gemeente Eindhoven
Concernstaf
Raadsnummer Og.RrOZ.OOtS Inboeknummer Beslisdatum BBxW y maart 2003 Dossiernummer 3xx 6o4
Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft aanvullende reactie naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van de SP inzake de Meerjarenplanning van Diverse ICT-gerelateerde budgetten, onderdelen ICT-ontwikkeling, Stelpost Informatietechnologie en Stelpost Nieuw ICT-beleid 1 Inleiding In de vergadering van de commissie Sociaal-economische Pijler van 20 februari 2003 is gesproken over het initiatiefvoorstel van de SP inzake de Meerjarenplanning van diverse ICT-gerelateerde budgetten, onderdelen ICT-ontwikkeling, Stelpost lnformatietechnologie en Stelpost Nieuw ICT-beleid, Voorafgaand aan deze commissievergadering is door het College een schriftelijke reactie gegeven op de voorstellen. Tijdens de commissievergadering heeft de portefeuillehouder op onderdelen mondeling een nadere toelichting gegeven.
Op basis van de commissiebehandeling constateren wij dat, hoewel onze standpunten ten aanzien van de verschillende voorstellen door het merendeel van de fracties onderschreven werden, de onderbouwing van deze standpunten een aanvulling behoeft. Deze behoefte wordt daarnaast versterkt doordat wij van mening zijn dat de hoofdlijnen van het beleid dat ten grondslag ligt aan de verschillende keuzes die gemaakt zijn, tijdens de commissiebehandeling onvoldoende uit de verf zijn gekomen. Dit was, gegeven de gekozen behandeling van de voorstellen, op dat moment onvermijdelijk. Middels deze aanvullende notitie willen wij u daarom in brede zin informeren over een aantal hoofdlijnen van het ICT-beleid en een aantal relevante ontwikkelingen. Op basis hiervan zal vervolgens in meer detail ingegaan worden op de daaruit voortvloeiende keuzes die bepalend zijn voor de door ons ingenomen standpunten ten aanzien van de initiatiefvoorstellen. Een nadere uitwerking van dit beleid kunt op in de loop van dit jaar verwachten wanneer wij de reeds toegezegde I-visie met bijbehorende programma-uitwerking aan u zullen voorleggen.
Wij verwachten daarmee tegemoet te komen aan de door de commissieleden gemaakte opmerkingen ten aanzien van de eerdere raadsnotitie.
Raadsnummer OQ.RIOI.OO5
2 Algemeen De stad en regio Eindhoven profileren zich nadrukkelijk op het gebied van technologie. Binnen deze technologieprofilering neemt ICT een zeer belangrijke plaats in. De toewijzing aan de stad en regio Eindhoven van verschillende Rijksinitiatieven als Kenniswijk, Digistein, Superpilot e.d. hebben deze profilering bevestigd en versterkt. Wanneer wij spreken over de inzet van ICT is het van belang onderscheid te maken tussen de inzet van ICT in de stad ("externe ICT") en inzet van ICT in de gemeentelijke organisatie (" interne ICT"; de reguliere inforrnatievoorziening en automatisering). ICT in/en de stad ("externe ICT").
Technologie in het algemeen en ICT in het bijzonder is naar de mening van het college een van de instrumenten om de sociaal, economische en ruimtelijke ontwikkeling van onze stad te stimuleren en vorm te geven. ICT is hierbij zeker geen doel, maar een belangrijk middel. Met name projecten als Kenniswijk en Digistein hebben tot doel inzicht te verschaffen in de effecten, mogelijkheden, kansen en bedreigen van innovatieve inzet van ICT in het dagelijks leven van onze inwoners.
Daarnaast zijn wij van mening er een belangrijke sociaal-economische structuurversterkende werking uitgaat door stimulering van ICT-inzet in de stad, zowel voor wat betreft stimulering van aanleg van hoogwaardige telecommunicatie-infrastructuren, als voor wat betreft toepassingen binnen het economisch, sociaal, ruimtelijk en bestuurlijk domein. Juist in deze tijd van economisch teruggang is het meewerken aan een sociale en economisch impuls vanuit de overheid, en dus ook de gemeente, noodzakelijk. Vanuit het bestuur van de "technologie-stad" Eindhoven mogen derhalve dergelijke (anticyclische) investeringen in ICT verwacht worden. Interne ICT.
