Decentralisatie Begeleiding AWBZ naar Wmo Verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert December 2011 tot en met januari 2012
BMP advies Hans Jansen Wim Seegers Postbus 259 5550 AG Valkenswaard www.bmpadvies.nl KvK 53420977
Inhoudsopgave 1.
Vooraf
2
1.1.
Inleiding
2
1.2.
Leeswijzer
2
1.3.
Opbouw en uitleg van het interactieve traject
2
2.
Twee startconferenties op 13 december 2011
3
2.1.
Verslag workshop “Synergie behalen”
3
2.2.
Verslag workshop “Collectief”
5
2.3.
Verslag workshop “Decentraliseren”
6
2.4.
Verslag workshop “Welzijnszorg”
7
3.
Twee workshops op 11 januari 2012
9
3.1.
Het Wijkteam
9
3.2.
Dagbesteding
11
3.3.
Aandachtspunten voor het vervolg op beide thema’s
12
4.
Conferentie 31 januari 2012: terugkoppeling en tussenbalans
14
Bijlagen
17
Bijlage 1.
Deelnemers startconferentie 13 december 2011
17
Bijlage 2.
Inleiding Jan Custers 13 december 2011
19
Bijlage 3.
Inleiding BMP advies 13 december 2011
22
Bijlage 4.
Toelichting op de 4 workshops 13 december 2011
27
Bijlage 5.
Gespreksnotitie workshops 11 januari 2012
31
Bijlage 6.
Deelnemers workshops 11 januari 2012
33
Bijlage 7.
Deelnemers conferentie 31 januari 2012
34
Bijlage 8.
Programma conferentie 31 januari 2012
36
Bijlage 9.
Inleiding Joleen Kieneker
37
Bijlage 10.
Inleiding BMP advies
43
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
1
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
1. Vooraf 1.1. Inleiding In het kader van de transitie van de functie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo heeft de gemeenteraad van Weert de uitgangspuntennota “Op zoek naar de kracht van de burger” vast gesteld. De gemeente staat aan de vooravond van een omvangrijke beleidswijziging en zoekt daarvoor draagvlak bij het formele en informele maatschappelijk middenveld. 1.2. Leeswijzer De gemeente Weert heeft BMP Advies opdracht verstrekt daarvoor een interactief programma op te stellen en dat te begeleiden. Deze notitie verslaat het interactief proces zoals dat zich in de maanden december 2011 en januari 2012 in 3 stappen heeft voltrokken. Aan de basis van het proces ligt de uitgangspuntennota “Op zoek naar de kracht van de burger” die door de gemeenteraad in november 2011 is vastgesteld. In deze notitie worden per processtap doelstelling, werkvorm en resultaat beschreven. De output van stap 1 is de input voor stap 2 en de output van stap 2 is de input voor stap 3. Het interactieve proces heeft tal van suggesties, ideeën en concrete voorstellen opgeleverd die de gemeente Weert zal wegen. Alle gemaakte opmerkingen en voorstellen, rijp en groen door elkaar, zijn in dit verslag opgenomen. Dat wil niet zeggen dat de gemeente Weert deze allemaal en onverkort deelt en overneemt. Uiteraard doet de gemeente er wel haar voordeel mee bij het opstellen van het beleidsplan voor de transitie van de Begeleiding. Langs deze weg willen wij dan ook alle deelnemende organisaties en personen hartelijk danken voor hun inbreng. 1.3. Opbouw en uitleg van het interactieve traject De gemeente was gedurende het interactieve proces de toehorende partij en dat betekende dat organisaties en instellingen volop de gelegenheid kregen hun ideeën en wensen in te brengen. Het programma is tot stand gekomen in overleg met de projectgroep Begeleiding van de gemeente Weert waarin de zitting hebben (Frank van Beeck, Ton Weekers en Eefje Vogels). Deze projectgroep fungeerde tijdens de uitvoering van het interactieve programma ook als klankbordgroep voor BMP advies. Het interactieve proces kende drie stappen: Stap 1. Twee startconferenties (13 december 2011) gericht op geclusterde doelgroepen met als doel: informatie uitwisselen, bewust worden, activeren. Stap 2. Een tweetal workshops (11 januari 2012) waarin twee centrale thema’s over de transitie van de Begeleiding zijn uitgewerkt te weten de Dagbesteding en het Wijkteam Stap 3. Een conferentie als afronding van het eerste deel van het interactieve proces.
2
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
2. Twee startconferenties op 13 december 2011 Aan de startconferenties werd deelgenomen door afgevaardigden van diverse organisaties en instellingen (bijlage 1). Beide conferenties werden geopend door wethouder Coolen die daarmee het belang voor de gemeente van deze bijeenkomsten onderstreepte. Hij wees nog eens uitdrukkelijk op de rol van de gemeente in deze fase; de luisterende partij. Het bewustwordingsproces werd op gang gebracht door een gastspreker, in de persoon van de heer Jan Custers, voormalig directeur van de stichting Vorkmeer in Peel en Maas en gespecialiseerd in zelfsturing. Hij nam de deelnemers mee naar de toekomst en schetste het ideale beeld van een participatiesamenleving. De inleiding van de heer Custers treft u aan als bijlage 2. BMP advies presenteerde vervolgens de door gemeenteraad vastgestelde uitgangspuntennota. Deze presentatie is als bijlage 3 bijgevoegd. Als opmaak naar het interactieve deel van de conferentie introduceerde BMP advies een viertal workshopthema’s: 1. 2. 3. 4.
Hoe kan er synergie worden behaald? Wat kan van Begeleiding Individueel naar Begeleiding Groep? Kunnen activiteiten worden gedecentraliseerd naar de omgeving van de burger? Hoe brengen we Welzijn en Zorg samen tot Welzijnszorg
De toelichting op de workshopthema’s is als bijlage 4 toegevoegd.
2.1. Verslag workshop “Synergie behalen” De deelnemers aan de workshops formuleren een reeks suggesties voor het behalen van synergie. Synergiewinst dient een tweeledig doel. De cliënt heeft er voordeel van omdat doublures worden voorkomen en processen transparanter en efficiënter worden ingericht. De gemeente heeft er voordeel van omdat met minder geld meer kan worden gedaan. Het Wmo traject is te onderscheiden in drie fasen; vraagverheldering, beoordeling en uitvoering. Uitgaande van de drie fasen van het Wmo proces zijn deze suggesties als volgt te rangschikken. Vraagverheldering Tijdens de vraagverhelderingsfase is er veel winst te behalen rond het verzamelen en vastleggen van cliëntgegevens. Deze gegevens worden nu op te veel plaatsen in verschillende systemen vastgelegd met als gevolg dat het werk dubbelop gebeurd. Indien er “één loketsysteem” wordt ingericht, kan daarbinnen kennis worden verknoopt en een multidisciplinair team worden aangehaakt. Binnen een loket kunnen informele en formele zorg betrokken zijn en op basis van te onderscheiden verantwoordelijkheden tot optimale inzet komen. De privacybescherming is een groot goed maar mag geen “sta in de weg zijn” voor een goed functionerend loketsysteem.
gemeente Weert – februari 2012
3
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Voor een goede efficiënte uitvoering van de vraagverheldering is een ingespeeld “wijkteam” essentieel. Binnen het wijkteam moeten professionals de noodzakelijke “ruimte” krijgen maar ook aan de informele zorg geven. De informele zorg en formele zorg moeten binnen het kader van het wijkteam eerder “schakelen”; dat werkt preventief en maakt proactief handelen mogelijk. Er moet een cultuur van onderlinge betrokkenheid ontstaan waarvoor een belangrijke taak is weggelegd voor de casemanager. De vraagverheldering moet integraal zijn dus zowel arbeid, zorg en welzijn omvatten. De vraagverheldering vindt ook plaats binnen de context van “kansloos naar participeren”. De leden van het wijkteam nemen de mogelijkheden van iedere burger als vertrekpunt. Deze vorm van vraagverheldering heeft gevolgen voor de attitude van de professionals die veel meer in de ondersteunende in plaats van de uitvoerende rol terecht komt. Vraagverhelderingsgesprekken (keukentafelgesprekken) zijn geen momentopname maar onderdeel van een systeem en proces waarvoor op wijkniveau de voorwaarden en condities aanwezig moeten zijn. Beoordelingsfase Beoordeling of indicatiestelling in de huidige vorm kan als gevolg van het gekanteld denken en het ondersteunen voor een groot deel worden afgeschaft. Toch blijft een diagnose voor een deel van de cliënten van belang voor het te trekken plan en de beoordeling van het recht op individuele voorzieningen of een PGB. Van belang is dat iedereen in de juiste stand staat zodat beoordeling (vanuit zuinigheid en financieel beheer) grotendeels achterwege kan blijven. Maatwerk op basis van de specifieke (on)mogelijkheden en binnen cliëntsituaties staat op gespannen met geprotocolleerde indicatiestelling. Professionals moeten dus kunnen en durven afwijken. Welzijnszorg kan zonder indicatiestelling; het wijkteam heeft de vrijheid de laagdrempelige toegang te organiseren. Uiteraard blijven er vragen met betrekking tot de rechtsgelijkheid indien er per cliëntsituatie andere oplossingen mogelijk zijn? Er kan een administratieve rompslomp rond bezwaren ontstaan maar je moet ook niet bang moet zijn voor bijvoorbeeld 10% onenigheid indien 90% van de toegangsregulering gladjes verloopt. Contracteren en uitvoeren Er zijn verschillende varianten van volledig PGB, van de cliënt die alles zelf regelt tot het aanbieden van een door de gemeente bepaald aanbod met zorgarrangementen waarmee 90% van de beperkingen kan worden gecompenseerd. Het PGB staat op gespannen voet met burgerparticipatie en werkt claimgedrag in de hand. Het PGB sluit informele zorg uit m.a.w. informele zorg wordt met een PGB betaald.
