Conceptverslag Adviescommissie voor het Ouderenbeleid d.d. 19 november 2008 Aanwezig:
Mw. V. van Geen Dhr. K. Battenberg Dhr. F.J. ten Brink Dhr. G. Buijs Mw. A. Edens Dhr. G. van Es Dhr. M. v.d. Eventuin Mw. J. Fransen Mw. H. Groenendijk Mw. A. ten Have Dhr. W. Keune Mw. S. Kieft Mw. P. Scholten Mw. J. Vermeulen Mw. M. Vlutters Mw. N. Wuurman
M.(e.z.)k.g. afwezig: Mw. M.A. van Bodegom Mw. M. Coopmans Dhr. B. Derawi Dhr. H. van Doremalen Mw. W. van Egdom Dhr. L. Goris Mw. M. van der Horst Dhr. H. de Jong Dhr. M. Karaköse Mw. T. van der Linden Mw. A. van de Rijt Dhr. A. Saadaoui Mw. R. Tijmensen Dhr. F. Weijburg Notulen:
Mw. H. Rebel
Voorzitter PCOB ANBO Utrechtse woningcorporaties (secretaris) DMO/SoZaWe, (adviserend lid) KBO PCOB (plv. voorzitter) Axion Continu Thuiszorg, Aveant Minderheden LOC Utrecht KBO onafhankelijk Minderheden / St. BOEG ANBO Huisartsenvereniging Utrecht DSO, afd. Wonen (adviserend lid) Nisbo Altrecht, divisie Generalistische Zorg Bartholomeus Gasthuis FNV GG&GD CNV Tunser Stichting Stade Cumulus Nisbo Altrecht, De Es, Ouderenpsychiatrie DMO/Welzijnszaken (adviserend lid) secretariaat (DMO, Welzijnszaken, E-mail:
[email protected] / tel. 030-2865903
1. Opening en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Afmeldingen zijn er van de dames Van Bodegom, Van Egdom, Tijmensen en Van de Rijt. De heer Keune komt later. 2. Vaststellen verslag 22 oktober 2008 Tekstueel en naar aanleiding van: Pag. 1, punt 2: (internet voor ouderen) De heer Battenberg vraagt of het DB hierover heeft gesproken? De voorzitter laat weten dat het DB besloten heeft hier niets mee te doen. Pag. 1, punt 2, mevrouw Kieft vraagt of er al nagevraagd is of er landelijke normen zijn m.b.t. parkeergelegenheid voor mensen met een functiebeperking? De voorzitter laat weten dat in de volgende vergadering iemand van de afdeling parkeerbeleid komt om de commissie te informeren. Deze vraag wordt meegenomen. De heer De Jong was vorige keer niet aanwezig en had een aantal vragen per e-mail gesteld. Hij kan ze echter niet terugvinden in het verslag. Hij vraagt of mevrouw Van Bodegom inmiddels benaderd is voor de delegatie die namens de commissie in gesprek gaat met de ambtelijke diensten? Mevrouw Edens meldt dat dit het geval is. In dezelfde vergadering kwam de werkwijze van de wijkraden aan de orde. De heer De Jong vraagt zich af of de
werkwijze m.b.t. adviezen van de wijkraden ook van toepassing zou kunnen zijn voor de adviescommissie? Pag. 2, 2e alinea: de heer Battenberg vraagt of de evaluatie van Woonster inmiddels openbaar is? Mevrouw Edens laat weten dat het rapport in januari met de stukken wordt meegestuurd als het onderwerp wonen gepland staat. Mevrouw Coopmans zal de commissie dan informeren over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wonen en woonsterren. Pag. 5, punt 6 (sociaal isolement) mevrouw Wuurman meldt dat mevrouw Van der Wal deze presentatie ook heeft gegeven tijdens de raadsinformatieavond. Pag. 5, 3e alinea (mevrouw Tijmensen heeft aangegeven dat gebitsproblemen niet bij Altrecht maar bij de huisartsen thuishoort. Volgens mevrouw Scholten vraagt een huisarts hier niet naar. Maar het is wel een belangrijk punt. De voorzitter stelt voor het op de signaallijst te zetten. Pag. 6, mevrouw Fransen vraagt n.a.v. de discussie over sociaal isolement of de commissie psychosociale gezondheid als aandachtspunt mee kan nemen? De voorzitter vindt dit een goed idee. Pag. 7, punt 7, 2e bolletje: mevrouw Vlutters merkt op dat het niet over de rol van ouderen in de samenleving ging maar over Stichting BOEG. 1
NB: over de niet-vermelde onderwerpen kwamen geen bijzonderheden ter sprake. Deze werden alle voor kennisgeving aangenomen.