Ter versterking van het ICT-profiel en mede doordat de gemeente een voorbeeldfunctie dient te vervullen in deze, zijn wij ook van mening dat een adequate inzet van ICT een noodzakelijke randvoorwaarde is om de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen, alsmede de kwaliteit van de interne bedrijfsvoering verder verbeteren. Voor wat betreft de interne ICT moet echter bedacht worden dat het inlopen van achterstanden op dit moment eerder aan de orde is dat het innemen van een koploperpositie. Eindhoven is relatief laat begonnen met het volledig in huis beheren van de ICT-voorzieningen. Eindhoven was namelijk de laatste gebruiker van diverse applicaties bij een extern rekencentrum. Tevens is pas in het jaar 2000 besloten tot bundeling van de relatief kleine dienstgebonden ICT-afdelingen in een centraal georganiseerd facilitair ICT-bedrijf. Ten gevolge van de daaruit voortvloeiende
splitsing tussen de (functionele) informatievoorziening en de ICT/automatisering moest in het recente verleden binnen veel organisatieonderdelen de ontwikkel- en beheersorganisatie nog worden opgebouwd en ingeregeld.
Raadsnummer Og. RZOI.OO5
Daarnaast speelde in de jaren 1998-2002 de Millennium-, en de ELIRO-problematiek, welke aanzienlijke aanpassingen van de gebruikte software hebben gevraagd, alsmede een stevig beroep gedaan hebben op de beschikbare capaciteit binnen de ICTorganisatie.
Met de investeringen in de afgelopen periode lijkt het interne ICT-been wat bijgetrokken. Echter een aantal autonome ontwikkelingen komt binnenkort op ons af. Binnen de huidige, door een beperkt aantal leveranciers gedomineerde markt, worden wij gedwongen technologische ontwikkelingen te volgen doordat de ondersteuning van de huidig gebruikte versies van toepassingen afloopt (met name op het gebied van kantoorautomatisering en database-software). Dit vraagt om aanschaf van nieuwe software en hardware met naar verwachting een hoger prijsniveau dan op dit moment beschikbaar binnen de vervangingsbudgetten. Dit heeft een tweetal redenen:
1 de prijzen van nieuwe licenties zijn sneller gestegen dan op basis van het gemiddelde prijsindexcijfer was te verwachten; 2 bovendien vragen de nieuwe versies aanzienlijk meer capaciteit van onze Pc’s en centrale servers. Inzicht in de financiele effecten hiervan worden binnenkort verwacht. Gegeven het steeds grotere belang dat ICT inneemt in de gemeentelijke bedrijfsvoering en dienstverlening is het beschikken over en kunnen exploiteren van een gestandaardiseerde en beveiligde ICT-infrastructuur een "must". De verdere beveiliging en voorzieningen voor continuiteit zullen de komende periode veel aandacht vragen.
Rond de elektronische dienstverlening heeft de gemeente zich de afgelopen periode goed kunrren onderscheiden. Dit overigens met beperkte eigen investeringen en met behulp van de subsidies van BZK in het kader van de Superpilot. De pilots inzake elektronische dienstverlening hebben ons diverse lessen geleerd. Onder andere dat alleen investeren in een geintegreerd loket (OL2000) of alleen in de voorkant van elektronische loketten niet werkt. Daarom is besloten ook te investeren in voorzieningen ter ondersteuning van de backoffice processen. Dat gaat immers niet vanzelf. Overig. Tenslotte merken wij op dat het waar het gaat om bijdragen vanuit de overheid de financiele bijdrage vanuit de gemeente Eindhoven zeer beperkt is. Diverse ministeries (V%W, EZ en BZK) dragen aanzienlijke bedragen bij.
Raadanummer Og.RZOr.005
Daarnaast blijkt uit de informatie (op basis van een benchmark) die in januari 2002 voor de raadscommissie Financien gepresenteerd is, dat de gemeente Eindhoven voor wat betreft het interne kostenniveau voor ICT (inclusief betrokken personeel) onder het gemiddelde ligt van wat andere (Europese) steden, maar ook bedrijven van vergelijkbare omvang gemiddeld besteden.
