Toelichting Raadsvoorstel Toekomst Archeologisch Museum Aardenburg Algemeen Uitgangspunten Bij de opstelling van dit voorstel zijn, mede gerelateerd aan het Coalitieakkoord, de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. Gezond maken gemeentelijke vermogenspositie, Wij zijn van oordeel dat daar waar de gemeentelijke uitgaven zowel incidenteel als structureel kunnen worden beperkt dat nog altijd zeer actueel is. b. Behoud archeologische collectie te Aardenburg. De collectie van archeologische objecten in het museum te Aardenburg is (op enkele stukken na) eigendom van de Provincie Zeeland. De provincie is van oordeel dat deze collectie, vanwege de vindplaats en de betekenis daarvan in Aardenburg dient te blijven, onder de voorwaarde dat deze toegankelijk is en goed wordt gepresenteerd en professioneel wordt beheerd. De provincie is dan ook bereid eenmalig een bijdrage voor de verbetering van de presentatie beschikbaar te stellen. c. Investeer in Aardenburg als “Cultuurstad”. Wij brengen een reeks van zeven opties naar voren, gerekend vanaf de min-optie, tot en met de maximale optie zoals geadviseerd in het rapport van Hypsos Leisure. Voorgeschiedenis Zonder de voorafgaande geschiedenis van het ontstaan van het raadsvoorstel te herhalen menen wij op twee punten een opmerking te moeten maken over de inhoud van de plannen welke betrekking hebben op het geven van een sociaal-culturele invulling aan het voormalig gemeentehuis: a. Onder andere via de media is herhaaldelijk door de initiatiefnemers gecommuniceerd dat voor de bekostiging van koop en/of exploitatie van het gemeentehuis derden bereid zouden zijn gevonden. Uit de nu voorliggende plannen blijkt dat niet of slechts zeer ten dele het geval te zijn. Vrijwel alle middelen voor het doen van investeringen en het mogelijk maken van een exploitatie zullen van gemeentewege moeten komen. b. Opnieuw wordt naar voren gebracht dat het voormalig gemeentehuis historische betekenis zou hebben als (rijks)monument. De groep MCA stelt (weer) de vraag of het pand de status van rijksmonument zou kunnen krijgen. Deze vraag is al geruime tijd beantwoord. In de Cultuurhistorische Verkenning van de Monumentencommissie Zeeland (september 2010) is aangegeven dat de Commissie het pand “vooral lokaal een cultuurhistorisch hoogwaardig gebouw is”, maar aanwijzing als bovenregionale waarde en uniciteit van dit object de status van gemeentelijk en niet als rijksmonument passend acht. De gemeente heeft geen gemeentelijke monumentenlijst. De taxatierapporten van de vier in dit stuk voorkomende panden Markt 7 (voormalig gemeentehuis) , Markt 5 (depot), Marktstraat 18 (archeologisch museum) en Westmolenstraat 2 (Dorpshuis) dateren van juni 2009. Professioneel museumbeheer In alle opties waarbij de archeologische collectie voor Aardenburg wordt behouden zal een goed en professioneel beheer moeten worden gegarandeerd. Hoewel de waarde van vrijwilligers zeker niet wordt onderschat en belangrijk blijft voor het museumwerk en aanpalende activiteiten is, voor de invulling van een professioneel beheer door één of meer betaalde krachten essentieel. Omdat de functie van museumbeheerder in Aardenburg vanaf 1 januari 2013 niet meer bestaat zal moeten worden besloten hiervoor vanaf dat jaar structureel extra middelen in de begroting op te nemen.
