Autokosten, een nadere toelichting Algemeen Na de behandeling van de toepassingen en gevolgen van de TCO methodiek in algemene zin, nemen we in de volgende hoofdstukken de uiteenlopende aspecten die van invloed zijn op de berekening of inschatting van de kosten onder de loep. Het allerbelangrijkste is dat steeds rekening wordt gehouden met de totale gebruiksduur zoals die voorzien wordt, zowel in tijd als uitgedrukt in het totale aantal af te leggen kilometers. Enkel op die manier is het mogelijk om een realistisch budget per maand of jaar te bepalen. Wie de gehele gebruiksperiode nauwkeurig wil kennen, moet rekening houden met volgend belangrijk gegeven. Twee belangrijke kosten, de waardedaling- en onderhoudskosten verlopen niet lineair, maar ontwikkelen zich respectievelijk degressief en progressief naarmate de auto ouder wordt en/of meer kilometers heeft afgelegd. (zie ook deel I onder “Bepalen meest economische gebruiksduur”)
Kostensoorten
Fleet & Business Lessons
We gaven het al aan in deel I. Een goed kostenbeheer is nodig om de verschillende kostensoorten per kenmerk te onderscheiden. Niet alleen de directe kosten van de auto, maar ook de vaste en variabele kosten. Het in beeld brengen van de specifiek variabele kosten maakt het immers mogelijk om tijdens de gebruiksduur het verband te zien tussen gereden kilometers en de daaruit voortvloeiende kosten enerzijds en op voorhand ingeschatte kosten. Het gebruik van de auto kan worden aangepast maar de vaste kosten kunnen niet of slechts beperkt beïnvloed worden.
30
Directe kosten Dit zijn de kosten die rechtstreeks afhankelijk zijn van het bezit en gebruik van de auto en daarna naar kenmerk dienen te worden onderscheiden. • Vaste kosten Met de aanduiding “vaste kosten” wordt niet bedoeld dat deze kosten niet zullen wijzigen.
Autokosten, een nadere toelichting Ze hebben te maken met het bezit en het ter beschikking hebben van de auto, of deze nu wel of niet gebruikt wordt. Binnen de vaste kosten kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen de kapitaalkosten en de zogenoemde “periodekosten” zoals de verzekeringspremie en de voertuigbelasting. De karakters van deze kostensoorten verschillen doordat de berekening van de kapitaalkosten afhankelijk is van de vooraf geplande looptijd. • Variabele kosten De variabele kosten zijn die kosten die zich voordoen naarmate er meer of minder gebruik wordt gemaakt van de auto. Ze zijn afhankelijk van de afgelegde afstanden. Men spreekt daarom ook wel van de “kilometerkosten”. Naast de onderhouds- en reparatiekosten, rekent men hier ook de kosten aan eventueel vervangend vervoer bij. Naast de variabele kosten (waarvan het risico kan worden uitbesteed), is er de post brandstofkosten. Een post die zal blijven stijgen zolang er een beroep moet worden gedaan op fossiele energiebronnen. Vaste kosten * kapitaalkosten • waardevermindering • financieringskosten * periodekosten • voertuigbelasting • verzekeringspremies
Variabele kosten * km kosten • reparatie en onderhoud • banden • vervangauto (risico) * brandstofkosten
Indirecte kosten Onder deze categorie vallen een aantal kostenposten die wel met het bezit en gebruik van de auto’s in totaliteit te maken hebben, maar die niet rechtstreeks verbonden zijn met het geïnvesteerd bedrag, de geplande gebruiksduur of de verreden kilometers.
• Risico De als indirect aan te merken risico’s zijn die van tijdelijke of definitieve overcompleetheid, afwijkende economische ontwikkelingen en daarmee samenhangende inflatie en renteontwikkelingen. Schade aan de auto wordt niet beschouwd als een risico wegens de voorspelbaarheid ervan evenmin als de aan derden toegebrachte schade (aansprakelijkheid) die wettelijk wordt geregeld en gedekt wordt door een verzekering.
Fleet & Business Lessons
• Overhead Het aanschaffen van auto’s, de kostenregistratie en –controle en het bewaken van de beleidsbepalingen vraagt aandacht van de bedrijfsleiding en van de financieel administratieve medewerkers. Bij verspreiding van de autokosten over vele verschillende vestigingen en/of kostenplaatsen kan een specifiek extern financial control unit worden ingeschakeld. Indien voor een leasingformule wordt gekozen, zal een belangrijk deel van de overhead door de leasemaatschappij overgenomen worden. Dit neemt niet weg dat contractbeheer en dagelijkse betrokkenheid altijd een zaak van de uitbestedende partij blijven.
