Nulmeting
AWBZ begeleiding naar de Wmo
Om wie gaat het? Hoeveel cliënten zijn er? Wie zijn de zorgaanbieders? Wat zijn de vernieuwingskansen?
1
Voorwoord Voor u ligt een nulmeting gemaakt door de gemeenten De Friese Meren, Littenseradiel en Súdwest-Fryslân. Deze nulmeting is ter voorbereiding op de transitie van het onderdeel Begeleiding (individueel en groep) vanuit de AWBZ naar de Wmo. De nulmeting bestaat uit een analyse van cijfermateriaal en indrukken die door de verschillende projectteamleden zijn opgedaan tijdens diverse werkbezoeken aan kleine en grote organisaties die op dit moment de begeleiding bieden. Als gemeenten hebben we met deze nulmeting veel inzicht gekregen. De nulmeting wordt gebruikt bij de verdere beleidsontwikkeling op het gebied van de begeleiding. Deze beleidsontwikkeling vindt plaats binnen de kaders van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het uitgangspunt is dat de inwoner zelf verantwoordelijk is voor het eigen welzijn en de eigen welvaart. De gemeente komt in beeld als de mogelijkheden van de inwoner zelf en de sociale omgeving niet toereikend zijn. Het aanbod van de gemeente is daarbij passend bij de eigen verantwoordelijkheid en is zo lokaal en zo eenvoudig en minimaal waar mogelijk en intensief waar noodzakelijk. Het (meer) inzetten van de maatschappelijke verbanden is wat we graag willen en wat aansluit bij de visie op de samenleving. Deze maatschappelijke verbanden willen we (en moeten we) meer betrekken bij de beleidsontwikkeling.
Vandaar dat we er voor hebben gekozen om deze nulmeting voor te leggen aan de zorgaanbieders, maatschappelijke verbanden. Wij willen degenen die gereageerd hebben nogmaals hartelijk danken voor hun waardevolle input. De reacties zijn verwerkt in de definitieve versie die nu voor u ligt. Ook hebben we dit document voorgelegd aan onze cliëntenraden Wmo. Een speciaal woord van dank is gericht aan geportretteerde medewerkers en cliënten van Mindup/GGZ Friesland, Talant/Alliade, Talma Hiem/ Hof en Hiem Thuiszorg Zuidwest Friesland en Zorgboerderij Donia State Wester. Het projectteam vond het van belang om de indrukken die zij tijdens de werkbezoeken had opgedaan te visualiseren omdat beelden soms meer zeggen dan woorden.
Mei inoar, foar-inoar!
Projectteam AWBZ naar de Wmo Gemeenten de Friese Meren, Littenseradiel en Súdwest-Fryslân. Februari 2013
2
Inleiding Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Deze wet maakte de gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van hulpbehoevende en kwetsbare inwoners. Het rijk voorziet in zorg en ondersteuning bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ ). De Wmo en AWBZ liggen in elkaars verlengde. De Wmo richt zich op participeren van kwetsbare inwoners in de maatschappij. De AWBZ voorziet in langdurige professionele zorg aan mensen met chronische ziekte, stoornissen of beperkingen. Oorspronkelijke doelstelling AWBZ Vanaf de start van de AWBZ in 1968 is de wet steeds verbeterd en vooral uitgebreid. De laatste jaren groeit echter het besef dat de AWBZ is vastgelopen. Het toenemende zorggebruik, de enorme stijging van de kosten, de omvangrijke regelgeving, de medicalisering en bureaucratie rondom de verstrekkingen, de aanbod gerichte voorzieningen van gespecialiseerde instellingen die niet per definitie cliëntvolgend zijn. De afgelopen jaren werkten diverse kabinetten dan ook aan een hervorming van de AWBZ , om haar weer terug te brengen tot de oorspronkelijke doelstelling: ‘het bekostigen van langdurige onverzekerbare zorg aan zeer kwetsbare inwoners’. Het Rutte I kabinet besloot daarom om de zorg dichterbij de inwoner te organiseren en de functie begeleiding uit de AWBZ te halen en over te hevelen naar de gemeenten. Hierdoor kan de ondersteuning meer op maat worden geboden, dichter bij de cliënt en beter afgestemd op diens behoeften en lokale mogelijkheden. De decentralisatie van de begeleiding gaat gepaard met een bezuinigingstaakstelling.
Ontwikkelingen kabinet In 2011 was het voornemen de AWBZ begeleiding voor nieuwe cliënten per 1 januari 2013 over te hevelen, gevolgd door bestaande cliënten per 1 januari 2014. De transitie AWBZ is door de val van het Kabinet Rutte I controversieel verklaard. Het Kabinet Rutte II legt in het regeerakkoord vast de gemeenten geheel verantwoordelijk te maken voor de activiteiten op het gebied van begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt gericht op waar het het hardst nodig is en wordt ingepast in de Wmo. De zorg die meer medisch is gericht zoals de AWBZ verpleging en de GGZ wordt overgeheveld naar de zorgverzekeraars. De verwachting is dat de gemeenten nu vanaf 2015 voor alle cliënten die nu begeleiding ontvangen op basis van de AWBZ verantwoordelijk worden. Analyse De samenwerkende gemeenten willen in eerste instantie meer inzicht krijgen in de aard en omvang van de AWBZ begeleidingstaken die naar de gemeenten toekomen. Welke zorgaanbieders organiseren de AWBZ -begeleiding in onze regio en hoe kijken de zorgaanbieders aan tegen de aanstaande overheveling van de begeleiding naar de gemeenten. Welke verbeter- en besparingsmogelijkheden zien zij? Welke andere stakeholders zijn er op het terrein van de AWBZ begeleiding?
3
Wachten op randvoorwaarden Rijk Op basis van deze analyse bereiden de samenwerkende gemeenten vervolgens keuzes voor om de begeleiding in onze gemeenten vorm te geven en zorgvuldig in te voeren. De onduidelijkheden rond de overheveling van de AWBZ begeleiding zijn echter nog groot. De voorgenomen bezuiniging van 25% op het budget van de AWBZ -begeleiding is fors en noodzaakt een aanpak in nauwe samenwerking met de huidige aanbieders van zorg en in nauw overleg met de belangenbehartigers van de cliënten die te maken krijgen met de gevolgen van het nieuwe beleid rond individuele begeleiding en dagbesteding. Het Rijk moet de komende periode vooral duidelijkheid verschaffen rond de randvoorwaarden (regelgeving, afbakening, schaal en budget) voordat de overheveling van de AWBZ begeleiding naar de gemeenten plaats kan vinden.
Totstandkoming rapport Om tot een goede analyse te komen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: -Verzamelen van kwantitatieve gegevens van de doelgroepen Om zicht te krijgen op de omvang van de doelgroepen zijn door het Zorgkantoor bestanden aangeleverd over het volume aan begeleiding onder het AWBZ regime. De cijfers zijn totale aantallen met weinig gedetailleerde gegevens van de zorg die per zorgaanbieder geleverd wordt per gemeente. Beter uitgewerkte cliënten-aantallen, leeftijdsopbouw, geïndiceerde zorgomvang zijn verkregen van het Centraal indicatieorgaan Zorg (CIZ). Het CIZ verzorgt voor de meeste cliënten met begeleiding de indicatie. Driemaal is een rapportage verstrekt. De rapportage van 1 juli 2012 is de basis voor het vaststellen van de omvang van de doelgroepen met begeleiding in onze regiogemeenten.
Daarnaast is een uitdraai ontvangen van het Centraal Administratiekantoor (CAK) die voor de AWBZ de eigen bijdrage van cliënten vaststelt. Van Bureau Jeugdzorg (BJZ) is eenmaal een uitdraai ontvangen van het aantal jongeren dat door BJZ geïndiceerd is voor AWBZ begeleiding. Na het controversieel verklaren van de transitie is de periodieke aanlevering van klantgegevens door het Zorgkantoor vooralsnog gestopt. Tot slot is aan onderzoeksbureau KWIZ de opdracht verstrekt een kwantitatief onderzoek te doen naar cliënten-aantallen, omvang en vorm van de begeleiding en de budgetten die hiermee gemoeid zijn. -Literatuur en documentatieonderzoek Voor de analyse is een veelheid aan relevante stukken bestudeerd. Dit betreft enerzijds kaderstellende stukken zoals het bestuursakkoord 2011-2015, de programmabrief langdurige zorg van VWS van juni 2011 waarin de decentralisatie AWBZ is aangekondigd. Clientprofielen AWBZ begeleiding van de MO-zaak, vernieuwingsmogelijkheden Wmo van het transitiebureau, de kader en beleidsnota Wmo, ontwikkelvisie en 3D visie van de gemeente Súdwest-Fryslân en Littenseradiel. Diverse beleidstukken en informatie van het Transitiebureau AWBZ begeleiding. Impactanalyse transitie AWBZ BMC. Diverse rapportages van het CIZ, Zorgkantoor Friesland en Bureau Jeugdzorg. -Werkbezoeken aan een selectie van zorgaanbieders en vragenlijsten. Alle zorgaanbieders zijn benaderd met een vragenlijst die in de bijlage is terug te vinden. De respons hierop was wisselend. Door de strikte privacywetgeving waren niet alle zorgaanbieders bereid op postcode-niveau informatie aan te leveren.
4
Bij een aantal grotere zorgaanbieders zijn werkbezoeken afgelegd. Een overzicht daarvan is toegevoegd aan dit rapport. De werkbezoeken waren vooral bedoeld om een beeld te krijgen van de doelgroep en om van de huidige aanbieders te horen hoe zij bezig zijn te anticiperen op de overheveling van de begeleiding naar de Wmo en de mogelijke kansen op vernieuwing en bezuiniging. -Onderzoek naar AWBZ cliënten door Mienskipssoarch Boarnsterhim De resultaten van dit onderzoek naar ‘de vraag achter de vraag van cliënten’ leverde een aantal resultaten op die input vormen voor vormgeving van de begeleiding nieuwe stijl onder de verantwoordelijkheid van gemeenten, waarbij de vrijwillige inzet een belangrijke rol heeft. -Onderzoek naar cliëntenbestanden en budgetten door KWIZ Groningen Onderzoeksbureau KWIZ heeft een onderzoek uitgevoerd naar de cliëntenbestanden, zorgomvang, samenstelling en omvang van doelgroepen plus een inschatting van de huidige budgetten die omgaan in de AWBZ voor de gemeenten.
Leeswijzer We starten met een korte beschrijving van de huidige uitvoeringspraktijk van de functie begeleiding onder de AWBZ , inclusief de huidige aanbieders (dit betreft de aanbieders met de meeste cliënten in onze regio) en overige spelers op dit terrein. Vervolgens krijgt u een beschrijving van de huidige doelgroepen. Per doelgroep volgt: de kenmerken, een casus, omvang van de doelgroep, vorm van begeleiding, de huidige aanbieders en de kansen of vernieuwingsmogelijkheden. De resultaten van het onderzoek dat is gehouden in opdracht van een aantal Friese gemeenten naar AWBZ cliënten door Mienskipssoarch wordt toegelicht. Daarna worden de highlights toegelicht die uit de werkbezoeken aan geselecteerde AWBZ instellingen in onze regio naar voren zijn gekomen. De analyse eindigt met een overzicht van de kansen en vernieuwingen op het terrein van de begeleiding en een voorstel om op een aantal onderdelen pilots te gaan voorbereiden voor 2013 en verder.
5
De grote wijzigingen in het Sociaal Domein Het regeerakkoord wil veel verantwoordelijkheden op het terrein van werk, zorg en begeleiding overhevelen naar gemeenten. Centraal hierbij staan de drie grote decentralisaties op het terrein van de participatie en werk, de jeugdzorg en de AWBZ begeleiding en -verzorging. Omdat de gemeenten integraal verantwoordelijk worden voor de kwetsbare inwoner is het gewenst integrale uitgangspunten en een integrale aanpak te ontwikkelen voor deze decentralisaties. Sociaal domein en decentralisaties Bemoedigend is het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’ bij de decentralisaties in het sociale domein. Hierbij hebben de gemeenten een duidelijke rol als eerste overheid. Over de uitwerking hiervan is echter nog veel onduidelijk. Voor gemeenten is het cruciaal dat drie grote decentralisaties, op de onderkant van de arbeidsmarkt, in de jeugdzorg en in de begeleiding en persoonlijke verzorging, op elkaar worden afgestemd. In het akkoord staat dat er veel beleidsvrijheid komt en dat er een budget voor alle decentralisaties komt. De decentralisaties worden in principe gericht op 100.000+ gemeenten. Hoe dit precies vertaald en ingevuld wordt is nog onderwerp van overleg tussen het rijk en de VNG. Gemeentelijk beleid en het sociaal domein Vooruitlopend op de 3 decentralisaties zijn de gemeenten zich aan het voorbereiden op de grote wijzigingen in het sociaal domein. Op het terrein van werk en inkomen is de regio met een pilot gestart om te anticiperen op de grote wijzigingen op het
terrein van de sociale werkvoorziening en re-integratie van werkzoekenden. Op terrein van de jeugdzorg wordt een provinciale projectorganisatie ontwikkeld die de decentralisatie van alle jeugdzorgtaken de komende twee jaar gaat voorbereiden voor en met de 27 Friese gemeenten i.s.m. de provincie. Voor de begeleiding zijn er al verschillende beleidskaders opgesteld. De Friese Meren heeft een Wmo-beleidsnota opgesteld. In deze nota staan de volgende uitgangspunten: • De Friese Meren zet in op vitale dorpsgemeenschappen en het behoud van de identiteit van de dorpen. Sociale verbondenheid, het verenigingsleven en een passend voorzieningenniveau zijn belangrijke elementen. • Het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van haar inwoners. Meedoen naar vermogen voor alle inwoners is hét credo. Zelfredzaamheid wordt gestimuleerd door dorpen op onderdelen verantwoordelijkheid te geven. • Een goede balans tussen eigen verantwoordelijkheid, sociaal netwerk en gemeentelijk ondersteuning. • Het activeren en betrekken van wijkverenigingen en verenigingen van plaatselijk belang bij de maatschappelijke ontwikkeling van De Friese Meren. Belangrijke woorden zijn: - inclusief beleid - eigen kracht - het zelf organiserend vermogen - de kanteling en het compensatiebeginsel.
6
dat echt nodig heeft. Maatwerk is hierbij het uitgangspunt. De huidige specialistische zorg wordt zo klein mogelijk. Er zijn -
3 speerpunten benoemd: Versterken van de basis en de eigen kracht Gebiedsgericht werken Vernieuwing van het huidige (ondersteunings-)aanbod.