3. Post / mededelingen / ingekomen stukken Uit het DB d.d. 1 oktober 2008 3.1b: N.a.v. verslag: Pag. 1: mevrouw Wuurman was aanwezig bij de vergadering. Pag. 2 (Binnenstad): mevrouw Van Egdom staat als spreker genoemd bij dit onderwerp. De heer Ten Brink vraagt zich af of er misschien iemand anders uitgenodigd moet worden. Volgens de voorzitter is mevrouw Van Egdom wel betrokken bij dit onderwerp, maar niet de centrale figuur. Zodra dit punt geagendeerd wordt, wordt gekeken wie er het beste kan worden uitgenodigd. Pag. 2, (Vierde Huis): mevrouw Fransen vraagt of dit onderwerp kan worden meegenomen in januari als wonen geagendeerd staat? De voorzitter merkt op dat dit daar inderdaad onderdeel van uitmaakt. Pag. 3 (Wmo indicatie / PGB) de heer De Jong stelt voor iemand van de Sociale Verzekeringsbank te vragen i.p.v. mevrouw Pleiter. Pag. 5, lijst van initiatieven, punt 13 (klantvriendelijkheid): mevrouw Vermeulen merkt op dat het goed gesteld is met de klantvriendelijkheid bij het algemene nummer van de gemeente. De voorzitter vindt het ook belangrijk om te waarderen wat goed gaat. 3.2. (Convenant NUZO): De heer De Jong merkt op dat de commissie hier een beslissing over moeten nemen. Gezien de ambitie die in het stuk staat zou de commissie deel kunnen nemen namens de gemeente. Maar dit moet worden afgestemd. De voorzitter merkt op dat het niet om het vertegenwoordigen gaat maar om ervoor te zorgen dat er samenhang is. De commissie onderschrijft het doel van harte, maar het is niet duidelijk welke rol de commissie zou kunnen spelen. Ook de verordening van de commissie biedt geen aanknopingspunten. De voorzitter stelt voor deze vraag aan de wethouder voor te leggen. De heer De Jong denkt dat de commissie specifieke kennis heeft die niet bij de gemeente aanwezig is. Die zou de commissie in kunnen brengen. Volgens de voorzitter is dat iets dat het NUZO graag zou willen. Zij willen draagvlak en input vanuit de ‘ouderenwereld’. Wat dat betreft kan de commissie een aantrekkelijke partner voor het NUZO zijn. 3.3. (Schuldenpositie van ouderen): De heer Ten Brink merkt op dat het plunderen van bankrekeningen van ouderen ook een vorm van mishandeling is. Hij vraagt zich af of de commissie hier iets mee moet doen? De voorzitter stelt voor dat de commissie een advies uitbrengt aan het steunpunt huiselijk geweld. Dit komt op de signaallijst. 3.6. ( Informatiefolder Sensoor): voorheen de Telefonische Hulpdienst. 3.7. (Agenda Saluti): Bij het punt ‘woonvisie voor Utrecht, nieuwe commissie? ‘ staat dat de concept woonvisie in januari 2009 naar B&W gaat. Mevrouw Wuurman vraagt of de commissie het concept nog van tevoren te zien krijgt? De voorzitter laat weten dat mevrouw Coopmans in januari bij de commissie komt, maar dat is misschien te laat. De secretaris zal mevrouw Coopmans vragen of de commissie dit concept eerder kan inzien, zodat ze tijd hebben om te reageren. NB: over de niet-vermelde onderwerpen kwamen geen bijzonderheden ter sprake. Deze werden alle voor kennisgeving aangenomen.
Inhoudelijk thema: Toegankelijkheid. 4.