31
• Overheidsheffingen Deze kunnen naast directe koppeling aan het autobezit of –gebruik ook in verband met milieu en reizen worden geheven. Een solidariteitsheffing ter zake van CO2-uitstoot door het autogebruik is weliswaar gekoppeld aan het ter beschikking hebben van de auto met een bepaalde uitstootwaarde, maar wordt los van het juridisch en economisch eigendom aan de gebruikende instantie opgelegd. Bovendien wordt deze heffing niet in de uitvoering van leasecontracten betrokken en heeft hij dus een indirect karakter. Datzelfde geldt in zekere mate voor de beperking van de BTW-verrekenbaarheid. Zeker wanneer de fiscus de beperking van de verrekenbaarheid van BTW laat afhangen van de kostensoort (België) of de beperking eens per jaar tegen een forfaitaire waarde in rekening brengt (Nederland). In beide gevallen wordt de behandeling van deze kosten het beste toevertrouwd aan de financial controller die de wagenparkcoördinator bijstaat, met name op het gebied van overhead- en andere kosten op grotere afstand van de auto. * Effecten op winstbelasting Enkel wanneer autobudgetten van verschillende landen met elkaar worden vergeleken is het nodig de effecten van de winstbelasting te betrekken bij de kostenbeoordeling.
Berekening van kosten In dit hoofdstuk behandelen we een aantal aspecten dat van toepassing kan zijn bij de beoordeling en de berekening van de belangrijkste kosten. De kosten van waardedaling en financiering zijn van groot belang. Om ze goed te kunnen inschatten, is het nodig stil te staan bij het waardeverloop van auto’s, van investering- tot restwaarde, alvorens de kosten te kunnen behandelen.
Fleet & Business Lessons
De investeringswaarde
32
De door de producent of distributeur voor een auto vastgestelde catalogusprijs omvat alle prijscomponenten die een rol spelen: van productiekosten, transport-, promotie- en garantiekosten over winstmarges voor de verschillende distributieschakels tot overheidsheffingen. De catalogusprijs is de notering waarmee geadverteerd wordt. Dit betekent dat deze notering voor een belangrijk deel “het waardebeeld” van een auto bepaalt, zoals die door het publiek wordt ervaren en ze is als zodanig ook van invloed op de restwaarde. Enerzijds is een aantrekkelijk lage catalogusprijs nodig om te concurreren met andere merken. Daar staat tegenover dat een lage catalogusprijs niet zelden leidt tot een lage waardering. Het pakket aan overheidsheffingen waarmee gerekend moet worden in relatie tot de aanschafprijs betreft de volgende elementen (deze verschillen van land tot land, red.): • BTW en de toegestane bedrijfsmatige verrekening of terugvordering daarvan • Registratiebelasting • Milieuheffing
Autokosten, een nadere toelichting • BTW, belasting toegevoegde waarde Het is goed om weten dat de BTW-heffing per saldo alleen ten laste komt van eindgebruikers die geen BTW kunnen verrekenen (zowel particulieren als organisaties die geen BTW-belaste prestaties leveren). Het BTW-heffingspercentage verschilt van land tot land, terwijl ook de verrekenbaarheid binnen de EU-markt niet eenduidig is. In principe kunnen bedrijven en organisaties die met hun activiteiten BTW in rekening brengen aan hun afnemers, de aan hun leveranciers betaalde BTW verrekenen met hetgeen zij aan BTW richting fiscus moeten afdragen. Zo blijft er voor de fiscus alleen een percentage van de toegevoegde waarde over. De activiteiten van een aantal branches zijn vrijgesteld van BTW-toerekening. Dit houdt in dat de betreffende organisaties (banken, verzekeraars, scholen en de gezondheidszorg) geen BTW in rekening brengen voor hun diensten en leveringen, maar daardoor zelf de bij inkoop van goederen en diensten verschuldigde BTW niet kunnen verrekenen en dus het geheel als kosten in aanmerking moeten nemen. BTW kent naast de normale “hoge” heffing en de vrijstelling ook nog een laag tarief voor primaire levensbehoeften, terwijl in een aantal EU landen een deel van de BTW die betrekking heeft op de kosten van personenauto’s niet voor verrekening in aanmerking komt wanneer de auto’s mogelijkerwijs ook voor privé-doeleinden gebruikt worden. • Registratiebelasting In de meeste EU landen wordt bij de eerste registratie van een auto een “registratiebelasting” geheven. In Denemarken, Nederland, Portugal en Griekenland gaat het om hoge tot zeer hoge bedragen, die van grote invloed zijn op het totale kostenbeeld. Hoog of laag, het maakt niet uit, elk verschuldigd bedrag bij aanschaf cq. in gebruik hebben, zal betrokken moeten worden in de investering, om er vervolgens op af te schrijven.
