Werkschrift voor missie, ontwikkeling en vredeswerk
Missionaire
Agenda
2011 - 4
• Stem uit het Zuiden: Tempels in de stad • Campagne 2012 ‘De Vastenaktie van...’ • ‘In ontwikkelingswerk is geen plaats voor arrogantie’ • Dare2Go op bezoek bij de Daughters of Charity in Ethiopië
missionaire agenda
2011 - 4
Van de redactie
De stad. Een weerbarstige werkelijkheid. Dat zou je wel het thema mogen noemen van dit nummer van de Missionaire Agenda. Zuster Lucineide dos Santos legt de vraag in ons midden hoe wij met dezelfde geestdrift als Jezus in de stad missionair aanwezig kunnen zijn. Haar congregatie gaat op die uitdaging in binnen de context van Recife in Brazilië. De Vastenaktie richt onze blik naar Addis Abeba in Ethiopië. Aan het slot van een driejarige cyclus onder het motto ‘Behoud de schepping’ staat dit jaar de stedelijke leefbaarheid centraal. Intussen woont al meer dan de helft van de wereldbevolking in de stad, dus het is goed ons te bezinnen op de ontwikkelingen in die steden. In Addis Abeba zijn de zusters Daughters of Charity actief. De Filippijnse zuster Brenda Villarin werkt hier al ruim drie decennia. Zij en haar congregatie zijn voor de Vastenaktie niet alleen een goede projectpartner, zij vormen ook een bron van inspiratie. Die inspiratie sloeg ook over op de negen jonge vrouwen die met Dare2Go, met steun van
Cordaid/Vastenaktie, een bezoek brachten aan Ethiopië. Voor de katholieke kerk was Madrid in augustus even de belangrijkste stad van de wereld. Hier werden de Wereldjongerendagen gehouden. Een internationale groep van de Ambassadors of a Worldwide Brotherhood, die verbonden is aan de Fraters van Tilburg, ging ernaar toe. En wie dacht dat Amsterdam en Rotterdam wereldsteden zijn, mag het artikel van Lieve Troch niet overslaan. In São Paulo wonen zo’n twintig miljoen mensen op een gebied kleiner dan onze Randstad. De uitdagingen waar we in de Nederlandse steden voor staan, verbleken bij de moeilijkheden waarmee dit soort metropolen wordt geconfronteerd. Veel inspiratie gewenst, een goede kerst en op naar de vastentijd! Tom Boesten, hoofdredacteur Missionaire Agenda
Missionaire Jaaragenda
• 22 februari t/m 8 april: Vastenaktie • 28-29 april: Roepingenzondag • 5-6 mei: Zondag Oosterse Kerken • 19 t/m 27 mei: Week voor de Nederlandse Missionaris • 25-26 augustus: Miva
Inhoud
Campagne: Even iets minder. Voor een ander…
pagina 3
Project Vastenaktie: Steun voor sloppenwijkbewoners
pagina 4
‘In ontwikkelingswerk is geen plaats voor arrogantie’
pagina 5
Geloven, vasten en barmhartigheid
pagina 6
Nieuws
pagina 7
Naguma - Salaam - Vrede; Ethiopiëreis Dare2Go
pagina 8
Beeldmeditatie
pagina 10
Gespreksvragen bij de beeldmeditatie
pagina 12
Stem uit het Zuiden: Tempels in de stad
pagina 12
Suggesties voor liturgie
pagina 14
Ambassadors of aWorldwide Brotherhood bij de Wereldjongerendagen
pagina 16
Metropolen, een exemplarische verkenning - door Lieve Troch
pagina 18
Column: Willem van Beek – Koli Kayo
pagina 20
Het kerkelijk collecterooster voor komend jaar ziet er zo uit:
pagina 2
• 16 t/m 23 september: Vredesweek • 6-7 oktober: Wereldmissiedag voor kinderen • 20-21 oktober: Wereldmissiedag • 3-4 november: Willibrordzondag • 2 t/m 23 december: Adventsactie
Campagne 2012 ‘De Vastenaktie van ...’
Even iets minder voor een ander… Vasten door dat taartje bij de koffie te laten staan. Of door een extra bezoekje af te leggen aan een zieke kennis of door een pelgrimstocht te lopen. Een sobere maaltijd of vastendag houden... er zijn talloze manieren waarop je persoonlijk, als groep, parochie of school kunt vasten. Vastenaktie nodigt u uit te ontdekken dat vasten verrijkt. Ga de uitdaging aan en kies voor ‘even minder’. Meer mens worden
De campagne ‘De Vastenaktie van ...’ laat zien dat iedereen op een eigentijdse, persoonlijke manier kan vasten. Door te vasten tonen we onze betrokkenheid bij grote, complexe mondiale uitdagingen als klimaatverandering, ongelijkheid en armoede. Door stil te staan bij onze eigen levensstijl verbinden we ons op een concrete manier met de leefomstandigheden van kansarme mensen in ontwikkelingslanden. Als we tijdelijk met minder genoegen nemen, kunnen we delen met anderen. Daarmee helpen we niet alleen een ander, we worden er ook zelf rijker van. We geloven dat - door met anderen te delen - je zelf ook meer mens wordt. Dat is de centrale boodschap van de campagne. Leefbare steden
De campagne 2012 vormt de afsluiting van een driejarige cyclus met als thema Behoud de schepping. In 2010, het eerste jaar van deze cyclus, stonden de gevolgen van klimaatverandering voor boerengezinnen in Malawi centraal. In 2011 stond de campagne in het teken van duurzaamheid en van de bedreiging die mijnbouw en houtkap vormen voor de inheemse bevolking op het Filippijnse eiland Mindoro. In 2012 is het afsluitende thema stedelijke leefbaarheid. Zorg voor de aarde en voor allen die daarop wonen, betekent ook: zorgen voor de miljoenen mensen die wereldwijd in steden wonen. Extra zorg gaat vooral uit naar mensen die naar de stad trokken op zoek naar een beter bestaan, maar nu in grote armoede in een sloppenwijk wonen. Het is een enorme uitdaging om steden ook voor hen leefbaar te houden of te maken. Toch biedt verstedelijking ook kansen, omdat problemen vaak beter aan te pakken zijn dan
in de uitgestrekte landelijke gebieden. Ook zijn kansen voor vrouwen in steden vaak gunstiger. Het voorbeeldproject komt dit jaar uit de snel groeiende Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Hier helpt onze partnerorganisatie Daughters of Charity sloppenwijkbewoners bij het verbeteren van hun leefomstandigheden. Het werk van deze congregatie staat centraal in de vastentijd 2012. Spiritualiteit, soberheid en solidariteit De Daughters of Charity doen hun werk vanuit de kernwaarden die ook ons inspireren: spiritualiteit, soberheid en solidariteit. De christelijke spiritualiteit die we delen, inspireert ons hier en hen daar te kiezen voor solidariteit. Zowel in Nederland als in Ethiopië hebben wij als mensen van de weg immers iedere dag de keuze een vloek te zijn voor onze medemens ... of juist een zegen. Jezus laat ons als het Licht der wereld zien, dat kiezen voor solidariteit en medemenselijkheid leidt tot waarachtig leven en tot een menswaardig bestaan voor iedereen. Met onze inzet in de vastentijd kiezen we ervoor samen met de Daughters of Charity solidair te zijn met bewoners van arme wijken in Addis Abeba. Hun werk inspireert onze inzet.