Ook is bekend dat steden zonder een expliciete technologieprofilering als Den Haag, Rotterdam, en Amsterdam, zowel in absolute, als ook in relatieve termen, veel meer investeren in stedelijke ICT voorzieningen.
3 Nadere toelichting per initiatiefvoorstel In deze paragraaf zullen we, waar van toepassing, onze ingenomen standpunten nader beargumenteren en, indien nodig, actualiseren. De geschetste hoofdlijnen van beleid en de aangegeven ontwikkelingen vormen de basis voor onze standpuntbepaling.
Aanleiding. De raad heeft in de jaren 2000, 2001 en 2002 besloten structureel en incidenteel middelen vrij te maken ten behoeve van ICT in brede zin. Achterliggende motivatie hiervoor was de noodzaak om te voldoen aan de uit de toewijzing van een aantal Rijksinitiatieven als Kenniswijk, Superpilot en Digistein voortvloeiende verplichtingen, alsmede de door de raad erkende noodzaak voor het maken van een inhaalslag binnen de informatievoorziening als onderdeel van de interne bedrijfsvoering. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld in de vorm van stelposten, zodat gericht en naar behoefte ingespeeld kon worden op actuele ontwikkelingen. Dit is in de afgelopen jaren een effectieve manier vanwerken gebleken, gezien de resultaten die met behulp van deze middelen in het recente verleden geboekt zijn. In het document "Onderweg in 2002" is ten behoeve van het college een administratieve verantwoording gepresenteerd over de besteding van deze middelen tot en met de zomer van 2002. Tevens waren aan de verantwoording een aantal aanvullende bestedingsvoorstellen verbonden, Binnen de spelregels van het dualisme ging het hierbij om bestedingen welke tot de bevoegdheid van het college behoren binnen door de raad vastgestelde financiele kaders. Echter, aangezien het bestedingen vanuit stelposten betrof, was een raadsbesluit nodig voor vaststelling van de uit de bestedingsvoorstellen voortvloeiende begrotingswijzigingen. Deze zijn technisch-administratief van aard, want het gaat feitelijk om kostenneutrale bestedingsvoorstellen binnen het kader van door de raad beschikbaar gestelde middelen voor het "programma" ICT.
Ter toelichting op de begrotingswijzigingen is in het najaar 2002 de notitie "Onderweg in 2002" ter informatie toegezonden. De informatie in deze notitie was aanleiding voor de Sp om ex post een heroverweging voor te stellen bij een aantal reeds genomen collegebesluiten. Daarnaast is kennelijk in algemene zin de indruk ontstaan
Raadsnummer Og.RZOX.OOg
dat, gegeven het huidige investeringsniveau en de nog beschikbare ruimte binnen de stelposten een bezuiniging op ICT verantwoord en gerechtvaardigd is. Alvorens in detail in te gaan op de verschillende voorstellen, willen wij vooraf nogmaals de raad nadrukkelijk adviseren om de voorstellen af te wijzen. Vanwege: 1 het belang van ICT in de sociaal-economische structuurversterking van de stad mede in relatie tot de gewenste voorbeeldrol van de gemeente; 2 de door de raad onderschreven ICT-profilering van stad en regio; 3 de verwachtte ontwikkelingen op het gebied van de interne ICT met daaruit voortvloeiend de druk op de interne ICT-ontwikkeling, mede te bezien van als onderdeel van de verbetering van de bedrijfsvoering; 4 het in vergelijking met andere steden en (overheids-)organisaties bescheiden investeringsniveau in ICT (zowel intern als extern), zijn wij van mening dat het beperken van voor ICT beschikbare middelen niet aan de orde en niet verantwoord is.
