Nota van Commentaar bij de notitie ‘Decentralisatie begeleiding van AWBZ naar Wmo’ Organisatie WonenBreburg
Vraag Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Wat mij betreft een prima weergave van de signalen die op 29 februari aan bod zijn gekomen. Een positieve toevoeging daarbij is wat mij betreft de keuze voor Bestuurlijke aanbesteding, een keuze waarbij naast het betrekken van belangengroeperingen hopelijk ook ruimte wordt geboden om “oog te houden voor het verbinden van initiatieven en “verbanden met andere ontwikkelingen”. Speciale aandacht dient wat mij betreft uit te gaan naar de doelgroep die er in het overzicht van feiten en cijfers over extramurale begeleiding nadrukkelijk uitspringt. Dit is namelijk de grote groep met psychiatrische beperkingen (37%) waarvan slechts 4% een andere AWBZ indicatie heeft. Ook de groep die vanwege de IQ maatregel (IQ 70-85) geen begeleiding meer zal ontvangen, baart zorgen. Wellicht zou in de aanpak voor ondersteuning van deze doelgroepen en toepassing van de verantwoordelijkheidsladder meer focus kunnen komen liggen specifiek op deze twee groepen. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? M.i. is bij de voorgestane aanpak een cruciale rol weggelegd voor de vraagverhelderende functionaris, de persoon/personen die deze post bemensen zijn de belangrijkste schakel om met de zorgvrager samen te zoeken naar zijn mogelijkheden om zijn eigen zorgvraag/probleem aan te pakken en hem zover te krijgen dat hij een volgende keer zelf met een oplossing aan de slag gaat. Dit vraagt van deze functionaris heel andere kwaliteiten dan tot voor kort werden gevraagd; dus niet het overnemen van het probleem, niet denken vanuit de organisatie, niet denken vanuit de wet- en regelgeving maar denken vanuit de klant, wat is zijn kracht en hoe vindt hij zelf dat het probleem kan worden opgelost, minder denken in regels en procedures, meer denken in mogelijkheden voor de klant. Een ander onderwerp dat van belang is, is de invloed van ander beleid en samenhang met lokaal beleid. De voorgestane bezuinigingen maken dat er nog een grotere noodzaak bestaat tot een integrale samenwerking tussen professionals onderling. Daarbij wil ik nog de suggestie doen om bij innovatieve ideeën als professionals niet meteen te denken aan de belemmeringen die het idee kansloos maken maar vooral te denken aan mogelijkheden om de belemmeringen op te lossen. Als derde onderwerp lijkt mij de keuze voor een Bestuurlijke aanbesteding van belang waarbij de mogelijkheid van inspraak en invloed voor de burger aanwezig is. Mij is nog niet duidelijk of hier ook een beroeps of bezwaarmogelijkheid voor belangengroepen toe behoort. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Een onderwerp dat in de notitie m.i. nog niet voldoende uit de verf komt is de signalerende rol van de diverse werkers in de wijken. De huisarts, de ouderenwerker, huismeester etc. Ook deze functionarissen zouden m.i. om hun werk goed te kunnen doen een gedegen kennis moeten hebben van de actuele sociale kaart en daarmee een gedegen verwijzing kunnen doen. Terugkoppeling vanuit de regisseursfunctie zou daarbij een goed instrument kunnen zijn.
Reactie gemeente
Dank voor uw reactie
Vooralsnog wil de gemeente geen speciale focus leggen op deze twee doelgroepen. Het gaat om de te bereiken resultaten. Mocht het nodig zijn om deze groepen een speciale positie te geven, dan zal dat bij de verdere uitwerking vanzelf aan de orde komen.
Dit zal wordt toegevoegd aan de notitie
De beroeps- of bezwaarprocedure staat los van een bestuurlijk aanbesteding. Als een vraag naar een individuele voorziening aan de orde is, blijft de beroeps en bezwaarmogelijkheid mogelijk.
De signalerende rol zal meer benadrukt worden in de notitie, de uitwerking daarvan komt later aan de orde bij het omschrijven van de randvoorwaarden en de nadere uitwerking van de vier thema’s die in de notitie zijn genoemd.
1
Steunpunt informele zorg Breda (Stib)
Want ook hier geldt “de keten is zo sterk als de zwakste schakel” Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Zeker een goede weergave. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Samenwerken Samenhang en kansen benutten die ontstaan door de veranderingen, verbinden en vanuit de volgende uitgangspunten in : - eigen verantwoordelijkheid – kanteling – eigen sociaal netwerk en het stimuleren daarvan slimme oplossingen bedenken en niet bang zijn bestaande zekerheden en eigen belang los te laten. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Helaas wordt er m.i. te impliciet aandacht besteed aan de zeer belangrijke rol van vrijwilligers. Ik begrijp dat dit een lager abstractie niveau betreft maar het belang is zo groot dat ik het toch vermeld zou willen zien.
Meedoen & Samenwerken Breda
Ik hecht eraan het belang nogmaals te benadrukken van het versterken van informele zorg, onbetaalde zorg en begeleiding. Ook daarin wijzen op nieuwe ontwikkelingen, kansen (babyboomers, jongeren, goed opgeleide mensen, scholing, toeleiding arbeidmarkt, werken naar vermogen) op kan opleveren. Ik zag graag dat de gemeente de opdracht zou geven maximaal gebruik te maken van het huidige en komende potentieel. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? We herkennen de rode draden en opgenomen doelen en uitgangspunten. Doordat nadrukkelijk de relatie wordt gelegd met meedoen@breda wordt de visie van de gemeente op de maatschappelijke ondersteuning als geheel goed zichtbaar. We herkennen hierin de bijeenkomsten van 29 februari en de inzichten uit de diverse afstemmingen met de gemeente uit de afgelopen periode. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Vanuit M&S optiek zijn belangrijke onderwerpen:
Dank voor uw reactie
De rol van vrijwillgers en het belang van het versterken van informele zorg, onbetaalde zorg en begeleiding zal meer benadrukt worden in de notitie.
Dank voor uw reactie
1. Integraliteit, uitgaan van de eigen kracht van mensen en hun directe omgeving. Terecht wordt de verbinding gelegd naar de andere transities, en daarmee naar de andere levensdomeinen. Het is een verrijking voor de mogelijkheden tot een samenhangende en effectieve maatschappelijke ondersteuning dat de verschillende levensdomeinen veel eenvoudiger dan tot dusver kunnen worden benut voor interventies. Door de vraag dichtbij en vroegtijdig te verhelderen zonder scheiding in domeinen kan daardoor de integraliteit worden behouden. 2. Samenwerken vanuit een gedeelde visie Dit stel hoge eisen aan de samenwerking in de stad. Zeker ook gezien de enorme variëteit aan vragen in een veelheid aan contexten is een ontwerpaanpak vooraf nauwelijks mogelijk. Het is noodzakelijk dat er vanuit een gedeelde visie, en vanuit een gemeenschappelijk denkraam en begrippenkader wordt gewerkt om elkaar snel op resultaten te vinden en, vanuit een
2
nevenschikkende positie, samenwerking met de cliënt en andere stakeholders effectief en duurzaam te laten verlopen. Dit vraagt een intensief en vasthoudend proces van de betrokkenen. Het is een goed idee om dit in een “pilot”jaar in de praktijk met elkaar te ontwikkelen. 3. Kennis-infrastructuur als succesfactor We zijn verheugd dat een kennis-infrastructuur zo’n belangrijke plaats in de bijlage heeft gekregen. Vakmanschap in combinatie met informatie en communicatie is van groot belang, zeker als dit ook direct voor de cliënt beschikbaar komt. De notitie nodigt ons uit om kennis-infrastructuur binnen onze visie en toepassing een duidelijker betekenis, functie en invulling te geven. Het is immers een belangrijke succesfactor voor zowel meedoen als voor samenwerken. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? De notitie geeft nog weinig inzicht in de wijze waarop de gemeente sturing uit wil oefenen op de gedefinieerde doelen en uitgangspunten. Gezien de dubbele ambitie, die zowel inhoudelijk als organisatorisch van aard is, is een helder toetsingskader van belang. In M&S verband wordt momenteel hard gewerkt aan een toetsingskader dat wellicht (deels) ook hiervoor gebruikt kan worden. Hieronder staat het toetsingskader afgebeeld zoals dat momenteel door deelnemers in M&S op concrete initiatieven in waardenetwerken wordt toegepast. We hebben vastgesteld dat het toetsingskader inderdaad een krachtig instrument is om op visie te sturen. We zijn graag bereidt het toetsingskader en onze ervaringen ermee te delen met andere geïnteresseerden.
De wijze waarop de gemeente sturing wil uitoefenen op gedefinieerde doelen en uitgangspunten is een onderwerp voor nadere uitwerking. De gemeente is het met u eens dat daarbij een helder toetsingskader van belang is. Bij het formuleren ervan wil de gemeente relevante partijen in de stad betrekken.
Maatschappelijke baat = outcome of effectiviteit, uitgedrukt in eigen stuurkracht c.q. de balans op de 5 levensdomeinen van Cornelis. Een andere manier om baat uit te drukken is de baat in relatie tot de te realiseren waarde: samen redzaam, thuis in je wijk e.d. Bereik = aantal en risicoprofiel (methode Nicis/O&I) Synergie = afstemming en samenwerking; geheel is meer dan de som der delen, 1 klant 1 plan,
3
geen versnippering, de klant ervaart 1 organisatie Tevredenheid = van cliënt, klant, burger; duurzaamheid; snelheid van de inzet hulp of zorg Vakmanschap = output in perceptie van professionals (op eigen werk en keten); bereikt resultaat; duurzaamheid; effectiviteit van de signalering Prijs = kosten per bereikte kwetsbare persoon (volledige kosten minus eigen bijdrage) Trap = verantwoordelijkheidstrap (mate van eigen kracht, gebruik van netwerk, vrijwilligers) Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? De notitie is een goede weergave van hetgeen besproken / gepresenteerd is. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? 1. De vraag, of beter nog: de sociale situatie van de burger met een vraag, als uitgangspunt nemen: gegeven de verantwoordelijkheidstrap, welk zelfredzaamheidsvraagstuk speelt in deze situatie? Uitwerking en inkleuring van het begrip “de vraagverhelderende functie” van organisaties nodig. 2. De decentralisatie van de extramurale begeleiding, de verlaging van de IQ-grens (IQ maatregel), de decentralisatie van de Jeugdzorg, de Wet werken naar vermogen en de maatregelen op het terrein van Passend Onderwijs worden terecht in de notitie genoemd. Wij voorzien een toenemend beroep van kwetsbare burgers op de voorliggende voorzieningen c.q. de gesubsidieerde sector. Lichtere vormen van hulp en ondersteuning, waar mogelijk met de inzet van vrijwilligers, zoals vanuit de eerste lijn (bijvoorbeeld ouderenwerk, wijkverpleging, maatschappelijk werk, CJG) geboden, zullen adequaat beschikbaar moeten zijn. Generalisten aan de voordeur, in effectieve (nieuwe) samenwerkingsverbanden. De “zware” (geïndiceerde) zorg moet niet “automatisch” naar voren bewegen, maar beschikbaar zijn als eigen kracht en/of generalistische inzet niet volstaat. 3. “Afrekenen op resultaat” veronderstelt dat dat resultaat goed gemeten kan worden, zowel naar de maatschappelijke baat (verantwoordelijkheidstrap), de ervaren (tevredenheid) en objectiveerbare (vakmanschap) kwaliteit, de prijs, het (juiste) bereik, en de gerealiseerde synergie. Overeenstemming over dit begrippenkader en de wijze waarop getoetst wordt (voor- en achteraf) is nodig. Zie hiervoor onder meer het toetsingskader dat door de alliantie M&S is ontwikkeld. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Verdere verdieping van de mogelijke inzet van het sociale netwerk en vrijwilligers. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Voor een deel komen de uitkomsten van de bijeenkomsten terug in de notitie. De gemeente Breda kiest in deze fase niet voor een openbare aanbesteding van de ondersteuning maar wil samen met organisaties komen tot het bereiken van het gewenste doel. De gemeente wenst hier de instrumenten uitvraag en bestuurlijke aanbesteding in te zetten. Tijdens de bijeenkomsten waren cliënten en vertegenwoordigers van cliënten nadrukkelijk in beeld en aan het woord om hierover mee te praten en te denken. Zij vroegen nadrukkelijk rekening te houden met de verschillen tussen en binnen de verschillende doelgroepen. In de voorliggende notitie wordt deze inbreng voor een deel genoemd. Het is niet alleen belangrijk cliënten en hun vertegenwoordigers mee te laten denken bij de ideevorming maar ook bij de vormgeving van de ondersteuning.