De overstijgende aanpak, die in de beleidsnota staat, is vooral te realiseren door: wijziging van de toegangspoort en loket, andere wijze van indicatiestelling, aanboren van de eigen kracht van de inwoner, inzet van vrijwilligers, maatwerk en oplossingsgericht werken, gebiedsgericht werken (stad, dorp en wijk) in plaats van aanbod voorzieningen per doelgroep, en intensieve samenwerking tussen zorgaanbieders.
Voor Littenseradiel en Súdwest-Fryslân is een visie op de 3 decentralisaties ontwikkeld die de samenhang duidelijk maakt. In de nota staan de volgende uitgangspunten: •
•
•
Littenseradiel en Súdwest-Fryslân zetten allereerst in op het versterken van deze basis: het zelf oplossend vermogen van de inwoner, zijn/haar sociale netwerk en de sociale gemeenschap. Littenseradiel en Súdwest-Fryslân investeren in een brede toeleiding (springplank). Die heeft de functies informatie en advies, signalering, het bieden van lichte ondersteuning en coördinatie van ondersteuning. Die toeleiding moet vraaggericht en snel plaatsvinden met een brede blik. Er wordt gewerkt met generalistische professionals. Alles is gericht op: hervinden/versterken eigen kracht. Voor de kwetsbare inwoners blijft er een vangnet om op terug te vallen. Het recht op deze zorg is alleen voor wie
De visie van alle gemeenten is op verschillende manieren verwoord, maar is in de basis hetzelfde:
De inwoner is verantwoordelijk voor het eigen welzijn en de eigen welvaart. De gemeente komt in beeld als de mogelijkheden van de inwoner zelf en de sociale omgeving niet toereikend zijn. Het aanbod van de gemeente is daarbij passend bij de eigen verantwoordelijkheid en is zo lokaal en zo eenvoudig en minimaal waar mogelijk en intensief waar noodzakelijk.
7
Regeerakkoord Rutte 2 en maatregelen zorg en welzijn Hieronder een korte opsomming uit het regeerakkoord zoals die nu bekend zijn: - Begeleiding en Persoonlijke Verzorging 2014 Voor de functie persoonlijke verzorging vervalt in 2014 het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 maanden en wordt de norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90 minuten per week verhoogd. De groepsbegeleiding/dagbesteding voor nieuwe gevallen verdwijnt in 2014 uit de AWBZ . Bij de behandeling in de Tweede kamer vraagt de motie Samson de regering de dagbesteding voor nieuwe gevallen in 2014 te handhaven. De regering heeft nog niet gereageerd op deze motie. 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit betekent dat ook de persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ naar de Wmo wordt overgeheveld. Op de taken die per 2015 onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vallen, vindt een korting plaats van 1,6 miljard euro. Het over te hevelen budget AWBZ begeleiding wordt gekort met 25%. Onduidelijkheid bestaat over de omvang van de bezuiniging op de over te hevelen AWBZ persoonlijke verzorging. - Huishoudelijke hulp Op het budget voor de Wmo-huishoudelijke hulp wil het kabinet € 1,2 miljard korten (75% van het budget). Huishoudelijke hulp verandert van een brede voorziening met veel preventief effect in een vangnet voor een kleine groep meest kwetsbaren. Met als
risico een toenemende vraag naar zwaardere vormen van zorg en ondersteuning. De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Ongeveer 50% van de huidige gebruikers hebben een laag inkomen. In 2014 verdwijnt huishoudelijke hulp voor nieuwe cliënten en in 2015 voor bestaande cliënten. De thuiszorginstellingen zullen geconfronteerd worden met massaontslagen als deze maatregel gehandhaafd blijft. - AWBZ zorgzwaartepakketten Het kabinet schrapt de Zorgzwaartepakketten 1 tot en met 4 in de AWBZ . Het gevolg is dat een grote groep mensen, ook die met een grote zorgvraag, thuis (blijft) wonen en daar extramurale zorg en ondersteuning ontvangt. Wij verwachten door de maatregel een groter beroep op gemeentelijke voorzieningen voor in ieder geval Wmo-voorzieningen, welzijn, gezondheid en wonen. Door deze maatregel verwachten wij ook een grote druk op woningen die geschikt zijn om de noodzakelijke zorg te leveren. Er is in de gemeente reeds een tekort aan dergelijke woningen. Bij ZZP 4 gaat het om kwetsbare mensen die onder andere sterk verminderd sociaal redzaam zijn. Zonder stevige ondersteuning van (mantel)zorg is het de vraag of zij zich kunnen handhaven in een extramurale setting. De verantwoordelijkheid voor verschillende vormen van zorg, gecombineerd met de corporaties die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen zorgt dit voor toenemende noodzaak van sturing op het gebied van wonen, welzijn en zorg. - Wijkverpleegkundigen Vanaf 2015 gaat het kabinet investeren in extra wijkverpleegkundigen met een bedrag dat oploopt tot minimaal 250 miljoen in 2017.
8
Wat is AWBZ begeleiding -Compensatie chronisch zieken De gemeente moet een gemeentelijke voorziening chronisch zieken en gehandicapten organiseren in Wmo, WWB of via een nieuwe wet. Er is hiervoor een bedrag van 750 mln beschikbaar. -Eigen bijdrage Er komt een eigen bijdrage regeling voor de GGZ. Bij de kamerbehandeling is de eigen bijdrage weer ter discussie gesteld. -Hergebruik voorzieningen Voor de hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobielen die worden verstrekt door gemeenten op grond van de Wmo geldt straks een plicht tot hergebruik.
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (een volksverzekering) De AWBZ is een volksverzekering bedoeld voor mensen die zorg nodig hebben vanwege een ziekte, beperking of ouderdom. Eén van de 7 zorgfuncties binnen de AWBZ is begeleiding. Er is sprake van intramurale en extramurale begeleiding. Alleen de extramurale begeleiding gaat over naar de gemeenten. De extramurale begeleiding heeft samenhang en directe raakvlakken met de volgende vormen van zorg: Huishoudelijke hulp (HH) HH is gericht op ondersteunen bij, of overnemen van huishoudelijke verrichtingen, ofwel activiteiten op het gebied van verzorgen van het huishouden, in relatie tot (dreigend) disfunctioneren van het huishouden de veiligheid van en de regie over het huishouden. Omvat (in volgorde van belangrijkheid): • Het verzorgen van de aanwezige hulpbehoevende personen (kinderen). • Het zorgen voor eten en drinken: aanschaffen van voedingsmiddelen, bereiden en tot zich doen nemen van voeding en drinken, afvoeren van vuilnis. • De essentiële hygiëne van de huishouding: schone bedden, kleding, sanitair, vloeren stofzuigen en dweilen. • Verzorgen van dieren en planten. • Incidentele werkzaamheden als het schoonhouden van ramen, kasten, enz. Verstrekking van huishoudelijke hulp valt onder de Wmo. Het kabinet wil uiteindelijk 75% korten op het budget HH. Er blijft een maatwerkvoorziening over voor de meest kwetsbare cliënten.
9
Persoonlijke verzorging (PV) Persoonlijke verzorging is een vorm van zorg binnen de AWBZ . De AWBZ biedt langdurige zorg aan mensen die dit als gevolg van een ziekte of beperking nodig hebben. Mensen die recht hebben op persoonlijke verzorging kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen bij het wassen en aankleden, bij het uit en naar bed gaan, bij de toiletgang of bij het aanbrengen/verwijderen van protheses. Deze zorg kan zowel intramuraal worden geboden in een instelling als extramuraal. In het laatste geval gaat het meestal om zorg in de thuissituatie van een cliënt. De persoonlijke verzorging gaat in 2015 over van de AWBZ naar de Wmo van de gemeenten. Verpleging (VP) Bij verpleging AWBZ gaat het om het herkennen en analyseren van gezondheidsproblemen en het uitvoeren van daarmee samenhangende verpleegtechnische handelingen. Bij verpleging valt te denken aan het toedienen van medicijnen, zuurstof, het aanbrengen van een infuus of katheter, wondverzorging, lichamelijke controles en het geven van injecties. Ook gaat het om het oefenen met de cliënt om zichzelf injecties te geven en om te gaan met zuurstof. Verder omvat verpleging onderzoek naar de gezondheid alsmede het geven van advies, instructie en voorlichting over omgang met ziekte, preventie en hulpmiddelen en dergelijke. De term 'voorkoming van verergering' houdt ook in dat het kan gaan om palliatieve zorg. In het regeerakkoord gaat de verpleging van AWBZ naar de zorgverzekeraars. In de rest van deze notitie wordt alleen de AWBZ begeleiding verder uitgewerkt.
Extramurale begeleiding Het doel van de functie begeleiding binnen de AWBZ is het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid van mensen met een beperking. De begeleiding is bedoeld voor mensen met een beperking die zonder deze zorg moeten verblijven in een instelling of zichzelf verwaarlozen. Bij deze mensen is vaak sprake van meerdere problemen op verschillende terreinen. Vaak wordt er juist vanwege deze combinatie van problematiek een beroep gedaan op de begeleiding. Binnen de AWBZ wordt onderscheid gemaakt tussen individuele begeleiding (BGI) en begeleiding groep of dagbesteding (BGG). In essentie gaat het om hulp bij het organiseren van praktische zaken in het leven. De begeleiding kan bestaan uit het: • ondersteunen bij of oefenen met vaardigheden of handelingen; • ondersteunen bij of aanbrengen van structuur of voeren van regie en; • overnemen van toezicht op een cliënt. Individuele begeleiding De individuele begeleiding bestaat onder andere uit: • begeleiding bij wonen (administratief, geldbeheer, huishouden, voeding, medicijnbeheer, sociale integratie, agenda (tijd- en afsprakenbesef); • begeleiding bij bezoek aan formele instanties en medische organisaties; • begeleiding bij werken en; • advies en voorlichting. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: • woonbegeleiding of begeleid zelfstandig wonen (vanaf 18 jaar); • praktische pedagogische thuishulp (kinderen);
10
• • • • • • •
praktische pedagogische gezinsbegeleiding (kinderen met een verstandelijke beperking); extra ondersteuning in de kinderopvang en op de basisschool; begeleiding tijdens het voortgezet speciaal onderwijs; thuisbegeleiding; activerende psychiatrische thuiszorg en; begeleiding bij rehabilitatietrajecten voor verslaafden; trajectbegeleiding
Begeleiding groep of dagbesteding De begeleiding groep of dagbesteding kan worden onderverdeeld naar de volgende vormen: • niet-arbeidsmatige dagbesteding (recreatie en educatie); • vrijblijvende vormen van arbeidsmatige dagbesteding (maken van producten en leveren van diensten zonder productie eisen); • niet-vrijblijvende vormen van arbeidsmatige dagbesteding (maken van producten en leveren van diensten met beperkte productie eisen) en; • toeleiding tot arbeid (maken van producten en diensten). Voorbeelden van begeleiding groep of dagbesteding zijn: • dagprogramma voor kinderen vanaf 4 jaar die een ontheffing van de leerplicht hebben;
• • •
• • • • • •
stages in een dagactiviteitencentrum voor jongeren uit het speciaal (cluster)onderwijs; dagactiviteiten voor mensen met een psychiatrische stoornis; dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking, d.w.z. gericht op beleving, ontwikkeling of arbeid (o.a. kaarsenmakerij, groenwerkplekken en lunchcafé); speciale buitenschoolse opvang voor kinderen met een verstandelijke beperking die speciaal onderwijs volgen; zaterdagopvang voor kinderen met een verstandelijke beperking; ontmoetingsgroepen en ervaringsgroepen; belevenis- en uitgaanscentrum voor ernstig verstandelijk beperkten; arbeidsmatige dagbesteding en; dagopvang voor dementerenden.
Beoogde resultaat van de begeleiding Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op 2 terreinen: • Regie over eigen leven: groter gevoel van zelfstandigheid en welzijn. • Wonen: mogelijkheid om zelfstandig te blijven wonen in een veilige woonomgeving.
11
Proces van vraag naar aanbod (binnen de AWBZ ) Het zorgpad dat een cliënt binnen de AWBZ doorloopt ziet er als volgt uit: • stap 1: zorgbehoefte; • stap 2: indicatiestelling; • stap 3: zorgtoewijzing; • stap 4: zorglevering; • stap 5: zorgregistratie en; • stap 6: zorgdeclaratie/verantwoording. In schema ziet het zorgpad er zo uit: Stap in het proces
Wie is betrokken?
Zorgbehoefte
Cliënt Verwijzers (zorgaanbieders, MEE, huisarts)
Indicatiestelling
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Bureau Jeugdzorg (BJZ)
Zorglevering
Zorgaanbieders
Zorgregistratie
Zorgaanbieders Zorgkantoor
Zorgdeclaratie/verantwoording
Hierin staat welke zorg de cliënt nodig heeft, vanwege welke dominante grondslag (SOM, PG, PSY, VG, LG, ZG), hoeveel zorg dit is en hoe lang de zorg mag duren. De omvang per functie wordt geduid in klassen (gemiddeld aantal uren met een bandbreedte of aantal dagdelen per week). De indicatie wordt (o.b.v. de AWBZ ) vastgesteld door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Voor jeugdigen (jonger dan 18 jaar) met een psychiatrisch probleem wordt de indicatie echter vastgesteld door Bureau Jeugdzorg (BJZ). Daarnaast geldt dat cliënten die voor hun 18e levensjaar door BJZ zijn geïndiceerd, zo nodig tot hun 23e levensjaar indicaties van BJZ krijgen.
Zorgaanbieders Zorgkantoor Centraal Administratiekantoor (CAK)
Om aanspraak te maken op AWBZ -zorg is een indicatiebesluit van het indicatieorgaan nodig. Het indicatieorgaan onderzoekt de situatie van de cliënt en geeft een indicatiebesluit af.
Nadat een indicatie is afgegeven door het CIZ, kan de cliënt de zorg aanvragen bij het zorgkantoor in de eigen regio. Er zijn in Nederland 32 zorgkantoren en regio’s. Het zorgkantoor stemt het aanbod op de vraag af en zorgt voor de contractering van de zorg bij zorgaanbieders (leveringsvorm: zorg in natura (ZIN)). Daarnaast kent het zorgkantoor ook het persoonsgebondenbudget (Pgb) toe. Cliënten kunnen AWBZ -begeleiding individueel en/of AWBZ begeleiding in groepsverband toegekend krijgen. De begeleiding in groepsverband kan met of zonder indicatie voor vervoer worden geleverd. Met een Pgb ontvangt de cliënt een budget waarmee hij zelf de benodigde zorg kan inkopen. De cliënt huurt dan eigen personeel in op de tijd die hem of haar het beste uitkomt. De cliënt legt verantwoording af over de gedane uitgaven aan het zorgkantoor. Ook een combinatie van ZIN en Pgb is mogelijk. Het toegekende Pgb bedrag is gebaseerd op de geïndiceerde functies en klassen en betreft 75% van de kosten van ZIN. De zorgaanbieder meldt aan het zorgkantoor (melding aanvang zorg) wanneer de zorg is begonnen en wanneer deze wordt beëindigd. Ook verantwoordt hij zich over de geleverde kwaliteit.