4
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Voor sommige cliëntgroepen/cliënten is een PGB adequaat; maar dit kan ook in de vorm van vouchers. De gemeente moet meer “contracteren” op wijkniveau en de regie nemen over het basispakket per wijk (welzijnszorgarrangementen). De Instellingen moeten er rekening mee houden dat gemeenten gaan contracteren in een krimpmodel. Het wordt dus voor iedereen minder. De noodzakelijke cultuurverandering bij overheid, burger en maatschappelijk middenveld levert pas echt synergie (winst) op. Onderdeel van het systeem is “concurrentie” op kwaliteit. Er is behoefte aan andere prikkels in de contractering; meer doen met minder budget. Een integraal buurtzorgconcept bespaart enorm veel geld en is veel doelmatiger. Het is van belang dat gemeenten en zorgverzekeraars op één lijn zitten De informele zorg mag niet op de stoel van de professional gaan zitten omdat dit in tweede instantie duurder kan uitpakken en dus niet in het belang van de cliënt en de gemeente is.
2.2. Verslag workshop “Collectief” Hoe gaan we het organiseren Begeleiding Individueel of Begeleiding groep wordt per organisatie heel verschillend ingevuld. Er is een open dialoog nodig tussen partijen om tot een gemeenschappelijk kader te komen. Je hebt begeleiding sec maar heel veel kan ook worden opgelost vanuit flankerend (welzijns)beleid. Begeleiding moet zoveel als mogelijk geïntegreerd worden met het gewone dagelijkse leven waardoor het zorglabel er ook voor een deel vanaf kan. In deze workshops zijn de deelnemers op zoek gegaan naar de mogelijkheden om meer in groepsverband te organiseren in plaats van een individueel aanbod te presenteren. De dagbesteding voor o.m. dementerende ouderen kan openbaar worden gemaakt en professionals en vrijwilligers kunnen gezamenlijk op deze activiteit worden ingezet. De winst is tweeledig; minder professionele uren in de dagbesteding en minder uitvoeringskosten voor de dagbesteding. De formele indicatiestelling voor deze vorm van dagbesteding kan worden afgeschaft en de plaatsing kan worden over gelaten aan de dagbesteding zelf. Er werd ook geadviseerd de dagbestedingprojecten in de publieke en particuliere sector (zorg-boerderijen) te integreren waarbij ook volop ruimte voor vrijwilligers ontstaat. Deze activiteiten kunnen in principe zonder indicatie. Indien de doelstellingen gelijk zijn, is het effectueren van de integratie mogelijk. De inzet van “maatjes” (vrijwilligers) is succesvol en kan worden uitgebreid. Er kan meer gebruik gemaakt worden van bestaande vrijwilligersorganisaties.
gemeente Weert – februari 2012
5
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Dagbesteding nieuwe stijl vraagt om een professional in de rol van coach van de cliënt en de vrijwilligers. Te veel op vrijwilligers koersen is ook riskant want zijn die er wel genoeg? Geadviseerd wordt de vrijwilligers niet in te zetten op de 5% echte kwetsbare burgers. De gemeente moet voldoende aandacht hebben voor de waardering van vrijwilligers. Integreren Er zijn veel integratiemogelijkheden in diverse vormen van dagbesteding, Dit betreft zowel de grondslagen alsook leeftijden. Het advies is: wees creatief, het hoeft niet altijd geld te kosten. Er moet meer sturing komen op vrijwillige hulp, men moet van elkaars mogelijkheden weten en ook weten wie zich waar mee bezig houdt. Er kunnen doelgroepen gecombineerd worden zoals bijv. dementerende bejaarden en verstandelijk gehandicapten. Combineer zorgvuldig, bijvoorbeeld bij de zorgboerderij. De risico’s en kwaliteiten moeten worden geanalyseerd en bekijk individueel wat je kunt matchen. Informele zorg Binnen Begeleiding Groep zijn er tal van mogelijkheden voor de informele zorg zoals de rol van gastvrouw. Indien er voldoende aandacht is voor de noodzakelijke veiligheid, is de inzet van informele zorg goed mogelijk. Geadviseerd wordt stakeholders vanuit de informele zorg te mobiliseren en proefprojecten te starten in de uitvoering en op basis van samenwerking. Stel vooral de mogelijkheden vast en ga niet te snel op zoek naar de onmogelijkheden. Maak een goed plan, communiceer met elkaar en zorg voor een stevige onderbouwing. Er zijn voldoende middelen om initiatieven te bundelen; het levert uiteindelijk geld op. Wat in stand laten Het belang van lotgenotencontact (in vele varianten) wordt onderstreept. Indien er een duidelijke relatie met diagnostiek ligt, moet deze worden gehandhaafd. Laat zware zorgvragen ongemoeid.
2.3. Verslag workshop “Decentraliseren” Mogelijkheden Indien de instellingen de krachten bundelen en hun programma’s zoveel als mogelijk integreren, kan een fors deel van het aanbod worden gedecentraliseerd naar een lager niveau.
6
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
De instellingen moeten daartoe hun eigen huisvestingsbeleid los laten en over de instellingsmuren heen kijken. Er kan veel meer integraal worden aangeboden onder regie van een geïntegreerd wijkteam. Integratie van Zorg Instellingen bieden een traditioneel aanbod aan dat is gebaseerd op het systeem van zorgaanspraken. Men moet leren met elkaar out of the box te denken. Iedereen moet aan tafel, er is geen andere keus. Vanuit het gezamenlijk overleg moet het mogelijk zijn tot gezamenlijke doelstellingen te komen wat vervolgens moet resulteren in afstemming en samenwerking. Wat centraal Burgers die tot de 5 % groep kwetsbaren horen (burgers die permanent op verzorging en begeleiding zijn aangewezen) moeten in ieder geval centraal staan. Niemand kan zich hier een omissie permitteren. Hoe doen De samenwerking tussen professionals moet zonodig, onder regie van de gemeente, worden afgedwongen. Er is een mentaliteitsverandering nodig bij deelnemers, professionals en burgers en omgeving (ontwennen).
2.4. Verslag workshop “Welzijnszorg” Mogelijkheden Indien de instellingen de krachten bundelen en hun programma’s zoveel als mogelijk integreren, kan een fors deel van het aanbod worden gedecentraliseerd naar een lager niveau. De instellingen moeten daartoe hun eigen huisvestingsbeleid los laten en over de instellingsmuren heen kijken. Er kan veel meer integraal worden aangeboden onder regie van een geïntegreerd wijkteam. Integratie van Zorg Instellingen bieden een traditioneel aanbod aan dat is gebaseerd op het systeem van zorgaanspraken. Men moet leren met elkaar out of the box te denken. Iedereen moet aan tafel, er is geen andere keus. Vanuit het gezamenlijk overleg moet het mogelijk zijn tot gezamenlijke doelstellingen te komen wat vervolgens moet resulteren in afstemming en samenwerking. Wat centraal Burgers die tot de 5 % groep kwetsbaren horen (burgers die permanent op verzorging en begeleiding zijn aangewezen) moeten in ieder geval centraal staan. Niemand kan zich hier een omissie permitteren. Hoe doen De samenwerking tussen professionals moet zonodig, onder regie van de gemeente, worden afgedwongen. Er is een mentaliteitsverandering nodig bij deelnemers, professionals en burgers en omgeving (ontwennen). Losse opmerkingen Er is veel onbenut arbeidspotentieel waarmee niets wordt gedaan. Voor burgers met een uitkering kan een sociale dienstplicht worden overwogen.
gemeente Weert – februari 2012
7
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Er moeten geen mythen ontstaan, burgerkracht heeft ook zijn grenzen. Gemeenten moeten samenwerken, wil het voor voornamelijk de regionale instellingen enigszins hanteerbaar blijven.
8
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
3. Twee workshops op 11 januari 2012 De tweede stap in het interactieve proces werd gezet op 11 januari 2012 tijdens een tweetal workshops voor op thema geselecteerde deelnemers. Het ging om het thema integreren van dagbesteding en het vormen van een wijkteam. De thema’s waren het resultaat van de conferenties op 13 december. Ter voorbereiding van deze workshops stelde BMP advies een gespreksnotitie op (huiswerk) waarmee de deelnemers binnen hun eigen organisatie hun inbreng voor de workshops konden voorbereiden (bijlage 5). Op deze dag vonden 2 workshopsessies plaats, gericht op clusters waarin samenwerking tot stand kan komen. Doel was oplossingen bedenken, samenwerking zoeken, aanbevelingen geven. Hiervoor werden door organisaties medewerkers en vertegenwoordigers afgevaardigd ( zie bijlage 6) die heel concreet aan de slag gingen met opdrachten uit de eerste serie werkconferenties. Hier werd ook de brug geslagen tussen professionele- en informele zorg. De workshops gingen aan de slag met de methode van de effectenarena.