1
Specifiek 1. De Min-optie. Hoewel deze optie niet in overeenstemming is met de uitgangspunten 2 en 3 menen wij, volledigheidshalve deze mogelijkheid wel te moeten noemen. Bij deze optie worden de panden Voormalig Gemeenthuis en het Depot en de Markstraat 18 (Archeologisch Museum) verkocht en wordt de archeologische collectie ondergebracht in het depot van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland te Middelburg. Deze optie bespaart voor de gemeente kosten en levert een eenmalige bijdrage op door het afstoten van de panden. Wij zijn geen voorstander van deze optie. De archeologische collectie bestaat voor het grootste deel uit in Aardenburg gedane vondsten. Het geheel van deze vondsten bevestigt en illustreert het Aardenburgs verleden in de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen. Recent archeologisch onderzoek toonde nog eens aan dat Aardenburg een Romeinse vestigingsplaats van betekenis was, onder andere door de aanwezigheid van een badhuis. Daarnaast heeft de aanwezigheid van een museum een meerwaarde voor de dorpsgemeenschap van (cultureel) Aardenburg. Vanuit het museum worden diverse activiteiten zoals onder meer de Open Monumentendag, de Culturele Week, rondleidingen en het doen verschijnen van publicaties ondersteund. Verder is aan het museum een VVV-folderpost toegevoegd welke voor Aardenburg een belangrijke betekenis heeft. 2. De Nul-optie. Bij deze optie blijft de archeologische collectie in het huidige pand Markstraat 18, worden het voormalig gemeentehuis en het depot verkocht en kan, eventueel uit een deel van de opbrengst daarvan de presentatie van de collectie worden verfraaid. Het andere deel vloeit dan naar de algemene middelen. Deze optie heeft voor “Aardenburg Cultuurstad” geen meerwaarde. 3. Museum en Archief in het voormalig gemeentehuis Hoewel deze optie op het eerste gezicht een grote meerwaarde voor Aardenburg lijkt te hebben moet dit bij nadere beschouwing worden genuanceerd. Doelstelling van de gemeente is om de oude archieven (professioneel) gecentraliseerd te bewaren. Een verdere centralisatie van de oude archieven wordt vanuit de provincie, als toezichthouder, al geruime tijd voorgestaan. Een regionaal Archiefcentrum op Zeeuws-Vlaams niveau is derhalve opportuun. Voorts moet worden erkend dat de huidige archiefbewaarplaatsen (Oostburg – Aardenburg) in de gemeente Sluis door de provincie worden “gedoogd” in afwachting van een goed alternatief. Natuurlijk bevinden zich in het archief te Aardenburg zeer waardevolle stukken. Deze topstukken blijven vanzelfsprekend eigendom van de gemeente Sluis. Het publiek bezoek aan het “oud archief” bestaat thans, op jaarbasis uit zo‟n 200 stuks, herhalingsbezoeken inbegrepen. Wij menen dan ook over te moeten gaan tot een verdere rationalisatie van het archiefbeheer waarbij wij, op de wat langere termijn voorzien, dat de digitalisering een zodanige vlucht zal nemen dat dat elke belangstellende op eenvoudige wijze grote hoeveelheden informatie, ook uit archieven, zal kunnen raadplegen. Dat laat onverlet dat “nothing the real thing can beat”. Om die reden vinden wij dan ook dat alle daarvoor in aanmerking komende topstukken periodiek in wisseltentoonstellingen in Aardenburg dienen te worden geëxposeerd, begeleid met de daarbij behorende publiciteit. Optie 3 is, gerelateerd aan de beschikbare middelen een dure oplossing. Aan het voormalig gemeentehuis dient het nodige te worden gerenoveerd, er moet een stuk worden aangebouwd (archiefbewaarplaats) en voor de museale opstellingen is vrij veel volume nodig. Het feit dat diverse ruimten in het pand niet of slecht door mindervaliden toegankelijk zijn, is overkomelijk, maar mag niet onvermeld blijven. Sympathiek aan het voorstel is natuurlijk dat een culturele bestemming aan het pand wordt gegeven die de uitstraling voor de het Marktplein ten goede zal komen.
