Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding in stad en provincie Groningen Uitgevoerd vanwege de decentralisatie naar de Wmo door Gemeente Groningen November 2011
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 1
Voorwoord
Hierbij bied ik u de inventarisatie van de extramurale begeleiding in stad en provincie Groningen aan. Deze inventarisatie geeft een goed overzicht van de extramurale begeleiding waar de gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk voor worden. In de stad Groningen gaan we de drie decentralisaties (extramurale begeleiding, Jeugdzorg en Wet naar vermogen) met elkaar verbinden, zodat inwoners zo breed mogelijk kunnen meedoen. In Groningen vinden we dat erg belangrijk. Meedoen betekent naar school gaan of werken, op bezoek gaan, de deur uit kunnen, winkelen, vrienden bezoeken en ontvangen, uitgaan, sporten, actief zijn in het verenigingsleven... iedereen doet mee op zijn of haar eigen manier. Meedoen en actief zijn. Dat is voor iedereen even belangrijk, maar niet voor iedereen even gemakkelijk. Want mensen verschillen. Wat voor de een vanzelf gaat, kan voor een ander een grote opgave zijn. Als iemand - om welke reden dan ook - niet helemaal op eigen kracht aan de samenleving deel kan nemen, kunnen we twee sporen kiezen. Het eerste is iemand zodanig persoonlijk ondersteunen dat het hem of haar wel lukt. Het tweede spoor is om als samenleving meer te doen om deze mensen erbij te betrekken en door belemmeringen zoveel mogelijk proberen weg te nemen. Als gemeente hebben we de belangrijke verantwoordelijkheid om goede voorwaarden te scheppen. Dat doen we onder andere door te investeren in buurten, welzijnsvoorzieningen en kwalitatief hoogwaardige professionele ondersteuning; en door het stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Helaas is de financiële ruimte die het rijk ons biedt beperkt. De opgave is dus niet eenvoudig. Deze inventarisatie is het begin. Het echte werk gaat nu beginnen. Ieders creativiteit en inzet zijn nodig, Van beleidsmakers, maatschappelijke organisaties, cliëntenverenigingen en zorgverleners. In januari 2012 starten we met het informeren van een ieder over de verdere stappen en de wijze waarop een ieder bij de decentralisatie van de extramurale begeleiding wordt betrokken. Ik heb er vertrouwen in dat we succes zullen hebben als we steeds het gezamenlijke doel voor ogen houden: een Groningen waarin meedoen voor iedereen vanzelfsprekend en mogelijk is.
Jannie Visscher Wethouder Welzijn en Zorg (Wmo)
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 2
Inhoud
1 Inleiding ......................................................................................................................4 AWBZ-begeleiding naar de Wmo Opgaven Regionale samenwerking Deze nota 2 Algemene informatie AWBZ-begeleiding ...................................................................6 Wat is AWBZ-begeleiding? Cliënten Zorgaanbod en zorgaanbieders Indicatie, toewijzing en betaling Verdeling budget over zorgaanbieders Om hoeveel geld gaat het? 3 Inventarisatie huidige AWBZ-begeleiding in de provincie Groningen .....................11 3.1 Doelgroepen 3.2 Begeleidingsaanbod 3.3 Grotere aanbieders en hun cliënten 3.4 Overige aanbieders stad Groningen 3.5 Bestedingen pgb’s 3.6 Beschouwing en conclusies 4 Nieuwe taken en verantwoordelijkheden..................................................................16 4.1 Uitgangspunten 4.2 Voorwaarden voor een succesvolle implementatie
Bijlagen ........................................................................................................................19 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Totaaloverzicht van de huidige activiteiten in het kader van extramurale begeleiding De verschillende prestaties en doelgroepen binnen de huidige AWBZ-functie 'BG individueel' De verschillende prestaties en doelgroepen binnen de huidige AWBZ-functie 'BG groep' Schema Afhandeling AWBZ-aanvragen voor jeugdigen van 18 jaar en ouder Aspecten die, per deelterrein, relevant zijn voor de indicatie Producten en tarieven Begeleiding individueel, in natura Producten en tarieven Begeleiding groep, in natura Vervoerskosten cliënten met dagbesteding PGB-tarieven begeleiding
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 3
1 Inleiding
AWBZ-begeleiding naar de Wmo De kosten van de AWBZ stijgen voortdurend. Maatregelen om de kosten in de hand te houden werken onvoldoende. Beperking van aanspraken aan de ene kant leidde, als bij een waterbed, tot extra uitgaven elders. De noodzaak om in te grijpen, om in de toekomst nog onverzekerbare zorg te bieden voor wie dit echt nodig heeft, wordt breed onderschreven. De AWBZ wordt daarom stap voor stap teruggebracht naar waar zij oorspronkelijk voor bedoeld is: het financieren van individueel onverzekerbare zorg. Eén van de 'stappen' die in dit kader door het Rijk wordt gezet betreft de overheveling van de extramurale begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo, vanaf 2013 voor nieuwe cliënten en vanaf 2014 voor alle huidige cliënten. De belangrijkste elementen van deze overheveling op een rij: • De extramurale AWBZ-begeleiding wordt uit de AWBZ geschrapt, waarbij tegelijkertijd de ‘compensatieplicht’ van gemeenten in de Wmo wordt uitgebreid; • In 2013 gaan alle nieuwe aanvragen direct via de Wmo; lopende AWBZ-indicaties voor 1 extramurale begeleiding vervallen per ultimo 2013. Vanaf 2014 alle cliënten over naar Wmo ; • Gemeenten worden verantwoordelijk om thuiswonende inwoners met een matige tot ernstige beperking vanuit de Wmo te ‘compenseren’; dat wil zeggen hen in staat te stellen aan het maatschappelijk leven deel te nemen; e.e.a. zoals in de Wmo bepaald; • Dit houdt ook in dat inwoners een beroep op de gemeente kunnen doen in het kader van de ondersteuning bij regievoering; • Niet het middel (de voorziening), maar het resultaat (participatie) staat voorop; • De verplichting om pgb’s aan te bieden verdwijnt (momenteel maakt meer dan de helft van de cliënten gebruik van een pgb, waarmee ze zelf begeleiding inkopen bij veelal kleine aanbieders). Naar waarschijnlijkheid krijgt de gemeente de regie over de pgb-verstrekking. AWBZ - Wmo: van recht naar plicht De overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo betreft veel meer dan een overheveling van verantwoordelijkheden en budgetten. Het betreft ook een fundamentele verandering in de benadering van inwoners met een ondersteuningsbehoefte. Met de overheveling is de begeleiding niet langer een individueel recht op zorg, maar een plicht van de gemeente om inwoners te compenseren voor eventuele belemmeringen bij het actief kunnen meedoen in de samenleving. De Wmo bepaalt niet hoe gemeenten aan de compensatieplicht moeten voldoen. De Wmo is vooral een resultaten-wet. Gemeenten zijn niet verplicht iemand met beperking A of B, voorziening X of Y te leveren. Gemeenten zijn wel verplicht om dusdanige maatregelen te nemen dat de beperking zodanig gecompenseerd wordt, dat de persoon aan de samenleving deel kan nemen. Elke vorm van ondersteuning - dat kunnen dus ook collectieve voorzieningen zijn - die ertoe leidt dat inwoners in staat zijn aan de samenleving deel te nemen volstaat (waarbij de rechter eventueel om een oordeel gevraagd kan worden).
