen afgestemd op verhoudingen in de raad en om alle coalitiepartijen tevreden te stellen. De stelling was ook dat er veel extra werk op komst was en dat zo’n zwaar college echt noodzakelijk was. Hij constateert dat hij achteraf toch gelijk krijgt. Blijkbaar kan wat de heer Van Buuren in twintig uur deed nu door acht uur uitbreiding makkelijk door dit college gedaan worden. Dat volgens hem nog 0,7 fte efficiency zou kunnen worden bereikt, is intussen bekend. Hij begrijpt de beweegredenen van mevrouw Vos ook niet. Op 5 september 2002 werd de financiële nulmeting door het toenmalige college gepresenteerd, waaruit bleek dat de gemeente er financieel slecht voor stond en dat er een flinke Ozb-verhoging, bezuinigingen op de sociale sector en dergelijke moesten worden doorgevoerd om de begroting sluitend te krijgen. Mevrouw Vos, als oppositieleider van Groen Drimmelen, was toen tegen de 3,5 fte aan wethouders en zei dat het gezien de financiële problemen eervol zou zijn als de coalitie ook in eigen vlees zou snijden. Dat zou dan een halve wethouderspost minder betekenen. Nu gaat het om mevrouw Vos haar eigen portemonnee en dan blijkt ze toch iets minder principieel te zijn. Uit het stuk blijkt tevens of deze 0,2 fte geen geld kost, maar dat is onjuist. Een en ander wordt gecompenseerd door een vrijval en als je die 0,2 fte niet in zou vullen, wordt naar zijn mening structureel een voordeel van circa 20.000 euro behaald. Hij is dan ook tegen dit voorstel. De heer Van Dijk kan de woorden van de heer Praat onderstrepen. Ook hij heeft aangegeven een uitbreiding van fte’s voor de wethoudersposten niet noodzakelijk te vinden. Die uitbreiding is naar zijn mening ook niet in lijn met de druk die op de ambtelijke organisatie gelegd wordt. Vlak na de verkiezingen heeft hij voorgesteld de financiële portefeuille naar mevrouw Vos te doen en toerisme en recreatie aan de voorzitter te geven. Hij vraagt of dat bij de herverdeling alsnog overwogen is. De heer Van Dongen is uitermate blij dat mevrouw Vos bereid is om meer werk te gaan doen. Hij is zelf op zoek geweest naar een geschikte kandidaat. Gezien het feit dat het een halve wethoudersfunctie is, valt dat niet mee. Hij vindt dat jammer omdat de bestuurlijke kwaliteit nog beter had kunnen zijn als die er wel was geweest. Hij heeft ook aangegeven
7 waarom hij die halve wethoudersfunctie in wil vullen. Dat heeft te maken met de grote projecten die zich op dit moment aandienen bij de gemeente Drimmelen en met de werkdruk die er ligt. Hij ziet liever dat een project zoals Lage Zwaluwe West goed en duidelijk wordt afgerond, dan dat er discussie gevoerd wordt over 0,2 fte en over de 20.000 euro die dat kost. De voorzitter wijst erop dat het college deze situatie niet heeft gezocht. Het feit dat uiteindelijk door de VVD geen nieuwe kandidaat naar voren is geschoven, heeft het college ertoe gebracht een zo logisch mogelijke herverdeling van portefeuilles te maken. Zo kan mediazaken heel goed gekoppeld worden met cultuur. Afvalverwerking kan toegevoegd worden aan de portefeuille milieu. Openbare werken is een uitstekende combinatie met coördinatie wijkgericht werken. Verder zijn de projecten herverdeeld en mevrouw Vos was bereid om wat extra uren te maken. Daar is verkeer en vervoer terechtgekomen en het project haven van Lage Zwaluwe. Er is gekeken naar zo logisch mogelijke combinaties en naar de verdeling van de werklast binnen het college. De heer Praat blijft tegen het voorstel. Hij vindt 20.000 euro wel degelijk de moeite van een discussie waard. Hij heeft altijd ingezet op 3 fte aan wethouders. Het zou volgens hem heel raar zijn als hij daar nu opeens op terug zou komen. Hij ziet ook niet de noodzaak van deze uitbreiding. De heer Van Dijk begrijpt dat er geen herschikking van portefeuilles is overwogen. Ook hij is van mening dat 20.000 euro structureel een aanzienlijk bedrag is. Hij verbaast zich erover dat belangrijke projecten als Lage Zwaluwe West, haven Lage Zwaluwe en Oranjeplein af zouden moeten hangen van 0,2 fte wethouderschap. Mevrouw van den Berg wil het college succes wensen met deze verdeling. Het is toch ook een vermindering van de totale kosten met 0,3 fte. Ze wenst succes met de uitvoering van de ambities waarvoor de raad zich heeft gesteld en met deze volgens haar goede verdeling van de portefeuilles. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met dien verstande dat de fracties van CAB en PvdA geacht willen worden te hebben tegengestemd. 8.
Aanbesteding gewijzigde huishoudelijke afvalinzameling per 1 april 2007
De heer Van Gils herinnert eraan dat het college in de raadsvergadering van 14 december 2006 heeft aangegeven de financiële ruimte die er zat in de reserve voor de afvalstoffenheffing in te willen zetten voor een verlaging van deze afvalstoffenheffing. Daarnaast heeft het college aangegeven dat de daling van de afvalstoffenheffing in relatie tot de stijging van de Ozb lastig is uit te leggen aan de inwoners. Door recente aanbesteding van de huishoudelijke afvalinzameling blijkt nu dat de jaarlijkse structurele kosten voor de inzameling van het huisvuil met 112.000 euro zullen stijgen. Dit betekent dat voor iedere container vijf euro per jaar meer moet worden betaald, uitgaande van 22.000 containers. Nu blijkt dat de afvalstoffenheffing dus niet omlaag, maar fors omhoog moet. De inwoners worden niet financieel gecompenseerd voor de noodgedwongen lastenstijging. Hij is benieuwd wanneer en hoe het college dit op een begrijpelijke manier aan de inwoners uit gaat leggen. Hij is van mening dat het college de raad en de inwoners beter had moeten informeren over deze te verwachten kostenstijging. Het college had volgens hem kunnen weten dat de afvalstoffenheffing verhoogd zou gaan worden. De aanbiedingen van de afvalstoffeninzamelaars waren al voor 9 november 2006 bij de gemeente ingediend.
8 Wethouder Vos wijst erop dat in de commissie al is toegelicht hoe de vertraging van het beschikbaar komen van de cijfers en het niet verwerken in de begroting tot stand is gekomen. Dit heeft inderdaad tot gevolg dat voor 2007 er een greep gedaan wordt in de reserve van de afvalstoffenheffing. Die is daar ook voor bedoeld. Het is een soort egalisatie. In de loop van het jaar wordt gekeken naar de daadwerkelijke kosten, de nieuwe tarieven en de omslag. Zo worden elk jaar de nieuwe tarieven van de afvalstoffenheffing vastgesteld. Uiteindelijk zal de raad dan moeten vaststellen wat het tarief gaat worden. Bij de kadernota zal al iets meer van de lastenverhoging duidelijk zijn. Wellicht kan dan ook meer duidelijkheid gegeven worden over de gang van zaken en over het tarief. Voor dit jaar blijft het tarief hetzelfde en het tarief voor 2008 is nog niet vastgesteld. Dat stelt de raad vast aan het eind van dit jaar. De heer Van Dijk merkt nog op dat de reserve die dit jaar gebruikt wordt, is opgebouwd in de vorige periode. Los daarvan vind hij het vreemd dat de informatie van die 112.000 euro zo laat naar de raad toe is gekomen. De begroting is nog geen maand geleden vastgesteld en er is nu eigenlijk al een structureel tekort voor het komend jaar. Hij is benieuwd hoe dat naar de toekomst toe voorkomen gaat worden. Wethouder Vos zegt dat het gedeeltelijk zit in de vraag vanuit de raad zelf, die vroeg om meer inzage in het plan van eisen van de afvalstoffenheffing en de nieuwe aanbesteding. Daardoor is er pas in september in de commissievergadering inzage gegeven over de evaluatie van de Diftar en het plan van eisen ten aanzien van die aanbestedingsprocedure. De aanbestedingsprocedure voor de afvalstoffeninzameling is daardoor verlaat en gaat daardoor pas per 1 maart in. Vandaar dat de cijfers van de aanbesteding ook pas later in het jaar bekend gemaakt konden worden en niet verwerkt konden worden in de begroting. Normaal gesproken was al voor de zomervakantie heel dat aanbestedingsproces begonnen en waren ook de cijfers eerder bekend geweest. De heer Van Gils komt tot de conclusie dat de cijfers al vóór de begrotingsbehandeling bekend waren. Wethouder Vos beaamt dat. Maar ze waren nog niet ambtelijk verwerkt en niet door het college vastgesteld. Die procedure moet wel doorlopen worden. De heer Van Dijk heeft zich met name gestoord aan de stelling dat de afvalstoffenheffing zo mogelijk gelijk blijft en dat de Ozb omhoog gaat, terwijl er intussen al wel een offerte lag dat de afvalstoffenheffing 112.000 euro duurder uit zou vallen. Hij stoort zich ook aan de stelling dat het de schuld van de raad is dat die offerte er zo laat ligt. Deze gang van zaken wil hij in de toekomst anders zien. Wethouder Vos wil dat ook. Ze wil niets liever dan bij de begroting de correcte cijfers overhandigen. Ze wil dat ook bevorderen. De heer Van Dijk stemt in met dit voorstel. Hij is blij met de toezegging van de wethouder dat ze wil proberen dit soort bedragen eerder kenbaar te maken. Hij noemt 112.000 euro structureel op de begroting wel aanzienlijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9.
