Werkschrift voor missie, ontwikkeling en vredeswerk
Missionaire Agenda 2013 - 1
• Oud en jong zetten
de missionaire traditie voort
• Nieuwe Stem uit het Zuiden
• De hobbelige weg naar zelfstandigheid
• Jongerenreis versterkt oude banden
konferentie nederlandse religieuzen / berne media uitgeverij abdij van berne
missionaire agenda
2013 - 1
Van de redactie
Missionaire Jaaragenda Het kerkelijk collecterooster is in november vastgesteld door de bisschoppenconferentie en ziet er als volgt uit:
Inhoud
pagina 2
Deze nieuwe jaargang van de Missionaire Agenda begint met een nummer dat op vele manieren gaat over traditie. Traditie is het verder dragen van iets dat je van een vorige generatie hebt gekregen, en er op jouw beurt later voor zorgen dat weer iemand anders het verder kan dragen. We zien de WNM, die steun biedt aan oude missionarissen en aan jonge missionaire werkers. We zien hoe lokale mensen de verantwoordelijkheid overnemen over een groot project van een missionaris, hoe dat fout loopt, en hoe vrienden helpen om dat weer in goede banen te leiden. Dan is er nog een oude band tussen een parochie in Nederland en een project in Oeganda. Een jongerenreis vanuit de parochie vernieuwt het contact. Het project krijgt steun, maar de parochie krijgt daar ook veel voor terug. Er zijn echter ook onzalige tradities, die hardnekkig zijn hoewel iedereen ervan af zou willen komen. Zoiets
is de herinnering aan de slavernij. Nog altijd ervaren zwarte mensen hoe hun relaties met witten hierdoor worden beïnvloed. In dit nummer verder een nieuwe Stem uit het Zuiden en een nieuwe columnist. De Stem uit het Zuiden is broeder Jan Heuft M. Afr. Hij werkt al 43 jaar in Algiers. Voor een nadere kennismaking met hem kunt u de artikelen over de WNM lezen, op pagina 6 komt hij zelf aan het woord. Columnist is Patrick Chatelion Counet, secretaris van de KNR, maar ook in zekere zin missionaris, doordat hij jonge studenten kennis laat maken met de doorwerking van de bijbel in de hedendaagse cultuur.
• 13 februari – 31 maart Vastenaktie • 20 – 21 april Roepingenzondag • 11 – 19 mei Week Nederlandse Missionaris • 24 - 25 augustus MIVA • 21 - 29 september Vredesweek
• 5 – 6 oktober Wereldmissiedag Kinderen • 19 – 20 oktober Wereldmissiedag • 2 - 3 november Zondag voor de Oecumene • 1 – 22 december Adventsactie
Wilt u reageren? Heel graag. Het redactieadres staat op de achterkant. Tom Boesten, hoofdredacteur Missionaire Agenda
Week Nederlandse Missionaris: Steun onze missionarissen
pagina 3
Oud en jong zetten de missionaire traditie voort
pagina 4
Stem uit het Zuiden: Leve de christenen
pagina 6
Suggesties voor liturgie
pagina 7
Beeldmeditatie
pagina 10
Nederland Solidair: Echte vrienden laat je niet vallen
pagina 12
MOV in beeld: Je mag er deel van uitmaken
pagina 14
Sporen van de slavernij
pagina 16
Nieuws
pagina 18
Column: Patrick Chatelion Counet - Capgras en de Congo
pagina 20
Help de missionaire traditie voort te zetten
Hun leven draait om het helpen van anderen. Maar één keer per jaar staan missionarissen en missionaire werkers zelf centraal. Tijdens de Pinksteractie van de Week Nederlandse Missionaris. Opnieuw hopen we op uw medewerking. Want al vragen missionarissen weinig – ze hebben onze steun wél nodig! We willen ons allemaal inzetten voor de medemens. Maar het is voor weinigen weggelegd hun leven ten dienste te stellen van de missie. Daarom moeten we zuinig zijn op onze ruim 800 missionarissen en 40 missionaire werkers. Elke dag zetten ze zich in voor anderen. Veel mensen in Nederland staan achter hen. Zo zetten we samen de missionaire traditie voort. Zij daar, wij hier. Wij steunen hen via de Week Nederlandse Missionaris (WNM). Zij geven veel en vragen weinig
Een bijdrage voor een ziektekostenverzekering. Voor een hek ter bescherming tegen geweld. Of voor liturgie- of lesmateriaal. Het zijn geen grote bijdragen die missionarissen aan de WNM vragen. Terwijl ze zoveel geven. Concrete hulp. Maar ook tomeloze energie, daadkracht en liefde. Voor wat welverdiende rust kunnen missionarissen daarom ook een aanvullende bijdrage krijgen voor een verlofperiode. En voor missionair werkers – jonge mensen die in de voetsporen van de missionarissen treden – maakt de Week Nederlandse Missionarissen de uitzending mogelijk.
Met hart en ziel
Tijdens de komende Pinksteractie is er in alle parochies weer een collecte voor de WNM, en dus voor alle Nederlandse missionarissen en missionaire werkers. Er staan opnieuw inspirerende mensen centraal in de Pinksteractie. Broeder Jan Heuft (73 jaar) bijvoorbeeld. Al zijn hele leven zet hij zich met hart en ziel in voor kwetsbare mensen in het roerige Algerije. Ondanks veel tegenslag blijft hij vol vuur, en vol van de liefde van God. Of neem missionair werker Pritha Belle in Colombia. Ze heeft de broosheid leren kennen van ‘de wereld die wij hebben gecreëerd’. Tegelijk is ze met haar 27 jaar een toonbeeld van kracht. Die kracht zet ze in voor andere mensen. Start Pinksteractie 2013
Laten wij ons op onze beurt sterk maken voor al onze missionarissen en missionair werkers! Help mee de Pinksteractie voor de Week Nederlandse Missionaris een succes te maken! De Pinksteractie loopt van 9 t/m 20 mei. Om de actie in uw parochie kracht bij te zetten, ontvangt u in april posters, folders en ander materiaal. Inspiratiedag 13 april
Op de jaarlijkse Inspiratiedag krijgt u een inspirerend inkijkje in het werk van Nederlandse missionarissen en missionair werkers. Joke Litjes, bekend van de KRO, zal dit jaar opnieuw dagvoorzitter zijn. Voormalig FNV-voorzitter Agnes Jongerius is een van de sprekers. Verhalen uit het veld krijgt u van broeder Jan Heuft, Pritha Belle en anderen. De dag wordt als vanouds besloten met een gezellige lunch.
Wanneer: zaterdag 13 april van 10.00 tot 14.00 uur Waar: Grote Kerk, Kerkstraat 20, ’s-Hertogenbosch Meedoen of meer weten?
Wilt u zich opgeven voor de Inspiratiedag of campagnemateriaal bestellen voor uw parochie? Dat kan via www.weeknederlandse missionaris.nl. Ook kunt u mailen via contact@ weeknederlandse missionaris.nl, of bellen via 070 - 31 36 731, ook als u vragen of opmerkingen heeft.
pagina 3
foto links: Frans Tervoort, foto rechts: Mensen met een Missie
Steun onze missionarissen!
missionaire agenda
2013 - 1
Oud en jong zetten de missionaire traditie voort Broeder Jan Heuft is 73. En Pritha Belle is 27. Een groot verschil in leeftijd. Maar de manier waarop zij in de wereld staan komt overeen. Broeder Jan en Pritha zetten zich beiden met hart en ziel in voor hun medemens. De een in Algerije, de ander in Colombia. En allebei zetten ze de missionaire traditie voort.