• Effect van aankoopkortingen Het is een normaal gegeven, dat in het vrije economische verkeer onderhandeld wordt over de voorwaarden van een (aankoop)-transactie. In de autobranche weet iedereen dat een deel van de beschikbare marge aangewend moet worden om bij klanten een aantrekkelijk aanbod neer te kunnen leggen. Naarmate vraag- en aanbodverhoudingen verschuiven en/of de klant bereid is zich vast te leggen voor een hoger aantal auto’s, zal de scherpte van het zakendoen kunnen toenemen. Een nevenaspect dat de aankoopkorting beïnvloedt, zijn acties van autoproducenten, gericht op het veroveren van extra marktaandeel en acties, die erop gericht zijn de minder goede waardevastheid van een bepaalde auto te corrigeren. In het zakelijke segment wordt rekening gehouden met het feit dat een lagere aanschafprijs
Fleet & Business Lessons
• Milieuheffngen In die gevallen waar de eerste registratie gepaard gaat met een milieuheffing, is het karakter niet anders dan van de registratiebelasting en zal opname in het te activeren investeringbedrag moeten plaatsvinden. Periodiek verschuldigde bedragen worden voor de vermelding op de balancesheet niet in aanmerking genomen, maar zijn wel van invloed op de financieringskosten indien ze bij vooruitbetaling verschuldigd zijn.
33
ook lagere financieringskosten met zich meebrengt. Hoewel de kortingen die men moet verlenen aan fleet-owners (en dus ook aan leasemaatschappijen) veel aandacht krijgen, is er in verhouding met particuliere transacties (met inruil) per saldo weinig verschil te merken. Een verkregen aankoopkorting zal slechts voor een klein gedeelte van invloed zijn op de overheidsheffingen. Weliswaar daalt de toegevoegde waarde van de verkoper door het verlenen van een korting op de prijs, maar registratiebelasting en milieuheffingen zijn gebaseerd op andere gegevens en zullen dan ook onveranderd blijven. • Per saldo, de investeringswaarde De som van de aankoopprijs van de auto, de opties en de accessoires, plus de daarop verkregen aankoopkorting vermeerderd met de afleverkosten en registratiebelasting, dat resulteert in de investering, die bepalend is voor de afschrijving, maar ook voor de financieringskosten die bij een kostprijsberekening aan de orde komen. De investeringswaarde zal betrokken worden in de interne financiële verslaglegging (economische waardering). In die gevallen waar de overheid investeringen aanmoedigt, is de daadwerkelijke investering bepalend voor de hoogte van de overheidsstimulering/ subsidie.
Berekeningmodule Catalogusprijs auto (excl. BTW) Catalogusprijs fabrieksopties Min aankoopkorting Tussentotaal Plus: afleverkosten Plus: niet verrekenbare BTW Plus: heffingen bij eerste registratie Totaal = investeringswaarde
Fleet & Business Lessons
Waardeverloop en restwaarde
34
Dat een auto in waarde vermindert naarmate de auto ouder wordt, spreekt voor zich. Het verloop van de waarde is echter niet eenvoudig bij voorbaat vast te stellen of te berekenen. De waarde van een auto wordt te zijner tijd bepaald door de markt voor tweedehandse auto’s en. Dit heeft tot gevolg dat bij het budgetteren vooraf een schatting gedaan moeten worden. Voor een verhuurder c.q. leasemaatschappij gaat deze schatting van de restwaarde gepaard met meer risico’s dan voor degene die het voor auto’s in eigen beheer doet. De verhuurder zal bij het vaststellen van de afschrijvingskosten steeds in de gaten moeten houden dat er een concurrerende leaseprijs uit volgt, terwijl bij autogebruik in eigen beheer de restwaarde veelal zal worden afgestemd op de, fiscaal gezien, gunstigste waarde, die veel lager zal zijn dan waar een leasemaatschappij een concurrerende leaseprijs mee kan berekenen. Ervaring en goed koopmanschap geven weliswaar enig houvast bij het verstandig vaststellen van de restwaarde, maar uiteindelijk blijven het de marktgegevens van enkele jaren later, die bepalend zijn voor de investeerder en die dus onmogelijk vooraf met zekerheid zijn in te schatten. Het verkrijgen van zekerheid omtrent de restwaarde (gegarandeerde opbrengst) zal altijd een bepaalde extra kostenpost met zich meebrengen, vergelijkbaar met een verzekeringspremie (zekerheid tegen betaling).