Agenda 22
(Door mevrouw Van der Waal - Krijbolder)
Mevrouw Van der Waal geeft een inleiding m.b.v. een PowerPoint presentatie, deze is als bijlage bij het verslag gevoegd. Zij vindt het belangrijk om de commissie te informeren over de stand van zaken m.b.t. Agenda 22. Reacties en vragen van de commissie: De voorzitter vraagt of analfabetisme in deze zin ook als beperking wordt gezien? Mevrouw Van der Waal merkt op dat dit niet het geval is. Mevrouw Scholten merkt op dat er bushaltes zijn die slecht, alleen via de openbare weg, toegankelijk zijn. Mevrouw Van der Waal laat weten dat het BRU een aantal buslijnen heeft uitgekozen die toegankelijk gemaakt worden. Maar eerst moet er een principebesluit genomen worden over het type bushalte. De belangenbehartigers zijn uitgenodigd om m.b.v. allerhande hulpmiddelen te kijken welke halte het beste geschikt is. Mevrouw Wuurman 2
merkt op dat ouders met buggy’s en reizigers met bagage ook uitgenodigd zouden moeten worden. Volgens mevrouw Van der Waal is dit niet haar doelgroep, maar het is een goed idee ter versterking van argumenten. De heer Battenberg stelt voor om, als het niet lukt om het tempo van het plaatsen van de haltes te verhogen, dan te beginnen bij ziekenhuizen, begraafplaatsen, bejaardencentra e.d. Mevrouw Van der Waal: in januari 2009 wordt er een Participatie Effect Rapportage opgesteld over mobiliteit, toegankelijkheid van haltes bij de belangrijkste voorzieningen. Hoe is dit geregeld en is dat adequaat? Er is gekozen om dit te doen via een debat met belangenbehartigers, doelgroepen en de raad. Mevrouw Fransen merkt op dat het bij de ontwikkeling van nieuwe speerpunten (mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking) belangrijk is, om mensen zelf aan het woord te laten en niet alleen de organisaties. Mevrouw Fransen zou het interessant vinden om eens te kijken wat de 22 speerpunten van Agenda 22 precies inhouden en waar de stad Utrecht mee aan de gang is. Mevrouw Van der Waal merkt op dat de gemeente niet de 22 regels van de VN heeft gevolgd. Die zijn heel erg breed en gaan ook over ontwikkelingssamenwerking, toerisme e.d. De gemeente heeft de kern van Agenda 22 genomen, namelijk inclusief beleid en samenwerken met belangenbehartigers (Coördinatiegroep Agenda 22). In de coördinatiegroep zijn de speerpunten, die in het beleidsplan staan, opgesteld. Mevrouw Wuurman merkt op dat het lettertype van het uitvoeringsplan erg klein en slecht leesbaar is. De voorzitter vraagt zich m.b.t. de huisstijl van de gemeente af, hoe gevoelig men daar is voor mensen met een functiebeperking. Want m.n. ouderen hebben in toenemende mate last van visuele beperkingen. Het kleurgebruik maakt het moeilijk leesbaar. Mevrouw Van der Waal merkt op dat dit wat het lettertype in het uitvoeringsplan betreft klopt. Het lettertype is te klein. Er is een evaluatie van de huisstijl geweest waarbij ook de belangenbehartigers waren uitgenodigd. Daar is dit ook aan de orde geweest. Wat betreft de huisstijl zijn er marges vastgesteld van wat mag m.b.t. lettertype/grootte en kleurgebruik. Het uitvoeringsplan dateert van voor de evaluatie. De voorzitter merkt op dat het aantal mensen met een visuele beperking groot is. Mevrouw Wuurman merkt op dat er voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen van de gemeente bepaalde eisen zijn. Maar op het moment dat er wordt uitgeweken naar bijvoorbeeld externe vergaderlocaties, lijken de eisen voor toegankelijkheid opeens niet meer zo belangrijk. Mevrouw Van der Waal laat weten dat dit ook is ingebracht door de cliëntenraad Wmo als reactie op het accommodatieplan. Volgens haar gaat de wethouder hier op antwoorden dat de gemeente dit gaat onderzoeken. Mevrouw Wuurman merkt op dat de eisen van brandveiligheid vaak haaks staan op de eisen die worden gesteld in het kader van toegankelijkheid. Hoe denkt de gemeente hiermee om te gaan? Is er contact met de brandweer? Mevrouw Van