Benoeming leden regionale programmaraad
De voorzitter stelt voor met briefjes te stemmen. Hij benoemt de heer Vissers tot voorzitter van de stemcommissie.
9
De heer Vissers zegt dat het stembureau alle stembriefjes heeft bekeken en meldt dat beide kandidaten met algemene stemmen benoemd zijn. Uit schriftelijke stemming blijkt dat zowel de heer Van Vliet als de heer Kanters unaniem is benoemd tot lid van de regionale programmaraad. 10.
Regionale samenwerking gemeenten West-Brabant en Tholen
De voorzitter verzoekt de stemcommissie nog even in functie te blijven. Aan de orde is de kandidatuur van mevrouw Van den Berg en de kandidatuur van de heer Van Dijk. Mevrouw Hoevenaar wil samen met Groen Drimmelen, CDA, PvdA en het CAB hierover nog een motie indienen. De Lijst Harry Bakker vindt het samenwerkingsverband een goede zaak als het om zaken gaat waar de gemeente een vuist moeten maken, omdat die anders te klein is en helemaal geen zeggenschap heeft. In de vergadering van 11 januari 2007 heeft ze opgemerkt blij te zijn dat het onderwerp op de agenda was geplaatst. Dit is gebeurd op initiatief van enkele raadsleden die op de bijeenkomst van 6 december zijn geweest. Anders was het convenant getekend zonder besproken te zijn. Ze wil dit nogmaals benadrukken, omdat ze vindt dat dit niet de juiste manier van informatieverschaffing is. Zeven kleine gemeenten zijn later betrokken bij het samenwerkingsverband. Dit neemt niet weg dat ze eerder vanuit de ambtelijke organisatie een voorstel had willen ontvangen. Aangezien voor dit voorstel 30.500 euro vrijgemaakt moet worden en de raad het budgetrecht heeft, kan en mag dit niet langs de raad heen gaan. Juist omdat het samenwerkingsverband al in een vergevorderd stadium is en er ook bindende afspraken gemaakt moeten worden over allerlei vraagstukken en dat voor de dekking van de uitvoeringskosten op programmaniveau of op projectniveau voorstellen worden gedaan hoe deze kosten verdeeld moeten worden, wil ze als raad betrokken zijn en goed geïnformeerd worden. In de afgelopen vergadering heeft ze gevraagd of het college de motie van de PvdA Moerdijk kon delen, waardoor zeggenschap en besluitvorming voor de raad gewaarborgd worden. Het college heeft toen geantwoord dat dat een collegeaangelegenheid is van de negentien samenwerkende gemeenten en dat er een raadsforum wordt opgezet. In het verslag van de bijeenkomst met raadsleden, gehouden op 8 november 2006 in Roosendaal, waarbij vijf gemeenten aanwezig waren, staat: “Het is de nadrukkelijke wens van de negentien colleges van B&W om de gemeenteraden niet alleen tijdig en adequaat te informeren over de regionale ontwikkeling, maar ook actief te betrekken bij het proces van samenwerking en de bestuurlijke besluitvormingsprocessen”. Verder staat in de nagezonden stukken dat er op 27 februari een vervolgbijeenkomst wordt belegd met vertegenwoordigers van gemeenteraden uit de negentien gemeenten voor het in kaart brengen en zo mogelijk organiseren van gezamenlijke c.q. regionale activiteiten op het niveau van de gemeenteraden. Deze voorbereidingsgroep, het raadsforum zoals het college dat noemde, heeft geen enkele formele status. Met andere woorden, er wordt een raadsforum opgericht waarin raadsleden kunnen discussiëren op raadsniveau over allerlei zaken die in het belang zijn van de samenwerkingsovereenkomst, maar meer ook niet. De taak van de raad is daarmee zeer beperkt. Het bestuursconvenant is inmiddels ondertekend. Ze hoopt dat ook het raadsforum zijn taken kan uitoefenen op het niveau van de gemeenteraden. Om dit te bekrachtigen dient ze een motie in, mede namens de andere genoemde fracties. Motie met betrekking tot de gemeentelijke samenwerking in West-Brabant ex artikel 34 reglement van orde De raad van de gemeente Drimmelen, in vergadering bijeen op 1 februari 2007, kennis genomen hebbende van het bestuursconvenant West-Brabant, intergemeentelijke samenwerking West-Brabant voor strategische vraagstukken van bovengemeentelijk belang,
10
overwegende dat: -
de intergemeentelijke samenwerking op strategisch niveau van groot belang is voor de positionering van West-Brabant op de provinciale, landelijke en Europese agenda; het opstellen van een strategische agenda daarvoor een belangrijk instrument en hulpmiddel is; de colleges van de deelnemende gemeenten een voortrekkers- en bestuurlijke rol vervullen in dit proces,
spreekt als haar mening uit dat: -
zoals in de uitgangspunten voor deze samenwerking is geformuleerd de gemeenteraden moeten worden betrokken bij dit proces; de besluitvorming democratisch legitiem zal zijn en dat iedere raad uiteindelijk beslist over datgene wat er op haar grondgebied gebeurt; deze uitgangspunten onvoldoende terugkomen in het bestuursconvenant WestBrabant en daardoor de rol van de raad te beperkt is,
verzoekt het college te bewerkstelligen dat de gemeenteraden tijdig en goed geïnformeerd worden, zodat zij hun wettelijke taken ook bij de uitvoering van dit convenant goed kunnen uitvoeren en uiteindelijk beslissen over datgene wat er op haar grondgebied gebeurt dan wel wat er over haar grondgebied wordt besloten, zodat wordt gezorgd voor een democratisch legitieme besluitvorming en gaat over tot de orde van de dag. Namens de Lijst Harry Bakker, Groen Drimmelen, CDA, PvdA en het CAB. De heer Vissers ondersteunt de motie. Er is in de commissie al redelijk veel over dit voorstel gesproken. Hij heeft het gevoel dat de raad redelijk op één lijn zit. Geen gemeenschappelijke regeling, niet terug naar een gewestraad, maar gewoon een moderne samenwerking, waarbij de besluitvorming van die afzonderlijke raden gewaarborgd blijft. Juist de betrokkenheid van die raden is volgens hem heel belangrijk in deze hele samenwerkingsvorm. Ook als kleinere gemeente wil hij weten waar het samenwerkingsverband mee bezig is, zodat die ook een stem in het geheel kan hebben en niet over minder informatie beschikt dan de grotere gemeenten, zoals dat in december bij die avond in Moerdijk al bleek. Daarom vindt hij het goed dat de raden gezamenlijk gaan kijken of een raadsforum toegevoegde waarde kan hebben in het geheel. Hij heeft nog wel twijfel over de juiste overlegvorm. Hij is blij dat de heer Van Dijk en mevrouw Van den Berg zich bereid hebben verklaard om namens de raad deel te nemen in dit forum. Hij vraagt zich wel af hoe die vervolgens de raad gaan informeren. Verder wil hij hun succes wensen. De heer Praat wenst de heer Van Dijk en mevrouw Van den Berg veel plezier en succes in de nieuwe samenwerking. De heer Kwaaitaal is ook groot voorstander van de krachtenbundeling in West-Brabant. Hij is ook van mening dat door mee te doen met deze West-Brabantse samenwerking de onderhandelingspositie van de gemeente Drimmelen wordt versterkt, niet alleen in de regio, maar ook ten opzichte van de andere overheden zoals provincie en rijk. Hij kan instemmen met het voorstel en met de kandidaat afgevaardigden. De heer Van Dongen noemt de samenwerking ook een goede zaak. Hij heeft er alle vertrouwen in dat het college en de leden uit de raad de belangen van de gemeente zullen
