Gemeente Deventer 1 Implementatieplan decentralisatie Awbz
Implementatieplan decentralisatie Awbz naar de Wmo
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Waarover en over wie hebben we het? 3. Wat hebben we tot nu toe gedaan? 4. Toegang en klantproces 5. Overgangsrecht 6. Kwaliteit 7. Financiën 8. Informatievoorziening
20 mei 2014
9. Planning
Gemeente Deventer 2 Implementatieplan decentralisatie Awbz
Implementatieplan 1. Inleiding Er komen grote veranderingen aan, die vragen om een nieuwe werkwijze van de gemeente. Dit plan geeft een kort overzicht van de veranderingen en laat zien hoe de gemeente zich voorbereidt op de veranderende taken. Inhoudelijk, in de samenwerking met partners en de gemeenteraad, en financieel. De Awbz(Algemene wet bijzondere ziektekosten) functie begeleiding wordt gedecentraliseerd naar de gemeente. Hiervoor moet de wettekst Wmo worden aangepast om een wettelijke grondslag te geven evenals de nieuwe manier van werken waarin ‘eigen kracht’ en integraliteit centraal staan. Begin oktober 2013 is het concept wetsvoorstel ‘Wet maatschappelijke ondersteuning 2015’ gepubliceerd. Dit wetsvoorstel is intussen besproken door de Tweede Kamer en is voor besluitvorming voorgelegd aan de Eerste Kamer. Naar verwachting vindt op 8 juli de behandeling in de Eerste Kamer plaats. De verwachting is tevens dat op 28 mei 2014 de meicirculaire 2014 bekend wordt. In deze circulaire moeten de definitieve bedragen voor deze decentralisatie bekend worden. Om voorbereid te zijn op deze verandering is de gemeente sinds 2011 bezig met de voorbereiding op basis van voorlopige cijfers en aantallen. Hieronder wordt eerst uiteengezet over wat en wie we het hebben. Vervolgens wat er tot nu toe is gedaan alvorens in te gaan op de implementatie van deze decentralisatie, namelijk toegang, overgangsrecht, kwaliteit, financiën, informatievoorziening en planning.
2. Waarover en over wie hebben we het?
20 mei 2014
Waarover gaat het? Begeleiding omvat de door een instelling of natuurlijk persoon te verlenen activiteiten die de zelfredzaamheid van cliënten bevorderen, behouden of compenseren. Begeleiding kan zowel intramurale als extramurale zorg betreffen. Alleen de extramurale begeleiding wordt gedecentraliseerd naar het gemeentelijke domein. Er zijn twee vormen van begeleiding, namelijk individuele (BGI) en groepsbegeleiding (BGG). Begeleiding individueel wordt bijvoorbeeld ingezet voor woonbegeleiding of thuisbegeleiding. Ten tweede wordt kort verblijf naar de gemeente gedecentraliseerd. Deze Awbz-functie betreft het logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week. Tot slot betreft de decentralisatie de taak beschermd wonen. Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er vanwege psychische problematiek niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. In het (concept) wetsvoorstel Wmo wordt begeleiding niet in de vorm van een voorziening in de Wmo ondergebracht, maar als resultaat. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de met begeleiding en kortdurend verblijf te bereiken resultaten. Het gaat er dan om, dat de cliënt in staat moet worden gesteld om dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren en het persoonlijk leven te structureren en daarover regie te voeren zodat hij in de samenleving kan participeren. Over wie hebben we het? Op dit moment hebben mensen met een matige of zware beperking die onvoldoende zelfredzaam zijn aanspraak op extramurale begeleiding ten laste van de Awbz. De Awbz begeleiding kan individueel, groepsgewijs of via tijdelijke opname worden gerealiseerd. De
Gemeente Deventer 3 Implementatieplan decentralisatie Awbz cliëntengroep is breed samengesteld en omvat mensen met somatische, psychogeriatrische of psychiatrische problematiek, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Bij beschermd wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening (huidige ZZP C categorie). Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermde woonomgeving centraal staat. Aantal cliënten ZIN 2013 per omschrijving en per functie als grootste groep
20 mei 2014
Begeleiding in Begeleiding Beschermd Kortdurend groepsverband individueel wonen verblijf Begeleiding 463 Begeleiding extra 67 Begeleiding speciaal 1 (nah) 51 Begeleiding speciaal 2 (visueel) 3 Begeleiding ZG auditief 14 Begeleiding zorg op afstand aanvullend 1 1 Dagactiviteit -LZA 34 Gespecialiseerde begeleiding (psy) 206 P/clt.p/dg.dl. dagactiv. oud. spec.(pg) 3 P/clt.p/dg.dl. dagactiviteit oud. basis 111 2 P/dgdl. dagactiv. LG midden 20 P/dgdl. dagactiv. LG zwaar 45 3 P/dgdl. dagactiv. VG licht 29 P/dgdl. dagactiv. VG midden 14 P/dgdl. dagactiv. VG zwaar 2 P/dgdl. dagactiv. ZG aud. licht 4 P/dgdl. dagactiv. ZG vis. midden 1 4 5 6 7 Per dag VPT 3GGZ-C excl.BH excl.DB 2 Per dag ZZP 2GGZ-C excl.BH excl.DB 6 Per dag ZZP 2GGZ-C excl.BH incl.DB 3 Per dag ZZP 3GGZ-C excl.BH excl.DB 34 Per dag ZZP 3GGZ-C excl.BH incl.DB 12 Per dag ZZP 4GGZ-C excl.BH excl.DB 9 Per dag ZZP 4GGZ-C excl.BH incl.DB 8 Per dag ZZP 5GGZ-C excl.BH excl.DB 17 Per dag ZZP 5GGZ-C excl.BH incl.DB 7 Per dag ZZP 6GGZ-C excl.BH excl.DB 1 Per dag ZZP 6GGZ-C excl.BH incl.DB 3 Per dag ZZP VG&LG verblijfscomponent 1 Verblijfscomp. kortdurend V&V 1 Vervoer dagbest/dagbeh GHZ rolstoel extramuraal 8 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GGZ 5 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ extramuraal 70 Totaal 346 805 102 2 1
LZA is langdurig zorgafhankelijk LG is lichamelijk gehandicapt 3 VG is verstandelijk gehandicapt 4 VPT is volledig pakketthuis 5 ZZP C is zorgzwaartepakket voor geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot beschermd wonen 6 BH is behandeling 7 DB is dagbesteding 2
Totaal 463 67 51 3 14 1 34 206 3 111 20 45 29 14 2 4 1 2 6 3 34 12 9 8 17 7 1 3 1 1 8 5 70 1255
Gemeente Deventer 4 Implementatieplan decentralisatie Awbz
3. Wat hebben we tot nu toe gedaan? 2011 Vanaf half 2011 is bekend dat het kabinet voornemens is om het zorgstelsel aan te passen. Vanaf dat moment is de gemeente zich gaan oriënteren, samen met de gemeenten die binnen hetzelfde zorgkantoorgebied als Deventer vallen. Dit zijn de gemeenten Olst-Wijhe, Raalte en Voorst (DOWR en Voorst). Tot op heden is dit de regio waarin intensief mee is samengewerkt. De oriëntatie hield in dat vanaf toen de contacten zijn gelegd met de organisaties die actief zijn in Deventer en mensen begeleiden. Er zijn bij zo’n 20 organisaties in de regio werkbezoeken afgelegd om inzicht te krijgen in de mensen over wie de gemeente ook verantwoordelijk wordt. 2012 In 2012 is samen met 35 partijen die daarin geïnteresseerd waren gezamenlijk een regionale visie voor de decentralisatie Awbz opgesteld. De visie Meedoen op maat is in afwachting van de definitieve wettekst in november 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Gelijktijdig is het beleidsplan Samen sterk in mensenwerk 2012-2015 vastgesteld. Deze beide documenten vormen de basisset van uitgangspunten waarop de daarop volgende jaren is gehandeld. Daarmee heeft de decentralisatie ook zijn plek gekregen binnen de huidige Wmo.