Instituut voor Maatschappelijk Welzijn
GGZ Breburg
Veel aandacht ging in het stadgesprek uit naar de toegang tot de ondersteuning. Aanwezigen spraken de vrees uit dat met name kwetsbare burgers zonder netwerk of met een beperkt netwerk die nog geen
Dank voor uw reactie
Dit zal overgenomen worden in de notitie.
De gemeente is het met u eens dat een helder toetsingskader van belang is. Na vaststelling van de notitie zal dit nader uitgewerkt worden. Bij het formuleren van een helder toetsingskader wil de gemeente relevante partijen in de stad betrekken. In de notitie zal nog meer aandacht komen voor sociale netwerk en vrijwilligers. Na vaststelling van de notitie zal nader uitgewerkt worden wat dit voor de positionering begeleiding betekent.
Dank voor uw reactie
Cliëntvertegenwoordigers zullen betrokken worden bij het proces en de uitwerking daarvan. De toegang tot zorg en daarmee ook de signalering zijn onderwerpen die bij de uitwerking van de vraagverhelderende functie nadere
4
ondersteuning hebben, niet aankomen bij de toegang. In de notitie wordt dit “vraagstuk” gevat onder het kopje signalering; dit krijgt geen verdere uitwerking. In het gesprek zijn hierover wel uitspraken gedaan.
invulling en uitwerking moeten krijgen. Zoals in de notitie is aangegeven zal de gemeente bij de nadere uitwerking overleggen met relevante organisaties in de stad.
Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Samenwerking en over grenzen heenkijken. Ruimte voor vernieuwende aanpak met ruimte voor de professional Ervaren kwaliteit van de ondersteuning is belangrijk in de verantwoording De extramurale begeleiding in de AWBZ wordt geschrapt en de middelen gaan, met korting, naar de Wmo. In de periode tot 2016 worden ook andere transities gerealiseerd. Gezamenlijk met andere instrumenten binnen het gemeentelijk beleid is het hierdoor mogelijk ondersteuning beter op de behoeften van burgers af te stemmen. Deze ontwikkeling schetst de gemeente Breda in voorliggende notitie. Voor GGz Breburg betekent dit dat we nog meer dan voorheen samenwerken met andere vrijwillige en professionele organisaties en over de grenzen van onze eigen organisatie, medewerkers en cliënten heenkijken. Er zijn tal van nieuwe samenwerkingsactiviteiten ontstaan, in M&S, met de BSW, in Pluspunt de Wisselaar. Met de kerken en Surplus zetten we samenwerking rond Inloopvoorzieningen op, enzovoorts. Niet alleen wordt er over de grenzen van de organisaties heen gekeken. Ook de inhoud van de ondersteuning verandert. Professionals ervaren het is een uitdaging samen met cliënten te zoeken naar ondersteuning en activiteiten waardoor zij minder afhankelijk worden van de GGZ. Te denken valt aan activiteiten als het uitzendbureau, scharnierpunt met de BSW, catering verzorgen in het pluspunt enzovoorts. Beide ontwikkelingen passen naadloos binnen de visie van GGz Breburg. Al enkele jaren wordt gewerkt vanuit de herstelondersteuning. Samen met ervaringsdeskundigheid, werken medewerkers en cliënten aan methoden die eigen regie en herstel van cliënten voorop stellen. Vanuit ambulantisering werken we aan het verminderen van opnamen en het begeleiden van mensen, samen met hun netwerk, in de samenleving. Voor een deel van de mensen met GGZ problematiek is een verbreding van de doelgroep en het verplaatsen van activiteiten naar voorliggende voorzieningen mogelijk. Van belang is dat extramurale begeleiding in de AWBZ nu voor een deel ondersteuning biedt aan een groep zeer kwetsbare burgers waarvan de problematiek met pieken en dalen verloopt. Er zijn momenten dat het goed gaat en weinig ondersteuning nodig is. Er zijn perioden dat het slecht gaat, waarbij intensievere begeleiding gevraagd wordt, teneinde ernstige terugval en opnames te voorkomen. Ervaring binnen de psychiatrie is belangrijk om een dreigende crisis op tijd te signaleren en de burger en het netwerk adequaat te begeleiden. Wanneer extra ondersteuning in moeilijke periodes niet mogelijk is, is het risico op verkommering en meer onrust in wijken en op straat groot. Binnen de geestelijke gezondheidszorg worden resultaten van zorg gemeten in tevredenheid van de cliënt en het effect van de behandeling. Ook voor de toekomstige ondersteuning binnen de Wmo vindt GGz Breburg het van belang of ondersteuning waarde toevoegt aan het leven van de burger en of deze dat ook zo ervaart. De participatieladder is hierbij een goed instrument. Burgers met psychiatrische problematiek willen meedoen, een huis, contacten, een baan; kortom normaal leven. Vraag 3
5
Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? In de notitie wordt de doorkijk gemaakt naar andere maatregelen zoals de IQ maatregel, scheiden van wonen en zorg en WWNV. Er wordt geen notitie gemaakt dat door het wegvallen van de AWBZ begeleiding of het niet van ondersteuning in de Wmo meer risico ontstaat op onveiligheid op straat, overlast of verkommering. Hierdoor kan een groter beroep op crisisdienst of bemoeizorg ontstaan. Ook wordt er gevreesd voor meer opnamen. Ook kan er mogelijk meer vraag zijn naar ondersteuning vanuit de Wmo dan een aantal jaren geleden. Binnen de Zorgverzekeringswet wordt immers een niet inkomensafhankelijke bijdrage voor GGz hulpverlening gevraagd. Het is belangrijk om overleg met de zorgverzekering te hebben. Wat betekent het ‘wegvallen’ van de AWBZ begeleiding voor de verdere aanspraken verder in de zorg? Wat vinden de cliënten, die wel vertegenwoordigd waren op de bijeenkomst van de transitie, hoe kijken zij ernaar? Wat zijn kenmerken van de verschillende groepen die straks tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten gaan behoren? Realiseert de gemeente zich dat voor sommige groepen de ondersteuning zo specifiek is of dat de groepen zo gering in omvang zijn dat ondersteuning nauwelijks lokaal georganiseerd kan worden? De gemeente Breda hecht aan vernieuwende ideeën voor ondersteuning. In de notitie ontbreken hiertoe voorbeelden. Het idee voor de zorgvraagverheldering dat is uitgewerkt, lijkt willekeurig en is geënt op het casemanagersmodel. Onduidelijk is hoe de gemeente Breda denkt over vormen van dagbesteding, zoals inloop, dagactiviteitencentra, educatie en arbeidsreintegratie bij GGZ Breburg. In vorm zijn dit collectieve voorzieningen met ondersteuning van het individu. In de notitie wordt niet duidelijk of de gemeente dit als voorliggende voorzieningen ziet of als professionele ondersteuning. Een en ander zal waarschijnlijk in elkaar overlopen en nog nader uitgewerkt dienen te worden.
Klankbordgroep Wmo
GGz Breburg realiseert zich dat we, gemeenten, organisaties en cliënten, aan de vooravond van een belangrijke ontwikkeling staan. Alleen samen kunnen we het doel: “ burgers in staat stellen optimaal deel te nemen aan de samenleving en kwaliteit van leven te beleven” bereiken. GGz werkt aan het verwezenlijken van dit doel en zal zich de komende jaren inzetten dit gezamenlijk met alle betrokkenen te realiseren. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Over het algemeen vinden de leden van de KBG in grote lijnen de uitkomst uit de infoavond op 29 februari en onze discussie in de klankbordgroep goed weergegeven. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Het belangrijkste is de neutrale (vraagverhelderende) positie dichtbij de cliënt. Deze figuur kent de wijk en de mensen die daar wonen en kan mensen daardoor ook goed aan elkaar koppelen. In het zogenaamde keukentafelgesprek kan de vraag zo optimaal mogelijk uitgewerkt worden, gesneden op de persoonlijke situatie van de cliënt. Op die manier ontstaat er een situatie waarin de vraag centraal staat en niet het aanbod, dat altijd het belang van “verdienen” in zich heeft. De bureaucratie rondom de cliënt wordt voorkomen/verminderd. Graag ook opnemen dat er zo min mogelijk mensen over de vloer gaan komen. Geen 10 voordeursleutels bij zorgaanbieders. Kwetsbare mensen moeten een vertrouwensbasis en veiligheid kunnen ervaren. Zorgaanbieders zullen beter moeten samenwerken in zogeheten zorgketens, waarbij de vraag en het belang van de cliënt voorop staat en niet hun eigen concurrentie positie.
De door u hier aangekaarte onderwerpen zullen zeker aan bod komen bij de verdere uitwerking van de vier hoofdthema’s die zijn genoemd in de notitie. De gemeente deelt met u de mening dat het belangrijk is dat er goed overleg plaatsvindt met de zorgverzekeraar.
Bij de verdere uitwerking van de vier hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie zullen deze onderwerpen aan bod komen. Zoals in de notitie vermeld zal de gemeente bij de concretere invulling en uitwerking van de vier hoofdthema’s in overleg treden met relevante organisaties uit de stad.
Dank voor uw reactie.
De gemeente vindt dit een belangrijk punt en zal dan ook opgenomen worden in de notitie.
6
Zorgen zijn er over hoe zicht dat verhoudt met de aanbesteding waar het uiteindelijk weer gaat om concurrentie en geld verdienen. In alle stukken over de transitie AWBZ – WMO staat steeds dat het gaat om lokale partijen, die elkaar beter kennen en dus beter op de vraag kunnen inspelen. Dat verhoudt zich ook niet met aanbesteden.
De gemeente ziet dit als een bespreekpunt binnen de bestuurlijke aanbesteding.
Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? In de notitie is nog niet ingegaan op onverhoopte willekeur. Het lijkt mij verstandig om ook in deze uitgangspuntennotitie al iets op te nemen hierover. Er moet mogelijkheid zijn om in beroep te gaan of klachten te deponeren. Een neutrale commissie zou deze kunnen beoordelen. We komen uit een rechthebbende periode met allerlei indicaties die voor iedereen gelijk zijn, daar zal men als burger aan moeten wennen.
De gemeentelijke individuele Wmo voorzieningen kennen een bezwaar- en beroepsprocedure. Dit zal ook gaan gelden voor de individuele begeleiding op het moment dat die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente gaan vallen op grond van de Wmo.
Wat verder wordt gemist is een inhoudelijke link met datgene wat nu gaande is in de GWI projecten. Een van de zaken die daar op de agenda staat is verdere ontwikkelingen van domotica (Een digitale wijze van ondersteuning en communiceren (met de zorgverlener, maar ook met familie en andere contacten). De digitale wereld als uitgangspunt dus ook meenemen.
Mogelijkheden binnen de digitale wereld zullen bespreekpunten zijn binnen de nadere uitwerking van de hoofdthema’s zoals genoemd in de notitie.
Het verkrijgen van een pgb is onderbelicht. De wet geeft de ruimte hiervoor – staat ook in deze notitie. Geef een kader aan waar de mogelijkheid om met PGB de zorg zelf te kunnen regelen.
De beleidskeuzes rondom het pgb zullen terugkomen in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning die uiteindelijk ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor de concretere invulling van de beleidskeuzes pgb zal de gemeente in gesprek gaan met de klankbordgroep Wmo.
Geef inhoudelijk aan wat de relatie is met het Stedelijk Kompas (blz 3 een na laatste alinea)
In de notitie zal de relatie met Stedelijk Kompas uitgelegd worden.
Er wordt gemeld dat er niet meer geld uitgegeven kan worden dan het rijk overhevelt. Geef ook aan dat dat geld geoormerkt wordt, zodat het niet aan andere zaken kan worden uitgegeven. Geef aan of het Wmo geld per prestatieveld wordt gemaximaliseerd of dat het om het totale Wmo budget gaat.
