Bijlage Toelichting op Raadsvoorstel Verordening Wmo gemeente Hoorn 2015

Bijlage – Toelichting op Raadsvoorstel Verordening Wmo gemeente Hoorn 2015

Wat wordt van de raad verwacht? De raad wordt gevraagd de nieuwe verordening vast te stellen.

Welke invloed heeft de raad? Gemeenten hebben beperkte keuzevrijheid vanuit de Wmo 2015. Deze keuze beperkt zich vooral tot uitvoeringszaken, zoals het inregelen van voorzieningen en de toegang. In de nieuwe wet is veel vastgelegd waarop gemeenten geen invloed hebben, bijvoorbeeld hoe de gemeente hulpvragen beoordeelt om te komen tot maatwerkvoorzieningen en hoe de gemeente omgaat met de privacy van inwoners en de verwerking van persoonsgegevens.

Welk dilemma is er? Het dilemma betreft de rolverdeling tussen raad en college. De Raad heeft op 16 september 2014 hierover besluiten genomen (Raadsvoorstel kaders Wmo 2015 e.v. en uitgangspunten Verordening Wmo 2015). Deze besluiten hebben betrekking op de volgende artikelen: Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel

3: Criteria voor een maatwerkvoorziening 6: Regels voor een persoonsgebonden budget 7: Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen 8 en 13: Kwaliteitseisen 11: Jaarlijkse waardering mantelzorgers 12: Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen 17: Evaluatie 18: Intrekking oude verordening en overgangsrecht

In de bijlagen zijn deze artikelen nader toegelicht.

BIJLAGE BIJ RAADSVOORSTEL Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015



Artikelsgewijze uitwerking artikelen 3, 6, 7, 8, 11, 12, 17 en 18



Was- wordt lijst



Wettelijke bepalingen

Artikelsgewijze uitwerking verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015, was- wordt lijst, wettelijke kaders

Inhoudsopgave Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening ..........................................................................3 Artikel 6. Regels voor een persoonsgebonden budget (pgb) ............................................................8 Artikel 7. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen 10 Artikel 8, artikel 13. Kwaliteitseisen .......................................................................................... 12 Artikel 11. Jaarlijkse waardering mantelzorgers .......................................................................... 14 Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen ....... 15 Artikel 17. Evaluatie ................................................................................................................ 16 Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht .......................................................... 17

2


Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening Raadsbesluit 16-09-2014:

Bij de beoordeling van hulpvragen doet het college onderzoek naar de mogelijkheden van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, het eigen sociale netwerk, algemeen gebruikelijke voorzieningen en algemene voorzieningen om te komen tot zelfredzaamheid en participatie. Van elk onderzoek wordt een Gespreksverslag gemaakt. Als uit het onderzoek blijkt dat een maatwerkvoorziening nodig is voor participatie en/of zelfredzaamheid, fungeert het Gespreksverslag als aanvraagformulier.

Uitwerking in de verordening:

Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening 1. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening: a. ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van de in artikel 2 genoemde procedure, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, b. ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van de in artikel 2 genoemde procedure, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving. 2. Ten aanzien van een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie geldt dat een cliënt alleen voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt als: a. de noodzaak tot ondersteuning voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was, en b. de voorziening voorzienbaar was, maar van de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de hulpvraag overbodig had gemaakt. 3. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het college verstrekte voorziening, wordt deze slechts verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven, a. tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen; b. tenzij de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten, of c. als de eerder verstrekte voorziening niet langer een oplossing biedt voor de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke ondersteuning. 4. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst adequate voorziening.

3


Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening (vervolg)

Was-Wordt lijst: Nr.

Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015 Artikel

1.

Voorzieningen

Maatwerkvoorzieningen en

Compensatieplicht

2.3.1

-

2.3.2.2

-

2.3.2.3

algemene voorzieningen 2.

Persoonlijk plan

Cliënt kan een persoonlijk plan indienen met een oplossing voor zijn hulpvraag

3. 4. 5.

Gratis cliënt-

Cliënt kan zich bij het gemeentelijk

ondersteuning

onderzoek gratis laten ondersteunen

Onderzoek

De wijze van onderzoek staat in de

Het college bepaalt de wijze

2.3.1

wet

van onderzoek

t/m 2.3.10

Gebruikelijke hulp mag in redelijk-

De gemeente Hoorn houdt

2.3.2.4.b

heid mag worden verwacht van de

uitsluitend rekening met inwonende

1.1.1.

echtgenoot, ouders, inwonende

personen vanaf 18 jaar

Gebruikelijke hulp

kinderen of andere huisgenoten 6.