der Waal legt dit voor aan degene die verantwoordelijk is voor toegankelijkheid. Mevrouw Wuurman: In het hoofdstuk over scholen staat dat als een kind in groep 4 een rolstoel heeft, je met de school kunt overleggen dat deze groep les krijgt op de begane grond. Maar de flexibele manier van lesgeven maakt dat kinderen regelmatig van groep wisselen, een traplift is dan wel noodzakelijk. De heer Battenberg merkt op dat m.n. in het basisonderwijs, ook ouders met een functiebeperking de school binnen moeten kunnen komen. Mevrouw van der Waal merkt op dat in principe elk kind en elke ouder overal in school moet kunnen komen. Mevrouw Scholten vraagt wat de gemeente doet met de toegankelijkheid van monumenten als ze voor openbare activiteiten gebruikt worden? Mevrouw Van der Waal legt dit voor aan degene die hier over gaat. Ze heeft van de bouwmanagers gehoord dat dit vaak een strijdpunt is en het gewoon niet kan. Volgens mevrouw Scholten is het te kostbaar. Mevrouw Wuurman meldt dat het gaat om een activiteitencentrum voor mensen met beperkingen. Mevrouw Scholten merkt op dat trapliften vaak aan de verkeerde (brede) kant van de trap worden gemonteerd. De trap is dan niet goed bruikbaar meer. Mevrouw Van der Waal neemt dit punt ook mee. Mevrouw Vermeulen merkt op dat medewerking aan Agenda 22 vrijwillig is. Zij vraagt zich af hoe mensen, w.o. ambtenaren, gestimuleerd worden om mee te doen met Agenda 22? Mevrouw Van der Waal laat weten dat het collegebeleid is. Meewerken is niet vrijwillig. De heer De Jong mist de civil society in het uitvoeringsplan. Mensen met een beperking zijn medeburgers. Mevrouw Van der Waal merkt op dat dit precies het uitgangspunt en het doel van Agenda 22 is, dat mensen met een beperking gewoon met alles mee kunnen doen. Mevrouw Van Bodegom is niet aanwezig. Zij heeft een aantal vragen per e-mail gesteld. In verband met de tijd zal mevrouw Van der Waal haar vragen per e-mail beantwoorden. Nagekomen: de antwoorden van mevrouw Van der Waal staan cursief bij de betreffende vragen. 3
* De kwaliteit van aangepast vervoer is zwaar onder de maat: te vaak gaan er dingen mis: tijdoverschrijdingen bij het ophalen en niet op komen dagen zijn aan de orde van de dag.” Reactie Mevrouw Van der Waal: Het doelgroepen vervoer is vanwege onvoldoende prestaties anderhalf jaar geleden opnieuw aanbesteed. Op 22 januari gaat de raad overigens, op voorstel van wethouder Van Eijk, in gesprek met doelgroepen en belangenorganisaties over mobiliteit en vervoer. Deze vergaderingen zijn openbaar. *M.b.t. integratie van mensen met een functiebeperking: er wordt een enorm beroep gedaan op mantelzorgers in huis wonend, bijv. wanneer er inwonende kinderen en/of partner zijn. Dat gaat soms heel erg ver, wat strijdig begint te worden met de participatie in de maatschappij van de partner en de kinderen in de maatschappij. Mevrouw Van der Waal zal dit doorgeven aan haar collega van de GG&GD die mantelzorg in haar portefeuille heeft. * Bij wonen is het belangrijk dat er voldoende aanbod is van aangepaste woningen, m.n. nul-treden toegang in alle wijken, ook in het goedkopere segment. (Kanaleneiland heeft weinig aangepaste geschikte woningen met nultreden toegang in het goedkopere segment, de flats aan de Nansenlaan en Gasperilaan worden grotendeels bewoond door bijzondere groepen, waardoor ouderen zich er niet thuis voelen). Mevrouw Van der Waal zal dit doorgeven aan haar collega's van de afdeling wonen. De voorzitter bedankt mevrouw Van der Waal voor haar inbreng. 