Broeder Jan Heuft: rotsvast in Algerije
Al 43 jaar werkt broeder Jan Heuft in Algerije, waar de bevolking de dupe werd van de Algerijnse vrijheidsstrijd tegen de Franse bezetters. De eerste jaren gaf broeder Jan leiding op een schooltje in de bergen. ‘Daar zaten kinderen van wie de ouders waren vermoord door het koloniale leger’, vertelt Heuft. ‘Ze waren tussen de 16 en 20 jaar, maar hadden de lagere school gemist. Door de oorlog.’ Later was Heuft leraar aan het nationale doveninstituut in Algiers. Heuft: ‘Ik heb daar met veel ijver en geluk gewerkt. Voor het eerst was het mogelijk dat dove kinderen een opleiding voor het staatsexamen volgden, tot de universiteit aan toe. Die kinderen krijgen de kans mee te doen aan het gewone leven. Dat is fantastisch.’ De school heeft moeten plaatsmaken voor een grote moskee en is twintig kilometer verderop opnieuw opgebouwd. Broeder Jan geeft er nog steeds bijlessen en hulp bij het vinden van een plekje in de maatschappij. Ook helpt hij bij de aanschaf van gehoorapparaatjes. Dat doet hij naast zijn andere werk: het leiden van een oecumenisch steunpunt voor vluchtelingen en andere mensen in nood. Het gaat om een betere wereld
Jan Heuft met medewerkers, foto: Frans Tervoort
‘De grenzen van Europa zijn potdicht’, vertelt Heuft. ‘Het is een erg moeilijke situatie, met al die vluchtelingen, al die mensen die rond de steden kamperen, wachtend op een gelegenheid om weg te trekken. Eten, werk, huis, ziekenzorg - ze hebben niets. Wij doen wat we kunnen. We geven prioriteit aan zieke en zwangere vrouwen en doen veel aan Aids-bestrijding, vooral onder vrouwen. Maar onze middelen zijn beperkt.’ En er is natuurlijk ook tegenslag. Heuft heeft al heel wat mensen begraven, onder wie negentien confrères die zijn vermoord. ‘Dat is zwaar’, vertelt broeder Jan. Dan, energiek: ‘Maar ik vind altijd weer kracht. Door veel met God bezig te zijn. Door naast het kwade vooral het goede te zien. We blijven in gesprek gaan met andere culturen. Het gaat immers om een betere wereld.’ Missionair werker Pritha Belle wil bijdragen
Werken voor geïsoleerde gemeenschappen in Colombia. foto: Mensen met een Missie
pagina 4
Een betere wereld staat ook voor missionair
Het werkt!
Pritha levert haar bijdrage aan de mensen in Colombia met hart en ziel. Vanuit de kerkelijke Commissie voor Gerechtigheid en Vrede staat Pritha geïsoleerde gemeenschappen in de jungle bij. Ze wonen in gebieden die vaak rijk zijn aan grondstoffen. ‘Hele dorpen zijn er verjaagd’, vertelt Pritha. ‘Wij helpen mensen terug te keren, en dan zo dat ze hun eigen cultuur kunnen behouden. Dat ze bijvoorbeeld hun land op hun eigen manier kunnen bebouwen en zelf hun educatie kunnen vormgeven. En het werkt! Ik merk het bij gesprekken tussen de boeren; dan zie ik de ontwikkeling die ze hebben doorgemaakt - dat is prachtig!’
Daarom is het fonds van de Week Nederlandse Missionaris zo belangrijk: daardoor kunnen ook jonge mensen worden uitgezonden en bijdragen aan de ontwikkeling van een betere wereld.’ Ze geven veel, vragen weinig
De WNM maakt de uitzending van ruim 40 missionaire werkers zoals Pritha Belle mogelijk. Bovendien kunnen ruim 800 missionarissen bij het fonds een bijdrage vragen. Dat kan een bijdrage zijn voor een ziektekostenverzekering of een verlofperiode, maar ook voor middelen om hulp te verlenen. Hoe dan ook, het zijn geen grote bijdragen die missionarissen vragen. Terwijl ze zoveel geven. Tijdens de Pinksteractie van de Week Nederlandse Missionaris laten we zien dat we hen steunen. Broeder Jan Heuft en Pritha Belle staan centraal in de WNM-campagne. Zo zal het nieuwe WNM-boekje voor een groot deel aan hun werk en missie gewijd zijn. Ook kunt u broeder Jan en Pritha en anderen uit het veld persoonlijk ontmoeten: op de Inspiratiedag op 13 april in Den Bosch. Pritha zal hier vertellen over haar verblijf bij gemeenschappen in de jungle. ‘Wat ik daar zag, raakte me zo. Ik word er verdrietig van, maar ga er ook enorm van nadenken. Op de Inspiratiedag wil ik dat gevoel proberen over te dragen aan de mensen in Nederland.’
Pritha tijdens een bijeenkomst
campagne WNM
werker Pritha Belle in Colombia centraal. Ze vertelt: ‘Bij mijn studie internationaal recht verbleef ik voor een studie-uitwisseling in Chili. Daar zag ik van dichtbij wat ongelijkheid teweegbrengt. Later liep ik stage bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Omdat ik Spaans sprak kreeg ik Colombia als taakgebied. Het heeft me niet meer losgelaten. Het belangenconflict tussen regering, leger en guerrillastrijders is zo ingewikkeld. Het zit zo diep verweven in de cultuur dat het bijna niet te vatten is. Burgers en boeren zijn de slachtoffers. Je ziet die strijd van gewone mensen die een gewoon leven willen leiden, maar toevallig op land wonen dat anderen willen hebben. Omdat er olie of goud zit of omdat er een weg moet komen, worden mensen vermoord of verjaagd. Dan zie je ineens de andere kant van de wereld die we met ons allen hebben gecreëerd. Hoe kan het dat ons goede leven aan de keerzijde zo onmenselijk is? Ik wil dat leren begrijpen. En ik wil bijdragen.’
Missionair werk ook voor Nederlandse jongeren waardevol
Pritha benadrukt dat de uitzending ook voor missionair werkers zelf heel waardevol is. ‘Voor jongeren is het een enorme kans. Het is niet zo dat je even wat les gaat geven of zo; je wordt in het diepe gegooid. Je moet je dan openstellen voor mensen die alles anders aanpakken dan jij het gewend bent. Daar leer je veel van. Je wordt er begripvoller en menselijker door. En je kunt bijdragen. Jan Heuft op school met kinderen van vluchtelingen
pagina 5
missionaire agenda
2013 - 1
‘Leve de christenen’
Stem uit het zuiden
Broeder Jan Heuft is Missionaris van Afrika. Sinds 43 jaar werkt hij in Algerije. Daar werkt hij voor Algerijnen en Afrikaanse migranten in nood. foto: Frans Tervoort
Sinds vijftien augustus ben ik verhuisd naar een volkswijk waar voor de onafhankelijkheid in 1962 veel zigeuners woonden. Vijftig jaar later wonen er alleen nog maar Algerijnse moslims. Mijn woning is gevestigd boven ons steunpunt voor mensen in nood: Algerijnen en migranten uit de landen beneden de Sahara. De bewoners van de wijk herinneren zich die zigeuners nog en sommigen zijn er ook afstammelingen van. Vandaar dat het onthaal van mensen in moeilijkheden en zwarte Afrikaanse vluchtelingen en migranten vrij ontspannen is. Ergens herinneren zij zich hun voorouders nog, en leven als het ware met hen mee toen ook zij het moeilijk hadden. Onze vroegere aartsbisschop, mgr. Teissier, is hier in zijn jonge jaren kapelaan geweest en hij herinnert zich nog dat op een gegeven moment zijn moeder op een grote binnenplaats in de wijk er catechismus les gaf aan donkere kinderen met zwart haar en donkere ogen. Zelf voel ik me erg thuis in mijn kleine woning midden tussen van zigeuners afstammende Arabieren. Natuurlijk is er weinig privacy. Wij delen veel dingen samen: juist voor mijn deur doen medebewoners de was en bereiden ze het eten. Regelmatig word ik uitgenodigd om een hap mee te eten. Alle conversatie gebeurt in gebroken Arabisch en Frans. In het café, juist tegenover ons steunpunt, stond
Want de genade van God is verschenen, bron van redding voor alle mensen, die ons leert af te zien van goddeloosheid en wereldse begeerten, en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze wereld, in afwachting van het geluk waarop we hopen, de verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en onze redder Jezus Christus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, ons te reinigen en ons tot zijn eigen volk te maken, vol ijver voor goede werken. Titus 2,11-14, Willibrordvertaling © Katholieke Bijbelstichting, ‘s-Hertogenbosch
pagina 6
op Eerste Kerstdag de internationale televisie aan en zat iedereen met aandacht naar de zegen Urbi et orbi van de Paus te kijken. Toch lopen er ook hier zwaar gebaarde moslim mannen rond, met moslim ‘togen’, sandalen en te korte broeken. Alles schijnt hier mogelijk te zijn en iedereen respecteert de ander. Aan het ene eind van de straat is een zwarte markt voor groenten en fruit, maar ook drugs, aan de andere kant van de straat is de winkel voor bier en wijn. Beide hoeken van de straat worden regelmatig gecontroleerd door de politie en dan verdwijnt de koopwaar in een mum van tijd in de voorportalen van de huizen, om na vertrek van de agenten onmiddellijk weer te verschijnen! Het is in deze sfeer dat op een goede dag een groepje mannen mij joviaal toewuifde al roepende: ‘Leve de christenen!’ Ik reageerde verbaasd en verbijsterd! Gedurende mijn 43-jarig verblijf in Algerije was zoiets me nog nooit publiekelijk overkomen! Mijn eerste antwoord was dan ook: ‘Ieder zijn geloof.’ Maar enkele dagen daarna kwamen ze erop terug. In feite bleek het een uitnodiging te zijn om in discussie te gaan over de wederzijdse waarden en normen. Dat deden zij, maar ook ik, schoorvoetend, al tastend naar een richting. Wij leken bijna op Emmaüsgangers, elkaar uitleggend waarin en waarom we geloven. Ook denk ik terug aan wat het Tweede Vaticaans Concilie ons zo goed uitgelegd heeft: God openbaart zich op vele manieren en ook in andere vormen van geloven. En wij lezen ook in de brief van Paulus aan Titus: ‘De genade van Heer heeft zich op verschillende manieren geopenbaard voor het welzijn van allen’. Ik denk aan de begrafenis van mijn vermoorde confraters in de jaren negentig. Toen liepen de moslims bij duizenden uit en riepen: ‘Ja dit waren mensen van God in wie wij ons volle vertrouwen hebben’. Iets mooiers kan je niet gezegd worden, maar het is wel een enorme opdracht en uitdaging.
