Werkschrift voor missie, ontwikkeling en vredeswerk
Missionaire Agenda 2013 - 4
• Bouwen aan een thuis in Sierra Leone
• Geloof is het goede willen doen • Naar een nieuwe
Kruisherenprovincie in Congo
• Mira Ghana - Kijk Ghana konferentie nederlandse religieuzen / berne media uitgeverij abdij van berne
missionaire agenda
2013 - 4
Van de redactie
Terwijl we Kerstmis nog moeten vieren, gaan we ons alweer voorbereiden op Pasen. Zowel Advent als Vasten zijn tijden van wachten op iets dat groot en heilzaam is. Tijden van nood en van het uithouden daarvan. In Nederland valt het niet mee je daar iets concreets bij voor te stellen. In Sierra Leone weten ze dat beter. De Vastenaktie belicht de situatie in dit land in West-Afrika. Tussen 1996 en 2002 was het in de greep van een bloedige burgeroorlog. Die tijd was er een van lijden, angst en proberen het uit te houden. Er waren mensen uit andere landen die hun gemeenschappen trouw bleven, zoals de zusters van Sint-Jozef van Cluny. Ook zij moesten het zien uit te houden. En zij deden dat, met een soms moeizaam volgehouden vertrouwen op God. Gesterkt door het Paasgeloof bleven zij -
en blijven ze nog steeds - hun mensen helpen. Ook nu nog zijn ze er, in de tijd van herstel, een tijd die soms nog moeilijker lijkt dan de oorlog, zo vertelt een plaatselijke leider. Er is nog veel te doen en lang niet alles komt goed. Maar deze mensen belichamen de hoop op een betere toekomst. Naast informatie over de Vastenaktie, is er een interview met Geeske Hovingh in de serie Jong en Bezield, een beschouwing over het verzelfstandigen van een Afrikaanse provincie van een religieus instituut, en een impressie van een reis van jongeren uit Amsterdam Zuidoost naar Ghana. Veel leesplezier.
Het kerkelijk collecterooster ziet er voor komend jaar als volgt uit:
• 5 maart - 20 april Vastenaktie • 10 - 11 mei Roepingenzondag • 31 mei - 8 juni Week Nederlandse Missionaris • 23 - 24 augustus MIVA • 20 - 28 september Vredesweek
• 4 - 5 oktober Wereldmissiedag van de Kinderen • 18 - 19 oktober Missiezondag • 8 - 9 november Zondag voor de Oecumene • 30 november - 21 december Adventsactie
Inhoud
Vastenaktie 2014: In actie voor Sierra Leone
pagina 3
Bouwen aan een thuis in Sierra Leone
pagina 4
Stem uit het Zuiden: Alles ligt voor de hand, als U mij maar aanbidt
pagina 6
Tom Boesten, hoofdredacteur
Missionaire Jaaragenda
Suggesties voor liturgie pagina 7 Beeldmeditatie pagina 10 Jong en bezield: Geloof betekent voor mij het goede willen doen
pagina 12
Nederland Solidair: We zijn misschien iets te vlug gegaan
pagina 14
Mira Ghana – Jongeren uit Amsterdam Zuidoost naar Ghana
pagina 16
Nieuws pagina 18 Column: Patrick Chatelion Counet – Massa en Communio
pagina 2
pagina 20
Vastenaktie 2014 Dit wordt het laatste jaar dat we de campagne ‘Vastenaktie van…’ gebruiken. In de campagne maken we zichtbaar dat iedereen kan vasten. Geen televisie, vaker op de fiets: de vorm verschilt, maar de gedachte erachter verbindt ons in de Veertigdagentijd, namelijk: even minder, voor een ander. Zo kunnen we groeien, door ons vasten te delen met anderen. Nieuwe campagneleider Vastenaktie
Per 1 september 2013 is Johan Compier aangesteld tot campagneleider van de Vastenaktie. Johan heeft de afgelopen jaren gewerkt voor de Adventsactie. Hij heeft dus de nodige ervaring met missiewerk en campagnevoeren. Hij stelt zichzelf aan u voor! ‘Ik heb de afgelopen jaren vanachter de schermen kunnen ervaren hoe intensief en enthousiast jullie als vrijwilligers bij Vastenaktie betrokken waren en hoe jullie de campagne hebben gemaakt tot wat zij is. Ik heb ook gezien hoe jullie de actie vol enthousiasme blijven dragen. En terecht! Alles waar Vastenaktie voor staat, is iets om trots op te zijn. Vanaf 2010 heb ik twee campagnes van de Adventsactie mogen dragen. Toen hier in 2012 Vastenaktie bij kwam, heb ik mij in eerste instantie op de achtergrond beziggehouden met het opzetten van de nieuwe organisatie. Nu wil ik, samen met jullie, in een tijd van economische crisis, een verschil blijven maken voor de mensen die het zo hard nodig hebben. En hier hun verhaal vertellen, in de hoop dat ook wij delen in hun leven en hun verhalen., Johan Compier, Campagneleider Vastenaktie
Pelgrimstocht 2014: verdieping én actie voeren!
De Pelgrimstocht is een spirituele driedaagse wandeltocht. Dit keer start zij op donderdag 10 april en wordt zij gezamenlijk afgesloten op Palmzondag (13 april). Onze uitvalsbasis is het schilderachtige Dopersduin in Schoorl. We ontmoeten andere pelgrims, wandelen over oude bedevaartroutes en kunnen interessante avondprogramma’s volgen. De Pelgrimstocht is ook een sponsortocht. Deelnemers werven sponsoren, die via hen de Vastenaktie een flinke impuls geven. Wilt u meer weten of wilt u zich alvast aanmelden? Neem dan contact op met Guus Prevoo, e-mail:
[email protected] of stuur een e-mail naar
[email protected]
Nieuw in de webshop: Vastenaktie-kwartet
Zoekt u een leuke en laagdrempelige manier om kinderen in de basisschoolleeftijd te laten kennismaken met het thema ‘barmhartigheid’? Kijk dan eens naar het nieuwe Vastenaktie-kwartet. Hiermee leren schoolkinderen, bijvoorbeeld Eerste Communicantjes, iets over de werken van barmhartigheid. Het kwartet is verkrijgbaar via de webshop van Vastenaktie. In de webshop zijn ook verkrijgbaar: het vastendagboekje, de vastenkalender, spaardoosjes en placemats.
Campagnetip: extra donatiemogelijkheden
Veel mensen steunen Vastenaktie jaarlijks tijdens de campagneperiode met één of meer giften. U kunt deze regelmatige gevers wijzen op andere mogelijkheden om ons te steunen, zoals notarieel schenken of het opnemen van Vastenaktie als begunstigde in een testament. Voor meer informatie over deze donatiemogelijkheden kunt u op de website van Vastenaktie kijken (www.vastenaktie.nl) of contact opnemen met Linda Klumpkens: telefoon: 06-19 57 00 85; e-mail:
[email protected] pagina 3
missionaire agenda
2013 - 4
Bouwen aan een thuis in Sierra Leone Voor het campagneproject 2014 gaan we naar Koidu in het Afrikaanse Sierra Leone. Koidu ligt in het oosten van het land, in het Konodistrict. Daar hebben de zusters van Sint-Jozef van Cluny het ‘Diomplor-programma’ opgericht. Het programma is tijdens de jarenlange burgeroorlog begonnen als een spontaan initiatief in de vluchtelingenkampen in Guinee.
Zuster Teresa
Verschillende groepen opstandelingen bonden na de militaire staatsgreep in 1991 de strijd aan tegen het regeringsleger. De helft van het land werd oorlogsgebied en een kwart van de bevolking sloeg op de vlucht. De zusters zagen in de vluchtelingenkampen de mensen en hoorden de verhalen: ‘Het waren verschrikkelijke verhalen en ze raakten me diep’, vertelt zuster Teresa. Ze ging destijds vaak naar het bos ‘om te lopen, lopen, lopen’, om haar gedachten weer wat op orde te krijgen: ‘Er waren momenten dat ik alle geloof en vertrouwen kwijt was. Dan vroeg ik me af of het iemand iets kon schelen wat er met deze mensen gebeurde.’ Zuster Teresa zag het enorme potentieel van de mensen in het vluchtelingenkamp. Ze zocht jonge vrouwen bij elkaar om de kinderen les te geven. Via rollenspellen werkten ze aan de oorlogstrauma’s, maar ook aan gezondere manvrouwverhoudingen.