Het is niet verstandig om het budget te oormerken. Oormerken van het budget betekent o.a. dat verbindingen met andere beleidsterreinen zoals de Wet werken naar vermogen en de decentralisatie Jeugdzorg minder goed gemaakt kunnen worden. I.p.v. oormerken van het budget vindt de gemeente het belangrijker om goede sturing op resultaten te realiseren en te monitoren dat dit goed gebeurd.
Wat betreft het bestuurlijk aanbesteden heeft de KBG nog geen goed beeld wat daarvan de voors en tegens zijn. Het zal bekend zijn dat de Raad van State daarover een negatief advies heeft uitgebracht.
De Raad van State heeft geen negatief advies uitgebracht over de bestuurlijke aanbesteding. Bestuurlijk aanbesteden voldoet aan de wettelijke aanbestedingseisen.
De doelgroep waar we het hier over hebben zijn kwetsbare inwoners van Breda. Een belangrijk uitgangspunt is dat de vrager zich veilig en geholpen weet, waarbij hij of zij in principe zelf de regie voert en er op kan vertrouwen dat deze goed wordt overgenomen als hij/zij daartoe niet (meer) in staat is.
Dit punt wordt meegenomen in de verdere uitwerking van de hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie.
7
Er ontbreekt een paragraaf over deskundigheidsbevordering. Kijkend naar de hoofdthema’s (pag. 5) dan moet vastgesteld worden dat dit vraagt om meer en andere know how van uitvoerders inclusief gemeentelijke medewerkers. Monitoring en toetsing; het gaat om niet alleen een overheveling van een pakket naar de gemeente; het gaat ook om anders werken en denken. Houd in de gaten of er gebeurd wat bedoeld is wat betreft uitgangspunten, inzet en samenwerking. Zijn er al cijfers bekend over de jeugdzorg?
Surplus Welzijn regio Breda
Tenslotte In de notitie worden 8 doelstellingen cq uitgangspunten genoemd (pag 4). Dit zijn naar onze mening allemaal uitgangspunten. De leden van de KBG Wmo geven aan dat de tijd om te reageren erg kort is. Dat is natuurlijk een gegeven waar nu niet veel aan kan worden gedaan. Verschillende punten zouden nog eens nadrukkelijk op inhoud en consequenties moeten worden doorgeakkerd. We hopen daarvoor in de KBG van 13 april nog de ruimte voor te krijgen. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? De weergave van de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari is goed, kan scherper worden geformuleerd vanuit de principes van eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, klantregie, sociaal netwerk. Preventie ter voorkoming van een vraag is het ‘nulde’ punt. Verder: de burger moet zijn vraag niet kwijt kunnen, hij houdt hem zelf en voert zelf regie over het zoeken van een antwoord organisaties moeten allereerst goed leren te luisteren de eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, klantregie, is leidend; overheid, organisaties hoeven niet tegenover elke vraag een aanpak te zetten bureaucratie bij de burger is het topje van de ijsberg; die ijsberg, de bureaucratie bij overheid en organisaties, moet ook zo min mogelijk zijn vanuit luisteren, samenspraak, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, klantregie, sociaal netwerk, ontstaat een plan van aanpak, een trajectplan, waarvan voorzieningen een deel kunnen uitmaken de uitwerking van een plan van aanpak, een trajectplan, dient op onafhankelijke wijze te gebeuren overheid en organisaties kennen grenzen, intern en tussen elkaar, die overschreden worden in het belang van de burger
De deskundigheidsbevordering valt onder het thema “zorgen voor een goede kennisinfrastructuur.” Uw opmerking zal bij de verdere uitwerking ervan betrokken worden. Er zal geïnvesteerd moeten worden in monitoring en toetsing. Monitoring en toetsing zullen nader uitgewerkt worden bij de concretere invulling van de hoofdthema’s.
Deze zijn voor zover bekend opgenomen in de notitie. De notitie is aangepast. Er is één doel benoemd en zeven uitgangspunten. Het College vindt het vanzelfsprekend dat de klankbordgroep betrokken blijft bij de verdere uitwerking van de decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ naar de Wmo. Hierover is met u reeds een afspraak gemaakt.
Dank voor uw reactie.
Het College gaat ervan uit dat de hier door u genoemde punten aan bod gaan komen bij de verder uitwerking van de hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie. Bij de concretere invulling en uitwerking van deze hoofdthema’s zal de gemeente met relevante partijen uit de stad overleggen. Daarbij vindt het College het belangrijk om de bureaucratie te verminderen en aandacht te schenken aan waar de administratieve lasten verminderd kunnen worden. Dit zal explicieter verwoord worden in de notitie.
Deze opmerkingen zijn niet bedoeld als woordenspel. Het gaat wezenlijk om de invulling van een nieuwe houding en gedrag. Richting burgers, van jezelf als dienstverlenende instelling, van de onderlinge relaties als instellingen en met de overheid. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom?
8
a. de vraagverheldering; met een verwijzing naar bij punt 1 gemaakte opmerkingen; op basis van luisteren, eigen kracht, kracht van het sociale netwerk, is het maar de vraag of er daadwerkelijk een vraag is; met de klant in de regierol en inderdaad een centraal aanspreekpunt; heel goed dit onderwerp snel heel goed uit te werken b. innovatie; op het gebied van preventie, collectieve of voorliggende voorzieningen, hoe flexibiliseren gestolde en op eigen belang (en die mag een organisatie ook hebben gezien hun opdrachten voor bedrijfscontinuïteit en werkgeversrol) gerichte organisaties om maatwerk samen met anderen te leveren aan de burger c. kennisinfrastructuur; met minder nadruk op de sociale kaart maar vooral op vernieuwing dienstverlening, verandering van de wereld van organisaties en overheid (flexibiliteit, minder bureaucratie, integraliteit) Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het is een hele goede keuze de huidige gebruikers geen last te laten ondervinden van de ingezette transitie. De langere termijn visie tav preventie ter voorkoming van het gebruik van zorg, mag van het begin af aan veel aandacht krijgen. Anders blijven de vragen op basis van de dubbele vergrijzing doorgroeien. Het andere beleid en de andere transities worden wel genoemd. De notitie legt nog geen tot weinig verbindingen. Die liggen er volop en in het kader van innovatie verder te ontwikkelen en te benutten.
Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid
Specifiek in het kader van preventie is de rol daarbij van gezondheidszorg en bewegen en sportbeoefening te noemen. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? In het algemeen kan het BCG zich vinden in deze startnotitie en doet die recht aan de fase waarin we met elkaar verkeren bij de implementatie van de decentralisatie Awbz-begeleiding. Een ding wordt ons inziens onderbelicht: Hoe worden good practices meegenomen in de transitie; de notitie roept een beeld op dat veel moet veranderen aan de hand van een paradigma shift. Dat doorgaan op de oude voet niet de bezuinigingen gaat opleveren en niet de burger in zijn kracht zet is waar, maar er worden vandaag de dag ook heel veel zaken al goed uitgevoerd. Hiervoor moeten in de notitie ons inziens uitgangspunten over worden meegenomen.
Wij zijn vooral erg blij met de sterkte nadruk die nu gelegd wordt op de vraagverhelderingsfunctie, daar is ons inziens veel winst te behalen. Daarbij is het belangrijk dat er veel oog is voor de al bestaande sociale kaart in Breda. Als een casemanager die de intake doet de sociale kaart goed kent, onafhankelijk, over de grenzen van zijn of haar eigen organisatie kan en mag heen kijken en bekend is met de initiatieven die andere organisaties ontplooien ontstaat een compleet beeld van alle oplossingsrichtingen die open staan voor burgers met een vraag. Het is belangrijk dat deze persoon de vaste contactpersoon wordt van de burger gedurende het hele initiële traject. Ook de mate van onafhankelijkheid van de casemanager is van belang voor de burger. Het BCG pleit ervoor om in de notitie te laten zien dat het vinden van oplossingen (indiceren) en beschikken verschillende processtappen zijn die niet noodzakelijkerwijs in een organisatie moeten worden uitgevoerd. Dit geeft de mogelijkheid om andere functie-eisen te stellen voor de uitoefening
Zie antwoord op vraag 1.
Het is vanzelfsprekend dat er bij de concretere invulling van de notitie ook aandacht zal zijn voor preventie. Daar waar mogelijk en nodig zullen er verbindingen met de andere transities gelegd worden. Ook hierover wil de gemeente voor een verdere uitwering graag met relevante partijen uit de stad in gesprek.
Dank voor uw reactie. Het College is met u van mening dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt moet worden van dingen die goed gaan. Daarbij is het wel belangrijk oog te hebben voor de acht doelen die verwoord zijn in de notitie en het schema over positionering decentralisatie begeleiding AWBZ naar de Wmo.
De toegang tot zorg en de positionering van de indicatiestelling zijn onderwerpen die bij de uitwerking van de vier hoofdthema’s van de
9
van deze processtappen(taken). Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? U vraagt ook om aan te geven welke drie onderwerpen uit de notitie het belangrijkst zijn voor ons. Dit is een lastige vraag aangezien er 8 doelstellingen zijn genoemd naast de genoemde hoofdthema’s. Als er specifieke doelstellingen genoemd moeten worden zijn degene die het sterkst samenhangen met het hoofddoel uiteraard erg belangrijk. Het hoofddoel is dat Breda de begeleidingsfunctie uit de Awbz in de WMO moet passen tegen 5% minder kosten. Hierbij passen doelstelling een en vijf. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is wel dat men bij het realiseren van de gestelde bezuinigingen geen concessies mag doen aan de kwaliteit van de oplossing voor de burger. De geboden oplossing moet de vraag van de burger adequaat oplossen. Dit sluit het best aan bij doelstelling 3, maar heeft ook heel nadrukkelijk raakvlakken met 2 en 4. Eigenlijk is het dus beter, los van het hoofddoel, om in de notitie nog te praten over uitgangspunten, randvoorwaarden en thema’s. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Na het lezen van de notitie zijn er een aantal onderwerpen waar wij specifiek de aandacht op willen vestigen: In het welzijnsveld worden over het algemeen diensten via de uitvraag gesubsidieerd. De notitie spreekt nu nadrukkelijk over het aanbesteden van deze dienstenvraag. Voor het BCG is het als belangenbehartiger van groot belang dat er in het aanbestedingsproces vroegtijdig inbreng verzekerd wordt om de wens van de burger in te brengen. Het BCG denkt hierbij o.a. aan zaken als: bereikbaarheid en toegankelijkheid van diensten, privacyregels, stiptheid, “een burger - een begeleider” principe, adequaat vervoer, en klachtregels. Er zijn een aantal zaken die het BCG mist in het rijtje doelstellingen zoals genoemd in de notitie 1. Ken ik de klantenwensen. Inventariseer bijvoorbeeld door achterbanraadplegingen. Waar praat ik over: soorten ondersteuning, aantallen, kansen en bedreigingen. Wat wil de burger zelf? Wat voor ondersteuningswens leeft er en waar moet deze aan voldoen? Welke oplossingen kunnen daarvoor bedacht worden? 2. Bevorderen deskundigheid van medewerkers bij gemeente en middenveld met name bij de vraagverhelderingsfunctie. Leer medewerkers breed en onafhankelijk kijken. Zoek oplossingen die over je eigen grenzen strekken en begeleid de burger gedurende het hele proces. 3. Maak een volledige procesbeschrijving, benoem de hoofdprocessen en ontwerp daarop een verbeterproces waarin klachten, kwaliteitsinfo en analyse hun plaats krijgen. Het afrekenen op resultaten, het meten van geleverde kwaliteit van ondersteuning, het proces van aanbesteden vraagt een door het middenveld breed gedragen kwaliteitsbeleid. misschien wel zelfs een gezamenlijk kwaliteitsmodel. Het zou goed zijn als de gemeente een gemeenschappelijk model voorstaat zoals het INK-model. Dit laatste maakt het ook mogelijk continu met elkaar te verbeteren en vooral ketengericht samen te werken ten behoeve van die klant die voorop staat!!!! 4. Hoeveel gaat de uitvoering kosten en hoe ga ik die organiseren?. In dat laatste zit opgesloten dat de burger minder bureaucratie, minder schijven en snelle doorloop mag verwachten. Dit punt heeft ook een relatie met de genoemde procesbeschrijvingen. PGB’s kunnen een belangrijk middel zijn om de bezuinigingsdoelstelling te behalen. Als het proces goed kantelt, en dus de indicaties goed zijn, dan kun je met een, per verordening bepaald kortingspercentage( 20-30%), het toegekende
notitie nader uitgewerkt zullen worden.
