Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Jaarverslag 2004
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Ringwade 1 3439 LM NIEUWEGEIN Postbus 1339 3430 BH NIEUWEGEIN Telefoon Telefax Website
(030) 2 85 33 33 (030) 2 85 49 06 http://www.bn-pensioenfonds.nl
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Behandeld door Onderwerp
26 september 2005 MH/csr/05.079 M.J.L. Heitman
Doorkiesnummer Directe telefax E-Mail adres
Nadere toelichting bestuursverslag in het jaarverslag 2004
Geachte deelnemer, In het jaarverslag 2004 van ons pensioenfonds is een bestuursverslag opgenomen. Het bestuur streeft met dit verslag een zo open en heldere communicatie met de deelnemers na door in duidelijke taal verslag te doen van de ontwikkelingen van en binnen het pensioenfonds. In het overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) is ons gebleken dat op een tweetal punten een nadere verduidelijking op haar plaats is.
In ons bestuursverslag hadden wij over de besprekingen met DNB zoals die tot op die datum hadden plaatsgevonden als volgt bericht “DNB heeft in 2005 ook aangegeven dat zij zich kan vinden in de Pensioenregeling 2005”. Het is niet de taak van DNB om pensioenregelingen goed te keuren. DNB toetst uitsluitend of pensioenregelingen voldoen aan de wet- en regelgeving die op pensioenfondsen van toepassing is en maakt daarover opmerkingen. DNB heeft na het bestuursverslag ons ook nog een aantal aanvullende opmerkingen over het (vroeg)pensioenreglement doen toekomen. Deze opmerkingen zullen ook door ons in het (vroeg)pensioenreglement worden verwerkt. Daarnaast zal de DNB de finale beoordeling van de financieringsopzet van de pensioenregeling nog afronden.
In het bestuursverslag hadden wij opgenomen “Het pensioen is voorwaardelijk, het pensioen is namelijk afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds”. DNB stelt zich op het standpunt dat een ‘voorwaardelijke’ pensioentoezegging niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Wij beoogden echter met het gebruik van de term ‘voorwaardelijk’ duidelijk te maken dat, los van de formele aanduiding van de
pensioentoezegging zoals die is verwoord in ons (vroeg)pensioenreglement, de financiële risico’s van de uitvoering van de pensioenregeling geheel bij ons pensioenfonds liggen.
Zoals ook aan u is uitgelegd bestaat er geen mogelijkheid meer om die risico’s achteraf af te wentelen op de onderneming. De onderneming betaalt immers alleen een vaste pensioenpremie aan ons pensioenfonds en er kan geen beroep meer door ons pensioenfonds op de onderneming worden gedaan in een situatie van onderdekking. Dit houdt in dat deze risico’s door ons pensioenfonds moeten worden opgevangen. Over de wijze hoe dat exact vorm gegeven dient te worden in de financieringsopzet van de pensioenregeling, zonder afbreuk te doen aan de uitgangspunten van de pensioenregeling, hebben wij nog overleg met DNB.
Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam
M.J.L. Heitman secretaris
foto omslag: Ons zelfvarende hefschip Svanen wordt ingezet bij de bouw van het eerste windmolenpark vóór de Nederlandse kust. De reusachtige catamaran, waarmee we de Storebaelt Brug in Denemarken en de Confederation Bridge in Canada hebben gebouwd, kan op water als heiplatform fungeren.
Jaarverslag 2004
Voor hetzelfde windmolenpark worden met deze mast metingen verricht. Op 10-18 kilometer uit de kust bij Egmond aan Zee komen 36 windturbines te staan. Vanaf 2006 zullen zij jaarlijks voldoende duurzame stroom produceren voor de energiebehoefte van meer dan 100.000 huishoudens.
2004 stond in het teken van de nieuwe pensioenregeling. Een regeling, die ontworpen is met het oog op een goede pensioenvoorziening voor alle deelnemers, ook in de toekomst. Ons werk levert ook een bijdrage aan de toekomst van Nederland. Ter illustratie van dit jaarverslag kozen we projecten, die dat op een geheel eigen wijze laten zien.
Geïnspireerd door de Olympische successen van de nationale zwemploeg, wil Eindhoven dé zwemstad van Nederland zijn. Daar passen topfaciliteiten bij. De Tongelreep is straks uniek in Europa; niet in de laatste plaats vanwege de hypermoderne trainingsfaciliteiten.
2
Inhoud
Bestuursverslag
4
Kerncijfers
7
Jaarrekening
17
Overige gegevens
30
Resultatenontwikkeling over de laatste 5 jaar
32
Ontwikkelingen over de laatste 5 jaar
34
Personalia
35
Begrippenlijst
36
Nieuwegein, 10 juni 2005
3
Bestuursverslag over het 76ste boekjaar
Voorwoord
Terugblik op 2004 In 2004 gebeurde er veel in de pensioenwereld in het algemeen en bij ons pensioenfonds in het bijzonder. Pensioenen stonden voortdurend in het nieuws, niet in de laatste plaats door de voorbereidingen op veranderingen in de wet- en regelgeving. Centraal stond voor ons de door Ballast Nedam in samenhang met die veranderingen gewijzigde pensioenregeling. In 2004 is de dekkingsgraad door de opbrengst van de beleggingen en het niet indexeren verder gestegen tot 112,1%. De grote schaduwzijde die zich aftekent boven ons pensioenfonds is de in 2005 nog steeds maar dalende rente. Deze dalende rente in combinatie met de te verwachten veranderingen in de regelgeving wordt de uitdaging voor 2005 en verder. Nieuwe pensioenwet In 2006 moet de nieuwe pensioenwet van kracht worden. In deze wet zullen andere eisen aan de financiële positie van pensioenfondsen worden gesteld. Dit zal gepaard gaan met scherper toezicht op de risico’s. Indien een pensioenfonds een te laag vermogen heeft ten opzichte van de verplichtingen (te lage dekkingsgraad) moet het pensioenfonds dat binnen één jaar oplossen.
4
Nieuw is ook dat zowel de beleggingen als de verplichtingen op actuele waarde moeten worden gewaardeerd. Voor ons pensioenfonds betekent dit dat de korte termijn meer van belang wordt, gegeven de alsmaar dalende rente. Door die dalende rente neemt de actuele waarde van de verplichtingen toe terwijl de absolute rendementen van de vastrentende beleggingen dalen, indien rekening wordt gehouden met de verschillen in looptijden tussen verplichtingen en beleggingen. De dekkingsgraad zal dan dalen. Ten opzichte van de gemiddelde looptijd van de verplichtingen van ongeveer 15 jaar bedraagt de looptijd van de vastrentende beleggingen ongeveer 5 jaar. De huidige dekkingsgraad is 112,1%. Herberekening van deze dekkingsgraad op actuele waarde vanaf 2006 kan hierin verandering brengen. Zo lang de verschillen in looptijden tussen de beleggingen en de verplichtingen bestaan, zal de dekkingsgraad de komende jaren op basis van actuele waarde meer gaan schommelen. Deze schommelingen maken de kans op onderdekking gemiddeld groter. Het verkleinen van deze verschillen in de looptijden betekent echter ook het opgeven van mogelijke indexatieruimte in de komende jaren. Meer zekerheid ten aanzien van de dekkingsgraad op de korte termijn kan ten koste gaan van de lange termijn rendementen en derhalve de indexatiemogelijkheden voor de komende jaren beperken. Hoewel het pensioenfonds op de lange termijn is gericht, moet daarbij het belang op de korte termijn gegeven de huidige dekkingsgraad nadrukkelijker worden gewogen.