Chief Ambrose Jimissa: ‘We hadden het als vluchtelingen beter, want toen kregen we voedsel van de VN.’ vroegen de mensen uit Koidu, onder leiding van chief Ambrose Jimissa, of de zusters zich blijvend bij hen wilden vestigen. ‘De situatie die de vluchtelingen thuis aantroffen, was verschrikkelijk’, vertelt Ambrose Jimissa. ‘Alle huizen waren verwoest, maar ook de scholen en ziekenhuizen. Er was niets om naar terug te keren. Eigenlijk hadden we het als vluchtelingen beter, want toen kregen we voedsel van de VN.’ Zo kwamen zuster Teresa en haar medezuster Mary Anthony naar Koidu en startten ze het Diomplor-programma. Via dit programma willen de zusters de mensen helpen weer een thuis te bouwen. Ze doen dat op verschillende manieren. Zo hebben de zusters een school gesticht voor de kinderen, is er een speciale nijverheidsopleiding voor tienermoeders en kunnen de volwassenen zelf hun geld verdienen via de zogenoemde business and savings-groepen. Dat zijn kleine groepen vrouwen die gezamenlijk een lening krijgen. Het geld wordt verdeeld en wekelijks stort iedereen een bijdrage terug in de pot. Daarvan wordt de lening afbetaald en worden leden geholpen die bijvoorbeeld hun handel willen uitbreiden. Wat kunnen we bijdragen?
Vastenaktie wil de zusters helpen bij het verstevigen en uitbreiden van het Diomplor-programma in Koidu. Daarvoor is natuurlijk geld nodig. Wat kunnen we onder meer bijdragen? Voor € 24 kunnen we schoolboeken en -materialen kopen voor één kind. Voor € 150 kan een tienermoeder een vak leren.
Terug naar huis
De burgeroorlog was in 2002 afgelopen. In 2003 Tienermoeder pagina 4
Actiematerialen via de webshop
Op de website vindt u meer informatie over het campagneland Sierra Leone en het Diomplor-programma. Tot dusver verstuurden we veel materialen automatisch per post. In de praktijk blijkt echter dat veel groepen hun eigen actie organiseren en dat veel materialen ongebruikt blijven. Dit belast niet alleen het milieu onnodig, maar kost ook veel geld, geld dat we liever ten goede laten komen aan de campagneprojecten. Concreet betekent dit dat u alle materialen die u nodig hebt zelf kunt bestellen via de webshop op www. vastenaktie.nl. Vertelposter en placemats Via de webshop kunt u de speciale vertelposter bestellen. Hierop staan verschillende foto’s van het Diomplor-programma. Zo is de poster een praktisch hulpmiddel om in uw parochie over het campagneproject te vertellen. De poster is verkrijgbaar op A2-formaat. Ook op de placemats vindt u het fotoverhaal over Diomplor. Zij zijn eveneens via de webshop verkrijgbaar.
Zuster Teresa: ‘In de vluchtelingenkampen vroeg ik me af of het iemand iets kon schelen wat er met deze mensen gebeurde.’ Met € 250 kan één nieuwe business and savingsgroep van 15 volwassenen van start gaan. Voor € 2750 kunnen we één basisschooldocent opleiden.
In het voedselprogramma leren moeders hoe ze van groenten en vruchten een houdbaar poeder kunnen maken als basis voor kindervoeding.
Santos: ‘Ik kan verder met mijn leven’
‘De rebellen klopten op mijn deur en riepen: “Dit is de dood en je bent nu in Gods handen.” Ze drongen mijn huis binnen, zochten een mes en sneden mijn rechterhand af.’ Zo begint Santos (32) zijn verhaal. Dit gebeurde in 1999. Samen met zijn gezin woont hij nu vlakbij Diomplor. Hij verdient geld met zijn houtsnijwerk. Met behulp van een zelfgemaakte prothese maakt hij prachtige beelden. Ze zijn geïnspireerd op de traditionele Afrikaanse houten maskers en beelden, maar Santos geeft er zijn eigen interpretatie aan. ‘Ik maak beelden van de dingen waarover ik nadenk. Ik kan niet zomaar iets maken, er moet een betekenis achter zitten.’ Hij laat een beeld zien van een man die zit na te denken. ‘Ik vraag me dan af waaraan hij denkt. Misschien wel over hoe hij vandaag zijn gezin te eten moet geven, maar dat hij ook graag een boek zou lezen.’ Na de aanval en verminking door de rebellen, leek Santos veroordeeld tot een leven als bedelaar. Hij werd liefdevol opgevangen door de zusters: ‘Ze hebben me gered. De zusters hebben me echt geholpen mijn leven weer op te pakken en door te gaan.’ Met zijn ambachtskunst kan én wil hij voor zichzelf en zijn gezin zorgen: ‘Ik hoef geen vrienden te worden met de mensen die me dit hebben aangedaan, ik hoef niet met ze om te gaan, maar ik kan wel verder met mijn eigen leven op een waardige manier. Dat is wat de zusters me geleerd hebben.’
Santos: ‘De zusters hebben me gered.’
Veel jonge docenten hebben bijscholing nodig pagina 5
missionaire agenda
2013 - 4
Alles ligt voor de hand, als U mij maar aanbidt
Stem uit het zuiden
Broeder Jan Heuft is Missionaris van Afrika. Sinds 43 jaar werkt hij in Algerije. Daar werkt hij voor Algerijnen en Afrikaanse migranten in nood.