Autokosten, een nadere toelichting • De waardebepalende factoren De waarde van een auto is afhankelijk van A. autogegevens: • de courantheid van de betreffende auto • de ouderdom in maanden en (bouw)jaren • het aantal met de auto gereden kilometers • de specificatie van de auto • de staat van onderhoud B. de economische omstandigheden/ ontwikkelingen: • de bereidheid van het kopend publiek om gebruikte auto’s te kopen • de hoogte van financieringsrente • de omvang van handelsvoorraden bij autobedrijven • de literprijs van de betreffende brandstof • het prijsniveau van nieuwe auto’s C. de dan geldende overheidsmaatregelen • heffingen ter zake van de aanschaf en het gebruik van auto’s • fiscale verrekenbaarheid van autokosten
• De ouderdom Het tweede gegeven dat van invloed is op de restwaarde van de auto is de ouderdom. Ook hierbij kan de nieuwprijs gelden als basis voor de restwaardeberekening: een percentage van de catalogusprijs voor elke verstreken maand, gerekend vanaf de eerste registratiedatum, geeft de waardedaling door veroudering goed weer. Verder kan als nuttig zijn om extra waardevermindering toe te passen voor elke overschrijding van een kalenderjaargrens. Bovenstaande grafiek betreft auto’s met verschillende courantheid, maar wel dezelfde kilometrage en laat zien dat het verschil in waardeverloop met name aan het begin groot is
Fleet & Business Lessons
Met betrekking tot de autogegevens volgt hierna een korte toelichting: • De courantheid Dit is een gegeven, dat de vraag- en aanbodverhouding weergeeft en zich het beste laat verklaren door de waardevermindering die zich voordoet, indien direct na eerste registratie de auto weer verkocht zou moeten worden. In die situatie van een gedwongen verkoop doet zich het eerste waardeverval het duidelijkste voor. Een veel gevraagde auto die moeilijk leverbaar is, zal nog maar weinig aan waarde hebben ingeboet, terwijl de waardevermindering van een weinig gangbare auto meer dan een kwart van de catalogusprijs kan belopen. De courantheid van een auto is het beste uit te drukken in een initieel afschrijvingspercentage, maar ook dat gegeven zal van tijd tot tijd opnieuw beoordeeld moeten worden: onder andere het op de markt komen van nieuwe (andere) auto’s is hier van invloed.
35
Waardeverloop verschillende courantheden
% van nieuwwaarde
Courantheid C Courantheid B Courantheid A
Lootijd in maanden
door de invloed van de courantheid. Naarmate een auto ouder wordt, zal het effect van goede of minder goede courantheid wegebben. • Het aantal verreden kilometers De waardevermindering in verband met het aantal verreden kilometers kan ook het beste uitgedrukt worden in een percentage van de catalogusprijs; voor de berekening geldt dan een notering in procenten van de catalogusprijs per 1.000 of 5.000 kilometer. Sommige Lessors gebruiken een vaste notering in "eurocenten per km" voor correctie van de waarde voor het gereden aantal kilometers, onafhankelijk van de catalogusprijs; dat is een niet erg zorgvuldige benadering die alleen gebruikt kan worden voor het berekenen van kleine kilometrage afwijkingen ten opzicht van het contractkilometrage. Waardeverloop bij verschillende kilometrages
Fleet & Business Lessons
% van nieuwwaarde
25.000 km/jaar 35.000 km/jaar 45.000 km/jaar
36
Looptijd in maanden
Autokosten, een nadere toelichting Bij leasemaatschappijen wordt de restwaardebepaling scherp bewaakt; het is een goed gebruik, dat de restwaardegegevens periodiek door een "restwaarde-commissie" worden beoordeeld en alleen wanneer er duidelijke aanwijzingen daartoe zijn, zal tot aanpassing worden besloten. Incidentele aanpassing verstoort de methodiek en behoort niet plaats te vinden. Behalve de bovenstaand behandelde restwaarde-indicatoren die direct met de autosoort–merk en -type te maken hebben zijn er nog twee aspecten die niet in algemene zin, maar meer specifiek van invloed zijn:
• De specificatie van de auto De specificatie van een auto wordt pas definitief nadat de gebruiker zijn keuze heeft bepaald. Naast de invloeden van de kleurkeuze en motorisering plus aandrijving is ook nog van belang welke extra uitrusting aan de auto wordt toegevoegd. Tegenover de extra investering staat dan ook de restwaarde die de extra uitrusting wel of niet weet te genereren. Er valt wel degelijk een onderscheid te maken tussen opties en accessoires die wel of geen invloed hebben op de restwaarde van de auto. Hoewel er overwegingen kunnen zijn die leiden tot volledig afschrijven van elke investering in extra uitrusting, is het raadzaam te onderzoeken welke items al dan niet een positief effect op de restwaarde hebben. In feite is de volgende classificatie te maken. De restwaarde is: a. overeenkomstig het percentage van de standaard auto b. een vast beperkt percentage, ongeacht de gebruiksduur c. nihil, ongeacht de gebruiksduur • De staat van onderhoud Beïnvloeding van de staat van de auto begint bij de instructies aan berijders van de auto’s. Dit heeft niet alleen een weeslag op de uitstraling van een bedrijf, maar ook op de restwaarde van de auto. In het geval van leasing zal bij inname aan het einde van de gebruiksduur een taxatie plaatsvinden waarbij de staat van onderhoud de basis kan zijn voor toerekening van extra kosten. Bij auto’s in eigen beheer zal het de mindere opbrengst bij verkoop zijn die tot extra kosten leidt.