20 mei 2014
2013 Samen met de regio zijn in 2013 pilots uitgevoerd. De eerste pilot betrof ‘het gesprek’, zoals verwoord in de visie. Vanuit MEE IJsseloevers zijn met de cliënten van de Parabool die in aanmerking kwamen voor een herindicatie Awbz functie begeleiding gesprekken gevoerd om te bekijken of er andere mogelijkheden waren dan een herindicatie. De conclusie was dat er in het algemeen niet te veel ondersteuning werd geboden. Wel kon er op individueel niveau meer naar netwerk e.d. gekeken worden. De pilot heeft bij de medewerkers van de Parabool voor meer inzicht gezorgd in de mogelijkheden. Zo geeft tegenwoordig een cliënt met een verstandelijke beperking computerles aan andere mensen met een verstandelijke beperking. De tweede pilot betrof het samen met organisaties zoeken naar alternatieve mogelijkheden. De samenwerking is tot op de dag van vandaag gecontinueerd. Diverse werkgroepen onderzoeken de alternatieven, mogelijkheden en aansluiting met de bestaande uitvoering van de Wmo. Tot slot de derde pilot. Deze betrof het bevragen van cliënten. Eind november 2013 is er een bijeenkomst geweest in het stadhuis. Tijdens deze bijeenkomsten is gevraagd aan de mensen wat zij als oplossing zagen en wat zij de gemeente wilden meegeven. Hier kwam voornamelijk de wens naar voren om zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande vertrouwde begeleiders. De mensen hebben de vertrouwde omgeving nodig om te kunnen omgaan met hun beperkingen en de veranderingen die op hen af komen. De opbrengst van de bijeenkomst is gebruikt als input voor het uitvoeringskader decentralisatie Awbz naar de Wmo. 2014 Het uitvoeringskader decentralisatie Awbz naar de Wmo van februari 2014 is het laatste document. In co-creatie met een kernvertegenwoordiging van de organisaties in de huidige Awbz (15 organisaties), 5 partijen in de uitvoering van de huidige Wmo, het advies vanuit de Wmo-adviesraad en de inbreng van de cliëntenbijeenkomst is in 4 maanden een uitvoeringskader opgesteld. In maart 2014 heeft de gemeenteraad haar wensen en bedenkingen op het uitvoeringskader gegeven. Dit implementatieplan is de vervolgstap hierop om er voor te zorgen dat de gemeente op 1 januari 2015 klaar is om de nieuwe ondersteuning in te vullen.
Gemeente Deventer 5 Implementatieplan decentralisatie Awbz Zoals hiervoor genoemd is in gesprek diverse betrokkenen gezocht naar het vormgeven van deze nieuwe ondersteuning binnen de Wmo. Uiteraard eindigt hiermee niet het proces. Innovatie blijft de komende jaren een belangrijk item. Er wordt nog onderzocht op welke manier dit het beste vormgegeven kan worden.
4. Toegang en Klantproces De decentralisatie van de Awbz kan niet los worden gezien van de totale ontwikkelingen binnen de Wmo en het sociaal domein. Vanuit het Rijk is een veranderende samenleving in gang gezet. Daarom is in 2013 een tweejarig project gestart: Naar de bron van het sociaal domein. Dit is een project voor het totale sociaal domein en moet er voor zorgen dat de verandering op gang komt. Er dient een omslag te komen van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid) om tegemoet te komen aan de doelstelling. Het doel hiervan is dat niet langer de voorzieningen en hulpmiddelen centraal staan maar participatie en zelfredzaamheid. In plaats van het aanbod stelt de overheid de burger en zijn mogelijkheden (weer) centraal. Er wordt uitgegaan van wat mensen nog wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. De overheid krijgt een andere rol en geeft de burger ruimte: hij krijgt zijn onafhankelijkheid en eigen regie zoveel mogelijk terug. Het gaat om een burger die op eigen kracht, met behulp van zijn omgeving, ver kan komen in het naar vermogen deelnemen aan de samenleving. Het resultaat is daarbij van belang. En deze resultaten worden niet alleen behaald door het bieden van (individuele) voorzieningen. Het gaat dus om een nieuw samenspel met burgers en externe partners. Al met de voorlopige vaststelling van het visiedocument Meedoen op maat is besloten om als toegang voor de decentralisatie ‘het gesprek’ te hanteren. Voor de toegang tot de ondersteuning die nu nog vanuit de Awbz plaatsvindt, wordt daarom aangesloten bij het project Naar de bron van het sociaal domein. In het project wordt het deelproject centrale toegang vormgegeven. In dit deelproject wordt met de al opgedane kennis, waaronder uit het deelproject pilot keukentafelgesprek, de toegang voor het sociaal domein georganiseerd. Binnen het deelproject centrale toegang worden de sociale teams, waarbinnen ‘het gesprek’ zal gaan plaatsvinden, vormgegeven. Hierbij wordt het volgende advies vanuit de Awbz partijen meegenomen:
20 mei 2014
cliënt
De keuzes over het sociaal team worden bepaald vanuit het project Naar de bron van het sociaal domein. De decentralisatie Awbz wordt niet gescheiden opgepakt maar integraal vanuit de totale Wmo. Daarom is in dit plan op dit onderdeel geen besluitvorming nodig. Vanaf september 2014 zullen de gesprekvoerders de wijken ingaan. Vervolgens start de scholing voor vraagverheldering en kennis vergroting over de nieuwe ondersteuningstaak.