12
Methoden voor kwaliteitsborging zijn: certificering, klanttevredenheidsonderzoeken en materiële controles (bijvoorbeeld steekproefsgewijs kwaliteit en kwantiteit controleren). Financiering van de AWBZ De kosten van de AWBZ worden opgebracht door wettelijk verplichte premies, eigen bijdragen en rijksbijdragen (Wet financiering sociale verzekeringen). Deze gelden vloeien naar het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) dat door het College voor zorgverzekeringen (CVZ) wordt beheerd. Het CVZ betaalt via het CAK voorschotten aan de zorgkantoren (basis: gerealiseerde productie). De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt maximum tarieven vast in beleidsregels. Ook toetst zij de rechtmatigheid van de uitgaven van het zorgkantoor.
Aantal cliënten met een indicatie CIZ voor begeleiding per 1 juli 2012 Clientgroep Som 0-64 jaar Som 65-74 jaar Som 75 en ouder PG 65 en ouder Psy 18 en ouder VG 0-17 jaar VG 18 en ouder ZG LG Onbekend Totaal
Littens x x 10 10 25 10 30 x 20 x 110
FM-SK 10 5 15 35 80 50 65 10 30 x 300
FM-GS x x 20 10 50 20 25 x 15 x 140
FM-Lem x x 5 45 25 35 x x 15 x 150
SWF 45 20 90 95 440 135 325 20 120 x 1290
x: minder dan 5 cliënten Bron: CIZ
AWBZ begeleiding aantal indicaties door CIZ van cliënten naar soorten en omvang van begeleiding per 1 juli 2012
Aantallen AWBZ begeleiding in de gemeenten • In de 1e tabel een overzicht van de cliënten met een indicatie van het CIZ voor de AWBZ functie begeleiding op basis van de dominante grondslag per 1 juli 2012. • In de 2e tabel staan de indicaties van het CIZ naar soort en omvang van de begeleiding per 1 juli 2012. • In de 3e tabel zijn de indicaties opgenomen van Bureau Jeugdzorg van jongeren tot 18 jaar met een psychiatrisch probleem over het kalenderjaar 2011.
Gemeente
Begeleiding individueel
Littenseradiel FM-SK FM-GS FM-LEM SWF Totaal
65 230 100 110 980 1485
Gem uren pw 3,9 3,5 3,7 3,3 3,5
Begeleiding Groep 70 145 70 40 620 945
Gem dgd pw 4,6 4,5 4,5 4,2 4,8
Kortdurend verblijf
Etmaal pw
totaal
10 30 10 15 110 175
1,2 1,2 1,1 1,1 1,2
145 405 180 165 1710 2605
cliënten kunnen combinaties van soorten begeleiding geïndiceerd krijgen. Bron: CIZ
13
AWBZ begeleiding PSY 0-18 jaar indicaties BJZ per naar soorten begeleiding over 2011 Gemeente
Begeleidi ng individue el 11 14 5 9 45
Littens FM-SK FM-GS FM-Lem SWF
Begeleiding Groep
Ind+ groep
Kortdurend verblijf
Intramuraal
totaal
0 0 3 4 9
5 3 3 10 21
14 33 16 33 120
2 0 7 0 2
32 50 34 56 197
Bron: BJZ
In de gemeenten Skarsterlân (40%) Lemsterland (45%) en Littenseradiel (35%) zijn de Verstandelijke Gehandicapten de grootste cliënt-groep die AWBZ begeleiding ontvangen. In de gemeente Súdwest-Fryslân en Gaasterlân-Sleat zijn de cliënten met een psychiatrische grondslag van 18 jaar en ouder (PSY) de grootste cliënt-groep. Verdere uitsplitsing is terug te vinden in het hoofdstuk over de doelgroepen en in het hoofdstuk met de cijfers verder in dit rapport. De rapportages van het CIZ van 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 blijkt het aantal cliënten met begeleiding redelijk stabiel. De aantallen bij BJZ stijgen licht. Aantal cliënten met een indicatie voor vervoer met begeleiding Groep/dagbesteding per 1 juli 2012. Gemeente
Littens
FM-SK
FM-GS
FM-LEM
SWF
totaal
SOM 0-64 SOM 65-74 SOM 75 jr+ PG 65+ PSY 18 jr + VG 0-17 VG 18 jr + ZG LG Onbekend Totaal
X X 10 10 5 5 10 X 15 X 60
5 X 10 30 X 30 15 X 15 X 115
X X 10 10 10 15 10 X 10 X 60
X X X 5 X 25 10 X 10 X 55
15 10 70 75 70 100 85 10 70 X 550
20 10 100 130 75 175 130 10 120 X 840
Bron:ciz
x: minder dan 5 cliënten
14
Cliëntgroepen Kinderen met een verstandelijke beperking 0-17 jaar
Kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking De AWBZ maakt onderscheid tussen twee hoofdgroepen bij de verstandelijk gehandicapten: kinderen met een verstandelijke beperking 0-17 jaar en verstandelijk gehandicapten van 18 jaar en ouder. Bij verstandelijke gehandicapten wordt een indeling en classsificatie voor IQ scores gebruikt om de ernst van de handicap te duiden. Indeling en classificatie voor IQ scores >130 121-130 111-120 90-110 80-89 70-79 70-79 50-69 35-49 20-34 <20
Zeer begaafd Begaafd Bovengemiddeld Gemiddeld Beneden gemiddeld Laag begaafd/moeilijk lerend Zwakbegaafd Licht verstandelijk gehandicapt Matig verstandelijk gehandicapt Ernstig verstandelijke gehandicapt Zeer ernstig verstandelijk gehandicapt
De meest voorkomende groepen bij kinderen met een verstandelijke beperking zijn: • zwakbegaafd/laagbegaafd al dan niet met psychiatrische problematiek • licht verstandelijk gehandicapt • licht verstandelijk gehandicapt met ernstige gedragsproblematiek • matig verstandelijk gehandicapt • ernstig en zeer ernstig verstandelijk gehandicapt. De zwakbegaafden en licht verstandelijk gehandicapten wonen doorgaans tot 23 jaar bij hun (pleeg) ouders. Bij matig en ernstig verstandelijk gehandicapten is thuis wonen of zelfstandig wonen vaak niet mogelijk. Kinderen met een verstandelijke beperking zijn met name aangewezen op scholen voor speciaal basisonderwijs cluster 3 (Z)MLK) en cluster 4 (ZMOK en PI-scholen). Kinderen die niet naar reguliere opvang, basisschool of speciaal basisonderwijs kunnen worden op een kinderdagcentrum(KDC) geplaatst in de leeftijd van 3 tot 18 jaar. Reden om AWBZ begeleiding aan te vragen: Leerproblemen, oriëntatiestoornissen, gedragsproblemen en daardoor opvoedproblemen voor de ouders, gemis aan sociale relaties met leeftijdgenoten en sociaal isolement. Verder zijn er vervoersproblemen bij een combinatie van verstandelijke en lichamelijke beperkingen bij deze doelgroep. AWBZ begeleiding bij de verstandelijk gehandicapten tot 18 jaar wordt individueel (BIG) en in groepsvorm (BG) geboden.
De doelgroepen “laag begaafd” en “lichtverstandelijk gehandicapt” zijn vooral de cliënten waar de gemeenten na de overdracht mee te maken krijgt. Bij matig verstandelijk gehandicapten is zelfstandig wonen buiten een instelling meestal niet haalbaar. Intramurale zorg blijft onder de AWBZ vallen.
15
Rianne is een opgewekte vrouw die graag grapjes maakt. Ze is geboren met het syndroom van down, maar heeft niet de lichamelijke afwijkingen die hierbij kunnen optreden. Tijdens haar schooljaren werd duidelijk dat werken in een beschermde omgeving (WSW) of onder begeleiding van een jobcoach voor Rianne niet mogelijk is. Als 20-jarige maakte zij daarom de overstap van school naar dagbesteding voor volwassenen. Na een tijd “rondsnuffelen” bij de verschillende activiteiten die door DVO geboden worden, werkt Rianne nu in het restaurant van de VG-instelling. Met een menukaart waarop pictogrammen staan kan ze een bestelling opnemen, deze bij de gasten afleveren, afrekenen en na afloop de tafel opruimen en schoonmaken. Wel is er voortdurend toezicht nodig om te zorgen dat het werk goed wordt uitgevoerd. Soms moet de begeleider ingrijpen omdat een gast iets vraagt dat niet op de menukaart van Rianne staat. Sinds twee jaar woont Rianne met een PGB in een woongemeenschap voor verstandelijk gehandicapten. Hier heeft ze haar eigen appartement. In het huis is een gezamenlijke woonkamer waar ze terecht kan voor een praatje, een kop koffie of een maaltijd. De begeleider houdt zo indirect toezicht op de hele groep bewoners. Voor Rianne is het belangrijk dat er altijd iemand in de buurt is die haar kan helpen kleine, dagelijkse problemen op te lossen. Haar moeder en zus komen wekelijks op bezoek en helpen met het huis schoonmaken. Veel kan Rianne zelf, maar er iemand nodig die haar zegt hoe ze het moet aanpakken. Bron: gemeente Weert
Begeleiding individueel kan worden ingezet bij het aanleren van structuur en het ondersteunen bij praktische vaardigheden en het bieden van toezicht. Dagbesteding voor kinderen met een verstandelijke beperking is in 2010 voor een deel omgezet naar ’behandeling groep’. Het betreft een dagprogramma waarin behandeling een wezenlijk onderdeel van het programma is. Deze zorg zal naar verwachting niet naar de gemeenten worden overgeheveld. Begeleiding groep omvat de overige vormen van dagbesteding. Bij jongeren met een licht verstandelijke beperking die zelfstandig wonen en gebruik maken van een steunpunt van een zorgaanbieder is het doel van de individuele begeleiding niet altijd helder. Verstandelijk Beperkten 18 jaar en ouder De meest voorkomende groepen bij volwassenen met een verstandelijke beperking: • zwakbegaafd al dan niet met psychiatrische problematiek • licht verstandelijk gehandicapt al dan niet met psychiatrische problematiek. • verstandelijk gehandicapt met somatische beperkingen (veel voorkomend: epilepsie). Zwakbegaafden wonen veelal zelfstandig en zijn veelal werkzaam in WSW-verband. Bij het vrije bedrijf werken is mogelijk mits het om eenvoudige afgebakende werkzaamheden gaat. Indien de verstandelijk handicap gepaard gaat met psychiatrische problematiek dan is zelfstandig wonen vaak niet mogelijk. Licht verstandelijk gehandicapte volwassenen werken veelal in WSW-verband of voeren arbeidsmatige activiteiten uit in een AWBZ -instelling, bijvoorbeeld werken in een keuken of restaurant. De meeste wonen binnen een instelling of in de omgeving van een instelling met toezicht op afstand. Kleine groep woont zelfstandig en krijgt ondersteuning op een vast tijdstip.
16
AWBZ begeleiding wordt ingezet om: structuur aan te brengen in de dag, helpen bij het nemen van beslissingen, overname van administratie en regievoering en ondersteuning bij het huishouden. Zwakbegaafden wonen vaak zelfstandig met ambulante begeleiding AWBZ . AWBZ groepsbegeleiding in de vorm van dagbesteding kan worden ingezet als de persoon door zijn handicap niet in staat is te werken in (WSW-) dienstverband. Indicatie De indicatie voor de AWBZ begeleiding wordt uitgevoerd door het CIZ. MEE speelt een belangrijke rol in het voortraject van de indicatiestelling. Bij een flink aantal aanvragen wordt de ‘voorindicatie’van MEE integraal overgenomen door het CIZ. Als dominante grondslag psychiatrische problematiek > 18 jaar is wordt de indicatiestelling uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg. Zorgaanbieders • Talant • Philadelphia • J.P. van den Bent Stichting • Maeykehiem • Tjallingahiem • Zorgboerderijen • Wille! (speciale kinderopvang) • Thomashuizen • Thuiszorg ZWF Cliënten Aantal cliënten met een indicatie voor AWBZ begeleiding met de dominante grondslag VG 0-17 jaar en VG 18 jaar en ouder per 1 juli 2012 Clientgroep Littens FM-SK FM-GS FM-Lem SWF VG 0-17 jr 10 50 20 25 135 VG 18+ 30 65 25 35 325
totaal 40 115 45 60 460 Indicatie voor Individuele begeleiding/groepsbegeleiding VG 0-17 jaar per 1 juli 2012. Gemeente
Ind. begeleiding
Gem Groepsbegeleiding Gem uren dagdelen pw pw Littenseradiel 10 1,2 10 2,3 FM io 70 1,3- 75 2,4-3,0 2,0 SWF 95 1,3 110 2,8 Cliënten kunnen individuele begeleiding en/of groepsbegeleiding hebben Indicatie voor Individuele begeleiding/groepsbegeleiding VG 18 jaar en ouder per 1 juli 2012 Cliënten kunnen individuele begeleiding en/of groepsbegeleiding
Littenseradiel FM io SWF hebben
Ind. begeleiding 25 120 305
Gem uren pw
Groepsbegeleiding
5,2 4,4-4,6 4,2
10 55 105
Gem dagdelen pw 7,3 5,7-6,8 7,3
Vervoer Cliënten kunnen de groepsbegeleiding-dagbesteding met en zonder vervoer geïndiceerd krijgen. Voorkeurslevering (Natura/PGB) per 1 juli 2012 Natura PGB Littenseradiel 20 20 FMio 95 110 SWF 235 195 X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy cliënten gerapporteerd.
Natura+PGB X X 15 wordt vanaf 5
17
In de gemeenten Skarsterlân (40%) Lemsterland(45%) en Littenseradiel (35%) zijn de Verstandelijke Gehandicapten de grootste cliënt-groep die AWBZ begeleiding ontvangen. Kortdurend Verblijf (KVB) Kortdurend verblijf is een vorm van respijtzorg waarbij een thuiswonende cliënt die dagelijks wordt verzorgd door mantelzorgers 1 tot 3 nachten per week in een zorginstelling kan doorbrengen. Mantelzorgers komen hiervoor in aanmerking als er permanent toezicht nodig is op de cliënt. KVB valt onder de AWBZ en gaat over naar de Wmo. De groep verstandelijk gehandicapten maakt het meest gebruik van deze vorm van ondersteuning die geïndiceerd wordt in combinatie met AWBZ begeleiding. Bij doelgroep ouderen met begeleiding wordt deze vorm van respijt ook ingezet maar in veel mindere mate. Verstandelijk gehandicapten met AWBZ begeleiding die een beroep doen op KVB per 1 juli 2012 Aantal AWBZ Gem. aantal cliënten KVB etmalen pw. Littenseradiel X -FM io 40 1,0-1,2 SWF 135 1,0-1,2 X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd. Gezien de beperkte omvang van de respijtzorg aan mantelzorgers lijkt het verstandig dit product met meerdere gemeenten (regionaal) in te kopen.