3.1. Het Wijkteam Doelstelling workshop wijkteam is consensus bereiken over: • De doelstelling, bevoegdheden, taken en samenstelling van een wijkteam; • Identieke randvoorwaarden binnen de aan het wijkteam deelnemende organisaties; • De rol van de burger, de informele en formele “dienstverleners” binnen het wijkteam; • De wijze waarop effecten worden gemeten en verantwoording kan worden afgelegd; • De gemeentelijke faciliteiten voor een succesvol opererend wijkteam zoals regie door gemeente, budget, mandaat voor wijkteam etc. Doelstelling van een wijkteam: De deelnemende organisaties benoemen een aantal doelen waarop het wijkteam zich zou moeten richten. Het wijkteam heeft als belangrijkste doelstelling de burger in zijn kracht te zetten. Alle andere genoemde (sub) doelen zijn daaraan ondergeschikt maar wel wezenlijk.
gemeente Weert – februari 2012
9
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
De subdoelen zijn: • • •
• • • • •
de compensatieplicht waarborgen; burgers verbinden met de omgeving en in de omgeving zoveel als mogelijk oplossingen zoeken; ontschotting realiseren zodat doublures kunnen worden voorkomen en er doelmatig kan worden gewerkt ten aanzien van doelgroepen, instellingsdoelstellingen, programma’s, gebouwen; veiligheid en opvang voor kwetsbare burgers garanderen; dichtbij, zichtbaar en laagdrempelig maatwerk leveren; preventief handelen mogelijk maken; een transparante keten mogelijk maken van lichte ondersteuning tot zware en specifieke ondersteuning; overlast in de wijk voorkomen c.q. oplossen.
De uitkomsten van de workshop wijkteam: Activiteit
Resultaat
Effect
Wijkmonitor inrichten met preventieve en pro-actieve aanpak.
Vroegtijdige signalering
Bevordert gevoel van veiligheid
Doorleiden en organiseren toegangbepaling.
Laagdrempelige toegang
Bevordert snelheid van handelen, vermindert bureaucratie
Vraag en aanbod bij elkaar brengen.
Er ontstaat overzicht en inzicht
Bevordert maatwerk
Projecten in de wijk.
Vernieuwing
Beter aanbod tegen minder kosten
Organiseren van arrangementen om te ontzorgen.
Completere zorg, goedkoper georganiseerd
Bevordert kwaliteit en betaalbaarheid
Organiseren, structuren en ondersteunen van de informele zorg
Netwerken van gekwalificeerde vrijwilligers
Ontzorgt en bevordert de kosteneffectiviteit
De organisatie van een wijkteam:
Punt Welzijn
Lichamelijk Gehandicapten
AMW MiddenLimburg
WijkDorpsraad
V&V extramuraal
10
V&V intramuraal MEE
Gemeente
Verdere specialisatie
Verdere specialisatie
Verstandelijk Gehandicapten
Psychiatrie
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Aandachtpunten De deelnemers merken op dat wat in deze workshop besproken wordt niet allemaal nieuw is. Ook in het verleden zijn er overleggen geweest (zoals hometeams) waarin de integrale zorg voor cliënten centraal stond. Het beoogde wijkteam moet dan ook kunnen functioneren als een integraal team (naar voorbeeld van buurtzorgconcept) waarin professionals vanuit hun organisatie de ruimte krijgen om als één team te functioneren. Professionals, zowel van ondersteuningsorganisaties (Punt Welzijn, AMW en MEE) maar ook van zorgaanbieders krijgen een andere rol. Zij creëren in eerste instantie randvoorwaarden en faciliteiten en ondersteunen burgers met beperkingen en de informele zorg, in het zelf verantwoordelijkheid dragen en oplossingen bedenken.
3.2. Dagbesteding Doelstelling workshop dagbesteding is consensus over: • • •
De mate en de vorm waarin groepsbegeleiding kan worden geïntegreerd voor burgers met beperkingen gericht op te onderscheiden resultaten (3-deling); De schaal waarop de varianten van groepsbegeleiding moeten worden aangeboden; De rol van formele en informele begeleiding binnen de groepsbegeleiding.
Doelstelling Signaleren, ontmoeting, activiteiten, educatie, arbeidsmatig. Als start van de discussie wordt bij de aanwezigen verkend welke doelstellingen nagestreefd worden in de dagbesteding. Men is zich ervan bewust dat die doelstellingen in de toekomst kunnen wijzigen wanneer de groepsbegeleiding onderdeel is geworden van de Wmo. Dan immers wordt groepsbegeleiding een vertaling van het gemeentelijk Wmo beleid gericht op het compenseren van belemmeringen. Voor nu echter is het voor de discussie gemakkelijker om aansluiting te zoeken bij de doelen zoals deze in de AWBZ zijn geformuleerd. • •
Begeleiding is gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid; Begeleiding in groepsvorm in de vorm van een dagprogramma heeft daarnaast als subdoel ontmoeting mogelijk te maken, onderwijs te vervangen, arbeidmatige of andere activiteiten uit te voeren en structuur aan te brengen.
gemeente Weert – februari 2012
11
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Uitkomsten workshop Dagbesteding Activiteit
Resultaat
Effect
Ontmoetingsplekken creëren
Contact
Minder isolement
Gezond leven en bewegen
Gezondheid neemt toe
Minder ziekte = minder maatschappelijke kosten
Vaardigheden aanleren
Beter omgaan met
Minder beroep op ondersteuning
Vraagbaak
Beter en sneller geïnformeerd
Ontlast het systeem, geeft gevoel van controle
Wegnemen van barrières
Vergroot zelfstandigheid en zelfredzaamheid
Minder beroep op ondersteuning
Ontlasten mantelzorg
Langer in de thuissituatie blijven
Minder maatschappelijke kosten
Cognitieve training
Vertraagde doorstroom naar intensievere zorg
Minder maatschappelijke kosten
Elkaar leren kennen
Minder vooroordelen
Integratie in de samenleving met en zonder beperking
Quick-wins Integratie voorzieningen Tijdens de bijeenkomst is gevraagd wat op korte termijn de grootste verandering zou zijn die kan worden doorgevoerd om de huidige dagbesteding te verbeteren. Vanuit de workshop wordt unaniem aangegeven dat het integreren van doelgroepen in de dagbesteding een belangrijke Quick Win zou zijn. Inhoudelijk gezien draagt het positief bij aan veel van de eerder genoemde resultaten, anderzijds leidt het financieel gezien tot lagere kosten en een betere efficiency. Er worden vanuit de deelnemers aan de bijeenkomst geen serieuze belemmeringen gezien om dagbesteding integraal aan te bieden. Wel wordt voor sommige, heel specifieke vormen van dagbesteding, bijvoorbeeld de kinderdagcentra voor (meervoudig) ernstig gehandicapte kinderen geadviseerd om ze in stand te houden. Oplossingen Zoals al eerder aangegeven wordt de belangrijkste verbetering verwacht van de integratie van dagvoorzieningen. Dat kan leiden tot een betere spreiding, een efficiëntere benutting en het dichter bij de burger in de eigen omgeving aanbieden van ondersteuning. Het integreren van dagvoorzieningen met bestaande voorzieningen in de wijk/buurt bevordert ook nog de participatie door het integreren van de samenleving met burgers met een beperking.
3.3. Aandachtspunten voor het vervolg op beide thema’s Informatie uitwisselen Van belang is dat informatie tussen de verschillende partijen goed wordt uitgewisseld. Vaak weten (zorg)aanbieders van elkaar niet welke activiteiten er precies worden uitgevoerd. Het bij elkaar brengen van aanbieders levert dan altijd verassende inzichten op met betrekking tot activiteiten voor verschillende doelgroepen. Van belang is dat deze informatie met regelmaat tussen partijen wordt uitgewisseld. De gemeente kan daarin een regisserende rol spelen. Ook is
12
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
van belang dat er in de gemeente een inventarisatie wordt verricht van alle activiteiten die gericht zijn op sociale participatie, ook wanneer deze niet specifiek gericht zijn op burgers met een beperking. Alleen dan kan een compleet beeld worden verkregen van de mogelijkheden om dagbesteding te integreren en een wijkteam aan het werk te zetten. Samenwerken Aanbieders zijn er van overtuigd dat door samenwerking voordeel voor hun cliënten en de organisatie is te behalen. Deze samenwerking is tot dusver alleen incidenteel en op kleine schaal tot stand gekomen. Met het oog op de decentralisatie van begeleiding is het van belang om samenwerking structureel te maken. De gemeente wordt hierbij als initiator en regievoerder gezien. Regievoeren Regie is van belang. Zonder regie is er geen richting en geen afstemming. Aanbieders verwachten van de gemeente dat deze het initiatief neemt in het proces dat nodig is om tot integratie en spreiding van dagvoorzieningen te komen en over de samenwerking die daarvoor nodig is de regie voert. Doorpakken De situatie die nu bestaat met dagbesteding per doelgroep en marginale samenwerking tussen aanbieders en doelgroepen kan alleen doorbroken worden wanneer de gemeente en de aanbieders doorpakken. Er zijn door aanbieders geen structurele belemmeringen genoemd om tot integratie en spreiding van dagvoorzieningen te komen, het gaat er nu om van het woord een daad te maken. Politieke moed en ondernemingsgezindheid Om ingrijpende veranderingen in een stelsel te bewerkstelligen is politieke moed en ondernemingszin nodig. Deelnemers aan de conferenties geven aan dat de meerwaarde van de verandering wordt gezien. Nu komt het erop aan om de noodzakelijke stappen te zetten. Aanbieders hebben de neiging om te wachten tot het echt moet vanuit de regelgeving of tot de omstandigheden ertoe dwingen. Er is veel behoefte aan duidelijk en richtinggevend beleid aan de kant van de gemeente. Aanbieders zijn vervolgens bereid om de noodzakelijke samenwerking en verandering te effectueren. Inventariseren wat ze nodig hebben Aanbieders en cliëntorganisaties stellen dat het van belang is om te inventariseren wat nodig is en dit te spiegelen met het huidige aanbod en de huidige organisatiestructuur. Op basis daarvan kan een plan en planning opgesteld worden om de noodzakelijke veranderingen te bewerkstelligen.
gemeente Weert – februari 2012
13
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
4. Conferentie 31 januari 2012: terugkoppeling en tussenbalans Op 31 januari 2012 vond in de raadszaal de terugkoppeling plaats van het interactieve traject en werd de tussenbalans opgemaakt. Aan de conferentie werd deelgenomen door ongeveer 100 deelnemers (bijlage 7) vanuit de politiek en het maatschappelijk middenveld (informeel en formeel). Het programma van deze conferentie is als bijlage 8 bijgevoegd. De conferentie werd geopend door Wethouder Coolen die zijn tevredenheid uitsprak over ieders betrokkenheid bij dit majeure project. Vanavond maken we slechts een tussenstap op weg naar het nieuwe beleid. Het zal geen gemakkelijke weg zijn maar met vereende krachten komen we eruit. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid in deze serieus en zal ook zoveel als mogelijk optrekken met buurgemeenten Nederweert en Leudal.