De totale waardevermindering is het verschil tussen de investeringswaarde en de geschatte restwaarde aan het einde van de geplande of gecontracteerde gebruiksperiode. Afschrijving is voor een belangrijk deel een (tijdsgebonden) “vaste” kostenpost, maar dat neemt niet weg dat het gereden aantal kilometers wel degelijk telt. Voor de waardevermindering en de hierna te behandelen rentekosten geldt, dat de totale geplande gebruiksperiode medebepalend is voor de kostenberekening. Bij de behandeling van het waardeverloop van de auto is al vastgesteld, dat de marktwaarde zich niet lineair ontwikkelt, hetgeen betekent dat bij wijziging van de gebruiksduur altijd een nieuwe berekening gemaakt zal moeten worden. Het beginpunt wijzigt weliswaar niet maar de restwaarde zal op een andere plaats van de kromme moeten worden afgelezen.
Fleet & Business Lessons
Afschrijvingskosten
37
Ongeacht of geleast wordt dan wel auto’s in eigen beheer worden gehouden, de in de bedrijfsadministratie te verantwoorden kosten van afschrijving op de waarde zullen lineair moeten verlopen. Dat betekent dat in alle gevallen een budget moet resulteren in maandbedragen om zo de toerekening van kosten voor minder dan een jaar goed te kunnen weergeven. Financierings- of rentekosten Elke autoaanschaf vangt aan met een forse uitgave, niet alleen door het betalen van de koopprijs van de auto, maar ook voor de kosten die bij vooruitbetaling verschuldigd zijn zoals voertuigbelasting en verzekeringspremie. Bij het berekenen van de rentekosten wordt door alle professionele wagenparkbeheerders op dezelfde manier gewerkt: begin en eindpunt van het investeringsverloop worden bepaald door de aanschafwaarde en de restwaarde waarmee gerekend wordt. Voor de van toepassing zijnde (vaste) gebruiksperiode is vervolgens het gemiddeld geïnvesteerde bedrag eenvoudig te bepalen. De rentekosten worden berekend over dit gemiddelde: Auto-investering + Restwaarde + Vooruitbetaalde kosten x rente %/jaar x aantal jaren 2 De som van het rentebedrag en de gehele waardevermindering vormt het totaal aan “kapitaalkosten”. In het geval van uitbestede financiering levert deze post, ook wel “afschrijving en rente” genoemd, door het te delen door het aantal maanden de maandannuïteit op. Ook bij auto’s in eigen beheer is het zinvol om rekening te houden met de financieringskosten, maar wanneer uit eigen middelen of met algemeen verkregen bedrijfsfinanciering de investering wordt gedaan, zullen de financieringskosten zich anders aandienen, namelijk als verlies van rente-inkomsten dan wel als betaling van rentebedragen die niet rechtstreeks naar de auto als gefinancierd object verwijzen.
Fleet & Business Lessons
Periodekosten
38
• Voertuigbelasting Er moet rekening gehouden worden met grote verschillen per land. Er kan sprake zijn van een radiobelasting, wegenbelasting (road tax) en een bezitsbelasting (houderschapsbelasting). Daarnaast is het goed om weten dat deze belastingen aangepast zullen moeten worden, indien tijdens de looptijd de tarieven wijzigen. In het geval van tussentijdse beëindiging van het gebruik van de auto eindigt ook de verschuldigdheid van belasting en verzekeringspremie. Restitutie van de alsdan resterende vooruitbetaling kan dan gerealiseerd worden. • Verzekeringspremie Houderschapsbelasting en WA-verzekeringspremie zijn kostencomponenten, die geheel buiten de invloedssfeer van de Lessor vallen, en ook als de voorziening voor cascoschade in eigen beheer van de Lessor wordt getroffen, zal de Lessor zich de vrijheid tot aanpassing van de premie aan het schadeverloop voorbehouden.