Clientvertegenwoordigers zullen via de Klankbordgroep Wmo betrokken worden bij de bestuurlijke aanbesteding.
Het College gaat ervan uit dat de hier door u genoemde punten aan bod gaan komen bij de verder uitwerking van de hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie. Bij de concretere invulling en uitwerking van deze hoofdthema’s zal de gemeente met relevante partijen uit de stad overleggen.
10
5.
budget goedkoper krijgen dan wat ZIN (Zorg in Natura) kost. Het uitwerken van een volledig gegevensregistratie met betrekking tot de doelgroepen. Zo heb je in beeld over welke groepen je praat. Dit is nader uitgewerkt in het advies naar aanleiding van de pakketmaatregel. O&I zou hier een grote rol in kunnen spelen. Dit is dus meer dan een sociale kaart alleen.
Bij de genoemde zaken in de notitie hadden wij nog een aantal opmerkingen en vragen: De bezuiniging van 5% betreft het budget dat beschikbaar is voor de begeleiding. Hierin zijn de kosten van de uitvoering door het CIZ, zorgkantoor en CAK niet meegenomen. Naast de bezuiniging van 5% moet de gemeente ook rekening houden met de effecten van maatregelen die het kabinet heeft ingezet zoals de pgb-maatregel, scheiden wonen en zorg en de IQ-maatregel.
6.
Betreft de bezuiniging van 5% de diensten of de diensten en uitvoering samen? Voor de burger kan dat betekenen dat als door efficiency bij de uitvoering 15% bezuinigd dat er uiteindelijk maar 2 of 3% moet worden bezuinigd op de diensten/producten/subsidies.
7.
In de notitie wordt benoemd dat het middenveld nadrukkelijk mede verantwoordelijk is voor het resultaat. Hierbij past een regievoerende rol voor de gemeente. Hierbij kan dan nadrukkelijk gestuurd worden op de eis “vrijwillig waar het kan, betaald waar het moet”. Ook in de aanbesteding.
Het College onderschrijft dit.
Is het mogelijk bestuurlijk aan te besteden en daarnaast collectieve oplossingen te subsidiëren zoals dat ook nog steeds gaat bij de uitvraag? In de Europese commissie ligt een voorstel om diensten pas aan te besteden bij meer dan 500.00 euro. (dit wordt eind dit jaar bekend). Het BCG pleit ervoor dit punt goed in de gaten te houden zodat we niet onnodig aanbesteden.
Op dit moment is de gemeente op grond van Europese regelgeving verplicht om aan te besteden.
Is in beeld hoeveel en welk type aanvragen er verwacht kunnen worden in 2013? Als er bescheiden aantallen verwacht worden kan wellicht de huidige manier van werken gevolgd worden. Dit zou in de notitie cijfermatig moeten worden aangegeven. Ook kan het ruimte geven om innovaties in te voeren, door te ontwikkelen en vervolgens aan te besteden.
De gemeente is over klantgegevens in regioverband in gesprek met het zorgkantoor.
8.
9.
10. Gaan nieuwe voorzieningen een eigen bijdrage kennen en wordt er aan een vermogenstoets gedacht? Het BCG pleit ervoor deze instrumenten alleen in te zetten als gegarandeerd kan worden dat iedereen toegang heeft tot de zorg die nodig is.
11. Wij juichen toe dat de WMO adviesraad betrokken wordt als adviesorgaan. Daarnaast pleiten wij er echter voor bij dit voor de gemeente nieuwe en omvangrijke proces om middelen in te zetten om achterbanraadplegingen te laten uitvoeren. Juist bij groepen als VG en GGZ, waar deze maatregel toch het meeste effect geeft, moet alles in het werk gesteld worden om deze groepen te informeren en betrekken. 12. Hoe gaat het vraagverhelderingsproces eruitzien voor bestaande situaties waarin iets verandert? Insteek moet zijn dat we voorkomen dat ernstig mindervaliden, chronisch zieke mensen, psychisch zieke mensen en belaste mantelzorgers steeds opnieuw hun situaties moeten uitleggen.
De beleidskeuzes hieromtrent zullen terugkomen in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning die uiteindelijk ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor de concretere invulling van deze beleidskeuzes zal de gemeente in gesprek gaan met de Klankbordgroep Wmo. De eventuele keuze hiervoor komt terug bij de uitwerking van de thema’s.
Ter voorbereiding van de concrete invulling en uitwerking van de vraagverhelderende functie zal de gemeente overleggen met
11
Stichting De Kleine Hoeve
ASVZ
Buro MAKS
Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? De zaken die in de workshops, waaraan is deelgenomen, zijn besproken zijn in grote lijnen herkenbaar. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Het belangrijkste onderwerp in onze ogen is de mogelijkheid om via een PGB zelf de zorg te organiseren. In de notitie is niet duidelijk welke positie mogelijk het PGB in Breda kan krijgen. Om ‘eigen regie’ echt gestalte te geven zou toekenning van PGB analoog aan de toekenning van PGB/AWBZ moeten kunnen plaatsvinden. Oftewel na indicatiestelling maakt men de keuze uit ‘zorg-in-natura’ of een persoonsgebonden budget. In het laatste geval is men volledig vrij om een eigen zorgverlener te kiezen. Het lijkt erop dat men binnen het Bredase model een PGB kan krijgen om bij de via de bestuurlijke aanbesteding geselecteerde zorgverleners te besteden. Als dit zo zou zijn wordt geen recht gedaan aan ‘eigen regie’ en is er sprake van ‘gedwongen winkelnering’. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het begrip ‘eigen regie’ en de positie van de zorgvrager/klant/burger, zouden meer centraal moeten staan Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja de notitie ligt in het verlengde van hetgeen op 29 februari 2012 is besproken. Het is in de uitwerking geconcretiseerd. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? In de notitie zijn de belangrijkste onderwerpen voor de clienten in Breda, die door ASVZ ondersteund worden: *positionering van de individuele voorzieningen. Zij willen het liefst hun vaste en vertrouwde begeleider houden. *de gemeente kiest voor bestuurlijk aanbesteden erop gericht om “ samen” met de professionele organisaties tot afspraken te komen. *zorgen voor een goede kennisinfrastuctuur om in de stad optimaal gebruik te kunnen maken van de aanwezigen deskundigheid. *vraagverhelderende functie waaruit zal blijken dat en welke bij inwoners van Breda door versterken van eigen kracht etc. minder individuele ondersteuning nodig zullen hebben en wie de individuele voorzieningen nodig houden. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? De IQ maatregel wordt genoemd maar de gevolgen zullen voor een aantal inwoners groter zijn dan nu wordt ingeschat. In de toekomst zullen een aantal mensen waarschijnlijk soms een individuele voorziening nodig hebben. Gebeurt dat niet dan kan de gemeente geconfronteerd worden met forse problematiek. Gelukkig kan de gemeente dmv de WMO de ondersteuning dan zelf vormgeven. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012?
relevante organisaties in de stad, waaronder ook de klankbordgroep Wmo. . Dank voor uw reactie en de meegestuurde bijlage.
De beleidskeuzes rondom het pgb zullen terugkomen in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning die uiteindelijk ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor de concretere invulling van de beleidskeuzes pgb zal de gemeente in gesprek gaan met de klankbordgroep Wmo. Rondom het pgb zijn de beleidskeuzes nog niet gemaakt.
Een van de doelen binnen de uitgangspuntennotitie is dat de vraag van de burger centraal staat.
Dank voor uw reactie.
De gemeente zal moeten voldoen aan de compensatieplicht van de Wmo en per 1 januari 2013 dus ook aan de uitbreiding van deze compensatieplicht die met voorliggend wetsvoorstel wordt beoogd.
12
Herkenbare weergave zoals tot nu toe is besproken. Compliment voor de open en transparante overlegvormen met de aanbieders. Grote input van de aanbieders in de totstandkoming van het beleid. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Visie van aanbodgestuurd naar gerichtheid op het versterken van de eigen kracht en de sociale omgeving > kanteling in de zorg. Omdat dit de inzet is zoals Buro MAKS dit reeds lang heeft ingebed in haar begeleiding. Deze kanteling past in de visie van Buro MAKS. Tijdens de begeleiding wordt dit integraal toegepast en is de kern van begeleiding. Resultaatgericht inkopen en resultaatgericht zorgverlenen. Buro MAKS meet reeds de effecten bij Individuele Begeleiding. Op verschillende doelen wordt het effect inzichtelijk gemaakt. Bijv. ROM-meting, kwaliteit van leven, opvoedingsstress, cliënttevredenheid. Het is goed als alle zorgaanbieders dit inzichtelijk maken volgens richtlijnen van de gemeente. Daarop kan resultaatgericht worden ingekocht. Bestuurlijke aanbesteding. Deze vorm lijkt op de onderhandelingen met de zorgkantoren en biedt de zorgaanbieder meer gelegenheid haar uitgangspunten goed in beeld te brengen bij de gemeente. De korte lijnen met de gemeente zorgen voor juiste afstemming. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? De gemeente rekent af op resultaat. Welke criteria wordt hieraan gekoppeld? Resultaat uit verleden? Overweegt de gemeente de coördinator te koppelen aan een zorgaanbieder of wordt deze 'casemanager' vanuit de gemeente aangesteld? Is dit onderdeel van verdere uitwerking? Hoe wil men uitvoering geven aan logeerfuncties? Hoe kijkt de gemeenten aan tegen intensieve samenwerking van organisaties binnen bepaalde doelgroepen? Is dit te bedreigend wegens 'klustervorming' of leidt dit volgens de gemeente juist tot meer inventieve ontwikkeling? Keuze voor PGB valt heel laat in het jaar. Waarom zo laat? Hoe wordt keuzevrijheid van de cliënt vormgegeven? Welke vorderingen zijn gemaakt binnen de regionale afstemming tussen gemeenten in West Brabant?
Dank voor uw reactie.
Het College gaat ervan uit dat de hier door u genoemde punten aan bod gaan komen bij de verder uitwerking van de hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie. Bij de concretere invulling en uitwerking van deze hoofdthema’s zal de gemeente met relevante partijen uit de stad overleggen. T.a.v. uw vraag over het pgb; besluitvorming omtrent beleidskeuzes, die nader uitgewerkt worden in de Verordening voorzieningen maatschappelijk ondersteuning, zal in het najaar plaatsvinden. Dit neemt niet weg dat de gemeente in een eerder stadium hierover al in overleg zal treden met de klankbordgroep Wmo. Tevens zal de Verordening nog voor besluitvorming door de Raad ter inspraak voorgelegd worden aan de stad. Overleg met de regio loopt nog. De betekenis ervan voor de lokale aanpak kan nu nog niet worden aangegeven.
PrivaZorg
Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Zeker, alle punten zijn besproken of aangestipt Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Continuïteit voor de cliënten die dat nodig hebben Duidelijke simpele aanvraag voor cliënten met bewaking van het proces: cliënten zijn vaak minder
Dank voor uw reactie
13
Thuiszorg Groot Gelre
weerbaar Optimale samenwerking tussen de diverse onderdelen van de totale keten Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Er zijn geen punten gemist in de notitie Mogelijk alvast aandacht voor het onderdeel begeleiding in de palliatief-terminale zorg (PTZ). Wij zijn van mening dat de zorg voor terminale cliënten niet thuis hoort in een participatiewet als de Wmo. Bovendien zal de financiering (ruim de helft is functie BG naast PV en VP die in de AWBZ blijven) voor cliënten, zorgaanbieders en gemeenten zeer moeilijk en administratief zwaar worden. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja, alles wat ik lees in de notitie is ook besproken tijdens de bijeenkomst. Tijdens de bijeenkomst bleven ook dezelfde onderwerpen naar voren komen. Met name punt b en c van de hoofdthema’s kwam vaak naar voren en bracht veel discussie teweeg. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Punt a: Ik denk dat het heel belangrijk is dat één centrale persoon (als een soort Casemanager) de cliënt ondersteunt in de wirwar aan organisaties om de beste zorg en ondersteuning in te zetten. Ook kan deze persoon contact onderhouden met het netwerk van de cliënt om ook te kijken wat hierin al geregeld kan worden alvorens zorg in te zetten of in samenwerking met andere zorgaanbieders. Wel ben ik van mening dat dit het beste iemand kan zijn van een welzijnsorganisatie als de SWO of MEE en niet van een zorgaanbieder. Dit om belangenverstrengeling onderlinge concurrerende positief van verschillende organisaties.