Dit vraagstuk staat hoog op de agenda. Pensioenregeling 2005 De pensioenregeling is per 1 januari 2005 gewijzigd van een eindloonregeling in een collectieve beschikbare premieregeling. In een eindloonregeling wordt het pensioen opgebouwd op basis van het laatst verdiende salaris. In het herstelplan 2002 voor ons pensioenfonds is dit vastgesteld op het gemiddelde salaris van de laatste drie jaren in plaats van het laatst verdiende salaris. Met de nieuwe collectieve beschikbare premieregeling wordt jaarlijks een vaste premie beschikbaar gesteld die door het pensioenfonds wordt belegd. De premie, vermeerderd met de beleggingsopbrengsten, vormt het vermogen waaruit de pensioenen worden betaald. Dit houdt in dat pas op het moment van pensionering bekend is wat de definitieve hoogte van het pensioen is. Er bestaat dus minder zekerheid, ook na het ingaan van het pensioen. Het pensioen is voorwaardelijk, het pensioen is namelijk afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. De financiële positie is weer in toenemende mate afhankelijk van de hoogte van de beleggingsopbrengsten. In de Pensioenregeling 2005 loopt de deelnemer dus meer risico. Hier staat wel een hogere premie tegenover dan actuarieel noodzakelijk is. In de Pensioenregeling 2005 wordt het pensioenkapitaal verdeeld volgens het middelloon. De basis voor het uit te keren pensioen betreft dus het gemiddelde salaris van alle jaren in plaats van alleen het salaris van het laatste jaar. Wel is het opbouwpercentage verhoogd van 1.75% naar 2% en is de pensioengrondslag aanzienlijk verhoogd door het drempelbedrag waarover geen pensioen wordt opgebouwd te verlagen van € 17.670 naar € 11.500. In de Pensioenregeling 2005 is opgenomen dat er in principe niet wordt geïndexeerd. Door deze uitgesproken nul ambitie hoeft ons pensioenfonds geen reserves aan te houden voor de voorwaardelijke indexatie. Indexatie vindt plaats indien er voldoende middelen zijn. Hiervoor zijn duidelijke regels opgesteld. De vaste premie voor de Pensioenregeling 2005 bedraagt 21,2% van de pensioengrondslag. Dit is het vaste salaris verminderd met het drempelbedrag van € 11.500. Een vaste premie is ook echt vast. Premiekortingen worden niet meer verleend en er kan ook geen onttrekking door Ballast Nedam meer plaatsvinden. Het pensioenfonds kan echter ook niet meer een beroep doen op Ballast Nedam voor aanvullende betalingen buiten de vaste premie. Hiermede is definitief een schot tussen het pensioenfonds en de onderneming geplaatst. Deze nieuwe verhouding is vastgelegd in een overeenkomst tussen het pensioenfonds en Ballast Nedam.
Communicatie De communicatie met de deelnemers is in 2004 geïntensiveerd. Uiteraard had dit betrekking op de invoering van de Pensioenregeling 2005. Desalniettemin is de ambitie om ook de komende jaren de deelnemers actiever te informeren dan in het verleden het geval was. Voor de implementatie van de Pensioenregeling 2005 is in 2004 een uitgebreid traject gevolgd in samenwerking met Ballast Nedam, waarbij Ballast Nedam leidend was naar de actieve deelnemers en het pensioenfonds als uitvoerder van de pensioenregeling gericht was op alle deelnemers. Na een kort vooronderzoek naar de kennis van pensioenzaken bij de deelnemers is een uitgebreide informatiecampagne opgesteld en uitgevoerd bestaande uit: • 2 managementbijeenkomsten • 6 drukbezochte regiobijeenkomsten, ongeveer 50% van de actieve deelnemers zijn hierbij aanwezig geweest • 2 drukbezochte deelnemersvergaderingen, in totaal ongeveer 500 mensen hebben deze bezocht • 1 informatiebijeenkomst voor de inactieven, door ongeveer 250 mensen bezocht • 2 informatiebijeenkomsten met de COR • 2 trainingsbijeenkomsten voor de P&O medewerkers en het pensioenbureau Ter ondersteuning is een pensioenwijzer uitgebracht, evenals een brochure waarin de Pensioenregeling 2005 is opgenomen. De actieve deelnemers hebben 6 weken lang een pensioen e-mail ontvangen waarin elke keer een kernpunt van de regeling werd toegelicht en zij hebben voorts toegang gekregen tot een speciaal daarvoor ingerichte pensioenrubriek op het intranet van Ballast Nedam (Insite). In augustus werd ook de website www.bn-pensioenfonds.nl van ons pensioenfonds geopend met naast alle pensioenregelingen en presentaties ook een pensioencalculator. Tevens werd er goed gebruik gemaakt van de op de site aanwezige vraag en antwoord module. Bestuur en Pensioenregeling 2005 Ballast Nedam is verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenregeling. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling en de zorg voor de opgebouwde aanspraken. Met duidelijke erkenning van deze wederzijdse verantwoordelijkheden heeft het Bestuur indringend en intensief overleg met Ballast Nedam gevoerd. Belangrijke zaken voor het pensioenfonds waren hierbij de positie van de reeds opgebouwde rechten, de rechten die het pensioenfonds had uit hoofde van de in 2004 geldende financieringsovereenkomst en de hoogte van de vaste
premie voor de Pensioenregeling 2005. Het Bestuur heeft zich in de afweging bij laten staan door meerdere adviseurs en zich op een aantal cruciale punten van een second opinion laten voorzien. Het Bestuur was van oordeel dat de Pensioenregeling 2005 recht doet aan een evenwichtige afweging van belangen van alle belanghebbenden en ter goedkeuring aan de deelnemers kon worden voorgelegd. Door de uitgebreide informatiecampagne was het Bestuur van mening dat de deelnemers ook in staat gesteld waren om tot een verantwoorde afweging te kunnen komen. Teneinde een ieder de gelegenheid bieden om te kunnen stemmen zijn in september 2004 de statuten zodanig aangepast dat ook een schriftelijke stem kon worden uitgebracht zodat het niet noodzakelijk was om hiervoor aanwezig te zijn op de deelnemersvergadering van 24 november 2004. De Pensioenregeling 2005 is in die vergadering aangenomen met 75% stemmen vóór. Op 30 maart 2005 heeft het Bedrijfstak Pensioenfonds Bouwnijverheid ons medegedeeld dat de vrijstelling van de verplichte pensioenregeling van Ballast Nedam met terugwerkende kracht zou worden ingetrokken. Het Bestuur heeft alle deelnemers hierover geïnformeerd en op 25 april 2005 een extra deelnemersvergadering gehouden, die goed is bezocht. Inmiddels heeft BPF Bouw besloten de vrijstelling toch te handhaven. De Nederlandsche Bank heeft in 2005 ook aangegeven dat zij zich kan vinden in de Pensioenregeling 2005. De Belastingdienst zal naar verwachting in de tweede helft van 2005 de Pensioenregeling 2005 beoordelen. Over deze recente ontwikkelingen zijn alle deelnemers per brief geïnformeerd. Het Bestuur van het pensioenfonds heeft op 10 juni 2005 besloten dat de aanspraken van de actieve deelnemers per 1 januari 2005 gebaseerd zullen zijn op het gemiddelde van de pensioengrondslag per 1 januari 2004 en per 1 januari 2003. Hiermede wordt de bestaande middeling over drie jaren teruggebracht naar een middeling over de laatste twee jaren. Tevens heeft het Bestuur besloten om de aanspraken van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen per 1 januari 2005 te indexeren met 0,5%. Dekkingsgraad De totale verplichtingen (technische voorzieningen) zijn gestegen van € 460 mln in 2003 tot € 481 mln in 2004. De waarde van de beleggingen is sterker gestegen van € 472 mln tot € 523 mln. De dekkingsgraad is toegenomen van 106,7% in 2003 tot 112,1% in 2004 door enerzijds het behaalde rendement van 8,5% op de beleggingen en anderzijds het niet indexeren. De dekkingsgraad is hiermee sneller omhoog gegaan dan de eis voor 2004 uit het herstelplan van 2002. Dit betekent
5
dat er op dit moment voldoende vermogen is om de nominale aanspraken van alle deelnemers in de toekomst na te komen. De volgens het herstelplan in 2010 vereiste dekkingsgraad bedraagt 118%. De dekkingsgraad 2004 op basis van actuele waarde op een renteniveau van mei 2005 zou ongeveer 2% lager zijn dan de huidige dekkingsgraad die op de 4% rekenrente is gebaseerd. De ontwikkeling in de komende tijd van de rente is voor de dekkingsgraad van groot belang. De rente is bepalend voor de actuele waarde van de verplichtingen en de beleggingen. Beleggingsbeleid en beleggingen De normverdeling van de beleggingen over de verschillende categorieën volgens het beleggingsbeleid is als volgt: 30% aandelen, 5% vastgoedaandelen en 65% vastrentende waarden. In 2005 is een zogenaamde Asset Liability Management studie uitgevoerd. Mede op basis van de uitkomsten van deze studie en de consequenties van de nieuwe wet- en regelgeving zal het Bestuur zich in 2005 beraden over het beleggingsbeleid, de wijze van beheren van de beleggingen en de daarbij passende vermogensbeheerders. Het rendement op de beleggingen is toegenomen van 8,2% in 2003 tot 8,5% in 2004. Zowel de (vastgoed)aandelen (35% van het totaal) als de vastrentende waarden rendeerden positief. Het rendement op de vastrentende waarden werd onder meer verklaard door de dalende rente, waardoor de huidige portefeuille – met gemiddeld een hogere rente – meer waard is geworden (indirect rendement). Contract met Nationale-Nederlanden Het pensioenfonds is met ingang van 2005 voor een periode van 5 jaren een zogenaamde stop loss dekking overeengekomen met Nationale Nederlanden. Dit houdt in dat het pensioenfonds grotendeels eigen risico drager is geworden. Alleen het risico op grote verliezen is afgedekt door deze verzekering. Voorts is via Nationale Nederlanden een vermogensbeheercontract met ING Investment Management gesloten dat maandelijks kan worden opgezegd. Deelnemers Het aantal deelnemers bedraagt 6.294 per jaareinde 2004.