Gemeente Deventer 6 Implementatieplan decentralisatie Awbz De coördinatie van het ondersteuningsplan dat wordt opgesteld tijdens ‘het gesprek’ wordt neergelegd bij 1 partij. Er is dus 1 regisseur. Afhankelijk van de individuele situatie van de cliënt wordt de coördinatie bij de generalist of de specialist neergelegd. In de inkoopnotitie is te lezen dat deze coördinatietaak ook kan worden ingekocht bij de huidige Awbz partijen. Tijdens de afgelopen jaren hebben de partners aangegeven dat sommige situaties zo complex zijn dat specialistische kennis vereist is. De mogelijkheid dat vanuit de specialistische partijen coördinatie kan plaatsvinden is via de inkoop geborgd. In de raamovereenkomst voor de nieuwe maatwerkvoorziening is hierover het volgende opgenomen in Annex III: Stap 3: De (Klant)regisseur/gespreksvoerder in de Toegangspoort geeft aan de door de Cliënt gekozen Aanbieders de vastgestelde ondersteuningsbehoefte door middel van het Ondersteuningsplan. Hierbij kan er tevens voor gekozen worden om de bouwsteen ‘coördinatie op Ondersteuningsplan’ in te zetten, zodat bij een complexe of multi-problem situatie één Aanbieder de algehele sturing op het Ondersteuningsplan monitort en bijstuurt. Stap 4: De individuele Aanbieder controleert het voor hem van toepassing zijnde deel van het Ondersteuningsplan, doet waar mogelijk en nodig suggesties ter verbetering en verwerkt de gegevens van de Cliënt. Indien ervoor gekozen is om een Coördinerend aanbieder in te zetten, kan deze ook de beschreven rol vervullen. Stap 5: De (Coördinerend) Aanbieder(s) neemt contact op met de Cliënt. In samenspraak met de Cliënt legt hij werkafspraken vast in een Uitvoeringsplan op basis van het in stap 2 vastgestelde Ondersteuningsplan c.q. coördineert op de uitvoering hiervan. Stap 6: De (Klant)regisseur/gespreksvoerder (en eventueel Coördinerend aanbieder) houdt regie op de casus en overlegt met Aanbieder(s) over de voortgang van en eventuele aanpassingen in het Ondersteuningsplan c.q. het Uitvoeringsplan. Stap 7: De Aanbieder verantwoordt, communiceert, rapporteert en factureert aan de Gemeente. Daarnaast informeert Aanbieder het CAK ten behoeve van de berekening van de eigen bijdrage door de Cliënt.
20 mei 2014
Beschermd wonen en andere voorzieningen in de maatschappelijke opvang van de centrumgemeente Deventer zijn ook toegankelijk voor de gemeenten Olst-Wijhe, Raalte, Lochem en Zutphen. Voor een goede toegang zijn daarbij twee aspecten van belang. Op de eerste plaats dat de betrokken partijen in de regio al goed zijn ingevoerd in dit speelveld: ze kennen en weten elkaar te vinden. Daarnaast vindt in alle genoemde gemeenten de ontwikkeling plaats van (sociale) teams in wijken en buurten. De toegang kan dan ook op dezelfde wijze georganiseerd worden.
Gemeente Deventer 7 Implementatieplan decentralisatie Awbz
Klantproces uit visie Meedoen op Maat van 2012
5. Overgangsrecht
20 mei 2014
De burgers die in 2014 al de functie begeleiding ontvangen blijven voor 1 jaar hun indicatie houden. In 2012 betrof dit 1554 mensen (1031 zorg in natura 2012 en 523 pgb 2011) en in 2013 1572 (1156 zorg in natura 2013 en 416 pgb 2012). Vanaf 2016 zijn ook deze indicaties vervallen. De keuze die de gemeente heeft is of in 2014 of in 2015 met deze mensen in gesprek te gaan. Tot op heden zijn de NAW-gegevens van de huidige cliënten niet vrijgegeven. Daarom is het voorstel om in 2015 met deze personen in gesprek te gaan over de nieuwe vorm van ondersteuning. Het is dan wenselijk om bij deze nieuwe vorm de huidige begeleiders te betrekken. Voor beschermd wonen geldt een overgangsrecht van tenminste vijf jaar (tot 2020) of indien de looptijd van de huidige indicatie voor een korte periode geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie. Burgers die momenteel begeleiding ontvangen of beschermd wonen worden geïnformeerd door hun huidige (begeleidings)instantie. Dus de cliënten van Tactus door Tactus, de cliënten van Solis door Solis enz. Daarnaast stelt de gemeente Deventer een communicatieplan op over om hoe de inwoners van de stad te bereiken. Van groot belang is dat alle partijen dezelfde boodschap vertellen. Ook kan daarnaast alle ketenpartners actief gevraagd worden om hierin een voortrekkersrol te vervullen daar waar logisch richting hun eigen ‘achterban’. Op het moment dat de gemeente de gegevens van de cliënten tot haar beschikking heeft zal er actief naar deze mensen worden gecommuniceerd over de op handen zijnde veranderingen en de betekenis voor hen. Naar verwachting kan dit pas na de zomer van 2014 plaatsvinden. De nieuwe instroom, inclusief herindicaties, vanaf 2015 vallen onder de Wmo. Dit betekent dat zij via het voorgaande klantproces passende ondersteuning ontvangen. In 2013 is de omvang van de groep cliënten met de functie begeleiding in vergelijking met het jaar ervoor met 60 gestegen.
Gemeente Deventer 8 Implementatieplan decentralisatie Awbz In 2012 waren er 365 cliënten met een indicatie voor beschermd wonen in de centrumgemeente regio Deventer. Van die 365 cliënten maakten 302 cliënten gebruik van zorg in natura (zin) en 63 cliënten van een persoonsgebonden budget (pgb). In 2013 waren er 322 cliënten met zorg in natura. Van het aantal pgb’s over 2013 zijn geen gegevens beschikbaar. Het inkoopproces en bekostiging is op de bestaande en nieuwe cliënten van toepassing, omdat de korting vanaf 2015 al ingaat.