Uiteraard zal het onderwerp palliatief-terminale zorg (PTZ) nadere aandacht krijgen bij de uitwerking van de hoofdthema’s van de notitie. In de notitie hebben wij inmiddels een paragraaf toegevoegd over specifieke situaties en noemen de PTZ daarbij als voorbeeld.
Dank voor uw reactie
Punt b: Dit punt sluit aan op het vorige, eerst kijken wat iemand zelf nog kan en dan pas richten op voorzieningen. Zo veel mogelijk autonomie en slecht een beroep doen op voorzieningen als dat noodzakelijk is. Zo kunnen we de zorg beheersbaar en betaalbaar houden.
Stichting Maatschappelijk e Opvang Breda
Punt c: Samenwerking is hierbij een uitgangspunt, wat mijn inziens erg belangrijk is om cliënten zo goed mogelijk van beschikbare en benodigde zorg te voorzien. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Geen Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja ik herken de uitkomst van de bijeenkomst waaraan ik geparticipeerd heb. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Voor SMO Breda zijn de volgende 3 onderwerpen het mest relevant: Het op pagina 3 genoemde Stedelijk Kompas is voor SMO Breda een zeer belangrijk kader waarin zij haar werkzaamheden nu en in de komende jaar zal en dient uit te voeren. Alhoewel dak en thuislozen in hun val naar beneden veel kwijt zijn geraakt ( inkomen, werk, sociaal netwerk, gezondheid etc) werken ook wij vanuit de “eigen kracht” benadering om dat wij van mening zijn dat de cliënt ondersteunt door SMO Breda in samenwerking met collega organisaties alles in het werk dienen te stellen om indien mogelijk en naar vermogen de eigen verantwoordelijkheid weer te
Dank voor uw reactie.
14
Stedelijk Platform Zorgaanbieders Raffy Stichting De Breedonk WZC Zuiderhout Ruitersbos Careyn Stichting De Leystroom Stichting Elisabeth Surplus Zorg Thebe Amarant
nemen. Ook al zullen de mogelijkheden beperkt blijven zien wij het bij een groeiende vraag en beperktere middelen als een uitdaging naar mogelijkheden te zoeken om bepaalde ondersteuning meer collectief en vanuit een andere invulling van ons vakmanschap aan te bieden. Zodoende hopen we de stijgende vraag/ meer cliënten met een geringer budget te kunnen helpen. Wij zien het samenwerken met collega organisaties in een georganiseerd verband waarbij dezelfde visie wordt gedeeld ( waar onder M&S) als onontbeerlijk om samen bij de ondersteuning van het herstelproces van dak en thuisloze cliënten de gewenste resultaten te bereiken. De cliënten van SMO Breda maken veelal een lang hersteltraject door. De cliënt is daarbij aangewezen op verschillende hulpverlenende of ondersteunende organisatie. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het onderwerp wat ik nog mis is de rol van samenwerkende financiers ( gezamenlijke visie en afstemming) waardoor ontschotting mogelijk wordt. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Compliment voor de inhoud en het gekozen proces om de kanteling vorm te geven via gesprekken, conferentie en inspraak op uitgangspuntennotitie. Ook voor de samenhang en verbinding met de transities Jeugd, Werken Naar Vermogen en passend onderwijs. De gekozen weg biedt een goede basis voor draagvlak, samenwerking en innovatie. We herkennen de inbreng en zienswijze van het Stedelijk Platform Zorgaanbieders Breda op een groot aantal punten. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? 1. Inhoud geven aan vraagverhelderende functie en innovaties De meerwaarde betreft in de visie van het Platform vooral de mogelijkheid om op wijken buurtniveau, afhankelijk van de aldaar spelende vraag, arrangementen te ontwikkelen die de betreffende doelstelling adresseren. Daarbinnen gaat het om ‘integraal werken’: de vraag van de cliënt bepaalt de inzet. Het aanbod is steeds afgestemd op diens mogelijkheden en die van relevante netwerken en geeft daarmee bij uitstek verdere gestalte aan het nieuwe denken over ‘zorg’. Steeds is de lijn ‘één cliënt, één plan’. Daarmee zullen ook geheel nieuwe arrangementen ontstaan waarbinnen het ‘oude’ onderscheid tussen welzijn en zorg meer vloeibaar wordt en uiteindelijk geheel zal vervagen en plaats zal maken voor nieuwe concepten en praktische innovaties die leiden tot kostenbesparingen en bijdragen aan een kennisinfrastructuur.
Dit onderwerp zal terugkomen bij de nadere uitwerking van de hoofdthema’s van de notitie. Dank voor uw reactie en de meegestuurde bijlagen.
De gemeente vindt integraal werken belangrijk. Uw opmerking zal dan ook nadrukkelijk als citaat opgenomen worden in de notitie.
Dat alles zal ertoe leiden dat een kanteling plaats vindt van de zorgpiramide. Het primaat komt te liggen bij de eigen kracht en verantwoordelijkheid en meedoen. En voor burgers die kwetsbaar zijn, zijn steeds afdoende (collectieve en individuele) voorzieningen (en oplossingen) beschikbaar. We gaan uit van het concept wijknetwerk. Hierin zijn generalisten beschikbaar die oplossingen bieden voor de vraagstukken van cliënten. 2. Goede samenhang en regie aan te brengen met de andere transities (jeugd, passend onderwijs, WWNV en IQ maatregel) naar inhoud, organisatie en tijdsplanning. Met de veranderingen in de rol van de gemeente wordt het immers mogelijk om meer veel meer eenduidig regie te voeren op de sociale opgave en samenhang te brengen in geldstromen. Dit alles geeft een impuls aan de samenhang op het gebied van wonen-welzijn-zorg-onderwijs en arbeid. In de transitie AWBZ naar WMO is ook veel LVB jeugd betrokken (begeleiding), waarvan in een later
Deze onderwerpen zullen nader uitgewerkt worden bij de concretere invulling en uitwerking van de hoofdthema’s van de notitie. Zoals in de notitie verwoord zal de gemeente bij de voorbereiding van de concretere invulling/ uitwerking van de hoofdthema’s in overleg treden met relevante partijen in de stad.
15
stadium dmv de transitie jeugd en WNV de andere velden overgaan. Tevens liggen er kansen om door middel van onderwijs-zorgarrangementen vanuit passend onderwijs kinderen met een beperking beter en meer afgestemd te ondersteunen. Voor de leerlingen in de school of dag/behandelcentra, maar ook een goede verbinding met de ondersteuning van de gezinnen waarin de kinderen opgroeien. 3.
MEE WestBrabant
Expliciete verbinding met het regionale samenwerkingsverband van de 18 gemeentes in West Brabant. Strategische agenda West Brabant is ontwikkeld onder leiding van Paul van Gennip waarbij het doel is: Geïntegreerd aanbod Regelarme invoering AWBZ Kanteling, met focus op eigen kracht en participatie Binnen dit samenwerkingsverband is het plan “”regelarm, samenhangend en efficiënt aanbod van extramurale zorg in de regio West Brabant”ontwikkeld met als doel te komen tot een adequaat indicatiebeleid en standaardisering. In de pilot worden 3 onderwerpen uitgewerkt, te weten het inkoopproces, de indicatiestelling en verantwoordings- en registratiesystemen (zie bijlagen) Ministerie van VWS is actief betrokken en investeert dmv inzet van coaches. Gemeente Breda is akkoord met fase 1 en 2 van dit plan. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Wat gebeurt er met de bestaande gebruikers na 1-1-2014? Wordt er nagedacht over een overgangsregeling voor deze groep of gaan ze mee in de nieuwe concepten. Wat wordt verstaan onder afrekenen op resultaat? Betekent dit dat er op basis van consensus tussen gemeente en aanbieders de resultaten worden bepaald? Aandacht voor de stem van de cliënten via cliëntenraden en WMO-raad. Via het Stedelijk Platform Zorgaanbieders vindt gestructureerd overleg met de cliëntenraden plaats. Ketenzorg en koppeling met zorgpaden is onderbelicht. Een deel van de cliënten blijft te maken hebben in de nieuwe situatie met AWBZ financiering. Dit vraagt om een nauwe samenwerking met de zorgverzekeraar. Dit om de administratieve druk bij zorgaanbieders te verlagen (zie bijgevoegde brief Ministerie van VWS “Standaardisering inkoop e.a. voorwaarden verzekeraars en gemeenten” d.d. 3 april 2012). Het zorgplatform staat, positief ten opzichte van het laagdrempelig en dichtbij organiseren van de vraagverhelderende functie. Daarbij is het belangrijk te bedenken dat niet iedere cliënt in staat is om de eigen zorgvraag te omschrijven. Wanneer zij tijdens het keukentafelgesprek mede bevraagd worden door een expert met kennis van de beperking is het eenvoudiger de vraag juist te duiden. De voorgenomen transities vragen om een grote omslag in denken en handelen van overheid, professional en burger/cliënt. Aandacht in dit proces is nodig in tijd en sturing van deze cultuurverandering om tot duurzame oplossingen te komen Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja, prima weergave. Aanvulling: Het gaat om het aanspreken van eigen kracht van burgers en deze vooral ook versterken door het structureel en breed inzetten van het sociale netwerk. Aanspreken van eigen kracht alleen is onvoldoende omdat mensen juist sommige zaken niet alleen kunnen en we een maatschappelijke
De gemeente maakt deel uit van dit samenwerkingsverband en is betrokken bij de ontwikkelingen.
Het College gaat ervan uit dat de hier door u genoemde punten aan bod gaan komen bij de verder uitwerking van de hoofdthema’s die genoemd zijn in de notitie. Bij de concretere invulling en uitwerking van de hoofdthema’s zal de gemeente met relevante partijen uit de stad overleggen.
Dank voor uw reactie
16
Stichting InfoMéér
cultuur omslag willen maken met meer onderlinge kontakten in de directe eigen sociale omgeving en het vergroten van sociale betrokkenheid in het algemeen. Dit is er niet zomaar. We moeten hierin investeren opdat het sociale netwerk “weer” gaat werken als basis voor directe betere en duurzame participatie van kwetsbare burgers. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? 1. De vraagverhelderende functie: Belangrijk vanwege de noodzaak dat deze functie kwalitatief goed uitgevoerd wordt, met kennis van leven met beperkingen en ervaring hoe op een positieve manier het netwerk betrokken kan worden. De pilot die wij in coproductie met de gemeente Breda en andere gemeenten gaan uitvoeren (10 trajecten vraagverheldering) sluit hierbij aan. 2. Versterken eigen kracht van de burger, sociaal netwerk en voorliggende voorzieningen: Zie hierboven. Nadruk op sterke voorliggende voorzieningen is van belang opdat versnippering voorkomen kan worden. Sluit aan bij het initiatief Sociaal Team (IMW, WIJ, MEE) 3. Verbinding met andere transities en beleidsterreinen: Noodzaak om cliënten die naast de WMO ook beroep moeten blijven doen op AWBZ e.d. te ondersteunen in het realiseren van de goede ondersteuning en niet te verdwalen in de verschillende financieringsstromen/ regelingen of onnodig bureaucratisch belast te worden. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Een vorm van laag intensieve trajecten (onderhoud o.i.d., er zijn allerlei benamingen voor in omloop). Wij verwachten dat voor de meest kwetsbare groepen naast het betrekken van het sociale netwerk (sociale netwerkstrategieën) er een vorm moet zijn waarbij proactief de vinger aan de pols gehouden kan worden. Bijvoorbeeld 1 keer in de 3 of 6 maanden samen met de betreffende burger/cliënt het netwerk bij elkaar roepen om te kijken of dit nog verbonden is en of zij nog kunnen waarmaken wat was afgesproken. Hiermee voorkom je dat als het netwerk weer in elkaar zakt er eerst van alles mis gaat voordat er aan de bel getrokken wordt. Denk bijvoorbeeld aan een netwerk rond ouders met een verstandelijke beperking (een beperking is immers levenslang). Ook voor een netwerk is het belangrijk dat zij gezien worden en het kunnen volhouden. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja, grotendeels wel. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? - Dat van de 2300 Bredanaars met een indicatie voor extramurale begeleiding 37%(van >18jaar) een psychiatrische beperking heeft. - Structuur aan het leven en regie - Mogelijkheden om zelfredzaamheid en participatie te optimaliseren (o.a. door coördinatie/ ruimte voor deskundigheid van professionals). - Combinatie van arbeid en zorg. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het belang van collectieve voorzieningen en projecten, los van een zorginstelling en/of indicatiestelling. Mensen die lange tijd in een patiëntenrol hebben vertoeft moeten mogelijkheden hebben om zich als burger in een veilige omgeving (laagdrempelig) verder te ontwikkelen.