Kansen • Een gezinscoach of casemanager die begeleiding aan huis biedt bij licht verstandelijk gehandicapten kan i.p.v. een professional ook in een aantal gevallen door vrijwilligers worden uitgevoerd. De vrijwilligers dienen dan wel goed geschoold en begeleid te worden. • Inzetten maatjesprojecten. • Dagbesteding cliënten participatiewet (onder andere dagbesteding bij Empatec) combineren met dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking. • Onderzoek doen naar efficiënter organiseren van vervoer van en naar de dagbesteding door een partij t.b.v. van meerdere aanbieders van dagbesteding i.s.m. zorgaanbieders. -Ambulante/individuele begeleiding niet aanbod gericht per gespecialiseerde instelling, maar gebiedsbericht (wijk/dorp/stad) organiseren door een of een beperkt aantal aanbieders. • Optuigen van multidisciplinaire gebiedsgericht teams. • Schotten tussen HH, PV en Begeleiding eruit. Geïntegreerde zorgarrangement/ ambulant hulpaanbod ontwikkelen i.s.m. huidige aanbieders. • Onderzoek doen naar de mogelijkheid van verlaging van de tarieven voor dagbesteding.
18
Kinderen en volwassenen met een zintuigelijke handicap Deze groep kan worden onderverdeeld in de volgende groepen: Visuele handicap (slechtziend tot blind), auditieve handicap (slechthorend tot doof) en er is een kleine groep visueel-auditief gehandicapten.Deze doelgroep is door de sterke vergrijzing aan sterke groei onderhevig: veel oudere mensen krijgen te maken met slechthorendheid en/of slechtziendheid.
Corrie is 45 jaar, getrouwd en heeft twee volwassen kinderen. Toen de kinderen klein waren, kreeg Corrie last van haar spieren. De huisarts dacht dit veroorzaakt werd door het tillen van de kinderen. De kinderen worden groter en de klachten verergeren. Na acht jaar wordt de diagnose gesteld: Corrie heeft een spierziekte die uiteindelijk zal leiden tot verlammingsverschijnselen. In dezelfde periode wordt ook een oogziekte vastgesteld. In korte tijd is Corrie haar zicht verminderd tot 30% in het een ene oog en 10% in het andere. De vooruitzichten zijn slecht. Als snel komt het moment waarop zij voorwerpen die ze wel ziet niet meer kan oppakken en dingen die zij nog wel kan oppakken nauwelijks meer ziet. Corrie is altijd met overtuiging huisvrouw geweest. Haar grootste hobby was koken, wat zij inmiddels nauwelijks meer alleen kan. De recepten zitten in haar hoofd, maar de pannen zijn voor haar nu te zwaar. Een keer per week krijgt ze 3 uur begeleiding individueel. Die wordt benut om “vrouwendingen” die zij niet meer alleen kan, op te pakken. Haar taak als moeder en huisvrouw heeft zij altijd gecombineerd met vertaalwerk thuis. Via het UWV krijgt zij door de VISIO geadviseerde, aangepaste computerapparatuur en programmatuur. Nu kan ze haar energie over de dag zo verdelen dat ze door kan gaan met haar werk: voor haar heel erg belangrijk.
Begeleiding De begeleiding kan bestaan uit: - Praktische hulp bij of oefenen met handelingen/vaardigheden (gericht op de cliënt of op de mantelzorger ten behoeve van de cliënt) - Herstellen of compenseren van het beperkte of afwezige regelvermogen. Deze doelgroep ontvangt zowel individuele als groepsbegeleiding. De individuele begeleiding is gemiddeld 4 uur per week en de groepsbegeleiding is 2-4 dagdelen per week. Aanbieders Noorderbrug en landelijke aanbieders zoals Kentalis Cliënten Aantal cliënten met een indicatie voor AWBZ begeleiding (individueelgroep) met de dominante grondslag zintuigelijke handicap (ZG) per 1 juli 2012 Gemeente
Littens
FMSK
BGFMFMSWF uren GS Lem gem. ZG X 10 2,6 X X 15 X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd
BGuren gem. 2,7
Vervoer De meeste cliënten met een indicatie zintuigelijke handicap hebben ook een indicatie voor vervoer. Voorziening (ZIN of PGB) Ongeveer de helft van de cliënten ontvangt de begeleiding in ZIN en de andere helft in PGB.
19
Kansen Er zijn weinig mogelijkheden voor vernieuwing bij deze doelgroep. Het gaat om doof-blinden, blinden, doven en slechthorenden i.c.m. ouderdom. In het algemeen heeft deze doelgroep een klein netwerk en is het lastig om de ondersteuning uit te laten voeren door vrijwilligers. Er is specifieke expertise nodig. Het lijkt het ons beste om het begeleidingsaanbod regionaal/provinciaal te regelen.
Kinderen en volwassenen met lichamelijke beperking of chronische ziekte Deze groep kan worden onderverdeeld in 3 subgroepen: 1. Mensen met ernstige fysieke/motorische beperkingen en meervoudige problemen. 2. Mensen die door progressief verlopende aandoeningen meervoudige problemen ondervinden op (vrijwel) alle levensgebieden. 3. Mensen met niet-aangeboren hersenletsel met meervoudige problematiek op alle levensgebieden die van tijd tot tijd zeer wisselend kan verlopen. Begeleiding De individuele begeleiding kan bestaan uit: 1. Praktische hulp bij of oefenen met handelingen/vaardigheden. Helpen van het op de rit houden van het leven de cliënt. 2. Compenseren van het beperkte regelvermogen (regie). Overnemen van toezicht; toezicht op het aansturen van gedrag ten gevolge van een stoornis. 3. Ondersteuning van mantelzorgers en sociaal netwerk. 4. Ondersteuning van verliesverwerking.
De groepsbegeleiding wordt vaak ingezet om een dagprogramma te bieden. Niet aangeboren hersenletsel (NAH) Deze specifieke kleine doelgroep maakt onderdeel uit van de doelgroep lichamelijk gehandicapten. De zorg voor mensen met NAH is complex. De kantelmogelijkheden zijn beperkt. Deze groep ontvangt vaak ook verpleging vanuit de AWBZ . De begeleiding(Wmo) zal op de verpleging (AWBZ ) afgestemd moeten worden. Omdat het hier gaat om een relatief kleine groep lijkt een regionaal zorgarrangement de beste optie. Beoogde resultaat Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op 3 terreinen: • Werk/dagbesteding: betaald werk of vervanging van werk (bij kinderen: speciaal onderwijs). • Wonen: benodigde hulpmiddelen in en om de woning zijn geregeld of er is ondersteuning om zich thuis te redden. • Lichamelijke zorg: schoon en verzorgd uiterlijk, medische hulpverleners worden bezocht. Aanbieders • Noorderbrug • Plantein (oa. Bloemkamp en Ielânen) Cliënten Aantal cliënten met een indicatie AWBZ begeleiding (ind/groep) met dominante grondslag Lichamelijk Gehandicapt per 1 juli 2012 Clientgroep Littens FM-SK FM-GS FM-Lem SWF Lich.gehand. 20 30 15 15 120
20
Aantallen LG voor individuele begeleiding/groepsbegeleidingdagbesteding per 1 juli 2012 uitgesplitst Gemeente Littenseradiel FMio SWF
Ind. begeleiding 10 45 80
Gem uren/pw 4,1 2,5-3,2 3,5
Groepsbegeleiding 15 35 80
Gem. dagdelen 4,5 4,2-4,3 4,7
Cliënten kunnen individuele begeleiding en/of groepsbegeleiding hebben
Cliënt is een vrouw van 36 jaar, ze woont alleen, heeft een reguliere baan aangevuld met een uitkering vanuit de Wajong, is lichamelijk ernstig beperkt. Ze kan moeilijk lopen, is spastisch, kan moeilijk praten en heeft energiebeperking. Ze heeft een aantal vrienden. Ze krijgt begeleiding voor praktische handelingen zoals opbergen papieren van administratie. De indicatie is 2 tot 4 uur per week. Daarnaast heeft ze indicaties voor persoonlijke verzorging, verpleging en huishoudelijke hulp. Zonder begeleiding zou het volgens haar ‘een puinzooi’ worden en heeft ze minder energie om te werken. Daarbij is er bij sommige activiteiten valgevaar. Zorg in natura sloot volgens haar niet aan, want kon bijvoorbeeld niet op de avond worden ingezet.
Kansen • Meer inzetten van informele ondersteuning door bijvoorbeeld vrijwilligers/familie. • Inzet van technologische middelen. Deze technologische hulpmiddelen kunnen de ondersteuningsvraag verminderen, maar kunnen de menselijke ondersteuning niet volledig vervangen.
Lichamelijk gehandicapten met een vervoersindicatie per 1 juli 2012 LG Totaal LG+ vervoer Littenseradiel 20 15 FMio 60 35 SWF 120 70
Voorziening (Natura of PGB) De meeste cliënten ontvangen de voorziening in natura. Een hele kleine groep ontvangt deze voorziening in een PGB.
21
Kinderen en jongeren met psychiatrische problematiek en opvoed- en opgroeiproblemen. Deze cliëntgroep valt uiteen in 2 subgroepen: • Kinderen en jongeren met psychiatrische problematiek zonder noodzaak van behandeling. • Kinderen en jongeren met psychiatrische problematiek met noodzaak van behandeling. Kinderen en jongeren met psychiatrische problematiek zonder noodzaak van behandeling. Deze cliëntgroep omvat kinderen en jeugdigen tot 18 jaar met psychiatrische aandoeningen. Meestal gaat het om stoornissen in het autismespectrum (ASS) of ADHD. Combinaties met andere psychische of lichamelijke stoornissen komen veel voor: epilepsie, angststoornissen, motorische stoornissen. Doordat deze cliënten nog in ontwikkeling zijn, kan de aard en intensiteit van de klachten variëren. Het lastige voor hen is dat ze willen zijn zoals hun leeftijdgenoten en maar moeilijk kunnen accepteren dat zij beperkingen hebben waarmee ze moeten leren omgaan. Vaak wonen deze cliënten nog thuis bij hun ouders. Met begeleiding kunnen de klachten verminderen en kan de sociale redzaamheid verbeteren. Sommige cliënten zijn zo kwetsbaar dat ze hun hele leven begeleiding nodig hebben.
Cliënt is een jongen van 6 jaar met autisme en een verstandelijke beperking. Zijn IQ is ongeveer 70, hij volgt ZMLK-onderwijs. In het gezin zijn nog twee kinderen. Hij heeft veel begeleiding nodig, moeder moet steeds aanwezig zijn. Er is veel structuur nodig en voorbereiding op wat komen gaat. Op woensdagmiddag is er een begeleider vanuit de PGB als oppas, daarnaast passen de schoonouders van moeder op. De indicatie voor individuele begeleiding is 4 tot 7 uur per week. Eén keer per maand gaat hij een weekend naar de zorgboerderij en één of twee zaterdagen per maand een dag. Momenteel gaat het niet goed en ervaart de moeder de zorg als te weinig. Hij zelf zou vaker naar het zwembad willen, maar is daarvoor afhankelijk van een ander. Als de begeleiding er niet was, zou hij volgens moeder niet thuis kunnen wonen. Dan schieten de andere kinderen erbij in en houden de ouders het niet vol. Als de mantelzorg uitvalt kan vader het niet overnemen. Vader kan minder goed met hem omgaan. De keuze voor een PGB is volgens moeder gemaakt , omdat de zorg anders niet te realiseren is. Zo kunnen ze zelf bepalen wie voor hem zorgt. Andere hulp sluit niet voldoende aan. Moeder vindt ook dat er te weinig ondersteuning is voor ouders; ze heeft behoefte aan lotgenotencontact.
22
Kinderen en jongeren met psychiatrische problematiek met noodzaak van behandeling. Deze cliëntgroep omvat kinderen en jeugdigen tot 18 jaar met psychiatrische aandoeningen. Meestal gaat het om (combinaties) van stoornissen. Het gaat om stoornissen in het autismespectrum (ASS), ADHD, schizofrenie, borderline, psychoses, depressie, hechtingsproblematiek etcetera. Belangrijk is dat deze cliënten een psychiatrische behandeling nodig hebben. Sommigen staan hier niet voor open of zijn hiertoe niet in staat. De psychiatrische problematiek gaat vaak samen met gedragsproblemen. Doordat deze cliënten nog in ontwikkeling zijn variëren hun psychiatrische en gedragsproblemen erg. Beoogde resultaat Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op 3 terreinen: • Wonen: gezin weet hoe om te gaan met de beperkingen van de cliënt; ontlasting van overbelaste andere gezinsleden; ontwikkelde woonvaardigheden bij cliënten die zelfstandig willen wonen. • Sociaal functioneren: sociaal netwerk is aanwezig met daarbinnen goede contacten met familie en leeftijdsgenoten. • Psychisch functioneren: omgang met beperkingen. Indicatiestelling Bij alle doelgroepen van de AWBZ is het CIZ de bevoegde indicatiesteller ook voor jeugdigen tot 18 jaar met een somatische, zintuigelijke, lichamelijke en verstandelijke beperking. Het CIZ is echter niet bevoegd voor het afgeven van indicaties voor jeugdigen tot 18 jaar met een psychiatrische aandoening. Bureau Jeugdzorg is hier de bevoegde indicatiesteller. In onderstaande tabel staan het aantal afgeven indicatiebesluiten in 2011 door BJZ.