Vieren & doen De lente breekt aan en we krijgen weer zin om meer naar buiten te gaan. Er is van alles te doen rondom onze huizen: de stoepen worden geschrobd, het tuinbankje klaargezet voor de eerste zonnestralen en de dode takken worden opgeruimd. Iedereen geniet van de eerste warme zonnestralen op een mooie lentedag. Dit seizoen kan ons meer en meer doen beseffen hoe mooi de schepping is en hoeveel wij aan de Schepper te danken hebben. Maar de openbloeiende natuur kan ons ook doen beseffen dat wij misschien niet zoveel tijd nemen om onze relatie met de Schepper, onze Levensbron, te onderhouden. Want we zijn druk, druk, druk… En in de lente willen we graag genieten van al het mooie en goede om ons heen (en het pure genieten is zeker een vorm om aandacht te geven aan de Schepper), maar het is een hele kunst om hiervoor tijd te vinden. Of: tijd te nemen? Want wel of geen tijd voor iets of Iemand hebben, heeft altijd te maken met prioriteit!
Week Nederlandse Missionarissen
als groep, gebruiken als een moment van rust en bezinning, om terug te keren naar de Bron. Om stil te worden
Ga rustig zitten op een plaats waar niet gestoord kan worden. Communiceer met andere mensen in huis dat er niet gestoord mag worden of hang een blaadje op de deur. Zorg dat de ruimte rustig is: geen telefoon of gsm, een kaars of enkele waxinelichtjes, een Bijbel, een icoon, … Neem een minuut of vijf om aan te komen op deze plaats. Laat alles wat er gaande is passeren en leg het dan zolang weg, alsof het gedachten zijn die je tijdelijk in de kast legt. Als het stil geworden is, is er ruimte om te bidden. Als deze bouwstenen in een groep worden gebruikt, kan het gebed worden aangepast naar meervoud: God, Schepper van alle leven, van U is de tijd, van U is de aarde die wij bewonen. Zie mij aan en wees mij nabij, dat ik de tijd heilig en de Bron weer gaat stromen. Amen.
Liturgische suggesties
Elders in deze Missionaire Agenda leest u over de WNM-campagne. De thematiek is een vervolg op vorig jaar: ‘samen de missionaire traditie voortzetten’. Het accent ligt dit keer op de bescheidenheid van de missionaire werkers: ze doen heel veel voor anderen en vragen weinig voor zichzelf. En bovendien: de jonge missionaire werkers kiezen niet voor zichzelf en een carrière in het westen, maar zetten zich belangeloos in voor de mensen in het zuiden. Dat is alles behalve vanzelfsprekend. De vele vrijwilligers in de M.O.V. groepen zijn de missionaire werkers die in ons eigen land hun inzet geven: ook zij werken hard voor de goede Zaak en vragen weinig voor zichzelf. Dat is alles behalve vanzelfsprekend. De suggesties hieronder zijn allereerst voor hen, maar ook voor ieder die verlangt naar verstillende pauzes in het drukke leven. Het zijn een aantal meditatieve teksten en liederen, om terug te keren naar de Bron. Het zijn bouwstenen voor meditatieve vieringen en die vieringen kunnen naar eigen inzicht en behoefte, afhankelijk van de eigen context, samengesteld worden. We wensen alle vrijwilligers toe dat zij dit voor zichzelf of met elkaar
Als christenen nemen we wel de tijd om onze Schepper te danken, minstens één keer in de week, als we samen vieren op zondag. Dat is een keuze, dus een prioriteit. Maar wat doen we op de andere dagen? Is er dan ruimte in onze agenda, of liever: in ons hart en ons hoofd, om uit te rusten en op te laden voor wat het leven van ons vraagt, voor alles wat we op ons hebben genomen? Want als christenen zijn we ons meestal goed bewust van onze verantwoordelijkheden en nemen we vaak meer op ons dan we eigenlijk aan kunnen. Kijk maar naar al die vrijwilligers in onze kerken: zij werken hard, belangeloos, omwille van de goede Zaak, maar wie kijkt er naar hen? God zelf ziet hen zeker, zoals Hij iedere mens ziet, dat geloven we. Laten wij in deze lente met God meekijken naar onze naasten. En mag dit ertoe leiden dat we de goede keuzes maken in wat we wel of niet doen, opdat we ruimte houden om te genieten, uit te rusten en het leven te vieren. Dan blijven we energie houden voor alles wat ons te doen staat.
pagina 7
missionaire agenda
2013 - 1
Luister een tijdje naar muziek van een Cd of zing een meditatief lied, bijvoorbeeld uit de bundel van Taizé. Het is met een kleine groep ook prettig om een Cd van Taizé aan te zetten en mee te zingen, dat geeft meer houvast in het zingen en zo kan er langer doorgezongen worden. Ter bezinning I: teksten over tijd
Kies één van onderstaande teksten om in stilte of hardop te lezen. Neem vijf minuten tijd om de tekst te overdenken en lees dan de tekst nog een keer: wat raakt, welk woord blijft hangen? De schoonheid van het werk hangt af van de manier waarop we ermee omgaan. Of we ons elke morgen wapenen om het aan te vallen als een vijand die moet worden verslagen voordat de avond valt - of dat we bij zonsopgang de ogen openen en het verwelkomen als een naderende vriend, die prettig gezelschap vormt en ons ‘s avonds het gevoel geeft dat de dag de vermoeidheid waard was. Lucy Larcom Wat is, van alle dingen in de wereld, het langste en het kortste, het snelste en het langzaamste, het best deelbare en het meest uitgestrekte, het meest genegeerde en het meest betreurde; zonder welke niets gedaan kan worden, dat alles opslokt wat mooi is en alles verlevendigt wat groots is? Voltaire Hier lag in het ochtendgloren weer een blauwe dag; bedenk u, zegt u hem nutteloos gedag? Thomas Carlyle Houdt u van het leven? Verkwist dan geen tijd, want daar bestaat het leven uit. Benjamin Franklin Lichaamshouding
Wij staan op veel verschillende wijzen in de tijd. Ons lichaam is een voertuig om in de tijd wel contact te maken met de Bron. Dit kunnen we
pagina 8
ervaren door met ons lichaam verschillende houdingen in stilte te oefenen. Het is een meditatieve oefening die zo lang of zo kort gedaan wordt als iemand het zelf prettig vindt. Deze oefening mag gerust 15-30 minuten duren. Zitten
Ga op een krukje zitten of op een stoel, maar zorg dan dat de rug los van de leuning blijft. Zet de voeten een stukje uit elkaar op de grond, zorg dat de hele voetzool de grond raakt. Leg de handen losjes in de schoot of op de bovenbenen, wat het meest ontspannen is. Kantel het bekken een paar keer naar voren en naar achteren, om het midden te vinden en de rug zoveel mogelijk recht te zetten. Stel je dan voor dat er vanaf het staartbeen een touwtje naar boven loopt, langs iedere ruggenwervel, langs de nek en dan tot in het topje van de kruin. Iemand trekt een heel klein beetje aan dit touwtje, zodat je opgerekt wordt. Niet teveel, maar precies genoeg om ruimte te maken in de ruggengraad en helemaal tot rust te komen in deze houding. Blijf zo een paar minuten zitten. Om het contrast te voelen is het ook goed om een keer helemaal onderuit te zakken op de stoel. Dat is heel vermoeiend! Staan
Ga rechtop staan. Plaats de voeten zover uit elkaar dat ze onder de heupen staan, zodat je lichaam ‘gedragen’ wordt. Span de knieën een keer door en ontspan ze dan, zodat ze enigszins gebogen zijn. Ga dan met de aandacht langs de verschillende lichaamsdelen en begin bij de voeten: voel de voetzolen en de grond, om bewust te worden dat de aarde ons draagt. Ga langzaam omhoog en blijf bij ieder lichaamsdeel een tijdje stilstaan, eventueel door de spieren in dat lichaamsdeel aan te spannen en te ontspannen. Blijf gedurende de hele oefening goed doorademen. Om het contrast te voelen is het ook goed om een keer het gewicht op één been te laten rusten, waardoor je scheef gaat staan: dan merk je snel dat je moe wordt of dat er ergens iets pijn gaat doen. Lopen
Ga eerst staan zoals hierboven beschreven is.