6
Het aantal premiebetalende deelnemers is in 2004 met 380 gedaald tot 1.931. Deze daling wordt grotendeels verklaard door de deelnemers van Ballast Nedam Baggeren B.V. die per 1 december 2004 premievrij zijn geworden. Het overleg met Van Oord over een mogelijke collectieve waardeoverdracht van deze deelnemers is gaande. Mocht het tot een overeenstemming komen dan kan iedere medewerker individueel aangeven of gebruik wordt gemaakt van deze collectieve waardeoverdracht of de medewerker als premievrije in ons pensioenfonds blijft.
De uitbetaalde pensioenen zijn met 13% gestegen tot € 17,2 mln (2003: € 15,2 mln). Dit is grotendeels het gevolg van het toegenomen aantal pensioengerechtigden tot 1.341 (2003: 1.245). Bestuur Er hebben zich geen wijzigingen in het Bestuur voorgedaan sinds het verschijnen van het vorige jaarverslag. Het Bestuur van 12 leden telt 2 gepensioneerden. Het Bestuur zal zich in 2005 verder beraden over de wijze waarop het pensioenfonds wordt bestuurd. Hierbij zal de belangstelling die in de maatschappij bestaat inzake transparantie, verantwoording en samenstelling van het Bestuur, alsmede het andere karakter van de Pensioenregeling 2005 worden betrokken. Als gevolg van de nieuwe Pensioenregeling 2005 vraagt de uitvoering van de regelingen evenals van de beleggingen alle aandacht van het pensioenfonds. Het Bestuur heeft dan ook voor dit laatste punt een beleggingscommissie ingesteld waarvan de taken en bevoegdheden in een reglement zijn vastgelegd. Het Bestuur blijft uiteraard verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid.
Kerncijfers (bedragen in € x 1.000)
2004
2003
aantal rechthebbenden - deelnemers - premievrijen - pensioengerechtigden
1.931 3.022 1.341
2.311 2.778 1.245
premies (inclusief koopsommen)
27.052
25.545
directe beleggingsopbrengsten indirecte beleggingsopbrengsten
15.174 28.306
13.662 22.837
uitkeringen
21.676
17.921
480.600
460.034
58.167
30.703
12,1
6,7
523.353
472.309
8,5
8,2
27.464
23.894
technische voorzieningen
algemene reserve
algemene reserve in % technische voorzieningen
beleggingen
rendement in %
resultaat boekjaar
7
De Hoogrendements Afvalverwerkingsinstallatie (HR AVI) in Amsterdam maakt gebruik van de nieuwste technieken. Dat levert een hogere milieuprestatie op en er wordt tegelijkertijd meer duurzame energie uit afvalverbranding opgewekt dan bij bestaande installaties het geval is.
8
Rechthebbenden per 31 december
2004
deelnemers - actieven - wao’ers - vutters/vroegpensioengerechtigden
premievrijen pensioengerechtigden
Aantal
2003
%
1.750 75 106
Aantal
%
2.093 89 129 1.931 3.022 1.341
31 48 21
2.311 2.778 1.245
36 44 20
6.294
100
6.334
100
2004
2003
In 2004 kwamen 40 (2003: 38) personen voor wezenpensioen in aanmerking. Dit aantal is niet verwerkt in het overzicht van rechthebbenden.
Leeftijdsopbouw deelnemers
Leeftijd
< - 34 jaar 35-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar Totaal
aantal
%
aantal
%
521 930 264 216
27 48 14 11
650 1.083 309 269
28 47 13 12
1.931
100
2.311
100
9
Een antwoord op de vraag hoe kunst kan bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame recreatie in de Hoeksche Waard is te vinden in de Wegdekdialogen. Teksten over de beleving van de weidse omgeving, die een dialoog op gang brengen tussen de lezer en het landschap.
Premies De premiebaten bedroegen in 2004 € 27,1 miljoen, inclusief € 4,8 miljoen koopsommen en € 3,2 miljoen premie vroegpensioen. In 2004 is, evenals in 2003, geen korting op de pensioenpremie verleend.
Doorsneepremie (inclusief koopsommen) (€ X 1 mln) 30
28,5 27,1
26,5
25,5
25,5
27,1
25,5
25 20,4
20
18,9 16,9
15
10
5
0 2000
10
2001
2002
2003
Boekjaren Totaal premie
Premie na aftrek korting
2004
Uitkeringen
Aan pensioenen werd in het verslagjaar een bedrag van € 17,4 miljoen, exclusief eenmalige uitkeringen, uitbetaald (2003: € 15,2 miljoen).
Uitbetaalde pensioenen (aantal pensioengerechtigden) (€ X 1 mln) 20 18
17,4
16
15,2 13,8
14 11,8
12 10,5
10 8 6 4 2
(1.059)
(1.125)
2000
2001
(1.196)
(1.245)
(1.341)
2002
2003
2004
0
Boekjaren
Specificatie uitkeringen 2004
vroegpensioen ouderdomspensioen nabestaandenpensioen wezenpensioen subtotaal
compensatie Ziektekostenverzekering/Ziekenfondswet uitkeringen u.h.v. herverzekering totaal
2003
x € 1.000
%
x € 1.000
%
2.069
11,9
1.360
8,9
11.495
66,1
10.322
67,7
3.693
21,2
3.457
22,7
131
0,8
107
0,7
17.388
100,0
15.246
100,0
1.580 2.708
1.225 1.450
21.676
17.921
11
Technische voorzieningen - algemene reserve De technische voorzieningen stegen in 2004 tot € 480,6 miljoen. Van de pensioenverplichtingen ad € 478,6 miljoen heeft 37 % betrekking op deelnemers, 20 % op premievrijen en 43 % op pensioengerechtigden. Eind 2004 bedraagt de algemene reserve 12,1 % van de totale technische voorzieningen, tegenover 6,7 % in 2003.
Technische voorzieningen en algemene reserve
(€ X 1 mln) 538,8
550 500
490,7 449,7
455,8
447,9
450
460,0
480,6
441,1
400 404,0
350
359,8
300 Algemene reserve
250 200 150 100 50 0 2000
2001
2002
2003
2004
Boekjaren Inclusief algemene reserve
Exclusief algemene reserve
Directe beleggingsopbrengsten De interest- en dividendopbrengsten bedroegen in 2004 € 15,2 miljoen (2003: € 13,7 miljoen). Na aftrek van 4 % rekenrente en de beheerskosten resteert een netto opbrengst negatief € 3,3 miljoen (2003: negatief € 3,9 miljoen). Ten opzichte van de totale beleggingsopbrengst resteert een positief bedrag van € 18,0 miljoen (2003: € 17,2 miljoen).
Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten (koersresultaat op beleggingen) bedroegen in 2004 € 28,3 miljoen (2003: € 22,8 miljoen).