6. Kwaliteit De kwaliteit houdt nauw verband met de veranderde rol van de gemeente. De gemeente maakt gebruik van de professionaliteit die in de markt aanwezig is en heeft vertrouwen in de partijen die zij contracteert. Daarnaast is een belangrijk uitgangspunt van de nieuwe Wmo om ruimte te geven aan professionals om op basis van de behoefte en de vraag van de mensen ondersteuning in te zetten. Op dit moment moet bij wijze van elke minuut worden verantwoord. Als dit wordt vertaald naar kwaliteit dan stuurt de gemeente op de wat-vraag en niet op de hoevraag. Dus niet welke professionals met welke opleiding de nieuwe ondersteuning bieden maar wat is de ondersteuning die geboden wordt door professionals. De kwaliteit van de ondersteuning is geborgd via de nieuwe Wmo. In de concept wettekst is opgenomen dat de aanbieders verantwoordelijk zijn voor de daartoe geformuleerde landelijke professionele standaarden. Uiteraard kan de gemeente in haar verordening en via de inkoop nadere kwaliteitseisen stellen. Een belangrijk element in beide documenten is de klanttevredenheid. De keus is om de komende twee jaar per half jaar de klanttevredenheid en klachtenregeling te laten rapporteren aan de gemeente, volgens een vast format. In de documenten over de inkoop is dit terug te lezen. De nieuwe verordening wordt opgesteld naar aanleiding van de definitieve wettekst waarin dit element ook wordt verwerkt. Tevens wordt vanuit het Rijk nieuwe landelijke professionele kwaliteitsstandaarden voor de uitvoering van de wet ontwikkeld die als minimumnorm zullen gelden. Tot slot wordt de gemeente op basis van de nieuwe wetgeving verplicht gesteld om jaarlijks een onderzoek te doen onder cliënten. Dit onderzoek moet de gemeente een beeld opleveren hoe in de praktijk het gebruik wordt ervaren. Het gaat hier om de ervaringen en niet om hun tevredenheid.
20 mei 2014
De inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) krijgt in de nieuwe Wmo ook een rol. De Inspectie is belast met het toezicht op de aanbieders van maatschappelijke ondersteuning en rapport daarover (on)gevraagd naar de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning. De IGZ behoudt wel het recht om in te grijpen als dat nodig is. De samenwerking met de inspectie moet nog worden vormgegeven.
7. Financiën Met de komst van de nieuwe ondersteuningstaak in de Wmo komt ook gelijk een korting over van het Rijk. Het budget voor de functie begeleiding wordt met 25 % gekort. De huidige partijen in de Awbz functie begeleiding zijn het er over eens dat de korting van het Rijk gerealiseerd kan worden. Door bijvoorbeeld administratieve lasten te verlagen en meer te sturen op eigen mogelijkheden en uitstroom. Maar een hogere effectiviteit, lagere overhead, geen apart indicatieorgaan en een kwaliteitssysteem dragen hier zeker ook aan bij.
Gemeente Deventer 9 Implementatieplan decentralisatie Awbz Het Rijk heeft het voorstel om dit budget samen met het budget voor de jeugdzorg en de participatiewet onder één noemer over te hevelen. Het budget voor beschermd wonen maakt hier geen onderdeel van uit en wordt afzonderlijk aan de centrumgemeenten beschikbaar gesteld. In de meicirculaire 2014 worden de definitieve budgetten per gemeente kenbaar gemaakt.
20 mei 2014
Bekostiging In onderstaande tabel zijn de verschillende bekostigingsmodellen met voor- en nadelen uitgewerkt.
In de visie Meedoen op maat is al de keus gemaakt voor een persoonsvolgende financiering. Dit is een variant op productbekostiging op basis van prestatie, in de Wmo resultaat genoemd. Omdat het een nieuwe taak is voor de gemeente en er dus nog niet veel zicht is op de te behalen (nieuwe) resultaten wordt voor 2 jaar een mix van (nieuwe) producten voorgesteld. Op basis van de ervaringen kan dan na 2 jaar naar daadwerkelijk resultaatbekostiging worden toegewerkt. Daarnaast staat de keus open om de toegang (sociale teams) door een virtueel budget te prikkelen door sociaal team verantwoordelijk te maken voor de ondersteuning, op basis van de huidige Awbz cijfers. Dit betekent dat naast productbekostiging ook de voordelen van
Gemeente Deventer 10 Implementatieplan decentralisatie Awbz populatiebekostiging worden meegenomen. Omdat het om een virtueel budget gaat bij niet specialisten worden de nadelen wellicht teniet gedaan. Tot slot kan bij de bekostiging de keus worden gemaakt voor inkoop of subsidiering. In beide gevallen is het zo dat het gaat om zorg in natura. De wet houdt de mogelijkheid van persoonsgebonden budget open maar dan moet het wel een keuze zijn die met redenen is omkleed. Daarnaast moet de gemeente de fraude zoveel mogelijke beperken. Het grote verschil tussen beide vormen van bekostiging is het initiatief. Bij inkoop legt de gemeente een opdracht of resultaat in de markt en bij subsidie vraagt een organisatie subsidie voor zijn of haar initiatief. Het voorstel is om de maatwerkvoorzieningen in te kopen en algemene voorzieningen te subsidiëren. Door deze keus te maken kan de gemeente het budget voor maatwerkvoorzieningen strakker regisseren en wordt gebruik gemaakt van de creativiteit van de markt voor de naar verwachting goedkopere oplossingen bij algemene voorzieningen. In de nieuwe Wmo is opgenomen wat wordt verstaan onder deze vormen van voorzieningen. Beschermd wonen wordt gefinancierd via een subsidie. Dat heeft onder meer te maken met de late duidelijkheid rondom deze decentralisatie, het vijf jarige overgangsrecht en onvoldoende draagvlak bij de regiogemeenten voor inkoop. De nieuwe wet stelt opnieuw de mogelijkheid van een eigen bijdrage open. Deventer heeft altijd gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen te innen. De uiteindelijke uitwerking van het toepassen van een eigen bijdrage bij maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen moet n og nader worden uitgewerkt. Inkoop Voor de inkoop van de nieuwe taak binnen de Wmo is veel keuzevrijheid voor diverse aanbestedingsvormen. De nieuwe Wmo gaat uit van maatwerk. Dit betekent dat voor elk individu een andere ondersteuning mogelijk moet zijn. Maatwerk laat zich niet vertalen naar vastomlijnde producten. Om deze diversiteit naar inkoop te vertalen is het voorstel om de inkoop door een ‘bestuurlijk ingerichte’ aanbesteding voor maatwerkvoorzieningen gedurende twee jaar vorm te geven. Na twee jaar is er de nodige ervaring opgedaan en lopen meer inkoopcontracten af, dat is het moment om binnen de Wmo voor de lange termijn hierop beleid te ontwikkelen.