Begin, als je voldoende rust en stilte voelt in lichaam en geest, heel rustig te lopen. Let hierbij goed op dat de voetzolen heel rustig en totaal worden afgewikkeld en dat de ene voet pas van de grond loskomt als de andere helemaal is neergezet. Probeer een cadans in dit lopen te brengen, door alle tijd te nemen voor iedere stap. Houdt het bovenlichaam hierbij in rust, verplaats alleen het ene been en als de voet van dat been totaal op de grond staat, komt het andere been heel langzaam van de grond. Als deze oefening met meer mensen gedaan wordt, is het goed om in een kring achter elkaar te lopen, zodat ieder voldoende ruimte heeft voor het eigen lopen en het eigen tempo. Want kleine mensen zetten kleine stappen en grote zullen grotere stappen zetten: het is belangrijk dat hiervoor ruimte is en je elkaar niet stoort. Muzikaal intermezzo
Luister een tijdje naar muziek van een Cd of zing een meditatief lied Ter bezinning II: teksten over de Bron zoeken en vinden
Kies één van onderstaande teksten om in stilte of hardop te lezen. Neem vijf minuten tijd om de tekst te overdenken en lees dan de tekst nog een keer: wat raakt, welk woord blijft hangen?
Om God te vinden moet je gelukkig zijn, want zij die Hem uit wanhoop uitvinden lopen veel te hard en zoeken veel te weinig de intimiteit van zijn brandende aanwezigheid. R.M. Rilke God kan overal gezocht worden: in de natuur,
Muzikaal intermezzo
Luister een tijdje naar muziek van een Cd of zing een meditatief lied Teksten uit de Schrift
De Bijbel vertelt ons dat Jezus zich regelmatig terugtrok naar een eenzame plaats om te bidden. Hij leerde dit ook aan zijn leerlingen. Vaak werden ze echter gestoord in die stilte: er waren altijd weer mensen die hen vonden en nodig hadden. We lezen dat Jezus hier dan zonder aarzeling op in ging. Zou de noodzakelijke stilte en het gebed ons gevoeliger maken voor de existentiële vragen, voor onze eigen, authentieke roeping? Het is goed om één van deze verhalen te lezen, bijvoorbeeld: Matteüs 14,13-21 Marcus 6,30-34 Lucas 4, 42-44 Gebeden om goede moed voor onderweg
God van liefde, Gij kent ons verlangen goede mensen te ontmoeten en zelf goede mensen te zijn. In Jezus laat Gij ons zien dat Gij de bron zijt van menselijk geluk. Laat niet toe dat ons geloof in uw liefde verlamt, wanneer wij zoveel haat en egoïsme ervaren. Bemoedig ons door Jezus Christus, die in daden en woorden uw liefde verstaanbaar maakt en alle twijfel wegneemt dat Gij liefde zijt, nu en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Berne Bidboek, Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk 2009
God, onze Vader, hemel en aarde wilt Gij vernieuwen en voltooien in de nieuwe mens, Jezus van Nazaret. Wij vragen U: dat wij zijn woorden mogen bewaren in goede en slechte uren, in nood en verdrukking. Houd de hoop in ons wakker dat uw vrede komen zal en Gij alles eens zult voltooien, door Jezus Christus, onze Heer, Amen. Berne Bidboek, Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk 2009 Een zegengebed
God zij met jou, ga in vrede, je pad ligt open. God gaat met je mee. Hij ruimt alle hindernissen op. God zij met jou. Hij zal zorg voor je dragen. Hij zal in je schaduw lopen. Hij legt zich bij jou neer in je slaap. Hij blijft bij jou. God zij met jou. Moge jij bij Hem blijven. Uit Burundi
Liturgische suggesties
Een ander leest in een boek om God te vinden. Wat een groot boek is de schoonheid van de schepping! Beschouw deze schepping. Schenk haar al uw aandacht. Lees erin. God heeft geen letter van inkt gemaakt waaruit u Hem kunt kennen. Hij heeft de dingen die Hij gemaakt heeft voor uw ogen geplaatst. Waarom zou u naar een luidere stem zoeken? Augustinus
in mensen, in de Bijbel, in de liturgie… In dit zoeken dringt soms tot mij door: niet ik zoek God, maar God zoekt mij, en ik mag mij laten vinden. Net als Maria kan ik ‘ja’ zeggen tegen het Woord van God, en zijn liefde in mij laten gebeuren. Van mezelf en van anderen weet ik dat het jaren kan duren voordat ik werkelijk ‘ja’ durf te zeggen tegen God. Leven vol vertrouwen is een gave en een opgave. Sanne Bruijns
pagina 9
missionaire agenda
2013 - 1
Jongeren in een missionaire traditie
Het leven is een spel met oud en jong. Het is een kunst om tijdens dit spel nieuwe dingen in elkaar te ontdekken. Met wie speel jij dit spel? Het leven is een spel in het groot en het klein. Ander eten – anders eten. Mijn wereld – onze wereld: over welke grenzen ga jij? Het leven is een spel van ontvangen en (door)geven. Laten we ons openstellen, en samen zorgen dat het leven in beweging blijft.
beeldmeditatie
In Khammam, India, speelt een vrijwilliger de Indiase versie van monopoly met een groepje Indiase kinderen.
pagina 10
Op weg naar Funsi in Noord-Ghana, proberen we tijdens een groepsreis samen de bus weer aan te duwen, die is vastgelopen in de modder.
Het branden van pinda’s tijdens een middag koken met een Ghanees gezin in Funsi. (Ghana 2009)
In Funsi, Ghana, samen drinken uit een kalebas vol met lokaal gebrouwen traditioneel bier (Ghana, 2009)
• In deze Missionaire Agenda cirkelen veel bijdragen rond traditie. Wat heb jij ontvangen en is kostbaar in jouw ogen? Welke waarden zou jij door willen geven? • Het is niet altijd eenvoudig om in een traditie staande te blijven en er ook beweging in te houden. Wat is er volgens jou vastgelopen? Waar zou je met al je kracht tegenaan willen duwen om er beweging in te krijgen, om wat jou dierbaar is uit de ‘modder’ te halen? • In onze tijd is het vanzelfsprekend om te reizen en Europese jongeren reizen over de hele wereld. Zo komen ze in aanraking met andere tradities. Maar het is niet zo vanzelfsprekend dat ze zich missionair inzetten. Toch gebeurt dit: wat roept het op deze jongeren op de foto’s te zien?
De foto’s zijn van Hans Trienekens / Samenstelling beeldmeditatie: Leonie van Straaten
Gespreksvragen
pagina 11
missionaire agenda
2013 - 1
Echte vrienden laat je niet vallen In ons land bestaan veel steungroepen rond missionaire projecten in het Zuiden. Vaak gaat het om projecten die opgezet zijn door een missionaris. Maar wat als de betreffende missionaris ouder wordt? Hoe zorg je voor een goede overdracht ter plekke en hoe ga je daar als steungroep mee om? Welke problemen kom je tegen? We spraken daarover met Frank en Anne Boomers die beiden enkele jaren werkzaam waren in Kisumu, Kenia bij het Pandipieriproject, en later hier in Nederland betrokken zijn bij de steunstichtingen.