11 dienen. Hij verbaast zich eigenlijk over het feit dat er een motie voor nodig is om openheid en transparantie van het college te vragen. Hij is van mening dat in het kader van de actieve informatieplicht en het vertrouwen in elkaar, het vanzelfsprekend is dat goede en tijdige en volledige informatie beschikbaar komt. Mocht dat niet het geval zijn, dan heeft hij andere instrumenten om daarop te reageren. Dat is de reden waarom hij de motie niet steunt. De heer Van Dijk is groot voorstander van een krachtenbundeling en het beter uitnutten van de positie die de gemeente Drimmelen inneemt tussen Antwerpen en Moerdijk. Met name als het gaat om belangen op het gebied van toerisme en recreatie. Ook hij vindt het jammer dat hier een motie voor nodig is. Hij denkt wel dat het als signaal goed is de motie aan te nemen. Hij wil bevorderen dat de raad de eigen belangen als hoogste orgaan in de gemeente Drimmelen in elk geval kan behartigen. Over de terugkoppeling wil hij eerst even overleggen met mevrouw Van den Berg. De voorzitter antwoordt namens het college dat het natuurlijk duidelijk is dat het allereerst een verantwoordelijkheid is van elk college om de gemeenteraad te informeren. Het is volgens hem dus ook de verantwoordelijkheid van dit college om de gemeenteraad te informeren over de voortgang van de samenwerking in West-Brabant. De gemeente Drimmelen is vrij laat betrokken bij die samenwerking. Die is in het Westen begonnen, vervolgens sloten Breda en Oosterhout aan en in allerlaatste instantie de andere gemeenten in het oostelijk gedeelte van West-Brabant. Dat betekende dat er een eindsprint ingezet moest worden om dit stuk nog voor te leggen. In de bestuurlijke regiegroep van WestBrabant is al gesproken over wat daar genoemd werd de motie Moerdijk. Die is al wat eerder ingediend. Alle bestuurlijke vertegenwoordigers hebben aangegeven dat het voor de hand ligt om de raden erbij te betrekken. Het is aan die raden en daarmee aan de vertegenwoordigers van die raden, om daar vorm en inhoud aan te geven. De bestuurders staan open voor een raadsforum of welke naam die vorm ook krijgt. De bestuurders willen wel voorkomen dat er een nieuwe bestuurslaag ontstaat. Daar is niemand op uit. Het is een samenwerkingsverband van colleges, zo staat het ook in het convenant. De raad moet zelf een positie en een vorm kiezen en de juiste status als overkoepelend raadsforum. Hij zal de motie, als de bestuurlijke regiegroep bij elkaar komt, inbrengen. Hij denk niet dat het mosterd na de maaltijd is. Als meerdere raden in West-Brabant dit signaal afgeven, wordt dat signaal sterker. Hij gaat ervan uit dat de bestuurlijke regiegroep ook ruimte geeft aan de raden om tot een bepaald forum te komen. De heer Van Dijk is blij met het standpunt van het college. Mevrouw Hoevenaar is ook blij met dit standpunt. De voorzitter gaat over tot de stemming over de voorgedragen personen. De heer Vissers geeft als uitslag van de stemming dat 18 stemmen zijn uitgebracht op de heer Van Dijk en 18 op mevrouw Van den Berg. Er was 1 ongeldige stem en 2 blanco stemmen. De voorzitter feliciteert mevrouw van den Berg en de heer Van Dijk met hun benoeming. Uit schriftelijke stemming blijkt dat overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten, zodat mevrouw Van den Berg en de heer Van Dijk, beiden met 18 stemmen, zijn benoemd. Met uitzondering van de twee VVD-raadsleden, besluit de raad vóór de motie.
12 11.
Herschikking aandelen Intergas
De heer Kwaaitaal kan kort zijn. In de commissievergadering van Algemeen Bestuur en Middelen van 11 januari heeft hij heel duidelijk aangegeven hoe hij over deze problematiek denkt. In dat standpunt is niets veranderd. Hij staat nog steeds achter het voorstel van het college. Hij is ook van mening dat de gemeente een verantwoord vermogensbeheer dient voor te staan en geen ongepaste financiële risico’s moet en mag gaan lopen. Het beleggen in aandelen brengt te allen tijde risico’s met zich mee. Zeker als wordt belegd in een relatief klein bedrijf dat het op de groeiende energiemarkt steeds moeilijker krijgt om zich te handhaven. Ook de Directie Toezicht Energie speelt hier een rol in. Deze heeft namelijk de bevoegdheid om de levering voor kleingebruikers van elektriciteit en gas te beoordelen op redelijkheid en eventueel in te grijpen door het vaststellen van maximum tarieven. De verwachting is dat DTE deze ontwikkelingen van de energietarieven nauwlettend zal blijven volgen en dat daardoor ook een drukkend effect ontstaat op het rendement. Hij wil geen onverantwoorde risico’s nemen en hij vraagt zich af hoe de raad verantwoording kan afleggen aan de burgers als het mis gaat. Met gemeenschapsgeld moet nauwkeurig en verantwoord worden omgaan. Hij geeft er dan ook de voorkeur aan om op zeker te spelen. Een gepast klein risico kan daar deel van uitmaken, maar dan wel zodanig dat bij eventuele tegenvallers er geen onoverkomelijke problemen ontstaan voor onze gemeente. Hij kan daarom instemmen met de uitwerking van scenario 3. Dat behelst de verkoop van het gehele aandelenpakket van de gemeente Drimmelen. Hij is met het college van mening dat deelname in een nutsbedrijf anno 2007 niet gerekend mag worden tot de taak van de lokale overheid. Het is volgens hem zaak te onderkennen dat nu de kans wordt geboden om de niet eenvoudig verhandelbare aandelen te gelde te maken, waardoor de financiële positie van de gemeente Drimmelen beheersbaar wordt en niet meer zo afhankelijk is van de marktwerking. Mevrouw van den Berg wil vooropstellen dat het gaat over het netwerkbedrijf Intergas, het netwerkbedrijf. Dat vindt ze voor haar betoog van belang. De energiehuishouding heeft een turbulent verleden de afgelopen paar jaar. Er is een liberaliserings- en de privatiseringswet geweest en er zijn bedrijven verkocht. Allerlei discussies hebben op verschillende schaalniveaus plaatsgevonden en uiteindelijk is daar de Splitsingswet uit naar voren gekomen. De Splitsingswet is gericht op het waarborgen van publieke belangen van het netwerkbedrijf. Het netwerkbedrijf, waarvan wordt voorgesteld dat in de uitverkoop te doen. Ze is van mening dat er, gezien de discussie die in november vorig jaar is beslecht, opnieuw een afweging moet plaatsvinden over hoe de raad staat ten opzichte van de aandelen van het netwerkbedrijf Intergas. De Kamer heeft gesproken en heeft gezegd dat het netwerkbedrijf te allen tijde in publieke handen moet blijven. Het speculeren met aandelen is volgens haar helemaal niet aan de orde, want het is een publieke voorziening. Een nutsvoorziening staat dus nu centraal. Ze maakt opnieuw een afweging omdat in het verleden in de raad, toen er wel een tijdperk was van liberalisering en privatisering, een discussie is gevoerd waarbij de meerderheid van de raad akkoord is gegaan met de totale verkoop van Intergas. Maar de tijd heeft niet stil gestaan. Ze is van mening dat het netwerkbedrijf een publiek belang dient. Haar fractie heeft de afweging gemaakt. Ze is van mening dat de gemeente een rol moet blijven spelen bij het waarborgen van deze publieke belangen. Dit ondanks dat de andere kopende partijen ook gemeenten zijn. Er is niet direct een voordeel voor de burgers, maar ze vindt het belangrijk dat de gemeente als publieke overheid te allen tijde een rol blijft spelen in het waarborgen van het netwerkbedrijf. Daar is volgens haar de hele Splitsingswet op gericht. Ze noemt dat geen speculatie. Ze heeft er de Wet Publieke Belangen en Aandeelhouderschap op nagelezen en het hebben van aandelen in een nutsvoorziening is juist de rol van een gemeente óf provincie óf rijksoverheid. Die wet is in augustus 2006 in de Kamer behandeld. Er is volgens haar dus geen speculatie aan de orde. De gemeente mag gewoon aandelen hebben binnen een publiek bedrijf zoals Intergas nu is. Aandeelhouderschap is hier juist een publieke taak. Naast de financiële afweging, is dit voor haar het belangrijkste. Als ze kijkt naar het voorstel van de deelnemende partijen, er zijn maar drie gemeenten die willen verkopen en de andere willen allemaal aankopen, komt ze