2
4. Museum en Dorpshuis in het voormalig gemeentehuis Bij deze optie wordt een sociaal/culturele invulling van het voormalig gemeentehuis gegeven. Daarnaast lijkt een bundeling van krachten beheersmatig aantrekkelijk. Daar staat tegenover dat er geen natuurlijke verwantschap bestaat tussen werking van een museum en die van een dorpshuis. De synergie tussen deze twee fenomenen zal dus te beperkt zijn om van een succesvol samengaan te kunnen spreken. Voorts is in het plan het museum op de eerste etage gesitueerd, een wat ongelukkige plaats voor en museum, dit zal op de bezoekers als “wat weggestoken” overkomen. Situeren van het museum op de begane grond (voor zover daarvan in het geval van het voormalig gemeentehuis sprake is) heeft weer logistieke nadelen voor de gebruikers van het dorpshuis, met name de fanfaren. Wij vinden deze optie weinig meerwaarde hebben. De gebruikers van het dorpshuis zijn redelijk tevreden over de huidige huisvesting en het archeologisch museum gaat er in deze optie qua uitstraling niet op vooruit. Bij deze optie wordt een relatief oud gebouw qua investering en exploitatie behouden waarbij de meerwaarde voor Aardenburg relatief gering is. 5. Museum naar de St. Baafskerk Een wens om het multifunctioneel gebruik van de St. Baafskerk te vergroten dateert al uit de tijd van de voormalige gemeente Aardenburg. Een bescheiden bedrag daarvoor is nog altijd in de reserve van de huidige gemeente Sluis opgenomen. De planvorming ten behoeve van het gebruik van de kerk is uitgebreid geweest. Het kerkelijk deel van het gebouw is eigendom van het kerkbestuur (preekkerk en koor), het burgerlijk gedeelte (voorkerk en toren) is eigendom van de Rijksgebouwendienst. Onder aanvoering van de architect en andere medewerkers van de RGB zijn diverse plannen ontwikkeld waarbij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, uit monumentaal en archeologisch oogpunt (veel) grenzen aangaf, inhoudende dat er niets in en rond het gebouw mocht worden opgegraven en vooral niet de zich onder de kerk bevindende Romaanse Kerk. Resultaat van dit traject was uiteindelijk een plan waarbij het archeologisch museum een relatief bescheiden aanbouw aan de achterkant van de kerk zou kunnen krijgen, de vieringtoren voor het publiek toegankelijk zou worden gemaakt, de beschilderde grafkisten zouden worden geconserveerd en beter worden tentoongesteld, een gedeeltelijk glazen vloer een blik zou bieden op de archeologische waarden in de Romaanse onderkerk (crypte) en de publieksfaciliteiten zouden worden verbeterd. Door Hypsos Leisure zijn in onze opdracht, onder andere voor een investering in de St. Baafskerk, een aantal scenario‟s ontwikkeld en op hun merites bekeken. Naast de Rijksgebouwendienst, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en anderen werd in deze rapportages nogmaals gewezen op de “schatten van Aardenburg” waarmee vooral de grafkisten werden bedoeld, welke een beschildering kennen uit de vroegste schilderkunst in de Lage Landen. Vooral deze objecten verdienen, volgens alle deskundigen, een beter lot dan wat zij nu hebben. De gedachte was dan ook dat een investering in de St. Baafskerk de grootste betekenis zou hebben voor het “cultuurtoerisme” in Aardenburg. Mede omdat de St. Baafskerk de oudste kerk in Zeeland is met een prachtige inwendige lichtwerking hebben wij in februari 2011 de gemeenteraad voorgesteld over te gaan tot uitvoering van de hoofdconclusie uit het rapport van Hypsos. Het in de raad levende gevoelen evenwel dat met een dergelijk besluit de gemeente “investeert in het eigendom van een ander”, de investering en de exploitatie als “een brug te ver” overkomt en de raad ons aanspoorde om te zien naar alternatieven heeft ons er toe gebracht deze optie de kwalificatie “niet haalbaar” te geven. Wij hebben deze optie dan ook alleen als pro memorie in het overzicht opgenomen.