5. Stationsgebied(de heer Hutschemaeker van Projectorganisatie Stationsgebied) De hand-out van de PowerPoint presentatie is bij het verslag gevoegd. De voorzitter merkt op dat minder mobiele mensen, in de stationssituatie, niet alleen mensen zijn die niet goed kunnen lopen of een rolstoel hebben. Het zijn ook mensen met kinderen en/of met bagage, niet geroutineerde reizigers. Het is voor al deze mensen van belang dat openbaar vervoer goed geregeld is. Het zijn vaak mensen voor wie openbaar vervoer de enige optie is. Het gaat om een aanzienlijke groep mensen. De heer Hutschemaekers vindt dit een terechte opmerking. Het lijkt er soms op dat er een hoofdstroom is waar alles op wordt afgestemd. Het blijkt telkens weer dat men enorm alert moet zijn op de kwaliteit van de uitvoering. De heer Battenberg vraagt hoe mensen van de ene kant naar de andere kant van het station kunnen komen. Bijvoorbeeld m.b.v. een shuttle of rollend tapijt. De heer Hutschemaekers merkt op dat er gesproken is over een rollend tapijt. Een van de grootste problemen met een rollend tapijt is dat men nooit lengte kan maken. Bij elk perron moet een op-/afstapgelegenheid zijn. Omdat dit teveel risico’s met zich meebrengt is men hier niet verder meegegaan. Er is nog wel overwogen om een oost-west beweging te maken, maar uit onderzoek bleek dat van deze voorziening onvoldoende gebruik gemaakt zou worden. De grootste overstap is bus-trein, trein-bus. Volgens mevrouw Wuurman verandert dit zodra de bussen uit het westen aan de westkant en de bussen uit het oosten aan de oostkant van het station stoppen. Als men van Overvecht naar Kanaleneiland wil dan moet men altijd door het station lopen om een aansluitende bus te nemen. Hier zou het rollend tapijt zo goed voor zijn. De voorzitter merkt op dat we het ook hebben over de toekomstige samenleving. In de toekomst kun je openbaar vervoer uit de markt prijzen door het zo bezwaarlijk te maken dat men er geen gebruik meer van wil maken. Dat is beslist ongewenst. Enerzijds is het een maatschappelijk belang dat openbaar vervoer echt goed bruikbaar is voor veel mensen. Anderzijds is het maatschappelijk belang, aansluitend op Agenda 22, dat er grote groepen mensen zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Zij hebben geen alternatief. Met het oog op de toekomst zou de voorzitter een groter belang willen geven aan de niet-yuppen wat betreft de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van het stationsgebied. De heer Hutschemaekers merkt op dat hij, wat het laatste betreft, niet overtuigd hoeft te worden. Hij ziet dat ook zo. Maar het oude station is destijds gebouwd voor 30 miljoen reizigers en wordt momenteel gebruikt voor 60 miljoen reizigers per jaar. Het nieuwe station wordt gebouwd voor 100 miljoen reizigers. Er wordt gebouwd op de toekomst. Uit onderzoek is gebleken dat er slechts een klein aantal mensen gebruik zou maken van een rollend tapijt als men niet tussentijds kan op-/afstappen. Men is vooral op zoek naar voorzieningen die rendement hebben en iets toevoegen. Mevrouw Scholten merkt op dat het betreden van een rollend tapijt met een stok een ramp is. Het lijkt de heer Hutschemaekers goed om het idee van de shuttles (kleine karretjes) bij de NS aan te kaarten, als een soort aanvullende service. De heer Hutschemaekers over het werk in uitvoering. Recent zijn de tijdelijke voorzieningen op het Vredenburg geëvalueerd. Geconstateerd werd dat als er tijdelijke voorzieningen in de openbare ruimte worden gemaakt er een grote dominantie is op openbaar vervoer, de brandweer, politie en ambulancediensten. Fietsers en voetgangers worden in het proces weggedrukt. Een van de voorstellen is om van de busbaan in het centrum een 30 km zone te maken en de voetgangersstoplichten wat langer op groen te laten staan. Daarnaast wordt geprobeerd samen te werken met een focusgroep. Dat zijn gebruikers: 2 buschauffeurs, 2 taxichauffeurs, 2 fietsers, die periodiek gevraagd worden naar hun ervaring. 4