13 bij de financiële afweging terecht. Het voorstel zegt dat het veiliger is om het geld op de bank te zetten en daar met een beleggingsvorm wat meer rendement uit te halen dan via het vervullen van een publieke taak en daarbij het rendement van Intergas te nemen. Ze is van mening dat dit juist een vorm van speculatie is die zij niet wil. Ze stelt daarom voor de status quo van de aandelen te handhaven. Als daar een risico mee wordt genomen, dan is dat bewust, omdat ze een rol wil spelen bij het waarborgen van de publieke taak van het netwerkbedrijf. De heer Kuipers is van mening dat het verhaal van Intergas om twee aspecten draait. Is het een publieke taak en hoe zit het financieel in elkaar. Hij wil eerst op het publieke belang ingaan. Dat is volgens hem de kern van het verhaal. Officieel is het naar zijn mening inderdaad een publiek belang. Er zijn inderdaad landelijk allerlei wetten tot stand gekomen, onder andere de Splitsingswet, die zegt dat het een publieke taak moet blijven. Die wet biedt ook ruimte om terug te gaan tot 51%, zodat marktpartijen hier ook een rol in kunnen spelen. Het is publiek, maar het neigt ook een beetje richting marktwerking. Die wetten zijn in eerste instantie bedoeld om de markt meer toe te laten in de energiemarkt. Hij is van mening dat de gemeente in feite geen publieke taak meer heeft in het gasnetwerk. Daar heeft hij twee redenen voor. De eerste reden is dat de inbreng van de gemeente in de nieuwe organisatie een stuk kleiner zal worden. Het percentage aandelen neemt af in de nieuwe situatie en er wordt gestemd met meerderheid van aandelen. Het belang van Drimmelen kan overruled worden door een meerderheid van aandelen van de andere gemeenten. Er is één gemeente die waarschijnlijk een meerderheid van aandelen gaat krijgen. Nog belangrijker is het volgens hem dat wat er gebeurt in de energiemarkt vooral bepaald wordt door de rijksoverheid. De rijksoverheid zet wetten uit om die energiemarkt op een andere manier in te vullen. Hij is van mening dat wanneer dit een publieke taak moet zijn, de rijksoverheid haar verantwoordelijkheid hierin moet nemen en dat niet de gemeenten dat moeten doen. Voor wat betreft het financiële aspect wil hij zoeken naar zekerheid en stabiel rendement of vermogen voor de gemeente. Dan moet er niet gespeculeerd worden. Daarom vindt hij het het beste om de aandelen te verkopen. Hij gelooft ook niet in de voorgespiegelde rendementen door Intergas en NRE. Daar worden prachtige rendementen beloofd die volgens hem niet haalbaar zijn. Hij wijst ook op de rol van de NMA of DTE. Die geven heel duidelijk aan dat het hun taak is erop toe te zien dat er doelmatig gehandeld wordt en dat de diensten aan de markt geleverd worden tegen zo laag mogelijke doch redelijke tarieven. Ze grijpen in als ze vinden dat het niet in orde is. Dat hebben ze ook gedaan bij Intergas. Daar hebben ze ingegrepen in de prijzen die Intergas wilde hanteren. Hij heeft het over het netwerkbedrijf. De DTE zit ook bovenop het netwerkbedrijf. Daar hebben ze diezelfde taak. Dat betekent volgens hem dat de DTE die bedrijven kort houdt en zorgt dat er tegen een zo goedkoop mogelijk tarief gas getransporteerd wordt door Nederland. Er wordt een dividendrendement van meer dan tien procent voorgespiegeld. Geen enkel beursgenoteerd bedrijf keert tien procent rendement uit. Het maximale wat hij heeft kunnen vinden is zes procent. Het gemiddelde dividendrendement bij alle beursgenoteerde bedrijven in Nederland is twee procent. Daar komt hij voor het vermogen dat de gemeente in Intergas heeft zitten ook uit op een rendement van twee procent. Het college heeft een prachtig voorstel gedaan hoe zij denken meer rendement uit het geld te kunnen halen. Daar zit een klein stukje speculatie in, omdat het om obligatieleningen gaat, maar het biedt wel een bepaalde zekerheid. Daarmee kan in ieder geval het inkomen wat nu uit Intergas komt, makkelijk gecompenseerd worden. Hij kiest dus voor de variant die het college voorstelt. Daarmee heeft hij zekerheid voor de begroting en daar zoekt hij naar. De heer Van Dijk heeft zich al vaker ingezet voor dit onderwerp. Hij heeft zelfs al een keer een motie in willen dienen. Daarin wilde hij het college opdragen om aan te geven aan de totale aandeelhoudersvergadering dat de gemeente Drimmelen mogelijkerwijs geïnteresseerd zou zijn in het aankopen van aandelen. Het college heeft anders besloten en heeft zelfs meegedeeld dat de gemeente Drimmelen voornemens was voor te stellen om in ieder geval aandelen te verkopen. Hij vindt het ook jammer dat hij destijds de motie heeft
14 aangehouden. Zijn mening is helder. Hij heeft aangegeven aandelen bij te willen kopen. De informatie waarop hij de besluitvorming moet baseren, en met name de financiële informatie, is nog niet volledig. Daarom lijken hem beide opties niet raadzaam. Zowel verkopen niet als op dit moment bijkopen. Hij wil dan ook een status quo voorstellen. Het toezicht op het netwerkbedrijf van Intergas is volgens hem goed. Hij denkt dat er op een juiste manier met de middelen omgegaan moet worden. Het landelijk beleid in deze is variërend geweest en is nog steeds variërend wat betreft netwerkbedrijven. Maar de laatste uitspraken zijn helder. Het is een publieke functie. Hij denkt dan ook dat de gemeente die taak op zich moet nemen. Andere partijen hebben volgens hem geen antwoord op de vraag hoe men het structurele tekort van 50.000 euro in gaat vullen. De prognoses voor de komende drie jaar zien er volgens hem goed uit. Op het moment dat besloten wordt tot verkoop, slaat dat een structureel gat in de begroting en dat is de andere zekerheid. De heer Kwaaitaal maakt een opmerking over het risico dat de gemeente loopt. De heer Van Dijk zegt dat op de bank zetten ook risico geeft. De heer Kwaaitaal zegt dat dat risico alleen geldt voor de rente en niet voor het vaste kapitaal. De heer Van Dijk stelt dat de rendementsverwachting zoals hij hier ligt, zeer positief is. De heer Kwaaitaal brengt naar voren dat de oplossing die het college aandraagt voldoende dekking oplevert. De heer Van Dijk zegt dat daarbij wordt gespeculeerd in obligaties en dat soort zaken. Hij vindt het een primaire taak om bij het netwerkbedrijf invloed te houden. Dat kan volgens hem ook als andere gemeentes misschien meer aandelen hebben. Op het moment dat de gemeente geen aandelen meer heeft, is er ook geen sprake meer van invloed. Dan wordt er door anderen voor de gemeente Drimmelen besloten wat er binnen de gemeentegrenzen gaat gebeuren. De heer Praat herinnert aan het standpunt dat hij in de commissie heeft ingenomen. Hij heeft toen duidelijk gemaakt dat hij bij zou willen kopen Een beetje in het verlengde van de motie die hij destijds heeft ingediend. Het verhaal van mevrouw Van den Berg sluit prima aan bij hoe hij erover denkt. Dan de rendementen. Die zouden onder druk staan en Intergas zou als kleine speler niet kunnen overleven. Dat Intergas wellicht een kleine speler zal zijn in deze markt, dat hoeft volgens hem helemaal niet negatief te zijn. Dat kan ook zeer positief uitpakken. Bijvoorbeeld als men in het aandeel van de gemeente een geschikte overnamekandidaat ziet. Bij overnamekandidaten blijkt vaak een extra premie bovenop de zichtbare intrinsieke waarde in het verschiet te liggen. Zeker als er zich een goede partij aandient. Dat is volgens hem altijd mogelijk. Ook met betrekking tot de rol van de DTE is hij het niet met het college eens. Dat gaat over verwachtingen en dat de tarieven een drukkend effect kúnnen hebben op het rendement. Maar het kan volgens hem ook anders uitpakken. Het college heeft volgens hem niet aan kunnen geven wie de deskundigen zijn waarop het zijn veronderstellingen heeft gebaseerd. De DTE heeft in het verleden ingegrepen in de tarievenstructuur. Hij vindt dat er met rentepercentages gegoocheld wordt. Hij vindt het geen objectief stuk. Hij mist de geldontwaarding in de beschouwingen. Hij is in elk geval tegen de verkoop van de aandelen Intergas. Bij de optie bijkopen komt dan het netto rendement structureel hoog uit in de voorspellingen. Hij heeft een voorkeur voor bijkopen. De heer Van Dongen denkt dat Drimmelen op zich niet het publiek belang hoeft te dienen als andere gemeenten het overnemen. Wat hem betreft is het niet nodig dat de gemeente Drimmelen zelf die aandelen heeft, om toch die verantwoordelijkheid te nemen. Wat hem betreft kan Drimmelen dus de aandelen verkopen, omdat andere gemeenten het dadelijk