Initiatiefvoorstel I inzake de post overige bedrijfsvoering. Ultimo zomer 2002 bedroeg het saldo op de stelposten onder de noemer "overige bedrijfsvoering" (bedragen x 6 1.000) :
2002 2003 2004 2005 2006 Incidenteel Overige bedrijfsvoering
83 84 127 127 127
Deze in de in het initiatiefvoorstel genoemde post betrof een ambtelijke raming. binnen de som van de saldo van de verschillende stelposten. De ambtelijk raming in de onderverdeling is formeel niet relevant. Feitelijk gaat het dus om een beoordeling van de totalen, nl.:
2002 2003 2004 2005 2006 Incidenteel Totaal saldo stelposten (stand ultimo zomer 2002)
364 365 381 381 381 585
Gezien de beschikbare ruimte in relatie tot een inschatting van het tempo van de investeringsbehoefte is er, mede in het licht van de algehele financiele stand van zaken van de gemeente, voor de Voorjaarsnota 2004-2007 geen nieuwe structurele rniddelenbehoefte opgevoerd. Wel is ambtelijk aangegeven dat de volgende dossiers dit kwartaal bij het college van burgemeester en wethouders worden aangemeld met het verzoek deze voor een substantieel deel te dekken uit voornoemde stelpost: opzet en ontwikkeling van een basis bedrijven register (onder andere ten behoeve van de handhavingstaken), de realisatie van de eerste fase van een gemeentebreed intranet en de aanschaf van uit ARBO-regelgeving voortvloeiende anti RSI software.
Raadsnummer 03.RIOI.OO5
Verder is door de dienst Algemene en Publiekszaken is bij de voorbereiding van de Voorjaarsnota 2004-2007 aangegeven dat een voor een drietal urgente en onvermijdelijke ontwikkelingen aandacht wordt gevraagd: 1 uitwijkvoorzieningen: onder andere vanuit de accountant is gewezen op de behoefte aan aanvullende uitwijkvoorzieningen om de bedrijfscontinufteit te kunnen garanderen;
2 herinrichting van de centrale verwerkingsomgeving: het gaat hierbij om een extern opgelegde ontwikkeling. De gemeentelijke databasestandaard Oracle 7 wordt namelijk niet meer ondersteund door de leveranciers van gemeentelijke systemen. Dit maakt een overgang naar Oracle 8 noodzakelijk. Echter, Oracle 8
vraagt veel meer capaciteit. De huidige servers kunnen niet worden uitgebreid. Daarom zijn nieuwe servers nodig, gecombineerd met een doorschuif-operatie binnen het bestaande serverpark; 3 overgang naar XP-werkplek: de door de gemeente werkplek- en kantoorautomatiseringssoftware (Windows 98 en Office 97) wordt met ingang van 1 januari 2003 niet meer ondersteund. De licentiekosten voor Windows XP en Office XP zijn zodanig dat de binnen de begroting aanwezige middelen voor vervanging niet toereikend zijn. Bovendien moet een deel van de werkplek-Pc’s versneld worden vervangen omdat deze in termen van capaciteit niet toereikend zijn om met de nieuwe software te kunnen werken, Deze uitgaven vallen deels onder de categorie Onvoorzien ÃćâĆňâĂİ Onvermijdelijk-
Onuitstelbaar. Het college is van mening dat - gezien het feit dat het hier gaat om structurele bedrijfsmiddelen - deze waar mogelijk gefinancierd dienen te worden uit structurele posten. Wij gaan ervan uit dat een deel van deze kosten ten laste gebracht zal worden van de ICT-stelposten.
Daarnaast zijn in het kader van het Verbeterplan Bedrijfsvoering investeringen noodzakelijk om o.a. de ICT-organisatie qua werkwijze op orde te brengen en om voorbereiding te doen naar de verdere digitalisering van de werkprocessen bij de vakdiensten. Hoewel het hier gaat om incidentele voorstellen, zullen zij ook een beslag doen op de nog beschikbare ruimte binnen de ICT-stel posten. Ten aanzien van de in het voorstel genoemde eenmalige reserve van < 227.000,ÃćâĆňâĂİ (het
restant kwartier maken Kenniswijk) wordt opgemerkt dat het hier uitdrukkelijk niet gaat om een vrij besteedbare reserve. Deze post is middels een B@W-besluit van maart 2002 gereserveerd om te worden betrokken in de subsidiering van de Kenniswijk. Op dit moment wordt onderzocht in hoeverre deze middelen naar verwachting noodzakelijk zijn voor directe financiering van de B.V., dan wel dat deze middelen in de geest van dit besluit ingezet kunnen worden voor financiering van activiteiten die een directe bijdrage kunnen leveren aan het succes van Kenniswijk (bijvoorbeeld ten behoeve van initiatieven met betrekking tot de ontwikkeling van breedbandinfrastructuur).