In Lucas 4,1-13 en Matteüs 4,1-11 lezen we hoe Jezus naar de woestijn trok en daar veertig dagen doorbracht met bidden en vasten. De duivel liet Hem daar een panorama zien van alles wat zijn menselijk hart zou kunnen begeren. Het doet me denken aan onze consumptiemaatschappij. Ik ben zelf vele malen door de woestijn getrokken. Er is daar echt helemaal niets en de mensen leven er van niets. Charles de Foucauld, die daar de vorige eeuw heeft geleefd, heeft dat aan den lijve ondervonden. Na lange jaren van meditatie schreef hij dat prachtige gebed: ‘Ik geef mij volledig aan U over, ik verlies mij in uw almachtigheid, mijn Heer en mijn Schepper.’ De Kerk in Noord-Afrika heeft jaren van grote bloei gekend, maar beetje bij beetje is zij ineengeschrompeld tot een Kerk van louter enkele duizenden gelovigen. Heel lang had zij een zekere macht, met al haar goede werken van scholen en ziekenhuizen. Vandaag de dag is de rol van de christen echter teruggedrongen tot die van ‘er alleen maar te zijn’: getuigenis af te leggen van de liefde van God, van Jezus de Verlosser. Wij,
missionarissen, volgelingen van de Messias, zijn op de eerste plaats geroepen om het Rijk Gods te stichten. Een rijk van geluk en rechtvaardigheid. Het afgelopen jaar moest ik, door bijzondere omstandigheden, de communiteit en het kloostergebouw verlaten. Vanuit een heel kleine kamer deelde ik het leven van mensen in een volkswijk. Wij deelden alles: het eten, de wc, de kraan, maar ook leven en dood, huwelijk en geboorte, geloof en ongeloof. Ineens was ik een bewoner geworden, net als ieder ander. In deze omstandigheden moest ik eerlijk laten zien wie ik was, achterdocht wegnemen als een christen midden in een moslimgemeenschap. Dit samen optrekken, dit samen delen, zou je bijna eucharistie vieren kunnen noemen. Want in het alledaagse leven stel je Christus tegenwoordig. Dit gebeurde in een bijzondere gemeenschap, waar het beeld van God anders is dan in de onze! Het was een bijzondere uitdaging, maar ook een teruggeworpen worden op jezelf. Je moet dan nadenken over wie je bent en wat je gelooft. Ontwikkelingswerk, scholen, ziekenhuizen en kerken bouwen is allemaal prachtig en belangrijk, maar het gaat op de eerste plaats om wat er in het diepste van de mens leeft, om de zin van het bestaan. Die zin van het bestaan ontdek je alleen als je innerlijk vrij bent. Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis kan de mens het goede en het kwade ontdekken, en dat doen of niet doen. Het is in de stilte van de woestijn, onszelf beperkend tot het allerbelangrijkste, dat wij de Geest van de Heer kunnen ontdekken en terugkeren naar de basis van ons bestaan. Charles de Foucauld zag dat scherp. Zijn broeders en zusters volgen hem nog steeds na. Zoals de profeet Jesaja in hoofdstuk 58 zegt, moeten we de weg van het essentiële gaan. Dat zal ons gelukkig en evenwichtig maken. Broeder Jan Heuft,wp Algiers
pagina 6
Vieren & doen Waar ben je thuis? En is het zo vanzelfsprekend dat je een thuis hebt? Waarschijnlijk is het voor ons vanzelfsprekender dan voor de mensen in Sierra Leone, waar Vastenaktie elders in deze Missionaire Agenda over schrijft. Want voor hen is het een lange weg om na de burgeroorlog te geloven dat er voor ieder mens een thuis mogelijk is. Velen troffen na hun terugkeer alleen maar een puinhoop aan, of zijn verminkt en daardoor veroordeeld tot een leven op straat. In onze liturgie mogen we in naam van hen protesteren en klagen, zoals de psalmen ons leren, tegen alle onrecht dat is geschied en nog geschiedt in onze wereld. In vrijwel iedere psalm horen we daarbij echter ook de omkeer naar het vertrouwen klinken: vertrouwen in een God die liefde is en iedere mens recht wil doen. In ons veilige leventje is het vrijwel onmogelijk om ons voor te stellen wat het voor slachtoffers van oorlogen betekent, als er mensen zijn die hen een thuishaven bieden, zoals de zusters van Cluny doen. Vastenaktie 2013
1. Kiezen voor vertrouwen
Opening
God schiep de aarde, zo vertelt de Bijbel. De mens is geschapen en heeft het leven ontvangen om er iets goeds mee te doen. De mens is vrij om voor het goede te kiezen. Dat betekent dat hij ook voor het kwaad kan kiezen. Als mens zijn we verantwoordelijk voor onze daden en voor wat we met het leven doen. Wij moeten antwoord geven: kies ik het leven of de dood, kies ik voor het licht of voor het duister? Het lijkt zwart-wit, maar zo is het niet. Luisteren we een moment naar ons eigen hart, om het donker én het licht te onderscheiden. Korte stilte Gebed
Symboliek
Leg in het midden een donkere doek en een lichte doek, bijvoorbeeld zwart en geel. Drapeer ze zo, dat ze een beetje overlappen en dat het geheel speels is. Zet er een vaas bij met enkele bloesemtakken of takken met knoppen. Zet een schaal met waxinelichtjes op de donkere doek: laat ze uit, maar zorg dat er lucifers liggen.
Barmhartige God, Schepper van alle leven, U beproeft ons op onze waarachtigheid en verlangt dat wij bij U blijven en uw schepping behoeden. U kent onze onbetrouwbare momenten, maar bent met uw barmhartigheid dichtbij ons. Geef ons de moed om goede keuzes te maken. Mogen wij op onze wijze het verschil maken in deze wereld, zoals Jezus heeft gedaan, uw Zoon en onze Voorganger. Amen.
Liturgische suggesties
Om de campagne te dragen en te ondersteunen, is het waardevol om in het samen vieren aandacht te besteden aan deze droom van een menswaardige thuis voor alle mensen. Want dat inspireert ons tot concrete inzet én schept ruimte om op die concrete inzet te reflecteren. Daarom bieden we bouwstenen aan om een bijeenkomst, bijvoorbeeld met de MOV-groep, in de Veertigdagentijd te openen of af te sluiten in combinatie met symboliek. De inhoud hiervan sluit aan bij de zondagen van de Veertigdagentijd. De onderdelen kunnen, afhankelijk van de eigen context, worden ingekort of aangepast.
Naast bidden en solidair zijn met de mensen in Sierra Leone, zijn ook wij geroepen om te bouwen aan een thuis voor onszelf en onze naasten. In onze situatie zou je kunnen spreken van een permanente wederopbouw in spirituele zin; voor onszelf, onze naaste, onze buurt, voor collega’s op het werk of voor de kinderen op school. Dat vraagt van ons dat we leven met vertrouwen én ons vertrouwen concreet maken door het goede te doen. Van mijn grootouders en ouders leerde ik al dat het hele leven draait om ‘Bouwen op wederzijds vertrouwen’. Als wij liturgie vieren, doen we dat op grond van het vertrouwen dat God met ons wil zijn, dat wij geliefd zijn – of we nu arm of rijk, gezond of ziek, blank of zwart zijn. Als wij het wagen om ons geloof, ons vertrouwen te vieren, dan groeit er een stevig fundament om te bouwen aan een menswaardige thuis voor alle mensen. We rusten niet voor deze droom werkelijkheid wordt!
pagina 7
missionaire agenda
2013 - 4
Uitnodiging
De waxinelichtjes branden niet, het is donker: dat is een deel van de werkelijkheid. Maar ieder van ons kan het verschil maken, door een lichtje aan te steken en zo het duister te verkleinen. Als je daarbij iets wilt vertellen, een woord of een kort verhaal over een concrete situatie waarin jij licht wilt brengen of waarin je bidt en smeekt om licht, dan is daar ruimte voor. Afsluiting
Als alle lichtjes branden, bidden we samen het onzevader. We kunnen elkaar hierbij een hand geven. 2. Bouwen in een ander licht Symboliek
Maak met verschillende soorten stenen een wat grillige berg in het midden. Zet een mandje klaar met houten blokjes en gekleurde glazen steentjes. Opening
Jezus ging vaak de berg op om te bidden. Hij zocht de nabijheid van God, in de eenzaamheid en de stilte. In gebed ontmoette Hij Mozes en Elia; Hij ging ervan stralen. Wij moeten moeite doen om ons regelmatig terug te trekken in de stilte, om alleen te zijn en te bidden. Vanavond doen we het samen: we zijn hier en zien de symboliek van de berg, die ons kan helpen om werkelijk stil te worden en verbinding te voelen met elkaar in Gods ruimte. Laten we het stil maken, opdat alles wat er vandaag was, kan wegvloeien uit ons hoofd en uit ons hart en er werkelijk ruimte groeit voor ontmoeting. Korte stilte Gebed
Liefdevolle God, U hebt uw Zoon aan ons gegeven en daarvoor danken wij U. Help ons om te geloven dat ook wij uw zonen en dochters zijn, goed genoeg, geliefd om wie wij zijn. Geef ons de kracht om ons leven in uw Licht te zien en samen in uw Licht te bouwen aan uw schepping. Help ons, dat wij het verschil maken en een thuis bieden aan wie hiernaar verlangen. Amen. Uitnodiging
De blokjes liggen te wachten tot wij iets doen. We kunnen er kleine huisjes van maken, of torens als een baken in de wereld. De glazen steentjes zijn als het goddelijk licht: als we iets hebben gebouwd, leggen we er een steentje op of naast. Het is een meditatief gebeuren en we doen dit in stilte. Het gaat er niet om dat we pagina 8
iets heel moois maken, maar vooral dat we meewerken aan Gods schepping en zorgen dat er iets van zijn Licht in ons leven schijnt. Afsluiting
Iemand bidt psalm 127 voor: ‘Als de Heer het huis niet bouwt…’ 3. Wat is de bron van jouw bestaan? Symboliek
Zet in het midden een mooie, grote schaal met water. Leg daar omheen enkele foto’s uit kranten of tijdschriften van water en woestijn of dor land. Opening
Wij leven in een waterland. Voor ons is het gewoon dat er water uit de kraan komt. Voor de mensen uit het zuiden is dat vaak een probleem: droogte leidt immers tot hongersnood en ziektes. Zonder water is er geen leven. In meerdere verhalen in de Bijbel is een bron ook een belangrijke ontmoetingsplaats. Jezus ontmoette de Samaritaanse vrouw bij de Jacobsbron en gaat daar met haar in gesprek over de bron van haar bestaan, over levend water dat de dorst voor altijd zal lessen. Laten we enkele minuten stilstaan bij onze bron van bestaan: wat doen wij om die bron open te houden, door ons heen te laten stromen opdat ook anderen zich aan die bron kunnen laven? Korte stilte Gebed
God van leven, Bron van ons bestaan, wij danken U voor het leven van uw Zoon, die onze dorst naar U kent en ons helpt om met U verbonden te blijven. Wij bidden U voor de velen die ronddolen in dor land en letterlijk of figuurlijk dorst houden. Geef ons de moed om hen naar U te leiden, dat wij het verschil maken en putten uit uw Liefde en Trouw, door Christus, onze Broeder en Heer. Amen. Uitnodiging
Ooit zijn we aangeraakt met water: we zijn gedoopt en opgenomen in Gods liefde. Dat is ons fundament, de grond waar we op kunnen bouwen aan Gods kerk. Om ons daar opnieuw bewust van te worden, is het mooi om nu het water in beweging te brengen. Ieder van ons is uitgenodigd om het water met de handen aan te raken en te bewegen. Je kunt daarna een gebaar maken met het water: je voorhoofd aanraken, een kruisje maken, of iemand anders met water tekenen.