20 mei 2014
Deze variant is mogelijk op grond van de aanbestedingswet. Begeleiding is een zogeheten 2Bdienst. Dat betekent veel vrijheid in het proces naar afspraken tussen gemeenten (opdrachtgevers) en aanbieders (organisaties). Een bestuurlijke aanbesteding bestaat uit de volgende fasen: voorbereiding, onderhandelingen en contractsluiting/uitvoering. Voor en nadelen de bestuurlijk ingerichte aanbesteding De voordelen: Rust en continuïteit Partnerschap komt goed tot stand In samenspraak komt een goede invulling van ondersteuning tot stand Prijzen worden op reëel wijze vastgesteld In samenspraak kan aan lokale innovatie/productontwikkeling worden gedaan Inkoop van de tweedelijns zorg in samenhang met het basisaanbod in de wijk (o.a. welzijn en sociale wijkteams) Diverse verdeelmechanismes mogelijk De nadelen: Vraagt intensief contact met de zorgaanbieders
Gemeente Deventer 11 Implementatieplan decentralisatie Awbz
Risico op grotere aantallen gecontracteerde aanbieders (nadeel voor contactbeheer)
Het risico op grote aantallen gecontracteerde aanbieders zal in Deventer waarheid worden. Door de regionale samenwerking met de Stedendriehoek en DOWR is de verwachting dat met zo’n 300 partijen, zowel grote organisaties als zzp-ers, een regionale overeenkomst wordt gesloten. Vervolgens zullen er lokale overeenkomsten worden gesloten. Op dit moment zijn er zo’n 60 partijen in Deventer actief. Dit heeft gevolgen voor de ambtelijke inzet, maar er is wel maximale keuzevrijheid voor de burger. In de uitgangspuntennotitie inkoop Wmo is te lezen welke oude producten de gemeenten volgens het principe van bouwstenen gaat inkopen. Dit betekent dat vervoer niet gescheiden van de begeleiding wordt ingekocht, maar in de totale prijs is verwerkt. Uiteraard kan er nog wel subsidie worden verleend voor een algemene voorziening vervoer. De budgetten voor de drie transities komen waarschijnlijk als één budget naar de gemeente. Dit betekent dat het budget voor begeleiding van jeugdigen als keus eenvoudig onder de noemer van de transitie jeugdzorg kan worden geschoven. Zo is het voor de transitie jeugdzorg mogelijk om het meer integraal in te richten. Op basis van de huidige beschikbare (Vektis) cijfers is duidelijk dat: -Awbz jeugd – begeleiding individueel – ZIN - 56 cliënten > 0,26% (2012) betreft; en -Awbz jeugd – begeleiding groepsverband – ZIN – 146 cliënten > 0,69% (2012); dus Totaal: 202 cliënten > 0,95% Daarom wordt hier voorgesteld om van het uiteindelijk beschikbare bedrag voor de decentraliatie Awbz functie begeleiding 0,95 % beschikbaar te stellen voor de ondersteuning van jeugdigen in de transitie jeugdzorg. De keuzevrijheid met betrekking tot zintuigelijk beperkten, zoals doven en blinden, is door het Rijk ernstig beperkt. Het Rijk heeft besloten om de ondersteuning voor zintuigelijk beperkten landelijk in te kopen. Hoe de daadwerkelijke uitwerking hiervan wordt vormgegeven is nog niet duidelijk.
20 mei 2014
Zoals al aangegeven in het uitvoeringskader decentralisatie Awbz naar de Wmo is de keus gemaakt om het budget voor Awbz meer te splitsen en te prioriteren. Hieronder is een uitwerking gemaakt van de besteding van de middelen aan ook de preventieve kant van deze ondersteuning. De oplossingen moeten immers daar gevonden worden wil de korting van het Rijk worden opgevangen. Bijvoorbeeld door meer in te zetten op informele netwerken. Dit betekent dat er een basisvorm van begeleiding overblijft, en nieuw te organiseren vormen worden ontwikkeld. Op basis van een internetbericht van februari 2014 is voorlopig het volgende inzicht te geven. In de meicirculaire worden de budgetten definitief kenbaar gemaakt. 2015 Nieuwe budgetten8 functie begeleiding Onderwerp Budget
Uitleg
Maatwerkvoorziening en Algemene voorziening nieuwe ondersteuning
Op basis van de gemiddelde cliëntkosten in de huidige Awbz (€7.087-/-25%x1600 cliënten)
8
€ 8,5 mln.
Deze bedragen zijn voorlopige bedragen op basis van een internetbericht en eerste inschatting. Op basis van de definitieve bedragen in de meicirculaire kan een exacte verdeling worden gemaakt.
Gemeente Deventer 12 Implementatieplan decentralisatie Awbz Mantelzorgondersteuing
€ 0,5 mln.
Vrijwilligersondersteuning
€ 0,15 mln.
Maatjesactiviteiten
€ 0,2 mln.
Totaal
9,35 mln.
Beschermd wonen aantallen 322 ZIN en 63 PGB
Mantelzorgcompliment van € 250 en extra inzet mantelzorgondersteuning Voor werving en scholing van een verdubbeling van de hoeveelheid vrijwilligers Voor anderhalf keer zoveel maatjes
Gemiddelde kosten € 32.000,-
Uitgaven 20159 € 12 mln.
Om de transitie te realiseren is er ook sprake van voorbereidings- en uitvoeringskosten. Voorbereidingskosten in 2015 De mensen houden in 2015 hun huidige indicatie. Dit bekent dat in 2015 de gesprekken gevoerd moeten worden met deze mensen over hun ondersteuning na het vervallen van de indicatie. Om deze gesprekken te voeren moeten de gesprekvoerders geschoold worden op inhoud en methodiek. Hiervoor is eenmalig een bedrag beschikbaar van €1,2 mln. Uitvoeringskosten vanaf 2015 Daarnaast zijn er interne uitvoeringskosten gemoeid met deze decentralisatie. Denk hierbij aan meer bezwaren, ICT en meer factuurbetalingen. Voor deze interne indirecte kosten en overhead is structureel een budget beschikbaar van € 0,75 mln.