1
E.e.a. onder voorbehoud van het landelijke wetgevingsproces en de eventuele gevolgen hiervan voor de planning.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 4
De decentralisatie heeft dus een dubbel doel: uitgaven beperken én bevorderen dat mensen meer op eigen kracht en met steun uit de eigen omgeving maatschappelijk participeren, met minder afhankelijkheid van professionele zorg. De opgave waar gemeenten - samen met alle betrokken organisaties en instanties - voor staan is dus tweeledig: tegen lagere kosten hun burgers ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie. Opgaven De overheveling plaatst gemeenten voor omvangrijke en complexe opgaven. Samenvattend moeten gemeenten beleid ontwikkelen en beslissingen nemen over onder meer: • De praktische invulling van de compensatieplicht; • De grensbepalingen tussen welzijn en zorg; • De toegang en toeleiding tot de begeleiding; • De al dan niet (aangepaste) voortzetting van de PGB constructie; • De invulling van de gemeentelijke regierol in de begeleiding; • Inkoop van (professionelle) begeleiding en de (kwalitatieve) voorwaarden die daarbij gelden (en hoe om te gaan met het huidige gedifferentieerde productaanbod met bijbehorende tariefstellingen); • Waar en hoe efficiency-winst behaald kan worden; • De vormgeving van de regionale samenwerking. Regionale samenwerking De gemeenten in de provincie Groningen hebben de intentie om bij de uitvoering van deze opgaven samen te werken waar dat nodig en/of nuttig is, zonder al te veel af te doen aan de lokale beleidsvrijheid. Die samenwerking kan de vorm krijgen van gedeeltelijke gezamenlijke beleidsontwikkeling, maar kan bijvoorbeeld ook in (op onderdelen) gezamenlijke inkoop uitmonden. Deze nota Om als gemeenten een eigen invulling te kunnen geven aan de nieuwe verantwoordelijkheden en taken, is het belangrijk goed zicht te hebben op de huidige situatie. Vandaar dat de gemeente Groningen een inventarisatie-onderzoek heeft gedaan naar de huidige praktijk van de AWBZbegeleiding in stad en provincie. Deze nota is het verslag van die inventarisatie.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 5
2 Algemene informatie AWBZ-begeleiding
Wat is AWBZ-begeleiding? De functie begeleiding in de AWBZ is bedoeld voor mensen met somatische (SOM), psychogeriatrische (PG) of psychiatrische (PSY) problematiek, of een verstandelijke (VG), lichamelijke (LG) of zintuiglijke (ZG) handicap, die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, probleemgedrag, psychisch functioneren en/of geheugen- en oriëntatiestoornissen. Het huidige doel van de functie, zoals omschreven in het Besluit Zorgaanspraken AWBZ, is bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing wordt voorkomen. De begeleiding kan ook worden ingezet ter ontlasting van mantelzorgers. Een persoon kan zijn aangewezen op begeleiding in de vorm van individuele begeleiding (bijv. ambulante begeleiding en woonbegeleiding, thuisbegeleiding) of begeleiding in groepsverband (de zogenaamde dagopvang). Het bevorderen, behouden of compenseren van zelfredzaamheid In de huidige situatie gaat het bij zelfredzaamheid in relatie tot de functie Begeleiding om de lichamelijke, cognitieve en psychische mogelijkheden die de inwoner in staat stellen om binnen de persoonlijke levenssfeer te functioneren. In de eerste plaats kan het gaan om het compenseren en actief herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van een persoon, waardoor hij onvoldoende of geen regie over het eigen leven kan voeren. Het gaat dan om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. Tevens is binnen de functie Begeleiding voor mensen met matige en zware beperkingen óók ondersteuning mogelijk in de vorm van het stimuleren tot en het voorbereiden van gesprekken met instanties op het terrein van wonen, school, werk, enz.. Dit omdat de grens tussen de persoonsgebonden sociale omgeving waarop de begeleiding zich in essentie richt en het bredere deelnemen in de samenleving van personen niet altijd scherp te trekken is. In de tweede plaats kan begeleiding de vorm aannemen van praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren of het eventueel ondersteunen bij het oefenen van handelingen/vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben. Voor een totaaloverzicht van de huidige activiteiten, binnen de functie Begeleiding, alsmede van de handelingen die binnen de verschillende activiteiten plaatsvinden, verwijzen wij naar bijlage 1. Individuele begeleiding Individuele begeleiding wordt in de praktijk meestal langdurig en laagfrequent aangeboden en is bedoeld om de situatie van de inwoner stabiel te houden. Soms is er sprake van kortdurende, intensieve individuele begeleiding. Dit is bijvoorbeeld het geval in de beginfase van een begeleidingstraject, bij crisissituaties en 'life events', of als zich een traumatische gebeurtenis heeft voorgedaan. Meer informatie over de inhoud van de individuele begeleiding voor de verschillende onderscheiden doelgroepen is te vinden in bijlage 2. Begeleiding in groepsverband Begeleiding in groepsverband (dagbesteding) dient twee doelen. In de eerste plaats biedt dagbesteding gebruikers structuur in dag en week en biedt het sociale contacten en bezigheden. Voor
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 6
inwoners onder de 65 is het bovendien de bedoeling dat het hen zoveel mogelijk in een situatie brengt die te vergelijken is met de werkomgeving van niet-beperkte inwoners. Ten tweede is dagbesteding bedoeld ter ontlasting van mantelzorgers. Door zorgvragers delen van de dag buitenshuis op te vangen, is het voor de mantelzorgers vol te houden om de rest van de tijd de vaak zware zorglast te dragen. Meer informatie over de inhoud van de groepsbegeleiding voor de verschillende onderscheiden doelgroepen is te vinden in bijlage 3. Vervoer Als de cliënt moet reizen voor zijn/haar begeleiding, dan kan vervoer onderdeel uitmaken van de verstrekking. Dit speelt met name bij begeleiding in groepsverband. Cliënten Onderscheiden cliëntgroepen AWBZ-begeleiding wordt verstrekt aan de verschillende soorten cliënten. Ze worden als volgt onderscheiden: • Somatisch (SOM); 0-64 jaar; 65 -74 jaar; ouder dan 75; • Psychogeriatrisch (PG); ouder dan 65; • Psychisch (PSY); kinderen en jongeren, 0 -17; volwassenen, 18+; • Verstandelijk gehandicapt (VG); kinderen en jongeren, 0-17; volwassenen, 18+; • Zintuiglijk gehandicapt (ZG); • Lichamelijk gehandicapt (LG). Aantallen Op dit moment maken landelijk ongeveer 175.000 mensen gebruik van extramurale AWBZbegeleiding (dat is ruim 1% van de bevolking). Het gaat om ruim 40.000 ouderen, om ruim 55.000 GGZ-cliënten, om ongeveer 50.000 mensen met een verstandelijke beperking en om ruim 30.000 mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking. In de gemeente Groningen gaat het om de 2 volgende aantallen :
Somatisch Psychiatrisch Psychogeriatrisch Verstandelijke beperking Lichamelijke beperking Zintuiglijke beperking
aantal cliënten 292 1.995 129 757 326 138
Door eerdere versoberingmaatregelen in de AWBZ (schrappen van AWBZ begeleiding op psychosociale grondslag en de pakketmaatregel van 2009) wordt er aan inwoners met lichte beperkingen geen AWBZ-begeleiding meer toegekend. De huidige cliënten zijn over het algemeen (zeer) kwetsbaar. Ze zijn gehecht aan - en dikwijls afhankelijk van - hun begeleiding en zijn bang deze te verliezen. Via patiëntenbelangenverenigingen maken cliënten ook een vuist richting politiek. De cliëntbelangen worden over het algemeen ondersteund door de zorgverleners.
2
Bron: gegevens CIZ 1 januari 2011.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 7
Zorgaanbod en zorgaanbieders De zorg en begeleiding die in het kader van de AWBZ-begeleiding geboden wordt, is zeer divers en krijgt gestalte in allerlei vormen: bezoeken, gesprekken, trainingen, bemiddeling bij (het vinden van) werk en vrije-tijdsbesteding, toezicht, (praktische) ondersteuning, activering enzovoorts. De zorgaanbieders zijn grote instellingen (instellingen voor GGZ, VG-zorg, Leger des Heils, Verslavingszorg) en kleinere gespecialiseerde professionele aanbieders en particulieren. In de loop der jaren is een ingewikkeld zorgsysteem ontstaan, met een groot ‘productenassortiment’ met landelijk vastgestelde (maximum) tarieven per product. Het gehele systeem breidt zich steeds verder (en onbeheersbaar) uit. Indicatie, toewijzing en betaling De schema’s hieronder brengen de huidige procedures van indicatie, toewijzing en betaling in beeld. Schema 1 betreft de zorg in natura (zoals verstrekt door professionele zorgaanbieders), schema 2 betreft de pgb’s.
Schema 1: Van zorgvraag naar zorgverlening, in natura 8 CIZ 1 2 Inwoner/cliënt
Zorgkantoor 3
CAK
Belastingdienst
9
7
4
6
5 10 Zorgaanbieder
1. 2.