De grootste opgave voor de komende jaren is het onder controle houden van alle werkzaamheden en de problemen die daar uit voortvloeien. Utrecht Centraal wisselt met Amsterdam Centraal ideeën over de werkmethoden. Op die manier helpen ze elkaar en leren van elkaar. De voorzitter merkt op dat het een gigantische operatie is, die heel erg belangrijk is voor de toekomst van Utrecht, maar ook belangrijk voor het nu van Utrecht. Mevrouw Vermeulen merkt op dat de bushalte op het Vredenburg door velen node gemist wordt. Zij vraagt of bekend is wanneer deze terugkomt? De heer Hutschemaekers laat weten dat het muziekcentrum medio 2013 open gaat. Dan zullen er ook weer bushaltes zijn. Mevrouw Wuurman vindt het belangrijk om te weten wanneer en van welk perron haar trein gaat. Zij mist dit in de artist impressions. De heer Hutschemaekers merkt op dat een van de problemen in Nederland is dat er op het spoor een vreemde rolverdeling is. Prorail bouwt het station en de NS is verantwoordelijk voor het interieur. De NS heeft totnogtoe geen plannen ingediend. Zij moeten alle aanduidingen in het station organiseren w.o. de vertrektijden e.d. (zowel van de NS als van andere vervoerders), maar ook van zaken die niet van de NS zijn. Mevrouw Vermeulen heeft gelezen dat er bij grote projecten van tevoren bedacht zou moeten worden of je het de bevolking aan kan doen. Volgens de heer Hutschemaekers is er de laatste 20 jaar niets gebeurd. Ook niet op het gebied van onderhoud e.d. Hij ziet het als inhaalslag voor achterstallig onderhoud. De voorzitter bedankt de heer Hutschemaekers voor zijn presentatie van een project dat hij noemt als belangrijk voor de toekomst van iedereen. Zij merkt op dat ouder worden ook de toekomst van iedereen is. Alle mensen die nu van mening zijn dat ze snel ter been zijn en geen behoefte hebben aan het zich comfortabel verplaatsen, zullen daar over 20 jaar wel behoefte aan hebben. Het maatschappelijk belang staat tegenover het commercieel belang. De commissie waardeert het om met de heer Hustschemaekers van gedachten te kunnen wisselen over dit belangrijke onderwerp. De commissie zal het project met veel belangstelling blijven volgen. Platform 7. Informatie-uitwisseling en vooruitblik op de volgende vergadering d.d. 17 december 2008 Collectieve verzekering voor ouderen (door mevrouw Warmerdam van SoZaWe). Mevrouw Warmerdam deelt een kopie van de nieuwsbrief uit die binnenkort verschijnt. In maart 2008 is men gestart met de aanbesteding van de collectieve ziektekostenverzekering voor mensen met een U-pas van de gemeente Utrecht. Ze heeft destijds het verzoek van de commissie gekregen om een aantal zaken mee te nemen in de onderhandelingen. Deze vragen heeft ze per brief beantwoord. Totnogtoe is bereikt dat AGIS de zorgverzekeraar blijft voor de komende jaren. Het pakket is grotendeels gelijk gebleven. Er is een belangrijk punt gewijzigd. In de aanvullende verzekering zijn diabetesstrips opgenomen. De korting voor de verzekerden was 7,5% en is nu 10%. De gemeentelijke bijdrage is hetzelfde gebleven. Het uiteindelijke resultaat is dat het pakket ongeveer het zelfde is als nu met een premie die een klein beetje hoger is. SoZaWe is tevreden met het afgesloten pakket. De heer Ten Brink merkt op dat de commissie in april het college heeft geadviseerd over een aparte Optimaalverzekering voor 50+ met een U-pas. Er was gekeken wat er wel/niet verzekerd zou moeten zijn. Mevrouw Warmerdam merkt op dat ze eind april namens het college op dat advies gereageerd heeft. De betreffende brief is bij het verslag gevoegd. Mevrouw Warmerdam merkt op dat er besloten is om geen aparte 50+ polis in het leven te roepen. De gemeente richt zich met het armoedebeleid op de groep mensen met een U-pas. De collectieve ziektekostenverzekering is onderdeel van dat beleid. Als er binnen de verzekering specifieke onderdelen zouden zijn, dan zou de verzekering onbetaalbaar worden. De premie is gebaseerd op het aantal deelnemers en het beroep dat op de kosten gedaan wordt. Volgens de heer Ten Brink zou het met enig rekenwerk mogelijk moeten zijn om gerichter te verzekeren. Mevrouw Warmerdam laat weten dat AGIS ook een 50+-polis heeft die landelijk wordt aangeboden. Dan gaat het om grote aantallen verzekerden. Maar in dit geval gaat het om de situatie