Risicobeheer en derivaten Valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen in vreemde valuta wijzigt als gevolg van een verandering van de valutakoers. Eind 2003 stonden valutatermijncontracten uit met een contractwaarde van circa € 50 miljoen. In 2004 zijn deze contracten afgewikkeld.
12
Beleggingen (rendement in procenten)
(€ X 1mln) 600 550
523,4
500 450
472,3 443,4
444,5 402,0
400 350 300 250 200 150 100 50
3,2%
0,1%
-7,2%
8,2%
8,5%
2000
2001
2002
2003
2004
0
Boekjaren
Beleggingen De totale waarde van de beleggingen steeg in het verslagjaar met € 51,1 miljoen tot € 523,4 miljoen. Het rendement op het gemiddeld totaal belegd vermogen bedroeg 8,5 %. In 2003 was dit 8,2 %.
De totale portefeuille was per jaareinde als volgt belegd (tegen marktwaarde): 2004
2003
0,5 %
0,2 %
- units ING Aandelenfonds
28,0 %
27,3 %
- units NN Vastgoedfonds
7,5 %
6,4 %
58,8 %
57,6 %
- leningen op schuldbekentenis
1,3 %
2,6 %
- lening Ballast Nedam Nederland B.V.
3,9 %
5,4 %
-%
0,5 %
100,0 %
100,0 %
- aandelen Ballast Nedam N.V.
- obligaties
- valutatermijntransacties
13
Beleggingsopbrengst (€ X 1 mln)
43,0
36,1 16,0 0,1
18,9
25,0
2,5 -41,2
-14,8
-57,7
Boekjaren * * inclusief beheerskosten
Onderstaand overzicht geeft het verloop van de rente op de kapitaalmarkt. Deze wordt weerspiegeld in het gemiddelde rendement op nieuwe beleggingen voor het fonds. Bij de beoordeling van de rendementen op het gemiddeld belegd vermogen moet bedacht worden dat wijzigingen in de actuele rente door lange looptijden altijd naijlen.
jaar
14
gemiddeld rendement op 5-7 jarige staatsleningen %
gemiddeld rendement op nieuwe beleggingen
gemiddelde looptijd van nieuwe beleggingen
%
2000
5,24
5,17
7,3
3,2
2001
4,62
4,68
13,7
0,1
2002
4,53
4,46
6,19
-7,2
2003
3,54
3,53
5,15
8,2
2004
3,53
3,14
5,03
8,5
jaar
rendement op het gemiddeld belegd vermogen incl. koersresultaat op aandelen %
Renteverloop Het verloop van de rente op de kapitaalmarkt over de afgelopen 6 jaar blijkt uit de bovenste van onderstaande grafieken van het renteverloop voor staatsobligaties met een gemiddelde looptijd van 5 tot 7 jaar. De onderste grafiek geeft het renteverloop van dezelfde staatsobligaties weer, maar dan over de afgelopen 2 jaar waarbij de horizontale lijnen het gemiddelde rendement op nieuwe fondsbeleggingen aangeven.
Kapitaalmarktrente 1999 - 2004 Rente staatsobligaties 5 - < 7 jaar 6.00
5.50
5.00
4.50
4.00
3.50
3.00
2.50
1999
2000
2001 2002 Boekjaren
2003
2004
Rente staatsobligaties 5-<7 jaar
Kapitaalmarktrente 2003 - 2004 4.20 4.00 3.80 3.60
3,53%
3.40 3,14 %
3.20 3.00 2.80 2.60 2003
2004
Boekjaren Staatsobligaties 5-<7 jaar
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam
15
Vermogenspositie en toereikendheidstoets
Sedert 1997 dient de actuaris van het Pensioenfonds jaarlijks een toets uit te voeren, waaruit moet blijken in welke mate het Pensioenfonds toereikend is gefinancierd. De actuaris geeft bij het uitvoeren van de toets op grond van zijn eigen vaktechnische inzichten invulling aan te hanteren uitgangspunten. Hij neemt daarbij onder meer de risico’s van waardedaling van beleggingen en de ontwikkeling van de levenskansen in zijn overwegingen mee. Het Bestuur van het Pensioenfonds zoekt bij de beoordeling van de toereikendheid van de financiële positie aansluiting bij de toets van de actuaris. De Nederlandse Bank (voorheen de Pensioen- en Verzekeringskamer) heeft in een brief van 30 september 2002 de te hanteren uitgangspunten expliciet vastgelegd (hierna te noemen PVK-toets). Daarnaast is DNB bezig met het ontwikkelen van een nieuw financieel toetsingskader, waarvan de contouren inmiddels zichtbaar beginnen te worden. De actuaris van het Pensioenfonds heeft, daar waar mogelijk, bij het uitvoeren van zijn toereikendheidstoets reeds aansluiting gezocht bij het in ontwikkeling zijnde financiële toetsingskader. ■ Dekkingsgraad De Stichting heeft eind 2004 een positief eigen vermogen van € 58,2 miljoen. Dit resulteert in een zogenoemde traditionele dekkingsgraad (eigen vermogen plus technische voorzieningen uitgedrukt in een percentage van de technische voorzieningen) van 112,1% (eind 2003: 106,7%). ■ PVK-toets De PVK-toets onderscheidt een dekkingstekort ten opzichte van de verplichte reserve van 5% en een reservetekort ten opzichte van de aan te houden buffers voor mogelijke waardedaling van beleggingen. Het Pensioenfonds heeft eind 2004 geen dekkingstekort. Eind 2004 is er wel sprake van een reservetekort van € 60,3 miljoen . De bepaling van dit bedrag is nader uitgewerkt in de actuariële verklaring, die is opgenomen in de Overige gegevens in dit jaarverslag. In 2003 is door het Pensioenfonds bij DNB een herstelplan ingediend, waaruit blijkt dat bij de gehanteerde veronderstellingen, waaronder het achterwege blijven van de premiekorting, het niet toekennen van indexaties en het beperken van de opbouw van pensioenen, het reservetekort in 2010 zou zijn opgeheven. De huidige dekkingsgraad van 112,1 % loopt vóór op de dekkingsgraad voor 2004 uit het herstelplan. ■ Toereikendheidstoets van de actuaris Uit de door de actuaris ontwikkelde toets blijkt, dat het vermogen eind 2004 naar verwachting voldoende was om de nominale, niet-geïndexeerde uitkeringsverplichtingen na te komen. Het vermogen is echter naar verwachting onvoldoende om de verplichtingen volledig geïndexeerd te kunnen afwikkelen.
16
Jaarrekening 2004
Wonen en werken krijgen een nieuwe betekenis in het plan Watermunt in Aalsmeer. Het woningtype Grundel biedt comfortabele leefruimte óp de dijk en een riante basement in de dijk. Deze ruimte is vrij indeelbaar en apart toegankelijk, waardoor werken aan huis slechts één van de mogelijkheden is.
17
Balans per 31 december (€ x 1.000)
ACTIVA
2004
2003
Beleggingen Units NN Vastgoedfonds Units ING Aandelenfonds Aandelen Ballast Nedam N.V. Obligaties Leningen op schuldbekentenis Lening Ballast Nedam Nederland B.V. Valutatermijntransacties
39.407 146.398 2.488 307.771 6.662 20.627 -
Aandeel herverzekeraars in de technische voorzieningen
30.450 129.165 960 271.919 12.203 25.480 2.132 523.353
472.309
2.910
2.223
Vorderingen en overlopende activa Lopende interest Premiedebiteuren Overige vorderingen
Liquide middelen
Totaal
18
8.583 1.932 2.392
7.600 2.521 1.828 12.907
11.949
2.516
10.553
541.686
497.034
PASSIVA
2004
2003
Eigen Vermogen Stichtingskapitaal
p.m.
p.m.