3
6. Museum naar de Weststraat Door de Stichting Commissie van Beheer voormalig St. Janshuis en Dischgoederen toebedeeld aan de Nederlands Hervormde Diaconie te Aardenburg, verder te noemen De Commissie, is het plan naar voren gebracht om de collectie van het archeologisch museum te huisvesten in de Weststraat. De Commissie is eigenaar van een reeks van panden gelegen aan de Westraat, waaronder het Weeshuis. Bovendien bezit de Commissie (en de Hervormde Kerk) het terrein gelegen achter deze panden, plaatselijk bekend onder de naam „het schapenweitje”. De Commissie bracht een plan naar voren waarbij het museum wordt ondergebracht in nieuwbouw, gecombineerd met een op het weitje aan te leggen stadspark. Dit geheel wordt dan ontsloten via de toegang tussen de panden Weststraat 32 en 34, het daarachter gelegen binnenplaatsje en een corridor tussen de op te knappen schuur en de nieuwbouw voor het museum. Voor het stadspark heeft de Commissie een ontwerp laten maken, voor het museum is een aantal vierkante meters ingepland dat ongeveer overeenkomt met het aantal vierkante meters dat het museum thans ter beschikking heeft. Het stadspark is ingericht met een vijver en een labyrint volgens het patroon zoals dat is uitgevoerd in de kathedraal te Chartres. Een labyrint is een oeroude methode voor de bevordering van contemplatie en concentratie enerzijds en ontspanning anderzijds. Omdat in het plan zowel het patroon van het beroemdste labyrint ter wereld is opgenomen en de uitvoering daarvan is gepland volgens de wijze waarop de Romeinen hun wegen aanlegden (hergebruik van puin) is er enerzijds een promotioneel sterke verwijzing naar Chartres en anderzijds een verwijzing naar het Romeinse verleden van Aardenburg ontworpen. De Commissie betoogt dat een nieuwe en tegelijk zeer oude voorziening als een labyrint, gelegen in een prachtig stadspark op een rustige plek aansluit bij de groeiende behoefte van velen om vormen van religieuze beleving te ervaren. Hiermee creëert “Aardenburg” een trias van de ruimtelijke kwaliteit van de (Hervormde) St. Baafskerk, het nieuw elan gegeven bedevaartsoort in de (Katholieke) kerk Maria Hemelvaart en een plaats voor bezinning en inspiratie volgens een werkwijze die terugvoert naar de voorchristelijke tijd. In dit plan verkoopt de Commissie een aantal vierkante meters grond aan de gemeente ten behoeve van het nieuwe archeologisch museum, stelt zij de rest van het terrein beschikbaar voor een door haar te realiseren stadspark, wordt de oude schuur en de varkensstalletjes geschikt gemaakt voor exposities en komt er en recht van overpad voor de entree en het binnenplaatsje en voorziet de Commissie verder een op vrijwilligers draaiend theehuisje in het pand Weststraat 32. Uiteraard moet dit plan verder concreet worden uitgewerkt en moeten, voorafgaand aan de uitvoering goede afspraken worden gemaakt over eigendomsrechten, exploitatie en organisatie. 7. Museum naar Weststraat en een eenmalige toevoeging aan de St. Baafskerk Hoewel optie 5 St. Baafskerk als te groot wordt ervaren vinden wij dat nog altijd recht moet worden gedaan aan de versterking van de publieke functies van dit monument. Gegeven de feiten dat bij alle andere opties de gemeente niet zal bijdragen in de uitbreiding van de exploitatie van de kerk en er om redenen van archeologie en de inwendige ruimtelijke kwaliteit van het gebouw geen driedimensionale volumen dienen te worden toegevoegd menen wij dat een tweedimensionaal object zeer wel past in deze filosofie. Wij bedoelen hiermee dat, gerelateerd aan de tijdens de vroegste schilderperiode van de Lage Landen beschilderde grafkisten naar de religieuze inzichten van die tijd, één of meer binnenmuren van de voorkerk kunnen worden beschilderd naar de religieuze inzichten van de huidige tijd. Dit uiteraard met de kwaliteit en de allure die bij de kerk past. Wij ontmoeten bij de Rijksgebouwendienst geen bezwaren tegen een dergelijk plan.