Gespreksleider Jan Leenders interviewt wethouder Harry Coolen
Inleiding Joleen Kieneker, directeur Algemeen Maatschappelijk Werk Zij hield een boeiende inleiding (zie bijlage 9) over ontwenning van de verzorgingstaat en wat dit betekent voor de burgers, de “hulpverleners”en de politiek. Enkele statements uit haar inleiding zijn: • Sturen op zelfredzaamheid: van “ziek zijn” naar” niet ziek worden”; • Participeren: waar hebben we het over, iedereen doet het op zijn eigen wijze; • Iedereen participeert nu ook. Maar voldoet die participatie aan onze normen en waarden? • Participeren: zich zelf kunnen redden maar is dat ook naar de maatschappelijke norm? • Eigen verantwoordelijkheid bij de burger leggen, resulteert niet automatisch in maatschappelijk gewenst resultaat; • Verzorgingsstaat voortgekomen uit: zachte heelmeesters maken stinkende wonden; • Hulpverlener kan in een spagaat terecht komen; ga ik er af of wacht ik af (tot het mogelijk te laat is); • Ontwennen van verzorging zal voor alle betrokken partijen “pijn” doen. Het is een proces en terugvallen op oud beleid (bijvoorbeeld bij een “incident” ligt op de loer. Consistentie in beleid en handelen van alle partijen is van groot belang.
14
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Inleiding Hans Jansen van BMP advies Terugkoppeling interactief traject decentralisatie Begeleiding van AWBZ naar Wmo. Aan het einde van zijn presentatie (zie bijlage 10) wordt geconcludeerd dat: • We horen tal van goede ideeën en tips om het wijkteam en de integratie van dagvoorzieningen vorm te geven; • Er bestaat een breed gedragen opvatting dat in de Wmo zaken anders en integraler kunnen worden aangepakt; • Er is een goed draagvlak om samen met de gemeente aan de slag te gaan met de decentralisatie van Begeleiding. Interviewronde. Onder leiding van Jan Leenders worden zes deelnemers gevraagd naar hun ervaringen tijdens de interactieve bijeenkomsten. Het eerste gespreksthema betreft de samenwerking. • De heer van Ekerschot (Punt Welzijn):Er is sprake van een Chinese muur tussen welzijn en zorg maar deze kan worden geslecht. Blijkbaar is de transitie van de Begeleiding nodig voor het met elkaar ontwikkelen van nieuwe concepten; • Mevrouw Vinken (SPW): Er was al samenwerking maar deze is o.a. door bezuinigingen onder druk komen te staan. Bijvoorbeeld, de Risse en PSW vonden elkaar op werkgelegenheid voor VG. De “bovenkant” PSW en “onderkant” Risse raken elkaar en met de komst van WWNV en transitie Begeleiding worden de raakvlakken en/of verschuivingen groter. Reden om deze samenwerking weer op te pakken. PSW zet ook cliënten in op facilitaire taken binnen verzorging- en verpleeghuizen; • Mevrouw Dehing (Mensana): De gemeente moet nu concreet maken welk beleid men gaat voeren dan kunnen de partijen daarop inspelen. Mensana maakt zich zorgen over de toekomst van mensen die niet in staat zijn zich zelf te redden; • De heer Goumans (zorgvragersoverleg): Niet alle mogelijkheden van de informele zorg worden nu benut. Door deze heroriëntatie naar aanleiding van transitiediscussie ontstaat daar oog voor. Het is noodzakelijk de mogelijkheden breed te inventariseren bijvoorbeeld ook bij organisaties zoals Rode Kruis. Het is wenselijk de zorg dicht bij de burgers op wijkniveau te organiseren; • De heer Wouters (Stichting Dagopvang): Hij concludeert dat er goed naar elkaar wordt geluisterd, niet alleen vanuit de gemeente maar ook de instellingen onderling; • De heer Jobse (De Risse): Hij vindt het knap dat er zoveel over het “wat” uit het interactieve proces is gekomen. We staan nu echter voor de “hoe-vraag” en dat zal nog wel spannend worden; • Mevrouw Vinken (PSW): Nu moeten we gezamenlijk doorpakken. Instellingen willen betrokken blijven in het proces. We moeten ook de rol en de grenzen van de informele zorg bepalen. Er zijn zeker kansen voor het integreren van dagbesteding zoals door BMP advies geschetst maar daar is wel een verdieping op het thema voor nodig; • De heer van Ekerschot stelt dat het benodigde aantal vrijwilligers een punt van zorg wordt. Het aantal blijft gelijk maar de inzet neemt af. We moeten ook kijken naar bijvoorbeeld maatschappelijke stages etc.
gemeente Weert – februari 2012
15
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
De deelnemers aan de vragenronde hebben ook nog een aantal tips voor de gemeente Weert. • •
• • • •
De heer Goumans vraagt vooral voor de VG om maatwerk en benadrukt dat de mens centraal moet blijven staan; De heer Jobse pleit voor een stevige regierol van de gemeente. Er constateert dat er enerzijds een grote maatschappelijke betrokkenheid is bij het thema maar anderzijds is er ook sprake van versnippering. De krachten moeten worden gebundeld; Mevrouw Vinken stelt dat we voor een ommekeer in denken en handelen staan waarvoor alle geledingen in de samenleving moeten open staan; Mevrouw Dehing hoopt dat de gemeente in regionaal verband tot consensus komen, dat is in het belang van de burgers en de instellingen; De heer van Ekerschot hoopt dat de discussie op gang blijft en dat de beschikbare kennis kan worden verknoopt; Tot slot wordt gesteld dat duidelijkheid ten aanzien van de Begeleiding in het belang van iedereen is: Dus iedereen moet straks weten: Dit was het en dit wordt het.
Grote opkomst tijdens informatiebijeenkomst op 31 januari 2012
Terugblik en vooruitblik Aan het einde van het programma kijken Hans Jansen (BMP Advies) en Frank van Beeck terug en vooruit. De laatste twee maanden waren zeer leerzaam en hebben al veel opgeleverd. De komende maanden gaat de gemeente haar beleid formuleren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen wat voor 1-1-2013 moet klaar zijn en wat later kan. De gemeente zal het maatschappelijk middenveld blijven betrekken in het traject. Uiteraard passeert het beleidspan het Wmo platform en komt er inspraak voor burgers en alle andere partijen. Met behulp van een communicatieplan worden de burgers geïnformeerd over de veranderingen en de betekenis daarvan.
16
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlagen Bijlage 1.