Uw reactie zal bij de uitwerking van de hoofdthema’s, met name bij de uitwerking van de vraagverhelderende functie, meegenomen worden.
Dank voor uw reactie
Dit onderwerp zal aandacht krijgen bij de uitwerking van thema b van de notitie.
17
Lievegoedzorggroep, De Beukenhof
Zorgbelang Brabant
Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja, zeer volledige weergave. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? - De ontwikkeling van een combinatie van zorg en arbeid.(pagina 3) De Beukenhof kan als zorgboerderij een voorbeeldfunctie zijn waar deze combinatie reeds succesvol wordt toegepast en een serieuze bijdrage levert aan de economie van de stad Breda. - De kanteling: eigen mogelijkheden en eigenkracht van mensen zijn ook kernwaarden binnen onze antroposofische visie en werkwijze (wij richten ons niet op de beperking maar op de gezonde kern van de mens). Een andere kernwaarde voor de Beukenhof is gemeenschapszin en zingeving. Door de hechte woon en werkgemeenschap van de Beukenhof zijn wij instaat mensen een sociaal netwerk te bieden. (voordat er sprake moet zijn van individuele voorziening.) Dit sluit aan bij schema positionering op blz 4. - Het verlangen (pagina 6) dat organisaties ook in staat moeten zijn verbanden met overige ontwikkelingen, bijvoorbeeld de andere decentralisaties, aan te brengen. De Beukenhof stelt zich ten doel om meerdere doelgroepen, met verschillende zorgvragen te bedienen. Daarnaast zijn er zeker mogelijkheden om mee uitvoering te geven aan de Wwnv. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Er zijn geen ambities geformuleerd bij het vormgeven van de regionale samenwerking. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? De voor mij belangrijkste uitkomsten van de bijeenkomsten op 29 februari jl. herken ik in de notitie. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Aanleiding Niet alleen de extramurale functie begeleiding wordt geschrapt uit de AWBZ, maar ook de functie kortdurend verblijf. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de compensatie van de huidige extramurale AWBZ functies begeleiding en kortdurend verblijf.
Dank voor uw reactie.
Regionale samenwerking is een belangrijk punt die zeker terug zal komen bij de verdere uitwerking van de notitie. Zie ook de eerdere opmerkingen hierover.
Dank voor uw reactie.
Om wie gaat het? Het gaat óók om mensen die nu thuis wonen met een extramurale AWBZ indicatie, permanent toezicht nodig hebben, en continu één op één begeleiding behoeven. Om hen te behoeden voor gevaarlijke situaties, en continue noodzakelijke begeleiding te bieden bij hun “zelfredzaamheid”. Thuis, tijdens dagbesteding, en / of binnen het speciaal onderwijs. Naast de extramurale AWBZ functie begeleiding individueel wordt thans aan deze doelgroep onder bepaalde voorwaarden een AWBZ indicatie voor kortdurend verblijf toegekend. Om inderdaad de mantelzorgers / overige gezinsleden te ontlasten. Waar gaat het om? De decentralisatie van de extramurale AWBZ functies begeleiding en kortdurend verblijf. IQ maatregel Het feit dat mensen met een IQ tussen 70 en 85 straks geen aanspraak meer kunnen maken op
18
begeleiding vanuit de AWBZ betekent inderdaad niet dat deze doelgroep straks helemaal geen begeleiding meer nodig heeft bij hun zelfredzaamheid en / of deelname aan de maatschappij. Ook voor deze burgers blijft de compensatieplicht van toepassing. Wat moeten we gaan doen, wat willen we bereiken? Met de decentralisatie van de extramurale AWBZ functies begeleiding en kortdurend verblijf naar de Wmo……. 6. …..voor de positionering van de decentralisatie van de functies begeleiding en kortdurend verblijf…..
Koninklijke Visio “De Blauwe Kamer”
Uitwerking korte termijn In mei en juni wordt bekeken hoe de decentralisatie van de functies begeleiding en kortdurend verblijf vorm kan krijgen binnen de subsidieuitvraag. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Bij punt 2 heb ik per alinea van de notitie de punten aangegeven die ik mis, of punten die m.i. aangescherpt moeten worden. Omdat sommige van mijn punten bij verschillende onderwerpen uit de notitie terug komen worden deze punten per onderwerp herhaald. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Grotendeels wel, zijn wel benieuwd naar de gedachtegang over de samenwerking tussen de Nederlandse gemeenten. Gezien het feit dat wij maar een zeer beperkt percentage van de totale groep bedienen en daarnaast met veel gemeenten te maken hebben zitten wij niet echt te wachten op veel verschillende uitvoeringen van de WMO en eigen regels die gemeenten aan ons opleggen. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? toegang tot de zorg moet dicht bij zijn en laagdrempelig > hoe wordt dit vorm gegeven voor onze (specifieke) doelgroep? gemeente gaat bestuurlijk aanbesteden (zelf selecteren) > het is dus echt noodzaak dat Visio goed ‘in beeld’ is bij de gemeente. Het bleek vanuit overleg met de coördinator dat we als specialistische organisatie nu nog niet echt in beeld waren (ZG sector) “Dure professionele hulp wordt pas als laatste ingezet” > dit kan de kwaliteit van zorg doen afnemen voor onze cliënten en het is cruciaal wie er straks bepaalt of dit wel/niet nodig is voor de cliënt. Zeker vanuit het feit dat het vaak gaat om specialistische ondersteuning die wij als expertiseorganisatie bieden. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? hoe om te gaan met de relatief kleine groepen (zoals ZG cliënten) die specialistisch hulp nodig hebben > vallen denk ik niet onder het kopje ‘algemene’ begeleiding of ‘gewoon’ logeren fysieke aanpassingen die nodig zijn voor ZG cliënten zijn alleen binnen ZG-instellingen aanwezig > hoe wordt hier straks mee omgegaan? hoe weet de gemeente straks welke capaciteit wij als zorgaanbieder hebben (extramurale dagbesteding, logeren, etc…) als ze zelf gaat selecteren?
Iedere keer als er in de notitie staat ‘decentralisatie begeleiding’ wordt de AWBZ-functie bedoeld, inclusief het kortdurend verblijf en vervoer. De overige door u aangehaalde punten betrekt het college bij de verdere uitwerking. Dank voor uw reactie.
Uw opmerkingen zullen meegenomen worden bij de verdere uitwerking van de notitie.
Het is bekend dat het op dit terrein om een kleine doelgroep gaat met een specifieke vraag. Bij de Kamerbehandeling is hier ook bij stil gestaan, waarop is aangegeven dat er een handreiking komt voor gemeenten op dit onderdeel. De groep is in beeld bij de gemeente. Bij de uitwerking van de vier hoofdthema’s van de notitie zal de gemeente in overleg treden met relevante organisaties om nadere uitwerking te geven aan de positionering van de begeleiding, ook op dit terrein.
19
Humanitas DMH
Is het mogelijk en wenselijk dat bij onvoldoende middelen vanuit de gemeente blinde/slechtziende cliënten niet worden gecompenseerd / geen hulp wordt gegeven? (politiek zal dat gevoelig liggen)
De gemeente heeft een compensatieplicht en ongeacht het beschikbare budget, zal ze aan deze compensatieplicht moeten voldoen.
Kindergroep komt er wat weinig in voor en daar zit juist de cliëntenpopulatie vanuit ons.
Ook voor de kindergroep zal aandacht zijn bij de verdere uitwerking van de notitie.
Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ik herken de toon van de bijeenkomst zeker. Complimenten hoe dit helder, kort en overzichtelijk is weergegeven. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? 1. Ontwerp vraagverhelderende functie Ik herken uw stelling dat burgers nu bij verschillende kanalen / organisaties met een vraag rondom begeleiding terecht kunnen. Er moet gekeken worden welke vraag de burger heeft en hoe deze goed beantwoord kan worden. Een coördinerende functie hiervoor die de ‘problemen’ van de burger in kaart brengt en houdt totdat ze opgelost zijn is essentieel. Vooral voor onze cliëntgroep (Licht verstandelijk gehandicapte jongeren) is dit belangrijk om escalatie en dus benodigde inzet van duurdere zorg te voorkomen. Wel moet rekening gehouden worden met het feit dat deze groep niet altijd zelf met een vraag zal komen, maar hierin actief benaderd moeten worden op een laagdrempelige manier. Houdt hierin wel rekening met de diversiteit van doelgroepen en bijbehorende expertise.
Dank voor uw reactie.
Het goed ontwerp van deze functie is volgens Humanitas DMH de manier om burgers weer in hun kracht te zetten. 2. Organisaties moeten over hun grenzen heen kijken en samenwerken Dit gaat heel erg over Ketensamenwerking over de verschillende beleidsgebieden heen. De praktijk leert dat dit nu soms lastig gaat en dat de financierende partij hierin een belangrijke regierol moet pakken om de samenwerking te stimuleren. Wij zijn erg benieuwd hoe dit zich verhoudt tot de keuze van het subsidiestelsel of bestuurlijke aanbesteding. 3. Koppeling 3 D’s Door de 3 decentralisaties (begeleiding, WWnV, transitie jeugdzorg) aan elkaar te verbinden in de uitvoering kunnen dubbelingen voorkomen worden en kunnen betere oplossingen voor de burgers gecreëerd worden. Veel van de burgers met een verstandelijke beperking hebben of krijgen in hun leven met alle drie de gebieden te maken. De koppeling is volgens ons dus essentieel om de burger goed te kunnen helpen en om alles financieel houdbaar te houden. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Hoe denkt de gemeente de bureaucratie tegen te gaan? Het terugdringen van het gedoe zoals verwoord door de wethouder op de bijeenkomst op 29-2. Samenhang met de Zorgverzekeringswet
Het terugdringen van de bureaucratie zal een onderwerp zijn die bij de verdere uitwerking van de hoofdthema’s nadere invulling zal krijgen en met name bij de bestuurlijke aanbesteding een bespreekpunt zijn.
20
Cliëntenraden VVT
Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Naar de workshops waar ik geweest ben is het :JA Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? 1 De vraag van de Burger staat centraal. Ik twijfel over MEEDOEN@BREDA omdat ik dat niet kan inzien wat dit inhoud of ik deze op de derde plaats zou willen plaatsen maar naar mijn gevoel komt dit wel op de derde plaats.
Dank voor uw reactie.