Raadsnummer OP.RIOI.005
Gezien bovenstaande ontwikkelen mag verwacht worden dat de beschikbaar gestelde middelen, onder andere op de post "Overige bedrijfsvoering" het komende jaar hard nodig zullen zijn om de continuiteit van de informatievoorziening te kunnen borgen. Om die reden adviseren wij dan ook dit voorstel af te wijzen.
Initiatiefvoorstel 2 inzake de formatie bij de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Uitgangspunt bij het ontwerp en realisatie van het centraal georganiseerde Facilitair ICT-bedrijf, zoals geeffectueerd in april 2000, was een splitsing tussen het functionele beheer van applicaties (integrale managementverantwoordelijkheid van de vakdiensten) en het technisch c.q. ICT-beheer (verantwoordelijkheid Facilitair Bedrijf in opdracht van de vakdiensten). Bij vrijwel alle betrokken vakdiensten bestond een dergelijk onderscheid reeds, waardoor ontvlechting relatief eenvoudig kon plaatsvinden. Uitzondering hierop vormde de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, aangezien hier de functionele en technische beheertaken gecombineerd werden uitgevoerd. Bij de overdracht van de formatie dreigde de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling om die reden niet meer over de benodigde functionele deskundigheid te kunnen beschikken indien de betrokken functionarissen naar het Facilitair Bedrijf zouden overgaan. Bovendien was er op dat moment bij de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een grote druk op de informatievoorzieningsorganisatie, bijvoorbeeld vanwege de introductie van een nieuwe werkwijze van de sector Welzijn. Een patstelling dreigde te ontstaan omdat MO het personeel niet kon missen, maar het Facilitair Bedrijf de formatie nodig had om haar taken op sterkte en adequaat te kunnen uitvoeren.
Een oplossing werd bestuurlijk gevonden door wel de formatie over te hevelen, maar het personeel bij de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling te laten. Door het vorige college is vervolgens besloten de onvoorziene extra kosten bij de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling deels te compenseren vanuit de ICT-stelposten. Dit besluit is reeds in 2001 geeffectueerd. Het terugdraaien van dit besluit zal op korte termijn leiden tot boventalligheid.
lnitiatiefvoorstel 3 inzake de dienstverlening Publiekszaken. Het is inderdaad waar dat ook elektronische dienstverlening legesplichtig is en dat de eventuele extra kosten voor exploitatie van het elektronisch kanaal in principe gedekt kunnen worden door een verhoging van de leges (met in acht name van de wettelijke eisen van maximaal kostendekkend en de eventueel door het Rijk vastgelegde plafondbedragen, b.v. voor reisdocumenten)
Raadsnummer OQ.RroZ.005
Echter, het voor dienstverlening Publiekszaken beschikbaar gestelde bedrag betreft niet de exploitatie van het digitale loket, maa r is met name een investerings- en ontwikkelbudget om de elektronische dienstverlening van de sector Publiekszaken verder te ontwikkelen. Dit maakt ook een belangrijk deel uit van de inspanningen die de gemeente Eindhoven pleegt in het kader van de Superpilot. Dit bedrag wordt dan ook ingezet als Eindhovense cofinanciering binnen dit programma.
Geconstateerd moet worden dat het digitaal aanbieden van gemeentelijke producten niets minder behelst dat het inrichten van een nieuw distributiekanaal, alsmede om een veranderde wijze van productie in het achterliggende backoffice proces. Voor de realisatie hiervan zijn (meerjarige) investeringen in organisatie, processen, en systemen noodzakelijk. Met betrekking tot een mogelijk verhaal via de leges kan gesteld worden dat gezien de korte ervaringsperiode op dit moment nog niet vast te stellen of - en in welke mate - er sprake zal zijn van een toe- respectievelijk afname van de verstrekte producten via de verschillende kanalen (fysiek loket, digitaal loket, post, telefonisch) alsmede in de hieraan gekoppelde verdeling van productiekosten. Om die reden is op dit moment nog onvoldoende zicht op de gevolgen voor de exploitatiekosten. Verhogen van de leges in deze fase brengt het risico met zich mee dat wellicht overvraagd wordt in relatie tot de kosten, hetgeen risico’s met zich meebrengt ten aanzien van de legesverordening. Omdat het voor wat betreft de digitale dienstverlening gaat om een proef om (juist ook hiermee) ervaring op te doen, zijn wij van mening om bij evaluatie van de proef te bezien in hoeverre een bijstelling van de legeskosten en/of een prijsdifferentiatie per kanaal mogelijk, gewenst, dan wel noodzakelijk is.