pagina 3
missionaire agenda
2011 - 4
Campagneproject Ethiopië
Steun voor sloppenwijkbewoners Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië, is één van de snelst groeiende steden in Afrika. In de arme wijk Yeka leven veel mensen van minder dan één dollar per dag. De congregatie Daughters of Charity helpt bewoners in deze wijk met een project om hun levensomstandigheden zelf te verbeteren. Ekiram en oma zorgen voor elkaar
Een lening voor Eden
Eden woont in de wijk Yeka. Ze heeft AIDS en vecht dagelijks om te overleven. Tot voor kort stond ze er helemaal alleen voor, maar gelukkig kreeg ze hulp. ‘Via Daughters of Charity heb ik een lening gekregen van 1000 birr (ongeveer € 40,-). Daarmee heb ik kaarsvet gekocht, grote strengen katoen en kleurstof. Ik maak nu kaarsen die ik verkoop aan mensen die naar de kerk gaan.’ Eden verkoopt haar kaarsen tijdens drukbezochte vieringen in kerken in en om Addis Abeba. ‘Als mensen een kaarsje kopen, geef ik hen een handje gedroogde rozijnen. Dan komen ze nog eens terug. Met de verkoop van mijn kaarsen verdien ik nu genoeg om van te leven.’ Heldere strategie Eden de kaarsenverkoopster
Leven in een sloppenwijk in Addis Abeba
Veel bewoners van de wijk Yeka komen oorspronkelijk uit het zuiden van Ethiopië. Aanhoudende droogte dreef hen naar de stad. Helaas is de werkloosheid in Addis Abeba schrikbarend hoog en de armoede onvoorstelbaar groot. Veel wijkbewoners leven op de rand van de afgrond. De congregatie Daughters of Charity, een lokale
ontwikkelingsorganisatie die nauw samenwerkt met de katholieke kerk en de lokale overheid, heeft een project gestart om de bewoners te helpen. De congregatie kiest daarbij voor een hele heldere strategie. Drie jaar lang werkt ze in één wijk, nu dus in Yeka. Daar zet de congregatie geen eigen projecten op, maar ze ondersteunt er vooral bestaande activiteiten en groepen. Na drie jaar voeren de wijkbewoners deze initiatieven zelfstandig verder uit en verplaatst de congregatie haar werk naar een volgende sloppenwijk. Daughters of Charity heeft grote plannen. In drie jaar wil de organisatie bereiken dat: • 200 jongeren een basisopleiding hebben gevolgd en afgerond • 450 jongeren en vrouwen een lening hebben gekregen • 400 jongeren en vrouwen een training hebben gekregen in ondernemerschap, management en boekhouden • 400 jongeren en vrouwen deel hebben genomen aan voorlichtingprogramma’s bijvoorbeeld over HIV/AIDS of over seksueel geweld • 13 wijkorganisaties zijn versterkt en beter functioneren op organisatorisch en financieel gebied. Veel hoeft dat allemaal niet te kosten. De Daughters of Charity kunnen veel doen met weinig geld. Een kind een jaar naar school laten gaan kost € 12,-. Een vakopleiding van een maand voor één jongere € 15,-. Voor € 20,- krijgt een onderneemster een energiezuinige oven om brood te bakken. Voor € 130,- is een spaarkredietgroep geholpen met een kluis.
pagina 4
Vastenaktie – achtergrond
‘In ontwikkelingswerk is geen plaats voor arrogantie’ De trouwe inzet van Zuster Brenda Villarin In het hart van een van de vele sloppenwijken van Addis Abeba werkt de Filippijnse Zuster Brenda Villarin. Zij behoort tot de congregatie Daughters of Charity. Al 33 jaar zet zij zich hier in voor de mensen om haar heen. Missie: een lang gekoesterde droom
Zuster Brenda groeide op in de Filippijnen. De liefde voor God kreeg ze mee van haar moeder. Zodra ze oud genoeg was, trad ze in. Ze wilde naar de missie. Maar de congregatie stuurde haar naar een opleiding tot verpleegkundige. Negen jaar werkte ze met veel plezier in het plaatselijke ziekenhuis. Toen ze het al niet meer verwachtte, kwam de vraag of ze naar Ethiopië wilde gaan. ‘Een lang gekoesterde droom werd werkelijkheid.’ Na haar aankomst in Addis Abeba, vertrok Brenda op een lange en gevaarlijke tocht naar een missiepost in het noorden van Ethiopië. Het was 1965, ze reisde per ezel, ze had veel contant geld bij zich, en alleen een tolk als bescherming. Gelukkig kwam ze veilig aan. De priester wierp één blik op haar tengere postuur en zei: ‘Jij zult het hier wel niet lang uithouden.’ Dat was een grote vergissing. Brenda bleef, en realiseerde het hospitaal waar zoveel mensen zo wanhopig behoefte aan hadden. Mensen helpen een zelfstandig bestaan op te bouwen
Later, in Addis Abeba, ging Brenda door met haar ontwikkelingswerk. Ze doet het met een duidelijke visie: ‘In ontwikkelingswerk is geen plaats voor arrogantie. De mensen hier weten zelf wel wat ze nodig hebben. Zij kunnen voor hun eigen ontwikkeling zorgen. Wat wij doen, is hen de juiste middelen aanreiken; educatie, training en de juiste materialen en voorzieningen. Zo kunnen ze voor zichzelf een fatsoenlijk bestaan opbouwen en hun kinderen naar school sturen. Alleen zó komen we tot een blijvende, positieve verandering.’ Brenda’s visie en bevlogenheid zien we duidelijk terug in het Urban Development Project van Daughters of Charity. ‘We zorgen dat vrouwen een microkre-
diet krijgen om een eigen bedrijfje op te zetten. En we investeren in onderwijs voor kinderen en in vakopleidingen voor jongeren, zodat ze een baan kunnen vinden. Als de mensen in de ene wijk hebben geleerd hoe ze een beter bestaan voor zichzelf kunnen opbouwen, dan gaan we door naar de volgende wijk.’ De mensen steunen deze aanpak, omdat er concrete successen te zien zijn. Natuurlijk zijn er ook wel eens tegenslagen, maar daardoor laat Brenda zich niet uit het veld slaan. ‘Ik werk met een team van goed opgeleide en betrokken mensen’, legt ze uit. ‘Ieder van ons zet zich met hart en ziel in voor de ontwikkeling van Ethiopië.’
Zuster Brenda Villarin
Toekomst van het missiewerk
De toekomst baart Brenda enige zorg. ‘Toen ik naar Ethiopië kwam, waren er 40.000 missionarissen. Nu zijn het er minder dan 20.000. De aanmeldingen in Azië en Afrika gaan goed, maar in Europa en de Verenigde Staten zijn steeds minder vrouwen bereid om hun leven aan het missiewerk te wijden.’ Daughters of Charity nam daarom een drastische maatregel en schafte de eis van onvoorwaardelijke, levenslange toetreding af. ‘Nu moeten zusters hun gelofte ieder jaar vernieuwen’, legt Brenda uit. ‘Ik heb er vertrouwen in dat Daughters of Charity zo aantrekkelijk blijft voor de nieuwe generatie zusters.’ Als het om haar eigen toekomst gaat, toont Brenda de bescheidenheid die zo kenmerkend voor haar is: ‘Ik ga waar God en de Daughters of Charity mij heen leiden.’
pagina 5
missionaire agenda
2011 - 4
Vastenaktie - inspiratie
Ter inspiratie. Geloven, vasten en barmhartigheid Laatste Oordeel en de werken van barmhartigheid (Mt.25,31-46) heeft de Togolese kunstenaar Sokey Edorh geïnspireerd de hongerdoek ‘God onder ons’ te schilderen. Het Koninkrijk Gods is hier nog niet aangebroken. Het is al wel onder ons aanwezig, juist in de pogingen van mensen die via de werken van barmhartigheid anderen ten dienst zijn. De hongerdoek toont mensen die willen werken aan een duurzame samenleving. Mensen die het in een sloppenwijk van een grote stad voor elkaar opnemen. Eigentijdse barmhartigheid
De nieuwe hongerdoek: ‘Wat je de minsten der mijnen doet…’
Nog meer dan andere jaren staat de campagne 2012 in het teken van vasten. We lezen in de Bijbel regelmatig over vasten, ook in de woorden van Jezus. Hij onderwijst in de Bergrede over de houding van waaruit je vast (Mt.6, 1-18). Een houding van ootmoed, van ‘in het verborgene doen’. In één adem zegt Jezus erbij dat je ook bidden en het geven van aalmoezen vanuit eenzelfde nederige houding moet doen. Vasten, aalmoezen geven, bidden - ofwel soberheid, solidariteit en spiritualiteit - ze horen voor Jezus onlosmakelijk bij elkaar.