van zieken, en het mondde uit in een groot project met veel verschillende programma’s en zo’n honderd betaalde medewerkers. Maar alles werd gestart met de mensen die het programma droegen. De gebouwen en structuren kwamen later. Vanaf de start bestond het managementteam voor minimaal de helft uit Afrikanen. De meeste Keniaanse medewerkers zijn afkomstig uit de wijk en begonnen als vrijwilliger. De ‘sterren’ die dan boven komen drijven, worden verder opgeleid en kunnen als betaalde kracht aan de slag. Verschillende van hen hebben inmiddels bij andere NGO’s een baan gekregen. De betrokkenheid bij de wijk is heel belangrijk. Burgman vond: ‘Je moet een onderdeel van het probleem zijn, om mee te kunnen denken over een oplossing.’ Frank en Anne leefden in dezelfde omstandigheden als de mensen in de wijken, dezelfde povere huisvesting, hetzelfde eten. In eerste instantie werd hier vreemd tegenaan gekeken en er waren ook missionarissen die deze filosofie niet deelden, maar later trad er gewenning op. Overdracht: estafetteloper of marathonloper
Nederland solidair
Anne Boomers en Frank Boomers
pagina 12
In 1990 sloot het echtpaar Boomers zich aan bij Mill Hill als geassocieerde leden, en medio 1990 vertrokken zij als lekenmissionarissen naar Kenia. Al eerder waren Frank en Anne geraakt door de filosofie van father Hans Burgman en het Pandipieriproject. Zij werkten tot begin 1994 bij het project, later in Soedan en na een onderbreking van drie jaar in Nederland, keerden zij van 2000 tot 2004 terug naar Kenia en waren opnieuw betrokken bij Pandipieri. Weer in Nederland werd Frank penningmeester van de landelijke steunstichting Vrienden van Pandipieri en is Anne betrokken bij de stichting Bergeijk – Kisumu, die het meisjesprogramma steunt. Pandipieri
Pandipieri is een volksbuurt in Kisumu, de derde stad van Kenia. In 1979 begon father Hans Burgman hier. Hij had geen grote plannen, maar investeerde vooral veel tijd en aandacht in het leren kennen van de taal en de mensen en zich met hen te verbinden. Alle programma’s werden opgestart vanuit een behoefte van de mensen zelf. Het begon met gezamenlijk gebed en diaconie, het bezoeken
Hans Burgman is ontegenzeggelijk de drijvende kracht achter het Pandipieriproject en zeer veel mensen in Kisumu hebben veel aan hem te danken. Maar rond 2000 begon een deel van het managementteam na te denken over de toekomst. Frank typeert father Burgman als een marathonloper die de hele afstand aflegt en niet bezig is met zijn opvolging. Een lekenmissionaris, zoals Frank zelf, is meer een estafetteloper die vertrekt met de wetenschap dat het maar tijdelijk is en dat hij het stokje over zal dragen. Na veel overleg werd besloten het missieproject om te zetten in een onafhankelijke NGO met een eigen bestuur, dat wordt gekozen door de mensen uit de parochies in de wijk, met portefeuillehouders voor de verschillende programma’s. Deze omvorming bracht pijnlijke momenten met zich mee. Oudere teamleden pasten niet meer in deze nieuwe opzet en kwamen ongewild aan de zijlijn te staan.Al eerder leidde de komst van steeds meer jonge, beter geschoolde medewerkers soms tot wrijving met de oudere, ervaren, maar minder geschoolde krachten. Er is bewust gekozen om altijd met mensen uit de wijk te werken vanwege de binding en geen universitair geschoolde mensen van buiten in de organisatie te halen. Veel ontwikkelingsorganisaties
werken met projecten van drie jaar, maar zo’n overdracht aan de lokale bevolking vraagt om een langere adem. Financiële problemen
De overdracht verliep echter alles behalve vlekkeloos. Bij een bezoek aan Kisumu in 2010 kwamen Frank en enkele anderen veel klachten ter ore. Een aantal van de nieuwe bestuurders was niet opgeleid vanuit de filosofie van het project en werkte te weinig van daaruit. Ook bleken er grote financiële problemen te zijn: er was geld voor projecten geleend uit de spaar- en kredietbank, het ene gat werd met het andere gevuld en er leek geld verdwenen te zijn. Op dat moment heeft stichting Vrienden van Pandipieri ingegrepen. Er werd een noodfonds opgezet en een vertrouwd Keniaans bedrijf ingeschakeld om de financiële administratie weer op orde te brengen. De schulden werden afbetaald en de organisatie werd afgeslankt. Ook moest het bestuur voortaan meer verantwoording afleggen over de besteding van de gelden aan de Vrienden en moesten de subsidies voor de verschillende programma’s apart worden aangevraagd. ‘Wij bidden dagelijks: leidt ons niet in bekoring’, zegt Frank hierover, ‘maar ondertussen brachten we de bestuurders zelf wel te veel in verleiding, door nauwelijks om verantwoording van de bestedingen te vragen.’ Er is in het bestuur van de stichting Vrienden lang gediscussieerd of en zo ja hoe de donateurs op de hoogte gebracht moesten worden van de financiële problemen bij Pandipieri. Uiteindelijk is besloten open kaart te spelen en te vragen om hun vertrouwen. ‘Als we echt vrienden zijn, moeten we hen blijven steunen, juist ook in deze moeilijke tijden.’ De oprichters van de steunstichting hebben er destijds bewust voor gekozen Vrienden van Pandipieri te worden in de hoop dat als Hans Burgman wegvalt, de vriendschapsband blijft voortbestaan. De communicatie loopt daarom nu al niet alleen via hem, maar er is veel direct contact met de coördinatoren van de verschillende programma’s. Dat bevordert het wederzijds leren van elkaar en vergroot het vertrouwen. Na een moeilijke periode lijkt het project er weer bovenop te zijn en ziet de toekomst van Pandipieri er weer rooskleurig uit. Het is voor beide kanten een belangrijk leerproces geweest, dat uiteindelijk de band ook heeft versterkt.
Het team van Pandipieri van destijds met Frank en Anne Boomers
De straatkinderen van Pandipieri
Groep counselors
Officieel heet het project: KUAP (Kisumu Urban Apostolate Programme). Het heeft de volgende deelprogramma’s: • Gemeenschapsdiensten op het gebied van gezondheid, milieu en sanitair, maatschappelijk werk, hulp aan kwetsbare kinderen • Scholing (kleuterscholen, informele school) • Beroepsopleiding (timmeropleiding, huishoudscholen, kunstacademie) • Hulpprogramma’s (voor armen, voor terminaal zieken, voor geestelijke noden) Meer informatie: www.vriendenvanpandipieri.nl en www.rk-bergeijk.nl/kisumu
pagina 13
missionaire agenda
2013 - 1
Je mag er deel van uitmaken Jongeren zetten oude band met Oeganda voort In een nieuwe rubriek zullen we in dit en de komende nummers aandacht besteden aan MOV-groepen. Als eerste komt aan bod de Werkgroep Missie en Ontwikkeling van de parochie Paulus’ Bekering in Capelle aan den IJssel. Deze werkgroep heeft al veertig jaar een band met het Rubaga Students’ Centre in Jinja, Oeganda. Die lange traditie blijkt in diverse opzichten een zegen te zijn voor de groep en voor de parochie. We spraken hierover met alle leden van de Werkgroep, te weten: Peter Simons, Steven Verhoeff, Frans Polman, Ton van Tol, Kees Huisman, Wil Boekelman, Lenie Davenne en Dick Biesta.
MOV in beeld
Viering met Fr. Godfrey in Capelle a/d IJssel
Wat voor groep zijn jullie? De Werkgroep Missie en Ontwikkeling bestaat dit jaar vijftig jaar. Veertig jaar daarvan heeft ze een band met het Rubaga Students’ Centre in Jinja. Die band is tot stand gekomen via Nederlandse missionarissen zoals mgr. Willigers en fr. Groenewoud mhm. Father Groenewoud is al enkele jaren terug in Nederland, maar nog wel betrokken bij Jinja. Hij treedt regelmatig op in
Capelle. De werkgroep is heel hecht. Veel van de leden maken er al heel lang deel van uit. Ook de lezers van de nieuwsbrief en de donateurs zijn trouw. De groep staat midden in de parochie. Veel actieve parochianen zijn ook donateur van het Jinjaproject. Af en toe is er overleg met het parochiebestuur. De werkgroep adviseert het bestuur over diverse zaken. Zo wilde de parochie na het wegvallen van de Memisacollecte toch iets blijven doen in dat weekend. Het werd een collecte voor een Congolees bisdom. De parochie leeft mee met Jinja, en leeft er ook door op. Op bescheiden schaal heeft het ook zijn doorwerking op de andere parochies van de Interparochiële Vereniging (IPV) waar de Paulusparochie deel van uitmaakt. ‘Wat wij doen, is een druppeltje op een gloeiende plaat, maar het is wel óns druppeltje.’ Twee leden van de groep zijn er recent bij gekomen. Steven en Peter zijn twintigers en hebben deel uitgemaakt van de jongerengroep IPV-Young, die vorig jaar naar Jinja is gereisd. Deze reis was voor hen aanleiding om bij de Werkgroep te gaan. Steven vindt het een voordeel dat het project aan de kerk is gekoppeld. Het geeft het project een stevig draagvlak.