Algemene reserve
58.167
30.703
Technische voorzieningen Herverzekerde pensioenverplichtingen Toekomstige overlevingstafels
478.600 2.000
451.866 8.168 480.600
460.034
Kortlopende schulden Technisch resultaat Overigen
Totaal
684 2.235
2.774 3.523 2.919
6.297
541.686
497.034
19
Resultatenrekening (€ x 1.000)
2004
Premiebaten
27.052
25.545
Beleggingsresultaat
42.984
36.094
Inkomende waardeoverdrachten
1.060
3.189
Uitkeringen u.h.v. herverzekering
2.708
1.450
Resultaatdeling u.h.v. afwikkeling herverzekeringscontract
2.653
-
76.457
66.278
-19.879
-17.223
-563
-638
-9
-10
-21.676
-17.921
Uitgaande waardeoverdrachten
-5.637
-5.877
Kosten pensioenbureau
-1.258
-1.185
Wijziging technische voorzieningen
Technisch resultaat herverzekeringsdepot
Premies herverzekering
Uitkeringen
20
2003
-49.022
-42.854
Diverse baten en lasten
29
470
Resultaat boekjaar
27.464
23.894
Kasstroomoverzicht (€ x 1.000)
2004
2003
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Interest en dividendopbrengsten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aflossing lening Ballast Nedam Nederland B.V.
-341.079 15.080 311.986 4.853
-220.708 13.362 198.832 3.640 -9.160
-4.874
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Uitkeringen herverzekering Ontvangen van derden inzake waardeoverdrachten Uitgekeerde pensioenen Betaald aan derden inzake waardeoverdrachten Betaalde kosten pensioenbureau Diversen
26.615 2.708 1.050 -21.676 -5.641 -1.293 -640
25.541 1.450 3.189 -17.921 -5.877 -1.185 1.085 1.123
6.282
Mutatie liquide middelen
-8.037
1.408
Saldo liquide middelen per 1 januari
10.553
9.145
2.516
10.553
Saldo liquide middelen per 31 december
21
Toelichting op de jaarrekening (€ x 1.000)
Algemeen Tot en met 2004 waren de pensioenverplichtingen geheel herverzekerd, vrijwel uitsluitend bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V. te Rotterdam, op basis van een kapitaalcontract. Over de contractperiode loopt de Stichting geen risico ten aanzien van negatieve technische resultaten. Zij deelt wel mee in positieve resultaten. De beleggingen die tegenover deze verplichtingen worden aangehouden, zijn opgenomen in een gesepareerd depot, waarvan de Stichting het economisch risico draagt. De Stichting consolideert het depotverslag van de herverzekeraar in haar jaarstukken. De herverzekeringsaspecten komen derhalve in de financiële gegevens nagenoeg niet meer expliciet in de jaarstukken naar voren. In verband met de wijziging van de pensioenregeling is het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V. per 1 januari 2005 niet verlengd. Met ingang van 2005 is het risico op grote verliezen afgedekt door middel van een zogenoemde stop-loss verzekering.
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Beleggingen worden gewaardeerd tegen de beurskoers of, als deze niet beschikbaar is, de berekende actuele waarde. De technische voorziening pensioenverplichtingen wordt berekend middels de opgebouwde-rechtenmethode met een rekenrente van 4% en met levenskansen volgens de overlevingstafel over de periode 1995-2000. Voor de invloed van recentere tafels op het niveau van de verplichtingen wordt een voorziening gevormd. De ingegane pensioenen en premievrije aanspraken worden jaarlijks, als de financiële positie van het fonds dat naar het oordeel van het Bestuur toelaat, bij bestuursbesluit aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van het CBS-prijsindexcijfer. Voor de financiële gevolgen van deze aanpassing waartoe in het verslagjaar is besloten, maar die ingaat na het verslagjaar, wordt een voorziening getroffen. Het fonds houdt door middel van het zogenaamde “onbepaalde” partnersysteem rekening met een verzekerde partner. Voor toekomstige kosten wordt geen voorziening gevormd. Overige activa en passiva worden voor hun nominale waarde opgenomen. Tenzij anders is vermeld, luiden alle bedragen in duizenden euro’s.
22
Toelichting op de balans (€ x 1.000)
ACTIVA
Beleggingen In de beleggingscategorieën, waarvan het juridische eigendom (met uitzondering van de aandelen Ballast Nedam) bij de herverzekeraar ligt en het economische risico bij het fonds, vonden de volgende mutaties plaats:
Units NN Vastgoedfonds
Units ING Aandelenfonds
Aandelen Ballast Nedam
Obligaties
Leningen op schuldbekentenis / overig
Totaal Beleggingen
Stand per 1 januari Aankopen/stortingen
30.450 -
129.165 5.800
960 -
271.919 335.253
39.815 26
472.309 341.079
30.450 8.957
134.965
Verkopen en lossingen Koersresultaat
11.433
960 1.528
607.172 306.573 7.172
39.841 11.768 -784
813.388 318.341 28.306
Stand per 31 december
39.407
146.398
2.488
307.771
27.289
523.353
In de leningen op schuldbekentenis / overig zijn opgenomen de lening van Ballast Nedam Nederland B.V. van € 20.627 (2003: € 25.480) en een in 2004 afgewikkeld valutatermijncontract (2003: € 2.132).
Aandeel herverzekeraars in de technische voorzieningen Dit bedrag betreft de contante waarde van de bij Delta Lloyd en Generali herverzekerde pensioenverplichtingen.
Lopende Interest Betreft de te ontvangen interest over obligaties, leningen op schuldbekentenis en de lening van Ballast Nedam Nederland B.V.
Premiedebiteuren Betreft de nog te ontvangen premiebedragen.
Overige vorderingen
2004
2003
Gecedeerde vordering op Delta Lloyd Gecedeerde vordering op Axa Te ontvangen waardeoverdrachten van derden Te ontvangen interestlening Te ontvangen van Ohra Overige posten
123 94 1.672 503
300 971 113 176 268
Saldo per 31 december
2.392
1.828
De gecedeerde vorderingen hebben betrekking op polissen die door deelnemers aan het Pensioenfonds waren gecedeerd in ruil voor aanspraken op het fonds overeenkomstig het geldende pensioenreglement. Inmiddels zijn deze overgedragen. Liquide middelen Betreft direct opeisbare tegoeden bij de ABN AMRO Bank en de Bank of New York.
23
PASSIVA
Stichtingskapitaal Dit bedraagt € 45,38 en is p.m. opgenomen
Algemene reserve
2004
2003
Saldo per 1 januari Saldo resultaat boekjaar
30.703 27.464
6.809 23.894
Saldo per 31 december
58.167
30.703
Ultimo 2004 bedraagt de algemene reserve 12,1 % van de technische voorzieningen (ultimo 2003: 6,7 %).
Herverzekerde pensioenverplichtingen Saldo per 1 januari Bij: 4 % rekenrente Stortingskoopsommen Eenmalige koopsommen Individueel bijsparen Herverzekerd bij derden Contractovername Aanpassing overlevingstafels Technisch resultaat
2003
451.866 17.989 12.701 9.783 3.332 3 6.725 -563
433.445 17.193 13.356 5.991 2.981 135 900 -624
501.836
473.377
17.192 6.044
15.253 6.258
Saldo per 31 december
478.600
451.866
De specificatie van het saldo per 31 december is als volgt: Deelnemers Premievrijen Pensioengerechtigden
176.849 95.484 206.267
201.312 66.172 184.382
478.600
451.866
477.979 621
451.250 616
478.600
451.866
Af:
Uitkeringen Afkopen
Specificatie naar verzekeraar Nationale-Nederlanden Delta Lloyd
24
2004
Voorziening toekomstige overlevingstafels
2004
2003
Saldo per 1 januari Dotatie ten laste van resultatenrekening
8.168 557
7.624 544
Aanpassing overlevingstafels 1995-2000
8.725 6.725
8.168 -
Saldo per 31 december
2.000
8.168
In 2004 zijn de overlevingstafels aangepast van 1990-1995 naar 1995-2000. (bron: G.B.M./V.)
Technisch resultaat Het cumulatieve positieve technisch resultaat (€ 3,3 mln) is in 2004, conform hetgeen was overeengekomen met de herverzekeraar, gedeeld in de verhouding € 2,6 mln Pensioenfonds Ballast Nedam en € 0,7 mln voor Nationale Nederlanden.