Afsluiting
We zijn opnieuw aangeraakt, en staan op stevige grond. Iemand bidt nu de tekst van Teresa van Avila voor of, als dat kan, zingen we samen: Nada te turbe, Dat niets je verwarre, nada te espante: dat niets je schrik aanjage. quien a Dios tiene, Wie God heeft, nada le falta. hem ontbreekt niets. Nada te turbe, Dat niets je verwarre, nada te espante: dat niets je schrik aanjage. solo Dios, basta! God alleen is genoeg!
tig lopend door de ruimte. Je kunt heel actief en dwingend leiden, maar ook heel zacht en stimulerend: kijk wat past en goed voelt en vergeet het woord ‘vertrouwen’ niet. Na een paar minuten ruilen we de rollen om. Hierna nemen we kort de tijd om uit te wisselen hoe ieder de oefening heeft ervaren: in ieder geval in de tweetallen en zo mogelijk daarna met de hele groep. 5. Alles wat wij bouwen op Christus is sterker dan de dood! Symboliek
4. Bouwen op wat je ziet of op wat je vertrouwt?
Leg in het midden enkele dorre takken en enkele takken waar knoppen aan zitten.
Symboliek
Opening
Met een aantal doeken wordt een poort op de grond gemaakt: twee rechte banen die aan de bovenkant door een boog verbonden worden. In de poort ligt een zonnebril. Opening
Onze zintuigen zijn als een poort: ze verbinden de binnenwereld met de buitenwereld. Door onze ogen komt het licht binnen en zien we de schepping en de mensen. Door onze oren komt het geluid binnen. Door onze smaak proeven we het leven en de schepping. Als één van die poorten dicht gaat door lichamelijke of psychische kwalen, is dat pijnlijk en wordt het leven moeilijker. Jezus stond bekend vanwege zijn genezende kracht: hij kon zo’n poort weer openen. Overwegen we in de stilte of onze zintuigen open of gesloten zijn – heeft dit voor ons met Jezus van doen? Korte stilte Gebed
Afsluiting
We sluiten af met een ervaringsspel. We staan daarbij op en maken tweetallen: de één sluit de ogen, één van onze poorten, en de ander leidt hem of haar een paar minuten rus-
Korte stilte Gebed
God van alle levenden, wij danken U voor Jezus Christus, in wie U heeft laten zien dat uw liefde sterker is dan de dood. Wij bidden U: geef ons levenskracht, opdat wij een verschil maken en met ons leven hoop bieden en vertrouwen laten opbloeien, door Hem, met Hem en in Hem, die met U leeft in de eeuwen der eeuwen. Amen. Afsluiting Als afsluiting bidden we samen psalm 23: Mijn Herder is de Heer. Leonie van Straaten, Berne Media Liturgie
Liturgische suggesties
God, uw Zoon is de poort naar volheid van leven, Hij opent voor ons de weg naar U toe. Zuiver onze zintuigen opdat wij U ontmoeten in onze naaste en in de schepping. Help ons verbonden met U en met onze naaste te leven. Dat wij het verschil maken en de wereld een veilige haven wordt, in de Geest van Jezus, uw Zoon en onze Voorganger. Amen.
Het feest van Pasen nadert. Misschien is er in onze kring of in de kring van mensen met wie wij verbonden zijn iemand ernstig ziek of onlangs gestorven. Dan is het heel moeilijk om te geloven dat het leven in Christus sterker is dan de dood. Want als de dood voor de deur staat en binnenkomt, dan is dat gevoel er meestal niet. Ons verdriet om het verlies mag er zijn. Te midden daarvan wordt ons echter hoop aangereikt. De natuur getuigt daarvan. Kijk in stilte naar de takken die voor ons liggen: wat roepen zij op? Laat alle gedachten en emoties die ‘dood’ en ‘sterven’ oproepen er zijn; voel wat het met je doet.
pagina 9
missionaire agenda
2013 - 4
Weven Wederopbouw, waar dan ook, is het weefwerk van schering en inslag herstellen. Wederopbouw is werken, – jij tilt en ik draag... – , is het weefwerk van sámen wérken.
beeldmeditatie
Hulp bieden is even inslag in de schering worden, is begeesterd meeweven aan ‘een dak boven wat hoofden...’
pagina 10
Laten wij elkaar tot schering en inslag zijn: zo wordt onze samenleving tot een weefwerk van goede Geest...
Tekst: Felicia Dekkers Het citaat is uit een lied van Huub Oosterhuis Afbeeldingen 1,3,4: Groepsreis Jongeren & Missie bij de wederopbouw in India, na de tsumami. Foto 2 is van Vastenaktie: De Mangyan op Mindoro (Filippijnen) vlechten bladeren voor hun huizen
3
4
2
1
pagina 11
missionaire agenda
2013 - 4
Geloof betekent voor mij het goede willen doen In gesprek met Geeske Hovingh Voor de serie Jong en Bezield ging de redactie in gesprek met Geeske Hovingh (1979), werkzaam bij de stichting Leerhuis en Liturgie, die opgenomen is in De Nieuwe Liefde in Amsterdam. Ze maakt deel uit van het liturgisch team van de Amsterdamse Studentenekklesia en is onder andere coördinator van het Jongerenleerhuis en organiseert debatten rond het Nederlandse asielbeleid. Daarnaast is ze als vrijwilligster betrokken bij het Jeannette Noëlhuis in Amsterdam.