Autokosten, een nadere toelichting • Onderhoud- en keuringskosten Voor alle duidelijkheid, ook als er niet of nauwelijks met de auto wordt gereden, zal er sprake zijn van een zeker bedrag dat nodig is voor het periodieke onderhoud en /of keuring. Het gemiddelde bedrag per maand kan berekend worden door de jaarlijkse controlewerkzaamheden te delen door 12 en dat bedrag in mindering te brengen op de totale ROB kosten. Door dit zo te doen wordt de kwaliteit van de kilometerkostenberekening verbeterd. • Beheerskosten De kosten van het autobeheer zijn, in het geval gebruikgemaakt wordt van leasing, voor een belangrijk deel als periodekosten aan te merken. De beheerskosten kunnen worden onderverdeeld naar kosten van administratie en kosten van belangenbewaking, waarvoor leasemaatschappijen een zogenaamde "management fee" in rekening brengen. Naast dekking voor de daadwerkelijke automatiserings- en personeelkosten kan er ook een voorziening voor onverwachte tegenvallers onder schuil gaan. Fleet-owners met wagenparken van enige omvang zullen in geval van uitbesteed beheer detailinzage verlangen in de kostencalculaties en afspraken omtrent de belangrijkste tariefgrondslagen willen maken. Afspraken omtrent de rentenotering, verzekeringspremies en vergoeding voor de beheerwerkzaamheden zijn voorbeelden daarvan. Kilometerkosten • Waardedaling per kilometer Hoewel het gros van de waardedaling het gevolg is van de overgang van nieuwe naar gebruikte auto en vervolgens het ouder worden van de auto, is een deel van de waardedaling het gevolg van het toenemend aantal gereden kilometers. De goed werkende benadering voor dit onderdeel van de kilometerkosten is die waarbij wordt uitgegaan van het waardeverschil van twee vergelijkbare auto’s die even oud zijn met verschillende kilometerstanden. Stel een auto van 4 jaar met kilometerstand 100.000 en dezelfde auto van 4 jaar oud met 160.000 km. Het waardeverschil in euro is dan te wijten aan de 60.000 extra afgelegde kilometers. Stel de waarden zijn: 10.200 EUR 9.300 EUR 900 EUR
= 1,5 eurocent/km
• Reparatie en onderhoud De ROB-kosten (Reparatie Onderhoud en Banden) hangen nauw samen met de kwaliteit van de auto, maar ook met de kwaliteit van het beheer en zijn verder afhankelijk van het gebruik van de auto, in termen van gebruikssoort, het aantal kilometers zowel als gebruiksduur. Ook bij veel kennis en ervaring met betrekking tot ROB-kosten, blijft het vaststellen van een notering voor meerdere jaren risicovol.
Fleet & Business Lessons
4 jaar/100.000 km 4 jaar/160.000 km Verschil 60.000 km
39
Net als voor de overige kosten worden de servicekosten voor de gehele looptijd berekend en herleid tot een gelijkblijvend bedrag per maand, terwijl de uitkomst in centen per kilometer een goed gegeven is voor vergelijk. De voorziening voor de ROB-kosten kan geheel lineair verlopen of getrapt. In dat laatste geval wordt rekening gehouden met de progressieve ontwikkeling van deze kostenpost, naarmate de ouderdom en de kilometrage van de auto toenemen. Niet alleen is een 120.000 km onderhoudsbeurt meer omvattend dan een beurt na 40.000 km, met het toenemende aantal kilometers en de ouderdom neemt ook de kans op reparatie en vervanging van onderdelen toe. Een lineaire toerekening van kosten voor de gehele periode, zoals dat bij leasing gebeurt, zal voor een groot gedeelte van de gebruiksduur resulteren in een zekere buffer waaruit onverwacht opkomende kosten gedekt kunnen worden. De kosten van bandenvervanging doen zich normaliter pas voor als al tienduizenden kilometers gereden zijn, en ze geven dan ook een plotse stijging aan de kostencurve, zoals onderstaande grafiek ook aangeeft. Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ROB-kosten vermeerderd met kosten voor vervangend vervoer over een periode van 48 maanden, bij 35.000 km per jaar. Als de gebruiksduur wordt uitgebreid, hetzij in tijd, hetzij door meer kilometers, zullen de kosten uitstijgen boven het bij aanvang van het gebruik geraamde km-bedrag. ROB kosten per km. cumulatief (in EURO cent) Eurocenten/km. vlgs contract Actuele kosten in Eurocenten/km.