We rekenen op u om de Vastenaktiecampagne 2012 weer tot een succes te maken. Campagnemateriaal is te bestellen op het volgende adres: Vastenaktie Postbus 16439 2500 BK Den Haag t 070-31 36 100 f 070-31 36 201
[email protected] of via de website www.vastenaktie.nl
pagina 6
Onduidelijk blijft in de Bijbel hoe er gevast wordt. Vasten heeft zeker te maken met minder eten, maar regels ontbreken. Hierdoor ontstond in de jonge Kerk een brede waaier van vastengewoontes. Anno 2012 lijkt vasten een goede en moderne mogelijkheid om je zorgen over de toekomst én je streven naar meer gerechtigheid gestalte te geven. En net zoals onder de eerste christenen kun je daarvoor je eigen manier van vasten en aktie kiezen: ‘De Vastenaktie van ...’ Hongerdoek
‘Het doen van gerechtigheid en bidden geven het vasten vleugels’, zei Augustinus. Maar dat geldt ook omgekeerd. Vasten geeft nieuwe inhoud aan je omgang met God (bidden) én aan je omgaan met anderen. Het verhaal over het
De werken van barmhartigheid krijgen anno 2012 vorm in het volgen van rechtvaardige economische regels en een duurzaam gebruik van grondstoffen en hulpmiddelen. ‘Ik was slachtoffer van economische uitbuiting, van klimaatverandering en van milieuvervuiling, en jullie hebben niets voor mij ondernomen’. ‘Ik had honger, maar jullie waren alleen maar bezig met het maken van nog meer winst’. ‘Ik had dorst, maar jullie dachten alleen maar aan jullie eigen welvaart en aan jullie nieuwe kleding, jullie tv en jullie smartphone’. ‘Ik vluchtte weg van mijn geboortegrond vanwege de armoede en de honger, maar jullie sloten jullie grenzen’. Aanwezig zijn
De Vastenaktie 2012 en de hongerdoek zijn een uitnodiging ons te bezinnen op hoe wij de werken van barmhartigheid in de praktijk kunnen brengen. De Daughters of Charity zijn een voorbeeld met het werk dat zij doen voor de uitgeslotenen in het Ethiopische Addis Abeba. Zij doen dit met volharding, maar in alle bescheidenheid. Vergelijk het met het kerkje op de hongerdoek, ingeklemd tussen de kantoortorens en de hutjes. Nauwelijks zichtbaar, maar wel degelijk aanwezig! Vasten geeft ons de kracht om vanuit een grondhouding van nederigheid en ootmoed solidair te zijn met medemensen en de werken van barmhartigheid te blijven doen, ook - en misschien wel juist - in deze tijd.
See you in the bible, Intercultureel bijbellezen in de praktijk, is een boekje aan de hand waarvan groepen zelf kunnen beginnen met intercultureel Bijbellezen. Deze methode, waarbij een groep in Nederland en een groep in een land in het Zuiden tegelijkertijd een bepaalde Bijbelpassage lezen en de bespreking daarvan met elkaar uitwisselen, staat hier uitgewerkt in een aantal tips en werkvormen. Er is veel aandacht voor interculturele communicatie. Uitgeverij Boekencentrum, 142 p., € 14,90 Nieuwe brochure over Roma
Onlangs verscheen de brochure: Door alle tijden. De Roma, zoekend naar houvast in Kerk en samenleving, waarin in grote lijnen de lange en bewogen geschiedenis van de Roma in Europa, de wereld en Nederland wordt geschetst, en ook hun positie in de Kerk en de maatschappij. Ook wordt ingegaan op de maatschappelijke, culturele en religieuze ontwikkelingen. De uitgave Door alle tijden kan een gids zijn voor parochies en kerkelijke gemeenten om de achtergronden van de Roma beter te leren kennen (wie zijn zij, waar komen ze vandaan, hoe leven en geloven ze) en ter verbetering van de onderlinge verhoudingen en communicatie, ook met hulpverleners van reguliere instanties en instellingen. Bestellen: Maak € 5,00 per exemplaar over op gironummer 8366130 ten name van Stichting Media PWN te ’s-Hertogenbosch, onder duidelijke vermelding van naam en adres.
Nieuws / Berichten
Praktijkboekje Intercultureel Bijbellezen
Franciscanen en het milieu
De internationale Franciscanen willen sterk vertegenwoordigd zijn bij de VN-top over het milieu die in juni zal plaatsvinden. Ook gaan ze deelnemen aan de People’s Summit (Volkstopconferentie) die daaromheen zal worden georganiseerd. De Franciscanen willen in een aantal documenten hun visie presenteren op de Schepping, op de problemen en voorgestelde oplossingen, op de groene economie, duurzame ontwikkeling, en op voedselsoevereiniteit. Afstandsonderwijs over gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping
De Duquesne-universiteit in Pittsburgh, die verbonden is aan de paters van de H. Geest, presenteert een leergang over gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. De leergang is bedoeld voor pastores en leken die binnen de kerk werk maken van dit thema. Het betreft afstandsonderwijs, en het kan dus vanuit huis bestudeerd worden, individueel of in groepen. Informatie: www.duq.edu/jpic. Prijs van Human Rights Watch voor Mexicaanse zuster
De Mexicaanse zuster Consuelo Morales Elizondo c.n.d. is een van de laureaten van de Alison De Forges Award for Extraordinary Commitment van Human Rights Watch. Zuster Consuelo leidt al bijna twintig jaar CADHAC, een mensenrechtenorganisatie in Monterrey. De laatste jaren strijdt zij vooral tegen de vele mensenrechtenschendingen die samenhangen met de oorlog tegen drugs in Mexico. CADHAC verleent juridische en psychologische begeleiding aan slachtoffers, zowel die van de drugsbendes als aan die van het leger. Herhaaldelijk wordt ze lastiggevallen en bedreigd. Vredesverhalen gezocht
De katholieke vredesbeweging Pax Christi International vraagt om verhalen van vrede. Zij doet dit in het licht van de nieuwe hoop die in het Midden-Oosten leeft na de veranderingen van dit jaar. De verhalen zullen in Bethlehem worden gebruikt in het onderwijs, in kerken en interreligieuze ontmoetingen. Meer informatie op http://storage.paxchristi.net/2011-0377-nl-me-PS.pdf.
De CMBR geeft een digitale nieuwsbrief uit met nieuwsberichten uit de hele wereld over missionaire onderwerpen. Meld u aan via:
[email protected] of via www.knr.nl
pagina 7
missionaire agenda
2011 - 4
Naguma - Salaam - Vrede Afgelopen zomer is Dare2Go met een groep van negen jonge vrouwen in Ethiopië geweest. Op deze reis, die was opgezet in samenwerking met de Congregatie van de Heilige Geest en Cordaid / Vastenaktie, maakten de deelneemsters kennis met twee heel verschillende kanten van Ethiopië: de stad en het platteland. De groep bezocht onder meer de projecten van de Daughters of Charity in Addis Abeba. Deze staan centraal in de Vastenaktiecampagne 2012. Op een weblog beschreven de deelneemsters hun ervaringen.