8. Informatievoorziening
20 mei 2014
Vanuit de noodzaak tot integraliteit is het uitwisselen van gegevens relevant tussen verschillende partijen in het sociale domein, te weten jeugd, Wmo en de Participatiewet. Teneinde de uitvoering in staat te stellen de ambitie afzonderlijk en in de onderlinge samenwerking te verwezenlijken, is het noodzakelijk de mogelijkheid en bevoegdheid te creëren tot gegevensverwerking. Hierbij dient de inmenging in de persoonlijke levenssfeer van betrokkene steeds te worden afgewogen tegen het belang van de geestelijke, lichamelijke of maatschappelijke gezondheid van betrokkene. Een voorbeeld onder de oude Wmo is bemoeizorg: in het belang van een persoon kan heel veel informatie worden uitgewisseld. Er is een basisconcept voor alle gemeenten: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur op de drie decentralisaties. Doel is integraal de ondersteuning van een gezin regelen en zorgen dat er effectief naar resultaten wordt gewerkt. De zelfstandigheid van de burger krijgt een extra boost, want zelfredzaamheid van de burger is uitgangspunt voor de hele operatie. Wat daarvoor in ieder geval nodig is, is één integraal klant (gezins)beeld, iets dat er momenteel niet of nauwelijks is, met alle (soms dramatische) gevolgen van dien. De kern van 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur is natuurlijk dat er een centraal plan komt dat integraal wordt uitgevoerd, waarbij bewaking en monitoring plaatsvindt.
9
Deze bedragen zijn voorlopige bedragen op basis van een internetbericht en eerste inschatting. Op basis van de definitieve bedragen in de meicirculaire kan een exacte verdeling worden gemaakt.
Gemeente Deventer 13 Implementatieplan decentralisatie Awbz Bij het uitvoeren van deze taken wordt gebruik gemaakt van gegevens en dossiers. Nieuwe informatie wordt opgeslagen in dossiers, bestaande informatie uit dossiers geraadpleegd. Hier ligt een even grote uitdaging voor medewerkers die zich binnen de betrokken organisaties bezig houden met het inrichten van de informatiehuishouding. Bepaald moet worden hoe de informatiehuishouding, ten behoeve van het sociaal domein, voor de gemeenten en tussen alle ketenpartners, het beste kan worden ingericht. Dit zodat gegevens en dossiergebruik, passend bij de overkomende werkprocessen, zo optimaal mogelijk wordt ingericht. Doxis heeft het strategisch onderzoek verricht om in beeld te krijgen wat de oplossingsrichtingen zijn voor de dossieroverdracht vanuit de AWBZ naar de gemeenten. Dit onderzoek is in opdracht van Deventer en 15 andere gemeenten in de provincie Overijssel uitgevoerd. Op dit moment wordt er vanuit het ministerie van VWS gewerkt aan (lees: nagedacht over) een eenmalige, landelijke gegevensoverdracht van cliëntgegevens binnen de AWBZ. Een ministeriële regeling voor de éénmalige gegevensoverdracht is in voorbereiding en zal waarschijnlijk in de eerste helft van 2014 vastgesteld worden. Deze eenmalige gegevensoverdracht zal mogelijk verlopen via een tijdelijk in te stellen orgaan voor zowel jeugdzorg als AWBZ. Het gaat hier met nadruk om sets meta data met cliëntgegevens (één voor de AWBZ en één voor de jeugdzorg) en niet om een eventuele dossieroverdracht. Veel gemeenten werken momenteel digitaal. Niet alle betrokken gemeenten hebben behoefte aan dossieroverdracht (lopende dossiers) dan wel beschikbaarstelling van dossiers (afgesloten dossiers). Een aantal gemeenten heeft aangeven alleen te willen beschikken over een set gegevens (eenmalige gegevensoverdracht) waarna men zelf nieuwe dossiers gaat aanleggen. Daar waar wel behoefte is aan dossiers, is digitale beschikbaarheid gewenst. Dit betekent dat daar waar bij de huidige houders nog papieren dossiers worden beheerd, deze vooraf dienen te worden gedigitaliseerd. Naar verwachting wordt in Deventer het ondersteuningsplan en dossier opgemaakt door het sociaal team. Dit team heeft dus de beschikking over de persoonsgegevens. Tijdens ‘het gesprek’ kan aan de mensen akkoord worden gevraagd om bij diverse organisaties informatie op te halen en uiteindelijk beschikbaar te stellen aan de organisatie die de maatwerkvoorziening gaat leveren. In het Bijzondere Zorgteam (BZT) en in de pilot buurtcoaches wordt gewerkt met de applicatie Vis2. Dit is een in provinciaal verband ontwikkelde applicatie die voor betrokken organisaties goed bruikbaar blijkt.
20 mei 2014
Binnen de gemeente Deventer wordt (in DOWR-verband) gewerkt aan een impactanalyse voor de informatievoorziening in het sociaal domein. Opbrengst daarvan is een functioneel ontwerp met daarin voorstellen ten aanzien van de noodzakelijke operationele informatie, tactische informatie en strategische informatie (zowel ten behoeve van college/raad als ten behoeve van de verplichte verantwoording naar het rijk). Dit functioneel ontwerp wordt in kwartaal 3 van 2014 opgeleverd. Keuzes inzake strategische indicatoren zullen aan college en raad worden voorgelegd. In het land wordt op dit moment een aantal pilots uitgevoerd onder supervisie van het Kennisinstituut Nederlandse gemeenten (KING), met als werktitel Living labs. Deze Living Labs zijn gericht op het ontwikkelen van een goede informatievoorziening (en applicaties) in het sociaal domein voor gemeentes en instellingen. Deventer volgt daarin nauwgezet de Living Lab Enschede, die gericht is op het faciliteren van wijkteams in het sociale domein.