Fleet & Business Lessons
Lootijd in maanden tot 48
40
De grafiek vertoont een grillig verloop, zoals zich dat voor één auto in de praktijk kan voordoen. Voor een geheel wagenpark is het beter een meer globale benadering te volgen, zoals weergegeven in de volgende afbeelding (eveneens ontwikkeling in centen per km). Deze grafiek geeft aan dat een merkbare toename van de kosten per km afhankelijk kan zijn van de combinatie van tijdsduur en kilometrage. Hoewel vaak wordt gesproken over dé notering in eurocenten per kilometer voor een bepaalde auto, kan het nodig zijn om de notering aan te passen ingeval van langer dan gemiddelde looptijden en/of hogere totaalkilometrages. Daarvoor is weliswaar uitgebreide ervaring vereist, maar naarmate de trend zich voortzet dat steeds langere looptijden worden gekozen, zal de noodzaak evenredig toenemen. Ook zal het belangrijker worden om rekening te houden met de inflatie.
Autokosten, een nadere toelichting
Ontwikkeling ROB kosten per km 25.000 km/jaar 35.000 km/jaar 45.000 km/jaar
Gebuiksduur in maanden
Bij aandacht voor verdeling van de berekende autokosten over de verschillende jaren kan ervoor gekozen worden om de in totaliteit berekende gemiddelde ROB-kosten per maand te verdelen op een manier als volgt: Gebruiksduur jaar 1 jaar 2 Bedrag per maand in % van totaal gemiddelde 3 jaar – 150.000 km 80% 100% 4 jaar – 160.000 km 70% 90% 5 jaar – 175.000 km 70% 85%
jaar 3
jaar 4
jaar 5
120% 110% 100%
130% 115%
130%
Noteer dat voor elk van de drie voorbeelden de notering 100% verschillend zal zijn, neiettegenstaande het steeds dezelfde auto betreft. • Vervangingsauto Bij het vaststellen van een reservering voor deze post is het gebruikelijk dit afhankelijk te stellen van de omvang van het ROB-bedrag, omdat daarin al het aantal te rijden kilometers verwerkt zit alsook de gevoeligheid van de betreffende auto voor onderhoud. Voor zover de kosten van vervangingsauto’s het gevolg zijn van een schadegeval, bestaat de kans op beperking van de kosten door deze, in het geval van verhaalschade, naar de tegenpartij door te rekenen.
Brandstofkosten zijn niet goed te budgetteren, maar zouden bij een aanschafbeslissing nooit buiten beoordeling mogen blijven, alleen al vanwege het aandeel in de kosten, dat 25 tot 35% van de autokosten uitmaakt. Bij het kiezen van automerk en -type moet altijd gezocht worden naar auto’s die een gunstig brandstofverbruik combineren met hoge restwaarden. De meeste automerken en –typen die goed scoren voor zakelijk gebruik bieden zowel benzine- als dieseluitvoeringen, maar dat wil nog niet zeggen dat diesel de meest economische keuze is. Per autocategorie of prijsklasse kan het voorkomen dat de meerprijs van de diesel uitvoering sterk varieert van merk tot merk. Als de hoge meerprijs van de dieseluitvoering ook nog eens
Fleet & Business Lessons
Brandstof
41
gepaard gaat met een (hoog vermogen) turboversie, dan kan dat een meerprijs voor de dieselversie met zich meebrengen die alleen bij hoge kilometrages is terug te verdienen door de lagere kosten voor de brandstof. Is de prijs van de dieselversie inderdaad beduidend hoger, dan gaat dat veelal ook gepaard met uitvoeringsaspecten die van invloed zijn op ROB en verzekeringskosten. Hierna is een vergelijking weergegeven van de kosten voor een benzine- en een dieseluitvoering van een bepaald merk en type auto. Gezien de substantiële invloed van de CO2-heffing én de beperking in BTW-verrekenbaarheid, kan niet voorbij worden gegaan aan deze twee overheidsbepalingen. De niet verrekenbare BTW is inbegrepen in de noteringen (want niet afhankelijk van de brandstofsoort), terwijl de CO2-heffing juist wel apart genoemd dient te worden. Keuze brandstofsoort AUTO A
48 maanden gebruik Benzine Vaste kosten 251 EUR/maand CO2-heffing 48 EUR/maand Som van de vaste kosten 299 EUR/maand Benzine versus diesel -35 EUR/maand Kilometerafhankelijke kosten 0,0338 EUR/km Brandstofkosten 0,0792 EUR/km Som van de variabele kosten 0,1130 EUR/km Benzine versus diesel 0,0356 EUR/km Diesel uitvoering voordeliger vanaf 11.787 km/jaar