Overige schulden en overlopende passiva
2004
2003
Vooruitontvangen bedragen Premies & Loonheffing Crediteuren Nog in te brengen aanspraken OHRA rekening courant Nationale-Nederlanden rekening courant Nog toe te kennen rechten premievrije deelnemers Overigen
455 232 516 1.032
600 357 271 262 176 817 1.040
Saldo per 31 december
2.235
3.523
25
Toelichting op de resultatenrekening (€ x 1.000)
Premiebaten
2004
2003
Werkgevers Werknemers Vroegpensioen Individueel bijsparen
12.886 5.369 3.178 3.332
13.454 5.766 3.332 2.728
24.765 1.470
25.280 191
817888 817
74 -
27.052
25.545
2004
2003
13.467 24 1.392 291
12.264 17 1.141 240
15.174
13.662
8.957 11.433 1.528 7.018 -630
6.903 13.824 -20 153 1.977
28.306
22.837
Beheerskosten
43.480 -496
36.499 -405
Saldo
42.984
36.094
Bij: Koopsommen ineens Ontvangen voor boventrendmatige verhogingen van deelnemers boven 55 jaar Vrijval voorziening Inkoop verhoging slapers
Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten Interest op beleggingen Rente rekening-courant Nationale-Nederlanden Rente lening Ballast Nedam Nederland B.V. Overige rente
Indirecte beleggingsopbrengsten Koersresultaat Koersresultaat Koersresultaat Koersresultaat Koersresultaat
26
NN Vastgoedfonds units ING Aandelenfonds aandelen Ballast Nedam obligaties /leningen op schuldbekentenis valutatermijntransacties
Resultatendeling herverzekering Na expiratie van de met 1 jaar tot 6-jarige verlengde contractperiode wordt het zogenaamde technische resultaat volgens contract afgerekend en in de resultatenrekening verwerkt. De technische winst over de contractperiode 1999 t/m 2004 werd verdeeld in de verhouding Nationale-Nederlanden 20,5% en het Pensioenfonds Ballast Nedam 79,5%.
2004 Technische winst
2003
563
638
Saldo technische winst t/m jaareinde
3.337
2.774
Aandeel Pensioenfonds
2.653
2.205
Het hierboven berekende aandeel van het Pensioenfonds over de jaren 1999 t/m 2004 is in 2004 in de resultatenrekening verwerkt.
Actuariële Analyse Het technische resultaat over het boekjaar kan op de volgende wijze worden gespecificeerd.
Omschrijving Sterfte: Kort-leven resultaat Lang-leven resultaat Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Resultaat op gehuwdheid Resultaat op uitkeringen Resultaat op diverse mutaties Totaal technisch resultaat
2004
2003
1.263 -1.511 482 504 -209 34
1.283 -1.030 400 248 -277 14
563
638
Specificatie uitkeringen
2004
2003
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Wezenpensioen Vroegpensioen
11.495 3.693 131 2.069
10.322 3.457 107 1.360
Uitkeringen u.h.v. herverzekering Bijdrage in premie ziekenfonds / ziektekostenverzekering
17.388 2.708 1.580
15.246 1.450 1.225
21.676
17.921
27
Kosten Pensioenbureau Administratiekosten Accountant Actuaris Overige kosten
Kosten herverzekeraar
In de administratiekosten zijn begrepen Salariskosten Sociale lasten Pensioenpremies
28
2004
2003
575 66 309 247
696 104 203 123
1.197
1.126
61
59
1.258
1.185
2004 268 51 31
2003 274 53 34
Deze natuurbrug in Boxtel op 6 meter boven het maaiveld helpt bij het herstel van de Brabantse ecologische hoofdstructuur. De verhoogde ligging maakt het ecoduct zichtbaar voor het verkeer op de A2. De dieren uit het Groene Woud merken op het 50 meter brede dek niets van het voortrazende verkeer.
29
Overige gegevens
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2004 van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het Bestuur van het Pensioenfonds. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het Bestuur van het Pensioenfonds daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2004 en van het resultaat over 2004 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Amstelveen, 10 juni 2005 KPMG Accountants N.V.
Actuariële verklaring Het totaal van de technische voorziening van de Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam bedraagt per 31 december 2004: Technische voorzieningen € 480.600.000 Dit bedrag is onder te verdelen in enerzijds de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) ad € 478.600.000 en anderzijds een voorziening voor een toekomstige omrekening van de actuariële grondslagen ad € 2.000.000. De VPV is aangeleverd door het Pensioenfonds en door ons gecontroleerd en akkoord bevonden. De VPV is gebaseerd op een rekenrente van 4% per jaar en op de overlevingstafel GBM/GBV 1995-2000 met een leeftijdsterugstelling van twee jaar voor de man en één jaar voor de vrouw. De gegevens die aan de vaststelling van de VPV ten grondslag liggen, zijn door de accountant gecontroleerd en akkoord bevonden blijkens de accountantsverklaring gedateerd 10 juni 2005. Op basis van de geleverde gegevens is door ons een analyse van het resultaat uitgevoerd. Deze analyse is verantwoord in het actuariële rapport over het boekjaar 2004.
30
Wij hebben de financiële positie per 31 december 2004 van het Pensioenfonds getoetst door middel van de APP-toets. Deze toets komt voort uit de volgende voorschriften van de Pensioen- & Verzekeringskamer, die einde 2004 onderdeel is geworden van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB): ● Actuariële Principes Pensioenfondsen (APP) van 1997; ● beleidsregel uitgangspunten voor de financiële opzet en positie van pensioenfondsen, gedateerd 30 september 2002, aangevuld met brief van 17 maart 2004; ● samenvatting van het APP-beleid opgenomen in bijlage 2 van de beleidsregel toepassing Hoofdlijnennota 2004 en 2005, gedateerd 21 oktober 2004.
De VPV voor de APP-toets bedraagt € 478.600.000 x 1,02 = € 488.172.00. De APP-toets leidt vervolgens tot de volgende opstelling: 31 december 2004 Aanwezig vermogen Af: VPV (netto) Af: reserve algemene risico’s (4% van VPV)
€ 538.767.000,€ 488.172.000,- -/€ 19.527.000,- -/-
Dekkingspositie (negatief ingeval van een dekkingstekort)
€ 31.068.000,-
Af: reserve beleggingsrisico’s
€ 91.356.000,- -/-
Reservepositie (negatief ingeval van reservetekort)
€ 60.288.000,- -/-
De door het fonds gehanteerde overlevingstafel is meer prudent dan de door DNB voldoende prudent geachte overlevingstafel. Een reserve algemene risico’s van 4% over de netto VPV achten wij daarom voldoende. Bij de vaststelling van de reserve voor beleggingsrisico’s is uitgegaan van een buffer voor zakelijke waarden die een waardedaling met 25% kan opvangen, zoals aangegeven in bijlage 2 van de beleidsregel toepassing Hoofdlijnennota 2004 en 2005. De gehanteerde buffer voor vastrentende waarden is zodanig dat een waardedaling met 10% kan worden opgevangen. Uit voorgaande opstelling blijkt dat voor het Pensioenfonds geen sprake is van een dekkingstekort, maar wel van een reservetekort. Dit reservetekort bedraagt € 60,3 mln. Ultimo 2003 was nog sprake van een reservetekort van € 72,9 mln. In 2004 is het tekort dus met € 12,6 mln gedaald. Wij hebben tevens de in 2004 betaalde premie getoetst op basis van de genoemde APP-voorschriften en deze is niet kostendekkend gebleken. Watson Wyatt Brans & Co. Amstelveen, 10 juni 2005
Statutaire bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat. Er zijn in de statuten geen specifieke bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat opgenomen.
Bestemming van het resultaat Het Bestuur stelt voor het resultaat over het boekjaar ten gunste te brengen van de algemene reserve.
Informatie over de financieringsovereenkomst met Ballast Nedam N.V. Met Ballast Nedam N.V. is in 2001 een nieuwe financieringsovereenkomst gesloten, waarin de wederzijdse financiële rechten en verplichtingen zijn vastgelegd. Een belangrijke bepaling daarin betreft het omgaan met vermogensoverschotten en vermogenstekorten. Indien uit de door een registeraccountant en actuaris goedgekeurde jaarstukken van de Stichting blijkt dat het op actuele waarde vastgestelde aanwezige vermogen meer dan 110% dan wel minder dan 90% van het gewenst vermogen bedraagt zal het overschot dan wel het tekort binnen dertig dagen tussen de Stichting en Ballast Nedam worden verrekend. Hierbij zal 90% van het gewenst vermogen nooit minder mogen zijn dan de voorziening pensioenverplichting met het daarbij behorende weerstandsvermogen. Het gewenst vermogen wordt door het Bestuur van de Stichting met inachtneming van het advies van de actuaris vastgesteld en bestaat uit de voorziening voor de verplichtingen, de kosten en het weerstandsvermogen in verband met koersfluctuaties. Eerdergenoemde financieringsovereenkomst is overigens in 2005 als gevolg van de invoering van de pensioenregeling 2005 komen te vervallen en is door een aangepaste overeenkomst vervangen.