De cliënt meldt zich bij het CIZ voor een indicatie. De indicatie wordt doorgestuurd naar het zorgkantoor, waarbij de cliënt de voorkeursaanbieder heeft aangegeven. 3. Wanneer de zorgaanbieder van voorkeur geen plaats heeft, bemiddelt het zorgkantoor, na overleg met de cliënt, naar een andere zorgaanbieder. 4. Het zorgkantoor stuurt de indicatie door naar de zorgaanbieder. 5. De zorgaanbieder neemt contact op met de cliënt en de begeleiding kan worden gestart. 6. De zorgaanbieder meldt de cliënt bij het CAK zodat de eigen bijdrage berekend kan worden. 7. Het CAK vraagt bij de Belastingdienst het inkomen op om de definitieve eigen bijdrage te berekenen. 8. Het CAK brengt de eigen bijdrage bij de cliënt in rekening. De cliënt betaalt de eigen bijdrage aan het CAK. 9. Het zorgkantoor geeft het CAK opdracht gelden over te maken naar de zorgaanbieders op basis van de overeengekomen productieafspraken. 10. Het CAK betaalt naar aanleiding van de betalingsopdracht de gelden uit aan de zorgaanbieders.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 8
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De cliënt meldt zich bij het CIZ voor een indicatie. De indicatie wordt doorgestuurd naar het zorgkantoor, waarbij de cliënt voorkeur heeft aangegeven voor een pgb. Het zorgkantoor vertaalt de indicatie naar een (netto) pgb en betaalt het pgb uit aan de cliënt. Na berekening van de definitieve eigen bijdrage wordt de cliënt door het zorgkantoor op de hoogte gebracht (met eventueel verrekening, nabetaling of vordering). Het zorgkantoor verzoekt het CAK om de definitieve eigen bijdrage te berekenen. Het CAK koppelt deze terug naar het zorgkantoor. Het CAK vraagt bij de Belastingdienst het inkomen op om de definitieve eigen bijdrage te berekenen. Het zorgkantoor verstrekt de Belastingdienst informatie over bestede pgb-gelden van budgethouder. De cliënt koopt zelf zorg in en betaalt.
Voor de indicatiestelling en de toewijzing van begeleiding aan jeugdigen met psychiatrische problemen gelden afwijkende procedures. Zie hiervoor bijlage 4. Indicatiestelling In de praktijk vragen cliënten meestal rechtstreeks begeleiding aan bij een aanbieder, waarnaar zij door huisarts, ziekenhuis of maatschappelijk werk zijn verwezen. De aanbieder maakt zelf een begeleidingsplan op met de daarbij horende indicatie. Deze indicatie wordt administratief - en bij bepaalde cliënten telefonisch - getoetst door het CIZ. Bij de keuze welk type aanvragen, van welke zorgverleners en welk percentage getoetst wordt, hanteert het CIZ een op ervaring gebaseerd ‘staffelsysteem’. De gang van zaken verschilt zodoende per aanbieder. Als de aanbieder, volgens het oordeel van het CIZ, nauwkeurig en betrouwbaar aangeeft welke zorg nodig is, kan de zorgaanbieder vrijwel direct de zorg inzetten. In andere gevallen moet de aanbieder wachten op toetsing van het CIZ en zorgtoewijzing van het zorgkantoor. Dit proces is nu volledig geautomatiseerd. Soms is er aanvullend overleg tussen cliënt, CIZ en aanbieder. Overigens, de totstandkoming van een passend indicatiebesluit is inhoudelijk niet altijd even eenvoudig. Om in aanmerking te komen voor AWBZ-begeleiding moet worden vastgesteld dat de hulpvrager matige tot zware beperkingen heeft. Het onderscheid tussen enerzijds lichte en anderzijds matige tot zware beperkingen is niet altijd eenvoudig te maken. Voor de geldende richtlijnen zie bijlage 5.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 9
Herindicaties Wijzigingen in de begeleiding (zwaarte, duur etc.) worden in overleg met de cliënt door de aanbieder via een herindicatie aan het CIZ gemeld. Na toetsing door het CIZ wordt dit weer doorgegeven aan het zorgkantoor, enzovoort. Sinds 1 januari 2010 is het formeel mogelijk om Herindicaties via Taakmandaat (HiT's) in te dienen. Dit houdt in dat de zorgaanbieder gemandateerd is een herindicatie af te geven zonder tussenkomst van een CIZ-indicatiesteller. HiT's worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Verdeling budget over zorgaanbieders 3 32 zorgkantoren in Nederland verdelen het beschikbare begeleidingsbudget AWBZ in hun regio . In Groningen is Menzis zorgkantoor. In juni vindt publicatie plaats van de aanbesteding AWBZ. In juli brengen de instellingen offertes uit. ‘Vaste’ aanbieders krijgen bij voorbaat 80% van het volume van het jaar ervoor toegewezen. Na verdeling onder de aanbieders worden de productieafspraken definitief vastgesteld. Menzis hanteert een bonus-malussysteem van 6%. De instellingen kunnen 6% bonus ontvangen als zij voldoen aan een aantal aanvullende eisen (zoals kwaliteitssysteem, administratie). Menzis hanteert per aanbieder verschillende tarieven voor dezelfde producten. Daarover wordt met de 4 verschillende aanbieders, per product, afzonderlijk onderhandeld . Met een gunstige prijsvorming kan Menzis met het beschikbare AWBZ budget meer productie afspreken. Het maximale budget voor extramurale begeleiding mag niet overschreden worden. Bij overschrijding door een aanbieder wordt er gekeken naar onderschrijding bij andere aanbieders. Ook kan het zorgkantoor afspraken maken met andere regio's (zorgkantoren) om te komen tot herverdeling. In het najaar vindt verevening van productieafspraken plaats. Overschrijding betekent voor aanbieders dat zij het risico lopen de productie niet vergoed te krijgen. Aan de andere kant kan hogere productie ook leiden tot toekenning van extra budget (als er elders geld is overgebleven). Dit levert de aanbieder het voordeel op dat het jaar erop deze hogere productieafspraak de basis vormt voor de nieuwe onderhandelingen.
3
Vanaf 2013 nemen de gemeenten de rol van het zorgkantoor met betrekking tot de extramurale AWBZ begeleiding over 4 Vanwege de vertrouwelijkheid van de gegevens hebben wij geen inzicht gekregen in hoe de definitieve productietarieven tot stand komen.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 10
3 Inventarisatie huidige AWBZ-begeleiding in de provincie Groningen
In de provincie Groningen hebben we in april per brief informatie opgevraagd bij het CIZ, het zorgkantoor Menzis en bij de grotere aanbieders van begeleiding. Bij een aantal grotere aanbieders hebben we ook een werkbezoek afgelegd om nader kennis te maken met de cliënten die ze bedienen en de werkwijzen (methodieken) die de instellingen hanteren. 3.1 Doelgroepen Aard en omvang van de doelgroep Tabel 1: Aantal cliënten met extramurale begeleiding in de gemeente Groningen per cliëntgroep. Gegevens CIZ per 1 januari 2011. Cliëntgroep Aantal cliënten Percentage 2,8% SOM 0 – 64 jaar 101 1,5% SOM 65 – 74 jaar 54 3,8% SOM 75 jaar en ouder 137 3,5% PG 65 jaar en ouder 129 0,4% PSY 0 – 17 jaar 14 54,5% PSY 18 jaar en ouder 1.981 10,0% VG 0 – 17 jaar 365 10,8% VG 18 jaar en ouder 392 3,8% ZG 138 9,0% LG 326 100% TOTAAL 3.637 Het totaal van 3.637 cliënten met een CIZ-indicatie op 1 januari 2011 lag 13% hoger dan het jaar ervoor. 3.2 Begeleidingsaanbod Natura en pgb Tabel 2: Aantal cliënten met begeleiding ZIN en PGB in de gemeente Groningen. Gegevens zorgkantoor (Menzis) per 1 juni 2011. Aantal Aantal Aantal cliënten Omschrijving cliënten ZIN cliënten PGB ZIN + PGB 3.189 Begeleiding individueel 1.337 1.852 975 Begeleiding groep inclusief vervoer 451 524 718 Begeleiding groep exclusief vervoer 337 381 3.915 Unieke cliënten 1.830 2.085 Unieke cliënten met indicatiebesluit aflopend voor 1-1-2013 351 Percentage unieke cliënten met aflopend indicatiebesluit voor 1-1-2013 19% Van het totaal van bijna 4.000 cliënten, maakt meer dan de helft (ruim 2.000) gebruik van een pgb. Opmerking: De totalen in de twee tabellen hierboven corresponderen niet. Dat heeft te maken met de verschillende peildata, met het feit dat één indicatie meerdere vormen van begeleiding kan betreffen en met het aparte indicatiesysteem voor jeugdigen met een psychiatrische grondslag (deze indicaties worden gesteld door Bureau Jeugdzorg).