Deelnemers startconferentie 13 december 2011
Ochtendprogramma Naam C arla Vleeshouwers Dhr E. Delsing Jacqueline v/d Berg Jac Smeets John Voorbraak Eefje Vogels Ger Odekerken Ilse den Mulder J.K. Jobse Mieke C rolla
Organisatie Gemeente Weert Land van Horne Allerzorg SKW, C lientenplatform minima Lokaal zorgvragers overleg Gemeente Weert Gemeente Nederweert Stg. Punt Welzijn Weert De Risse Stg. Punt Welzijn Weert
Functie Wmo-consulent Algemeen directeur Vestigingsmanager Bestuurdslid Vertegenwoordiger thuiszorg Wmo-controller Beleidsmedewerker Nederweert Senior medewerker Vraagwijzer Algemeen directeur C lusterleider SBS
C indy Baljon Dhr. G. aan den Boom Moniek ten Veen Ton Weekers Thijs Douven Francien C lout Frank van Beeck Katja Gerasimova T. Witters Victor Goumans
Gemeente Weert Land van Horne Allerzorg Gemeente Weert Zorgboerderij De Mildert (Nederweert) Stg. Punt Welzijn Weert Gemeente Weert Gemeente Nederweert De Risse Lokaal zorgvragers overleg
Wmo-consulent C lusterdirecteur C oördinator ondersteunende begeleiding Hoofd afdeling OC SW Zorgboerderij de Mildert Senior medewerker Servicepunt vrijwilligers Plv. Afdelingshoofd Ambtenaar inburgering Manager Horizon re-integratie Vertegenwoordiger Zonnebloem
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Dhr. F. Tijhuis Ine Verhaeg Johanna Jacobs Mieke Venner Johan Wouters Albert Lauvenberg Boudewijn Gresel Jan Levels mw. N. Vleeshouwers Theo van Ekerschot
Land van Horne Franciscus Hospice Zorgboerderij Bosserhof Hoeve de Kaolder "Stg Melion" Stg Dagopvang Weert De zorggroep Lokaal zorgvragers overleg Stg. Punt Welzijn Weert De Risse Stg. Punt Welzijn Weert
Beleidsadviseur Zorg en Financiën Voorzitter Onbekend Zorgcoördinator Manager Wonen Welzijn en Zorg Senioren C lusterleider IAO Trajectbegeleider Horizon Manager - directeur
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
Els van de Port Jos Mans Marjo Wijen Rob van Maurik Mart Mennen Ben Rentinck Gerrie Hendrix José Peeters Marjo Janssen Paul Horsmans
Gemeente Weert Zorgboerderij Ingelshof Franciscus Hospice Praktijk voor Ondersteuning en Begeleiding Netwerk Palliatieve zorg Weert Lokaal zorgvragers overleg Stg. Punt Welzijn Weert De zorggroep Gemeente Weert Stg. Punt Welzijn Weert
Wmo-consulent Zorgboerderij Ingelshof Tungelroy Penningmeester Eigenaar, maatschappelijk werker C oordinator Verpleegkundig technisch team Land van Horne SOL en Senioren C lusterleider jeugd Teamleider Beleidsadviseur Bestuurder
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
gemeente Weert – februari 2012
Workshop 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
17
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Middagprogramma
18
Naam Ben Rentinck Gerrie Hendrix José Peeters Marjo Janssen Paul Horsmans Arie de Bont Gonnie Poell Dhr. J.M. Jansen Louise Zeelen Luuk Venner Marianne vd Puttelaar Nathalie Dening René Laenen
Organisatie Lokaal zorgvragers overleg Stg. Punt Welzijn Weert De zorggroep Gemeente Weert Stg. Punt Welzijn Weert Algemeen maatschappelijk werk Gemeente Weert RC GGz Weert Branchevereniging kleinschalige zorg Stichting Melion / Hoeve de Kaolder Riagg Zuid Mensana Lokaal zorgvragers overleg
Functie SOL en Senioren C lusterleider jeugd Teamleider Beleidsadviseur Bestuurder
Eefje Vogels Ger Odekerken Ilse den Mulder J.K. Jobse Mieke C rolla Ad van Turnhout J. Unlandt - Leenen Ans Maessen H.J. Maatman Kees Krook Martijn Koopmans Melanier Blankers R.J.M. v. Haaf
Gemeente Weert Gemeente Nederweert Stg. Punt Welzijn Weert De Risse Stg. Punt Welzijn Weert Gemeente Weert C lientenraad RcGGZ Pedagogisch Sociaal Werk Maatman zorggroep Mensana Riagg Zuid Klankbordgroep wmo en ggz subregio Weerterkwartier Leudal Stichting Wonen Plus
Wmo-controller Beleidsmedewerker Nederweert Senior medewerker Vraagwijzer Algemeen directeur C lusterleider SBS Wmo-consulent
Regisseur jeugdzorg Manager langdurige-/ouderenzorg Eigenwijs en zorg, casemanager VG, GGZ Bestuurder Bemoeizorg Regiomanager Vertegenwoordiger SOL
Workshop 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Manager dagbesteding en PSW werk Algemeen directeur Senior begeleider Teamleider Voorzitter klankbordgroep WMO Administrateur / HEAD
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Francien C lout Stg. Punt Welzijn Weert Frank van Beeck Gemeente Weert Katja Gerasimova Gemeente Nederweert T. Witters De Risse Victor Goumans Lokaal zorgvragers overleg Erwin Naebers Gemeente Weert Josien Olivier MEE Hans Marechal De Boei Jet Vinken Pedagogisch Sociaal Werk Joelle Steuten Mensana L. Post Uiterweer-van Riet Maatman zorggroep Max Hattu Klankbordgroep wmo en ggz subregio Weerterkwartier Leudal René Fontijn Daelzicht
Senior medewerker Servicepunt vrijwilligers Plv. Afdelingshoofd Ambtenaar inburgering Manager Horizon re-integratie Vertegenwoordiger Zonnebloem Wmo-consulent Senior C onsulent Directeur Manager wonen Senior begeleider Regiomanager Huis van de zorg Manager dagactiviteiten Daelzicht
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
Albert Lauvenberg Boudewijn Gresel Jan Levels mw. N. Vleeshouwers Theo van Ekerschot Leo van Stippent Ton Weekers Barbara van Santen Jozé Moonen Karen Bruggeman Mariëlle Kurvers Peter van Ulden René Boumans Wim Suilen
Manager Wonen Welzijn en Zorg Senioren C lusterleider IAO Trajectbegeleider Horizon Manager - directeur
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
De zorggroep Lokaal zorgvragers overleg Stg. Punt Welzijn Weert De Risse Stg. Punt Welzijn Weert MEE Gemeente Weert De Boei Andere Kans Daelzicht Stichting Gehandicapten Zorg Limburg Gemeente Weert Zorgverlener - PGZ Moveoo maatschappelijke opvang
Hoofd afdeling OC SW Beleidsmedewerker Projectleider Onbekend Zorgbemiddelaar SGL Wmo-consulent Directeur Directeur - bestuurder
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 2.
Inleiding Jan Custers 13 december 2011
gemeente Weert – februari 2012
19
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
20
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
21
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Bijlage 3.
22
Inleiding BMP advies 13 december 2011
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
23
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
24
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
25
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
26
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 4.
Toelichting op de 4 workshops 13 december 2011
Workshop 1: Synergie behalen in de vraagverheldering, toegangsbepaling en uitvoering.
Hoe organiseren? Integraal ‘keukentafelgesprek’? Sociale kaart? Hoe eigen kracht van burger stimuleren? Rol vrijwilligers(organisaties)?
Wat moet behouden blijven? Waarom? Wat moet veranderd worden i.v.m. financiële beheersbaarheid? Wat kan verbeterd worden door verandering?
gemeente Weert – februari 2012
Huidige indicatiestelling nog nodig? Waarvoor wel, waarvoor niet? Hoe toegangsbepaling regelen zonder indicatie? Wie bepaalt de toegang?
Contracteren en inkopen? Subsidiëren en partnerships? Separaat of samenwerkingsverbanden? Binnen keten of ketenoverstijgend? Positie PGB’s? Hoe regelen we het vervoer efficiënter?
27
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Workshop 2: Van individueel naar algemeen en collectief, van specialistisch naar generalistisch
Wat kan in plaats van individuele voorzieningen in algemene en/of collectieve voorzieningen worden aangeboden? Wat kan in plaats van individueel in groepsvorm worden aangeboden?
Wat moet behouden blijven? Waarom? Wat moet veranderd worden i.v.m. financiële beheersbaarheid? Wat kan verbeterd worden door verandering?
28
Kunnen doelgroepen gemengd worden? Kunnen zaken gezamenlijk geregeld worden? Wat kan integraal en welke aspecten betreft dit: programma’s, accommodatie etc.?
Wat kan van formele zorg naar de informele zorg? Onder welke condities? Wat is de rol van de formele zorg dan nog? Hoe organiseren we meer informele zorg?
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Workshop 3: Bij voorkeur op decentraal niveau (wijk), indien nodig op centraal/regionaal niveau.
Zo veel mogelijk aansluiten bij de leefwereld van de burger betekent zo veel mogelijk organiseren in de buurt/wijk. Hoe realiseren we dit? Welke mogelijkheden zijn er?
Wat moeten we regionaal of centraal organiseren? Waarom is dat noodzakelijk? Wat moet behouden blijven? Waarom? Wat kan anders georganiseerd worden?
gemeente Weert – februari 2012
Organisatie op wijkniveau stelt eisen aan het optimaal gebruik maken van de krachten die in de wijk aanwezig zijn. Hoe kunnen we professionele zorg, informele zorg van vrijwilligers en maatschappelijke organisaties en burgerkracht op wijkniveau integreren?
Hoe organiseren we een begeleidingsaanbod op decentraal niveau? Wat zijn tips? Wat zijn valkuilen? Welke partners zijn nodig? Hoe regelen we de samenwerking?
29
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Workshop 4: Welzijnszorg, sociale zorg.
Verschuiving van zorg naar ondersteuning, hulp en welzijn. Wat betekent dit voor de rol van professionals? En van welzijnswerkers? Hoe de opvolging van ‘keukentafelgesprek’ naar Wmo-arrangementen goed met elkaar regelen? Welke mogelijkheden zijn er om welzijn en zorg meer te integreren?
Hoe organiseren we de omslag in denken en doen bij de burger? Hoe stimuleer je eigen kracht en de kracht van het sociale netwerk? Hoe zorgen we ervoor dat burgers zich meer gaan inzetten voor andere burgers?
30
Van professionele naar sociale netwerken, verenigingen, vrijwilligers, eigen kracht en wijken buurtkracht. Maatschappelijke steunsystemen: hoe doe je dat, wat is daarvoor nodig?
Wederkerigheid: burgers met een beperking kunnen op basis van gerichte ondersteuning en begeleiding meer zelf doen en ook een bijdrage (hoe beperkt ook) aan de samenleving leveren. Hoe stimuleren en regelen we dat in de praktijk van alledag?
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 5.
Gespreksnotitie workshops 11 januari 2012
Op 13 december jongsleden is de gemeente Weert gestart met een serie interactieve bijeenkomsten over de decentralisatie van AWBZ begeleiding naar de Wmo. Tijdens de eerste bijeenkomst uit deze reeks is op twee dagdelen onder een mix van zorggebruikers, zorgaanbieders en maatschappelijke organisaties geïnventariseerd welke onderwerpen van belang zijn voor het toekomstig beleid van de gemeente Weert. Uit alle reacties zijn een aantal thema’s gehaald die nader uitgewerkt moeten worden. Deze thema’s zijn: • • • •
•
• • • •
De professional in de rol van ondersteuner; Het geïntegreerde wijkteam binnen het “huis van de wijk”; samenwerking tussen zorg- en welzijninstellingen en formele en informele zorg; Een loket(systeem) voor vraagverheldering; De cultuur- en mentaliteit verandering; wat is nodig voor de participerende burger op wijkniveau en welke rol heeft de overheid en het maatschappelijk middenveld hierbij? Ruimte voor instellingen en organisaties die onderling creatief willen zijn, innoveren, kansen benutten, elkaar bevragen, prikkelen, out of the box denken etc; Dagbesteding integreren naar aard en doelgroepen en met inzet van formele en informele zorg; De reikwijdte van de informele zorg (vrijwilligerswerk); Een instrument/systeem voor gebruik, beoordeling en toegang tot welzijnszorg; Verstrekkingvorm: PGB, vouchers, keuze uit gecontracteerd aanbod.