2 Er worden innoverende aanpakken verwacht waarbij zo veel mogelijk samenwerking gezocht wordt. 3 In de verantwoording krijgt de (ervaren ) kwaliteit van de ondersteuning een plaats. Waarom ik deze heb gekozen: omdat hier de klanten , clienten, bewoners, patienten. in alles belangrijker zijn dan het eigen belang van wie dan ook. dit is n.l. ook mijn doel waarom ik al dit werk doe. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het Budget wat het Rijk ( den Haag ) aan de gemeente Breda geeft.dat de overhead zo min mogelijk van het budget afgeroomd wordt en dat het budget wat ook bedoelt is voor de clienten geoormerkt wordt voor dit doel zodat de Bredase burgers hier optimaal gebruik van kunnen maken van deze manier van zorg leveren door de gemeente Breda met samenwerking van de diversiteit aan beroeps van alle zorgverleners van welke organisatie dan ook
GGMD voor doven en slechthorenden
Ik bedoel hier duidelijk mee dat: dit geldt niet gebruikt wordt voor straatlantaarns,voor een brug,en ook niet om de begrotingsgaten te kunnen dichten, maar zuiver voor de zorg verlening van de in Breda wonende clienten. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ik ben er zelf niet bij geweest en weet dus niet wat allemaal wel en niet aan de orde is geweest. Maar ik mis in uw notitie aandacht voor de positie van kleine specialistisch begeleide groepen. GGMD bedient in het hele land één zo'n groep: volwassen doofgeborenen en doofblinden. In uw gemeente waren dat in 2011 slechts 5 cliënten. Er is geen andere gespecialiseerde aanbieder voor ambulante begeleiding van volwassen doofgeborenen. Ik zend u met mijn mail, waarin deze reactie, tevens actuele beschrijvingen van cliëntprofiel en productbeschrijving voor beide doelgroepen. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Toegang. Het moge duidelijk zijn, dat voor de dove/doofblinde het keukentafelgesprek niet tot stand komt. Een
Het is niet verstandig om het budget te oormerken. Oormerken van het budget betekent o.a. dat verbindingen met andere beleidsterreinen zoals de Wet werken naar vermogen en de decentralisatie Jeugdzorg minder goed gemaakt kunnen worden. I.p.v. oormerken van het budget vindt de gemeente het belangrijker om goede sturing op resultaten te realiseren en te monitoren dat dit goed gebeurd.
Dank voor uw reactie Het is bekend dat het op dit terrein om een kleine doelgroep gaat met een specifieke vraag. Bij de Kamerbehandeling is hier ook bij stil gestaan, waarop is aangegeven dat er een handreiking komt voor gemeenten op dit onderdeel. De groep is in beeld bij de gemeente. Bij de uitwerking van de vier hoofdthema’s van de notitie zal de gemeente in overleg treden met relevante organisaties om nadere uitwerking te geven aan de positionering van de begeleiding, ook op dit terrein.
Het zijn relevante punten die bij de uitwerking van de positionering
21
tolk alleen is niet toereikend (zie cliëntprofiel). Ook onder de AWBZ is daarom al bij wijze van uitzondering de loketfunctie belegd bij de ZG-instellingen, die de indicatieaanvragen bij het CIZ verzorgen. Wij zijn graag bereid die rol ook voor u op te pakken. Kanteling. Ik verwijs u weer naar het cliëntprofiel. Veel doven redden het op eigen kracht binnen hun netwerk. Maar de dove/doofblinde die op onze begeleiding een beroep doet, ontbreekt het door zijn voorgeschiedenis aan eigen kracht. Zij hebben in hun omgeving geen netwerk, want de communicatie met horenden ontbreekt. Om dezelfde reden kunnen zij niet terecht bij collectieve voorzieningen. Voor collectieve voorzieningen voor alleen doven zijn de aantallen veel te gering. Aldus komt het voor hen helaas toch altijd aan op een individuele voorziening.
SOVAK
Valkenhorst / Safegroup
Aanbesteding. GGMD bedient in het hele land 600 cliënten, verspreid over alle gemeenten. Natuurlijk willen de gemeenten in principe allemaal zelf zaken doen met aanbieders van individuele voorzieningen, maar in ons geval gaat dat een onhanteerbare administratie van verschillen in voorwaarden betekenen. Bovendien gaat het per gemeente om miniem kleine aantallen. Wij pleiten ervoor, dat gemeenten op bovenregionaal niveau (in ons geval landelijk?) onze dienstverlening contracteren. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Bovenstaande. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Zeker Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? De notitie sprak ons aan en daarom hebben wij zelfs 5 punten: Eén coördinator die gekoppeld is aan de burger met een goede kennis van de sociale kaart. Is een vorm van casemanagement waarbij één aanbieder het voortouw kan nemen. Bestuurlijk aanbesteden: levert voor aanbieders minder administratieve druk en nodigt uit tot samenwerken Innovatie biedt ruimte voor groepsgerichte aanpak, wat nu binnen de AWBZ bij een indicatie Begeleiding Individueel niet mogelijk is. Een groepsgerichte aanpak biedt mogelijkheden voor besparing, het sluit goed aan bij de netwerkgedachte en het biedt ruimte voor samenwerking met collega aanbieders. Resultaatgerichtheid is een goede gedachte. Het dwingt tot beantwoording van de vraag welk probleem je op gaat lossen. Het proces continu voorzien van een cliëntperspectief Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Op pag 2, op weg naar een nieuwe taak schrijft u: de burger moet zijn vraag dicht bij hem of haar in de buurt kwijt kunnen. SOVAK heeft eerder aangegeven dat haar Buitenschoolse Opvang op de Liduina school een regionale functie vervult (net zoals deze school dit doet). Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012?
van de begeleiding aandacht moeten krijgen. De positionering van de begeleiding van deze doelgroep, zal vanwege het specifieke karakter, een onderwerp zijn waarover de gemeente bij de uitwerking van de hoofdthema’s met relevante partijen in de stad nader in gesprek gaat. Naar aanleiding daarvan zullen keuzes gemaakt worden.
Dit punt is ook aan de orde geweest bij de Kamerbehandeling waarop is aangegeven dat er een handreiking komt over hoe gemeenten hier het beste mee om kunnen gaan. Daar waar het slim is om verbindingen te leggen zal de gemeente dat zeker doen.
Dank voor uw reactie.
De gemeente is ook in gesprek met het speciaal onderwijs en heeft aandacht voor de regionale functie daarvan en daarmee voor de regionale functie van bijvoorbeeld uw activiteit. Dank voor uw reactie.
22
Voor een belangrijk deel. U geeft in de eerste 4 pagina’s vooral informatie over de decentralisatie. Vanaf blz 5 gaat u in op de bijeenkomsten van 29 februari en beschrijft u de manier waarop de gemeente Breda om denkt te gaan met hetgeen genoemd is op 29 februari. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? ‘Wat gaan we doen, wat willen we bereiken’, omdat dat op meerdere onderdelen in lijn ligt met de visie en werkwijze van Safegroup. Met name de punten 2, 3, 4, 6, 7. Wij herkennen ons hier dus in. De vraagverhelderende functie (punt a. blz 5). Hier is sprake van – naast andere zaken – vraagverheldering, laagdrempelig, dichtbij de burger, via één coördinator, toegang op lokaal/wijkniveau, onafhankelijk van aanbieders, ondersteuningsvraag centraal. Onze reactie: onze ambulante dienstverlening past prima in het beeld dat u hier schetst. Maar als regionaal (en deels ook landelijk) werkende residentiële vrouwenopvang werken we niet op lokaal-/wijkniveau. Vanwege de relatief beperkte doelgroep van de vrouwenopvang bestaat de kans dat ‘één coördinator op lokaal-/wijkniveau’ te weinig deskundigheid kan ontwikkelen om de toegang tot de residentiële opvang adequaat vorm te geven. Daar tegenover staat dat wij als Safegroup juist heel erg gericht zijn op het versterken van de eigen kracht van onze cliënten (punt b. blz 6) en het bevorderen van (de ontwikkeling van) het sociale netwerk van de vrouwen, zodat zij zo gauw als mogelijk (weer) zelfredzaam zijn. Over het algemeen verblijven de vrouwen en hun kinderen maximaal 6 tot 9 maanden in de opvang. In ons short-stayhostel in Roosendaal is dat zelfs teruggebracht tot maximaal 3 maanden. Daarbij is het resultaat leidend, niet ons aanbod, onze begeleiding. Het kan dus ook zo maar zijn dat we de ene cliënt relatief kort begeleiden, en de andere langer. Onder punt c. op blz 6 en 7 noemt u het ‘bestuurlijk aanbesteden’. Mede vanwege onze bijzondere doelgroep willen wij graag hardop met u meedenken om te laten zien hoe wij innovatief, slim en efficiënt werken om de resultaten te bereiken, die u voor ogen heeft. Wij zien er naar uit dat u ons uitnodigt om te laten zien hoe wij bijvoorbeeld werken met de methodiek van IJK-cliënten om de ‘zwaarte’ van de cliënt te duiden in combinatie met de fase van het begeleidingsproces (meer/minder begeleiding). Wij willen dus graag betrokken zijn bij het bestuurlijk aanbesteden van de doelgroepen: Vrouwen (en hun kinderen) die te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld Tienermoeders met diverse problematiek Een belangrijk aspect binnen de activiteiten van Safegroup is het feit dat wij de AWBZBegeleiding van de vrouwen nu al vaak combineren met ‘jeugdzorg’ van/voor hun kinderen. Onder ‘uitwerking lange termijn’ blz 6 noemt u dit. Daarnaast hebben de vrouwen ook vanzelfsprekend te maken met (toeleiding naar) scholing en/of arbeid. U noemt de Wet werken naar vermogen op blz 6). Onze hulpverleningsactiviteiten vinden dus al plaats op het snijvlak van de drie transities. Wij brengen dit graag onder uw aandacht. Samenwerking is belangrijk voor Safegroup. Wij werken samen met veel partners van het maatschappelijk middenveld, wij zijn pro-actief en innoveren waar dat een meerwaarde heeft voor onze doelgroep. We zijn dan ook bezig met alternatieve begeleidingsvormen als bv de ontwikkeling van een educatieve game en social media. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom?
23
NSWAC
Wij zijn benieuwd naar de randvoorwaarden, die u noemt op blz 8 in de laatste alinea.
Zoals in de notitie is aangegeven zullen deze randvoorwaarden nader uitgewerkt worden waarbij de gemeente in overleg zal treden met relevante partijen uit de stad.
Wat we missen is de wijze waarop de gemeente Breda om denkt te gaan met administratieve lastenverlichting voor organisaties als Safegroup.
Administratieve lastenverlichting zal een onderwerp zijn die bij de verdere uitwerking van de hoofdthema’s nadere invulling zal krijgen en met name bij de bestuurlijke aanbesteding een bespreekpunt zijn.
Safegroup werkt regionaal en heeft dus te maken met meerdere gemeenten in ons werkgebied. We zouden het prettig vinden ook t.a.v. AWBZ-begeleiding na de transitie Breda - als centrumgemeente die alle andere gemeenten vertegenwoordigd en mandaat heeft - als gesprekspartner te houden voor de begeleidingstrajecten in Valkenhorst, de short-stay en ambulant.
Zoals in de notitie is opgenomen wordt bij de uitwerking van de uitgangspunten rekening gehouden met bestaande processen en aanpakken. Het college betrekt uw vraag bij de ontwikkeling van het voorgenomen beleidskader voor vrouwenopvang.
Naast de functie die Safegroup heeft voor de regio West-Brabant, hebben wij ook een landelijke functie. Bv bij het verzorgen van een veilige plek elders voor een vrouw met kinderen, of wanneer specifieke expertise (eergerelateerd geweld, mannenopvang) dat vraagt. Ook worden in Breda en Roosendaal deels vrouwen uit andere werkgebieden geplaatst als dat ivm veiligheid of gezien onze expertises weer beter is. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ja de notitie is herkenbaar. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? ‘coördinerende functie’ en het ontwikkelen en onderhouden van een sociale kaart, zodat je goed overzicht hebt van de vragen die er liggen en de mogelijkheden qua zorgaanbieders/subsidies die er zijn.
Pag. 5a vraagverhelderende functie Een zeer essentieel onderdel van het gehele traject m.i. Hierbij is het wel noodzakelijk dat personen die deze activiteiten oppakken zeer goed geïnformeerd zijn over de doelgroep. Kennis van o.a. NAH en diverse complexe handicaps is hierbij van essentieel belang. Zo moet men instaat zijn om ook “ vragen’ van de klant te decoderen. Pas dan kan men goed beoordelen wat de burger / klant echt nodig heeft aan zorg. Hierin zit wel mijn zorg, dat met name klanten/burgers met een beperkt zelfinzicht en zicht op hun ziektebeeld en de “zorg - vermijder “ niet die zorg ondersteuning krijgt die hij behoeft. Hierbij zijn zaken als het versterken van het sociale netwerk, eigen kracht en gebruik maken van voorliggende voorzieningen zeker moeten worden ingezet, maar zal voor deze doelgroep onvoldoende zijn.
Dank voor uw reactie.