Zorgaanbieders in Fryslân • GGZ (jeugdggz kinnik) • Jeugdhulp Friesland • Tjallingahiem • Thuiszorg ZWF Cliënten In Nederland zijn totaal circa 32.000 jongeren met psychiatrische problematiek die specifiek een aanvraag doen voor AWBZ zorg bij de 15 bureaus jeugdzorg in Nederland. In Fryslân waren dit in 2011 circa 1900 jongeren. Hieronder staan de aantallen voor de ZWF-gemeenten. Aantal unieke afgegeven indicaties door Bureau Jeugdzorg Fryslân voor jeugdigen tot en met 17 jaar met een psychiatrische aandoening in 2011 Gemeente Aantal jeugdigen Aantal indicaties 0-17 jaar in gemeente Littenseradiel 2.758 30 FM-Skarsterlân 6.290 53 FM-Gaasterlân-Sleat 2.223 32 FM-Lemsterland 3.132 60 Súdwest-Fryslân 18.730 198 Uitgesplitst naar soorten van Gemee Begelei Begelei nte ding ding individu Groep eel Littens 11 0 FM-SK 14 0 FM-GS 5 3 FM9 4 Lem SWF 45 9
AWBZ zorg in 2011 Ind+gr Kortdur Intramu oep end raal verblijf
tota al
5 3 3 10
14 33 16 33
2 0 7 0
32 50 34 56
21
120
2
197
Opgave BJZ april 2012
23
Voorkeurslevering (PGB/Natura) De cijfers in onze regio hieromtrent zijn niet exact bekend. Op basis van landelijke cijfers maakt 75% van de cliënten gebruik van een PGB bij invulling van zorg. Samenloop transitie AWBZ /transitie Jeugdzorg De jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisatie Jeugdzorg omvat de volgende onderdelen: -
de provinciale jeugdzorg de gesloten jeugdzorg onder regie van het ministerie van VWS de jeugdreclassering onder de regie van het ministerie van Veiligheid en Justitie de jeugdbescherming onder de regie van het ministerie van Veiligheid en Justitie de Jeugd-GGZ < 1 jaar op grond van ZvW en >1 jaar op grond van de AWBZ de jeugdige verstandelijke gehandicapten.
De jeugd GGZ en de jeugdige verstandelijk gehandicapten maken zowel onderdeel uit van de transitie Jeugdzorg als de transitie AWBZ . Een deel van de zorg bestaat uit behandeling en deel van de zorg gaat om begeleiding. Met Partoer CMO is afgesproken de zorgvraag van de doelgroep jeugd tot 18 jaar nader te analyseren voor zowel de AWBZ als Jeugdzorgtransitie. In een zgn. ‘2e startfoto’ volgt begin 2013 een nadere analyse.
Kansen • Meer uitvoerende hulpverlening door het CJG laten uitvoeren en minder hulpvragen doorzetten naar de gespecialiseerde zorg. • Professionals (leerkrachten, kinderopvangleidsters, peuterleidsters) op de werkvloer faciliteren. Aan elke vindplaats zijn CJG medewerkers gekoppeld die kunnen worden ingeschakeld bij vragen omtrent opvoeden, opgroeien en gezondheid. Problemen worden vroegtijdig gesignaleerd en worden opgepakt binnen de eigen setting. • Een gezin, een plan, een (coördinerend) hulpverlener. • Professionals(leerkrachten, kinderopvangleidsters, peuterleidsters) op de werkvloer faciliteren en in staat stellen problemen vroegtijdig te signaleren en aan te pakken binnen hun eigen setting. • Fors minder hulpvragen doorzetten naar de gespecialiseerde zorg en meer binnen de 1elijns hulpverlening lokaal en regionaal oppakken waarbij het Centrum voor Jeugd en de kernpartijen daarvan centraal staan. • Een kind, een plan, een (coördinerend) hulpverlener.
24
Volwassenen met psychiatrische problematiek
Cliënt is een jongen van 24 jaar, die bij zijn ouders woont. Hij heeft PPD-NOS en was depressief. Het GGZ contact is afgesloten. Hij vertoont obsessief gedrag, computert veel, heeft risico op computerverslaving en isolement, maar heeft te weinig andere bezigheden. Het MBO is mislukt. Hij houdt van laswerk en begint met een opleiding. Het UWV financiert dat echter niet. Hij heeft veel sturing nodig, kan administratie niet doen (bewind voering ouders) en kan niet zelfstandig wonen. Hij gaat 3 middagen in de week naar dagbesteding en werkt 2 middagen per week met begeleiding vanuit PGB. Hij ziet snel ergens tegenop en gaat dingen uit de weg. Er komt iemand vanuit de kerk voor individuele begeleiding. Een gedeelte van het budget voor individuele begeleiding en het budget voor persoonlijke verzorging wordt besteed aan de werkbegeleiding. Hij krijgt fysiotherapie bij de sport. Hij zou meer met lassen bezig willen zijn.
De doelgroep bestaat uit cliënten met een (al dan niet gediagnosticeerde) chronische psychiatrische aandoening die hen belemmert op enkele of vele levensgebieden. Er is bijvoorbeeld vaak sprake van financiële problematiek. Hierbij kan worden gedacht aan de volgende stoornissen: stemmingsstoornissen, angststoornissen, middelenstoornissen, aandachtstekort- of gedragsstoornissen, psychotische stoornissen en een combinatie van stoornissen. De aandoening maakt dat cliënten ten gevolge van soms kleine gebeurtenissen in hun omgeving uit balans raken en dan voor korte of langere tijd meer of andere zorg nodig hebben. Deze cliënten hebben niet alleen last van hun aandoening, maar ook van de gevolgen bijvoorbeeld in het sociale verkeer. Het kenmerk van de groep is dat zij weinig of geen regie (kunnen) nemen. Deze groep gaat daarom vaak niet uit zichzelf naar algemeen beschikbare voorzieningen, er is sprake van zorg- en contactmijdend gedrag. Begeleiding Deze doelgroep ontvangt zowel individuele als groepsbegeleiding. De individuele begeleiding richt zich vooral op: • Structureren en ondersteunen van de eigen regie; • Ondersteunen bij het aangaan en onderhouden van de sociale contacten; • Inzicht geven in gevolgen van eigen optreden; • Terugvalpreventie en toezicht op medicatiegebruik. De cliënten ontvangen gemiddeld 3 uur per week individuele begeleiding. De groepsbegeleiding is bedoeld voor: • Opbouw van een normaal werkritme en werkervaring; • Bevorderen van samenwerking met anderen. De cliënten ontvangen gemiddeld 4 tot 5 dagdelen per week groepsbegeleiding.
25
Deze groep ontvangt matige tot zware ondersteuning. De prognose van de begeleiding is over het algemeen gelijkblijvend of progressief. Beoogde resultaat Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op 5 terreinen: • Werk-/dagbesteding: gestructureerde indeling van de dag, zinvolle (arbeidsmatige) dagbesteding eventueel in aanloop naar betaald werk. • Sociaal functioneren: (opgebouwd of versterkt) sociaal netwerk met goede contacten met familie. • Wonen: aangeleerde woonvaardigheden. • Financiën: beperkte financiële problemen en om kunnen gaan met geld. • Psychisch functioneren: om kunnen gaan met de beperking en een vergroot zelfvertrouwen. • Lichamelijke zorg: schoon en verzorgd uiterlijk en dagelijks eten en drinken. Aanbieders in de regio GGZ, Limor en ZIENN, VVN Zorgmaatwerk, Thuiszorg ZWF. Cliënten Aantal cliënten met een indicatie voor AWBZ begeleiding met de dominante grondslag psychiatrisch 18 jaar en ouder per 1 juli 2012 Clientgroep Littens FM-SK FM-GS FM-Lem SWF PSY 18 jaar 25 80 50 45 440 en ouder Indicatie voor Individuele begeleiding versus groepsbegeleidingdagbesteding per 1 juli 2012 Gemeente Ind. Gem Groepsbegeleiding Gem. begeleiding uren dagdelen pw Littenseradiel 20 2,9 10 4,4 FM-SK 75 2,7 20 5,6
FM-GS 45 3,6 10 4,4 FM-Lem 45 2,5 10 4,2 SWF 390 2,9 145 4,7 Cliënten kunnen individuele- en/of groepsbegeleiding hebben In de gemeenten Súdwest-Fryslân en Gaasterlân-Sleat is de cliëntgroep ‘psychiatrisch van 18 en jaar en ouder’ de grootste doelgroep die AWBZ begeleiding ontvangt. In de overige regiogemeenten is de doelgroep verstandelijk gehandicapten de grootste doelgroep. Cliëntengroep psychiatrisch met een vervoersindicatie per 1 juli 2012 Psychiatrisch totaal Psych. met vervoer Littenseradiel 25 5 FMio 175 10 SWF 440 70 Natura of PGB Op basis van de cijfers kan worden vastgesteld dat 2/3 van de zorg wordt geleverd als zorg in natura en 1/3 in de vorm van een PGB. Opvallende zaken Cliënten met psychiatrische problematiek maken minder gebruik van groepsbegeleiding, maar wel van individuele begeleiding (ruim 90%). Opvallend is dat er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers voor begeleiding (gezelschap, maatje, praktische ondersteuning).
26
Kansen • Ambulante/individuele begeleiding niet meer aanbod gericht per gespecialiseerde instelling, maar gebiedsgericht (wijk/dorp/stad) organiseren door een of een beperkt aantal aanbieders. • Ambulante/individuele begeleiding/ woonbegeleiding aanhaken bij Algemeen bestaande gesubsidieerde voorzieningen zoals Algemeen Maatschappelijk Werk. • Schuldsanering/financiële problemen/budgetbeheer opdragen aan een partij voor alle doelgroepen met begeleiding. • Alleen bij zwaardere problemen gespecialiseerde expertise inhuren van VNN en GGZ inzetten. • Sociaal Team spin in het web maken bij deze doelgroep. • Opleidingsniveau aanpassen aan de hulpvraag: Ook worden er door de verschillende organisaties medewerkers ingezet met een verschillend opleidingsniveau. Het is de vraag of alle cliënten begeleiding moeten hebben van een hulpverlener op HBO-niveau. Er zou ook voor kunnen worden gekozen om eerst een hulpverlener op MBO-niveau in te zetten. • Meer inzetten op de technologische mogelijkheden. • Onderzoek doen naar de mogelijkheid van verlaging van de tarieven voor dagbesteding.
Maatschappelijke opvang(MO) Een belangrijk onderdeel van de doelgroep zijn de mensen die de maatschappelijke opvang bezoeken in Leeuwarden en Sneek en de inloopvoorzieningen GGZ in Fryslân. Bij veel cliënten is de stempel van psychiatrie niet te drukken. De clientenpopulatie bestaat uit: alleenstaanden, gezinnen en jongeren. Ze hebben vaak een zeer diverse problematiek en zijn vaak door omstandigheden aangewezen op de Maatschappelijke Opvang. De financiering van de Maatschappelijke Opvang loopt voor het leeuwendeel via de centrumgemeente Leeuwarden en de AWBZ . Er is nadrukkelijk sprake van een samenloop van AWBZ begeleiding met AWBZ verzorging en/of verpleging. Verpleging blijft onder de AWBZ of gaat naar de zorgverzekeraars. De overige vormen gaan over naar de gemeenten. Voor de inloop GGZ en de maatschappelijke opvang is het nog niet exact duidelijk wat overgeheveld wordt van AWBZ naar gemeenten, wat bij de centrumgemeenten blijft en wat doorgeschoven wordt aan alle gemeenten. Omdat het voor een deel gaat om alleenstaanden en (een-)oudergezinnen zonder een vaste woonof verblijfplaats lijkt een regionale schaal van organiseren voor de hand liggend.
Ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek Deze cliëntengroep bestaat uit: ouderen die door lichamelijk achteruitgang beperkt zijn in hun zelfredzaamheid en ouderen die door cognitieve achteruitgang beperkt zijn in hun zelfredzaamheid. Er is sprake van 3 te onderscheiden groepen: a. Ouderen die door lichamelijke achteruitgang beperkt zijn in hun zelfredzaamheid. Bij deze groep is er sprake van verminderde vitaliteit door het ouder worden. Er bestaat daardoor een grotere kans op sociaal isolement en verminderde zelfredzaamheid. Bij verminderde lichamelijke kwaliteit kan worden gedacht aan slechte mobiliteit, beperkt zicht/gehoor/spraak. De verminderde geestelijke kwaliteit uit zich bijvoorbeeld in depressieve klachten,
27
Cliënt is een vrouw van 90 jaar, weduwe, zij woont zelfstandig. Zij heeft een indicatie op grondslag 'somatisch' , is beginnend dementerend en heeft onlangs een heupoperatie ondergaan. Zij belt elke dag met haar zoons. Zij werkt nog wat in de grote tuin die ze heeft, leest graag, gaat 1 keer per maand naar de plattelandsvrouwen en is lid van een tuinclub. Heeft indicatie voor 2 dagen groepsbegeleiding voor recreatie en sociale contacten. Gaat naar dagverzorging in een woonzorgcentrum. Zij gaat echter maar 1 dag in de week, dat vindt ze wel voldoende. Ze is wel tevreden met de dagbesteding, het is gezellig. Ze zou liever in de tuin werken, maar dat gaat niet meer door ouderdom en door de heup. Haar tuin is te groot om onderhouden te worden door haar. Zoons en buurvrouw geven mantelzorg. Verder is er nog huishoudelijke hulp, Wmo vergoeding voor taxi en tijdelijk persoonlijke verzorging vanwege de heupoperatie. Als de dagverzorging er niet zou zijn, zou ze andere dingen gaan doen. Bron: Mienskipssoarch
beginnende cognitieve beperkingen en psychiatrische ziektebeelden die versterken met het ouder worden. Bij deze doelgroep is vaak sprake van multiproblematiek, ook wordt het sociale netwerk kleiner en wordt de kwaliteit van leven als minder ervaren. Onder deze cliënten bevinden zich ook veel zorgmijders. b. Ouderen die door cognitieve achteruitgang beperkt zijn in hun zelfredzaamheid. De cliënten hebben een vorm van dementie, waardoor zij cognitieve beperkingen hebben en meer valgevaarlijk worden. De zelfredzaamheid neemt af. Dementie is een progressieve ziekte waarbij er vaak sprake is van multiproblematiek. De dagbehandeling gaat verder dan dagbesteding. Er is vaak
mantelzorg, maar overbelasting van deze persoon dreigt. Het is daarom belangrijk om de cliënt niet op zich te benaderen, maar als geheel. c. Ouderen > 65 jaar die relatief vroeg geconfronteerd worden met vormen van dementie. Een naar verhouding kleine groep die terug te vinden is onder de cliëntgroep somatisch 0-65 jaar. Er wordt zowel individuele begeleiding als groepsbegeleiding verstrekt. De individuele begeleiding kan bij beiden bestaan uit: Praktische hulp bij allerlei zaken, zoals administratie en boodschappen doen. Bij lichamelijke achteruitgang kan de begeleiding ook bestaan uit: gesprekken over de zingeving en waarde van het leven en hulp bij plannen en stimuleren van contact met mensen uit sociale omgeving. Bij cognitieve achteruitgang kan de begeleiding ook bestaan uit het compenseren van het beperkte of afwezige regelvermogen. Groepsbegeleiding is gericht op zinvolle daginvulling. Ook het vervoer van en naar de instelling valt onder deze vorm van begeleiding. Beoogde resultaat begeleiding Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op de terreinen: • Dagbesteding: structuur in het dagelijks leven en een passende dagactiviteiten. • Sociaal functioneren: (versterkt) sociaal netwerk bestaande uit familie, vrienden en buren. • Wonen: gecompenseerde beperkingen waardoor langer zelfstandig wonen en leven mogelijk is en voorkómen van onveilige situaties. • Financiën: overzicht op de administratie en financiën. • Psychisch functioneren: draagkrachtige mantelzorger of steunsysteem, tijdige medicijninname en tijdige herkenning van signalen van onrust.