De decentralisatie van begeleiding is een omvangrijk en complex proces dat niet op zichzelf staat maar deel uitmaakt van een majeure kantelingoperatie waarin burgers, organisaties, instellingen en politiek in de “juiste stand” moeten komen. Die verandering kost tijd. Aangezien de decentralisatie van de Begeleiding voor nieuwe cliënten al op 1 januari 2013 zijn beslag krijgt is het van belang om op korte termijn een aantal thema’s uit te werken die voor de start in 2013 prioriteit hebben. De gemeente heeft derhalve een keuze gemaakt voor de volgende thema’s: A. B.
Het decentraliseren en integreren van diverse vormen van dagbesteding; Het vormen van een wijk- of buurtteam als spilfunctie in de Wmo nieuwe stijl.
Ad A. Het decentraliseren en integreren van diverse vormen van dagbesteding; Zowel tijdens de interviewronde van BMP-advies in het kader van de nota “op zoek naar de kracht van de burger” als ook tijdens de bijeenkomst met het betrokkenen op 13 december 2011, werd dagbesteding regelmatig genoemd als een voorziening die onder het Wmo regiem kan veranderen. Veranderingen kunnen betrekking hebben op de volgende aspecten: •
Integratie van verschillende doelgroepen achter dezelfde voordeur;
gemeente Weert – februari 2012
31
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
• • • • • • •
• •
Samenwerking tussen professionals van verschillende sectoren binnen een gecombineerde dagbesteding; Samenwerking tussen formele en informele zorg; Decentralisatie naar stadsdeel, wijk- of buurtniveau; Integreren van dagbesteding met gebruikelijke activiteiten in de samenleving; Accommodatiebeleid; Integratie van vormen van individuele begeleiding naar groepsvormen; Onderscheiden vormen van dagbesteding (tijdbesteding, maatschappelijke participatie en arbeidparticipatie) en deze vormen voor cliëntgroepen integreren; Toegangbepaling; Financiering.
Ad B. Het vormen van een wijk- of buurtteam als spilfunctie in de Wmo De focus voor ondersteuning van burgers enerzijds en het participeren anderzijds zal komen te liggen op de woon- en leefomgeving van de burger. Op een efficiënte schaal zullen organisaties voor informele en formele “welzijnszorg” onder regie van de gemeente, de krachten moeten bundelen. De volgende aspecten vragen om uitwerking: • • • • • • • •
De organisatiestructuur van een wijkteam; Samenwerkingsmodel; De taken van een wijkteam; De bevoegdheden van een wijkteam; Randvoorwaarden voor signaleren, verkennen, afstemmen en in gang zetten; Geïntegreerde wijkteams met inzet van burgers, informele welzijnszorg en formele welzijnszorg; Verantwoording en effectmeting; Financiering.
Op 11 januari 2012 worden deze twee thema’s uitgediept tijdens een werkbijeenkomst waarvaar een 40-tal vertegenwoordigers van organisaties, instellingen en de overheid worden uitgenodigd. Van de deelnemende organisaties en instellingen wordt verwacht dat zij de juiste persoon(en) afvaardigen. De bijeenkomst van 11 januari moet resultaten opleveren die vervolgens breed worden gedeeld tijdens een conferentie op 31 januari 2012. Wij vragen u om over de genoemde thema’s en aspecten daarbij na te denken als voorbereiding op de bijeenkomst van 11 januari. Tijdens die bijeenkomst zal in een interactief proces elk thema worden uitgewerkt.
32
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 6.
Deelnemers workshops 11 januari 2012
Deelnemers workshops 11 januari 2012. Naam organisatie Stichting Dagopvang Algemeen maatschappelijk werk MEE Maatman zorggroep Rc GGZ Weert Vincent van Gogh Mensana SGL Pedagogisch sociaal werk NML Land van Horne Zorggroep Punt Welzijn Riagg Zuid LZO Gemeente Nederweert Clientenraad RcGGZ Gemeente Weert Gemeente Weert De Loods Panheel BVKZ, Stg. Melion, 6 zorgboerderijen Zorgverlening PGZ Stichting Dagopvang De Risse De Boei Maatman zorggroep Mensana SGL Pedagogisch sociaal werk NML Land van Horne Zorggroep Punt Welzijn Riagg Zuid LZO Klankbordgroep GGZ Gemeente Nederweert Clientenraad RcGGZ Stichting Melion, BVKZ Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert BMP-advies BMP-advies
gemeente Weert – februari 2012
Voornaam Achternaam Indeling workshop Els Asman Wijkteam Arie de Bont Wijkteam Josien Olivier Wijkteam L. Post Uiterweer-van Riet Wijkteam Jan Jansen Wijkteam Henk Verstappen Wijkteam Phyllis Vebunt Wijkteam Mariëlle Kurvers Wijkteam Jet Vinken Wijkteam Ger aan den Boom Wijkteam Albert Lauvenberg Wijkteam Mieke Crolla Wijkteam Martijn Koopmans Wijkteam Victor Goumans Wijkteam Katja Gerasimova Wijkteam J. Unlandt-Leenen Wijkteam Eefje Vogels Wijkteam Gonnie Poell Wijkteam van Weerde Dagbesteding Joost Jos René Johan J.K. Hans Nathalie Rob Ans F. José Theo Lies Ben Melanie Ger W Luuk Jack Marjo Ton Frank Wim Hans
van
van
Mans Boumans Wouters Jobse Marechal Maatman Dehing Bulles Maessen Tijhuis Peeters Ekerschot Bosman Rentinck Blankers Odekerken Pinkowski Venner Westenberg Janssen Weekers Beeck Seegers Janssen
Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Dagbesteding Vrij rondlopen Vrij rondlopen Organisatie Organisatie
33
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Bijlage 7.
Deelnemers conferentie 31 januari 2012
NAAM Thijs Chantal v. Falier Arie de Bont J. Kieneker Jozé Moonen Peter-Jan Princ e P. Snel Hans Janssen Wim Seegers W. Hermans Joost v. Weende Chantal v. Weerde A. Laurenberg Mark v. Seggelen Jan Leenders Mic helle Vogelaar Wethouder J. Smolenaars Katja Gerasimova Gonnie Poell Cindy Baljon Mieke Kuijpers Leon van de Laar Peter van Ulden Ella Croonenberg M. Litjens S. Doek M. Schreuders Eefje Vogels Marjo Janssen Ton Weekers Frank van Beec k Wethouder Coolen Wethouder Litjens Pauline Roelants Anita Coolen M. Hattu Tjeu Rietjens M. Blankers F.Tijhuis Carin Rosbergen Eigen-Wijs in zorg L. Plum Jan Verbeek Vic tor Goumans Harry Maatman Lida Post Uiterweer Josien Olivier Nathalie Dehing Wim Suilen T. Habets Leon Bouwels T. Rademakers Jet Vinken Walter Teunissen G. Schroën L. Stals
34
ORGANISATIE AA Weert Ac tive4you AMW AMW Andere Kans Andere Kans Belangstellende BMP-advies BMP-advies CPM Weert De Loods De Loods De Zorggroep Den Hof Gastheer Gemeente Leudal Gemeente Leudal Gemeente Nederweert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Gemeente Weert Hagro HB De Port Huis voor de Zorg Huisartsen Weert Klankbord WMO Land van Horne Land van Horne Louise Zeelen LZO (CPM) Weert LZO (CPM) Weert LZO, Zonnebloem Maatman Zorggroep Maatman Zorggroep MEE-NML Mensana Moveoo Platform Allochtonen Zorgvragers (PAZ) Platform Gehandicapten Weert PSW PSW PSW PSW PSW
E-MAIL ADRES
[email protected] c .vabfalier@ac tive4you.nl
[email protected] jozé@anderekans.nl
[email protected] [email protected] om
[email protected] [email protected] c
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Paul Horsmans Pauline van Hulzen Ilse den Mulder Francien Clout M. Crolla J. Levels Theo van Ekerschot P. Sijben M. Nouwen-Jac obs Marianne Op den Kamp Conny Beenders M. Zaäboul Gerrit v. Buuren Harry Peters L. Kusters Geert Gabriëls Carla Jac obs H. v/d Loo Johan Sijm J.K. Jobse Rob Bulles Marielle Kurvers F. v/d Laar H. Bloebaum Jac Smeets Leon Franssen Els Ahsman Johan Wouters Hans Marechal Sonja Peeters Johanna Jacobs Jos Mans Leon Geuns Luuk Venner R. Boumans
Punt Welzijn Punt Welzijn Punt Welzijn
[email protected] Punt Welzijn
[email protected] Punt Welzijn Punt Welzijn Punt Welzijn Raadslid CDA Raadslid CDA Raadslid CDA Raadslid PvdA c
[email protected] Raadslid PvdA m.zaä
[email protected] Raadslid VVD
[email protected] Raadslid VVD Raadslid Weert Lokaal
[email protected] Raadslid Weert Lokaal
[email protected] Raadslid Weert Lokaal Raadslid Weert Lokaal RiaggZuid
[email protected] Risse SGL
[email protected] SGL SJG-Weert
[email protected] SJG-Weert
[email protected] SKW SP
[email protected] Stg. Dagopvang Weert
[email protected] Stg. Dagopvang Weert Stg. De Boei Wonen Plus
[email protected] Zorgboederij Bosserhof, Nederweert
[email protected] Zorgboederij Ingelshof
[email protected] om Zorgboederij Vreike-hof, Ospel
[email protected] Zorgboerderij Hoeve de Koalder / Stg. Melion
[email protected] Zorgverlening-PGZ
[email protected]
gemeente Weert – februari 2012
35
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Bijlage 8.