De jongerengroep met Fr. Ben voor het Rubaga Students’ Centre; Steven Verhoeff en Peter Simons staan achter Fr. Ben
pagina 14
Wat hebben jullie gezien en meegemaakt tijdens de reis? ‘Jinja is een van de grotere steden van Oeganda.
Ze ligt aan de oorsprong van de Nijl, en de stad benut dat feit: er is een elektriciteitscentrale en het water van de Nijl wordt gebruikt voor irrigatie. Het is een bruisende stad, maar ze oogt veel minder modern dan Kampala. In Jinja waren we te gast bij het Rubaga Students’ Centre. Dit is een centrum voor vorming en studie van jongeren. Jongeren kunnen er terecht voor cursussen en workshops, bijvoorbeeld leiderschapstrainingen, maar ook voor allerlei praktische dingen. Zo kunnen ze er studiewerk doen, waar ze thuis soms niet de gelegenheid voor hebben. Er is overnachtingsgelegenheid voor de meerdaagse cursussen, en enkele jongeren wonen er ook in. Met parochies en scholen onderhoudt het centrum nauwe contacten. Toen we er waren, hebben we opknapwerk gedaan en een stoomcursus gegeven voor het werken op de computer. Internet opent hun beeld van de wereld.’ ‘Het was daar toen vakantie, maar we trokken veel op met de jongeren die er intern zaten. Elke dag speelden we volleybal, en we spraken veel over hun leven en dat van ons. Het viel op dat zij veel meer rust namen voor het contact, terwijl wij geneigd zijn in gedachte al bezig te zijn met onze volgende activiteit. Verder zijn ze heel ambitieus en doelbewust, en heel leergierig. Ze weten goed wat ze willen worden. Maar de kansen zijn niet best. Het schoolgeld bedraagt ongeveer €300,-. Een van de jongens had een baantje waarmee hij €150,- per jaar verdiende. En als je dan afgestudeerd bent, vind je vaak geen baan. Er zijn veel universitair afgestudeerden in Oeganda, die geen baan kunnen vinden die past bij hun studie. Dat zet je wel op de grond…’ Wat betekent het Rubaga Students’ Centre voor de werkgroep? Kees verwoordt het als volgt: ‘Het Jinjaproject geeft de groep binding, interne continuïteit. Het is heel concreet, geen aflaatgirootje. Je mag er deel van uitmaken.’ Andere leden van de groep vullen aan. ‘Het versterkt onze gemeenschapszin. Het geeft ons voldoening dat we iets goeds doen, en het is een goede zaak dat het al zo lang loopt. De activiteiten voor Jinja zijn vaak een feestje voor de parochie.’ Belangrijk hierbij is respectvol met elkaar
omgaan. Het onderhouden van de relaties is hierbij van groot belang. Dick: ‘Nadat missionaris Groenewoud was vertrokken, hebben we zijn opvolger Fr. Godfrey hier op bezoek gehad. Maar toen er een nieuwe bisschop kwam, heeft die Fr. Godfrey overgeplaatst. Diens opvolger Fr. Ben kenden we nog niet. De reis van de jongeren heeft de relatie met hem weer gelegd.’ Hoe kijken jullie aan tegen het ondersteunen van projecten? ‘Vaak wordt er gezegd dat een project zichzelf moet gaan bedruipen. Maar een project als dit heeft een immateriële opbrengst. Die is veel minder zichtbaar. Er blijft altijd geld nodig. We zien wel dat mensen die als jongere bij het centrum betrokken zijn geweest, het vaak ver schoppen. Die worden nu ook ingezet bij cursussen. Dat drukt de kosten, omdat ze het gratis of bijna gratis doen. Verder zijn er inkomen genererende activiteiten. Zo zijn ze nu bezig met zonnepanelen. Frans: ‘Grote hulporganisaties zijn vies van lange verbindingen. Die zeggen dat een project maar een paar jaar moet lopen, en dat je het dan los moet laten. Maar wij mikken niet op kwantiteit, maar op kwaliteit.’ Steven vult aan: ‘Wij doen dingen waar mensen om vragen. Ik zag in het centrum een tekst op de muur: “Tell me and I’ll forget; show me and I may remember; involve me and I’ll understand.” Dat is wat we proberen te doen: de mensen erbij betrekken.’
Resultaat van het project laptopruimte
Computerles met nieuwe laptops
Volleybal met jeugd op terrein Rubaga Students’ Centre
In gesprek met jeugdige bewoners Rubaga Students’ Centre
pagina 15
missionaire agenda
2013 - 1
Sporen van de slavernij 2013 is het jaar van de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Dat begint langzaam door te dringen bij steeds meer Nederlanders. De Raad van Kerken heeft daar hard aan getrokken, als aan een soort plicht van de ‘witte’ kerken, de nazaten van slavenhandelaren, tegenover de ‘zwarte’ kerken, nazaten van de slaven. Toen de Evangelische Broedergemeente de Raad van Kerken in 2011 uitnodigde om in 2013 op 1 juli met hen samen te vieren, was duidelijk dat er dan wel werk moet worden gemaakt van bezinning op het verleden. Voor de meeste Nederlanders mag de slavernij prehistorie zijn, voor Surinamers en Antillianen ligt dat heel anders. Het jaar 1863 lijkt ver weg, maar mijn eigen grootvader was toen 13 jaar, en hij was 23 toen de voormalige slaven uiteindelijk echt weg mochten van de plantages. Hij woonde in Amsterdam, niet in Suriname, maar misschien wel in een huis dat ooit dank zij de verdiensten op de Surinaamse plantages werd gebouwd. Die ‘prehistorie’ ligt dus maar twee generaties van mij vandaan. Medaillon van de Britse abolitionistenbeweging rond 1800
pagina 16
Een slavenmaatschappij
Waarschijnlijk beter nog dan in Suriname heb ik in Colombia, waar ik door Mensen met een Missie heen werd gezonden, gezien hoe slavernij in je botten gaat zitten. Colombia heeft een witte bovenklasse, Indianen en Afro’s zijn gemarginaliseerde gemeenschappen: kwetsbaar, slachtoffers van geweld door militairen, paramilitairen, drugsbaronnen, witte grootgrondbezitters. Daar is de slavenmaatschappij nog aanwezig. Ze is te zien in alle gedragingen van alle mensen en het land zelf. Wie hoger staat, eist privileges zonder te merken dat het privileges zijn. Wie lager staat, rent om die eisen te vervullen. Met de grootste vanzelfsprekendheid, en niemand kijkt daarvan op. Aan de noordkust, in een Afro-gemeenschap, logeerde ik op een plantage. De bezitter had een mooi huis, midden in een grote modderachtige open ruimte in het centrum van de plantage. Aan de rand van die open ruimte stond een klein hutje, en de man nam mij mee daar naartoe om me poesjes te laten zien. Stonden we ineens in de privacy van drie families die daar leefden, opeengepakt. Drie hutjes om te slapen, de patio als leefruimte: moeder met baby, oma, kindertjes,
hond, kippen, poezen, alles samen op zes vierkante meter betonbodem. Wij liepen zomaar binnen in hun leven. Een dag later riep hij vanaf zijn terras, en een man kwam uit de hutjes naar ons toe en bleef in de modder staan om het bevel in ontvangst te nemen. De slavenverhouding is nog intact. De baas is heer over de ruimte en mag binnendringen in hun leven, in hun huis, in hun lichaam. De slaaf presenteert zich alleen op bevel, om bevelen aan te nemen. Een zwarte bazin brak met hetzelfde gemak in bij een groep vrouwen. Wie baas is, heeft dat recht om de ander rechteloos, stemloos en onzichtbaar te maken. Veel zwarte mannen leven in beide realiteiten. Slaafs tegen hun baas, gewelddadig tegen hun vrouw. De vrouwen lijden en overleven veel agressie van hun mannen. De slavernij is nog niet weg uit hun lijven, hun zielen. Drie eeuwen, twaalf tot zestien generaties die tot ding gemaakt werden, dat verdwijnt niet zomaar. Steeds weer rechtvaardiging zoeken
Sindsdien is mij weer en nog dieper bewust geworden, dat slavernij actueel is. Ik spreek dan nog niet eens van moderne vormen van slavenhandel: vrouwenhandel, kindsoldaten, kinderarbeid, kindslaven die in Haïti voor $60,- verkocht worden. Dat is ten hemel schreiend. Het maakt echter vooral ook helder, dat de wens om rijk te worden door de ellende van anderen nog steeds een grote macht heeft in ‘onze’ economie en in de strijd om heerschappij, dominantie. Er is dus alle reden, actuele reden, om intensief na te denken over dat slavernijverleden. Wat maakt toch, dat wij, die ons christen noemen, ondanks die God die zich voor het eerst openbaarde