Mede gelet op het kunnen nakomen van de aangegane verplichten in het kader van de Superpilot ten aanzien van realisatie van elektronische dienstverlening en het in stand houden van de gemeentelijke cofinanciering adviseren wij dit voorstel af te wijzen.
Initiatiefvoorstel 4 inzake de formatie bij CS/IPM ln de periode vanaf de vorming van de Concernstaf in april 2000 tot en met heden kan geconcludeerd worden dat het takenpakket van de afdeling IPM in relatief korte tijd substantieel is uitgebreid. Ten tijde van de vorming van de Concernstaf was de afdeling primair belast met beleid, kaderstelling en projecten op het gebied van informatievoorziening en ICT. Hierop was de formatie dan ook ingesteld. In de jaren 2000/2001 zijn hierbij taken gekomen rondom de gemeentebrede programmacoordinatie van de Kenniswijk- en Superpilotprojecten, alsmede de beleidscoordinatie en bestuursondersteuning met betrekking tot het experiment Kenniswijk in brede zin. Ook is in die periode de afdeling geconfronteerd met een
Raadsnummer OP.RrOr.005
toenemend aantal beleidsvoornemens op het terrein van bedrijfsrnatige organisatieinrichting, alsmede verbetering van kaderstelling rondom informatievoorziening en ICT-beleidsaspecten mede in het kader van het Verbeterplan Bedrijfsvoering. Sinds 2002 is de afdeling IPM ook betrokken bij de beleidsadvisering inzake onderwerpen als kwaliteitszorg en organisatleontwikkeling. Tenslotte is recent ook de gemeentebrede beleidscoordinatie rondom de programmalijn E6: externe ICTin het algemeen en de coordinatie van het breedbanddossier in het bijzonder belegd bij de afdeling IPM. Naar verwachting zal de afdeling ook een extra taak krijgen met betrekking tot de in de Wet dualisering voorgeschreven doelmatigheidsonderzoeken. Aan al deze activiteiten zitten diverse taken gekoppeld, zoals visieontwikkeling, kaderstelling, programmering, in- en externe communicatie, monitoring en bestuurlijke advisering.
Al vanaf medio 2001 werd duidelijk dat, gezien de toenemende werkdruk op de afdeling, de capaciteit van de afdeling IPM van de Concernstaf(CS/IPM) ontoereikend was. Voorjaar 2002 is, mede gezien de uitkomsten van het werkdrukonderzoek, besloten om de afdeling met 2,0 formatieplaatsen adviseur en 0,5 formatieplaats secretarieel-administratieve capaciteit verder uit te breiden. Gezien het feit op dat rnoment slechts middelen beschikbaar waren voor uitbreiding met 1,0 formatieplaats adviseur is de uitbreiding in twee fases uitgevoerd. Inmiddels zijn alle benodigde middelen gevonden binnen de ICT-stelposten. Op dit moment is de uitbreiding ingevuld voor wat betreft een adviseur en de secretarieel-administratieve kracht. De werving van de tweede adviseur heeft enige vertraging opgelopen met als gevolg dat de werkdruk op de afdeling nog steeds zeer hoog is. Daarnaast zijn een aantal taken van de afdeling met betrekking tot gemeentebreed informatiebeleid en kaderstelling in de afgelopen jaren onvoldoende uit de verf gekomen. Tenslotte constateren wij dat de gevraagde formatie-uitbreiding in relatie tot de omvang van de taakuitbreiding zeer bescheiden is. Om voornoemde redenen, alsmede het vermijden van het creeren van boventallig personeel, adviseren wij dan ook dit voorstel af te wijzen.