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 11
Gecombineerde indicatie Tabel 3: Aantal cliënten met een gecombineerde indicatie (meerdere functies). Gegevens CIZ per 1 januari 2011. Cliëntgroep Aantal cliënten BGI-sec 1.546 BGI + PV/VP/BH* 283 BGG-sec 385 BGG + PV/VP/BH 322 BGI + BGG 602 BGI + BGG + (PV/VP/BH) 157 * PV=Persoonlijke Verzorging; VP=Verpleging; BH=Behandeling Individueel en Groep Tabel 4: Aantal cliënten met Begeleiding individueel en het gemiddelde aantal uren per week en Begeleiding groep en het gemiddelde aantal dagdelen per week in de gemeente Groningen per cliëntgroep. Gegevens CIZ per 1 januari 2011. Gem. aantal Aantal Gem. Aantal uren cliënten BGG aantal Cliëntgroep cliënten BGI dagdelen 9,0 61 4,4 SOM 0 – 64 jaar 59 16,7 31 4,3 SOM 65 – 74 jaar 26 19,7 106 4,6 SOM 75 jaar en ouder 36 2,8 124 5,6 PG 65 jaar en ouder 17 4,0 7 2,6 PSY 0 – 17 jaar 13 3,0 723 4,3 PSY 18 jaar en ouder 1.742 3,6 305 3,6 VG 0 – 17 jaar 256 4,6 130 6,8 VG 18 jaar en ouder 362 2,8 57 3,2 ZG 120 3,3 199 4,8 LG 216 3,7 1.743 4,5 TOTAAL 2.847
Overzichten van de inhoud van het begeleidingsaanbod ‘individueel’ en ‘groep’ en de daarbij geldende tarieven vindt u in de bijlagen 6 en 7. Bijlage 8 bevat een overzicht van de tarieven voor het vervoer van cliënten met dagbesteding. 3.3 Grotere aanbieders en hun cliënten Hieronder volgt een overzicht van de grotere aanbieders in de provincie Groningen, met kort beschreven de doelgroep en hun aanbod.
LINIS/LENTIS Doelgroep: Uitsluitend cliënten met psychiatrische aandoening. Aanbod : Gespecialiseerde woonbegeleiding, inloopfunctie, dagbesteding en vervoer. VNN (VERSLAVINGSZORG NOORD NEDERLAND) Doelgroep: Uitsluitend cliënten met verslavingsproblematiek.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Aanbod: Gespecialiseerde woonbegeleiding, werktrajecten.
W ERKPRO Doelgroep: Cliënten met psychiatrische achtergrond (verslaving en psychiatrie). Verstandelijk beperkten.
Blz 12
Aanbod: Begeleiding individueel, dagactiviteiten en vervoer. Alle gericht op werk.
NOVO Doelgroep: Cliënten met een verstandelijke beperking. Aanbod: Alle producten begeleiding en vervoer.
LEGER DES HEILS Doelgroep: Cliënten met psychiatrische achtergrond (verslaving en psychiatrie), jeugd en gezinnen. Aanbod: Begeleiding breed; veelal complex met multi-problematiek.
THUISZORG GRONINGEN Doelgroep: Thuiswonende cliënten. Veelal gezinnen. Aanbod: Producten begeleiding; vaak gecombineerd met zorg en met huishoudelijke begeleiding.
DIGNIS/LENTIS Doelgroep: Cliënten (ouderen) met psychogeriatrische achtergrond, somatiek en psychiatrie. Aanbod: Begeleiding individueel, groep en vervoer.
STICHTING HUIS Doelgroep: Begeleiding aan psychiatrische cliënten + verslaving. Aanbod: Producten begeleiding.
MJD Doelgroep: Brede groep cliënten. Aanbod: Producten begeleiding.
STICHTING TOEVLUCHTSOORD Doelgroep: opgevangen vrouwen en kinderen (slachtoffers huiselijk geweld). Aanbod: Producten begeleiding. STICHTING NOORDERBRUG Doelgroep: Cliënten NAH en zintuiglijke beperking (doven). Aanbod: Producten begeleiding
Aantallen cliënten per aanbieder per gemeente (zorg in natura)
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
84 55
136 149 252
181 128 320
Totaal
7 6 8
Thuiszorg Groningen
3 2
Noorderbrug
Dignis/Lentis
St Huis
werkpro
Leger des heils
VNN 2 3 291 154 60 113 618
4 3 1 5 9 3
MJD
25 44 8 11 12 23 4 10 71 48 47 48 137 51 98 45 66 54 58 94 359 244
Toevluchtsoord
Gemeente Appingedam Bedum Bellingwedde De Marne Delfzijl Eemsmond Postcodes 9710 Postcodes 9720 Postcodes 9730 Postcodes 9740 Totaal Groningen
Novo
Linis/Lentis
Tabel 5: Aantal cliënten begeleiding in natura (ZIN)
7 16 2 10 20 15 56 47 44 65 212 90
27 19 16 22 36 31 85 77 69 79 310
110 59 54 58 192 155 704 476 293 590 2.063
Blz 13
Grootegast Haren Hoogezand Sappemeer Leek Loppersum Marum Menterwolde Oldambt Pekela Slochteren Stadskanaal Ten Boer Veendam Vlagtwedde Winsum Zuidhorn Totaal provincie Groningen
7 2 20 19 2 63 12 97 0 6 9 13 3 8 17 16 8 111 79 23 23 21 4 12 40 76 114 16 3 7 77 17 87 15 41 20 13 2 4 7 1037 945 709
4 1 3 1 28 4 1 2 0 10 3 3 5 3 10 8 1 18 3 14 2 3 11 5 4 1 270 214 252
11 9 35 15 5 7 14 28 6 9 29 3 28 7 14 14 128 320 516 90
24 3 122 37 16 15 17 40 11 25 21 15 28 18 30 14 897
3.4 Overige aanbieders stad Groningen Aanbieder Stam BV Community Support Syncope Drievers Dale Promens Care Jan Arends Stichting PedMEd AWBZ zorg Limor ZIENN Terwille Ilmarinen De Zijlen Profila zorg s Heerenloo Opmaat St. Humanitas DMH Visio Noord Nederland Kentalis Groningen De Gelderhorst Zinn Beter thuis wonen R95 routes naar zorg Zorggarant Buurtzorg Nederland Particura Thuiszorg comfort Thuiszorg dienstencentrale Thuiszorg Noord Nederland Zorgkompas
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Doelgroep begeleid wonen; reïntegratie begeleiding breed chronisch zieken jongeren psychiatrie psychiatrie psychiatrie dak- en thuislozen dak- en thuislozen verslaafden verst. gehandicapten verst. gehandicapten verst. gehandicapten verst. gehandicapten verst. gehandicapten blinden doven oudere doven thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg thuiszorg
Blz 14
49 57 361 61 53 39 77 294 73 87 274 31 253 84 93 46 5378
Verzorgingshuis Hunzerheem Verzorgingshuis Oostergast Innersdijk St. Residentie Buitenzorg
ouderen ouderen ouderen ouderen
In totaal bedienen deze kleinere aanbieders 373 cliënten. De aanbieders ‘ouderen’ bedienen de grootste groep (ruim 100 cliënten). Bij de overige aanbieders gaat het om kleine aantallen. 3.5 Bestedingen pgb’s Relatief weinig pgb-houders maken gebruik van de diensten van de grotere zorgaanbieders. De grrotere aanbieders hebben niet altijd een directe behoefte aan pgb-cliënten. Dit vanwege de administratieve lasten, de lagere tarieven en omdat ‘de doelgroep niet goed weet hoe om te gaan met het budget’. In de stad Groningen neemt slechts 6% van de pgb-cliënten zorg af van grote instellingen. De meeste pgb’s worden besteed aan zorg door particulieren (mantelzorgers) en kleine aanbieders. Van hoe die zorg er uitziet, hebben we geen betrouwbaar beeld. Een overzicht van de geldende tarieven voor pgb-begeleiding treft u in bijlage 9. 3.6 Beschouwing en conclusies Aantal en achtergrond cliënten • We hebben op dit moment een redelijk inzicht in het aantal cliënten dat in 2010 gebruik maakte van AWBZ extramurale begeleiding in natura en de grondslag van hun begeleidingsbehoefte; • De meeste cliënten ontvangen hun begeleiding vanwege een psychiatrische of verstandelijke beperking; • Binnen de AWBZ bestaan (perverse) prikkels om grondslagen van cliënten die gerelateerd zijn aan functies die geschrapt worden, te herdefiniëren naar nog bestaande functies; • Cliënten hebben vaak meerdere beperkingen, zoals een combinatie van een verstandelijkeen psychiatrische beperking. Deze cliënten zijn over het algemeen zeer kwetsbaar. Geografische spreiding • Veel begeleiding voor specifieke doelgroepen (zoals inwoners met zintuiglijke beperkingen, of inwoners met verslavingsproblematiek) concentreert zich in de stad Groningen. Bij andere grondslagen of beperkingen is de begeleiding meer verdeeld over alle gemeenten; • Tevens concentreert een aantal instellingen hun dienstverlening rondom hun intramurale voorzieningen. Deze instellingen geven daarbij aan dat extramurale begeleiding niet loont als in een bepaald gebied maar een enkele cliënt is. Duur van de ondersteuning en doorstroom van cliënten • Hier ontbreekt een duidelijk beeld. Uit de gegevens die we hebben blijkt dat het (behalve voor gezinnen) meestal om langdurige begeleiding gaat. Er is op dit moment onvoldoende zicht op hoeveel cliënten per jaar instromen en hoeveel cliënten uitstromen. Ondersteuningsaanbod, kwalitatief • We hebben maar een globaal inzicht in de producten die worden geboden. Iedere aanbieder biedt een variatie op een product of een bepaalde methodiek;
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 15
•
• •
Er is geen zicht op hoe vaak verschillende producten (zorgverlening, behandeling of huishoudelijk werk, pgb, jeugdzorg) in combinatie worden verstrekt. Vanwege gescheiden registratie is Menzis niet in staat gegevens over dergelijke combinaties aan te leveren. Het kan dus zijn dat een cliënt gebruik maakt van alle soorten begeleiding zonder dat dit bij de financier bekend is. Informatie over combinaties kan waarschijnlijk in de loop van 2011 wel aangeleverd worden; De grenzen tussen de verschillende functies (zoals behandeling en begeleiding) zijn ons niet altijd duidelijk; Een aantal aanbieders realiseert een keten van activiteiten (bijv. inloop, dagactiviteiten, timmerwerkplaats, fietsenwerkplaats, klussen- en verhuisteam) voor hun eigen doelgroep, waarvan de vraag kan worden gesteld waarom dit niet meer gezamenlijk, voor een bredere doelgroep, wordt georganiseerd.