15 overnemen en omdat het landelijk geregeld is. Dus er is volgens hem geen essentiële noodzaak om aandeelhouder te blijven. De vraag is dan wat er moet gebeuren. Bijkopen, dezelfde aandelen houden of gaan verkopen. Dat is dan een financiële afweging. Op dat moment komen de prognoses in beeld, de rendementen en de verwachtingen. Het college stelt voor om te verkopen. Maar in de toekomst kijken is volgens hem moeilijk. Dan gaat zekerheid een rol spelen. Obligaties geven meer zekerheid dan een individueel belang. Investeren in één bedrijf of investeren in gemiddelde aandelen waar obligaties voor staan. Dat laatste geeft op de lange termijn in ieder geval meer zekerheid. Ook de zekerheid dat de inleg terugkomt. Dat is ook een garantie tegen geldontwaarding en bedrijfsontwaarding. Hij wil dus graag verkopen. De voorzitter ziet twee verschillende invalshoeken. De invalshoek die sterk het publieke belang en de rol van de lagere overheid daarin benadrukt. Een andere invalshoek kijkt naar de ontwikkeling van deze sector die omgeven is met allerlei onzekerheden en risico’s en zoekt naar minder risico’s en naar het veilig stellen van de middelen. Volgens hem is voor beide benaderingen iets te zeggen. Op 16 februari is er opnieuw een aandeelhoudersvergadering. In de vorige aandeelhoudersvergadering was aangekondigd dat 16 februari stap 3 en 4 gezet zouden worden. Inmiddels hebben de Raad van Commissarissen en de directie besloten om dat besluit 16 februari niet aan de aandeelhouders voor te leggen omdat men ook grote onzekerheid proeft. De Splitsingswet regelt inderdaad dat de zaak in publieke handen moet blijven. In ieder geval 51%. Maar onderdeel van de fusie is ook de privatisering. De minister heeft gezegd dat hij daar niet voor is. Dat betekent dat stap 3 en 4 op dit moment onzeker zijn. In de komende aandeelhoudersvergadering zal met de aandeelhouders gediscussieerd worden over welke stappen nu genomen moeten worden. De voor- en nadelen van de fusie zullen op een rijtje gezet worden. Dat wordt meer een brainstormsessie dan dat de stappen 3 en 4 gezet zullen worden. Er is veel onzekerheid en veel onduidelijkheid. Gezien die onduidelijkheid, gezien het feit dat de voormalige nutsbedrijven onderhevig zijn aan marktwerking en gezien de eventuele privatisering, wordt het steeds onzekerder wat het vermogen in aandelen voor een gemeente betekent. Mevrouw van den Berg vraagt aandacht voor de Splitsingswet. Die zegt dat het netwerkbedrijf en het net een publieke zorg zijn en een publieke taak. De voorzitter zegt dat hem bij de aandeelhoudersvergadering opvalt, dat er altijd gesproken wordt over hoe het bedrijf er financieel voor staat. Vroeger ging het over levering en afsluitingsbeleid en kwijtscheldingsbeleid, Dat is allemaal voorbij, want het leveringsbedrijf is weg. In de nieuwe situatie zal de gemeente Drimmelen nog 2% van de aandelen hebben en er zal een meerderheidsaandeelhouder zijn uit gemeenteland. Dus de Splitsingswet zegt wel dat het in publieke handen moet blijven, maar dat hoeft niet elke gemeente te zijn. Ook hij kan de risico’s niet precies inschatten. Het college heeft ook niet de kennis en de kunde en ervaring om daar keuzes in te maken. Die deskundigheid is er ook niet in de ambtelijke organisatie. In de ambtelijke organisatie zijn er wél mensen die weten hoe vermogen beheerd moet worden en hoe het contact moet zijn met een bank als de Bank van Nederlandse Gemeenten. Dat is voor de gemeente veel beter te overzien. Dat zit volgens hem ook veel dichter bij de gemeentelijke taken. Vandaar dat het college gezocht heeft naar compensatie voor het wegvallend dividend. Er wordt opgemerkt dat er dan nog steeds een probleem is van 50.000 euro. Dat is volgens hem niet zo. Het wegvallend dividend kan gecompenseerd worden door het vermogensbeheer. De heer Van Dijk zegt dat de compensatie niet tot stand komt door het geld op de bank te zetten, maar door ermee te gaan beleggen. Hij noemt dat speculeren. De voorzitter noemt beide mogelijkheden een vorm van vermogensbeheer. De ene in aandelen, de andere in obligaties. Het college heeft wel een vorm gekozen die Fido-proof is.
16 Er kan ook nog gekozen worden voor een vorm waarbij al het geld dat wordt ingelegd terug komt. Dat kan van de aandelen en de waarde van de aandelen van Intergas niet gezegd worden. De huidige waarde van de aandelen is bekend. Bij kiezen voor de status quo is het wachten op een nieuw moment. Dat kondigt zich nog niet echt aan. Maar zelfs als dat momnet komt, is het niet zeker of de aandelen dan nog dezelfde waarde hebben. De redenering van het college is dat het publiekelijk belang geregeld is. Dat hoeft niet perse door de gemeente Drimmelen te gebeuren. Het college wil liefst op een goede wijze de middelen voor de inwoners beheren. Dat wil het college doen op een manier die het zelf goed kan overzien. Vandaar dat het college deze keuze gemaakt heeft. Het rendement wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de vaststelling op landelijk niveau van de tarieven. Dat doet de DTE voor het kostenniveau. Dat bepaalt uiteindelijk het rendement. Natuurlijk zijn overheidsaandeelhouders geïnteresseerd in dat rendement. Het valt hem op dat dat het meest dominante onderwerp is. Wat zijn de aandelen waard en wat voor dividend komt er uit die aandelen. Het publiek belang van 51% hoeft niet perse door de gemeente Drimmelen behartigd te worden. Hij heeft ook nog even de vraag nagetrokken of het hebben van aandelen in een nutsbedrijf en het vervolgens aan- of verkopen van of aan een nutsbedrijf, mag volgens de Wet Fido. Dat mag volgens hem. Het college heeft een duidelijke keus gemaakt. Hij is van mening dat de energiewereld door de marktwerking, de privatisering, de globalisering en steeds grotere spelers, nog lang niet is uitgekristalliseerd. Een gemeente moet voortdurend met te weinig informatie beslissingen nemen. De energiewereld hoort al lang niet meer bij het gemeentelijk beleid. Een gemeente heeft niet de deskundigheid om al dat soort ontwikkelingen bij te houden. De gemeente leunt al voor een belangrijk gedeelte ook op informatie van Intergas. Vroeger, toen nutsbedrijven nog een zeer overzichtelijk geheel waren en vooral monopolisten waren, toen waren er ook niet veel risico’s. Toen was het ook iets wat bij de gemeentelijke overheid hoorde. Tegenwoordig heeft het eigenlijk niks meer met gemeentelijk beleid te maken. Hij wil naar het beheren van het gemeentelijk vermogen op een manier die hij goed kan overzien. Daarom heeft het college hiervoor gekozen. Over het rentepercentage zegt hij dat er intern een rekenrente wordt gehanteerd van 3%. Bij het dochterbedrijf van de BNG kan hij 6,5% krijgen als het geld langjarig wordt weggezet. Daarmee compenseert hij het volledig wegvallen van het dividend. Alvorens te schorsen wijst hij er als voorzitter van de raad nog op dat er wel een meerderheidsbesluit uit moet komen. De afspraak over aankopen/verkopen van aandelen gaat door. De sluitingstermijn is 3 februari. Intergas moet een standpunt krijgen. Hij schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Praat was aanvankelijk voorstander van bijkopen. Na overleg gaat hij nu voor de status quo. Dat vindt hij de second best oplossing. Hij wil nog opmerken dat Intergas wat hem betreft nog nooit het vertrouwen heeft beschaamd. Hij spreekt van een kerngezond bedrijf dat hem in het verleden nog nooit teleurgesteld heeft. Hij wil als CAB mede namens de Partij van de Arbeid en de Lijst Harry Bakker een amendement indienen. Mevrouw Van den Berg gaat dat voorlezen. Mevrouw van den Berg heeft alles op een rijtje gezet en is van mening dat de rol die ze wil nemen in het waarborgen van dit publiek belang van grotere waarde is dan de ene zijde van de financiële risico’s en de andere kant van de financiële risico’s Aan beide kanten kleven financiële aspecten. Ook in de beleggingswereld is er een risico. Ze is van mening dat het hier eigenlijk om een taak voor de rijksoverheid gaat, maar die heeft dat van zich af georganiseerd. Ze wil die verantwoordelijkheid blijven nemen. Namens de PvdA en het CAB dient ze het volgende amendement op het voorstel in: Gehoord de beraadslagingen over agendapunt 11, herschikking aandelen Intergas,
17 Overwegende dat: -
het netwerkbedrijf Intergas primair een publieke taak heeft, bepaald door de landelijke overheid; de gemeente Drimmelen reeds lange tijd haar verantwoordelijkheid ten aanzien van die publieke taak heeft genomen en die blijft nemen; de financiële aspecten ten aanzien van aan- of verkoop nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd; het voorliggende voorstel geen optie biedt tot het kiezen voor handhaven status quo,
wordt het volgende amendement voorgesteld; -
het besluit bij raadsvoorstel en besluit over herschikking aandelen Intergas als volgt te wijzigen: besluit over te gaan tot het handhaven van de 1380 aandelen Intergas van de gemeente Drimmelen.