28
•
Lichamelijke zorg: schoon en verzorgd uiterlijk en dagelijks eten en drinken
Aanbieders in de regio • Tellens • Hof en Hiem • GGZ • Thuiszorg ZWF en andere thuiszorgaanbieders • Plantein In Friesland werken 35 zorgorganisaties samen in de ketenzorg voor mensen met dementie in de thuissituatie. Dit samenwerkingsverband (TinZ).zet casemanagers in voor de begeleiding en ondersteuning bij (vermoedens van) dementie. Mensen met dementie kunnen mede daardoor zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonenCliënten Aantal cliënten met een indicatie voor AWBZ begeleiding extramuraal (individueel en/of groep) met de dominante grondslag SOM 0-65; SOM 65-74; SOM 75 en ouder en PG 65 jaar en ouder per 1 juli 2012 Clientgroep Littens FM-SK FM-GS FM-Lem SWF Som 0-65 X 10 X X 45 Som 65-74 X 5 X X 20 Som 75+ 10 15 20 5 90 Psy-ger 10 35 10 5 95 65+ totaal 20 65 30 10 250 X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd.
Kansen • Vernieuwingen zijn mogelijk bij de ouderen die door lichamelijke achteruitgang beperkt zijn in hun zelfredzaamheid (eerste doelgroep). Deze groep gaat nu veelal naar een zorgaanbieder voor de dagbesteding. Deze begeleiding zou ook dichter bij huis kunnen worden georganiseerd, bijv. in een dorpshuis/wijkgebouw. Indien mogelijk zou dit ook door vrijwilligers georganiseerd kunnen worden en/of met inzet van de combinatiefunctionarissen. • Bij de individuele begeleiding aan huis kan gekeken worden naar combinaties met andere zorgverleners aan huis en/of een deel middels inzet van vrijwilligers te realiseren is. • In overleg met zorgaanbieders kan kritisch gekeken worden naar het efficiënter organiseren van het vervoer van en naar de dagbesteding. • Meer inzetten op technologische hulpmiddelen. Voor dementerende kan bijv. worden gedacht aan het ‘begrenzen’ van een gebied of een Wii voor een Alzheimerpatiënt in verband met zijn bewegingsdrang. • Onderzoek doen naar de mogelijkheid van verlaging van de tarieven voor dagbesteding.
29
Indicatie voor individuele begeleiding/groepsbegeleidingdagbesteding per 1 juli 2012 Gem. Ind .beg. Gem. Groepsbeg. Gem. Uren/pw dagdelen Littens. X 20 4,4-4,6 FM io 20 2,5-3,1 80 4,2-5 SWF 95 2,5-3,1 175 4,1-5,4 totaal 115 275 X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd. Cliënten kunnen zowel individuele- en/of groepsbegeleiding hebben Vervoer naar de groepsbegeleiding-dagbesteding per 1 juli 2012 Meer dan 90% van de cliënten die een indicatie hebben voor dagbesteding hebben ook een indicatie voor het vervoer van naar de dagbesteding. Voorkeurslevering (PGB/Natura) Ongeveer 90% van de individuele/groepsbegeleiding wordt in alle ZWF-gemeenten in vorm de vorm van zorg in natura door gecontracteerde zorgaanbieders geleverd. Opvallende zaken Uit het rapport van Mienskipssoarch blijkt dat de begeleiding soms niet wordt gebruikt voor de cliënt, maar voor het ondersteunen van de mantelzorger.
van PTZ gebruik. PTZ wordt vaak gecombineerd met verzorging en verpleging. Verpleging blijft een AWBZ -voorziening dus afstemming tussen gespecialiseerde verpleegkundige zorg en andere hulpverleners is hierbij noodzakelijk. Palliatieve zorg moet snel geleverd kunnen worden ook wanneer iemand vrijdagmiddag uit het ziekenhuis ontslagen wordt. De palliatieve zorg kan aan huis of in een instelling geleverd worden. Het wordt professioneel via de AWBZ aangeboden maar ook door vrijwilligers. Het is nog niet volledig zeker dat PTZ definitief overgaat van AWBZ naar Wmo. Er is een netwerk palliatieve zorg Zuidwest Friesland. Het netwerk is een samenwerkingsverband van zorgaanbieders in deze regio. Het netwerk heeft als doel de zorg voor mensen in de laatste levensfase zo goed mogelijk te organiseren. Door samen te werken willen zorgaanbieders de kwaliteit van zorgverlening in de regio verbeteren. Begeleiding Het betreft alleen individuele begeleiding. De begeleiding richt zich op: • Het overnemen van toezicht, omdat er geen mantelzorg is of om de mantelzorg te ontlasten. • Praktische hulp bij het handelingen en het compenseren van de regie voor de cliënten. • Ook worden cliënt en mantelzorg ondersteund bij zinvolle tijdsbesteding op “goede momenten”.
Palliatief terminale zorg
De begeleiding varieert sterk van max. 10 uur per week tot max. 25 uur per week plus 31 uur additioneel.
Palliatief terminale zorg is de zorg in de laatste fase voor mensen die ongeneeslijk zijn, maar ook voor familie en naasten van deze mensen. Het doel van de palliatieve zorg is om een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven voor patiënten en hun familie te realiseren. Palliatieve terminale zorg kan worden ingezet wanneer een cliënt een levensverwachting heeft van minder dan 3 maanden. Een bijzondere en kwetsbare groep mensen maakt
Beoogde resultaat Het beoogde resultaat van de extramurale begeleiding ligt meestal op 9 terreinen: 1. Een veilig en comfortabel sterfbed thuis. 2. Proactieve, professionele zorg die goed is afgestemd met aanwezige mantelzorgers en eventuele vrijwilligers.
30
3. Overzicht voor de cliënt en zijn naasten op regelzaken (coördinatie mantelzorg, afstemming met verpleging, voorbereiding op overlijden en uitvaart). 4. Goede en juiste informatie zodat de cliënt en zijn naasten de juiste keuzes kunnen maken over het verloopt van het ziek- en sterfbed. 5. Structurele ontlasting van de mantelzorgers. 6. Advies en ondersteuning bij het vinden van een zinvolle tijdsbesteding in de laatste levensfase. 7. Zoveel mogelijk behoud van regie bij de cliënt op de eigen zorgsituatie. 8. Actief meedenken van mantelzorgers met professionele zorgverleners. 9. Ondersteuning bij communicatie met de huisarts en/of specialist. Cliënten Aantal cliënten met AWBZ indicatie begeleiding Palliatieve Terminale Zorg (PTZ) per 1 juli 2012 Gemeente
Clienten individueel
Littenseradiel FMio SWF
X 10 20
Gem uren ind pw -49,0 47,1
Clienten groep X X X
Gem aantal dagdelen -
X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd.
Kans Er zijn vrijwilligers en professionals die palliatieve zorg verzorgen in ZWF. Eén van de kansen op dit terrein is om de professionele zorg te verminderen en meer in te zetten op vrijwilligers. Door in te zetten op vrijwilligers kunnen de kosten afnemen.
Stichting VPTZ Zuidwest Friesland biedt vrijwillige palliatieve zorg in Súdwest-Fryslân. Deze vrijwilligers kunnen bij terminaal zieke mensen thuis zorg en ondersteuning bieden. Deze vrijwilligers worden vooral ingezet om de taak van de mantelzorger over te nemen of te verlichten. Door de aanwezigheid van de vrijwilligers kan de daadkracht van de mantelzorger weer worden versterkt. De stichting VPTZ Zuidwest Friesland biedt vrijwillige hulp en ondersteuning aan mensen in de laatste levensfase. Het hospice Sneek maakt onderdeel uit van de stichting. Het verzorgingsgebied is Zuidwest Friesland. Natura of PGB Er zijn weinig cliënten die gebruik maken van een PGB. Voor veel mantelzorgers zijn “de regelzaken” rond een PGB te belastend.
Aanbieders • Thuiszorg ZWF • Zorggroep Plantein • Verzorgingshuizen in Zuidwest Friesland • Stichting VPTZ Zuidwest Friesland
31
Highlights werkbezoeken naar zorgaanbieders Voor deze nota zijn diverse gesprekken gehouden met en werkbezoeken afgelegd bij instellingen die momenteel een groot aantal inwoners van de gemeenten begeleiding bieden. Uit de bestanden van het Zorgkantoor Friesland komt naar voren dat de volgende zorgaanbieders in onze regio de grootste aanbieders zijn: Tellens, Hof en Hiem, Plantein, Talant, Philadelphia, JP van den Bent Stichting, Noorderbrug, Maeykehiem, Thuiszorg ZWF en de GGZ. Instellingen De leden van het projectteam hebben in het voorjaar en in de zomer van 2012 werkbezoeken afgelegd bij de volgende instellingen: Tellens, Hof en Hiem, Plantein, Talant, Noorderbrug, Mind-up(GGZ), Maeykehiem, Thuiszorg ZWF, Doniastate (zorgboerderij) en Kleurrijk (zorgboerderij). Vragenlijst Bij de werkbezoeken is een vragenlijst gebruikt om de werkbezoeken richting te geven. De werkbezoeken waren aan de ene kant bedoeld om inzicht te krijgen in de diverse doelgroepen en aan de andere kant van de huidige zorgaanbieders te horen wat de vernieuwingskansen zijn bij de overheveling van taken van rijk naar gemeenten. Naast de werkbezoeken is de vragenlijst aan alle instellingen toegestuurd die AWBZ cliënten hebben in het werkgebied van de 5 gemeenten. De respons hierop was wisselend. Om privacyredenen hebben een aantal instellingen geen respons gegeven. De vragenlijst is als bijlage in te zien.
32
Aandachtspunten uit de werkbezoeken • Er zijn veel zorgaanbieders actief in de regio van zuidwest Friesland. Een aantal aanbieders is in de regio gevestigd en anderen verlenen hun diensten buiten de gemeentegrenzen. Het is onduidelijk in welke mate zorgaanbieders met de zelfde cliënten of in dezelfde cliëntsystemen werken. • Aanbieders houden cliënten zoveel als mogelijk binnen de eigen instelling, omdat de financiering op productie is afgestemd. Integrale afstemming op de cliënt of het cliëntsysteem is eerder uitzondering dan regel. • De zorg is sectoraal per doelgroep georiënteerd en georganiseerd met als gevolg een apart aanbod voor ouderen, verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten. • De feitelijke zorg die cliënten ontvangen, wijkt veelal af van de geïndiceerde zorg (minder dan geïndiceerd). Het komt ook voor dat men de ruimte binnen het indicatiebesluit benut voor andere activiteiten of van het zorgkantoor de ruimte krijgt het geïndiceerde budget anders in te zetten. • Er wonen steeds meer inwoners zelfstandig in de wijk of dorp of in woonzorgprojecten terwijl men beschikt over een ZZP (zorgzwaartepakket) waarmee ook verblijf kan worden gerealiseerd. • Zorgaanbieders zetten steeds vaker informele zorg in (ook intramuraal) en maken hierover ook “bindende” afspraken met de mantelzorg. • Het karakter van de activiteiten binnen het dagbestedingsprogramma is aan verandering onderhevig. Steeds vaker worden cliënten met een verstandelijke of psychiatrische beperking op maatschappelijk zinvol werk ingezet. • Er bestaat nog een grote afstand tussen welzijn en zorg en de informele vrijwillige zorg. Vrijwillige zorg zit nog te zeer in de “bijwagenrol”. Kritisch doorlichten van de tarieven voor dagbesteding levert wellicht een flinke besparing op. • Anders organiseren van het vervoer van en naar de dagbesteding levert wellicht besparing op. • Vervoer van en naar de dagbesteding opnemen in de aanbesteding voor overig Wmo-vervoer levert wellicht besparing op. • Zorgaanbieders zijn bereid tot samenwerking met andere zorginstellingen om de kosten te verlagen. Dit kan door combinatie van vervoer, combinatie van gebruik van elkaars voorzieningen ed. • Met de komst van de WWnV/Participatiewet loopt de instroom naar beschermd werk drastisch terug en zal onder meer binnen de WMO-dagbesteding naarstig naar een compensatie worden gezocht. Verbinding tussen transitie AWBZ begeleiding en transitie WWnV is nog erg dun. Het lijken twee aparte trajecten terwijl de doelgroepen veel raakvlakken en overeenkomsten vertonen. • Inwoners ervaren vaak problemen op meerdere domeinen, maar het aanbod is zelden integraal. • Binnen de jeugdzorg voltrekt zich een zelfde ontwikkeling als binnen de Wmo dus alle reden de jeugdzorg in nauwe samenhang met de Wmobegeleiding op te pakken.
33
Cijfers Om een goed beeld te kunnen geven van de huidige situatie zijn de cijfers van het CIZ, het Zorgkantoor en Bureau Jeugdzorg geanalyseerd. Er bestaat een verschil tussen de cijfers van het CIZ en de cijfers van het Zorgkantoor. De cijfers van het CIZ is de geïndiceerde zorg, dit is het basisrecht op de functie Begeleiding. De geconsumeerde zorg betreft de feitelijk genoten zorg met dien verstande dat hierin ook de zorg begrepen is die als vervangende zorg wordt verleend voor mensen op de wachtlijst voor een intramurale instelling. Daarnaast zijn er ook mensen die zowel individuele begeleiding als groepsbegeleiding ontvangen. Bij combinaties van zorg wordt door het CIZ altijd een dominante grondslag vastgesteld zoals: somatisch, psycho-geriatrisch, psychiatrisch, verstandelijk, zintuigelijk, lichamelijk met diverse leeftijdscategorieën.
Friese Meren
Súdwest-Fryslân 4.220 inwoners uit de gemeente Súdwest-Fryslân hadden op 1 juli 2012 een indicatie van het CIZ voor enige vorm van AWBZ zorg waarvan 1290 cliënten met een specifieke indicatie voor begeleiding. Daarnaast zijn door het Bureau Jeugdzorg 197 cliënten geïndiceerd voor AWBZ -begeleiding. Het totale aantal dat geïndiceerd is in SWF bedraagt daarmee 1487.
Lemsterland 525 inwoners uit de gemeente Lemsterland hadden op 1 juli 2012 een CIZ indicatie voor AWBZ -zorg, waarvan 150 met een specifieke indicatie voor begeleiding. Er zijn nog 56 cliënten geïndiceerd door Bureau Jeugdzorg. Totaal 206 cliënten.