7.

Mantelzorg en

De mogelijkheden van mantelzorg en

De gemeente Hoorn houdt

eigen sociale

het eigen sociale netwerk moeten

uitsluitend rekening met inwonende

netwerk

worden onderzocht

personen vanaf 18 jaar

Gespreksverslag

Het gespreksverslag is vereist bij

Het gespreksverslag is vereist als de

elke hulpvraag.

hulpvraag leidt tot een aanvraag

2.3.2.4.c

2.3.2.8

voor een voorziening of als de cliënt daar prijs op stelt 8.

Melding, aanvraag

Cliënt doet eerst een melding

Cliënt kan direct een aanvraag doen

2.3.2.9

9.

Integrale

De gemeente stemt integrale

-

2.3.2.4.f

dienstverlening

dienstverlening af met De gemeente informeert de cliënt

Het CAK stelt achteraf de eigen

2.3.2.4.g

vooraf over de bijdrage. Het CAK

bijdrage vast

zorgverzekeraars en aanbieders 10.

Eigen bijdrage

stelt achteraf de eigen bijdrage vast 11.

Scheiding AWBZ

AWBZ-Wmo is duidelijk afgebakend.

Veel onduidelijkheid

2.3.5.6

Toestemming

Er is geen toestemming nodig voor

Het college treedt in overleg met

2.3.7.1

woningeigenaar

woningaanpassingen.

woningeigenaren over het

2.3.7.2

Woningaanpassingen hoeven na

aanbrengen en verwijderen van

2.3.7.3

gebruik niet te worden verwijderd.

woningaanpassingen.

Samenwerking

Colleges van gemeenten werken

-

2.6.1.1

gemeenten

met elkaar samen.

Verhaalkosten

Is geregeld

-

2.4.1

en Wmo 12.

13. 14.

t/m 2.4.4 15.

Verwerking en

Is geregeld

-

5.1 en 5.2

verstrekking van persoonsgegevens

4



Wat staat in de wet Wmo 2015: Nr.

Voorzieningen

Artikel

1.

Een maatwerkvoorziening bestaat uit ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie,

1.2.1

beschermd wonen of opvang 2.

In de verordening wordt bepaald wanneer een cliënt een maatwerkvoorziening ontvangt

2.1.3.2.a

3.

In de verordening staan regels voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen

2.1.3.4

maatwerkvoorziening of pgb, en/of misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet 4.

Het college bevordert en treft algemene maatregelen voor de sociale samenhang, de

2.2.1

toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten, de veiligheid en leefbaarheid en tegen huiselijk geweld 5.

Het college bevordert en treft algemene voorzieningen ter bevordering van mantelzorg en

2.2.2

vrijwilligers en ter ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers 6.

Het college bevordert en treft algemene voorzieningen ter bevordering van zelfredzaamheid,

2.2.3

participatie, beschermd wonen en opvang 7.

Het college zorgt ervoor dat voor inwoners cliëntondersteuning beschikbaar is en op ieder mo-

2.2.4.1

ment van de dag telefonisch of elektronisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar is 8.

Het college zorgt ervoor dat het belang van de cliënt hierbij uitgangspunt is

2.2.4.2

Nr.

Procedure melding en aanvraag

Artikel

1.

Het college verstrekt een maatwerkvoorziening aan personen die daarvoor in aanmerking komen

2.3.1

2.

Na ontvangst van een melding van een hulpvraag doet het college binnen zes weken het

2.3.2.1

meldingsonderzoek 3.

Het college bevestigt de ontvangst van de melding

2.3.2.1

4.

Het college informeert cliënt over de mogelijkheid om binnen zeven dagen na de melding een

2.3.2.2

persoonlijk plan in te dienen. Het persoonlijk plan beschrijft de omstandigheden van de cliënt en op welke ondersteuning de cliënt het meest is aangewezen 5.

Het college wijst de cliënt op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning

2.3.2.3

voor het onderzoek 6.

Het college onderzoekt de persoonskenmerken, de behoeften en de voorkeuren van de cliënt

2.3.2.4.a

7.

Het college onderzoekt de eigen mogelijkheden van de cliënt

2.3.2.4.b

8.

Het college onderzoekt de mogelijkheden van gebruikelijke hulp.