Jong en bezield
Geeske Hovingh
Geeske temidden van de jongeren tijdens een bijeenkomst van het Jongerenleerhuis
pagina 12
Vertel eens over je gelovige levensloop. Mijn vader was dominee van de synodaal gereformeerde gemeente. Zelf noem ik dat vaak gereformeerd light. Mijn ouders waren zeker niet streng in het geloof. Er werd bij ons ook veel muziek op teksten van Huub Oosterhuis gedraaid. Ik zat wel op een behoorlijk strenge gereformeerde school en dat botste wel eens met de visie van mijn ouders. Zo mocht ik van een leerkracht niet trots zijn op mijn hoge cijfer, want trots was een zonde. Mijn ouders corrigeerden dat zoveel ze konden. In de puberteit ben ik me gaan verdiepen in andere religies en stromingen, zoals het Boeddhisme en nieuwe vormen van spiritualiteit. Mijn ouders hebben mij vrij gelaten in deze zoektocht en niet gedwongen naar de kerk te gaan. Dat is goed geweest; anders had ik me waarschijnlijk definitief afgekeerd van het geloof. Na mijn middelbare schooltijd ben ik via Dare2Go (Jongeren en Missie) acht maanden
in Ghana geweest. Ik had daar contact met de broeders van Maastricht en met de SMA-paters. Ik vond het inspirerend te zien hoe deze mensen vanuit hun eigen gelovige achtergrond het goede willen doen, zonder verborgen agenda. Ze dringen hun geloof niet op, maar zetten zich wel in op grond van hun geloof. Als ik dat vergelijk met sommige ‘gewone’ NGO-medewerkers, voelt de inzet van de missionarissen zuiverder. Ze verbinden zich langdurig met de mensen zonder daar zelf beter van te willen worden. Terug uit Ghana ben ik culturele antropologie gaan studeren. Die keuze is zeker beïnvloed door mijn verblijf in Afrika. Ik ontdekte daar dat veel basale dingen zoals vreugde en verdriet voor iedereen hetzelfde zijn hoe anders de cultuur ook is. Elke cultuur worstelt met dezelfde levensvragen, maar geeft daar vervolgens een eigen (religieuze) invulling aan. Ik vind het boeiend om dat te onderzoeken en te vergelijken. Wat betekent geloof voor jou? Voor mij heeft het geloof niets te maken met de man met de lange baard die op een wolk zit en over ons beschikt. Voor mij heeft het vooral betrekking op maatschappelijk engagement. De verhalen in de bijbel zijn een direct appel om ons in te zetten voor een betere wereld. Daarom spreken ze mij aan. Een schoolvoorbeeld van die inzet vind ik het Jeannette Noëlhuis. Dit is een leefgemeenschap in Amsterdam Zuidoost, ontstaan vanuit de
Catholic Workerbeweging in de Verenigde Staten. De bewoners delen en leven samen met mensen zonder papieren die soms wel en soms geen uitzicht op een verblijfsvergunning hebben. Zij hebben een onvoorwaardelijke keuze gemaakt. Ik ben daar wel eens jaloers op, ik zou me nog meer in willen zetten, maar ik hecht toch te veel waarde aan mijn persoonlijke leven en mijn eigen gezin. Ook de missionarissen die ik in Ghana ontmoette, hebben zo’n radicale keuze gemaakt en stellen hun leven in dienst van anderen. Tijdens en na mijn studie ben ik nog vaak in Ghana geweest, het is een beetje mijn tweede thuisland geworden, ook omdat mijn partner er vandaan komt. Ik zie daar mensen met een heel standvastig geloof. Ik heb destijds ook meegelopen met een voettocht van Kampala in Oeganda naar Kisumu in Kenia met enkele Nederlandse jongeren via Jongeren & Missie. Daar deden ook veel Afrikaanse vrouwen aan mee. Voor ons was het ook een beetje het avontuur, maar die vrouwen, waarvan er sommigen wel in de zeventig waren, liepen echt voor God. Ik kan wel eens jaloers zijn op die overtuiging, hoewel ik ook schaduwkanten zie, bijvoorbeeld in de discussie rond homoseksualiteit. Er is geen ruimte voor twijfel en kritiek. Dat maakt voor mij de Studentenekklesia zo uniek, daar is wel die ruimte om teksten te bevragen. Het is er niet dogmatisch. De schoonheid van het geloof zit voor mij vooral in de agendaloze inzet voor anderen en dan vooral de zwakkeren in de samenleving; armen, ouderen, kinderen, asielzoekers, verslaafden etc. Ik zag en zie dat duidelijk bij de (missionaire) congregaties, maar ook daarbuiten zie ik mensen die zich laven aan de oude verhalen en het goede willen doen. Het is een lange, continue lijn van mensen die vanuit hun geloof troost en hoop willen bieden. Daarnaast gaat er voor mij een troostende werking uit van sommige teksten, met name de psalmen. Katholiek of gereformeerd? De Studentenekklesia is in 1960 opgericht als katholieke studentenparochie maar sinds 1970 een onafhankelijke gemeente. Ik zeg ook niet dat ik ‘werk voor de kerk’. Dat dekt de lading niet. Er zijn wel kanten aan het katholieke geloof die mij aanspreken, het heeft een wat vrolijkere
Tijdens haar verblijf in Ghana
uitingsvorm. Maar ik noem mezelf niet katholiek of gereformeerd, dat is zo’n stempel. Iedere derde zondag van de maand is de dienst van de Amsterdamse Studentenekklesia afgestemd op de leefwereld van jonge mensen die minder in bijbel en kerk zijn ingevoerd. In deze ‘Jong Geleerd-diensten’ wordt aandacht besteed aan existentiële vragen, die worden gekoppeld aan teksten uit bijbel en wereldliteratuur en soms ook aan film. Op de maandagavonden voorafgaand aan de dienst komen we met jongeren van 20 – 40 jaar bij elkaar om over het thema te praten en de bijbehorende bijbeltekst te bespreken. Wat het zo leuk maakt om met jongeren te werken, is dat begrippen als ‘kerk’ en ‘religie’ voor hen helemaal niet zulke besmette begrippen vormen. Ze zijn nieuwsgierig naar de verhalen die ze vaak niet kennen. Velen zijn zoekend naar hoe ze goed en gelukkig kunnen leven. Ze zitten met vragen over zingeving en hoe je je maatschappelijk engageert. In mijn werk probeer ik steeds de besmette begrippen opnieuw te definiëren en een nieuwe taal te zoeken om de oude teksten dichterbij te brengen en mensen te bewegen zoveel ze kunnen ‘het goede’ te doen, te beginnen bij mijzelf natuurlijk!
De Amsterdamse Studentenekklesia is gevestigd bij de Nieuwe Liefde in Amsterdam: www. studentenekklesia.nl, www.denieuweliefde. com. Het Jeannette Noëlhuis: www.noelhuis.nl
pagina 13
missionaire agenda
2013 - 4
We zijn misschien iets te vlug gegaan
van jonge medebroeders. In 2005 werd hij missieprocurator. Vanaf 2011 is hij prior-provinciaal. In deze laatstgenoemde functies is het contact met Congo intensief gebleven. Als prior-provinciaal reist hij zeker tweemaal per jaar daar naartoe.
De verzelfstandiging van een provincie
Hoe is de geschiedenis van de Kruisheren in Congo verlopen? Er zijn twee onderscheiden periodes aan te duiden, in heel verschillende delen van Congo. In 1920 namen de Kruisheren een missiegebied over in en rond Bondo, in het uiterste noorden van Congo. Ze gingen er niet naartoe om de orde uit te breiden, maar om de kerk op te bouwen. In de jaren zestig kwam er in de kerk echter een omslag in het denken. Lokale mensen moesten de kerk dragen. In Bondo kwam het daar evenwel niet van. In 1964-1965 brak de opstand van de Simba’s uit. De latere opvolger van Mobutu, Laurent Kabila, was een van hun leiders. Dit liep uit op de moord op 31 missionarissen, onder wie 24 Kruisheren. In 1967 keerde de Orde weer terug in dit gebied. Het kwam echter niet tot vorming van Congolese kandidaten. In 1993 verlieten de Kruisheren Bondo. Intussen was er in 1984 op negenhonderd kilometer daar vandaan, in het bisdom Butembo-Beni, een nieuwe missie opgezet. Butembo-Beni ligt in het oosten van het land, bij de Oegandese grens. Hier bleek het al snel mogelijk jonge mannen uit de streek te vormen tot Kruisheer.