om slaven te bevrijden, zo gemakkelijk steeds nieuwe argumenten vinden om welke vorm van slavernij ook te rechtvaardigen voor onze welvaart? Zo vinden we rechtvaardigingen om rijk te worden en rijk te blijven, voor de slavernij van toen, voor ons onvermogen om er echt intensief over na te denken. Rechtvaardiging voor kinderarbeid, zelfs voor kinderprostitutie. Voor het kopen van goedkope kleding die zeker in slavernij wordt geproduceerd. Voor een wreed beleid tegen vluchtelingen en immigranten. Wat is er mis met onze waarneming, met ons geweten? We waren toch geschapen naar Gods beeld, aan de mensen is volheid van leven beloofd? In een nieuw document van de Wereldraad van Kerken over missionering staat de opdracht verwoord van de kerken om te strijden tegen alles wat het volle leven onthoudt aan mensen, aan dieren, aan de natuur. Missioneren is allereerst opstaan tegen structuren en misbruik van macht, en ook kerken maken zich schuldig aan machtsmisbruik, zo erkent de tekst. Dat houdt een opdracht in. Zusters en broeders worden door bekering
Bekering, allereerst van kerken en christenen, is mogelijk. 150 jaar geleden werd een proces van bekering afgesloten door de aanname van
de wet die slavernij verbood. Een proces van bekering, waarin slaven in Suriname streden om hun recht, maar ook Nederlanders zich intensief inzetten om dat onrecht te beëindigen. Nicolaas Beets was een van hen. De vreselijke vormen van moderne slavernij, het feit dat diverse economen, politici, bankiers, managers en aandeelhouders die slavernijvormen rechtvaardigen, is één reden om ons in 2013 te bezinnen op onszelf en onze geschiedenis in deze. De nazaten van de slachtoffers hebben daar om gevraagd. Zij zouden ons op 1 juli een open hand willen toesteken. Ze zouden willen dat we met hen samen vieren. Om hun uitnodiging te kunnen aannemen, om hen in de ogen te kunnen kijken, is nodig dat we hun beleving van de geschiedenis een moment als referentie nemen. En dan is die vorm van slavernij – God zij dank – afgelopen. Maar tegelijk is ze ook nog aanwezig. Ze zit hen nog in het vlees en is verankerd in alle herinnering. Daarom is het goed ons onze geschiedenis voor de geest te halen. Om hen in de ogen te kunnen zien. Om hun zuster te worden, broeder, naaste. Om verzoening een kans te geven. Zr. Yosé Höhne-Sparborth
Materiaal rond het thema slavernij De liturgiegroep van Kerk en Vrede heeft materiaal ontwikkeld om gedurende drie zondagen aandacht te besteden aan het thema slavernij. Het materiaal is in eerste instantie bedoeld voor in de Vastentijd, maar kan ook prima op een later tijdstip worden gebruikt voor bezinning op ons slavernijverleden en – heden. Meer informatie: www.kerkenvrede.nl Ieder jaar rond 1 juli wordt stilgestaan bij de Keti-koti (Dag der Vrijheden). Herdacht wordt de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Foto: Loes Creemers, Afrika Museum, Berg en Dal.
pagina 17
Nieuws / Berichten
missionaire agenda
2013 - 1
Peerke Donders en de slavernij Zielenzorg & zielenmoord is een tentoonstelling over de missionaris Peerke Donders in de slavensamenleving in Suriname en is te zien in het Peerke Donders Paviljoen in Tilburg. Peerke Donders was er zielenzorger voor en na de afschaffing van de slavernij in 1863. Wat schreef hij erover in zijn brieven? De tentoonstelling belicht de slavernij vanuit twee perspectieven. Ook zijn er diverse educatieve activiteiten. De tentoonstelling loopt nog t/m 20 oktober 2013. Meer informatie: www.peerkedonders.nl Internationale dag voor het Recht op de waarheid over grove mensenrechtenschendingen en voor de waardigheid van de slachtoffers In december 2010 riepen de Verenigde Naties 24 maart uit tot de internationale dag voor het recht op de waarheid over grove mensenrechtenschendingen en voor de waardigheid van de slachtoffers. 24 maart 1980 is de dag dat bisschop Romero werd vermoord in El Salvador. De commissie voor Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping van de unies van mannelijke en vrouwelijke generale oversten (USG en UISG) in Rome heeft een gebedsdienst opgesteld ter gelegenheid van deze dag. Er is ook een Nederlandse vertaling van beschikbaar via de website van de KNR. www.knr.nl/solidariteit Zuid met Noord verbinden: Mission Adventure Trail 2013
Het bisdom Haarlem-Amsterdam organiseert in de week van 15 t/m 20 juli de Mission Adventure Trail. Dit zomerkamp voor jongeren tussen de 17 en 24 jaar, start in De Kaag in Zuid-Holland. Bepakt met rugzak trekken zij in 5 dagen naar het noordelijkste puntje van Noord-Holland: de Cocksdorp op Texel. Delen van de route worden lopend afgelegd, delen op een mountainbike of met een kajak. Hiermee zamelen de jongeren geld in voor een onderwijsproject van de stichting Wereldouders in Nicaragua. ‘s Avonds bij het kampvuur komen ambassadeurs vertellen over het project. Voor iedere €27,50 die we inzamelen kan een kind een jaar lang naar school. Geef je snel op, want er is plek voor slechts 20 deelnemers. Meer informatie: http://missionadventuretrail.wordpress.com Wereldwaterdag
Op 22 maart is het wereldwaterdag. Op die dag ondertekent de Nederlandse Raad van Kerken een verklaring die eerder is opgesteld door de Wereldraad van Kerken over water. De werkgroep Ecologische duurzaamheid gaat over het thema in gesprek. Er wordt gekeken naar water als basis van leven en als bedreiging. Het gaat ook over het morele kompas achter de verdeling van water en over Bijbelse grondwoorden. Zie: www. raadvankerken.nl Air Miles sparen voor Solidaridad
Met Air Miles kunt u nu gratis doneren aan Solidaridad. Zonder dat het iets kost, draagt u bij aan de verbetering van leefomstandigheden van duizenden boeren, arbeiders en hun gezinnen in ontwikkelingslanden. In plaats van de Air Miles te sparen, kunt u ze direct over laten maken aan Solidaridad. Voor elke 1000 Air Miles die Solidaridad zo ontvangt, krijgt Solidaridad €5,- van de organisatie Air Miles. Wie al Air Miles gespaard heeft kan het huidige saldo als donatie overmaken aan Solidaridad. Meer informatie: www. Solidaridad.nl/airmiles Internationale vredesprijs voor Nigeriaanse kardinaal
Begin november ontving de Nigeriaanse kardinaal John Onaiyekan de vredesprijs van Pax Christi internationaal. Hij was door moslims voorgedragen voor deze katholieke prijs voor zijn jarenlange inzet voor vrede en verzoening tussen moslims en christenen in zijn vaderland en ook elders in Afrika. Hij zegt hierover: ‘Als je wilt weten welke mensen zalig of heilig zijn, lees dan de Bergrede van Jezus zelf: zalig zijn mensen die vrede stichten, want zij zullen kinderen van God worden genoemd.’ Het zijn moslims en christenen in Nigeria die allen evenzeer vertrouwen op Gods barmhartigheid en zich vanuit hun geloof inzetten voor vrede. pagina 18
Verbod op investeringen in clustermunitie
Na jarenlange lobby van o.a. IKV Pax Christi, is er eindelijk een verbod gekomen: Nederlandse financiële instellingen mogen vanaf 1 januari 2013 niet meer investeren in bedrijven die clustermunitie produceren. Vredesorganisatie IKV Pax Christi, die zich al jaren inzet om investeringen in clustermunitie producenten een halt toe te roepen, is verheugd dat deze explosieve investeringen in Nederland voortaan verboden zijn. Het verbod geldt voor directe en aantoonbare investeringen in bedrijven die clustermunitie produceren, verkopen of verspreiden. Dat betekent dat Nederlandse financiële instellingen onder andere geen leningen of kredieten aan deze bedrijven mogen verstrekken en bepaalde beleggingsproducten niet mogen verwerven. Clustermunitie, een wapen dat meerdere explosieve submunities bevat, maakt niet alleen tijdens maar ook jaren na een conflict slachtoffers. Recentelijk is in Syrie clustermunitie ingezet door het regime van Assad. Meer dan 110 landen hebben clustermunitie verboden onder het internationale Clustermunitieverdrag. Syrië heeft het verdrag niet ondertekend. Grote campagne tegen analfabetisme in de Dominicaanse Republiek