2.3.2.4.b

Gebruikelijke hulp is hulp die in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders,

1.1.1.

inwonende kinderen of andere huisgenoten 9.

Het college onderzoekt de mogelijkheden van mantelzorg en het sociale netwerk

2.3.2.4.c

10.

Het college onderzoekt de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger

2.3.2.4.d

11.

Het college onderzoekt de mogelijkheden van algemene voorzieningen

2.3.2.4.e

12.

Het college onderzoekt de mogelijkheden van de cliënt voor het doen van maatschappelijk nuttige

2.3.2.4.e

activiteiten 13.

Het college onderzoekt samen met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en andere marktpartijen naar

2.3.2.4.f

afgestemde dienstverlening 14.

Het college onderzoekt welke bijdragen de cliënt verschuldigd is

2.3.2.4.g

15.

Het college betrekt het persoonlijk plan bij het onderzoek

2.3.2.5

16.

Bij het onderzoek wordt aan de cliënt uitgelegd welke mogelijkheden en gevolgen bestaan om te

2.3.2.6

kiezen voor een pgb 17.

De cliënt verschaft de gegevens die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs

2.3.2.7

beschikking kan krijgen

5



Wat staat in de wet Wmo 2015 (vervolg): Nr.

Procedure melding en aanvraag (vervolg)

Artikel

18.

Het college verstrekt de cliënt of zijn vertegenwoordiger schriftelijk de uitkomsten van het

2.3.2.8

meldingsonderzoek (gespreksverslag) 19.

Een aanvraag voor een maatwerkvoorziening kan pas worden gedaan als het meldingsonderzoek

2.3.2.9

is afgerond 20.

Het college treft in spoedeisende gevallen een passende tijdelijke maatregel in afwachting van de

2.3.3

uitkomsten van het meldingsonderzoek 21.

Het college stelt de identiteit van de cliënt vast met een identiteitsbewijs

2.3.4

22.

Het college beslist binnen twee weken op een aanvraag om een maatwerkvoorziening

2.3.5.1.a, b,

23.

Het college beslist over een maatwerkvoorziening als de cliënt naar het oordeel van het college

2.3.5.3

niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van andere personen uit

2.3.5.4

2.3.5.2

zijn sociale netwerk of met algemene voorzieningen in staat is tot zelfredzaamheid, participatie of zich te handhaven in de samenleving en psychische problemen heeft 24.

De maatwerkvoorziening is afgestemd op de cliënt, de Zorgverzekeringswet, de Wet op de

2.3.5.5

Jeugdzorg, Onderwijs, betaalde werkzaamheden, scholing, de Wet werk en bijstand, de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de cliënt. 25.

Het college kan een maatwerkvoorziening weigeren als de cliënt aanspraak heeft of kan krijgen op

2.3.5.6

verblijf in een instelling op grond van de AWBZ 26.

Bij een woningaanpassing is geen toestemming nodig van de eigenaar voor het aanbrengen van

2.3.7.1

de woningaanpassing. Voordat de woningaanpassing wordt aangebracht, stelt het college de

2.3.7.2

eigenaar van de woning zich te doen horen 27.

De woningaanpassing hoeft na gebruik niet te worden verwijderd

2.3.7.3

28.

De cliënt meldt direct alle feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op een genomen

2.3.8.1

beslissing 29

De cliënt werkt mee aan de uitvoering van de wet

2.3.8.3

30.

Het college verricht periodiek herbeoordelingen of er aanleiding is beslissingen over

2.3.9

maatwerkvoorzieningen en pgb’s te heroverwegen 31.

Het college kan een beslissing herzien of intrekken als: a.

de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt

b.

de cliënt geen maatwerkvoorziening of pgb meer nodig heeft

c.

de maatwerkvoorziening of het pgb niet meer toereikend is

d.

de cliënt niet meer voldoet aan de gestelde voorwaarden

e.

de cliënt de maatwerkvoorziening of het pgb niet gebruikt of voor een ander doel gebruikt

2.3.10.1

32.

Het college bepaalt het tijdstip waarop de beslissing in werking treedt

2.3.10.2

33.

De colleges werken met elkaar samen indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering

2.6.1.1

van deze wet aangewezen is 34.

Per algemene maatregel van bestuur kunnen gebieden worden aangewezen waarbinnen colleges

2.6.1.2

samenwerken voor de uitvoering van de wet 35.