Een van de vruchten van de missionering in de 20e eeuw is dat het religieuze leven ook in Afrika en Azië wortel heeft geschoten. Terwijl in Europa het aantal roepingen nog steeds terugloopt, is er in deze continenten een goed aanbod van kandidaten. De Europese provincie van de Orde van het Heilig Kruis telt momenteel meer Congolese leden dan Europese. De verzelfstandiging van de Congolese provincie is in voorbereiding, maar dat moet zorgvuldig gebeuren. De Missionaire Agenda interviewde hierover pater Peter Snijkers o.s.c., de priorprovinciaal.
Op bezoek bij een centrum voor traumaverwerking
pagina 14
Het feit dat Peter Snijkers ooit bij de Kruisheren intrad, heeft met Congo te maken. In 1965, enkele jaren voor zijn geboorte, werd er een heeroom van hem vermoord, samen met nog 23 andere Kruisheren en enkele andere missionarissen. De verhalen over zijn heeroom inspireerden hem dusdanig dat hij in diens voetsporen trad. Zijn ouders vroegen hem om nooit naar Congo te gaan, maar zijn eerste aanstelling in 1996 was precies daar. Tot 2002 werkte hij in dit land, in de vorming en opleiding
Wat brengt jonge Congolezen ertoe om zich aan te melden? Ze komen met ons in contact door omstandigheden en via concrete personen. Het priesterschap is voor de meesten een sociale promotie. Hoe ze bij ons uitkomen, heeft te maken met hoe ze ons leren kennen. Ik heb van sommigen daarover mooie getuigenissen gehoord. Over hoe ze geraakt zijn door het voorbeeld van die bepaalde medebroeder. Daarbij speelt ook mee onze wijze van leven. Wij leven een vita mixta, een gemengd leven van actie en contemplatie. Ons eerste apostolaat is ons leven in gemeenschap. Onze communiteiten zijn gemengd samengesteld, met leden uit diverse streken. Dit samenleven vormt een heel sterk getuigenis in een context waarin groepen vaak slecht met elkaar overweg kunnen. Vervolgens gaan we vanuit dit gemeenschapsleven werken aan de ver-
Hoe verloopt de verzelfstandiging naar een Congolese provincie? Terwijl er in Congo veel leden en kandidaten zijn, zijn er in Europa steeds minder. De Congolese groep is op dit ogenblik een proprovincie, dat is een voorstadium in het proces van verzelfstandiging tot provincie binnen de orde. In de Congolese proprovincie zitten tegenwoordig al meer leden (zo’n 95) dan in de Europese moederprovincie. Als provinciaal maak ik aan de ene kant expansie mee, aan de andere kant implosie. De traditie van de orde in Oost-Congo is nog heel jong. Toch moet men nu in korte tijd toegroeien naar zelfstandigheid. Daarbij proberen we de goede traditie en het gezonde evenwicht van het leven en het werk van de Kruisheren vast te houden, ook al is dat in Congo niet altijd even evident. De zaken zijn misschien iets te snel gegaan. De eerste priesterwijding van Congolese Kruisheren was in 1996. Tussen 1999 en 2009 zijn alle Europeanen vertrokken. Nu willen de Congolezen hard werken aan verzelfstandiging. Daarbij is coaching nodig. Een tijdlang wilden ze zoveel mogelijk kandidaten opnemen. Nu zijn ze erachter dat de kwaliteit van een roeping belangrijker is dan het aantal roepingen. Het planmatige denken op de lange termijn is problematisch. We ondersteunen ze daarin, maar het is vaak drie stappen vooruit, twee achteruit. Net als bij het opgroeien van kinderen tot volwassenheid, hoort daarbij dat de Congolese groep zich soms afzet tegen de Europese. Maar dat zal zijn weg wel vinden in de toekomst.
Wat is nodig voor zelfstandigheid? Om volwaardig als zelfstandige provincie te kunnen optreden, moet er een goed leiderschap zijn, de vorming en opleiding moet goed in elkaar zitten, de financiën moeten solide zijn en de spiritualiteit van de orde moet degelijk verankerd zijn en levendig gehouden worden. Op al die terreinen bieden we ondersteuning. Vroeger deden de Kruisheren in Congo heel veel goed werk, maar het was vóór de mensen. Nu gebeurt dat werk door Congolese medebroeders, de Europese provincie ondersteunt hen daarin. Met hun pastorale bewogenheid zit het wel goed. Toen ik er onlangs was, heb ik gezien: het zijn allemaal goede Kruisheren, degelijke religieuzen, mannen van gebed, die zich inzetten voor de opbouw van de gemeenschap, mannen met een diepe pastorale bewogenheid.
Hernieuwing professies
Nederland solidair
betering van de leefomstandigheden van de bevolking. De vorming van de kandidaten houden we gedurende postulaat, noviciaat en filosofiestudie in eigen hand, in het huis in Mulo. Daarna gaan de kandidaten theologie studeren in Kinshasa. Daar werken ze, naast hun studies, mee in een project voor straatkinderen. Het apostolaat in het oosten van Congo heeft nog een belangrijk aspect. Onze medebroeders zijn intensief bezig met klinische psychologie, vanwege de vele oorlogstrauma’s. Ze pakken die taak voortvarend op. We moeten hen soms afremmen, omdat ze het liefst iedereen zouden willen helpen. Dit gaat echter hun mogelijkheden te boven. De kwaliteit van de hulp is minstens zo belangrijk als de kwantiteit.
Priesterwijding (augustus 2013)
Het noviciaat in Mulo
pagina 15
missionaire agenda
2013 - 4
Mira Ghana Kijk naar Ghana Afgelopen zomer is een groep van 15 jongeren afgereisd naar Ghana voor een groepsstage. In het kader van deze reis was een samenwerking tot stand gekomen tussen DARE2GO en Stichting Vice Versa uit Amsterdam Zuidoost, waarbij Vice Versa als steungroep is opgetreden. Uit het netwerk van deze organisatie was een groep van jongeren met diverse culturele achtergronden gevormd. De jongeren werden aldus in de gelegenheid gesteld om mee te werken aan onderwijs- en zorgprojecten in Ghana.
betekent dit: ‘Kijk naar Ghana’. Een aantal jongeren uit de groep had namelijk een Antilliaanse achtergrond; daarnaast waren er deelnemers met een Ghanese, Gambiaanse, Surinaamse en Nederlandse achtergrond. Met zijn allen hielden ze een blog bij: http://miraghana.reislogger.nl. Tijdens de reis heeft de groep een bezoek gebracht aan verschillende projecten, waaronder Catholic Action for Street children (CAS) in Accra. Aan het CAS zijn onder andere de Broeders van Maastricht verbonden. De groep heeft ook overnacht in de buurt van Bekwai, in een gemeenschap van de Fraters Maristen. Eén van de deelnemers, Georgio Marengo, heeft een prachtige weergave gemaakt van zijn ervaringen in Ghana. Hij heeft dit onder woorden gebracht, ondersteund met beelden en muziek. Zijn filmpje is op www.youtube.com te vinden, via de zoektermen ‘Mira Ghana dankbaar’. De jongeren hebben gebruik gemaakt van de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze krijgen een deel van hun reissom vergoed wanneer zij binnen zes maanden na terugkomst zich inzetten om anderen te inspireren en te motiveren voor internationale solidariteit. Dit doen zij bijvoorbeeld door het geven van presentaties, het organiseren van discussies en het opzetten van filmbijeenkomsten. Floor van Straaten, coach/trainer DARE2GO
Een deelneemster leert een Ghanese leeftijdsgenoot hoe ze moet filmen
pagina 16
Het doel van de stage was om jongeren meer bewust te maken van internationale samenwerking, mondiaal burgerschap en internationale solidariteit. Middel daartoe was vrijwilligerswerk, waarbij de deelnemers aan jonge kinderen voorlichting hebben gegeven over verschillende onderwerpen, sportactiviteiten hebben ondernomen, alsook discussiebijeenkomsten hebben georganiseerd aan de hand van film en verhalen. Deze verschillende activiteiten hebben de jongeren zelf bedacht en vormgegeven. Ze werden hierin ondersteund door de lokale partner van DARE2GO, OCEP Ghana. De groep zelf heeft het project de naam ‘Mira Ghana’ gegeven; vrij vertaald uit het Antilliaans
OCEP (Organisation for Cultural Exchange Program), een organisatie die gevestigd is in Assin Foso in Ghana, verzorgt culturele uitwisseling. Dit gebeurt door middel van het plaatsen van Europese vrijwilligers op verschillende projecten (scholen, ziekenhuis, gehandicaptenzorg). Daarnaast ondersteunt OCEP een aantal lichamelijk beperkte mensen, door het aanschaffen van onder andere rolstoelen. Aan het hoofd van deze organisatie staat Alhaji Bala, een zeer toegewijde man die anderen ondersteunt in het opbouwen van een toekomst.