in Utrecht. Het gaat om een klein aantal Utrechtse ouderen, met een laag inkomen. Voor zo’n kleine doelgroep kan geen aparte verzekering worden gemaakt. De voorzitter merkt op dat het belangrijk is om te weten dat er goed naar gekeken en over nagedacht is. Het idee van de commissie voor een aparte verzekering blijkt door het systeem van verzekeren niet haalbaar te zijn. Zij hoopt dat de ideeën die door de commissie naar voren zijn gebracht, in de toekomst meegenomen kunnen worden bij de onderhandelingen, zodat duidelijk is wat voor ouderen belangrijk is. Mevrouw Warmerdam merkt op dat er wel speciale vergoedingen voor ouderen zijn. Zo is de eigen bijdrage voor hulp in de huishouding in de Optimaalverzekering opgenomen omdat men weet dat m.n. ouderen hier veel gebruik van maken. 5
Er is gezocht naar zoveel mogelijk vergoedingen voor zoveel mogelijk doelgroepen. Zodra daarin geschoven gaat worden wordt het onbetaalbaar. Het contract is vastgesteld voor twee jaar met de mogelijkheid voor twee keer één jaar verlenging. De heer Ten Brink vraagt hoe dit gecommuniceerd wordt. Er zijn waarschijnlijk mensen die, als ze dit weten, gebruik willen gaan maken van de U-pas? Mevrouw Warmerdam laat weten dat er een heel communicatieoffensief van start gegaan is. Er zijn brieven gestuurd aan de verschillende doelgroepen. Er komt een spreekuur. Er is een telefoonnummer. Er komen advertenties in de krant. Alle U-pashouders worden apart benaderd middels een brief. De voorzitter bedankt mevrouw Warmerdam voor haar presentatie. Werkgroep Jubileum: De heer Keune laat weten dat alles op schema loopt. Hij hoopt in de volgende vergadering meer te kunnen vertellen. De heer Keune is een aantal weken geleden naar de jubileum bijeenkomst van Saluti geweest. Het was een zeer inspirerende bijeenkomst. De voorzitter heeft het jubileumboekje van Saluti gekregen. De secretaris wordt gevraagd om bij Saluti na te vragen of er nog een aantal boekjes voor de commissie beschikbaar zijn. Informatie-uitwisseling De heer Van Es laat weten dat mensen met de laagste inkomens nog voor de kerst € 50 krijgen. De heer Van Es stelt voor om eens te vragen of de commissie in het vervolg inspraak kan hebben op de tekst van de nieuwsbrief van SoZaWe. Voorbeeld: er staat dat er een hoop vergoedingen zijn, zoals tandheelkundige zorg, orthodontie, bril en contactlenzen. Dit om mensen te stimuleren de Optimaalverzekering te kiezen. De ervaring van de heer Van Es is dat mensen naar de Optimaalverzekering overstappen vanwege de eigen bijdrage thuiszorg. Dit is de grootste post, maar hij wordt niet genoemd. En zo zijn er meer voorbeelden. De voorzitter vraagt zich af of het een taak voor de commissie is om zich met het verbeteren van gemeentelijke nieuwsbrieven bezig te houden. Maar individuele leden van de commissie kunnen daar op de juiste plaats verstandige dingen over zeggen. Mevrouw Wuurman merkt op dat het belangrijk is dat gemeentelijke voorlichting de juiste informatie bevat. De heer De Jong denkt dat het wel een taak van de commissie om, als er foutieve of onvolledige informatie wordt gegeven, degene die verantwoordelijk is daarop te wijzen. Besloten wordt om mevrouw Van Warmerdam een signaal te geven. De leden wordt verzocht als ze nog andere opmerkingen hebben, deze aan de secretaris door te geven, zodat deze meteen kunnen worden meegenomen. De heer Van Es laat weten dat men tot 1 februari kan overstappen op de Optimaal verzekering. Hij adviseert de commissie om, als ze hierover een melding willen doen, aan te geven dat er aan dit soort punten aandacht besteedt moet worden in de communicatie. Mevrouw Fransen laat weten dat het AMC de opdracht heeft gekregen om inzicht te verschaffen in de ontwikkelingen m.b.t. zorg op afstand (telezorg). Vanuit Utrecht is die vraag via de Provincie bij Aveant en Portaal terecht gekomen. Zij hebben een experiment opgezet waaraan ongeveer 20 Utrechtse burgers, w.o. mevrouw