Diesel 294 EUR/maand 40 EUR/maand 334 EUR/maand 0,0329 EUR/km 0,0445 EUR/km 0,0774 EUR/km
Uit de vergelijking komt naar voren dat de betreffende auto uit de lagere middenklasse vanaf 12.000 km per jaar de dieselversie al voordeliger is. Voor een merk en type uit de hogere middenklasse, waarbij de meerprijs voor de dieselversie hoog genoemd kan worden, pakt de vergelijking anders uit. Onderstaand overzicht laat zien dat hier de dieselversie eerst bij zo’n 30.000 km per jaar voordeliger is dan de benzineuitvoering. Beide kostenvergelijkingen zijn gebaseerd op Belgische gegevens en de uitkomsten zijn onmogelijk ook voor andere landen van toepassing te verklaren. Keuze brandstofsoort
Fleet & Business Lessons
AUTO B
42
48 maanden gebruik Benzine Vaste kosten 370 EUR/maand CO2-heffing 71 EUR/maand Som van de vaste kosten 441 EUR/maand Benzine versus diesel -90 EUR/maand Kilometerafhankelijke kosten 0,0455 EUR/km Brandstofkosten 0,0960 EUR/km Som van de variabele kosten 0,1415 EUR/km Benzine versus diesel 0,0371 EUR/km Diesel uitvoering voordeliger vanaf 29.141 km/jaar
Diesel 446 EUR/maand 85 EUR/maand 531 EUR/maand 0,0444 EUR/km 0,0600 EUR/km 0,1044 EUR/km
Autokosten, een nadere toelichting De brandstofkeuze is belangrijk. Maar ook belangrijk is dat er rekening gehouden wordt met het brandstofverbruik in liters per 100 km en/of de uitstoot aan CO2 die daar rechtstreeks mee te maken heeft. Het aanschaffen van auto’s (uit een bepaalde categorie) met een relatief gunstig brandstofverbruik zou bij elke aanschafbeslissing een rol van betekenis moeten spelen. In België heeft dat ook een rechtstreeks gevolg voor de maandelijkse CO2-heffing, en wel als volgt. CO2-uitstoot g/km 120 130 140 150 160 170 180
Heffing per maand in EUR Benzine Diesel 26 40 34 48 41 55 49 63 56 70 64 78 71 85
CO2-uitstoot g/km 200 220 240 260 280 300 320
Heffing per maand in EUR Benzine Diesel 86 100 101 115 116 130 131 145 146 160 161 175 176 190
Fleet & Business Lessons
Vaak worden de brandstofkosten tegelijk met het leasetarief in rekening gebracht. De aanduiding "brandstofleasing" is overigens principieel onjuist: brandstof is geen bedrijfsmiddel en kan niet voor bepaalde tijd in gebruik worden gegeven. Een betere aanduiding is dan ook: "brandstof-creditservice". Er zal immers altijd op basis van nacalculatie gewerkt worden. De argumentatie voor deze benadering is evident. Dikwijls wijzigen de brandstofkosten en het verbruik is sterk afhankelijk van de autobelasting in termen van belading, te rijden trajecten, snelheid en de wijze van optrekken en afremmen. Bij vergelijking van verschillende (lease)aanbiedingen, dient dan ook alleen gekeken te worden naar de noteringen zonder brandstof. De brandstof komt immers te allen tijde op basis van nacalculatie ten laste van de gebruiker. Bij de keuze van brandstofsoort zijn de leasetarieven inclusief brandstofkosten wel van belang, mits daarbij de tarieven van één en dezelfde leasemaatschappij worden geraadpleegd; niet elke Lessor gebruikt dezelfde verbruiksgegevens.
43
Meerjarenplanning
Fleet & Business Lessons
Voor organisaties met auto’s in “eigen beheer” is het van belang dat een onderverdeling van de kosten per jaar wordt gemaakt waarin de CO2-uitstoot zo goed als mogelijk in zowel de ontwikkeling van de ROB-kosten als die van de inflatie wordt betrokken. De praktijk leert dat voor het eerste jaar meteen al rekening gehouden moet worden met kostenstijgingen. De overheid wacht echt niet met het aanpassen van heffingen totdat een auto ouder dan een jaar is en voor de brandstofprijzen moet vanaf dag één al rekening gehouden worden met wijzigingen, met per saldo een duidelijk stijgende trend, ongeveer het dubbele van de algemene inflatie vertegenwoordigend. De per saldo gunstiger afschrijvingskosten zijn het resultaat van de uitwerking van de inflatie op de restwaarde en zijn dus niet direct aan de afschrijvingskosten te koppelen.
44
Fleet & Business Lessons
Autokosten, een nadere toelichting
45