4
Financieel Wij hebben de zeven opties financieel vertaald. In het overzicht hebben wij bij de Investeringen de potentiële opbrengsten bij de verkoop van onroerend goed gebaseerd op de taxatierapporten van juni 2009. Daarnaast hebben wij het aangeleverde cijfermateriaal van de initiatiefnemers van het Multifunctioneel Centrum (dus museum plus archief) en Hart voor Aardenburg (dus museum plus dorpshuis) getoetst aan de objectieve maatstaven zoals die zijn opgenomen in de Kengetallen Bouwkostenkompas (Calsoft/IGG Bouwkostenadvies 2011). Voorts hebben wij zelf, eveneens gebaseerd op de genoemde Kengetallen de opties 6 (nieuwbouw museum, gecombineerd met stadspark) en 7 (6 plus een eenmalige investering in de St. Baafskerk) berekend. Wij zijn van oordeel dat de uiteindelijk te realiseren investering niet de werkelijk te realiseren opbrengsten van de verkoop van onroerend goed mogen overstijgen en liever nog, moeten onderstijgen. Ook bij de Exploitatiecijfers hebben wij de landelijk geobjectiveerde kengetallen gehanteerd. Verder hebben wij, zoals ook in de inhoudelijke toelichting is aangegeven, geen hoge verwachting van de inkomstenkant bij alle opties. De ervaringen elders leren dat de aantallen betalende bezoekers en de opbrengsten uit verkoop en verhuur in aanvangsfasen (veel) hoger worden ingeschat dan de cijfers op basis van de werkelijkheid tonen. In het Exploitatieoverzicht hebben wij de totale kosten inzichtelijk gemaakt welke gemoeid zijn bij de zeven opties, inclusief de huidige kosten. Tussen de exploitatiecijfers van de zeven opties zijn vrij grote verschillen te zien. -
Optie 1. Sluiting museum en verkoop onroerend goed, achten wij niet opportuun.
-
Optie 2. Bestaand museum handhaven en verkoop overig onroerend goed, idem.
-
Optie 3. Multifunctioneel Centrum Aardenburg. Deze optie lijkt voor een jaarlijks bedrag van € 76.500,-- haalbaar. Wij merken hierbij evenwel op dat: a. Wij in onze vergelijkingsopzet uitgaan van kengetallen uit de landelijk aanvaarde gemiddelden. Voor een behoorlijk kwaliteitsniveau van een archief en museum dienen derhalve onze uitgangspunten en daaraan gekoppelde bedragen te worden gehanteerd. b. De MCA gaat er van uit dat er op jaarbasis een bedrag van € 58.500,-- aan inkomsten (entreegelden bij 7000 betalende bezoekers en overige inkomsten) kan worden gerealiseerd. Wij achten dit bedrag onrealistisch. De initiatiefnemers, dan wel de gemeente nemen hiermee een onzes inziens onaanvaardbaar risico. c. De MCA gaat uit van de veronderstelling dat de functies van museumbeheer en archiefbeheer kunnen worden gecombineerd. Onze ervaring is dat dat niet of slechts zeer ten dele het geval is. Er kan een zekere synergie ontstaan tussen de beide specialismen, maar een één-op-één combinatie is in de praktijk onvoldoende werkbaar. Een extra personele inzet in deze optie is dus onvermijdelijk. Bij de som van deze verschillen valt het saldo tussen de berekening van de MCA en de berekening van de gemeente weg.
-
Optie 4. Hart voor Aardenburg. a. Ook hier is in onze vergelijkingsopzet uitgaan van kengetallen uit de landelijk aanvaarde gemiddelden. Voor een behoorlijk kwaliteitsniveau van een museum, nieuw- en verbouw dienen derhalve onze uitgangspunten en de daaraan gekoppelde bedragen te worden gehanteerd. b. De MCA gaat er eveneens van uit dat er op jaarbasis een groot bedrag (€ 66.000,-) aan inkomsten (entreegelden bij 7000 betalende bezoekers en overige inkomsten) kan worden gerealiseerd. Wij achten dit bedrag onrealistisch. De initiatiefnemers, dan wel de gemeente nemen hiermee een onzes inziens onaanvaardbaar risico.
5
-
Optie 5. St. Baafskerk. Niet in het financieel overzicht opgenomen; zie het inhoudelijk deel van de toelichting.
-
Optie 6 en 7. Naast de opties 1 en 2 de keuzemogelijkheden waarbij eenmalig een bate resteert voor de gemeente. Daarnaast zijn de geraamde bedragen voor personeel en inkomsten realistisch.
Wij merken tenslotte op dat in geen der opties de niet-compensabele b.t.w. is opgenomen. De hiermee gemoeide bedragen moeten in de eindsituatie duidelijk zijn.