Nederland solidair
Addis Abeba
pagina 8
Het eerste deel van de reis speelde zich af in de hoofdstad Addis Abeba. De groep bezocht projecten van de Brothers of Good Works (de Broeders van dis Dongen), zoals rondom mensen Project daughters of charity Ad met HIV en AIDS. Ze werken Abeba community-based en toekomstKoffieceremonie Borana gericht, in plaats van individueel en alleen voor het hier en nu. Mensen leren thuis met de situatie om te gaan en aan hun toekomst te werken. trots zien. Veel is er met ondersteuning van de Een aantal vrouwen krijgt steun bij het opzetten congregatie gebouwd. De paadjes tussen de huivan hun eigen winkeltje, wat al het verkopen van zen door zijn erg smal, modderig en ongelijk. En eieren of sla kan zijn. Lizzy, Eva en Fenna betoch schrijft Reina: “De sfeer was zo gezellig dat schrijven de eerste indrukken: “We kwamen in ik bijna vergat dat we tussen de golfplaten huikrottenwijken bij mensen die moeten rondkozen liepen. De aardige mensen, spelende kindemen van niks. Meteen al een wereld van verschil: ren en de muziek. Ik heb hier geleerd dat je niets je begeeft je in smalle straatjes, overal mensen moet vergelijken met hoe het in Nederland is.” die buiten wassen en koken, kinderen spelend met alles wat ze vinden en met ons meelopen. De De Borana mensen leven dicht op elkaar, in kleine geïmproVervolgens ging de groep naar Dadim in het viseerde ‘huizen’, zonder voorzieningen zoals sadunbevolkte zuiden van het land. Het was een nitair. We zien mensen in verschillende posities: wonderlijke reis. “Op weg naar het Zuiden zagen wanhopige mensen die zich aanmelden voor we overal kleine dorpjes met ‘echte’ lemen hutjes hulp, iets dat ons aangrijpt wetende in welke luxe zoals in het Afrikamuseum. Ook zagen we overpositie wij verkeren. En we zien mensen die na al marktjes, ezeltjes, kuddes vee, en uiteraard ondersteuning het hoofd boven water kunnen veel hardwerkende mensen. Iedereen begon enhouden en vol trots hun spaarboekje laten zien.” thousiast naar ons te zwaaien, achter ons aan te Tot nu toe heeft de overheid bepaald dat muren rennen en te roepen: ‘Jujujuju!!!’.” Maar na een en gebouwen alleen van modder en palen getijd veranderde abrupt het jungleachtige groen maakt mogen worden. Men betaalt altijd huur, in een dorre woestijn met veel termietenheuvels ook al heb je onderdak onder een plastic zeil. en kamelen. “Het is duidelijk dat er in het ZuiDe mensen die een huis hebben, laten dit met den erg veel droogte heerst, maar ondanks de ar-
Stadse problemen en hun aanpak
Slums Addis Abeba
moede ziet het er prachtig uit. De mensen stralen en roepen ‘Naguma’ (Vrede!).” In Dadim volgde een ontmoeting met een groep Borana. De Borana zijn een herdersvolk. Voor hun levensonderhoud zijn ze vooral afhankelijk van veeteelt. Door de vele tijden van droogte moeten ze zich vaak met vee en al verplaatsen naar vruchtbare gebieden. Hun gastvrijheid, uitgedrukt in de vredeswens ‘Salaam!’ is bijzonder. Met je gasten drink je in Ethiopië natuurlijk koffie. “Even later worden we binnengevraagd in een van de hutten. Hier zijn we aanwezig bij een koffieceremonie, een typisch Borana gebruik. Twee oudere vrouwen bijten in de koffiebonen, Ze worden geroosterd en later wordt olie (veel!) en melk toegevoegd. In drie houten bekers gaat de koffie rond. De smaak van de koffie is best lekker, wel veel olie, in je mond neem je ook een aantal bonen die je fijn kauwt terwijl ze steeds bitterder worden.”
Na een bezoek van een paar dagen, keerde de groep terug naar Addis Abeba. Onderweg bezocht ze in Arba Minch een gevangenis, die zoals zo vaak in Afrika, overbevolkt was. Toch wordt zelfs in een dergelijk oord gewerkt aan een toekomst in de maatschappij, via werkplaatsen en lessen. Verder bezocht de groep een centrum voor kinderen, gesteund door het Lilianefonds. “In een groot lokaal zaten een hoop kinderen en jongeren bij elkaar die een thuissituatie van een dronken vader naspeelden. Leuk om te zien maar ook heftig, omdat dit voor een aantal kinderen dus realiteit is. Wat we het allerleukste vonden was het winkeltje waarin de kinderen een ‘handicraft’ leerden. Deze spulletjes, van versierde prullenbakken tot geweven sjaals, werden in het winkeltje mooi uitgestald en uiteraard door ons gekocht!” Ook een kerkbezoek werd niet overgeslagen. Hoewel de liturgie katholiek was, was ze moeilijk te volgen in het Amhaars. Dat lag overigens niet aan het tempo, want de mis duurde 2½ uur. De laatste week stond in het teken van het Urban Development project van de Daughters of Charity. De congregatie is al jarenlang in Addis Abeba actief en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de mensen die in de stad zijn komen wonen. Met de lokale gemeenschap bekijkt men wat de problemen zijn, wat daar aan gedaan kan worden en volgt er een plan van aanpak. De verwachting is dat de lokale mensen een belangrijke bijdrage leveren: ze blijven uiteindelijk zelf verantwoordelijk. Het programma bestaat uit het opzetten van spaar- en leengroepen, het trainen van mensen in kleine onderneminkjes zodat ze een eigen inkomen kunnen verwerven, hulp bij het bouwen van toiletten, aanleg van wegen, opzetten van informeel onderwijs voor kinderen die (nog) niet naar de lokale school kunnen en het bijdragen aan gezondheidszorgactiviteiten. Enkele vrouwen vertelden over handeltjes die ze hadden kunnen opzetten. Het biedt hun een bestaan, maar ze moeten er hard voor werken: 7 dagen in de week per dag zo’n 14 uur. Dit zette diverse groepsleden weer aan het denken over de tijd die we in Nederland ter beschikking hebben om een sociaal leven op te bouwen. Naguma! Salaam! Vrede!
Bent u nieuwsgierig geworden? In het kader van de Vastenaktie 2012 geven de jongeren op diverse plaatsen in Nederland presentaties over hun ervaringen. Informatie daarover is op te vragen bij Willie Gardien: 073-6130715 of
[email protected]
pagina 9
missionaire agenda
2011 - 4
Kom, sta op, ga de stad binnen. Daar zal je gezegd worden, wat je moet doen...
Beeldmeditatie
Handelingen 9,6
pagina 10
De stad vol belofte, vol mogelijkheden: ‘Ga je ook naar de stad daar is toekomst, weet je, daar is werk voor iedereen!’ Vaak echter is die stad, die wereldstad, een doodlopende weg naar armoede en honger, geweld en eenzaamheid: alleen de sterken overleven, kinderen, vrouwen, ouderen zijn ‘t slachtoffer. Toch, soms, heeft die overvolle stad ook een wonderlijke keerzijde: als ontmoetingsplek van mens tot mens, als kweekvijver van tastende liefde en geloof in het goede, als leerplaats voor barmhartigheid: door luisteren, bidden en in je hart overwegen in beweging komen... ‘Kom’, wordt ook tegen ons gezegd, ‘sta op, ga de stad binnen.’ Want daar zal ons gezegd worden wat wij kunnen doen. Tekst: Felicia Dekkers (www.beeldzin.nl)
Beeldmateriaal: foto geheel links: Koopgoot; © Marcel Minnée foto boven: Zuster Brenda in gesprek in Addis Abeba; © Hans Trienekens foto onder: Stadsgezicht Madurai, India; © Hans Trienekens foto ondergrond: Stadsgezicht Vietnam; © Hans Trienekens
pagina 11
missionaire agenda
2011 - 4
Gespreksvragen bij de beeldpagina (blz. 10-11) 1. Wat roept het woord ‘stad’ bij je op? 2. De tekst op de beeldpagina begint met een oproep uit Handelingen om naar de stad te gaan. Welk appèl gaat daarvan uit?