Vice Versa is gevestigd in Amsterdam Zuidoost. Directrice is mevrouw Doris Vida. Zij zet zich sinds 1988 in voor empowerment: het versterken van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van Afrikaanse migranten in Amsterdam en omgeving. Vice Versa is er voor ouders en kinderen, jongeren en ouderen. Zij heeft tot doel de opvoedkundige competenties te versterken van ouders die zijn vastgelopen in de opvoeding van hun kinderen en de balans tussen draagkracht en draaglast te herstellen. Een spelletje spelen; op de achtergrond een andere deelneemster met op haar arm een van de straatkinderen bij CAS
Monoloog door de zachte stem, monotoon door de klank in de zachte stem Een prater praat veel maar hij spreekt pas echt als hij spreken moet en als hij spreken doet Is het alsof de luisteraar naar hem luisteren moet Klinkt niet echt soeps maar de soep smaakt veel beter Nederlands Ghanees met wat Curaçao’s, wat Zambiaans en aan de zijkant een Surinaamse peper Ik voel me hoog, net een sopranenstem Ik kan eindelijk delen wie ik echt ben Want wie ik ben en wie ik echt ben is een wereld van verschil En dat illustreer ik in een bril Idee, het montuur en de glazen mijn persoonlijkheid Een bril kan zich onderscheiden door pure echtheid Echtheid in de vorm van jezelf zijn Simpel zat toch, simpel zat Kom uit het land van Kwame Nkruma Het land van banku en fufu Het land van de trotro Het land van vriendelijk zijn en respect hebben Respect toekennen Niks gaat à la minute, maar daar wen je aan Niks gaat hoe je dat wilt, maar daar wen je aan Geplaagd door corruptie en de overheid Gezegend met natuur en de zonneschijn Derdegraads liefde voor het land, zo diep zit het Overal Ghanese vlag, zo verliefd is het En de … voor het land is een waslijst Tot je dieper kijkt De kennis staat geschreven op een gouden plak De kennis zit verstopt in een zwarte zak En wie vindt hem dan
Wie overwint het dan Terugblikkend op een goede reis Terugkeren van een levenswijze En wat zou ik graag langer blijven Wat zou ik daar graag langer blijven Na deze trip kan ik alleen maar zeggen dat ik trots ben op wie ik ben, op waar ik vandaan kom. De beelden die je op tv ziet, die hebben niks op het intense gevoel dat je voelt als je er echt bovenop staat. Als je diep in de ogen van een conciërge kan kijken, die een tientje per week verdient en daarbij echt alles doet. Als je diep in de ogen van een gehandicapt meisje kijkt, die een veel beter leven verdient dan dat ze op dit moment heeft. Kinderen die schreeuwen van blijdschap omdat een groep vrijwilligers werk komt doen. En dan heb je iets minder dan drie weken en dan krijg je een totaal ander beeld van de wereld. Een beeld waarvan je bij jezelf gaat denken: waar klaag ik over? Hoezo klaag ik? En dan komt het moment dat je je realiseert dat je niet kiest waar je geboren wordt. En dat ik net zo goed daar geboren kon zijn, en een van hen kon zijn. Wij als groep schreven geschiedenis bij OCEP en maakten indruk in bijvoorbeeld Ashanti district, of in Assin North district. Overal, voor even, overal luidde ‘Mira Ghana’, echt overal. En ik hoop dat we de kennis niet voor onszelf houden, want dat zou echt zonde zijn. Ik hoop dat we anderen inspireren om er ook heen te gaan, en te zien wat er daar gebeurt. En misschien verandert dit wat in de eigen mindset. Want wat was het toch mooi om dit te zien. ‘Mira Ghana’: ik ben je dankbaar. En iedereen die erbij was en die ik vergeten was: ik ben je dankbaar. Georgio Marengo
pagina 17
Nieuws / Berichten
missionaire agenda
2013 - 4
Prijs voor project Broeders van Liefde
De driejaarlijkse prijs ‘Caritas International-Deckers’ gaat naar een project van de Broeders van Liefde voor hun medisch centrum SOSAME. Dit centrum in Zuid-Kivu (DR Congo) verricht pionierswerk op het vlak van geestelijke gezondheidszorg. De regio in het oostelijk deel van Congo kampt al decennia met gewelddadige conflicten. SOSAME (Soins Santé Mentale) is door de Broeders van Liefde opgericht in 1994, met als doel het verstrekken van psychiatrische zorg aan Rwandese vluchtelingen in Bukavu en een tweetal nabijgelegen vluchtelingenkampen. Ook aan de lokale Congolese bevolking wordt gespecialiseerde zorg verstrekt. Sinds augustus 2002 is het ziekenhuis door de overheid erkend als een gespecialiseerd psychiatrisch overheidsziekenhuis. De aanpak van het centrum heeft een belangrijke mentaliteitswijziging ten opzichte van psychiatrische patiënten tot stand gebracht in de Kivustreek. Met de toegekende prijs is een som gemoeid van 65.000 euro. Cordaid blijft in Afghanistan
De Nederlandse katholieke hulporganisatie Cordaid blijft langer in de Afghaanse provincie Uruzgan nu de Wereldbank 2,5 miljoen euro beschikbaar stelt voor de gezondheidszorgprojecten van deze ontwikkelingsorganisatie. Cordaid is er al tien jaar actief en blijft daar nu tot tenminste 2016. Het geld van de Wereldbank wordt ingezet voor medisch personeel, apparatuur en medicijnen voor het ziekenhuis in Tarin Kowt, de hoofdstad van Uruzgan. Vanuit het ziekenhuis wordt basisgezondheidszorg geboden aan de inwoners in de regio. Daarnaast onderhoudt Cordaid ook andere gezondheidszorgprojecten, zoals het opleiden van dokters, verplegers en verloskundigen. 25e Vredesdag Religieuzen
Op 14 september jl. vond voor de 25e keer de Nationale Vredesdag Religieuzen plaats. Ongeveer 240 vrouwelijke en mannelijke religieuzen en medestanders kwamen bijeen rond het thema Verspieden en verspreiden. Spreekster was journaliste en milieufilosoof Agnes Grond. Zij sprak over geloven in het goede te midden van zoveel kwaad, over goed nieuws dat ook te vertellen is, en over uitdagingen die religieuzen vandaag de dag aan kunnen gaan. Het verslag van de dag is te vinden op de website van de KNR: http://www.knr.nl/organisatie/pagina.asp?pagina_id=257 Vastenaktie zoekt contact met pastorale beroepskrachten
Guus Prevoo, veldwerker van de Vastenaktie, wil graag in gesprek gaan met pastorale teams over de spirituele en pastorale aspecten van de Vastenaktie. Daarbij kan ook de plaats van de Vastenaktie in de wereldkerk aan de orde komen. Het gesprek kan in de eigen parochie plaats vinden. Belangstellende teams kunnen zelf contact met hem opnemen:
[email protected] Jezuïeten in Homs blijven bevolking helpen
In Homs (Syrië) biedt het sociaal centrum van de jezuïeten hulp aan duizenden inwoners van deze stad, die al meer dan twee jaar in de frontlinie ligt van de burgeroorlog. Terwijl de granaten elke dag inslaan, proberen zij hun mensen bij te staan. De oorlog heeft talloze slachtoffers gemaakt in de stad. Veel mensen zijn op de vlucht geslagen, als zij daar de kans toe hadden. Tienduizenden mensen, onder wie de helft van de 120.000 christenen, hebben de stad verlaten. De dreiging van een Amerikaanse aanval in september heeft nog grotere angst veroorzaakt. Te midden daarvan proberen de jezuïeten te doen wat ze kunnen. Drieduizend gezinnen zijn afhankelijk van hun hulp: ze krijgen voedsel, medische hulp en psychologische bijstand. De Syrische jezuïet Ziad Hilal stelt in een interview: ‘Als ik niet help, ben ik mede schuldig aan de barbarij.’ De communiteit van Homs heeft ook een Nederlandse medebroeder, Frans van der Lugt.