Was getekend: Lijst Harry Bakker, Combinatie Algemeen Belang en Partij van de Arbeid. De heer Van Dijk verwijst naar het zojuist voorgelezen amendement. Volgens hem is er daarmee een meerderheid voor de status quo. De voorzitter is blij dat er een meerderheidsuitspraak wordt gedaan door de raad. Hij denkt dat de uitslag duidelijk is en stelt voor om tot stemming over te gaan. De heer Kwaaitaal is van mening dat door de verkoop van de aandelen er een solider en degelijker basis ontstaat voor de afdekking van de gemeentelijke begroting. Het uitoefenen van het publiek belang is wat hem betreft ondergeschikt aan de financiële positie van de gemeente Drimmelen. Daarom is hij tegen dit amendement. De heer Kuipers wil ook graag een stemverklaring afleggen. Hij is ook van mening dat de gemeentelijke financiën beter gediend zijn met het verkopen van de aandelen en dat het publiek belang daarbij ondergeschikt is. Dat hoort volgens hem bij de rijksoverheid te liggen. De heer Van Dongen is ook van mening dat de burger meer zekerheid krijgt met het verkopen van de aandelen dan met het houden van de aandelen. Hij betreurt de beslissing die straks gaat volgen, maar hoopt dat het gunstig gaat uitpakken. Hij is tegen. Uit stemming bij handopsteken blijkt dat het amendement van CAB, PvdA en Lijst Harry Bakker is aangenomen met de tegenstemmen van CDA, VVD en Groen Drimmelen. Eveneens uit stemming bij handopsteken blijkt dat het gewijzigde voorstel wordt aangenomen, met dien verstande dat de fracties van VVD, CDA en Groen Drimmelen zich tegen het voorstel uitspreken. 12.
Wijziging samenstelling commissies
De voorzitter stelt voor om te stemmen met briefjes. De heer Vissers leest namens het stembureau de uitslag voor. Er zijn 21 geldige stemmen uitgebracht op mevrouw De Bruyne-Quirijnen. Uit schriftelijke stemming blijkt dat mevrouw de Bruyne-Quirijnen met algemene stemmen is benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie Inwonerszaken.
18
13.
Vaststellen 11e serie wijzigingen van de bouwverordening
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14.
Vaststellen gewijzigd bestemmingsplan Burgemeester Smitsplein Made
De heer Thijssen bedankt voor het verstrekken van de extra informatie. Hij heeft deze informatie goed bestudeerd en heeft verder geen op- of aanmerkingen. Hij gaat akkoord met de voorstellen 1 tot en met 5. De heer Van Gils heeft ook kennis genomen van de aanvullende informatie van de wethouder. Die was helder en duidelijk. Op basis van die informatie kan hij instemmen met het voorstel. Hij hoopt op een spoedige realisatie. De heer Buijs hoopt dat het Burgemeester Smitsplein van de grond komt en spoedig zijn vervolg mag krijgen. Mevrouw Heijmans is ook van mening dat er nu spijkers met koppen geslagen moeten worden. De heer Kuipers is ook blij dat het Smitsplein eindelijk ontwikkeld gaat worden en gaat met plezier akkoord met het aanpakken van het Smitsplein. Hij blijft het jammer vinden dat de gemeente fors moet betalen voor 7 woningen minder in het project. De heer A. van Oosterhout sluit zich graag bij de woorden van de heer Kuipers aan. Wethouder Bakker zegt dat het inderdaad een langdurig proces is geweest. De partijen zijn positief. De voortgang wordt waar mogelijk door de gemeente Drimmelen gewaarborgd. Er zit nu heel veel in procedures en in uitvoering bij de ontwikkelaars. Hij zal in ieder geval zorgen dat het zo spoedig mogelijk in uitvoering gaat. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15.
Verzoek om vrijstelling voor oprichten zendmast t.b.v. mobiele communicatie aan Ruilverkavelingsweg te Drimmelen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16.
Vaststelling visiedocument Wmo
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 17.
Evaluatie / verlenging Beleidsregels sport
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
19
18.
Moties
Motie nummer 1 (CAB/Lijst Harry Bakker) De heer Buijs dient de motie in omdat er een aantal zaken spelen op Lage Zwaluwe. Daar is volgens hem, met name in Lage Zwaluwe zelf, forse onduidelijkheid over. Daar wil hij via deze motie meer duidelijkheid in brengen. Hij leest de motie voor: De gemeenteraad van Drimmelen, in vergadering bijeen op 1 februari 2007, ex artikel 34 reglement van orde, overwegende dat: -
-
momenteel diverse grote en ingrijpende plannen worden gemaakt met betrekking tot de kern Lage Zwaluwe; deze plannen elkaar moeten versterken en dat de afstemming tussen deze plannen van groot belang is voor een zo goed mogelijk eindresultaat; de communicatie over deze plannen tot op heden niet altijd optimaal is verlopen; de plannen momenteel zijn verspreid over twee wethouders; dit leidt tot onnodig veel extra afstemming met betrekking tot planning en communicatie. Ook wordt op die manier de kans gemist om één bestuurlijk aanspreekpunt voor alle plannen in Lage Zwaluwe te creëren; voor Lage Zwaluwe erg belangrijke zaken als ruimte voor werkgelegenheid en voetbalvereniging Zwaluwe niet tussen wal en schip mogen raken; het uitwerkingsplan van het Streekplan met betrekking tot Lage Zwaluwe het ruimtelijk kader is; een overkoepelende visie op de kern Lage Zwaluwe een goede borging is voor de afstemming van alle zaken die spelen,
besluit het college van B&W op te dragen: 1. 2.