Stem uit het zuiden
3. Welke houding en inzet wordt daarbij van ons gevraagd: kijk ook naar de liturgische suggesties op blz. 14-15.
Zuster Lucineide dos Santos Pereira (40) is religieuze. Ze werkte jaren met het pastoraat voor de vuilophalers. Sinds enige tijd woont deze religieuze, afkomstig uit een volkswijk, in de metropool Recife. Ze is gekozen om van daaruit de congregatie te leiden.
pagina 12
Tempels in de stad Hoe zit het met God in de stad? In het evangelie van Johannes wordt gesproken over een tempel in de stad, die opnieuw wordt opgebouwd. Hoe moeten we dat verstaan, in de Braziliaanse context? De grote uitdaging van het stadspastoraat tegenwoordig is heel veel tempels van de Heer bouwen. Ik woon in het centrum van de stad Recife. De uitdaging van het stadspastoraat voor ons religieuzen is ons leven te wijden aan initiatieven, die het lijden van de armsten en de uitgeslotenen van de maatschappij uitbannen. In en rond onze wijk Boa Vista bevinden zich tien huizen van religieuzen (m/v). Ieder probeert volgens het eigen charisma van de congregatie een antwoord te vinden op de dringendste behoeften van de arm gemaakte mensen. Bedelaars en mensen die op straat wonen, blijven bij ons aankloppen. Ook de aanwezigheid van hangjongeren in onze buurt is voor ons religieuzen als een stille en uitdagende schreeuw. Het zien van het lijden van de straatbewoners, de vuilophalers en de jongeren stelt ons de vraag naar de zin van onze goede werken en missionaire projecten. Beantwoorden die nog wel aan de eisen die de verstedelijking stelt? Hoe kunnen we de tempel van de Heer weer opbouwen in deze realiteit? In de grote stadscentra zie ik nog een andere uitdaging. We hebben vele katholieke kerkgebouwen en kapelletjes, dicht bij elkaar. Er is geen gebrek aan eucharistievieringen en ook niet aan priesters. Daar staat tegenover dat er te weinig geëngageerde mensen zijn, te weinig vrijwilligers
die de weg kennen in hun kerkgemeenschappen. Het ontbreekt aan leidersfiguren, die hun gelovigen kennen en weten wat ze nodig hebben. Er ontstaat een anonieme massa van toevallige misbezoekers. Katholieken die naar de kerk gaan wanneer ze zin hebben. Vaak kiezen ze uit sociale motieven voor een bepaalde kerk of pastor. Ze gaan daar heen waar de preek hen het beste bevalt. Op een dag was er in onze kapel een zevendedagsmis voor een overledene. De kerk zat al helemaal vol, maar de priester zat vast in het verkeer. Door de heftige regenval waren er veel opstoppingen. Wat nu? Ik sprak de aanwezigen toe: ‘Het is de priester niet gelukt om hier op tijd te komen. Nu kunnen we twee dingen doen. Jul-
lie kunnen morgen terug komen bij de reguliere eucharistieviering. Of we houden een gebedsviering, waarbij de communie uitgereikt wordt door de zusters.’ De familie koos voor de tweede optie. Het lukte me als voorganger om een verbinding te maken tussen de lezingen van de dag en het verhaal en de talenten van de overledene, bijvoorbeeld om mensen uit de wijk bij elkaar te brengen. Het werd een levendige en betrokken viering. Wij kenden de rouwende familie heel goed. Het waren onze buren. Geen anonieme naam, die voorgelezen wordt bij een intentie. Wij konden hun levens, hun strijd en hun gevoelens meenemen in het gebed. We hebben alles gedeeld. We zongen en betrokken de familie in het perspectief van de Verrijzenis. Aan het eind was er veel lof voor het feit dat we de hongerige menigte niet naar huis gestuurd hebben, zoals ooit de leerlingen van Jezus suggereerden (Luc. 9,12). Wij, zusters Servas da Caridade, hebben met onze pastorale gevoeligheid het voorbeeld van Jezus gevolgd: ‘Geven jullie zelf te eten!’ (Luc. 9,13). De reacties waren hartverwarmend. ‘Zuster, veel dank voor deze viering. Nu zie ik een zevendedagsmis heel anders. U heeft me geholpen om nog meer in de Verrijzenis te geloven. Ik ga hier getroost vandaan.’ Een ander familielid, een protestants evangelisch meisje vertrouwde me toe: ‘Zuster, ik ben evangelisch en kom nooit meer in een katholieke kerk. Het was een zeer mooie en goede viering. Nu ben ik trots op de religieuze zusters in de kerk.’ Een oudere man: ‘Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld in een viering zonder priester. U heeft ons helemaal betrokken bij de viering met uw gebed.’ Op het platteland is dit heel gewoon. Daar houden wij parochiemissies. We zijn daar gewend om het geloof en het leven van de mensen te vieren. Met alle blijde en trieste momenten, met overwinningen en hoop. In het binnenland is dat normaal door het gebrek aan priesters. In de grote steden is het eerder uitzondering. Er zijn altijd wel priesters en een grote anonieme menigte van gelovigen. Riten en rituelen worden gevierd, maar daarbij wordt vaak het hart van de mensen niet geraakt. De reden is simpelweg dat men de realiteit van de persoon, de familie en de
gemeenschap niet kent. Tot slot heb ik een vraag aan u. Hoe kunnen wij het beste in de gegeven (kerkelijke) omstandigheden antwoorden op de roep om de vele tempels van de Heer, die de neoliberale en postmoderne maatschappij zo graag afbreekt, opnieuw op te bouwen? Hoe kunnen we met dezelfde geestdrift als Jezus de ontelbare tempels van de Heilige Geest, oftewel ieder van de meest lijdende broeders en zusters, weer oprichten? De profeet uit Nazareth heeft het voorbeeld gegeven. Nu wij.
São Paulo
Opgetekend door Paul ten Hacken
Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Breek deze tempel af, en in drie dagen laat Ik hem herrijzen!’ Johannes 2,19 Willibrordvertaling ©Katholieke Bijbelstichting, ‘s-Hertogenbosch
pagina 13
missionaire agenda
2011 - 4
Bouwstenen voor rust en stilte in de stad God is met ons als we ons inzetten voor een betere en meer rechtvaardige wereld, als we luisteren naar zijn appèl om dienstbaar te zijn aan mens en maatschappij. Sterker nog, we ontmoeten God in de mensen die lijden, in hen die honger en dorst hebben, in hen die vreemdeling zijn, in hen die ziek zijn of gevangen worden gehouden: God onder ons! De Veertigdagentijd is een tijd waarin we meer dan anders onze solidariteit met de armen oefenen. Maar het is ook een tijd van inkeer en bezinning. Vastenaktie roept ons op om deze voorbereidingstijd van Pasen bewust inhoud te geven. Daarbij gaan verdieping van geloof en solidariteit met de naaste hand in hand – als het goed is… Want het is niet vanzelfsprekend dat we tijd nemen en rust vinden om het leven in geloof te vieren. Op het platteland zijn mensen er nog meer aan gewend om
het geloof en het leven van de mensen te vieren. Dat lezen we ook in de bijdrage van zuster Lucineide: ‘Met alle blijde en trieste momenten, met overwinningen en hoop. (…) In de grote steden is dat eerder een uitzondering.’ Zij signaleert dit vanuit het zuiden, maar wij herkennen het evenzeer bij ons in het westen. De anonimiteit speelt ons parten, volle agenda’s houden ons bezig en groei van pastorale eenheden baart ons zorgen. Het kost moeite om het leven in de stad te onderbreken om samen te vieren. Soms is er een oase in de stad: een kerk, een inloophuis of een huiskamer waar mensen elkaar ontmoeten en met elkaar bidden, zingen en de stilte tussen hen in genieten. De suggesties hieronder zijn bouwstenen voor die oases, bouwstenen voor rust en stilte - om samen het leven in de stad te blijven vieren.