31
Resultatenontwikkeling over de laatste 5 jaar (bedragen in € x 1.000)
2003
2004
` Premiebaten Beleggingsopbrengsten Af: Rekenrente Netto resultaat op beleggingen Af: Premiekorting Indexatie pensioenen
27.052 42.984 -17.989
36.094 -17.193
24.995
18.901
-
-
Uitkering herverzekering Premies herverzekering Af: Vrijval voorziening optrekking pensioenverplichtingen
Diverse baten en lasten Resultaat boekjaar
32
18.901
17.193
15.253 -16.827
-
Dotatie voorziening toekomstige overlevingstafels
Stortingen / onttrekkingen werkgever Aandeel technisch resultaat Kosten pensioenbureau
24.995
-21.094
Uitkeringen
Waarde-overdrachten Inkomende waarde-overdrachten Uitgaande waarde-overdrachten
25.545
-21.094
-16.827
-21.676
-17.921
-557
-544
-280 407
-179 381 127
202
2.653 -1.258
-1.185
29
470
27.464
23.894
2002
2001
28.538
2000
26.464
25.464
-41.221 -16.479
73 -14.878
13.373 -13.479
-57.700
-14.805
-106
-8.098 -
-7.598 -7.941
-8.551 -3.657
-65.798
-30.344
-12.314
13.462
11.750
10.461
-41.490
-28.135
-35.588
7.941
3.176
3.657 -33.549
-31.931
-24.959
-15.336
-12.884
-10.649
-544
-545
-546
-101 270
-131 27
-79 365 169
286
-104
29.120 -1.034
-992
-814
-9
109
-10.555
-44.983
-38.086
-24.015
33
Ontwikkelingen over de laatste 5 jaar (bedragen in € x 1.000)
2004 Aantal deelnemers - actieven - wao’ers - vutters/vroegpensioengerechtigden
2002
2001
2000
1.750 75 106
2.093 89 129
2.341 88 104
2.428 94 98
2.327 91 120
1.931
2.311
2.533
2.620
2.538
Aantal premievrijen
3.022
2.778
2.669
2.577
2.422
Aantal pensioengerechtigden
1.341
1.245
1.196
1.125
1.059
Totaal
6.294
6.334
6.398
6.322
6.019
17.388
15.246
13.785
11.778
10.461
480.600
460.034
441.069
403.963
359.813
58.167
30.703
6.809
51.792
89.878
12,1
6,7
1,5
12,8
25,0
523.353
472.309
401.961
444.454
443.448
Rendement in %
8,5
8,2
-7,2
0,1
3,2
Vijfjaarsgemiddelden (rendement in %).
2,6
4,0
4,18
8,40
10,68
17.670
17.195
16.608
15.728
15.265
-
-
4,44
2,27
2,01
Uitkeringen (exclusief eenmalige uitkeringen) Technische voorzieningen Algemene reserve Algemene reserve in % van de technische voorzieningen Beleggingen
Franchise Indexatie gepensioneerden en premievrijen in %
34
2003
Personalia
Bestuur* Benoemd door Ballast Nedam N.V. Disciplines
Werkmaatschappij
T.A.C.M. Bruijninckx **
voorzitter
Financiën
Ballast Nedam
A.C. de Geus
lid
Techniek
Ballast Nedam Infra
A. Kok **
lid
Financiën
Ballast Nedam International
T. Post
lid
Personeel
Gepensioneerd
Mevr. M.G. van Westerop
plv. voorzitter
Personeel
Ballast Nedam
M.J.L. Heitman
secretaris
Juridisch
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
H.P. van der Meer **
plv. secretaris
Financiën
Ballast Nedam Infra
C.W.M. Kloosterman
lid
Financiën
Ballast Nedam Infra
J. Preesman
lid
Techniek
Ballast Ham Dredging
B.M. Meerman **
lid
Financiën
Gepensioneerd
S.J.A. Bijpost
lid
Techniek
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
F.L. van Oorschot
lid
Personeel
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
Gekozen door de deelnemers
* situatie per 10 juni 2005 ** lid van de beleggingscommissie
Administrateur
T.J.M. Meulemans
Accountant
KPMG Accountants N.V.
Actuaris
Watson Wyatt Brans & Co.
35
Begrippenlijst
A-factor
De A-factor is de jaarlijkse pensioenaangroei die het fonds in de pensioenopgave aan de deelnemer opgeeft. Deze factor wordt gebruikt in de berekening van de fiscale jaarruimte die beschikbaar is voor aftrek van lijfrentepremies vanwege een tekort aan pensioenopbouw.
APP
Actuariële Principes Pensioenfondsen
Algemene reserve
Vrij besteedbare middelen. Wordt in een percentage van de technische voorzieningen uitgedrukt. Hier tegenover staan geen pensioenverplichtingen.
ALM
ALM betekent Asset Liability Management. -overzicht van de financiële stromen in het Pensioenfonds -inzicht in de toekomstige verplichtingen t.o.v. de beleggingen -beoordelen van de financiële positie versus economische omstandigheden -doorrekenen van mogelijke beleidsalternatieven om daaruit te kunnen kiezen.
Arbeidsongeschiktheid
Wanneer een deelnemer na 1 jaar ziekte, arbeidsongeschikt blijft, wordt de premiebetaling door werknemer en werkgever gestopt. De pensioenopbouw gaat welvaartsvast door, nu voor rekening van het Pensioenfonds.
Backservice
Dit begrip wordt gebruikt in verschillende betekenissen: - het pensioengedeelte dat betrekking heeft op achterliggende dienstjaren; - de koopsom voor het hierboven omschreven pensioengedeelte, dan wel voor de verhoging van dit pensioen als uitvloeisel van een stijging van de pensioengrondslag; - de eventuele achterstand in de over achterliggende jaren gefinancierde pensioenen respectievelijk de daarvoor benodigde kosten of reserve.
Benchmark
Maatstaf ter vergelijking van de behaalde rendementen.
Bijzonder nabestaandenpensioen
Premievrije aanspraak van de huwelijkspartner met wie de (gewezen) deelnemer gehuwd is geweest. De dienstjaren gelegen voor de ontbinding van het huwelijk tellen mee. Bij volgende huwelijken telt diensttijd vanaf de ontbinding van het vorig huwelijk.
BPF 2000
De per 1 januari 1987 in de bedrijfstak bouw ingevoerde pensioenregeling welke gekoppeld is aan de hoogte van het inkomen.
Circuit van waarde-overdrachten Een op initiatief van een aantal ondernemingspensioenfondsen en verzekeraars tot stand gekomen samenwerkingsverband waarbinnen aangesloten pensioenfondsen zich bereid verklaard hebben om, ter verzachting van pensioenbreuk, door deelnemers opgebouwde pensioenreserves over te dragen. Momenteel wordt gebruik gemaakt van twee waarde-overdrachtcircuits te weten het 4%-circuit en het reeds bestaande SDS-circuit.
36
Collectieve beschikbare premieregeling
Collectieve pensioenregeling waarin de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de hoogte van de beschikbare premie - ingebracht door zowel werknemer als werkgever - en de daarmee te behalen beleggingsopbrengsten.
DNB
De Nederlandsche Bank
Comingservice
Dit is het pensioengedeelte dat betrekking heeft op toekomstige dienstjaren. Ook worden de daarmee gepaard gaande kosten wel met deze term aangeduid.
Eindloonsysteem
Bij de opbouw van het pensioen wordt het laatste salaris als pensioengevend salaris over de gehele duur van het deelnemerschap bij de berekening betrokken.
Franchise
Het deel van het pensioengevend salaris dat in verband met AOW-aanspraken bij de pensioenberekening buiten beschouwing blijft.
Hoog-Laag
Het voor de pensioendatum bepalen of het ouderdomspensioen eerst enige jaren hoog en daarna levenslang lager wordt genoten.