Fransen, meedoen. Vanuit dat kanaal is zij door het AMC gevraagd mee te denken over die ontwikkelingen. Het project duurt 4 jaar en wordt gesubsidieerd door de Europese Commissie. Verschillende Europese ziekenhuizen doen het zelfde onderzoek om het te kunnen vergelijken. Mevrouw Vlutters meldt dat het SOLGU een rapport over de Wmo-loketten heeft uitgebracht, zij vraagt of dit rapport opgevraagd kan worden. Het SOLGU is voor het onderzoek op pad geweest met vijf allochtone cliënten/mantelzorgers. Mevrouw Vlutters vindt dit een goed initiatief. De heer Ten Brink attendeert de commissie op het digitale prikbord. Hierop kunnen familie en verzorgenden berichten voor elkaar achterlaten, bijvoorbeeld hoe het met moeder gaat. www.cc-post.nl. Mevrouw Groenendijk meldt dat de verpleeg- en verzorgingshuizen per 1 januari a.s. met ZZP (zorgzwaartepakketten) gaan werken. Dit is een grote verandering. Ze vraagt zich af of het een goed idee is om hier in de commissie aandacht aan te besteden? Wat betekent het? Wat zijn de consequenties? De extramurale zorg werkt hier al mee. Voor de intramurale zorg verandert er veel. Men krijgt een aantal uren zorg per week. Het is niet langer zo dat iedereen alles en evenveel krijgt. De voorzitter denkt dat dit ook consequenties kan hebben voor het opnamebeleid. Het ZZP kan er toe leiden dat mensen met een lage indicatie niet meer op te nemen zijn. Mevrouw Ten Have merkt op dat het voor mensen met een lage ZZP ook nu al moeilijk is om opgenomen te worden. De wijziging betekent voor de afnemers dat ze in een aantal gevallen minder krijgen dan ze nu gewend zijn. Dat zal minder gelden voor de thuiszorg omdat het daar al veel langer zo is. Voor intramurale zorg gaat het veranderen, maar de termijn waarop dat effect gaat sorteren voor cliënten zal wat langer zijn. Volgend jaar is een overgangsjaar. Men krijgt wel een ZZP-score op indicatie, maar er wordt nog op de oude manier gefinancierd, om cliënten daarop voor te bereiden. Mevrouw Ten Have vindt het ook een goed idee om het ZZP-principe vanuit de zorgaanbieders uit te leggen. De voorzitter merkt op dat dit past in de brede belangstelling voor indicatie en de gevolgen daarvan. Dit wordt op de actielijst gezet. Mevrouw Kieft vindt dat Aveant uitstekende voorlichting heeft gegeven over de ZZP. VWS heeft over dit onderwerp een videopresentatie uitgegeven. Misschien is het een idee om die aan de commissie te laten zien? 6
Het LOC is in combinatie met andere zorgaanbieders, -verenigingen, verpleeghuisartsen e.a. in de weer om m.n. de ZZP-discussie helder te krijgen. Er gaan een aantal dingen mis. Het ROC heeft samen met de verpleeghuisartsen een brief gestuurd aan de kamercommissie omdat verzekeringspakketten van verzorging/verpleeghuisbewoners op verschillende manieren worden uitgevoerd. Mevrouw Kieft: Het LOC is samen met Actiz (branchevereniging van de thuiszorg) bezig om de motie van De Vries, over het bieden van meer tijd aan nabestaanden om de kamer in een verpleeg- of verzorgingshuis te ontruimen i.p.v. binnen 24 uur na overlijden, uitgevoerd te krijgen. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft een regeling voorgesteld voor een overgangstermijn van 13 dagen, maar tegen eenderde van het tarief. Hiermee worden de zorgaanbieders gestimuleerd om de kamers toch zo snel mogelijk op te vullen. Het LOC is momenteel bezig met de discussie rond de bezuinigingen van de AWBZ. Er zijn voorzieningen uit de AWBZ gehaald maar het is niet duidelijk waar men dan wel terecht kan. Mevrouw Vermeulen merkt n.a.v. de jaaroverzichten van de commissie op dat het aantal reacties op de uitgebrachte adviezen toeneemt. De heer Battenberg merkt met enige aarzeling op dat het jammer is dat de verhouding aanwezigen/afwezigen ongeveer gelijk is. Dit lijkt hem geen gunstige ontwikkeling.
8. Sluiting De voorzitter bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng.
Utrecht, 1 december 2008
7