Het college kan de vaststelling van rechten en plichten van de cliënt mandateren aan een

2.6.3

aanbieder. Met uitzondering van de vaststelling van de rechten en plichten van de cliënt kan het

en 2.6.4.1

college de uitvoering van deze wet door derden laten verrichten.

6




Verhaal van kosten

Artikel

1.

Als de cliënt opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt,

2.4.1.a

kan het college de geldswaarde vorderen van ten onrecht gemaakte kosten 2.

Het college kan dit bedrag bij dwangbevel invorderen.

2.4.1.b

3.

Roerende zaken zijn niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag

2.4.2

4.

De gemeente kan de kosten van een maatwerkvoorziening of pgb verhalen op degene die naar de

2.4.3.1

cliënt verplicht is tot het betalen van schadevergoeding 5.

De VNG kan met verzekeraars een overeenkomst sluiten over de te bepalen afkoopsom voor de te

2.4.4.1

verwachten schadelast door hun verzekerden 6.

De VNG informeert de gemeenten over de hoogte van de overeenkomst

2.4.4.3

Nr.

Verwerking en verstrekking van persoonsgegevens

Artikel

1.

Het college is bevoegd persoonsgegevens te verwerken van de cliënt

5.1.1.1

2.

Het college is bevoegd persoonsgegevens te verwerken van de echtgenoot, ouders, inwonende

5.1.1.1

kinderen en andere huisgenoten 3.

Het college is bevoegd persoonsgegevens te verwerken van de mantelzorger

5.1.1.2

4.

Het college is bevoegd persoonsgegevens te verwerken van andere personen in het sociale

5.1.1.3

netwerk 5.

Het college mag alleen met ondubbelzinnige toestemming persoonsgegevens verwerken van de

5.1.1.5

cliënt die het college heeft ontvangen van een zorgverzekeraar of zorgaanbieder 6.

De toezichthoudende ambtenaren zijn bevoegd persoonsgegevens te verwerken van de cliënt

5.1.5

7.

Het college is bevoegd persoonsgegevens over de gezondheid te verstrekken aan de aanbieder,

5.2.1

het CAK, de SVB en toezichthoudende ambtenaren 8.

Het college mag alleen met ondubbelzinnige toestemming persoonsgegevens verstrekken aan een

5.2.5.2

zorgverzekeraar of zorgaanbieder 9.

Het college en toezichthoudende ambtenaren verstrekken aan een betrokkene desgevraagd inzage

5.3.2.1

in en een afschrift van de bescheiden waarover zij beschikken 10.

Voor de verstrekking van een afschrift kan een vergoeding worden gevraagd

5.3.2.5

11.

Een persoon heeft het recht te verzoeken zijn gegevens te laten corrigeren

5.3.2.6

12.

Het college stemt de wijze waarop het de taken op grond van deze wet uitvoert af met

5.4.1.1

zorgverzekeraars

Nr.

Toezicht en handhaving

Artikel

1.

De aanbieder doet bij de toezichthoudende ambtenaar direct melding van iedere calamiteit en

3.4.1

geweld die bij een voorziening heeft plaatsgevonden 2.

Het college wijst toezichthoudende ambtenaren aan

6.1.1

3.

De toezichthoudende ambtenaren zijn bevoegd tot inzage van dossiers

6.1.2

4.

De toezichthoudende ambtenaren hebben geheimhoudingsplicht

6.1.3

7


Artikel 6. Regels voor een persoonsgebonden budget (pgb) Raadsbesluit 16-09-2014:

Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze de hoogte van een persoonsgebonden budget (pgb) wordt vastgesteld.


Artikel 6. Regels voor pgb 1. Het college verstrekt in overeenstemming met artikel 2.3.6 van de wet een pgb. 2. Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze en onder welke voorwaarden de hoogte van een pgb wordt vastgesteld.


Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015 Artikel

1.

Misbruik pgb

In de verordening worden regels

-

2.1.3.4

Cliënten moeten motiveren waarom

Cliënten mogen vrij kiezen voor een

2.3.6.2

zij een pgb willen krijgen

pgb

Een pgb moet worden besteed aan

Een pgb mag worden besteed aan

de maatwerkvoorziening. Bij

een voorziening naar keuze

gesteld voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen of pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet 2. 3.

Voorwaarden pgb Besteden pgb

2.3.6.3

verordening kan worden bepaald wanneer een pgb mag worden ingezet voor een persoon die behoort tot het sociale netwerk 4.