Programma conferentie 31 januari 2012
Programma De resultaten van dit interactieve traject worden op dinsdag 31 januari 2012 gepresenteerd. Het voorlopige programma ziet er als volgt uit:
19.00 - 19.30 uur
Ontvangst met koffie en thee Opening door avondvoorzitter/gespreksleider Jan Leenders Korte inleiding wethouder Harry Coolen Gastspreker Joleen Kieneker, directeur AMW, over het thema “sturen op zelfredzaamheid” Presentatie resultaten interactieve bijeenkomsten Interviews met deelnemers
36
19.30 - 21.30 uur
Het vervolg richting 1-1-2013 en vragen uit de zaal
ca. 21.30 uur
Afsluitend drankje
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 9.
Inleiding Joleen Kieneker
Geachte dames en heren, Aan mij de mooie taak om enige relativerende opmerkingen te plaatsen bij het proces waarin we Op zoek gaan naar de kracht van de burger. De gemeente spreekt in de uitgangs—punten--nota duidelijke taal. We moeten van een verzorgingsmaatschappij naar een participatiemaatschappij. Van activeren naar participeren. Van cure in instituties naar care in de wijk. De gemeente gaat vastleggen waarvoor iedere burger zelf verantwoordelijk is en welke algemene voorzieningen voorliggend zijn vòòr individuele en collectieve voorzieningen. Pittige uitspraken worden gedaan over de huidige zorg en hulpverlening. Ik citeer er enkele: In de institutionele zorg wordt de cliënt afhankelijk van de professionele zorgverlener en wordt hij geacht mee te werken aan het zorgplan dat op grond van de indicatie is opgesteld. De verzorgingsmaatschappij neemt alles over van de burger en er zijn veel te veel kwetsbare burgers ontstaan. 80% van de mensen die problemen ervaren zouden in staat moeten zijn om deze problemen zelf op te lossen. Stevige woorden, waaruit visie en lef spreekt. De gemeente weet dit bovendien te vertalen naar concrete uitgangspunten voor het beleid van de komende jaren. En heeft het maatschappelijk veld betrokken bij deze ontwikkeling. Dat is een prestatie van formaat. Soms staat er in zo’n nota een zinnetje in je hoofd blijft hangen. In deze nota is dat voor mij de opmerking dat ontwenning van de verzorgingsstaat nodig is. Want inderdaad, de verzorgingsstaat is niet voor niets ontstaan en een andere koers inzetten zal zomaar niet gaan. Het gaat daarbij volgens mij niet alleen over de ontwenning van de burgers, maar ook over de ontwenning van ons, als politici, beleidsmakers en hulpverleners. In de uitnodiging staat de titel: Sturen op zelfredzaamheid. Dat geeft de paradox en de vragen aardig weer. Zelfredzaamheid is toch vooral iets wat de burger zelf moet doen. Maar gaat hij dat wel zelf doen? En gaat hij dat doen zoals wij verwachten? Kun je als overheid en hulpverlening sturen op zelfredzaamheid, of gaat het juist om minder sturen, minder regelen, meer loslaten? Laten we eerst eens kijken naar waar het allemaal om was begonnen met die verzorgingsstaat. Want die ontstond niet voor niets. Zij ontstond omdat de overheid de welvaart van de samenleving op een hoger peil wilde brengen. En daarin de strijd aanbond met ziekte, armoede en onwetendheid. In die strijd ontstond steeds meer specialistische kennis. Vele -logen en therapeuten ontwikkelden ieder hun eigen specialiteit. Het aanbod, de welvaart, de technologische mogelijkheden
gemeente Weert – februari 2012
37
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
en de emancipatie van de burger, creëerden steeds meer vraag. En waren burgers voorheen sterk afhankelijk van enkele notabelen, zoals de huisarts, de pastoor, de schoolmeester of de fabrieksdirecteur, Nu werden zij steeds minder afhankelijk van steeds meer mensen. De specialisatie leidde niet alleen tot grotere kennis en betere zorg maar ook tot een grote professionele drukte. We raakten overzicht vaak kwijt en de afstemming werd soms een groter probleem dan de oorspronkelijke vraag. Bij de ontwikkeling van de verzorgingsstaat kwam ook de preventie steeds meer in beeld. We schoven steeds verder naar voren in de bestrijding van ziekten. De dagelijkse leefgewoonten van gezonde mensen zijn hier nu regulier onderdeel van geworden: Roken veroorzaakt kanker, drank maakt meer kapot dan je lief is en we moeten allemaal 30 minuten per dag bewegen. De nadruk is verschoven van ‘ziek zijn en beter worden’ naar ‘beter zijn en niet ziek worden’. Dat doet een stevig appèl op de zelfdiscipline van de burger. Om al die zorg te bekostigen en voor iedereen toegankelijk te maken, is de financiering en toegang centraal georganiseerd. Daarmee is de zorg ook anoniem geworden. De verbinding, de sociale betrokkenheid tussen vragers, betalers en hulpverleners is onzichtbaar geworden. En daar staan we dan. We hebben een geweldig prestatie geleverd met als resultaat een enorme verbetering in de leefomstandigheden in onze samenleving. En nu moeten we er vanaf! We moeten ontwennen van de verzorgingsstaat! Want we kunnen onze verslaving aan zorg niet langer bekostigen. En de bijwerkingen ervan beginnen toch nare vormen aan te nemen. Ontwennen dus, afkicken met z’n allen. Burgers, politici en hulpverleners. Laten we eens even inzoomen op die burger die het weer meer op eigen kracht doen, zijn verantwoordelijkheid moet nemen en maatschappelijk moet participeren. Waar hebben we het dan eigenlijk over? Gaat het dan om zaken die de participerende burger moet doen, of gaat het ook, of misschien wel vooral, om zaken die hij moet nalaten? Die hij niet mag doen. En hebben we het dan over het gedrag in het openbaar, of willen we ook dat hij in zijn privésituatie dingen doet of nalaat. Stel iemand koopt iedere vrijdag 20 kratten bier en hij nodigt iedereen in de buurt uit om die gezellig samen op te drinken op de gemeentelijke groenstrook. Vinden we dan dat deze burger een bijdrage levert aan de sociale cohesie van de wijk? Of spreken we dan van alcoholmisbruik, openbare dronkenschap, verstoring van de openbare orde en niet te vergeten: …. ongeoorloofd gebruik van de openbare groenstrook? Maatschappelijk participeren, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid zijn met andere woorden geen waardevrije termen. De samenleving bestaat uit vele mensen, allen met andere mogelijkheden, hebbelijkheden en onhebbelijkheden
38
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
en met een eigen levensstijl. Al die mensen participeren nu al in onze maatschappij. Hoe kun je immers niet participeren in samenleving waarin je woont, waarvan je deel uit maakt? Niet naar de bakker te gaan, ouders te hebben en je inkomen te krijgen? Of dit nu is van de sociale dienst of uit je werk. Als wij, als bestuurders, beleidsmakers en hulpverleners, spreken over maatschappelijk participeren, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, dan bedoelen we iets anders. Dan willen we dat de burger een opleiding volgt, inkomen verdient en belasting betaalt, in plaats van een uitkering te krijgen en te leven van de belasting die een ander betaalt. Dat hij zelf voor zijn hulpbehoevende moeder zorgt, in plaats van hiervoor een indicatie aan te vragen voor betaalde thuiszorg. En dat hij op zaterdag het gras maait bij de voetbalclub zodat de gemeente niet langer verantwoordelijk hoeft te zijn voor het onderhoud. Met maatschappelijk participeren en al die andere termen bedoelen we dat mensen meer aan de samenleving deel moeten gaan nemen op een manier die wij wenselijk vinden. Dat zij zelfdiscipline betrachten. Dragen in plaats van vragen. In de hulpverlening worden we vaak geconfronteerd met dit spanningsveld tussen wat wij maatschappelijk wenselijk en acceptabel vinden en de mogelijkheden, opvattingen en leefstijl van de cliënt. Tussen onze behoefte aan een fundamentele verbetering van de situatie en de behoefte van de cliënt dat wij zijn meest urgente probleem zo snel mogelijk oplossen.