Verzamelen
Bereid de ruimte voor en richt deze in voor het aantal mensen dat verwacht wordt. Zet stoelen in een kring en laat de ruimte open. Creëer in het midden met enkele doeken, bloemen en lichtjes een plaats waar ieders aandacht op kan rusten. Zet hierbij een grote kaars. Markeer het begin door de grote kaars aan te steken. Daarna neemt één persoon een schaal waarin een grote knikker ligt en nodigt uit tot een moment van bezinning.
Liturgische suggesties
We komen hier bij elkaar omdat we verlangen naar rust en stilte.
pagina 14
We komen uit de bezigheden van deze dag, deze week. Om tot rust te komen doen we een kleine oefening: we geven een schaal door met een grote knikker. Plaats die schaal op een handpalm. Door de hand te bewegen gaat de knikker ronddraaien in de schaal. Als de knikker grote cirkels maakt in de schaal, houden we de hand stil. We wachten net zolang tot de knikker helemaal stil ligt in het midden van de schaal, daarna geven we de schaal door.
Degene die de schaal heeft, blijft met zijn aandacht bij de knikker. Door de beweging van de knikker met de ogen te volgen, komen we langzaam tot rust. We kunnen ons daarbij voorstellen dat wij zelf die knikker zijn, zoals we hier binnenkomen: vanuit de drukte komen we langzaam tot rust of op dit moment minstens tot stilstand. Zingen
Zomaar een dak boven wat hoofden (Gezangen voor liturgie 568) Luisteren
Neem de tijd om te luisteren. Luisteren in de stilte. Misschien is het goed om hier muziek te spelen. Muziek kan stil worden en stil zijn ondersteunen. Vraag van tevoren iemand een muziekinstrument mee te nemen of zorg voor een cd met rustige muziek. Dit mag gerust vijf minuten duren. Of langer, als de aanwezigen gewend zijn aan stilte. Overwegen
God gaf ons de schepping in handen. Wij leven in dorpen en steden. Dat kunnen plaatsen zijn
die ons bescherming bieden. Maar bouwen gaat vaak hand in hand met uitbuiting. Waar prestige en macht in bouwwerken wordt uitgedrukt, zijn vaak de armsten misbruikt om het vuile werk te doen. De arrogantie van de mens die in maakbaarheid gelooft, zorgt al eeuwen voor een kloof tussen arm en rijk. Jezus zegt: ‘Wat je voor één van de minste broeders van Mij doet, doe je voor Mij.’ Dit woord ‘minsten’ geeft te denken: bedoelen we daarmee mensen die het minste waard zijn, of mensen die het minste waard gevonden worden, omdat ze niets opleveren voor de samenleving? Of bedoelen we mensen die de minste kansen krijgen, het minste gezien worden en daardoor het minste inbrengen? En waar staan wij zelf? Hoeveel afstand of nabijheid leven wij? Ik nodig u uit om hier stil bij te zijn, enkele associaties op te schrijven en hier in ons midden neer te leggen. Geef tijd voor bezinning en voor het opschrijven. Bidden
Liefdevolle God, U wilt er zijn voor iedere mens, U bent met uw liefde bij alle kinderen, overal waar zij leven. Open onze ogen voor de wereld waarin wij leven, dat wij ons het lot van anderen aantrekken. Open ons hart voor liefde in Jezus, opdat Hij ons leert welke weg wij moeten gaan om de hoop levend te houden. Hij die met U en de heilige Geest leeft in tijd en eeuwigheid. Amen.
Wij zijn in het leven onderweg. We gaan soms recht op ons doel af – instructie: loop in rechte lijnen. We gaan soms dwaalwegen – instructie: loop in kromme lijnen. Soms zijn we onzeker en lopen in blind vertrouwen – instructie: loop met dichte ogen. We hebben pauzes nodig om ons te oriënteren – instructie: sta stil, kijk rond met open ogen. Bidden
Liefdevolle God, U bent bij ons op al onze wegen, U bent bij ons als wij de goede weg zoeken. Geef ons de rust en de innerlijke stilte die nodig is om in ons werk hier en nu een stapje op uw weg te zetten. Houd ons daarin bij elkaar, houd ons in uw Hand, in verbondenheid met Jezus, uw Zoon. Amen. Zingen
Laudate omnes gentes (Taizé) Op weg gaan
Moge de goede God, die wil dat wij leven, zijn Woord in ons hart griffen. Moge Hij ons sterken met zijn kracht tot liefde. Moge Hij ons bijstaan in ons dienstwerk tot zegen van alles en allen.
Bezinnen in beweging
Op deze plaats komen we samen voor rust en stilte. Maar in ons dagelijks leven zijn we meestal druk en in beweging. Om dit moment te verbinden aan ons dagelijks leven is onderstaande oefening. Nodig de aanwezigen uit om te gaan staan en afhankelijk van de mogelijkheden van de ruimte zich te verspreiden. Neem de tijd om onderstaande bezinnende teksten en de bijbehorende instructies met elkaar te doen. Na de laatste instructie worden de aanwezigen uitgenodigd om terug te komen in de kring.
pagina 15
missionaire agenda
2011 - 4
Ambassadors of a Worldwide Brotherhood bezochten de WJD 2011 in Madrid
naar onze ‘lokale heilige’ Peerke Donders. De dag werd begonnen met het Emmaüsverhaal, en had als thema ‘ontmoeting’. Dwars door de stad, langs kerken, kapellen en standbeelden, liepen we naar het geboortehuis van Peerke. De buitenlandse ambassadors waren onder de indruk van de vele oude religieuze bouwwerken die onze cultuur rijk is, en door deze frisse blik gingen ook de Nederlandse deelnemers weer zien hoe het religieuze leven nog steeds zichtbaar is in onze samenleving. Het sluitstuk van de bezinningsweek was de culturele avond in Maranatha. Naast een barbecue voor alle ambassadors en hun gastgezinnen waren er spetterende optredens, waarin
“Perjalanan ini sangat berarti bagi saya, banyak hal baru, pengalaman baru yang membuat saya terkesan se membuat saya merasa semakin dekat dengan tuhan.” [Deze reis betekende veel voor me, ik heb een heleboel nieuwe dingen ervaren, nieuwe ervaringen die veel indruk op mij maakten. Ik voel me dichter bij God.]
Bezoek aan Dax, geboorteplaats van H.Vincent de Paul
In augustus 2011 kwamen zo’n negentig ambassadors of a Worldwide Brotherhood bijeen in Tilburg, om van daaruit samen naar de Wereldjongerendagen in Madrid te gaan. Deze jongeren, uit Nederland, Kenia, Namibië, Tanzania, Indonesië, Oost-Timor en Brazilië, zijn allen op hun eigen manier betrokken bij de fraters CMM. Voorafgaand aan de reis naar Madrid verzorgden de fraters een zeer inspirerende bezinningsweek in Tilburg,. Het motto van de bijeenkomst was: ‘Jesus, our Compass, our Way to Compassion’. Het inhoudelijk programma was steeds gebaseerd op een Bijbeltekst. Thema’s waren onder andere: ‘op weg gaan’ (Psalm 1), de ‘bron’ (Joh. 4), en natuurlijk ‘barmhartigheid en broederschap’, de spirituele grond van de fraters CMM. Thuisbasis voor deze internationale week was studentenkerk Maranatha in Tilburg, maar we bezochten ook andere plaatsen. Zo was er de pelgrimage
pagina 16
de verschillende landengroepen dans en zang uit hun eigen cultuur ten tonele brachten. De volgende ochtend vroeg vervolgden we onze weg... op naar Madrid! Onderweg
Onderweg werd een bezoek gebracht aan Dax (Fr.), geboorteplaats van St. Vincent de Paul, de spirituele vader van de fraters CMM. Na deze tussenstop ging de reis naar San Sebastián. In dit Spaanse havenstadje namen wij deel aan de Days of the Diocese, een voorprogramma van de Wereldjongerendagen. Het thema ‘broederschap’ was eigenlijk overal en altijd aanwezig, niet alleen binnen de groep zelf, maar ook in de ontmoetingen met andere jongeren, die vanuit de hele wereld naar Spanje afreisden om samen hun geloof te vieren. Andere WJD-gangers waren vaak verwonderd over het internationale en tegelijkertijd hechte karakter van onze groep
“A jornada é uma bencão de Deus nas nossas vidas, nos mostrando que podermos viver todos juntos com amor, respeito alegria partilhando os nossos conhecimentos, nossa cultura etc.” [deze reis is een zegen van God in ons leven, en toont ons dat we samen kunnen leven met liefde, respect, vreugde, het delen van onze kennis, onze cultuur en ga zo maar door.]