Betalingen pgb

De Sociale Verzekeringsbank

De gemeente verricht de pgb

verricht de pgb betalingen aan de

betalingen aan de cliënt en doet het

cliënt en doet het budgetbeheer

budgetbeheer

2.6.2.1


Persoonsgebonden budget

Artikel

1.

In de verordening wordt bepaald hoe de hoogte van een pgb wordt vastgesteld

2.1.3.2.b

2.

In de verordening staan regels voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen

2.1.3.4

maatwerkvoorziening of pgb, en/of misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet 3.

Desgewenst ontvangt de cliënt een pgb waarmee hij diensten, hulpmiddelen,

2.3.6.1

woningaanpassingen en andere maatregelen van derden kan betrekken 4.

Een pgb wordt verstrekt als: a.

2.3.6.2

de cliënt op eigen kracht zijn belangen voldoende kan waarderen of met hulp uit zijn sociale netwerk, een curator, een bewindvoerder, mentor of gemachtigde; en

b.

de cliënt beargumenteert waarom hij een pgb wil krijgen

c.

is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht zijn

5.

Bij het beoordelen van de kwaliteit weegt het college mee of de diensten, hulpmiddelen,

2.3.6.3

woningaanpassingen en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt.

8


Artikel 6. Regels voor een persoonsgebonden budget (pgb) (vervolg)


Persoonsgebonden budget (vervolg)

Artikel

6.

Bij verordening kan worden bepaald wanneer de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de

2.3.6.4

mogelijkheid heeft om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon uit het sociale netwerk. 7.

8.

De gemeente kan een pgb weigeren als: -

de kosten van de keuzevoorziening hoger zijn dan de maatwerkvoorziening;

-

de cliënt onjuiste gegevens heeft verstrekt;

-

de cliënt niet voldoet aan de gestelde voorwaarden;

-

de cliënt het pgb voor een ander doel gebruikt.

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) doet de betalingen voor de pgb’s aan de hulpverlener en voert

2.3.6.5

2.6.2.1

het budgetbeheer uit

9


Artikel 7. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen Raadsbesluit 16-09-2014

Voor elke maatwerkvoorziening voor personen vanaf 18 jaar en ouder geldt een eigen bijdrage. Vanaf 1 januari 2015 geldt ook een eigen bijdrage voor woningaanpassingen tot 18 jaar. De eigen bijdragen zijn inkomens- en vermogensafhankelijk binnen de kaders van de Wmo 2015. Het CAK bewaakt de opstapeling van eigen bijdragen. De gemeente heeft de mogelijkheid om een bijdrage in de kosten te vragen voor algemene voorzieningen. In de verordening wordt deze mogelijkheid opgenomen.


Artikel 7. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen 1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd: a. voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning, en, b. voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, overeenkomstig het Besluit maatschappelijke ondersteuning, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot. 2. Het college kan bij nadere regeling bepalen: a. voor welke algemene voorzieningen, niet zijnde cliëntondersteuning, de cliënt een bijdrage is verschuldigd; b. welke voorzieningen en doelgroepen zijn uitgezonderd van het in het eerste lid sub b bepaalde; c. wat per soort algemene voorziening de hoogte van deze bijdrage is; en d. dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt. 3. Het college bepaalt bij nadere regeling: a. op welke wijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening en pgb wordt bepaald, en b. door welke andere instantie dan het CAK in de gevallen bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb worden vastgesteld en geïnd.


Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015 Artikel

1.

2.

Uitbreiding eigen

Er kan een eigen bijdrage worden

Er mag geen eigen bijdrage worden

bijdrage regeling

gevraagd voor woningaanpassingen

gevraagd voor voorzieningen voor

voor kinderen

kinderen tot 18 jaar

Duur eigen

De eigen bijdrage geldt zolang de

De eigen bijdrage voor

bijdrage

woningaanpassingen worden

woningaanpassingen geldt voor

gebruikt

maximaal drie jaar

2.1.5.1

2.1.4.2.b1

10


Artikel 7. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen (vervolg)


Eigen bijdragen

Artikel

1.

Bij verordening kan worden bepaald dat een cliënt een bijdrage in de kosten is verschuldigd voor

2.1.4.1

een algemene voorziening en een maatwerkvoorziening of een pgb. 2.

In de verordening kan de hoogte van de bijdrage voor verschillende voorzieningen verschillend

2.1.4.2

worden vastgesteld 3.