Ondersteuningsaanbod, tarieven • Voor dezelfde productcategorieën zijn grote verschillen in overeengekomen uurtarieven die niet verklaarbaar zijn. Verschillen tot 30% komen voor; • Voor dezelfde producten worden gedifferentieerde tarieven gehanteerd, die per afzonderlijke aanbieder door het zorgkantoor worden uit onderhandeld. Ondersteuningsaanbod, productie en financiering Veel gegevens zijn op basis van vertrouwelijkheid verstrekt. Het volgende valt op: • De productie stijgt van 2009 naar 2010. Sommige aanbieders produceren in 2011 beduidend meer begeleiding. Ze nemen daarbij het risico de productie niet vergoed te krijgen. Overigens, in het verleden is de productie steeds gehonoreerd, onder meer door landelijk verevening. Het systeem heeft zo een prikkel in zich om steeds meer uit te breiden; • Er is sprake van seizoensinvloeden. De productie is niet gelijkmatig over het jaar verdeeld. Toewijzing en ‘klantenbinding’ • De toegangsbepaling tot de begeleiding is niet eenduidig. Waar de ene aanbieder geen cliënt binnenkrijgt zonder eerst het CIZ te hebben geconsulteerd, kunnen andere aanbieders de indicaties kant en klaar bij het CIZ aanleveren (als pre-advies), waar deze op basis van 'vertrouwen' worden 'afgestempeld'. Eventuele toetsing vindt steekproefgewijs plaats; • Grotere aanbieders zijn er sterk op gericht om zoveel mogelijk financieringsbronnen aan te boren en om cliënten een breed scala aan producten te bieden. Cliënten worden op deze manier 'vastgehouden'. Het helpt als je als monopolist door (medische) behandelingen cliënten kan doorgeleiden naar vormen van AWBZ- begeleiding; • Andere instellingen profileren zich meer op een kernfunctie (werk, thuiszorg, gezinnen, gedetineerden, dak- en thuislozen). Zij hebben niet een vanzelfsprekende ingang naar hun producten. Pgb-bestedingen • Er is nauwelijks zicht op hoe en waaraan de pgb’s worden besteed. Pgb's kennen een hoge mate van bestedingsvrijheid. De controle van de besteding richt zich op de vraag of er diensten geleverd zijn en niet op wat die hebben opgeleverd.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 16
4 Nieuwe taken en verantwoordelijkheden
Met de decentralisatie worden gemeenten financieel en inhoudelijk verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding en staan daarmee voor de opgave om de verandering van 'recht op begeleiding' naar 'compensatie van een beperking' vorm en inhoud te geven. Daarbij is de gemeente ook verantwoordelijk voor de indicatie en de inkoop van de diensten van professionele dienstverleners. 4.1 Voorwaarden voor een succesvolle implementatie In de komende periode zullen gemeenten concreet aan de slag gaan met de beleidsmatige en operationele voorbereiding van de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo. In dit laatste hoofdstuk van dit verslag formuleren we een aantal voorwaarden voor een succesvolle implementatie, zoals die tijdens en uit de inventarisatie naar voren kwamen: Samen met cliënten, aanbieders en financiers Bij de verdere beleidsontwikkeling is het nodig de wensen, ervaringen en kennis van cliënten, aanbieders en financiers te benutten. Meer kennis verwerven over de cliënten Het is beslist nodig om meer kennis te vergaren van de problematiek en achtergronden van de te onderscheiden cliëntgroepen. Vanuit cliëntperspectief is het daarbij belangrijk om te onderzoeken in hoeverre deze kwetsbare groepen kunnen participeren in reguliere welzijnsactiviteiten in de wijk en of doelgroepen te combineren zijn in gemeenschappelijke activiteiten. We hebben ook meer inzicht nodig in de (demografische) ontwikkelingen op langere termijn. Zorgvuldige overgang Aanbieders hebben met de gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid om hun cliënten tijdig voor te bereiden op de komende veranderingen en hen daarbij het vertrouwen te geven dat ze ook in de toekomst kunnen rekenen op de ondersteuning die nodig is. PGB-cliënten en -aanbieders in beeld brengen Cliënten met een pgb zijn nu nog onvoldoende in beeld. Deze cliëntgroep dient zo spoedig mogelijk geïnventariseerd te worden. Hetzelfde geldt voor de pgb-aanbieders. Methoden van resultaatmeting ontwikkelen Niet het aanbod, maar het resultaat staat centraal. Om aan dit leidende principe ook werkelijk inhoud te kunnen geven, is het vanzelfsprekend nodig om de resultaten ook in beeld te kunnen brengen. Hiervoor moeten we nieuwe (meet)instrumenten ontwikkelen. Communicatie Eenduidige en transparante communicatie is in dit proces van groot belang; niet alleen naar burgers en aanbieders maar ook binnen de gemeente. Strakke planning en regie Zorg voor goede projectplannen en een strakke gemeentelijke regie. Deadlines moeten gesteld worden, om ‘go or no go’- beslissingen te nemen en om zonodig bij te sturen. Communicatie- en
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 17
financiële deskundigheid is daarbij onmisbaar. Houd de vinger aan de pols wat betreft de financiële ontwikkelingen op dit dossier tot aan het moment van daadwerkelijke overheveling.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 18
BIJLAGE 1 5
Totaaloverzicht van de huidige activiteiten in het kader van extramurale begeleiding
Overzicht van te adviseren activiteiten als onderdeel van de functie Begeleiding Het ondersteunen bij het aanbrengen van structuur, c.q. het voeren van regie.
Deze activiteit richt zich met name op de beperkingen en stoornissen in de sociale redzaamheid en het psychisch functioneren, op oriëntatiestoornissen en op probleemgedrag.
Overzicht van handelingen die deel uit kunnen maken van de activiteit
•
•
• • •
• Het ondersteunen bij praktische vaardigheden/handelingen ten behoeve van zelfredzaamheid. Deze activiteit richt zich met name op de beperkingen in de sociale redzaamheid en het zich bewegen en verplaatsen.
•
• • • • • •
•
• Het bieden van toezicht.