Een voorbeeld: Een maatschappelijk werker krijgt een meneer op bezoek bij wie het gas- en electra binnenkort wordt afgesloten en bovendien uithuiszetting dreigt. Meneer wil dat dit probleem wordt opgelost. Al snel blijkt dat er veel meer schulden zijn en de deurwaarder bovendien dreigt om het huis leeg te halen. Het huishoudboekje is niet op orde, er wordt meer uitgegeven dan er binnenkomt. Het echtpaar heeft voortdurend ruzie, waarbij af en toe een klap valt. De hulpverlener zou de situatie graag fundamenteler willen aanpakken, de cliënten leren hoe zij hun uitgaven beter op de inkomsten kunnen afstemmen hen manieren aanreiken om anders om te gaan met de spanningen in de relatie. Maar de cliënt wil alleen maar dat zijn gas en licht niet wordt afgesloten en dat hij in zijn huis kan blijven wonen. Als dat is geregeld, komt hij niet meer op afspraken. Als we burgers vragen om eigen verantwoordelijkheid te nemen en maatschappelijk te participeren dan moeten zij die verantwoordelijkheid op hun eigen manier vorm kunnen geven. Die keuzen zijn misschien niet altijd de keuzen die wij, als overheid of als hulpverleners, zouden maken. Dit zijn soms keuzes die risico’s met zich mee brengen. En keuzes waarvan we uiteindelijk mogelijk de gevolgen moeten opvangen. Als hulpverleners en overheid moeten we accepteren dat het in de praktijk anders gaat dan wij graag zouden zien. Dat onze keuze om burgers zelf meer de verantwoording te laten dragen, soms onverwachte en onbedoelde gevolgen heeft.
gemeente Weert – februari 2012
39
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
We kunnen onmogelijk inschatten wat er gebeurt er als de burger het meer op eigen kracht moet gaan doen, hij afhankelijker worden van het netwerk en we minder voorzieningen beschikbaar stellen. Maar de kans is groot dat zich situaties gaan voordoen, waarvan we op z’n minst de illusie hebben dat we ze hadden kunnen voorkomen als we zelf meer aan het stuur waren blijven zitten. Een allochtoon echtpaar beheerst het Nederlands onvoldoende om hun financiële administratie zelfstandig uit te voeren. De maatschappelijk werker helpt hen om de administratie te organiseren, leert hen de meest basale vaardigheden en zorgt dat alle schulden betaald zijn. Als dat klaar is zoekt hij iemand uit het netwerk om het echtpaar voortaan te ondersteunen. De achterbuurvrouw is bereid om dit te doen. Na een jaar belt ze op. Ze vindt dat het nu wel genoeg is geweest. Of het maatschappelijk werk het weer wil overnemen. Wij vinden een nieuwe buurvrouw, maar ook die heeft er na een jaar genoeg van. Het echtpaar is zeer claimend en stelt eisen aan de burenhulp waar ze niet aan kunnen en willen voldoen. De maatschappelijk werker vraagt zich af wat te doen. Toch maar weer de zaak oppakken of het gezin zelf de verantwoordelijkheid laten dragen? Met als risico dat ze straks voor de uithuiszetting en financiële problemen toch weer bij hem terecht komen. Wat ga je nu doen in zo’n casus? Wat vraagt de nieuwe visie van ons? Hulp blijven verlenen, al dan niet met inzet van vrijwilligers, of het gezin het op eigen kracht laten uitzoeken? Het is niet ondenkbaar dat die grote groep kwetsbare burgers die zou zijn ontstaan doordat de verzorgingsstaat hen alles uit handen nam, ook na de afschaffing van de verzorgingsstaat blijft bestaan. Dat er van die 80% van de mensen die in staat zouden moeten zijn om hun problemen zelf op te lossen, toch een belangrijk deel dit niet op eigen kracht blijkt te kunnen, dat zij over onvoldoende netwerk beschikken om hen daarbij te ondersteunen en dat de algemene voorzieningen voor hen ontoereikend zijn. De verzorgingsstaat is ontstaan uit een voortdurende en voortschrijdende reactie op moeilijke menselijke situaties waarin we vonden dat ondersteuning nodig was om het menselijk en draagbaar te houden.Het ontstaan van de verzorgingsmaatschappij is nooit het vooropgezette doel geweest. Het is resultaat van jarenlang reageren op situaties in de praktijk door maatregelen, compensaties en hulp. Ik wil niet beweren dat we met hulpverlening en gemeentelijk beleid alles kunnen oplossen of zouden moeten oplossen. Verre van dat. Iedere maatschappij kent nu eenmaal uitvallers, burgers die niet zo gemakkelijk mee kunnen. En met sociaal beleid en goede hulpverlening kunnen we de pijn wel verzachten, maar we kunnen niet alles voorkomen of wegnemen. Ook niet in een verzorgingsstaat. Dat neemt niet weg dat we ons op dit moment bevinden op een breuk in ons beleid. In onze gewoonte hoe en in welke mate we de zorg overnemen van mensen en in welke mate zij zelf hun verantwoordelijkheid dragen. Dat betekent niet alleen
40
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
iets voor de burgers die het meer zelf moeten gaan doen het betekent ook wat voor ons. Voor onze ingebouwde reflex om situaties te willen aanpakken voor onze neiging tot controle en het voorkomen van risico’s. Dat we het allemaal nog niet zo helder hebben blijkt wel uit de opdrachten die we aan de maatschappelijk werkers geven. Aan de ene kant krijgen ze de opdracht dat de hulpverlening alleen wordt ingezet als de burger het niet op eigen kracht redt. Aan de andere kant roepen we met Welzijn Nieuwe Stijl in de hand, dat zij er er direct op af moeten gaan, “wat wil je nu dat we doen?” vragen ze soms vertwijfeld aan mij. Stel u bent maatschappelijk werker en u wordt op maandagochtend gebeld door een vrouw die vertelt dat de buurjongen van 21 jaar dit weekend weer heel hard tegen zijn moeder heeft lopen schreeuwen en dat zij zich zorgen maakt over de buurvrouw. Wat gaat u doen? Laat u uw werk vallen, stapt u in uw auto en gaat u er direct op af? Of vindt u dat de moeder en ook de zoon zelf verantwoordelijkheid zijn om hun problemen op te lossen of hulp te vragen? En stel dat de situatie een week later escaleert en de zoon de moeder mishandelt en haar blijvend letsel toebrengt? Vindt u dan nog dat u de juiste beslissing hebt genomen dat moeder, zoon en netwerk de problemen samen moeten oplossen? Of gaat u er in een volgende situatie toch eerder op af en blijft u het gezin begeleiden totdat de situatie gestabiliseerd is en het gezin zonder hulp verder kan? Moeilijke afwegingen, met grote consequenties. En als u dan op uw stoel van gemeenteraadslid zit, hoe kijkt u dan naar de situatie? Faalt de hulpverlening als zij ingrijpt terwijl de burger zelf verantwoordelijk is? Of faalt de hulpverlening als de situatie escaleert en zij niet heeft ingegrepen? Het voorbeeld maakt duidelijk dat het nog heel wat vraagt om ons los te maken van onze vertrouwde patronen. Van onze behoefte en rol om burgers te beschermen en van onze neiging tot controle en het beperken van risico’s. Dat vraagt ook van ons zelfdiscipline om onze nieuwe visie in de praktijk te brengen. Want in de praktijk kunnen logische visies soms pijnlijke, moeilijk te verdragen gevolgen hebben. Ik hoef u maar te herinneren aan de traan van Mauro. Of kijk eens naar de nieuwe regeling in de bijstand, waarin voortaan wordt gekeken naar het inkomen van het gezin. Waar kinderen hun ouders moeten gaan onderhouden. Waar de bezuinigingsmaatregelen op AWBZ, GGZ, bijstand en mogelijk nog veel meer, steeds dezelfde mensen blijken te treffen. Juist die mensen die toch al in lastige omstandigheden zitten. Sommige gezinnen zullen de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Het zal leiden tot verdriet, spanningen in de gezinnen en financiële problemen. We kunnen moeilijk verdragen dat mensen zo zwaar worden getroffen, zelfs als we vinden dat zij in de eerste plaats voor zichzelf en elkaar moeten zorgen.
gemeente Weert – februari 2012
41
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
Het is niet voor niks dat diverse gemeenten momenteel onderzoeken hoe zij de scherpste pijn van het rijksbeleid uit eigen middelen kunnen verzachten. De burger is dus niet de enige die moet afkicken van zijn behoefte aan zorg en ondersteuning. Ook wij moeten er van ontwennen dat wij problemen moeten voorkomen. We moeten weer leren dat de risico’s veel meer bij de burgers liggen en door hen worden gedragen. Ook als het niet zo goed gaat zoals wij zouden wensen, ook als de problemen mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. Hulp door de overheid en de hulpverlening wordt op een later plan gezet, als facilitator en vangnet, in plaats van hoeder en zorger. Ontwennen gaat nooit zonder afscheid nemen, moeite en verleidingen. We zijn met elkaar een denkwijze en fase aan het afsluiten die veel goeds heeft gebracht. Waarin we met elkaar hard hebben gewerkt aan een verzorgingsmaatschappij en waar we aan gewend zijn geraakt. We zien dat het anders moet, de bijwerkingen van onze verzorgingsmaatschappij zijn groot, zowel in de afhankelijkheid van de burgers, de geringe onderlinge sociale betrokkenheid, als in de kosten die onbetaalbaar zijn geworden. Daarom zullen we met elkaar moeten ontwennen. Burgers, politiek en hulpverlening. Ontwennen lukt volgens mij nooit in één keer. We zullen vast vaak ons hoofd stoten en regelmatig terug moeten keren op onze schreden om opnieuw afwegingen te maken als de gevolgen zichtbaar worden. Maar het begint met een besluit en met de eerste stappen om op weg te gaan. Naar de kracht van de burger, een nieuwe rol van de politiek en een andere dienstbaarheid van de hulpverlening. En die eerste stappen zijn vandaag gezet Ik dank u voor uw aandacht.
42
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
Bijlage 10.
Inleiding BMP advies
gemeente Weert – februari 2012
43
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
44
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
45
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
46
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
47
Transitie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo
48
gemeente Weert – februari 2011
verslag van een interactief proces met belanghebbenden in de gemeente Weert
gemeente Weert – februari 2012
49