In de verordening kan worden bepaald dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of een pgb

2.1.4.2.b1

verschuldigd is zolang de cliënt van de voorziening of pgb gebruik maakt 4.

In de verordening kan worden bepaald dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of een pgb

2.1.4.2.b2

afhankelijk is van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot 5.

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of een pgb is niet hoger dan de kostprijs

2.1.4.3

6.

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de bijdragen voor een

2.1.4.4

maatwerkvoorziening of een pgb. 7.

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of een pgb wordt vastgesteld en geïnd door het CAK.

2.1.4.6

8.

Als een maatwerkvoorziening of een pgb wordt verstrekt voor een woningaanpassing voor een

2.1.5.1

minderjarige cliënt, kan bij verordening worden bepaald dat de bijdrage is verschuldigd door de ouders en degene die samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt 9.

In ieder geval is geen bijdrage verschuldigd als de ouders zijn ontheven of ontzet van het gezag

2.1.5.3

over de cliënt 10.

Als meer dan één persoon een bijdrage is verschuldigd, zijn allen de bijdrage verschuldigd,

2.1.5.4

maar als de een heeft betaald, is de ander bevrijd

11


Artikel 8, artikel 13. Kwaliteitseisen Raadsbesluit 16-09-2014:

Zorgaanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen en deskundige beroepskrachten. Het college stelt aanvullende eisen aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen m.b.t. de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen en houdt hierbij in elk geval rekening met: de aard en omvang van de te verrichten taken; overheadkosten; kosten voor bijscholing van het personeel; de marktprijs van de voorziening.


Artikel 8. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning 1. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten. 2. Het college kan bij nadere regeling bepalen welke verdere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen. 3. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Artikel 13. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden 1. Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren diensten, in ieder geval rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. overheadkosten; c. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; d. kosten voor bijscholing van het personeel. 2. Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren overige voorzieningen, in ieder geval rekening met: a. de marktprijs van de voorziening, en b. de eventuele extra taken die in verband met de voorziening van de leverancier worden gevraagd, zoals: 1o. aanmeten, leveren en plaatsen van de voorziening; 2o. instructie over het gebruik van de voorziening; 3o. onderhoud van de voorziening, en 4°. verplichte deelname in bepaalde samenwerkingsverbanden (bijv. sociaal wijkteams).


Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015

1.

Kwaliteitseisen

In de verordening staan

Kwaliteitseisen aan voorzieningen en

2.1.3.2c

kwaliteitseisen aan voorzieningen en

eisen aan beroepskrachten staan in

3.1.1

de deskundigheid van

de aanbestedingsdocumenten

t/m 3.1.3

Artikel

beroepskrachten 2.

Klachtenregeling

In de verordening wordt bepaald

De klachtenregeling staat in

2.1.3.2.e

aanbieders

voor welke voorzieningen een

aanbestedingsdocumenten. ISO-

3.2.1.a

klachtenregeling vereist is

gecertificeerde aanbieders hebben vanuit de certificering een klachtenprocedure.

3.

Kwaliteits-

Het college houdt elk jaar een

onderzoek

kwaliteitsonderzoek onder cliënten

-

2.5.1.1

12


Artikel 8, artikel 13. Kwaliteitseisen (vervolg)

Was-Wordt lijst (vervolg): Nr.

Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015

4.

Gunningcriteria

Het college gunt op economisch

Aanbestedingswet 2012,

2.6.4.2

selectie aanbieders

meest voordelige inschrijving, Het

inkoopmatrix gemeente Hoorn

2.6.4.3

Artikel

college kan niet enkel op laagste

2.6.6.1

prijs gunnen. 5.

Meldcode

Er geldt een meldcode voor

-

3.3.1

aanbieders voor signalen huiselijk geweld of kindermishandeling


Kwaliteitseisen

Artikel

1.

Het gemeentebestuur zorgt voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen

2.1.1.2

2.

In de verordening staat welke kwaliteitseisen gelden voor maatwerkvoorzieningen en de

2.1.3.2.c

deskundigheid van beroepskrachten 3.

In de verordening wordt bepaald voor welke voorzieningen een klachtenregeling vereist is

2.1.3.2.e

4.

Het college onderzoekt hoe de cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

2.5.1.1

ervaren. Het college publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten hiervan 5.

Bij Wmo aanbestedingen gunt het college op economisch meest voordelige inschrijving.

2.6.4.2

6.

In afwijking van artikel 2.114 van de Aanbestedingswet 2012 kan het college een

2.6.4.3

overheidsopdracht niet enkel op laagste prijs gunnen 7.