In de Dominicaanse Republiek is de regering gestart met een grote campagne tegen het analfabetisme. In het land kan zo’n 25% van de bevolking niet lezen en schrijven. Daarbij zijn er grote verschillen per regio. Ook is er een groot verschil tussen de grote steden en het platteland. Er zijn zo’n 50.000 vrijwilligers ingezet die in 75.000 trainingscentra het analfabetisme gaan bestrijden. Hiermee wil de regering ruim 850.000 mensen bereiken. De bisschoppen van de Dominicaanse republiek steunen de actie van harte. Bron: fides Pelgrimstochten Vastenaktie
Voor het derde jaar op rij organiseert Vastenaktie weer een pelgrimstocht in de Vastentijd. Dit jaar bestaat de tocht uit drie verschillende wandelingen in de omgeving van Simpelveld, Zuid-Limburg. Deelnemers kunnen aan alle drie de wandelingen deelnemen of een van de drie tochten uitkiezen. De Pelgrimstocht wordt gehouden van 21 t/m 23 maart. Deelname is kosteloos, maar van de wandelaars wordt verwacht dat zij zich laten sponsoren voor Vastenaktie. Meer informatie: www.vastenaktie.nl Afrikaanse kinderen fotograferen hun dromen
Een Zuid-Koreaanse priester wilde eens iets anders in beeld brengen van arme landen dan de gebruikelijke beelden die ontwikkelingsorganisaties verspreiden om geld te werven. Samen met een fotograaf bedacht hij vier jaar geleden een plan. Hij deelde honderden wegwerpcameraatjes uit aan kinderen in Zambia, Burundi, Laos, Mongolië. De kinderen kregen de opdracht hun dromen in beeld te brengen. Van hun vele inzendingen maakte hij een tentoonstelling. De rijke Zuid-Koreanen die komen kijken, zijn verrast, geschokt soms. De foto’s tonen breed lachende speelkameraadjes, hun ouders, en ook hun armoedige omgeving. Een Koreaanse vrouw brak bij het zien van de tentoonstelling spontaan in huilen uit: ‘Mijn kinderen lachen niet, ze hebben geen dromen’. Het project zal dit jaar worden voortgezet met kinderen in Sri Lanka. Herdenking marteldood Mgr. Schraven en Gezellen
In Broekhuizenvorst vond op 9 oktober de 75-jarige herdenking plaats van de moord op de Nederlandse missiebisschop Frans Schraven en acht medewerkers. Zij werden levend verbrand door Japanse troepen die China waren binnengevallen. Op het terrein van het bisschopshuis in Chengtingfu hadden veel meisjes en vrouwen hun toevlucht gezocht. De Japanners eisten dat de bisschop hen aan hem zou uitleveren. Dat weigerde Schraven. Nog diezelfde dag werden de negen missionarissen vermoord. Ze hadden de vrouwen echter gered. Bij de herdenking waren aanwezig de Chinese aartsbisschop Savio Hon Tai Fai en de Japanse priester Masakatu Fukamizu. Meer informatie is te krijgen via www.mgrschraven.nl
De CMBR geeft een digitale nieuwsbrief uit met berichten en achtergrondartikelen uit de hele wereld over missionaire onderwerpen. Meld u aan via:
[email protected] of via www.knr.nl
pagina 19
missionaire agenda
2013 - 1
Capgras en de Congo
Patrick Chatelion Counet is secretaris van het bestuur en hoofd van het bureau KNR. Vanwege het Bijbels Museum en de NCRV is hij bijzonder hoogleraar Bijbel in de Nederlandse Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.
Colofon De Missionaire Agenda is een werkschrift voor werkgroepen met een missie en verschijnt viermaal per jaar: maart, juni, september, december. Het is een uitgave van de Konferentie Nederlandse Religieuzen in samenwerking met Berne Media Uitgeverij Abdij van Berne. ISSN: 1389-5192. Parochies ontvangen twee gratis exemplaren, waarvan één voor de missie- of MOV-groep. Uw vrijwillige bijdrage voor de Missionaire Agenda kunt u storten op rekeningnummer 12.01.03.818 ten name van Uitgeverij Abdij van Berne (Heeswijk) onder vermelding van “Missionaire Agenda”. Vragen om extra abonnementen is mogelijk. Redactie: Tom Boesten (hoofdredacteur) Willie Gardien, Erica Op ’t Hoog Leonie van Straaten Redactieadres: KNR Postbus 111 5201 AC ’s-Hertogenbosch
[email protected] www.knr.nl/solidariteit Abonnementenadministratie: Berne Media, Postbus 60, 5473 ZH Heeswijk missionaire-agenda@ bernemedia.com
De beelden van de moordpartijen in Syrië worden steeds agressiever. Zo ook de berichtgeving uit oorlogsgebieden als Congo, Afghanistan. Ontroostbare moeders bij hun dode kinderen. Lijken op straat. Tot mijn verbijstering zie ik het soms aan zonder de gepaste emotie. Of ik zit de volgende minuut te lachen om een conference. Onlangs las ik Hallucinaties van Oliver Sacks. Wat je hersenen je aan valse beelden kunnen voorschotelen. Ik begon het boek te lezen in de hoop dat Sacks iets over het verschil tussen hallucinaties en verschijningen zou zeggen. Inzicht in de ervaringen van Paulus van Tarsus, Theresa van Avila, Bernadette Soubirous. Helaas niets daarover, behalve een paragraafje over Jeanne d’Arc die volgens Sacks leed aan temporale kwab-epilepsie (hoewel niemand haar ooit stuiptrekkend op de grond of van haar paard zag vallen) met extatische aura’s. Wel beschrijft Sacks (van o.a. De man die zijn vrouw voor een hoed hield en het minstens zo hallucinerende Musicofilia) een type ervaring dat bij mij een nare herinnering opriep. Hij beschrijft hoe hij in de jaren vijftig en zestig met bewustzijnsverruimende middelen experimenteerde (Sacks studeerde geneeskunde in Oxford en werd hoogleraar neurologie in de Verenigde Staten), waarbij hij eenmaal het syndroom van Capgras onderging. Dat verhaal werkte als een madeleine-koekje van Proust op mij en verplaatste me in een jeugdherinnering toen ik als tiener op mijn studeerkamer met vrienden ‘speciale’ sigaretten rookte. Die avond moet één van hen, zo denk ik nog steeds, stiekem een pilletje in mijn cola gedaan hebben.
konferentie nederlandse religieuzen /
Van het ene op het andere moment werd de wereld onherkenbaar voor me. De trap die ik in mijn ouderlijk huis naar beneden liep, was een vreemd object geworden, en hoewel ik nog precies de weg wist, herkende ik de hal en de keuken niet. In de huiskamer zaten mijn ouders te kaarten, maar het waren mijn ouders niet. Fysiek leken ze erop, maar dat was slechts buitenkant. Toen ze van hun kaarttafel niet opkeken, wist ik dat zij in een complot zaten. Dit waren dubbelgangers die om welke reden dan ook hun plaats hadden ingenomen. Ik pakte cola uit de koelkast en keerde in opperste verwarring terug naar mijn studeerkamer waar ik mijn vrienden die intussen ook vreemden geworden waren, wegstuurde. Voortaan zou ik alleen zijn met een vreselijke waarheid. De angst hield enkele uren aan voordat de dingen langzaam weer hun gewone, vertrouwde sfeer kregen. Sacks overkwam iets soortgelijks en hij schrijft het toe aan de lsd die hij destijds gebruikte of het zaad van klimmende winde. Er ontstaat een gat tussen perceptie en emotie. Je waarnemen functioneert prima maar de bijbehorende warmte of vertrouwdheid valt weg. Daardoor ga je denken dat de wereld een vooropgezet bedrog is en dat de mensen replica’s of duplicaten zijn van je geliefden. Deze vorm van agnosie heet het syndroom van Capgras. Onze wereld met zijn hoog virtualiteitsgehalte – hoe reëel zijn je vrienden op Facebook, je collega’s op LinkedIn, hoe echt is je ervaring als je hem niet getweet hebt – balanceert op de rand van Capgras. Tussen mij en de Congo zit een televisiescherm dat de werkelijkheid schizofreen onpersoonlijk maakt. Ook als ik de knop omdraai.
berne media uitgeverij abdij van berne