•
•
Oefenen met het aanbrengen van structuur c.q. het voeren van regie en/of het uitvoeren van handelingen die zelfredzaamheid 5
•
Hulp bij initiëren of compenseren van eenvoudige of complexe taken, besluiten nemen en gevolgen daarvan wegen; Hulp bij het regelen van randvoorwaarden op het gebied van wonen, onderwijs, werk, inkomen, iets kopen/ betalen, het stimuleren tot en voorbereiden van een gesprek met dit type instanties (dit betreft niet het meegaan naar- aanwezig zijn bij het gesprek); Hulp bij plannen, stimuleren en voorbespreken van activiteiten; Hulp bij het initiëren of compenseren van op/bijstellen van dag/weekplanning; dagelijkse routine; Inzicht geven in (mogelijke) gevolgen van besluiten; Hulp bij zich aan regels, afspraken houden, corrigeren van besluiten of gedrag. Hulp bij uitvoeren of overnemen van eenvoudige of complexe taken/activiteiten, of bij oplossen van praktische problemen die buiten de dagelijkse routine vallen; Hulp bij uitvoeren van vaardigheden die geleerd zijn tijdens AWBZ- of GGZ-behandeling; Hulp bij het beheren van (huishoud)geld; Hulp bij de administratie (alleen in de zin van oefenen); Hulp bij openbaar vervoer gebruik (alleen in de zin van oefenen); Hulp bij of overnemen van post openmaken, voorlezen en regelen afhandeling praktische zaken; Hulp bij of overnemen van oppakken, aanreiken, verplaatsen van dagelijks noodzakelijke dingen zoals het oppakken van dingen die op de grond zijn gevallen als een leesbril, het aanreiken van dingen die buiten bereik zijn geraakt zoals een kussen, het verplaatsen van een boek, telefoon e.d.; Hulp bij plannen en stimuleren van contact in persoonsgebonden sociale omgeving; Hulp bij communicatie in de persoonsgebonden omgeving bij bijvoorbeeld afasie. Toezicht op en het aansturen van gedrag ten gevolge van een stoornis, thuis of elders (bijvoorbeeld tijdens onderwijs); Toezicht gericht op het bieden van fysieke zorg, zodat tijdig in kan worden gegrepen bij bijvoorbeeld valgevaar, of complicaties bij een ziekte. Oefenen door de verzekerde zelf: oefenen met vaardigheden (al dan niet aangeleerd tijdens AWBZ- of GGZ-behandeling) zoals gebruik geleidestok en gebruik hulpmiddelen voor communicatie, stimuleren van wenselijk gedrag, inslijpen van gedrag.
Bron: Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 19
tot doel hebben.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
•
Oefenen van de mantelzorger/gebruikelijke zorger hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de verzekerde.
Blz 20
BIJLAGE 2 De verschillende prestaties en doelgroepen binnen de huidige AWBZ-functie ‘BG individueel’ 1) BG-Basis Doel: • het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing; • ondersteunen bij beperkingen op het draagvlak van zelfregie over het dagelijkse leven, waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen; • het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijkse leven door herhaling en methodische interventie. Doelgroepen: SOM, PSY, PG, VG, LG en ZG 2) BG-Extra Doel: Realisatie van ‘beschikbaarheid van begeleiding’, waardoor de cliënt erop kan rekenen dat de zorgaanbieder naast planbare zorg ook oproepbare zorg levert binnen redelijke tijd. BG-extra is bedoeld voor cliënten die zijn aangewezen op BG en die – door de aard van hun chronische ziekte en beperkingen – naar verwachting meerdere keren per week begeleiding moeten inroepen buiten de afgesproken vaste tijden. Doelgroepen: SOM, PSY, PG, VG, LG en ZG 3) BG speciaal 1 (NAH) Doel: Ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven (waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen) in de vorm van begeleiding van zelfstandig wonende cliënten met niet-aangeboren hersenletsel. Doelgroepen: SOM, VG, LG 4) BG gespecialiseerd (PSY) Doel: Ondersteunen bij langdurig tekortschietende zelfregie over het dagelijkse leven, als gevolg van een psychiatrische stoornis. Het accent ligt op handhavingsdoelen, maar er is tevens aandacht voor activerende elementen. Het betreft hier voornamelijk begeleid zelfstandig wonen (doorgaans binnen de klassen 1, 2, 3 van de indicatiesystematiek). Doelgroep: PSY 5) BG-(j)lvg Doel: Begeleiden bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijkse leven door herhaling en methodische interventie, bij kinderen of jongeren (meestal onder de 16 jaar) met een verstandelijke handicap en matig of zwaar probleemgedrag; de begeleiding is gericht op de cliënt en het gezinssysteem (multi-problem gezin). Doelgroep: VG 6) BG-ZG Visueel Doel: • het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing; • ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 21
De begeleiding wordt geboden door zorgaanbieders met erkende deskundigheid op het gebied van zintuiglijk gehandicapten. Doelgroep: ZG 7) BG-ZG Auditief Doel: • het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing; • ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen. De begeleiding wordt geboden door zorgaanbieders met erkende deskundigheid op het gebied van zintuiglijk gehandicapten. Doelgroep: ZG 8) BG speciaal 2 Visueel Doel: • begeleiden bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie; • oefenen, gericht op het leren omgaan met de gevolgen van een ernstige visuele beperking met als doel zelfredzaamheid. De begeleiding kan de vorm hebben van individuele één-op-één begeleiding maar kan ook in kleine groepen worden geboden (in het laatste geval berust de bekostiging op het aantal uren dat de hulpverlener werkzaam is voor de cliënten in een groep). De begeleiding wordt geboden door zorgaanbieders met erkende deskundigheid op het gebied van zintuiglijk gehandicapten. Doelgroep: ZG 9) BG speciaal 2 Auditief Doel: • begeleiden bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie; • oefenen, gericht op het leren omgaan met de gevolgen van een ernstige auditieve en/of communicatieve beperking met als doel zelfredzaamheid. De begeleiding kan de vorm hebben van individuele één-op-één begeleiding maar kan ook in kleine groepen worden geboden (in het laatste geval berust de bekostiging op het aantal uren dat de hulpverlener werkzaam is voor de cliënten in een groep). De begeleiding wordt geboden door zorgaanbieders met erkende deskundigheid op het gebied van zintuiglijk gehandicapten. Doelgroep: ZG
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 22
BIJLAGE 3 De verschillende prestaties en doelgroepen binnen de huidige AWBZ-functie ‘BG groep’
1.
Prestatie Dagactiviteiten ouderen basis
2.
Dagactiviteit ouderen speciaal ondersteunend
3.
Dagactiviteit ouderen speciaal revalidatie Dagactiviteit ouderen speciaal PG
4.
5 t/m 10.
Dagactiviteit VG
11.
Dagactiviteit VG kind ernstig
12.
Dagactiviteit VG kind gedrag
13 t/m 18.
Dagactiviteit LG
19 t/m 24.
Dagactiviteit ZG auditief
25 t/m 30.
Dagactiviteit ZG visueel
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Doel Dagprogramma met accent op begeleiding in groepsverband, gericht op bijhouden van vaardigheden; eventueel aangevuld met lichte assistentie bij persoonlijke zorg. Dagactiviteit in groepsverband, waarbij begeleiding in samenhang staat met enige persoonlijke verzorging en met behandeling (op de achtergrond). Dagbehandeling in groepsverband van kortdurende aard, gericht op revalidatie. Dagactiviteiten in groepsverband, met intensieve begeleiding in samenhang met enige persoonlijke verzorging tijdens het dagprogramma.
Dagactiviteit voor personen met een verstandelijke handicap die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon werk of begeleid werk (maatschappelijke integratie is niet mogelijk). Het dagprogramma richt zich op arbeidsmatige dagbesteding, activering en activering, individueel belevingsgericht. Dagprogramma voor kinderen met ernstig meervoudige beperkingen (hiervan is sprake bij een combinatie van twee of meer ernstige beperkingen van verstandelijke, motorische, lichamelijke of zintuiglijke aard. Dagprogramma voor kinderen met (zeer ernstige) verstandelijke beperkingen en blijvende zwaarwegende gedragsproblematiek die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon of speciaal onderwijs. Dagactiviteit voor personen met een ernstige lichamelijke handicap die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon werk of begeleid werk (maatschappelijke integratie is niet mogelijk). Deze activiteiten vinden overdag plaats, buiten de woonsituatie, in groepsverband. Dagactiviteit voor personen met ernstige zintuiglijke handicap die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon onderwijs, gewoon werk of begeleid werk (maatschappelijke integratie is niet mogelijk). Dagactiviteit voor personen met ernstige zintuiglijke handicap die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon onderwijs, gewoon werk of
Doelgroep SOM, PG, ouderen met LG, VG, ZG SOM, LG
SOM PG, VG (verstandelijk gehandicapte ouderen met PGproblematiek VG
Combinatie van VG/LG of VG/ZG
VG
LG
ZG
ZG
Blz 23
31.
Dagactiviteit JLVG
32.
Dagactiviteit LZA
33.
Inloopfunctie GGZ
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
begeleid werk (maatschappelijke integratie is niet mogelijk). Beheersing van gedragsproblematiek en voorkóming van intramurale opname (ofwel uithuisplaatsing) met behulp van een interventieprogramma, in een structureel klimaat. Het programma krijgt gestalte in groepsverband. Dagbesteding in groepsverband gericht op: educatie en /of arbeidsmatige activiteit voor mensen die niet maatschappelijk kunnen participeren. Het dagprogramma is bedoeld voor cliënten met een langdurige psychische stoornis en daarmee samenhangende beperkingen (onder meer sociale redzaamheid). Dagbesteding in groepsverband. Het dagprogramma is bedoeld voor cliënten met een langdurige psychische stoornis en daarmee samenhangende beperkingen (de deelnemers aan de inloopfunctie hoeven in tegenstelling tot de educatieve, recreatieve en arbeidsmatige activiteiten geen cliënten te zijn.