De winnende aanbieder overlegt met de zittende aanbieders over overname van het personeel

2.6.5.1

8.

Het college houdt rekening met de mate waarin de aanbieder zorgt voor continuïteit in de

2.6.5.2

hulpverlening 9.

Het college ziet erop toe dat het overleg tussen de winnende aanbieder en de zittende aanbieders

2.6.5.3

plaatsvindt en dat de aanbieder of aanbieders zoveel mogelijk inspanning leveren om bij het overleg de overname van personeel en het voortzetten van de relaties tussen hulpverleners en cliënten te bewerkstelligen 10.

In de verordening staan aanbestedingsregels ter waarborging van een goede verhouding tussen de

2.6.6.1

prijs en de kwaliteit van de voorziening. Daarbij wordt rekening gehouden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de arbeidsvoorwaarden. 11.

De aanbieder zorgt ervoor dat de voorziening van goede kwaliteit is

3.1.1

12.

Een voorziening:

3.1.2

a.

is veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht

b.

wordt afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op de andere aanwezige vormen van zorg of hulp

13.

c.

wordt verstrekt in lijn met de verantwoordelijkheid van de beroepskracht

d.

wordt verstrekt met respect en inachtneming van de rechten van de cliënt

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen worden gesteld aan aanbieders van

3.1.3

voorzieningen 14.

De aanbieder treft een klachtenregeling van cliënten over gedragingen van de aanbieder

3.2.1.a

15.

De aanbieder stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen

3.3.1

van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan 16.

De aanbieder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode

3.3.2

17.

De aanbieder die niet uitsluitend hulpmiddelen en/of woningaanpassingen levert, is in het bezit

3.5.1

van een verklaring omtrent het gedrag 13


Artikel 11. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Raadsbesluit 16-09-2014:

Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.


Artikel 11. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.


Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

1.

Mantelzorg-

Het mantelzorgcompliment van € 200,- per jaar en de vrijstelling op de

compliment

erfbelasting voor kinderen die mantelzorg verlenen aan een van hun ouders

Wmo 2015 Artikel 2.1.6

komen per 1 januari 2015 te vervallen. Gemeenten kunnen in de verordening aangeven hoe zij vanaf dat moment de mantelzorgers willen waarderen.


Waardering mantelzorgers

Artikel

1.

In de verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorgt voor een jaarlijkse blijk van

2.1.6

waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente

14


Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen Raadsbesluit 16-09-2014 /

Ter vervanging van de Wet Tegemoetkoming Chronisch Gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (CER), bereidt het college binnen het budget dat naar de gemeente wordt overgeheveld een compensatieregeling voor de verschillende doelgroepen voor. De gemeenteraad besluit over deze regeling.

Uitwerking in de verordening

Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen Het college verstrekt in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, en de nader vastgestelde regeling aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.


Onderwerp

Wordt (Wmo 2015)

Was

Wmo 2015 Artikel

1.

Korting op eigen

In de verordening kan worden

Wet Tegemoetkoming Chronisch

bijdrage en

bepaald dat voor groepen van

Gehandicapten en Compensatie

compensatie

personen een korting op de eigen

Eigen Risico

meerkosten

bijdrage geldt en een compensatie

2.1.4.2.a

voor meerkosten


Tegemoetkoming eigen bijdragen en meerkosten

Artikel

1.

In de verordening kan worden bepaald dat voor groepen van personen een korting op de bijdrage

2.1.4.2.a

voor een algemene voorziening van toepassing is

15


Artikel 17. Evaluatie Raadsbesluit 16-09-2014:

Het college evalueert het nieuwe beleid en de effecten daarvan op de Hoornse burgers na het eerste jaar.


Artikel 17. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk aan de gemeenteraad.

Uitwerking in het raadsvoorstel:

8. Realisatie, laatste alinea: Het college komt met een voorstel voor de Raad over de vorm en inhoud van de voortgangsrapportages die periodiek aan de Raad worden voorgelegd. Het college evalueert het beleid en de effecten daarvan op de Hoornse burgers na het eerste jaar. Het college zendt een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk aan de gemeenteraad.