Conclusie Zowel de uitgangspunten met betrekking tot de vermogenspositie van de gemeente zoals vastgelegd in het coalitieakkoord als de maatschappelijke werkelijkheid dwingen ons op realistische wijze om te gaan met het gemeentelijk onroerend goed enerzijds en de culturele waarden in Aardenburg anderzijds. Wij vinden de opties 1 en 2 niet opportuun. Aardenburg verdient een duurzame investering in cultureel opzicht. De archeologische collectie is zodanig met Aardenburg verbonden dat deze een goede en wat ons betreft aansprekelijke plaats krijgt. De inspanningen van de trits archeologen Van Hinte, TrimpeBurger en Van Dierendonck leiden als vanzelfsprekend naar het behoud van de collectie in Aardenburg. Voorts is een versterking van cultureel Aardenburg, in de brede zin van het begrip, één van de weinige kansen voor Aardenburg om enigszins te profiteren van de toeristenstroom die zich hoofdzakelijk aan de kust en in Sluis bevindt. Daarnaast steunen wij Aardenburg in de ambitie om in realistische mate zelf toeristen aan te trekken. De nabije en verdere toekomst van het raadplegen van archieven is sterk onderhevig aan bewegingen in de (markt)sector welke leiden tot een afnemende noodzaak fysieke archieven en bibliotheken in stand te houden. Een centralisatie van de oude archieven op Zeeuws-Vlaams niveau, waarbij de kwaliteitsnormen zoals de provincie die hanteert, beëindigt de gedoogstatus voor de archiefbewaarplaatsen waarin de gemeente zich thans bevindt. Ook de bezoekersaantallen rechtvaardigen het in de lucht houden van kostbare archiefbewaarplaatsen op decentrale plaatsen niet. Zoals al aangegeven blijft de gemeente te allen tijde bij machte om topstukken in Aardenburg te blijven exposeren. Wetende dat het reguliere en voor Aardenburg belangrijke verenigingsleven een redelijke tot goede huisvesting heeft zien wij geen redenen een “nieuw” dorpshuis te realiseren, gecombineerd met het museum. Deze optie ervaren wij als meer van hetzelfde. Vanzelfsprekend hebben wij begrip voor de in Aardenburg bij velen levende wens een (sociaal)culturele invulling te geven aan het voormalig gemeentehuis. Ook wij beseffen dat een dergelijke toekomst voor het gebouw de levendigheid op de Markt ten goede zou komen. Niettemin vinden wij, gegeven de financiële positie van de gemeente, dat elke investeringslast binnen de beschikbaar komende middelen dient te vallen bij de verkoop van het per optie genoemde onroerend goed. Wij hebben, gezien de ervaringen elders, geen hoge verwachting van het aantal “betalende bezoekers” en overige inkomsten. Alleen het Visserijmuseum te Breskens trekt en redelijk aantal betalende bezoekers, hoofdzakelijk, zonder iets af te doen aan de inzet van de museumbeheerders, omdat de combinatie water, boten, viswinkels, haven en restaurants door toeristen als een toplocatie wordt ervaren. Omdat geen der initiatiefnemers zelf voor de inbreng van substantiële financiële bijdragen garant staat, noch flinke structurele inkomsten kan garanderen zal de gemeente Sluis zowel de investeringskosten als de exploitatielasten van welke optie dan ook vrijwel volledig moeten dragen. Per saldo menen wij dan ook dat optie 6 om inhoudelijke en financiële redenen de voorkeur verdient, met dien verstande dat, bij uitwerking daarvan, optie 7 nader op haalbaarheid kan worden onderzocht. Deze optie houdt in dat besloten zou moeten worden over te gaan tot verkoop van de panden Markt 7, onder de voorwaarden, vastgelegd in een kettingbeding dat het vooraanzicht en de werking van het carillon worden gegarandeerd, het Depot en, op termijn Marktstraat 18.
6
Optie 6 zal dan nader vorm en inhoud worden gegeven, met medename van onderzoek voor wat betreft optie 7 in die zin dat het geheel van de investeringen binnen de beschikbaar komende middelen dienen te blijven. Daarnaast zal een jaarlijkse exploitatiebijdrage moeten worden verstrekt teneinde de huidige kwaliteit van het archeologisch op het huidige en liever hoger peil te brengen.
Gemeente Sluis, 27 september 2011
7