Slotdagen in Sparrenhof
ambassadors: zoveel verschillende culturen en diversiteit, en dan toch zo’n eenheid en verbondenheid! We waren dus echt ‘ambassadors of a worldwide brotherhood’! Wereldjongerendagen in Madrid
Tijdens de Wereldjongerendagen in Madrid kregen we onderdak bij de Parroquia Virgen del Alba in Alcorcón, een voorstadje van Madrid. De ontvangst en gastvrijheid waren hartverwarmend. Hoogtepunten waren de openingsviering met de paus, bij Place de Cibeles, en de kruiswegstaties rondom datzelfde plein. Naast het officiële WJD-programma werden ook andere activiteiten ondernomen. Verschillende groepen gingen voor een sightseeing naar het centrum van Madrid, de voetballiefhebbers bezochten het stadion van Real Madrid, anderen gingen zwemmen in Alcorcón. Daar werd door Nederlandse ambassadors spontaan zwemles gegeven aan ambassadors uit de Afrikaanse landen: een onverwachte invulling van broederschap…
sador rechtop te gaan staan als christen in mijn leven en ook barmhartig te zijn voor anderen.’ Eenmaal in Nederland verbleven de ambassadors nog enkele dagen in Sparrenhof (Tilburg). Uit de evaluaties bleek dat het samen bidden, vieren, en spreken over geloof zorgde voor een sterke verbondenheid met elkaar, maar vaak ook voor een heel persoonlijke ervaring van verdieping in het geloof. Het waren dan ook buitengewoon inspirerende weken. Momenteel is iedereen weer veilig aangekomen in eigen land. Daar zullen de ambassadors de spiritualiteit van barmhartigheid en broederschap verder uitdragen. De Wereldjongerendagen in Madrid waren immers geen einddoel, maar een bron op de weg naar een Worldwide Brotherhood. Nathalie Bastiaansen
Weer naar huis... en dan?
De terugreis ging langs Lourdes. Het bedevaartsoord maakte erg veel indruk. Eén van de ambassadors uit Kenia schreef: ‘Het drinken en ons wassen bij de heilige waterbronnen, het aansteken van de kaars en het uitspreken van gebeden, de viering van de Eucharistie, het volgen van verschillende soorten weg van het kruis gaven me een geweldige bemoediging om als ambas-
Een internationale groep
Wilt u / wil je meer weten over de Worldwide Brotherhood, bezoek dan de website: www.worldwidebrotherhood.com, of de Facebookpagina www.facebook.com/AmbassadorsWWB.
pagina 17
missionaire agenda
2011 - 4
Metropolen: een exemplarische verkenning Vanaf januari 2007 woont volgens de cijfers van de Verenigde Naties meer dan 50% van de wereldbevolking in steden. De trek naar de steden vooral in Latijns-Amerika, de meeste landen van Azië en een aantal van Afrika, gaat gepaard met nieuwe ontwikkelingen wat betreft geweld, genderverhoudingen en religie. Lieve Troch, die onder meer doceert in São Paulo, schetst enkele van die ontwikkelingen. Als we al dachten dat het oude Europa eens het kloppende hart van de wereld was, laten de stedelijke ontwikkelingen in de landen van het Zuiden duidelijk zien dat we in een wereld leven met vele centra. Op dit ogenblik zijn er op de wereld 300 steden met meer dan een miljoen inwoners. De allergrootste daarvan liggen in Azië en LatijnsAmerika. ‘Brazilianisering’ van de steden
Kuala Lumpur
In de ontwikkeling van urbanisatie is Brazilië het meest intrigerende land. Van de 180 miljoen inwoners woont ongeveer 77% in de steden. Dat is het hoogste percentage ter wereld. Het telt tien steden met meer dan een miljoen inwoners. Groot São Paulo heeft ongeveer 20 miljoen inwoners (in de jaren dertig slechts een miljoen), Rio de Janeiro 10 miljoen. Zigmunt Bauman, de belangrijke analist van de huidige globale tendensen, stelt herhaaldelijk dit fenomeen van de ‘Brazilianisering’ van de steden in de wereld aan de orde. Hij wijst hiermee op de voorbeeldfunctie van het leven in deze metropolen voor de ontwikkelingen die zich waarschijnlijk op meer plaatsen in de wereld zullen voordoen. São Paulo, een protoype van wereldwijde ontwikkelingen
De veranderingen in de metropolen gaan snel en de bestaande vanzelfsprekende categorieën van rijk-arm , centrum en periferie (=rand, marge), veranderen mee. De stad São Paulo was tot de jaren zeventig een stad waar duidelijk sprake was van een rijk centrum met armere cirkels eromheen. Dat is niet langer het geval: de huidige structuur is bepaald door de snelwegen die door de stad lopen. Nieuwere centra worden snel verlaten en door andere sociale groepen bevolkt. Daardoor is zowel geografisch als inhoudelijk het woord periferie verschoven: er zijn in de steden
pagina 18
zelf meerdere kernen, en de vraag wordt ‘wie’ en ‘wat’ periferie kan worden genoemd. Onderzoek naar verschuivingen in deze stad en de voorsteden bij 16,3 miljoen mensen laat zien dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen twee ‘hogere klasse’ sociale groepen, vijf groepen middenklasse, en drie armere groepen. De drie sectoren arme klasse omvatten 7,1 miljoen inwoners, de middenklasse (vijf onderscheiden groepen) 8,3 miljoen en de hogere klasse (twee onderscheiden groepen) bestaat enkel uit 0,76 miljoen mensen, een groep die geleidelijk wegtrekt. In de laatst genoemde klasse zijn zowat geen zwarten of mestiezen te vinden. De rijke woont in gebarricadeerde hoogbouw of zoekt zijn heil op mooi geconstrueerde plaatsen op het platteland en begeeft zich per helikopter op maandagochtend naar het werk. Steeds meer vervallen torenflats van 20 tot 40 verdiepingen zonder water- en elektriciteitsvoorzieningen worden bevolkt door economisch uitgeslotenen. Een paar miljoen mensen, de armeren, wonen op illegale plaatsen in de stad en behelpen zich met illegale wateren elektriciteitsvoorzieningen die regelmatig met fysiek geweld worden bevochten in een strijd tussen bewoners en stadsautoriteiten. Tegelijk is een stad als São Paulo het economisch hart van Latijns-Amerika, qua cultuur en mogelijkheid tot luxueus winkelen een gepast tweelingbroertje van steden als New York en Parijs. Metropolen zijn ook samenklonteringen geworden van etnische verscheidenheid waar stadsplanning en besturen niet steeds vruchtbaar mee om weten te gaan. São Paulo herbergt honderdduizenden Japanners, Libanezen, Spanjaarden, Portugezen, Italianen. Daarnaast zijn er grote groepen afstammelingen van Afrikanen, vermengd met de laatste overlevenden van de oorspronkelijke inheemse bevolking.