pagina 18
Hongerdoek: Hoeveel broden hebben jullie? (Bolivia 2013)
Tijdens de Vasten wordt dit jaar dezelfde hongerdoek gebruikt als vorig jaar, namelijk ‘Hoeveel broden hebben jullie?’ Deze hongerdoek is geschilderd door de Boliviaanse kunstenares Etji Stih. Zij is van oorsprong Sloveense. Opvallend in deze hongerdoek is het kruis dat, als teken van het lijden én de verrijzenis van Jezus Christus, de vier scènes op de doek verbindt. Naar het midden toe wordt het kruis heldergeel, symbool van het heil en de verzoening door Jezus Christus. De scènes verwijzen naar de evangelieteksten van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging (Marcus 6,30-44), het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16,16-31) en het Laatste Avondmaal (Lucas 22,15-23). Centraal in iedere scène staat de tafel, waar omheen mensen verzameld zijn. Bestellen kan via de webshop op www.vastenaktie.nl. Op deze site vindt u een uitgebreide beschrijving van de hongerdoek. Ook is er een powerpoint beschikbaar voor een meditatiebijeenkomst rond het doek en zijn er liturgische suggesties te vinden.
Wereldgebedsdag 2014: Bron van Leven
Ieder jaar wordt op de eerste vrijdag van maart over de hele wereld hetzelfde gebeden in het kader van de wereldgebedsdag. Dit jaar is de viering samengesteld door vrouwen uit Egypte en heeft zij als thema ‘Bron van Leven’. De gebedsdag wordt gehouden op 7 maart. Meer informatie is te vinden op: www.wereldgebedsdag.nl
De CMBR geeft een digitale nieuwsbrief uit met berichten en achtergrondartikelen uit de hele wereld over missionaire onderwerpen. Meld u aan via:
[email protected] of via www.knr.nl
pagina 19
missionaire agenda
2013 - 4
Massa en communio Patrick Chatelion Counet is secretaris van het bestuur en hoofd van het bureau KNR. Vanwege het Bijbels Museum en de NCRV is hij bijzonder hoogleraar Bijbel in de Nederlandse Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.
Colofon De Missionaire Agenda is een werkschrift voor werkgroepen met een missie en verschijnt viermaal per jaar: maart, juni, september, december. Het is een uitgave van de Konferentie Nederlandse Religieuzen in samenwerking met Berne Media Uitgeverij Abdij van Berne. ISSN: 1389-5192. Parochies ontvangen twee gratis exemplaren, waarvan één voor de missie- of MOV-groep. Uw vrijwillige bijdrage voor de Missionaire Agenda kunt u storten op rekeningnummer NL64RABO 0120103818 ten name van Uitgeverij Abdij van Berne (Heeswijk) onder vermelding van “Missionaire Agenda”. Vragen om extra abonnementen is mogelijk. Redactie: Tom Boesten (hoofdredacteur) Willie Gardien, Erica Op ’t Hoog Leonie van Straaten, Petra Versnel Redactieadres: KNR Postbus 111 5201 AC ’s-Hertogenbosch
[email protected] www.knr.nl/solidariteit Abonnementenadministratie: Berne Media | Administratie Abdijstraat 53 5473 AC Heeswijk missionaire-agenda@ bernemedia.com
Massa’s schrikken me niet af. Ik kan rustig op de volgepakte tribune bij Fortuna ’54-MVV zitten zonder de hysterie te ondergaan. Of te midden van honderdduizend Stonesfans naar Sympathy for the Devil luisteren zonder te vrezen dat ik mijn individualiteit verlies. Het is veeleer omgekeerd. Als kind van het ‘ik-tijdperk’ vind ik het soms moeilijk me over te geven aan groepsprocessen, onder te gaan in een collectieve beleving van de werkelijkheid, om communio te vormen. De drang om uniek te zijn, staat gemeenschapsvorming in de weg. Omgekeerd hebben groepen, massa’s er altijd de grootste moeite mee verschillen en uitzonderingen te accepteren. Joden hadden van christenen weinig te vrezen zolang crises uitbleven. Maar toen de pest uitbrak, hadden zij het water vergiftigd, toen de recessie kwam, hadden zij de banken gecorrumpeerd. Het monster van het zondebokmechanisme voedt zich met de verschillen tussen groepen en individuen. Het vreet zich vet aan eigenwaan, aan het grote gelijk van de meerderheid en mondt uit in de tirannie van de massa. Er is opgemerkt dat dit monster vaak in de gedaante van een religie verschijnt. Dat is een nogal tautologische constatering als men beseft dat alle culturen altijd religieus waren. Men kan evengoed constateren dat het monster altijd een menselijk gezicht heeft. Aan moordenaars, verkrachters, beulen is niets menselijks vreemd. Moordende Hutu’s zijn geen christenen. Iraanse onderdrukkers zijn geen moslims. Communistische terroristen zijn geen atheïsten. Het zijn mensen die een meerderheid vormen. Mijn religie vormt allang geen meerderheid meer in Nederland. Volgens de laatste prognoses is in
konferentie nederlandse religieuzen /
2030 nog slechts acht op de honderd Nederlanders katholiek. Een minderheid waar het monster zich op zal richten. Op de gelovigen, de religieuzen, de uitzonderlijken. Ik voorspel het maar eventjes – ik wil het, ondanks de hetze rond het seksueel misbruik, nog geen feit noemen. Mijn dochter is op haar (voormalig christelijke) school zo’n uitzonderlijke. In een klas van ongeveer dertig kinderen is zij de enige katholiek. Natuurlijk wordt er geen catechese gegeven. Ik herinner me hoe in mijn klas meer dan veertig jaar geleden het enige ‘niet-gelovige’ meisje dispensatie kreeg van de godsdienstlessen – wat wij, jaloerse ‘achterblijvers’, raar vonden: geen godsdienst hebben! Mijn dochter leert tijdens de lessen levensbeschouwing en geschiedenis dat je zelf moet nadenken en eigen keuzes moet maken, dat we allemaal autonome individuen zijn – ik heb haar geleerd hierop, met Monty Python: ‘I am not!’ te antwoorden. Zelf nadenken en het bewijs leveren dat de Big Bang geen feit is, dat de missing link nog steeds ontbreekt in de evolutietheorie, dat de kwantummechanica slechts een ‘model’ is, lijkt me een mooie (zij het ondoenlijke) weg op het pad der kennis. Maar ik weet niet wat je van deze eenzame zoektocht zonder gidsen leert op het pad der wijsheid. Eén ding zal de jeugdige onderzoeker duidelijk worden: je bent geen individu, je behoort altijd tot een groep, een kudde, de mensheid, het volk Gods, of hoe je het wil noemen. Beseffen dat je tot een groep behoort, brengt geborgenheid met zich mee, maar tegelijk het gevaar dat je anderen gaat uitsluiten. Dit is en blijft een dilemma. Pas in crisis zal blijken wat de waarden van ‘jouw massa’, jouw communio, werkelijk voorstellen.
berne media uitgeverij abdij van berne