Skarsterlân 1285 inwoners uit de gemeente Skarsterlân hadden op 1 juli 2012 een CIZ- indicatie voor AWBZ -zorg, waarvan 300 cliënten een specifieke indicatie voor begeleiding. Er zijn door Bureau Jeugdzorg 50 cliënten geïndiceerd. Totaal aantal cliënten 350. Gaasterlân-Sleat 575 inwoners uit de gemeente Gaasterlân-Sleat hadden op 1 juli 2012 een CIZ- indicatie voor AWBZ -zorg, waarvan 140 met een specifieke indicatie voor begeleiding. Er zijn verder nog 34 cliënten geïndiceerd door Bureau Jeugdzorg. Totaal aantal cliënten 174.
Littenseradiel 400 inwoners uit de gemeente Littenseradiel hadden op 1 juli 2012 een indicatie voor AWBZ -zorg, waarvan 110 cliënten met een specifieke indicatie voor begeleiding. Er zijn nog 32 cliënten geïndiceerd door bureau Jeugdzorg. Het totale aantal cliënten in bedraagt daarmee 142.
34
Cliëntgroepen AWBZ begeleiding peildatum 2011
Leeftijd dagbesteding/groepsbegeleiding: leeftijdscat
Huishoudtype: Huishoudtype
Littens
Skarsterlân
Alleenstaand Meerpersoons Totaal Bron: kwiz
67% 33% 100%
64% 36% 100%
GaasterlânS 68% 32% 100%
Lemsterland
SWF
60% 40% 100%
71% 29% 100%
Inkomensverdeling AWBZ begeleiding: Huishoudtype 0-9999 10.00014.999 15.00019.999 20.00029.999 30.00049.999 >= 50.000 Totaal Bron: kwiz
Littens
Skarsterlân
Lemsterland
SWF
8% 21%
GaasterlânS 4% 19%
6% 18%
7% 13%
6% 26%
25%
23%
20%
23%
27%
24%
21%
21%
27%
20%
22%
15%
25%
27%
18%
6% 100%
12% 100%
12% 100%
4% 100%
4% 100%
Tot 18 jaar 18 tot 27 jaar 27 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 en ouder Totaal Bron: kwiz
Littens
Skarsterlân
Lemsterland
SWF
2% 8%
GaasterlânS 2% 7%
0% 2%
0% 8%
0% 10%
8%
13%
11%
8%
16%
13%
10%
8%
17%
21%
77%
67%
71%
67%
54%
100%
100%
100%
100%
100%
Leveringsvorm AWBZ begeleiding individueel en groep per 1 juli 2012: leveringsvorm Zorg in natura PGB Natura+pgb onbekend totaal Bron:ciz
Littens 70 40 X X 110
Skarsterlân 170 115 10 10 305
Gaasterlân 90 45 X X 140
Lemsterland 90 50 X 5 150
SWF 825 385 40 40 1290
Leeftijd AWBZ begeleiding: Leeftijdscat Tot 18 jaar 18 tot 27 jaar 27 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 en ouder totaal Bron: kwiz
Littens
Skarsterlân
Lemsterland
SWF
2% 11%
GaasterlânS 0% 6%
0% 19%
2% 8%
1% 9%
17%
27%
15%
20%
29%
28%
20%
19%
27%
30%
36%
40%
60%
42%
32%
100%
100%
100%
100%
100%
34
Kosten AWBZ begeleiding Onderzoeksbureau KWIZ heeft voor de gemeenten een schatting gemaakt van de kosten van de AWBZ begeleiding op basis van de cijfers van het Zorgkantoor Friesland naar de stand op 1 november 2011. In dit overzicht zijn alleen de zorgkosten en vervoerskosten verwerkt. De uitvoeringkosten van het Zorgkantoor, CIZ en CAK zijn niet bekend. kosten
Littenseradiel
Skarsterlân
Begeleid groep incl vv Begeleid groep excl vv Begeleid ind. Kortdurend verblijf Totaal ZIN
430.766
51.906
421.151
Lemsterland
SWF
1.090.068
GaasterlânS 475.539
269.597
5.616.276
167.129
61.955
51.302
1.099.018
1.440.391
860.094
631.769
6.898.741
1.206
34.986
9.651
1.206
48.256
905.875
2.732.574
1.407.239
953.875
13.662.291
Begeleid groep incl vv Begeleid groep excl vv Begeleid ind. Kortdurend verblijf Totaal PGB
210.037
317.126
158.672
206.376
1.451.729
66.164
107.030
21.406
31.134
233.520
189.688
802.843
267.611
217.231
2.258.962
84.032
226.886
63.024
121.846
613.434
549.921
1.453.886
510.713
576.588
4.557.644
Totaal ZIN+PGB
1.454.951
4.186.459
1.917.952
1.530.463
18.219.935
Huishoudelijke Hulp en Persoonlijke Verzorging en Verpleging De zorgproducten Huishoudelijke hulp 1 en 2 o.g.v. de WMO (HH) en de Persoonlijke Verzorging (PV) en Verpleging (VP) op grond van de AWBZ zijn zorgproducten die veel samenlopen/ gecombineerd worden met de functie begeleiding bij cliënten. De persoonlijke verzorging komt per 2015 over naar de gemeenten. De Verpleging (VP) gaat in 2015 de kabinetsplannen van AWBZ naar de zorgverzekeraars. Daarom ook bijgevoegd de cliënten met HH, PV en VP in de 5 gemeenten. Aantal cliënten met Huishoudelijke verzorging (HH) ogv de Wmo per oktober 2012: Huish. verzorging HH1 ZIN HH2 ZIN HH 1 + 2 PGB Totaal
Littenseradiel
Skarsterlan
Gaasterlan
Lemsterland
SWF
179 63 17
662* 94
226 82 35
252 84 23
1713 566 153
259
756
343
359
2432
Bron: wmo uitvoering 5 gemeenten
Budgetten Huishoudelijke hulp (HH) 5 gemeenten 2012: Huish. Littenseradiel Skarsterlan verzorging Begroting 678.000 2.299.305 HH Korting 508.500 1.724.487 75% Restant 169.500 574.818 budget Bron: wmo uitvoering 5 gemeenten
Gaasterlan
Lemsterland
SWF
893.000
1.070.000
6.409.221
669.750
802.500
4.806.915
223.250
267.500
1.602.306
Op basis van het regeerakkoord wordt 75% van het budget verlaagd dat gemeenten van het rijk krijgen voor de uitvoering van de Huishoudelijke Hulp. Met deze forse verlaging zal de Huishoudelijke Hulp in huidige vorm niet meer in stand kunnen blijven.
35
Aantal cliënten met AWBZ verzorging(PV) en het gem aantal uren PV per week per 1 juli 2012: Bron: ciz Clientgroep
Littens clienten
Som 0-64 jr Som 65-74 jr Som 75 en ouder PG 65 + Psy 18 + VG 0-17 jr VG 18 + ZG LG Onbekend Totaal
FM-SK
FM-GS
FMLem clienten
SWF upw
client
upw
10 25
7,2 5,8
115 170
6,4 5,0
u/pw
clienten
u/pw
clienten
10 15
11,1 3,9
30 50
7,4 4,8
15 20
u/p w 6,6 5,4
110
4,9
240
4,9
175
6,2
125
4,8
815
6,2
10 5 X X 5 20 X 185
6,8 3,5 X X 4,5 9,1 6,0
25 10 15 5 X 50 X 430
6,1 3,5 6,2 5,6 11,7 5,9
10 10 5 X X 20 X 260
6,9 5,3 6,8 X X 20 X 6,5
10 10 10 X X 20 X 215
3,9 5,2 4,3 X 7,4 5,3
75 55 50 50 5 150 X 1490
7,5 4,6 5,2 4,8 3,6 9,5 6,3
X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd. Het merendeel van de cliënten met persoonlijke verzorging is 65 jaar of ouder. 2/3 van de cliënten die AWBZ verzorging ontvangen zijn alleenstaand. Aantal cliënten met AWBZ verpleging(VP) en het gem. aantal uren VP per week per 1-7-2012: Clientgroep Som 0-64 jr Som 65-74 jr Som 75 en ouder PG 65 + Psy 18 + VG 0-17 jr VG 18 + ZG LG Onbekend Totaal
Littens clienten 5 10
u/pw 16,3 3,7
FM-SK clienten 20 25
u/pw 2,5 2,8
FM-GS clienten 5 10
u/pw 4,0 1,9
FM-Lem clienten 5 15
upw 1,9 3,3
SWF client 70 60
upw 3,6 3,3
20
2,8
55
2,7
55
3,0
35
2,2
225
3,0
X X X X X X X 40
X X X 4,7
10 X X X X 20 X 140
1,3 X X X 6,0 3,1
X X X X X 5 X 80
X X X 2,2 2,8
X X X X X 5 X 70
X X X 2,9 2,5
10 15 X 10 X 40 X 425
2,6 2,8 X 3,1 4,1 3,2
X: minder dan 5 cliënten. Op grond van privacy wordt vanaf 5 cliënten gerapporteerd. Bron: ciz
37
In de verpleging zitten veel 65-plussers. Van degene die de zorgfunctie verpleging is 75% 65 jaar of ouder. Ongeveer 2/3 van de cliënten met de zorgfunctie Verpleging bestaat uit vrouwen.
AWBZ product Begeleiding ind. Begeleiding groep Verzorging Verpleging
Littenseradiel
Skarsterlan
Gaasterlan
Lemsterland
SWF
38%
43%
46%
38%
43%
49%
47%
50%
52%
47%
61% 44%
61% 51%
57% 51%
62% 46%
62% 51%
Overzicht van de samenloop AWBZ zorg met Wmo(HH): Bron: kwiz
Leeswijzer: van het aantal personen dat gebruikt maakt van de functie AWBZ begeleiding heeft in de gemeente Skarsterlân 43% Hulp bij het huishouden op grond van de Wmo. De overlap met de Wmo(HH) is het grootst voor de functie verzorging en het laagst bij de AWBZ begeleiding.
38
Conclusies rapport Mienskipssoarch De gemeenten De Friese Meren, Littenseradiel en SúdwestFryslân hebben samen met de gemeenten Heerenveen, Opsterland en Boarnsterhim een onderzoek uit laten voeren door Mienskipssoarch. De Gemeente Súdwest-Fryslân heeft een financiële bijdrage geleverd aan het onderzoek door Miensskipssoarch. U kunt het volledige rapport Mienskipssoarch in zien. Het doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de Begeleiding die nu op basis van de AWBZ wordt verstrekt. Hiervoor zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoeveel begeleiding is geïndiceerd? 2. Hoeveel begeleiding wordt momenteel ingezet en in welke vorm? 3. In welke combinaties met andere zorg en ondersteuning wordt de begeleiding momenteel verkregen? 4. Voldoet de huidige ondersteuning aan de behoefte van de cliënt? Voor het onderzoek zijn 126 cliënten met AWBZ begeleiding in de vorm van zorg in natura geïnterviewd en 119 cliënten met een persoonsgebonden budget (PGB).
Belangrijkste conclusies rapport Mienskipssoarch: Het gebruik van individuele begeleiding per cliënt is hoger dan de gemiddelde indicatie. Het gebruik van groepsbegeleiding en kortdurend verblijf ligt lager dan de indicaties. Bij cliënten met een PGB die in eigen kring wordt ingevuld zijn de uren die vanuit de mantelzorg en de uren die van uit het PGB aan begeleiding worden besteed niet goed te onderscheiden. Uit de interviews blijkt dat niet altijd methodisch bij begeleiding wordt gewerkt. Wanneer niet methodisch wordt gewerkt, kan niet worden vastgesteld of de begeleiding doelmatig is en waar verbeteringspunten liggen. De keuze voor zorg in natura of PGB wordt niet altijd als keuze ervaren. Een deel van de cliënten met zorg in natura heeft hierin geen keuze gemaakt, maar heeft het advies gevolgd. Een deel van de cliënten met een PGB heeft voor een PGB gekozen omdat er geen passend aanbod in zorg en natura was. Er wordt weinig gebruik gemaakt van vrijwilligers voor de individuele begeleiding. Ruim twintig procent van de cliënten uit beide groepen gaf aan zonder begeleiding niet zelfstandig (thuis) te kunnen blijven wonen. De begeleiding is niet altijd complex en omvat niet altijd zoveel uren, maar is wel essentieel om thuis/zelfstandig te kunnen wonen.
39
Aanbevelingen Op basis van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: • Meer inzetten op integraal werken. Door integraal te werken kan beter in kaart worden gebracht wat voor ondersteuning er additioneel en/of professioneel kan worden gedaan. • Methodisch werken. Het is van belang dat de zorgaanbieders methodisch werken. Steeds opnieuw moet worden beoordeeld of de doelen bereikt worden, wat de (nieuwe) behoefte is, of aan de behoefte wordt voldaan en/of er nieuwe mogelijkheden voor ondersteuning zijn. • Meer inzetten op de kanteling. Het doel van de kanteling is sociale participatie voor iedereen, maar binnen de maatschappelijk aanvaardbare kosten. Hiervoor worden ook de keukentafelgesprekken gevoerd. Het doel van dit gesprek is om eerst in kaart te brengen wat de inwoner en of haar netwerk zelf kan. Indien dat niet lukt wordt de inwoner gecompenseerd door de gemeente. • Meer gebruik maken van de kracht van de inwoner in dorpen en wijken, w.o. de reeds bestaande vrijwillige hulpinstellingen die al in de gemeenten werkzaam zijn.
Ook zijn er ook organisaties die niet door de gemeente worden gesubsidieerd, maar wel vrijwilligerswerk verrichten, bijvoorbeeld de kerken. De gemeenten kunnen de bovengenoemde organisaties betrekken bij de ontwikkeling van het nieuw gebiedsbericht beleid waarbij gemeenten vrijwillige hulporganisaties nog meer gaan faciliteren om hun vrijwillige rol op het terrein van begeleiding en verzorging te versterken.
In de gemeenten zijn veel vrijwilligersorganisaties. Een aantal van deze organisaties wordt gesubsidieerd door de gemeenten zoals: Maatjesprojecten, de Zonnebloem, Humanitas, Graag Gedaan, Vrijwillige Palliatieve zorg ed. Naast de bovengenoemde organisaties wordt er subsidie verstrekt aan Timpaan en Miks voor het ondersteunen en het stimuleren van vrijwilligerswerk en mantelzorg in Zuidwest Friesland. Dit wordt gedaan door een enthousiast team bestaande uit vrijwilligers en beroepskrachten.