Metropolen eisen hun tol
Het geweld is in de steden wereldwijd veel groter dan op het platteland. Op dit ogenblik wordt in Nederland volgens recente statistieken 13% van de misdaden in de steden opgelost. In een stad als São Paulo is dat gemiddeld 2%. In Brazilië worden jaarlijks in de grote steden meer dan 40.000 mensen gedood ten gevolge van wat wij ‘zinloos geweld’ noemen. Op dit ogenblik kent het land 4,3 miljoen meer vrouwen dan mannen tengevolge van geweld dat meer mannen velt dan vrouwen. Van mijn studenten in São Paulo is meer dan 80% slachtoffer geweest van verschillende vormen van geweld. En niemand begeeft zich op straat na 10 uur ’s avonds, tenzij men over een zeer goede auto beschikt. Naast het groeiende geweld kampen de metropolen vooral met werkloosheid, luchtverontreiniging en het gebrek aan water. Voedseltoevoer wordt precair. De kleine boeren zijn verdrongen en grote industrieën voorzien de steden via massaproductie van genetisch gemanipuleerd voedsel. De lagere klassen, in vele steden de meerderheid van de bewoners, leven van het recyclen van de vuilnisbelten en het afval van de rijken. De alternatieve economie die zich ontwikkelt tussen de armen in de metropolen is gekenmerkt door de survival of the fittest. Vooral vrouwen kopen of produceren kleine producten die ze vervolgens weer verkopen met kleine winst. Omdat veel mensen in de steden officieel niet bestaan, hebben ze geen deel aan educatie of gezondheidszorg. Dit ‘identiteitsloos’ bestaan treft vooral vrouwen en kleine kinderen. Het beste en het slechtste
Vele plekken in en aan de rand van de steden, waar de armen samenklonteren, kregen bizarre en ironische (of hoopvolle?) namen, gerelateerd aan religieuze beelden. In Rio de Janeiro kreeg een grote favela waar drugs en geweld het dagelijkse leven bepalen de naam Cidade de Deus (stad van God). In Santo Domingo in de Dominicaanse Republiek heet een grote favela Nueva Jerusalem (het nieuwe Jeruzalem), en in Calcutta is de naam van een van de grootste slums: ‘de Stad van Vreugde’. In het ecologische Curitiba (Brazilië) draagt de vuilste wijk de naam ‘Villa Verde’ (de groene wijk).
Krottenwijk in São Paulo
De steden zijn conglomeraten geworden waar het kloppend hart van menselijk samenleven in zijn diverse culturele en educatieve mogelijkheden wordt vermengd met de dagelijkse banaliteit van het kwaad, gruwelijk geweld en de schrijnende gevolgen van onrecht. De steden zijn openbare plekken van het beste en slechtste wat mensen kunnen voortbrengen en als dusdanig de nieuwe plekken van openbaring voor religie en theologie. De nieuwe ontwikkelingen binnen religie zelf zijn in dergelijke steden een grote uitdaging voor gedegen onderzoek.
Lijmsnuivers in een stad in Kenia
Lieve Troch is hoogleraar Feministische Studies in Religiewetenschappen aan de UMESP in São Paulo, Brazilië, en docent Religie, ethiek en cultuur aan Radboud universiteit, Nijmegen.
Arm en rijk naast elkaar in São Paulo
pagina 19
missionaire agenda
2011 - 4
Koli Kayo
Willem van Beek (65) was jarenlang directeur van Jongeren en Missie(nu Dare2Go). In 2007 ging hij met de VUT (Vrij Uganda Tegemoet). Samen met zijn partner, Paul van der Geest, richtte hij ‘KisoBoKa’ op, wat in de lokale taal ‘het is mogelijk’ betekent. Vanuit die motivatie zetten zij zich nu in voor straatjongeren en de ontwikkeling in achtergebleven wijken in Jinja.
In vele varianten hebben we het de afgelopen weken gehoord: ‘Welcome back’, ‘Goed jullie weer te zien’, ‘Koli Kayo’. Van de kinderen in het dorp, van de buren, de vrouwen op de markt, de mensen op de projecten, de jongens van de straat. Een handdruk, schouderklop, een ‘hug’. Onmiddellijk gevolgd door de zo eigen Afrikaanse vorm van begroeting, hoe het met Nederland gaat, met de familie, de vrienden, hoe de vlucht was, de reis naar huis, hoe het thuis is, hoe de honden het maken, hoe de tuin er voor staat en hoe het
Colofon De Missionaire Agenda is een werkschrift voor werkgroepen met een missie en verschijnt viermaal per jaar: maart, juni, september, december. Het is een uitgave van de Konferentie Nederlandse Religieuzen in samenwerking met Uitgeverij Abdij van Berne. ISSN: 1389-5192. Parochies ontvangen twee gratis exemplaren, waarvan één voor de missie- of MOV-groep. Uw vrijwillige bijdrage voor de Missionaire Agenda kunt u storten op rekeningnummer 12.01.03.818 ten name van Uitgeverij Abdij van Berne (Heeswijk) onder vermelding van “Missionaire Agenda”. Vragen om extra abonnementen is mogelijk. Redactie: Tom Boesten (hoofdredacteur), Willie Gardien, Paul ten Hacken, Erica Op ’t Hoog Leonie van Straaten. Redactieadres: KNR, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch,
[email protected] www.knr.nl/solidariteit Abonnementenadministratie: Drukkerij Berne Postbus 27, 5473 ZG Heeswijk missionaire-agenda@ drukkerijberne.nl
met de gezondheid is. Dat laatste hebben ze snel gezien: ‘You have grown fat’. Veel vrijwilligers en bezoekers hebben moeite met deze directe verwoording van waarneming, maar wij zien het als een spontane uiting van betrokkenheid. En hen dan uitleggen dat we teruggekomen zijn uit een landje dat zich in crisis bevindt? Waar de kranten vol staan met doemscenario’s, maar waar het dagelijkse leven nog steeds barst van de weelde. Hier in Uganda wordt er niet over de crisis gesproken, maar ze is er wel, nog een graadje erger ook. Er is minder aanvoer op de markt en in de winkels. Mensen moeten hun radio of tv verkopen in ruil voor eten. Alle schooljeugd wordt naar de dorpen teruggeroepen om op het land te werken, zodat er wellicht over enkele maanden weer wat te eten is. De prijzen stijgen net zo hard als de werkloosheid. Er lopen weer meer kinderen op straat, omdat de ouders het schoolgeld niet meer kunnen betalen. Het is even wennen tussen die twee werelden
over te schakelen. Je voelt je de eerste weken altijd weer erg blank en rijk. Je moet weer je eigen weg vinden in het leven waar de tijd bepaald wordt door uitvoerige begroetingen en mensen die binnen waaien, op de veranda gaan zitten en daar soms uren zitten alleen maar om je te laten voelen, dat ze het fijn vinden dat je terug bent. Binnenkort is het weer kerst. We laden dan zo’n 25 straatkinderen op een truck en gaan met ze naar het centrum van Soft Power (een bevriende organisatie) op zo’n 15 km van Jinja. De kerstnacht is geen ‘stille nacht’. Spelletjes, kussengevechten, een film, toneelstukjes en veel ballonnen als sterren in de nacht. ’s Ochtends naar de kerk – voor wie willen – en dan een uitbundige maaltijd met posho, bonen, vlees en pompoen. De deken waar ze die nacht onder sliepen als cadeautje mee naar huis. Ze kijken er nu al naar uit. Hun ‘Koli Kayo’ is de hoop dat het straks één nacht even vrede zal zijn in hun hart. Willem van Beek