Gemeente Deventer 14 Implementatieplan decentralisatie Awbz Met het functioneel ontwerp voor de informatievoorziening sociaal domein in Deventer beschikt het college (in het derde kwartaal 2014) over een set uitgangspunten voor het maken van een keuze voor het meest toepasselijke systeem voor Deventer. Zoals eerder aangegeven voldoet de applicatie Vis2 aan de eisen die op dit moment gesteld worden in het proces van zorg- en dienstverlening. Het biedt daarmee voor nu de garantie van continuïteit in informatie-uitwisseling in de zorg- en dienstverlening, vooralsnog ook na 1-1-2015. Bij het bepalen van de gewenste informatievoorziening zullen de alternatieven in het dan bekende aanbod van applicaties en toepassingen op een rij worden gezet en zal aan het college een keuze worden voorgesteld.
9. Planning Op 1 januari 2015 moet de gemeente klaar zijn om nieuwe cliënten te ontvangen en maatwerk te bieden. Hieronder is per onderdeel van het implementatieplan een proces en planning opgenomen. Ontwikkeling sociaal team Juli 2014 Project Naar de bron van het sociaal domein: uitgangspunten ter vaststelling aan de gemeenteraad evenals procesvoorstel om voor 1 januari in de wijken met de nieuwe cliënten voor ondersteuning in kader van de decentralisatie in gesprek te gaan. Overgangsrecht Vanaf januari 2015 Kwaliteit Tot oktober 2014
Financiën Tot oktober 2014
Gesprekken met cliënten die hun indicatie voor de functie begeleiding in 2015 behouden om voor 2016 een ondersteuningsplan op te stellen. Via de raamovereenkomst, bilaterale overeenkomst en verordening worden de landelijke kwaliteitsnormen, klanttevredenheid en ervaringsonderzoek geborgd. De bestuurlijk ingerichte aanbesteding voor de functie begeleiding is afgerond en de overeenkomsten zijn gesloten. De subsidie mogelijkheid voor algemene voorzieningen vanuit de functie begeleiding en beschermd wonen is opengesteld. In de bijlage het overzicht van de kosten voor de voorbereidingen in 2014. Er is inzicht in de eigen bijdrage regeling.
20 mei 2014
Informatievoorziening Tot juli 2014 Meer inzicht in de exacte informatiebehoefte en mogelijkheden voor ict.
Gemeente Deventer 15 Implementatieplan decentralisatie Awbz Regelgeving Half oktober 2014
Communicatie Z.s.m.
De Wmo verordening en het beleidsplan 3.0 Samen sterk in mensenwerk wordt voor besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. Het college stelt de nadere subsidieregels vast. In de regelgeving wordt ook het werken met eigen bijdrages verankerd. Zodra de gemeente inzicht heeft in de cliëntgegevens kunnen de mensen worden geïnformeerd over de ophanden zijnde veranderingen. Tevens wordt in gezamenlijkheid met de andere transities gekeken welke éne boodschap richting de mensen gecommuniceerd wordt.
20 mei 2014
Vanaf 2015 zal halfjaarlijks richting het college en de gemeenteraad de monitorgegevens, zoals klanttevredenheid en klachtenregeling, beschikbaar worden gesteld. Tevens is dan ook het moment om het beleid te evalueren en eventueel bij te stellen.
Gemeente Deventer 16 Implementatieplan decentralisatie Awbz Bijlage Toekomstvisie kabinet op de langdurige zorg De toekomstvisie van het kabinet op de langdurige zorg werd op 25 april 2013 gepresenteerd in de Kamerbrief ‘hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst’ en de daarbij horende visie. Hieruit blijkt dat het kabinet drie redenen ziet om de langdurige zorg voor ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking te hervormen: 1. Vanwege veranderende eisen aan de organisatie van langdurige zorg. Mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en niet eenzaam zijn. Zorg in een instelling komt pas aan de orde als het echt niet anders kan. 2. Vanwege de financiële houdbaarheid van de langdurige zorg. Het beroep dat op de AWBZ wordt gedaan is steeds groter geworden. Om de langdurige zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden, moet het systeem veranderen. 3. Vanwege de manier waarop we in Nederland samenleven. We moeten een balans vinden tussen de inzet van informele en formele zorg. Nu wordt veel zorg door professionals geleverd, terwijl deze ook vanuit het informele netwerk van de zorgbehoevende persoon geleverd kan worden. We stimuleren om weer meer voor elkaar zorgen.
20 mei 2014
Brief staatsecretaris aan de Tweede Kamer november 2013 Op 6 november 2013 stuurde staatssecretaris Van Rijn een brief met een nadere uitwerking van de brief Hervorming Langdurige Zorg naar de Tweede Kamer. In deze brief werden een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen bekend gemaakt, te weten: - De persoonlijke verzorging wordt voor een groot deel overgeheveld naar de zorgverzekeraars en (toch) niet naar de gemeenten. De Zorgverzekeringswet (ZVW) zal daartoe worden aangepast. In de nieuwe ZVW: wordt een aanspraak wijkverpleging opgenomen; wordt de extramurale persoonlijke verzorging een taak voor de zorgverzekeraars (vanuit de aanspraak wijkverpleging), met een budgetkorting van 15%; - De persoonlijke verzorging die in het verlengde ligt van begeleiding voor mensen met een verstandelijke en/of zintuiglijke beperking en/of de mensen met psychische problematiek wordt wel overgeheveld naar de Wmo en wordt dus wel een taak voor de gemeenten. Het gaat om ondersteuning bij algemene dagelijkse levensverrichtingen en bedraagt ongeveer 5% van de totale persoonlijke verzorging. Sinds 2013 heeft de gemeente Deventer een convenant met zorgverzekeraar Eno om de samenwerking te bevorderen. Hierdoor kunnen o.a. eerder genoemde aansluitingen tussen gemeente en zorgverzekeraar in de praktijk vloeiender verlopen. Scheiden wonen en zorg Sinds het begin van de jaren negentig vinden belangrijke ontwikkelingen plaats in de zorg, er wordt in dit verband gesproken van vermaatschappelijking of langer thuis blijven wonen (extramuralisering van de zorg). Binnen deze visie moet iedereen in staat gesteld worden om zo lang mogelijk zelfstandig, midden in de wijk te blijven wonen, ook wanneer men afhankelijk wordt van zorg of dienstverlening. In het verleden leidde afhankelijkheid van zorg bijna automatisch tot opname in een, veelal van de buitenwereld afgesloten, intramurale instelling zoals een verpleeghuis of een kliniek.