40
Vernieuwingskansen begeleiding In het vorige hoofdstuk stond per doelgroep wat de vernieuwingskansen zijn. Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van de vernieuwingskansen op het terrein van de begeleiding. Dagbesteding We willen de dagbesteding zo dicht mogelijk bij huis organiseren. Dit kan bijvoorbeeld door een deel de dagbesteding voor de ouderen te organiseren in wijkgebouwen/dorpshuizen. Er kan dan ook een verbinding worden gelegd met de vrijwilligers en vrijwilligersactiviteiten in het wijkgebouw/dorpshuis. Dagbesteding is nu vaak per doelgroep georganiseerd; ouderen, verstandelijk gehandicapten en cliënten met psychiatrische problemen. Onderzocht kan worden of ontschotting en/of meer gebruik van elkaars voorzieningen mogelijk is. Hierbij kan ook een verbinding worden gelegd met de doelgroep die nu nog onder de WSW valt. In overleg met de zorgaanbieders kan gekeken worden naar de mogelijkheid van verlaging van de tarieven voor de dagbesteding. Vervoer Eén van de kansen is om eerst een beroep te doen op de vervoersmogelijkheden van de inwoner zelf en haar omgeving (familie/vrienden). Een andere kans is om het vervoer van en naar de dagbesteding van verschillende aanbieders te gaan combineren en te laten verzorgen door een aanbieder. Een andere mogelijkheid is de mogelijkheid om het AWBZ vervoer door de gecontracteerde Wmo- en leerlingenvervoertaxibedrijven uit te laten voeren. Hier is in de aanbesteding al rekening mee gehouden.
Individuele begeleiding Ontschotten van de individuele begeleiding. Dat wil zeggen dat de ambulante individuele begeleiding aan huis niet meer aanbod gericht per gespecialiseerde instelling wordt geleverd, maar door een breed geschoolde hulpverlener gebiedsgericht (wijk/dorp/stad) te verzorgen door een of twee zorginstellingen. Lichte begeleiding kan deels wellicht overgedragen worden aan vrijwillige hulpinstellingen. Individuele begeleiding zou ook aangehaakt kunnen worden aan reeds bestaande algemene voorzieningen zoals Algemeen Maatschappelijk Werk van de welzijnsinstellingen. Huishoudelijke hulp, begeleiding en verzorging Dit zijn zorgproducten die deels overlappen en deels in elkaars verlengde liggen. Onderzoek doen naar de mogelijkheid van het ontschotten/samenvoegen van Huishoudelijke hulp 2, begeleiding en verzorging in een zorgarrangement te leveren door een zorgaanbieder. Hierbij kan gedacht worden aan de methode van buurtzorg. Inloopfunctie De wens is dat mensen met psychiatrische problematiek ook op de plaats van hun keuze terecht kunnen voor hun sociale contacten, hun vragen en hun bezigheden. Een kans is om te onderzoeken of deze inloopfunctie ook kan worden ondergebracht bij het welzijnswerk. Huisvesting en ouderen Huisvesting is een belangrijk element voor het behoud van zelfstandigheid van onze inwoners, vooral ouderen. Het is daarom van belang om binnen de gemeente kritisch te kijken naar de bestemmingsplannen en de bouw van voorzieningen.
41
Meer inzetten op vrijwilligerswerk Een van de kansen is om meer in te zetten op de inzet van vrijwilligers bijvoorbeeld maatjesprojecten voor de verschillende doelgroepen. Vrijwilligerswerk faciliteren bijvoorbeeld door een website te ontwikkelen voor vraag en aanbod.
Toegangspoort en indicatiestelling Aantal loketten verminderen. Een digitale Sociale Kaart ontwikkelen. Digitale vraag en aanbodsite zoals bijvoorbeeld marktplaats.nl ontwikkelen voor vrijwillige ondersteuning en zorg. Bestaande indicaties verbreden. De keukentafelgesprekken verder implementeren.
Meer inzetten op de 0-lijn en de 1e-lijn De 0-lijn is de inzet van de eigen kracht en de gemeenschap (familie, vrienden). Een andere kans is meer in te zetten op de 1e-lijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld hulpvragen meer door 1e lijnshulpverlening worden opgepakt. Indien nodig wordt een hulpvraag doorgezet naar gespecialiseerde hulpverlening (2e lijnshulpverlening). Integrale aanpak Wij willen gezinnen integraal gaan aanpakken en niet meer door de verschillende hulpverleners. Door een integrale aanpak kunnen structurele aanpassingen gerealiseerd worden. Dit past ook bij ons idee om meer gebiedsgericht te gaan werken waarbij een integraal team verantwoordelijk is voor een cluster/gebied. Gebruik technologie Technologie kan er voor zorgen dat mensen langer zelfstandig blijven. Speciaal voor dementerenden kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan een spelcomputer (WII) zodat men ook kan bewegen zonder een begeleider. Opleidingsniveau Een andere kans is om te onderzoeken of het uitvoeren van de begeleiding ook door iemand kan worden gedaan met een lager opleidingsniveau. De verwachting dat dit niet altijd wenselijk is, maar we willen dit wel onderzoeken.
42
Pilots De Friese Meren, Littenseradiel en Súdwest-Fryslân willen met externe stakeholders de komende twee jaar verschillende pilots gaan uitvoeren op het sociale domein. Door deze pilots willen we ervaring op doen: leren door te experimenteren. Deze ervaringen willen wij gaan gebruiken voor innovaties op het sociale domein. Hierbij denken we aan onderstaande pilots. Omdat de zorg nu nog wordt ingekocht door het Zorgkantoor hebben we voor bepaalde pilots nog instemming nodig . We gaan hierover binnenkort in gesprek.
Vernieuwingskansen Dagbesteding
Vervoer
Niet alle pilots zijn onder regie van de gemeente. Er zijn ook aanbieders die zelf pilots hebben ontwikkeld. Deze pilots gaan we intensief monitoren. Hieronder volgt een overzicht van de pilots behorend bij de in het vorige hoofdstuk benoemde vernieuwingskansen op het terrein van begeleiding. Er is een onderscheid gemaakt tussen de eigen pilots en de pilots van de aanbieders.
Individuele begeleiding (woonbegeleiding)
Zorgarrangement
Meer inzetten op de 0-lijn en de 1elijn
Integrale aanpak
Pilots Dagbesteding anders organiseren. De nieuwe aanpak moet goedkoper zijn dan de huidige aanpak en moet integraal zijn. Er moet samengewerkt worden met het maatschappelijk middenveld. Partijen worden uitgenodigd met een pilotvoorstel te komen. Door deze pilot krijgt de gemeente inzicht in de organisatie van het huidige vervoer en de mogelijkheid tot verandering in de toekomst. Er moet samengewerkt worden met het maatschappelijk middenveld. Partijen worden uitgenodigd met een pilotvoorstel te komen. In de pilot Housing First, die uitgevoerd wordt door Limor in samenwerking met plaatselijke organisaties wordt een woning aan een dak- en thuisloze aangeboden, gevolgd door een zorgprogramma. In samenwerking met een aanbieder wordt een pilot ontwikkeld, waarin in een wijk de zorg integraal aangeboden wordt. Met de welzijnsorganisaties en de Stichting Mienskipssoarch worden pilots ontwikkeld die de informele zorg in dorpen en wijken moet activeren. In alle pilots is als randvoorwaarde opgenomen, dat er sprake moet
43
Toegangspoort en indicatiestelling
zijn van een integrale aanpak (1 gezin, 1 plan, 1 hulpverlener) . Deze vernieuwingskans komt dus in elke pilot terug. Ook in de pilot indicatiestelling is sprake van een integrale aanpak. Ook de pilot Buurtzorg Jeugd is een voorbeeld van integrale aanpak. Binnen de gemeentelijke organisaties wordt nagedacht over de manier waarop de toegang vorm moet worden gegeven. In een pilot wordt onderzocht in hoeverre de indicatie (voorz over van toepassing) ook integraal kan worden uitgevoerd.
Tabel 3 Andere vernieuwende ideeën Idee Meer inzetten op vrijwilligerswerk
Gebruik technologie
Tabel 2 Pilots van aanbieders1* Inloopfunctie
Pilot Koudum, Woudsend Alle neuzen in dezelfde richting
Door 3 organisaties wordt een pilot “Ontzorgen en ontschotten” uitgevoerd, gericht op mensen met psychiatrische problematiek, die zich richt op de ontmoetings (inloop) functie. Deze pilot wordt gevolgd. Door Thuiszorg Zuidwest Friesland wordt gebiedsgericht integraal wordt gewerkt op de gebieden zorg en welzijn met inzet van de wijkverpleegkundigen in samenwerking met de huisarts.
Opleidingsniveau
Stand van zaken In alle pilots is als randvoorwaarde opgenomen, dat gebruik gemaakt moet worden van het maatschappelijke middenveld, inzet van het sociaal netwerk. Deze vernieuwingskans komt dus in elke pilot terug. Hier is (voor zover bekend) op dit moment geen pilot voor opgezet of wordt op een andere manier ervaring opgedaan. Het kan wel zo zijn, dat binnen uitvoeringsorganisaties steeds meer gebruik van technologie wordt gemaakt. Dit onderwerp is niet binnen pilots opgenomen. Het kan wel onderdeel zijn van de productafspraken die te zijner tijd met de aanbieders worden gemaakt.
1
Dit zijn de pilots die we nu in beeld hebben, maar er kunnen meer zijn. Als dat zo is, zullen wij deze ook actief gaan monitoren.
44
Begrippenlijst Hieronder een overzicht van relevante kernbegrippen uit de AWBZ , waaronder termen vanuit de functie (extramurale) begeleiding en de decentralisatie daarvan. AWBZ De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ ) is een volksverzekering bedoeld voor mensen die langdurige en complexe zorg nodig hebben vanwege een ziekte of een beperking, bijvoorbeeld als gevolg van ouderdom. Het betreft hier onverzekerbare zorg, zoals opname in een instelling of bijvoorbeeld persoonlijke verzorging of verpleging. Begeleiding De AWBZ functie begeleiding omvat door een instelling of natuurlijk persoon te verlenen activiteiten aan cliënten met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van: de sociale redzaamheid; • de sociale redzaamheid; • het bewegen en verplaatsen; • het psychisch functioneren; • het geheugen en de oriëntatie of; • die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. Beperking Een beperking is een term voor de fysieke en/of psychische aandoening van iemand met een handicap. Dagbesteding Een zinvolle besteding van de dag voor bijvoorbeeld mensen met een handicap, voor mensen met psychiatrische problemen of voor ouderen. Er zijn verschillende vormen van dagbesteding. Bijvoorbeeld het uitvoeren van hobby's en klussen of het werken in een kantine.
Extramurale zorg De zorg die wordt verleend aan cliënten met een indicatie uitgedrukt in functie en klassen (dus geen verblijfsindicatie). Cliënten zijn zelf verantwoordelijk voor hun woonlasten. Functies De zorg waarop een cliënt recht heeft op grond van de AWBZ is omschreven in functies, namelijk: • persoonlijke verzorging(PV) • verpleging (VP) • begeleiding (BG) • verblijf (VB) • behandeling (BH) • kortdurend verblijf (KDV) Grondslag Een grondslag is een medische reden waardoor een cliënt in aanmerking komt voor AWBZ zorg. De volgende grondslagen kunnen recht geven op AWBZ zorg: • een somatische aandoening of beperking; • een psychogeriatrische aandoening of beperking; • een psychiatrische aandoening; • een verstandelijke beperking; • een lichamelijke handicap; • een zintuiglijke handicap. Handicap Een handicap is een term voor aangeboren of door ziekte of ongeval opgelopen blijvende hindernissen van mensen. Deze hindernissen komen voor op lichamelijk, verstandelijk, zintuiglijk, psychisch en/of sociaal gebied. Indicatie Bij een indicatie wordt bepaald of er zorg nodig is die wordt betaald via de AWBZ . Zonder indicatie krijgt u geen AWBZ zorg. De indicatie voor AWBZ zorg wordt uitgevoerd door het CIZ (Centrum Indicatie Zorg) of door Bureau Jeugdzorg. Zij bepalen als onafhankelijke organisatie of iemand in aanmerking komt voor AWBZ zorg. In veel gemeenten verzorgt de MO-zaak
45
de indicaties voor de Wmo. Bijvoorbeeld indicaties voor hulp bij het huishouden, rolstoelen en trapliften. Jeugd GGZ Jeugd in de geestelijke gezondheidszorg. Jeugd LVG Jeugd met licht verstandelijke beperkingen in de geestelijke gezondheidszorg. Mantelzorgers Zorg die mensen geven aan hun partner, een familielid of een vriend die (langdurige) zorg nodig heeft. Bijvoorbeeld vanwege een chronische ziekte, een handicap of ouderdom. Het gaat om zorg waarvoor anders een professionele hulpverlener nodig is. Persoonsgebonden budget (pgb) Dit is een geldbedrag waarmee een cliënt zelf hulp en/of zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest zelf een zorgaanbieder of hulpverlener uit. De cliënt kan bijvoorbeeld begeleiding gaan inkopen bij een zorgboerderij of een logeerhuis. In de AWBZ wordt het pgb momenteel nog gegeven door het zorgkantoor. De cliënt moet de uitgaven van het pgb verantwoorden richting het zorgkantoor. Een deel van het bedrag is verantwoordingsvrij. Persoonlijke verzorging Persoonlijke verzorging is de hulp die een cliënt krijgt voor zichzelf. Denk bijvoorbeeld aan hulp bij het opstaan, douchen, scheren, aankleden, eten en drinken, etc. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wmo is sinds 1 januari 2007 van kracht. Het doel van de Wmo is dat burgers mee kunnen doen aan de samenleving. De gemeente realiseert op een aantal prestatievelden zoals leefbaarheid en participatie een samenhangend voorzieningenaanbod. Voor mensen met een beperking dient de gemeente de beperkingen voor het kunnen deelnemen aan de samenleving te compenseren. Het compensatiebeginsel zoals in artikel 4 van de
Wmo is vastgelegd betreft compensatie op de volgende gebieden: een huishouden voeren; zich verplaatsen in en om de woning; zich lokaal verplaatsen met een vervoermiddel; medemensen ontmoeten en sociale contacten leggen. Een belangrijk onderscheid van de Wmo ten opzichte van de AWBZ is dat de Wmo geen cliëntrechten kent, geen in de wet vastgelegde eisen stelt aan aanbieders en uitgaat van het principe van horizontale verantwoording (verantwoording aan de raad en niet aan de rijksoverheid). Zorg in Natura (ZIN) De levering van zorg aan een cliënt door een zorgaanbieder waarmee de zorgverzekeraar afspraken heeft gemaakt. De zorgverzekeraar betaalt de kosten voor de zorg direct aan de zorgaanbieder.
Bijlagen: -Vragenlijst zorgaanbieders -Onderzoek Mienskipssoarch -Onderzoek Kwiz
Colofon Projectteam AWBZ naar de Wmo Guus Bax Ben Damhuis Boudien Janssen-Terbraak Esmeralda Popkema Janneke Bakker Marieke Stapert Ton Terpstra Email: transitieAWBZ @gemeenteswf.nl
46