In de commissie Grondgebiedzaken van maart 2007 een plan van aanpak voor de visie op hoofdlijnen aan te bieden voor de kern Lage Zwaluwe; Alle projecten spelende in de kern Lage Zwaluwe onder te brengen bij één coördinerend wethouder,
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Van Dijk merkt op dat hij afgelopen week ook een stuk heeft ingediend met dezelfde strekking. Hij suggereert om dat stuk bij de beraadslagingen te betrekken. Het moet dan alsnog even verstuurd worden aan de fracties. Hij wil er ook aan meewerken om de impasse te doorbreken en zal dit voorstel steunen. De heer A. van Oosterhout staat iets anders tegenover deze gezamenlijke motie. Het verbaast hem dat er nu kennelijk opnieuw begonnen moet worden met een plan van aanpak. De plannen voor Lage Zwaluwe zijn al vanaf 2001 in opbouw. Een en ander is al heel vaak gecommuniceerd en al heel vaak in de commissie terechtgekomen. Hij is van mening dat er nu eens een keer daadkrachtig door de commissie gekeken moet worden hoe het nu verder moet. Hij vraagt zich af aan wie de vertraging ligt. De presentatie van de plannen is elke keer duidelijk. Zo gauw het op de commissievergadering aan komt, gaat alles in één keer weer de andere kant op en gebeurt er niks. Hij vindt het heel erg zonde dat er al vijf of zes jaar gepraat wordt over plannen, terwijl ze geen stap verder komen.
20 De heer Kuipers vraagt wat het verschil is tussen een coördinerend wethouder en een wethouder die verantwoordelijk is. De heer Kwaaitaal is bang dat dit een paar stappen terug betekent. Hij is ook voor een totale visie, maar dan op het juiste moment en niet als de plannen al een hele tijd lopen. Hij wil ook geen stagnatie in de ontwikkeling van de sporthal, de brede school, het gezinsvervangend tehuis en de Ganzehoek. Wethouder Vos is ook van mening dat de processen die in Zwaluwe gaande zijn al heel lang spelen. Het is volgens haar bekend dat bij de herindeling er een zaak is meegekomen vanuit de oude gemeente Hooge- en Lage Zwaluwe om de haven een kwaliteitsimpuls te geven. Dat is in 2000 opgepakt. Vanaf 2001 zijn er diverse plannen gemaakt. Grootschalige plannen met veel recreatiewoningen en met vaste woningen. De Stichting Havenbelangen is daar als aanspreekpunt voor ingesteld. Daarin waren ondernemers, belanghebbenden, de watersport-vereniging en bewoners van de Nieuwlandsedijk vertegenwoordigd. Die stichting diende ook als gesprekspartner voor de gemeente bij de ontwikkeling van de plannen. Daartussen kwam de ontwikkeling van Lage Zwaluwe-West pregnant naar voren, doordat er ruimte kwam in het kader van ruimte-voor-ruimte. Dat kwam in een stroomversnelling, waarbij ook meteen de sportvoorziening en de zorgvoorziening De Ganzehoek betrokken werd. Vandaar dat er twee grote plannen tegelijkertijd gaande zijn op Lage Zwaluwe. Het is niet uit het niets ontstaan, er ligt wel wat onder. Er ligt een visie onder in de structuurvisie plus. Daar staan precies de ruimtelijke kaders ingevuld van wat wel en wat niet mag en wat de bedoeling is in Lage Zwaluwe. In die structuurvisie staat dat uitvoerig beschreven. Daarin wordt aangegeven dat het van belang is dat de ontwikkeling van de haven van Lage Zwaluwe aan bod komt en dat daar een kwaliteitsimpuls gegeven moet worden. Maar ook dat er ruimte is voor woningontwikkeling. De ontwikkelingen zoals die nu gaande zijn passen daar goed binnen. Binnen de plannen van de Wijde Biesbosch past de havenontwikkeling ook heel goed. De vraag naar ruimte en bedrijfsverplaatsing van ondernemers in Lage Zwaluwe is naar aanleiding van de signalen, die zowel door de raad als door de ondernemers zelf gegeven zijn, goed opgepakt. Een onderzoek in de vorm van een enquête is uitgevoerd en wordt momenteel uitgewerkt. Het betreft hier een integrale aanpak van het geconstateerde probleem in Lage Zwaluwe, vanuit Economische Zaken. De wethouder Economische Zaken is hiervoor de aanspreekbare, coördinerende wethouder. Dat gaat dan om zowel de problemen die bekend geworden zijn vanuit Zwaluwe West, vanuit de haven, maar ook vanuit de andere gebieden van Lage Zwaluwe, want er is nog meer dan die twee projecten in Lage Zwaluwe. Het totale gebied is in beeld gebracht en de problemen zijn in beeld gebracht. Zo gauw daar meer over duidelijk is, wordt volgens haar de raad uiteraard geïnformeerd. De communicatie over de plannen is in de loop der jaren volgens haar inderdaad niet altijd optimaal verlopen. Ze is dan ook vanaf april bezig daarin een verbeterslag te maken. Er kan echter niet voorbijgegaan worden aan processen en besluiten die vóór 13 april 2006 genomen zijn. Daar moeten het college en de raad op voortborduren. Klankbordgroepen worden, zoals al eerder is toegezegd in de commissie, waar mogelijk op elkaar afgestemd. Daarbij mag echter niet vergeten worden dat met name bij specifieke belangengroepen er behoefte is aan een specifiek overleg. Ze verwijst bijvoorbeeld naar de Stichting Havenbelangen, die als specifieke belangengroep ook betrokken wil worden bij de haven. Daarnaast willen zij ook wel middels een afvaardiging in het algemeen overleg vertegenwoordigd zijn, als het gaat over ondernemersbelangen. Daarnaast is er nog sprake van een verschillende dynamiek en een maatschappelijke druk in beide plannen. In Zwaluwe West speelt de tijdsdruk ten aanzien van de sporthal en de Ganzehoek een zeer grote rol. Ook in tijd is dit plan veel verder dan de havenontwikkeling. Voor Zwaluwe West ligt er al een voorontwerp bestemmingsplan en gezien de binnengekomen reacties wordt het redelijk positief ontvangen. De havenplannen zijn eigenlijk nog maar in de overlegfase. Daar wordt nog volop over gesproken. Daarover wil ze eigenlijk ook een uitspraak in de commissie. Er zijn al diverse afspraken gemaakt, ook over de kaderstellingen, gebaseerd op de structuurvisie plus. Coördinatie over alle grote projecten vindt plaats in het coördinatieteam.