VG
PSY
PSY
Blz 24
BIJLAGE 4 Schema Afhandeling AWBZ-aanvragen voor jeugdigen van 18 jaar en ouder
Toelichting op het schema ‘Afhandeling AWBZ-aanvragen voor jeugdigen van 18 jaar en ouder’. BJZ en het CIZ zijn beiden bevoegd om voor de AWBZ te indiceren voor cliënten van 18 tot 23 jaar met de grondslag psychiatrie. BJZ is in deze gevallen enkel bevoegd als sprake is van voortzetting of hervatting (binnen een half jaar na beëindiging) van jeugdzorg. Over de afhandeling van aanvragen van cliënten van 18 tot 23 jaar zijn de volgende afspraken gemaakt: e Als er bij voortzetting na het 18 jaar of bij hervatting (een half jaar na beëindiging van zorg die voor e het 18 jaar is gestart) naast de aanvraag voor AWBZ-zorg ook sprake is van een indicatie Jeugdhulpverlening (provinciaal gefinancierd) moet Bureau Jeugdzorg indiceren. Als er voortzetting of e hervatting van enkel AWBZ-zorg noodzakelijk is na het 18 jaar moet het CIZ indiceren.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 25
Dus: Indien een cliënt bij Bureau Jeugdzorg binnenkomt gaat Bureau Jeugdzorg na of sprake is van een combinatie met jeugdhulp (voortzetting of hervatting): Is dit het geval dan behandelt Bureau Jeugdzorg de aanvraag; Is dit niet het geval dan stuurt Bureau Jeugdzorg de cliënt door naar het CIZ die de aanvraag in behandeling neemt. Indien een cliënt bij het CIZ binnenkomt gaat het CIZ na of er sprake is van een combinatie met jeugdhulp (voortzetting of hervatting): Is dit niet het geval dan behandelt CIZ de aanvraag Is dit het geval dan stuurt CIZ de cliënt door naar Bureau Jeugdzorg die de aanvraag in behandeling neemt. Als tijdens het indicatietraject bij Bureau Jeugdzorg blijkt dat, ondanks de check bij de aanmelding, het enkel AWBZ zorg betreft wordt de aanvraag, met toestemming van de cliënt, met de onderzoeksgegevens (diagnostisch beeld) van Bureau Jeugdzorg overgedragen aan het CIZ. Als tijdens het indicatietraject bij het CIZ blijkt dat naast de AWBZ-aanvraag er ook jeugdhulpverlening nodig is wordt de aanvraag met de onderzoeksgegevens van het CIZ overgedragen aan Bureau Jeugdzorg.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 26
BIJLAGE 5 Aspecten die, per deelterrein, relevant zijn voor de indicatie
6
1. Sociale redzaamheid Bij sociale redzaamheid gaat het om de volgende aspecten: • begrijpen wat anderen zeggen; • een gesprek voeren; • zich begrijpelijk maken; • initiëren en uitvoeren eenvoudige taken; • kunnen lezen, schrijven en rekenen; • communicatiehulpmiddel gebruiken; • dagelijkse bezigheden; • problemen oplossen en besluiten nemen; • dagelijkse routine regelen; • zelf geld beheren; • initiëren en uitvoeren complexere taken; • zelf administratie zaken bijhouden. Lichte beperkingen houden dan in dat de verzekerde lichte problemen heeft met de dagelijkse routine en met het uitvoeren van vooral complexere activiteiten. Met enige stimulans en/of toezicht is hij in staat zijn sociale leven zelfstandig vorm te geven, aankopen te doen en zijn geld te beheren. Wat betreft het aangaan en onderhouden van sociale relaties, op school, op het werk, met het sociale netwerk, is er met praten bij te sturen: vanuit gezin, het sociale netwerk en/of school. De verzekerde kan zelf om hulp vragen en er is geen noodzaak tot het daadwerkelijk overnemen van taken. Matige beperkingen houden dan in dat het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine (gebrek aan dag- en nachtritme) voor de verzekerde niet vanzelfsprekend zijn. Dit levert af en toe zodanige problemen op dat de verzekerde afhankelijk is van hulp. De communicatie gaat niet altijd vanzelf doordat de verzekerde soms niet goed begrijpt wat anderen zeggen en/of zichzelf soms niet voldoende begrijpelijk kan maken. Het niet inzetten van Begeleiding kan leiden tot verwaarlozing/opname. Zware beperkingen houden dan in dat complexe taken voor de verzekerde moeten worden overgenomen. Ook het uitvoeren van eenvoudige taken en communiceren gaan moeizaam. De verzekerde kan niet zelfstandig problemen oplossen en/of besluiten nemen, hij kan steeds minder activiteiten zelfstandig uitvoeren. De zelfredzaamheid wordt problematisch. Voor de dagstructuur en het voeren van de regie is de verzekerde afhankelijk van de hulp van anderen. 2. Bewegen en verplaatsen Bij zich bewegen en verplaatsen gaat het om de volgende aspecten: • lichaamspositie handhaven; • grove hand- en armbewegingen maken; • fijne handbewegingen maken; • lichtere voorwerpen tillen; • gecoördineerd bewegingen maken met benen en voeten; • lichaampositie veranderen; • trap op en af gaan zonder hulp(middelen); • zich verplaatsen met hulp(middelen); • voortbewegen binnenshuis, zonder hulp(middelen); • gebruik maken van openbaar vervoer; • eigen vervoermiddel gebruiken; • voortbewegen buitenshuis zonder hulp(middelen); • korte afstanden lopen; • zwaardere voorwerpen tillen. 6
CIZ indicatiewijzer, versie 4.1, april 2011.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 27
Lichte beperkingen houden dan in dat de verzekerde niet meer zelf kan fietsen of autorijden en zich buitenshuis niet meer zonder hulpmiddel (bijvoorbeeld een rollator) kan voortbewegen. Met het gebruik van hulpmiddelen kan er nog veel, maar niet alles. Daarnaast kan de verzekerde geen zware voorwerpen tillen. Het optillen van lichte voorwerpen levert soms problemen op, maar met wat hulp en eenvoudige aanpassingen lukt dit nog wel. De verzekerde kan de genoemde beperkingen in voldoende mate compenseren door hulp uit de omgeving en zo nodig door de inzet van hulp bij het huishouden en/of voorzieningen uit de Wmo. Matige beperkingen houden dan in dat het zelfstandig opstaan uit een stoel en gaan zitten soms problemen oplevert. Fijne handbewegingen worden minder vanzelfsprekend, maar ook de grove hand- en armbewegingen beginnen problemen te geven. De verzekerde kan zich, ook met behulp van een rollator of rolstoel, moeilijker zelfstandig verplaatsen. Openbaar vervoer is eigenlijk ontoegankelijk voor de verzekerde geworden, maar vanuit eigen middelen of de Wmo zijn hiervoor alternatieven mogelijk. Zware beperkingen houden dan in dat bij het opstaan uit een stoel, het gaan zitten en het in- en uit bed komen de verzekerde volledig moet worden geholpen. Binnenshuis is de verzekerde voor zijn verplaatsingen zowel naar een andere verdieping of gelijkvloers volledig afhankelijk van hulpmiddelen. Voor het oppakken of vasthouden van lichte voorwerpen is hulp nodig. Ondanks het gebruik van hulpmiddelen kan de verzekerde de beperkingen onvoldoende compenseren in het dagelijks leven. 3. Gedragsproblemen Bij gedragsproblemen gaat het om de volgende aspecten: • destructief gedrag (gericht op zichzelf en/of de ander, zowel letterlijk als figuurlijk); • dwangmatig gedrag; • lichamelijk agressief gedrag; • manipulatief gedrag; • verbaal agressief gedrag; • zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag; • grensoverschrijdend seksueel gedrag. Lichte beperkingen houden dan in dat de verzekerde lichte gedragsproblemen vertoont die bijsturing vereisen, maar geen directe of acute belemmering vormen voor de zelfredzaamheid. Het vertoonde gedrag kan relatief eenvoudig worden bijgestuurd door de omgeving van de verzekerde, het gezin en/of de school. Bijsturing is voldoende zonder dat de overname noodzakelijk is. Matige beperkingen houden dan in dat de verzekerde gedrag vertoont dat bijsturing en soms (gedeeltelijke) overname van taken vereist. Het cliëntsysteem kan slechts gedeeltelijk in de bijsturing van de verzekerde voorzien. Het vertoonde gedrag vereist bijsturing door een deskundige professional. Als er geen deskundige bijsturing wordt geboden, verslechtert de situatie van de verzekerde. Zware beperkingen houden dan in dat de verzekerde ernstig probleemgedrag vertoont en hierdoor ontstaan zelfredzaamheidproblemen. Er is deskundige professionele sturing nodig om het gedrag in goede banen te leiden. Omdat er risico’s zijn voor veiligheid van de verzekerde of zijn omgeving is er continu hulp of begeleiding nodig. 