Kapitaaldekkingsstelsel
Individuele opbouw door premiebetaling, van een kapitaal dat groot genoeg is om het beoogde (vroeg)pensioen aan te kunnen kopen.
Korting op premies
Korting op voor (en door) deelnemers en werkgevers periodiek te betalen premies. Deze korting wordt van jaar tot jaar door het Bestuur vastgesteld.
Middelloonsysteem
Pensioenregeling waarin de hoogte van het pensioen gebaseerd is op het gemiddelde salaris dat men gedurende de gehele diensttijd heeft verdiend.
Nabestaandenpensioen
Aanspraak van de huwelijkspartner bij overlijden van de deelnemer, ter grootte van 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op pensioenleeftijd vanaf datum overlijden.
Omslagstelsel
De uitkeringen aan de VUT-gerechtigden in enig jaar worden betaald via een vast percentage op het salaris in dat jaar van alle werkende deelnemers.
Ouderdomspensioen
Aanspraak bij het bereiken van de pensioenleeftijd welke per deelnemersjaar wordt opgebouwd met 1,75% van de pensioengrondslag.
Partnerpensioen
Benaming voor een vorm van nabestaandenpensioen, ten behoeve van de ongehuwde partner met wie een ongehuwde deelnemer een gezamenlijke huishouding voert, vastgelegd in een notariële overeenkomst. Bij actieve deelname geeft het dezelfde rechten als het nabestaandenpensioen.
Pensioen
Pensioen is een periodieke uitkering die verkregen wordt in verband met ouderdom, of na overlijden van de werknemer. Historisch gezien is het pensioenbegrip dan ook nauw verbonden met de arbeidsovereenkomst. Juridisch is het te beschouwen als een secundaire arbeidsvoorwaarde. Periodieke uitkeringen in de privé-sfeer worden in het algemeen niet met de term pensioen, maar met lijfrente aangeduid. Ook de fiscale regels zijn op deze tweedeling afgestemd.
Pensioenbreuk Pensioenverlies
Werknemers die tijdens hun carrière meer dan één werkgever hebben, komen veelal niet toe aan een volwaardig totaal pensioen, afgestemd op 70% van hun laatste salaris. Dit verschijnsel heeft de laatste jaren steeds meer de aandacht gekregen onder de benaming 'pensioenbreuk/pensioenverlies'. Bij de voorstellen inzake de pensioenplicht zijn sinds 1969 reeds verschillende suggesties naar voren gebracht om een oplossing voor deze problematiek te bereiken. Door een wijziging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet per 1 augustus 1987 wordt de pensioenbreuk beperkt. Krachtens deze wet dient een werknemer namelijk bij beëindiging van de deelneming aan een Pensioenfonds in verband met ontslag tenminste een premievrije aanspraak te verkrijgen op een naar evenredigheid van deelnemingsjaren vastgesteld ouderdomspensioen.
Pensioenbijsparen
Vrijwillig regelmatig een bedrag storten, dat belegd wordt in het Pensioenfonds. Eenmalig kan ook en onder bepaalde voorwaarden kan het tevens door het inleveren van vrije dagen. Op het spaarsaldo wordt een rendement gegeven dat gelijk is aan het over de afgelopen vijf jaar gemiddelde behaalde rendement van het fonds met een minimum garantie van 4%. Op de (vroeg)pensioendatum wordt het opgespaarde kapitaal plus het bijgeschreven rendement omgezet in extra (vroeg)pensioen. Sinds 23 september 2004 geldt een rendement over de vanaf die datum ingelegde spaarbedragen dat gelijk is aan het behaalde rendement van het fonds van het voorafgaande jaar.
37
Pensioengevend salaris
13 x periodesalaris + vakantietoeslag = 14,04 x periodesalaris = het salaris dat voor de bepaling van het pensioen in aanmerking genomen wordt.
Pensioengrondslag
Het deel van het pensioengevend salaris dat overblijft na aftrek van de franchise, dus jaarsalaris minus franchise.
Premies
Door (en voor) deelnemers periodiek te betalen bijdragen teneinde toegezegde pensioenen te kunnen uitkeren. Werkgeversbijdrage: 18% van de pensioengrondslag. (2005: 15%) Werknemersbijdrage: 7,5% van de pensioengrondslag. (2005: 6,2%)
Premievrije pensioenen
Deze uitdrukking wordt in twee betekenissen gebruikt, te weten: a. pensioenen die verkregen worden bij beëindiging van het dienstverband; b. pensioenen krachtens een pensioenregeling waarvoor de deelnemers zelf geen bijdrage hoeven te betalen.
PVK
Pensioen- en verzekeringskamer
Technische voorzieningen
Bedrag benodigd om aan reeds verworven pensioenverplichtingen jegens de verzekerden te voldoen, rekening houdend met gemiddelde levensduur en 4% rente per jaar (rekenrente).
Tijdelijk nabestaandenpensioen Extra aanspraak tot 65 jaar voor de partner bij overlijden van de deelnemer. Jaarlijks 10% van het laatste jaarsalaris.
38
Uitruil
Het met toestemming van de eventuele partner inruilen van nabestaandenpensioen voor extra ouderdomspensioen
Waarde-overdracht
Een van de mogelijkheden ter beperking van pensioenverlies bij verandering van werkgever is waardeoverdracht. De voor het premievrije pensioen gevormde reserve wordt overgedragen aan de pensioenuitvoerende instelling van de nieuwe werkgever die daartegenover een aanvullende pensioentoezegging doet, bijvoorbeeld door meer deelnemersjaren toe te kennen dan bij deze nieuwe werkgever behaald kunnen worden. De opzet hierbij is dit extra pensioen vervolgens mee te laten groeien met het salarisverloop van de betrokkene. Op die manier wordt voorkomen, dat het premievrije pensioen van de vorige werkgever ongewijzigd in stand blijft en dientengevolge door inflatie steeds minder waard wordt. Dit systeem van waarde-overdracht heeft wel tot gevolg, dat de pensioenkosten voor de nieuwe werkgever hoger worden. Veelal zullen ook de pensioenkosten van de vorige werkgever hoger worden omdat geen rentewinsten meer worden gekweekt op de reserves van het premievrije pensioen. Waardeoverdracht op zich is niet nieuw. In het verleden heeft dit al regelmatig plaatsgevonden, met ingang van 8 juli 1994 is het recht op waarde-overdracht echter wettelijk vastgelegd.
Waardevastheid
Een pensioenuitkering is waardevast indien deze gekoppeld is aan een prijsindex. Gewoonlijk kiest men hiervoor één van de bekende reeksen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het pensioen wijzigt op de eerste dag van een kalenderjaar, op basis van het prijsindexcijfer dat gold over het tijdvak oktober van het voorafgaande jaar, ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande jaar.
Welvaartsvastheid
Een pensioenuitkering is welvaartsvast indien deze gekoppeld is aan de loonindex.
Wezenpensioen
Aanspraak van één of meer kinderen bij overlijden van de deelnemer. Over maximaal 5 kinderen: tot 18 jaar 14% per kind van het bereikbare ouderdomspensioen bij overlijden van de deelnemer; 28% per kind van het bereikbare ouderdomspensioen bij overlijden van beide ouders (studerende kinderen tot 27 jaar).
Met de bouw van kantorencomplex De Admiraal II nadert de herontwikkeling van het Liesbosch terrein in Nieuwegein zijn voltooiing. Daarmee is één van de meest strategische kantoorlocaties in Nederland, pal aan de A12, klaar voor de toekomst. Ballast Nedam zal eind 2005 verhuizen naar twee van de drie nieuwe torens.
39
Een nieuwe manier van reizen inpassen in een bestaand landschap vraagt om de nodige voorzorgsmaatregelen. Bij Mookhoek doorkruist het HSL-tracé een secundaire waterkering. Om de waterdreiging het hoofd te bieden zijn in deze halfverdiepte bak twee hardhouten sluisdeuren geïnstalleerd.
40
Adres: Ringwade 1 3439 LM Nieuwegein Postadres: Postbus 1339 3430 BH Nieuwegein Telefoon: (030) 2 85 41 25 Telefax: (030) 2 85 49 06
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam statutair gevestigd te Amsterdam Opgericht: 12 augustus 1929