Initiatiefvoorstel 5 inzake onderhoud "Meernet" en initiatiefvoorstel 6 "StrijpWeb". Beide voorstellen hebben betrekking op investering in en exploitatie van specifieke gebiedsgebonden sites. Het college wil de ontwikkeling van dit type sites nadrukkelijk stimuleren om hiermee te voldoen aan concrete vragen vanuit de bevolking. De gemeente heeft, in het kader van het Superpilot-project "e-Service monitor" het bedrijf Netpanel onderzoek laten doen onder de gebruikers van de website. Het (via de website beschikbare) rapport ’Veelbelovend Eindhoven’ geeft de resultaten van dit onderzoek, Het vormt een belangrijk onderdeel van de e-Service-monitor. Wij concluderen, onder andere op basis van dit onderzoek, dat juist behoefte bestaat aan meer specifiek wijkgerichte informatie, zoals deze reeds voor Strijp en
Raadanummer Og.RrOr.005
Meerhoven wordt geboden. Middels de opschaling van wijkgerichte sites wordt getracht invulling te geven aan deze wens van de burger. Wij zijn overigens van mening dat innovatieve inzet van ICT wel degelijk een positieve uitwerking kan hebben op het bevorderen van sociale cohesie en het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting. Het succes van projecten als Digitolk, maar ook Escape2000 en het Reumadorp, alsmede onderzoeken (o.a. door Fontys) lijken dit te bevestigen. Het laagdrempelig elektronisch kunnen communiceren en informatie kunnen uitwisselen lijkt de drempels om elkaar in de fysieke wereld op te zoeken te verlagen. Onderzoek leert dat het merendeel van de communicatie via het wereld-
wijde Internet plaatsvindt met personen in de directe omgeving. Deze materie is overigens een belangrijk onderzoeksonderwerp binnen de digitale broedplaats Digistein. Ten aanzien van het voorstel om de inhoud van Meernet onder te brengen bij het virtuele stadsdeelkantoor Strijp moet bedacht worden dat het hierbij gaat om twee sites met verschillende doelstellingen en doelgroepen. Het virtuele stadsdeelkantoor wil primair de huidige bewoners binnen het stadsdeel goed te bedienen met wijkgerichte (service)informatie en digitale dienstverlening. Meernet daarentegen richt zich deels op de inwoners van Meerhoven, maar nadrukkelijk ook op mensen buiten dit gebied. Deze site heeft als doel om Meerhoven te presenteren als een aantrekkelijke woonomgeving om zo potentiele bewoners geinteresseerd te krijgen zich in Meerhoven te vestigen. Er gaat dus een wervende werking van de site uit, die een positieve bijdrage levert aan de presentatie van de wijk en haar voorzieningen en naar verwachting (indirect) aan een goede verkoopbaarheid van de te realiseren woningen. In die zin is er dus geen sprake van doublures. Het college is van mening dat beide sites op dit moment ieder op unieke wijze invulling geven aan het ingezette beleid. Opschaling van het concept van Strijp Digitaal appelleert rechtstreeks aan een geidentificeerde behoefte. Meernet heeft bovendien een belangrijke en eigenstandige promotionele functie om de aantrekkelijkheid van het wonen in Meerhoven onder de aandacht te brengen. Om die reden adviseren wij om voorstellen 5 en 6 af te wijzen.
Raadsnummer Og.RZOZ.OOg
Initiatiefvoorstel 7 inzake de algemene bezuinigingstaakstelling. Mede in het licht van het voorafgaande wil het College nogmaals en wellicht ten overvloede herhalen dat vanwege: 1 het belang van ICT in de sociaal-economische structuurversterking van de stad mede in relatie tot de gewenste voorbeeldrol van de gemeente; 2 de door de raad onderschreven ICT-profilering van stad en regio; 3 de verwachtte ontwikkelingen op het gebied van de interne ICT met daaruit voortvloeiend de druk op de interne ICT-ontwikkeling, mede te bezien van als onderdeel van de verbetering van de bedrijfsvoering; 4 het in vergelijking met andere steden en (overheids-)organisaties bescheiden investeringsniveau in ICT (zowel intern als extern), wij van mening zijn dat het beperken van voor ICT beschikbare middelen niet aan de d ’ 0 die reden adviseren wij dan ook dit voorstel af te wijzen.
r en wethouders van Eindhoven,
secretaris
EE03010236