Gemeente Deventer 17 Implementatieplan decentralisatie Awbz In 2013 is in de zorgsector de maatregel ‘scheiden van wonen en zorg’ ingevoerd. Deze maatregel betreft een financiële scheiding van zorg en wonen. Nieuwe cliënten met een geringe zorgbehoefte (lagere zorgzwaartepakket, ZZP) krijgen op grond van de Awbz nog slechts hun zorgkosten vergoed en voor hun verblijf in een instelling moeten zij huur gaan betalen. Om voor vergoeding van zorgkosten in aanmerking te komen, dient de cliënt te beschikken over een indicatie van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). De maatregel scheiden van wonen en zorg heeft tot gevolg dat per doelgroep verschillende zorgzwaartepakketten uit de AWBZ worden geschrapt en de gemeente in het kader van de Wmo verantwoordelijk wordt voor haar inwoners die hier voorheen aanspraak op konden maken. In een aantal stappen vindt de extramuralisering plaats van de mensen met ZZP's 1 t/m 4 in de sectoren verpleging en verzorging (VV), verstandelijke gehandicaptenzorg (VG) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Vanaf 2013 geeft het CIZ geen nieuwe indicaties meer af voor een ZZP 1 of 2. Voornemen is om deze kabinetsperiode ook ZZP 3 deels te extramuraliseren. Extramuralisering van (delen van) ZZP 4 zal volgens het regeerakkoord in 2016 plaatsvinden. Jongeren tot 23 jaar kunnen nog wel worden geïndiceerd voor alle ZZP's VG en GGZ. Voor zorg aan deze groep wordt een apart wettelijk kader gecreëerd. De groep cliënten met een ZZP 1 t/m 4 is zeer divers. Voor de verschillende cliëntgroepen zijn verschillende vormen van wonen met zorg nodig. Palliatief terminale begeleiding Palliatief terminale zorg is een zeer specifiek onderwerp voor een doelgroep die als geen ander zeer kwetsbaar is. Lang is onduidelijk geweest onder verantwoording van wie deze begeleiding wordt geplaatst. In een recente brief, eind 2013, van staatssecretaris van Rijn is palliatief terminale zorg uiteindelijk geplaatst onder de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. Het hoort dus niet in het takenpakket van de gemeenten. Van de andere kant is de overgang naar palliatief terminale zorg een zeer geleidelijke: in het traject wat hieraan vooraf gaat wordt de thuiszorg steeds intensiever en heeft de gemeente wel degelijk een taak.
20 mei 2014
Positie van de gemeente in het proces van extramuralisering In het proces van extramuralisering dient een herijking plaats te vinden van de afstemming in de samenwerking op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Het samenspel met belanghebbende partijen als de zorginstellingen/-aanbieders en woningcorporaties, die gezien hun taken vaak een initiërende of trekkende rol vervullen, vraagt of en in hoeverre de gemeente in lokaal en in regionaal verband daarin een regietaak heeft. Extramuralisering vraagt ook om een goede samenwerking binnen het gemeentelijk apparaat tussen de afdelingen Wmo, Wonen en Ruimtelijke ordening en tussen de regionaal samenwerkende gemeenten. Er bestaat in het kader van de extramuralisering geen blauwdruk of eenduidige definitie voor regievoering bij samenwerking. Vandaar dat begin 2014 in overleg met de instellingen en de politiek de verschillende posities en verantwoordelijkheden bepaald zullen worden.
Gemeente Deventer 18 Implementatieplan decentralisatie Awbz Om welke activiteiten gaat het bij de Awbz functie begeleiding? 1. In de eerste plaats kan begeleiding de vorm aannemen van praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren dan wel het ondersteunen bij/oefenen van handelingen/vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben. 2. In de tweede plaats kan het gaan om het compenseren of herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van een cliënt. Door het regelvermogen kan de cliënt onvoldoende of geen regie over het eigen leven voeren. Het gaat dan om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. 3. In de derde plaats kan het gaan om het overnemen van toezicht, bijvoorbeeld toezicht bij cliënten vanwege ernstige gedragsproblematiek. Awbz functie Begeleiding Er zijn twee vormen van begeleiding, namelijk individuele (BGI) en groepsbegeleiding (BGG). Begeleiding individueel wordt bijvoorbeeld ingezet voor woonbegeleiding of thuisbegeleiding. Onder begeleiding groep vallen bijvoorbeeld dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking en dagopvang voor ouderen. Voor welke vorm een cliënt in aanmerking komt, wordt nu bepaald door de afweging wat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Begeleiding in groepsverband is voorliggend op begeleiding individueel als hetzelfde doel wordt beoogd, behalve als er medische contra-indicaties zijn voor begeleiding in groepsverband. Onderdeel van de begeleiding in groepsverband kan ook zijn het vervoer naar en van een instelling als dit noodzakelijk is. Kortdurend verblijf Deze Awbz-functie betreft het logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week. Dit kan gepaard gaan met het verlenen van persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding. Deze vorm van zorg kan ook geboden worden ter ontlasting van mantelzorgers. Sinds 1 januari 2011 is beroep op kortdurend verblijf alleen nog mogelijk op basis van een afgewogen oordeel of de cliënt behoefte heeft aan zorg met permanent toezicht. Ook deze Awbz-functie wordt gedecentraliseerd naar de Wmo.
20 mei 2014
Beschermd wonen Beschermd wonen wordt gedecentraliseerd naar de centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang. Dat beschermd wonen op deze wijze wordt gedecentraliseerd is duidelijk geworden in februari 2014 bij het internetbericht overde nieuwe budgetten. De centrumgemeenten, waaronder Deventer, worden in ieder geval voor de eerste vijf jaar (tot 2020) verantwoordelijk. De centrumgemeente Deventer bestaat uit Olst-Wijhe, Raalte, Lochem, Zutphen en Deventer. Centrumgemeente betekent dat Deventer voor de hiervoor genoemde gemeenten beschermd wonen inkoopt. Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er vanwege psychische problematiek niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. De voorziening moet erin voorzien dat de betrokkene – indien dat kan en zo snel als mogelijk – weer in staat is om zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Onder beschermd wonen wordt in de Wmo 2015 het volgende verstaan: - Wonen in een accommodatie van een instelling;
Gemeente Deventer 19 Implementatieplan decentralisatie Awbz
20 mei 2014
-
Met het daarbij behorende toezicht en begeleiding; Gericht op het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie; Gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren; Gericht op stabilisatie van het psychiatrisch ziektebeeld; Gericht op het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast; Gericht op het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen; Bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.