Was-Wordt lijst: Niet van toepassing Wat staat in de wet Wmo 2015: Niet van toepassing

16


Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht Raadsbesluit 16-09-2014


Voor een zachte landing behouden de AWBZ cliënten t/m 31 december 2015 hun voorzieningen waarvoor de gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk worden gesteld, tenzij hun indicatie eerder eindigt of de cliënt akkoord gaat met een eventueel andere wijze van compensatie. In 2015 wordt hun situatie beoordeeld volgens de nieuwe richtlijnen. Cliënten die gebruik maken van een of meerdere Wmo voorzieningen behouden hun voorzieningen, totdat hun situatie is beoordeeld volgens de nieuwe richtlijnen. Voor de inzet van een eventueel andere wijze van compensatie geldt een overgangstermijn van zes maanden. Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht 1. De [citeertitel oude verordening] wordt ingetrokken. 2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de [citeertitel oude verordening], totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken. 3. Aanvragen die zijn ingediend onder de [citeertitel oude verordening] en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens deze verordening. 4. Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de [citeertitel oude verordening], wordt+ beslist met inachtneming van die verordening.]

Was-Wordt lijst: Niet van toepassing Wat staat in de wet Wmo 2015: Nr.

Overgangsrecht

Artikel

1.

Persoonlijke verzorging, begeleiding, verblijf in een instelling, kortdurend verblijf en AWBZ-vervoer

8.1.1

vallen niet vanaf 1 januari 2015 onder de nieuwe wet 2.

Het CIZ besluit zo spoedig mogelijk op AWBZ aanvragen voor 1 januari 2015

8.1.2

3.

Het Zorgkantoor en het CIZ verstrekken zo spoedig mogelijk van alle AWBZ-cliënten aan de

8.2.1

gemeente het indicatiebesluit, het BSN nummer, de grondslag en de zorg- of de subsidiegegevens 4.

De zorgverzekeraar verstrekt van de indicaties voor een doventolk het besluit, BSN nummer en de

8.2.2

grondslag 5.

AWBZ cliënten houden hun persoonlijke verzorging, begeleiding, verblijf in een instelling,

8.3.1

kortdurend verblijf en AWBZ-vervoer t/m 31 december 2015 6.

Als een AWBZ indicatie op 1 januari 2015 nog niet is verzilverd, kan de cliënt deze alleen nog

8.3.2

verzilveren nadat hij het college zijn zienswijze heeft kenbaar gemaakt 7.

AWBZ cliënten ontvangen in 2015 een pgb van de gemeente gelijk aan het pgb van de

8.3.3

zorgverzekeraar 8.

AWBZ cliënten houden hun doventolk t/m 31 december 2015

8.3.4

9.

Het college neemt de rol in van het zorgkantoor voor de overgangscliënten

8.3.5

10.

Indicaties voor verblijf blijven van kracht tot een koninklijk besluit dat niet eerder dan

8.4

1 januari 2020 wordt genomen 11.

Bij overgangscliënten doet het college tijdig voor 1 januari 2016 onderzoek

8.6

12.

De gemeenteraad stelt het meerjarenbeleidsplan vast voor 1 november 2015

8.7.1

13.

Het college treft de algemene voorzieningen voor 1 november 2015

8.7.2

14.

Het college kan voor 1 november 2015 onderzoeken volgens de wet verrichten en voldoet vanaf

8.7.3

1 januari 2015 aan de beslistermijnen op aanvragen voor maatwerkvoorzieningen 15.

Het college publiceert voor het eerst voor 1 juli 2016 de uitkomsten van het onderzoek onder

8.7.4

cliënten hoe zij de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren 16.

Het college wijst voor 1 januari 2015 de toezichthoudende ambtenaren aan

8.7.5

17


Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht (vervolg)


Overgangsrecht (vervolg)

Artikel

17.

Aanbieders moeten gedragsverklaringen verstrekken na een nog nader te bepalen tijdstip

8.8

18.

De Wmo wordt op 1 januari 2015 ingetrokken, onverminderd de rechten en plichten van

8.9.1

betrokkenen met een voorziening in natura, een pgb of een financiële tegemoetkoming 19

Het Wmo recht zoals dat gold voor 1 januari 2015 blijft van toepassing

8.9.2

20.

Artikel 25 van de Wmo blijft van toepassing op roerende zaken die zijn toegekend met een

8.9.3

financiële tegemoetkoming, een pgb of in bruikleen 21.

Deze wet treedt in werking op1 januari 2015

8.11.1

22.

Deze wet heet: Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015

8.11.3

18

Bijlage Toelichting op Raadsvoorstel Verordening Wmo gemeente Hoorn 2015

Recommend Documents