21 Dat bestaat uit alle collegeleden en, afhankelijk van de agenda, de betrokken ambtenaren en eventuele externe partners. Het coördinatieteam komt wekelijks onder voorzitterschap van de burgemeester bijeen. Dit concept werkt goed en garandeert een goede afstemming tussen alle projecten, dus ook tussen alle projecten die spelen in Lage Zwaluwe. De heer Buijs noemt de uitleg van de wethouder helder. Hij vindt het jammer dat die uitleg nu pas komt. Op Lage Zwaluwe heerst volgens hem een ander gevoel. Hij ontmoet veel mensen die daar toch een wat minder gevoel bij hebben dan wat de wethouder nu naar voren brengt. Hij denkt dat het daarom belangrijk is dat het aanspreekpunt bij één partij komt te liggen, zodat er sneller en beter gecommuniceerd kan worden met de bevolking van Lage Zwaluwe. Plan West mag wat hem betreft absoluut geen vertraging oplopen, maar zaken moeten wel beter op elkaar afgestemd worden. Hij doelt dan op de bouwplannen. Voetbalvereniging Lage Zwaluwe komt in de knel en zo zijn er volgens hem nog meer zaken. Over het bedrijventerrein is absoluut geen duidelijkheid. Dat wil hij via deze motie aan de orde stellen. De heer A. van Oosterhout is ook blij met de uitleg van de wethouder. Hij kan dan ook niet akkoord gaan met de motie. Hij pleit voor een meer slagvaardig optreden van de commissie. De heer Kwaaitaal maakt een compliment aan de wethouder. Voor het overige sluit hij zich aan bij de woorden van de heer Van Oosterhout. Mevrouw van den Berg heeft ook een compliment voor de wethouder. Ze is bang dat die de motie niet goed begrepen heeft. Het gaat haar om het totale verhaal in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling van het dorp en niet om plannen te frustreren. Het gaat erom die plannen beter op elkaar af te stemmen en zaken die tussen wal en schip vallen ook goed onder te brengen in de procedure. Zo zou voor kleinschalige werkgelegenheid ook een plek moeten worden gereserveerd in Lage Zwaluwe. In geen enkel plan is daar plek voor gereserveerd. Doordat de twee afzonderlijke plannen nu in ontwikkeling zijn, kan het totale verhaal van de structuurvisie plus uit het oog worden verloren. Het is haar bedoeling om juist het totale ruimtelijke kader weer aan de orde te stellen en nadrukkelijk te kijken welke planonderdelen nog niet op elkaar zijn afgestemd. De heer J. van Oosterhout zegt dat de structuurvisie duidelijk is. Het is meerdere malen opgeschreven. In de vorige commissievergadering had gewoon een beslissing genomen kunnen worden. Over de Louisepolder had besloten kunnen worden om daar geen natuur van te maken, maar om die te laten zoals hij is. Dan had die herbestemd kunnen worden voor bedrijvigheid en een zoeklocatie voor de bedrijvigheid zoals het in de structuurvisie staat opgenomen. De heer Van Dijk denkt dat de aanleiding zit in de miscommunicatie in de laatste commissievergadering Grondgebiedzaken. De inwoners zitten volgens hem niet te wachten op een verwijzing naar de structuurvisie plus. Deze motie is wat hem betreft voor duidelijkheid richting de inwoners. Daar wil hij de belangen van behartigen. Daarom blijft hij vierkant achter deze motie staan. De heer A. van Oosterhout is van mening dat in de commissie een heel duidelijk stuk op tafel lag. Daar is de commissie anders mee omgegaan, maar het stuk op zich was volgens hem heel helder. Wethouder Vos is van mening dat er onvrede is met betrekking tot de haven Lage Zwaluwe. Dat gaat niet over het coördineren van plannen. Het gaat over onvrede zoals die ook in de commissie naar voren kwam over de haven Lage Zwaluwe. Ze heeft volgens haar wel degelijk een opdracht van de commissie meegekregen. Dat betreft het uitwerken van een stappenplan en een communicatieplan. Dáár zou ze mee in de commissie terugkomen. Dat
22 wordt de commissie van maart. Die opdracht van de commissie gaat ze uitvoeren. Ze blijft er verder bij dat de coördinatie tussen de plannen heel goed verloopt. Het coördinatieteam zorgt voor de coördinatie van alle problemen die lopen en van alle overeenkomsten tussen de plannen. De tegenstellingen worden besproken om te kijken of de plannen goed bij elkaar passen, of er toegevoegde waarde is en of zaken samengevoegd moeten worden. Ze noemt als voorbeeld de ondernemers. Dat wordt gecoördineerd en integraal aangepakt. De heer Van Dijk merkt op dat de wethouder dan niet tegen de motie kan zijn. Wethouder Vos zegt dat ze daar geen motie voor nodig heeft. Ze leest in de motie zoals die er nu ligt, dat wordt gevraagd om één coördinerende wethouder voor de totale plannen. Dat betekent, zoals zij het leest, dat twee coördinerende wethouders zoals die er nu zijn, van de plannen worden gehaald en dat er een nieuwe benoemd wordt en dat er verder een plan van aanpak voor de visie op hoofdlijnen moet komen voor de kern Lage zwaluwe. Dat heeft volgens haar niks te maken met de plannen voor de kern Lage Zwaluwe. Die zitten in de structuurvisie plus die in 2003 is vastgesteld. Die strookt met de streekplannen van de provincie. De Wijde Biesbosch laat daarbij ook nog een positief geluid horen als het gaat om de havenplannen. Ze moet de motie ontraden, omdat die absoluut geen toegevoegde waarde heeft voor de plannen waar het college nu mee bezig is. De voorzitter constateert dat de motie wordt aangenomen met de stemmen van de fractie van CAB, de fractie van Lijst Harry Bakker en de Partij van de Arbeid voor de motie. Het college zal zich volgens hem beraden over hoe het deze motie uit zal voeren. Hij heeft het idee dat er wel in coördinatie wordt voorzien. De portefeuilleverdeling binnen het college is een zaak van het college. Hij zal in het college stilstaan bij het aannemen van deze motie en hij zal de raad informeren over hoe het college hiermee om zal gaan. Mevrouw van den Berg verduidelijkt dat het niet de bedoeling is dat de beide wethouders van de plannen worden afgehaald, maar dat er gecoördineerd wordt voor onderdelen die tussen wal en schip vallen. Uit stemming bij handopsteken blijkt dat motie nummer 1 wordt aangenomen. Vóór stemmen de fracties van CAB, Lijst Harry Bakker en Partij van de Arbeid. Motie nummer 2 De voorzitter stelt voor de discussie te openen. De motie is eerder voorgelezen. De heer Kwaaitaal vindt de motie veel te voorbarig. Hij vraagt aan wethouder Bakker wat hij doet als hij met voorkeurstemmen in de Provinciale Staten gekozen zou worden. De heer Van Dijk zegt dat het hem om het principe gaat dat hij die functie kan krijgen. Hij is het niet eens met de argumenten die wethouder Bakker in eerste instantie naar voren heeft gebracht. Hij stelt dat die om de hete brij heen draait. Hij keurt deze handelwijze en deze reactie van de heer Bakker af. Hij vraagt nog hoe het college hierin staat. De heer Kuipers vindt het een zwaar overtrokken motie die hier op tafel ligt. Hij herinnert aan de vragen die aan de heer Bakker gesteld zijn en aan zijn antwoorden. De heer Bakker heeft duidelijk gesteld dat hij een eventueel lidmaatschap van Provinciale Staten niet aanneemt, ook niet als hij met voorkeurstemmen gekozen zou worden. Wat hem betreft houdt hij zich aan de afspraken die hier gemaakt zijn. De heer Van Dongen gelooft in de vrijheid van mensen. Die mogen doen en handelen, mits ze daar geen andere mensen bij schaden. Als de heer Bakker op zoek is naar een andere
23 functie, dan mag hij van hem gewoon gaan als hij daar behoefte aan heeft. Hier blijven mag ook. Dat is zijn keuze. Hij kan volgens hem alleen niet voor beide functies kiezen. Maar dat is voor hem pas aan de orde als er sprake is van twee functies. Mevrouw van den Berg vindt de motie ook zwaar overdone. Dit ook gezien de beantwoording van de heer Bakker. Er is ook volgens haar nog geen keus aan de orde. De heer M. van Oosterhout is ook benieuwd naar het antwoord van de heer Bakker op de vraag wat hij gaat doen als hij met voorkeurstemmen gekozen wordt. Die heeft echter naar zijn mening met zijn kandidaatstelling wel de intentie getoond zich politiek actief te willen opstellen. Daar gaat het voor hem mis. De heer M. van Oosterhout stelt dat de heer Bakker verzuimd heeft duidelijk uit te leggen hoe hij belangen wil scheiden. Hij is van mening dat hier sprake is van kiezersbedrog. Het gaat hem om de intentie die spreekt uit het feit dat hij op die lijst is gaan staan. Hij acht dat niet integer. Wethouder Bakker stelt dat hij zich houdt aan de wet- en regelgeving en aan de gemaakte afspraken. Hij stelt duidelijk dat hij niet naar de Provinciale Staten gaat. De motie is volgens hem grotendeels niet op feiten gebaseerd. Hij gaat geen provinciaal belang dienen. Hij ambieert ook geen bijbaan. Hij kiest voor Drimmelen. Hij is niet beschikbaar voor een statenlidmaatschap. Op de lijst staan is voor iedereen wettelijk toegestaan. Hij houdt zich aan de gemaakte afspraken. De voorzitter zegt dat het college zich bewust is van het feit dat er aan het begin van deze periode afspraken zijn gemaakt over de wethouders. Die mogen daar geen functies bij hebben, behalve qualitate qua. Het college houdt zich daaraan. Het was hem een lief ding waard geweest als deze discussie niet gevoerd had hoeven worden. Hij stelt de raad dan ook voor deze discussie achter zich te laten. Elke keer komt de gemeente Drimmelen op deze wijze naar buiten. Dat noemt hij een heel slechte zaak.Hij pleit ervoor om meer respectvol met elkaar om te gaan. De heer M. van Oosterhout handhaaft de motie. De heer Van Dijk zegt dat hem gaat om de bestuurlijke afspraken die in de gemeente Drimmelen gemaakt zijn. Uit stemming bij handopsteken blijkt dat motie nummer 2 wordt verworpen. Vóór stemden de fracties van CAB en Partij van de Arbeid. 19.
Sluiting
Niets verder aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met het verzoek een moment stilte in acht te nemen voor bezinning of gebed. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 maart 2007. J. van den Hoogen-Stallen
Drs. G.L.C.M. de Kok
Plaatsvervangend griffier
voorzitter