De gemeente deelt uw mening. Dit zal nog explicieter verwoord worden in de notitie.
Pag. 6 Positionering van de individuele voorzieningen Zoals de bestuurlijke aanbesteding in deze notitie wordt beschreven, waarin het accent ligt op samen, vind ik een zeer positieve insteek. Hiermee wordt niet alleen gekeken naar het financiële aspect, maar komen ook de genoemde zaken aan de orde: kwaliteit, resultaatgerichtheid, borging en inzet van reeds aanwezige kennis. Maar ook zaken als indicatiestelling, administratieve lastenverlichting e.d. komen aan de orde
24
Samenwerking tussen organisaties om zo resultaatgericht en kostenefficiënt mogelijk te kunnen werken. Veel organisaties houden zich nu toch voornamelijk bezig met ‘hun eigen toko’, er zijn aanbieders die hetzelfde zorgaanbod hebben of die goed aansluiten op elkaars zorgaanbod. Laat hen gaan samenwerken. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Je ziet nu vooral dat men door de overgang naar de WMO er lokaal/plaatselijk gericht is. Men wil ook een kennisinfrastructuur inrichten (sociale kaart, platform, intervisie, onderwijs etc.). Maar de doelgroepen die we bedienen zijn heel divers, dus hoeveel wil je dan ontwikkelen in deze stad voor iedere doelgroep (loont dat?)? Er moet ook aandacht zijn voor regionale / provinciale / landelijke organisaties en projecten, daarmee zal ook goede afstemming, samenwerking en kennisoverdracht moeten zijn.
Hier zal bij de verdere uitwerking van de notitie zeker aandacht voor zijn.
Bij NAH denk ik dan bijvoorbeeld aan het NAH samenwerkingsverband in West-Brabant of aan Vilans. Maar voor andere doelgroepen zijn er wellicht ook soortgelijke projecten afstemmingsoverleggen.
Stichting Prisma
Bedoel ermee aan te geven dat men er waakzaam voor moet zijn dat men qua kennisinfrastructuur niet teveel ‘intern’ op Breda gericht is, maar dat zaken ook aansluiten op andere gemeentes / regio’s / provincies / dan wel landelijk.
Hier zal bij de verdere uitwerking van de notitie aandacht voor zijn.
Combinaties en samenwerking met zorgaanbieders/ professionals en vrijwilligers. Een goede mix van professionals die ondersteund worden door vrijwilligers, die hiervoor een toegesneden scholing hebben gekregen, zou extra kunnen worden gestimuleerd. Dit zou m.i. een combinatie kunnen zijn die door de zorginstellingen wordt opgepakt. Selectie en scholing, boeien en binden van vrijwilligers.
De rol van vrijwilligers en het belang van het versterken van informele zorg, onbetaalde zorg zal meer benadrukt worden in de notitie. Bij de verdere uitwerking zal scholing een belangrijk aandachtspunt zijn.
Samenwerking met aangrenzende gemeenten, om zo ook te komen tot een intergemeentelijke inzet van middelen en infrastructuur. In deze notitie wordt geen melding gemaakt van het benutten van reeds aanwezige infrastructuur. Voor sommige vraagstukken is het zaak dat er samengewerkt wordt tussen de gemeente om de burgers ook iets aan te bieden wat duurzaam kan worden gecontinueerd. Regionale voorzieningen, zoals NSWAC die heeft worden hierdoor m.i. onderbelicht Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ik herken in de notitie zeker een aantal elementen uit de bijeenkomst van 29 februari. Gelukkig is een en ander in de notitie verder uitgewerkt en zijn standpunten van de gemeente Breda herkenbaar. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? -Ik ben blij met de uitwerking van de vraagverhelderende functie. Deze is belangrijk in het proces. Valkuil is daarbij wel dat uitgegaan wordt van het traditionele aanbod of dat de vraagverheldering een compleet intakeproces gaat worden. Dat lijkt me alleen van toepassing voor de individuele voorzieningen. De term ondersteuningsvraag die gebruikt wordt is een term die nu veelvuldig in de VG gebruikt wordt en dan in een aantal gevallen meer in de zin van u vraagt en wij draaien, terwijl de nuances in de WMO wel degelijk anders liggen. Daar moet ook gezocht worden naar de vraag achter de vraag (geef mij een baan) of kan de oplossing in eerste instantie geen antwoord op de vraag lijken en toch de vraag beantwoorden. Geef iemand een baan en zijn eenzaamheidsproblemen worden opgelost.
Daar waar het slim is om verbindingen te leggen met regionale voorzieningen zal de gemeente dat zeker doen.
Dank voor uw reactie.
De gemeente deelt uw mening en dit zal zeker aandacht krijgen bij de verdere uitwerking van de notitie.
25
- Versterken van de eigen kracht van de burger is volgens mij het belangrijkste binnen de WMO. Dit wordt volgens mij niet gedekt door uitbreiding van voorliggende voorzieningen zoals in de notitie naar mijn idee wordt gesuggereerd. Het gaat dan bijvoorbeeld ook om het aanstellen van een regisseur die naast de kwetsbare burger staat en hem op weg helpt in het versterken van zijn eigen kracht. Wat ik hierin mis is ook hoe de overige burgers gestimuleerd gaan worden om een bijdrage te leveren aan het versterken van de eigen kracht van de medeburgers (netwerk vergroten).
Huisarts heer R. Roothans
Thuiszorg WestBrabant
- termijnen waarvoor de gemeente Breda kiest: Ik vind het goed dat de gemeente kiest om in de praktijk een en ander verder uit te werken door uit te gaan van opgedane ervaringen. Zo wordt voorkomen dat verkeerde keuzes gemaakt worden. De nota straalt uit dat burgers, gemeente en organisaties gezamenlijk de nieuwe WMO vorm kunnen gaan geven. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Ik mis met name de rol van de gewone burgers en bijvoorbeeld werkgevers en onderwijs in het verhaal. Juist daar liggen kansen om het netwerk van kwetsbare burgers te vergroten of bijvoorbeeld te zorgen voor zinvolle dagbesteding. Ook mis ik een nadrukkelijke visie van de gemeente wat zij van organisaties verwacht in het aangaan van samenwerkingsverbanden en het neerhalen van schotten. Ik verwacht dat dit in de toekomst wel verder uitgekristalliseerd zal worden. Zoals al eerder aangeven wil Prisma graag mee blijven denken en praten over de invulling van het verdere proces. Ik wens jullie veel succes bij de invulling van het verdere proces. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? - Wat willen we gaan doen, willen we bereiken? Missie moet duidelijk zijn. - Signalen – vraagverheldering. Ik ben huisarts en moet weten met wie ik contact moet leggen. - Kennisinfrastructuur. Goede sociale kaart erg belangrijk. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Waarom de coördinerende functie c.q. vraagverheldering een persoon zou moeten zijn. Waarom bijvoorbeeld niet een samenwerkingsverband (GGZ, IMW, buurtzorg, huisarts) Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? In belangrijke mate herken ik de conclusies en uitkomsten van de bijeenkomsten. Ik heb mij hierover laten informeren door een collega zorgaanbieder. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? De vraagverhelderende functie/wijkzuster. Positioneren individuele voorzieningen. Bestuurlijke aanbesteding. Deze onderwerpen hebben het meest te maken met de ondersteuningsbehoefte van onze cliënten en de wijze waarop de relatie tussen opdrachtgever (gemeente) en de aanbieders vorm wordt gegeven. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Hoe het sturen op resultaten vorm gegeven gaat worden. Dit is een belangrijk onderwerp van gesprek
Hoe de burger meer in de eigen kracht gezet kan worden is een van de onderwerpen die bij de uitwerking van de vier thema’s verdere invulling moet krijgen.
Dit zijn relevante punten die bij de verdere uitwerking van de notitie aandacht moeten krijgen. Samenwerking is een van de onderwerpen die bij de uitwerking van de thema’s uit de notitie nader ingevuld moet worden. Op alle vier thema’s die genoemd zijn in de notitie zal dit een belangrijk bespreekpunt zijn.
Dank voor uw reactie
Een concretere invulling van de vraagverhelderende functie moet nog uitgewerkt worden. Bij de invulling en uitwerking van dit thema zal de gemeente, zoals is aangegeven in de notitie, in overleg treden met relevante partijen uit de stad.
Dank voor uw reactie.
Dit is een belangrijk onderwerp en zal bij de nadere uitwerking van de
26
Theaterwerkplaats Tiuri
Onderling Sterk Breda e.o.
Impegno
tussen beide partijen i.s.m. de klankbordgroep (klantenperspectief). Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Mijn reactie als kleine aanbieder van deze bijzondere dagbesteding is dat we eigenlijk niet helemaal passen. We zitten in het snijvlak van cultuur / zorg / onderwijs; en door deze combinatie zijn we vernieuwend. Daarmee zit ik te denken dat de beste bijdrage aan het debat zou zijn om jullie (ambtenaren/wethouder) rondom de nieuwe voorstelling The Pink Swan uit te nodigen. Tevens de afdeling cultuur en onderwijs. En dat we jullie vertellen en laten zien wat we precies doen. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012? Ik heb deelgenomen aan deelsessie 2 “Anders met minder” en deelsessie 3 “De burger is opdrachtgever”. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Het is waar als iemand die moet indiceren weet wat de beperking is. Mensen verbloemen wel eens wat wat de leek niet altijd ziet. Dat kan een risico hebben. Mensen kunnen tussen wal en schip komen en daar zit niemand in uw college en de raad op te wachten. Vraag 1 Herkent u in de notitie de uitkomst van de bijeenkomsten van 29 februari 2012?
notitie, zeker aan de orde komen. Dank voor uw reactie. Het college ontvangt graag uw uitnodiging.
Dank voor uw reactie.
In de nadere uitwerking van de notitie zal het college ook stilstaan bij kennisontwikkeling. Dank voor uw reactie.
Het stuk geeft de implicaties van de decentralisatie AWBZ naar Wmo voor de gemeente Breda helder en inzichtelijk weer. Complimenten daarvoor! De samenvatting van de workshops in 'rode draden', is zinvol voor het maken van beleid, maar toont ook aan waar verbetermogelijkheden en kansen liggen op het gebied van samenwerking en synergie. Vraag 2 Welke drie onderwerpen in de notitie zijn voor u het belangrijkst en waarom? Toegang tot de betaalde zorg moet zoveel mogelijk gecreëerd worden via een aan de burger gekoppelde coördinator. Wij werken vanuit de vraag van de klant en het werken met 1 contactpersoon. Onze ervaring is dat een klant die teveel gesegmenteerde hulp ontvangt, niet de zorg krijgt die nodig is en in het ergste geval een zorgmijder wordt, met alle sociale, psychische en financiële consequenties. Een vergelijkbaar scenario is denkbaar bij de transitie AWBZ naar Wmo. Samenwerking De workshops toonden zowel het belang van samenwerking aan als de uitdagingen die daarmee samenhangen. Veel discussies tijdens de workshops verzandden te snel in het aangeven van eigen standpunten in plaats van het aangaan van een dialoog. Innovatieve aanpak Goed om te zien dat de gemeente de nadruk legt op innovatieve ideeën. Out-of-the-box durven denken zal een uitdaging zijn, maar is noodzakelijk voor het behalen van resultaten. Dat betekent mijns inziens dat het bedenken van oplossing multidisciplinair moet worden opgepakt. Kiezen voor een bestuurlijke
27
aanbesteding is zinvol omdat daarin gezamenlijk met professionele organisaties op afspraken wordt aangestuurd, maar een combinatie van “gemeentelijke en commerciële denkers” heeft een grotere meerwaarde. Ik denk dat de gemeente bij het selecteren van aanbieders het meest baat heeft bij beide “soorten” zorgverleners. Vraag 3 Welk onderwerp mist u in de notitie en waarom? Ik wil graag meer informatie ontvangen over de bestuurlijke aanbesteding. Uit het stuk blijkt dat de gemeente graag wil onderhandelen met zelf te selecteren aanbieders. Betekent dit dat de gemeente al een lijst heeft met mogelijke aanbieders?
Hoe de bestuurlijke aanbesteding precies vorm krijgt zal in een later stadium naar voren komen. In de notitie zijn de kenmerken van bestuurlijk aanbesteden toegevoegd.
28