4. Psychisch functioneren Bij psychisch functioneren gaat het om de volgende aspecten: • concentratie; • geheugen en denken; • perceptie van omgeving. Lichte beperkingen houden dan in dat de verzekerde lichte problemen heeft met concentreren, geheugen en denken. De oorzaak kan in verschillende problemen liggen, zoals lichte sociaalemotionele instabiliteit, stemmingsproblemen, of prikkelgevoeligheid. De concentratie en/of capaciteit tot informatieverwerking laat af en toe te wensen over. Met hulpmiddelen en enige aansturing is de zelfredzaamheid van de verzekerde voldoende te ondersteunen. Er is geen noodzaak tot het overnemen van taken.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 28
Matige beperkingen houden dan in dat de verzekerde vaak zodanige problemen heeft met de concentratie en informatieverwerking dat hiervoor hulp noodzakelijk is. Als er niet met regelmaat deskundige hulp wordt geboden, ervaart de verzekerde in het dagelijks leven problemen bij de zelfredzaamheid. Zware beperkingen houden dan in dat de verzekerde ernstige problemen heeft met de concentratie, het geheugen en denken en ook de waarneming van de omgeving. Hierdoor is volledige overname van taken door een deskundige professional noodzakelijk. 5. Oriëntatiestoornissen Bij oriëntatiestoornissen gaat het om de volgende aspecten: • oriëntatie in persoon; • oriëntatie in ruimte; • oriëntatie in tijd; • oriëntatie naar plaats. Lichte beperkingen houden dan in dat de verzekerde lichte problemen heeft met het besef van tijd en/of plaats. Het herkennen van personen en de omgeving levert geen problemen op. De problemen doen zich af en toe voor en de verzekerde kan zich zelfstandig redden met hulp vanuit zijn netwerk. De beperkingen vormen geen bedreiging voor zijn zelfredzaamheid, want de verzekerde kan veel taken op basis van ‘gewoonte’ zelfstandig uitvoeren. Matige beperkingen houden dan in dat de verzekerde problemen heeft met het herkennen van personen en zijn omgeving. De zelfredzaamheid van de verzekerde staat onder druk. De verzekerde heeft vaak hulp nodig van anderen bij het uitvoeren van taken en het vasthouden van een normaal dagritme. Als er geen deskundige begeleiding wordt geboden, verslechtert de situatie van de verzekerde. Zware beperkingen houden dan in dat de verzekerde ernstige problemen vertoont in het herkennen van personen en van zijn omgeving. Hij is gedesoriënteerd en zijn zelfredzaamheid is aangetast. Ondersteuning bij dagstructurering en bij het uitvoeren van taken is noodzakelijk, ook is het overnemen van taken aan de orde. Als er geen deskundige begeleiding geboden wordt, is opname het enige alternatief.
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 29
BIJLAGE 6 Producten en maximum tarieven BGind Binnen de functie Begeleiding individueel (in natura) worden de volgende producten, met maximum tarieven onderscheiden. Begeleiding individueel 1. Begeleiding 2. Begeleiding extra 3. Begeleiding speciaal 1 (nah) 4. Gespecialiseerde begeleiding (psy) 5. Begeleiding (j)lvg 6. Begeleiding ZG visueel 7. Begeleiding ZG auditief 8. Begeleiding speciaal 2 (visueel) 9. Begeleiding speciaal 2 (auditief)
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Uurtarief € 49,42 € 52,99 € 81,78 € 86,65 € 96,18 € 90,91 € 75,77 € 111,96 € 96,81
Blz 30
BIJLAGE 7 Producten en maximum tarieven BGgroep Binnen de functie Begeleiding groep (in natura) worden de volgende producten, met maximum tarieven onderscheiden. Begeleiding groep 1. Dagactiviteit basis 2. Module cliëntkenmerk (som-ondersteunend) 3. Module cliëntkenmerk (som-revalidatie) 4. Module cliëntkenmerk (pg)
Tarief totaal € 33,18 € 61,25 € 61,25 € 61,25
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Dagactiviteit VG licht Dagactiviteit VG midden Dagactiviteit VG zwaar Dagactiviteit VG kind licht Dagactiviteit VG kind midden Dagactiviteit VG kind zwaar Dagactiviteit VG kind ernstig Dagactiviteit VG kind gedrag
€ 35,42 € 44,75 € 68,72 € 44,26 € 57,85 € 93,32 € 93,32 € 57,85
13. 14. 15. 16. 17. 18.
Dagactiviteit LG licht Dagactiviteit LG midden Dagactiviteit LG zwaar Dagactiviteit LG kind licht Dagactiviteit LG kind midden Dagactiviteit LG kind zwaar
€ 42,54 € 47,92 € 51,20 € 46,91 € 56,55 € 71,33
19. 20. 21. 22. 23. 24.
Dagactiviteit ZG auditief licht Dagactiviteit ZG auditief midden Dagactiviteit ZG auditief zwaar Dagactiviteit ZG kind auditief licht Dagactiviteit ZG kind auditief midden Dagactiviteit ZG kind auditief zwaar
€ 46,04 € 56,01 € 62,66 € 54,19 € 68,41 € 86,56
25. 26. 27. 28. 29. 30.
Dagactiviteit ZG visueel licht Dagactiviteit ZG visueel midden Dagactiviteit ZG visueel zwaar Dagactiviteit ZG kind visueel licht Dagactiviteit ZG kind visueel midden Dagactiviteit ZG kind visueel zwaar
€ 35,26 € 40,16 € 43,82 € 43,41 € 52,57 € 67,73
31.
Dagactiviteit JLVG
€ 63,83
32.
Dagactiviteit -LZA
€ 10,10 (per uur)
33.
Inloopfunctie GGZ
€ 3.516,58 (per uur)
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 31
BIJLAGE 8 Producten en maximum tarieven AWBZ vervoer Voor cliënten die een indicatie hebben voor vervoer van en naar dagbesteding kan een bedrag zoals opgenomen in de onderstaande tabel worden afgesproken. Het onderdeel vervoerskosten heeft uitsluitend betrekking op geïndiceerd cliëntenvervoer. Alle overige vervoerskosten (bijvoorbeeld intern transport) vallen buiten het bereik van deze regeling. Vervoer extramurale begeleiding 1. Vervoer dagactiviteit VG (VG licht) 2. Vervoer dagactiviteit VG (rolstoel) (VG midden en zwaar) 3. Vervoer dagactiviteit kind ernstig (kind ernstig, kind gedrag) 4. Vervoer dagactiviteit LG 5. Vervoer dagactiviteit ZG 6. Vervoer dagactiviteit ouderen 7. Vervoer dagactiviteit GGZ
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Tarief per dag € 10,87 € 18,19 € 22,25 € 19,41 € 10,46 € 15,37 € 15,49
Blz 32
BIJLAGE 9 Producten en maximum tarieven PGB Op de tarieven voor begeleiding wordt voor budgethouders van 18 jaar en ouder een eigen bijdrage in mindering gebracht. Begeleiding Individueel Klasse
Uren per week 1 2 3 4 5 6 7 8
0 – 1,9 2 – 3,9 4 – 6,9 7 – 9,9 10 – 12,9 13 – 15,9 16 – 19,9 20 – 24,9
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Tarief per jaar 1.924 5.773 10.585 16.358 22.132 27.906 34.641 43.302
Groep (zonder vervoer) Klasse Tarief per jaar 1 2.378 2 4.758 3 7.136 4 9.517 5 11.895 6 14.274 7 16.653 8 19.032 9 21.411
Groep (met vervoer) Klasse Tarief per jaar 1 2.664 2 5.327 3 7.992 4 10.653 5 13.320 6 15.698 7 18.078 8 20.457 9 22.836
Blz 33
Colofon November 2011 Gemeente Groningen Contact: Alfons Boer 050 – 3674218
[email protected] Onno van der Molen 050 - 3676144
[email protected]
Inventarisatie extramurale AWBZ-begeleiding
Blz 34