Werkschrift voor missie, ontwikkeling en vredeswerk
Missionaire
Agenda
2009 - 3
• Interview: Simone Gohou • ‘Missionaris zijn inspireert mij’ • Missie-Zendingskalender 2010 • Mensenrechten: Vreemdelingendetentie in Nederland
missionaire agenda
2009 - 3
Van de redactie
Missionaire Jaaragenda
Dit derde nummer van de Missionaire Agenda is gewijd aan de activiteiten van het laatste kwartaal van 2009. De Adventsactie van Solidaridad heeft dit jaar als titel: ‘Cacao is mijn hoop’, en gaat over cacaoboeren in Ivoorkust en Ghana. In het achtergrondartikel komt een van hen aan het woord. Ook het bijbelcommentaar in de rubriek ‘Stem uit het Zuiden’ en de beeldmeditatie hebben betrekking op de Advent. De ‘Suggesties voor Liturgie’, verzorgd door Werkgroep Liturgie Heeswijk, reiken materiaal aan voor de Wereldmissiemaand. Justitia et Pax verzorgt ter gelegenheid van de Dag voor de Mensenrechten (10 december) een bijdrage over vreemdelingendetentie in Nederland. De boekbespreking gaat over Een ander ik van de Zuid-Afrikaanse schrijfster E.K.M. Dido. Jongeren die verbonden zijn met Jongeren & Missie, hebben een belangrijk aandeel in dit nummer.
Een van hen interviewt in de rubriek Nederland Solidair pater Cor van den Brand over het Afrika-Europanetwerk. Twee anderen schrijven ter gelegenheid van Wereld-AIDS-dag (1 december) een indringend artikel. En ook de column op de achterpagina is van een jonge vrouw die door Jongeren & Missie uitgezonden is geweest. De Missionaire Agenda wil groepen ondersteunen in hun kostbare werk. Het uitgeven van zo’n blad is niet goedkoop. Velen van u hebben al gereageerd op ons verzoek om een geldelijke bijdrage. Het hoeft niet om een groot bedrag te gaan. Hoe meer giften er komen, des te beter kunnen we onze subsidiegevers laten zien dat ons blad ook echt een ondersteuning is, zodat we de uitgave ook in de komende jaren zullen kunnen voortzetten.
• oktober Wereldmissiemaand • 28 november t/m 20 december Adventsactie Solidaridad De data van 2009 zijn goedgekeurd door de Nederlandse bisschoppenconferentie.
Inhoud
pagina 2
Adventsactie Solidaridad over eerlijke en duurzame cacao
pagina 3
Cacao is mijn hoop: interview met cacaoboerin Simone Gohou
pagina 4
Stem uit het Zuiden: ‘En wij, wat moeten wij doen?’
pagina 6
Suggesties voor Liturgie / Werkgroep Liturgie Heeswijk
pagina 7
Beeldmeditatie: Kerstmis voor de cacaoboeren
pagina 10
Nederland Solidair: ‘Missionaris zijn inspireert mij’
pagina 12
Missie-Zendingskalender 2010
pagina 13
AIDS en jongeren in Afrika
pagina 14
Boekbespreking: E.K.M. Dido – ‘Een ander ik’
pagina 16
Mensenrechten: Vreemdelingendetentie in Nederland
pagina 17
Nieuws / Berichten
pagina 18
Column: ‘Met alle respect’
pagina 20
Adventsactie Solidaridad Cacao, c’est mon espoir! – Cacao is mijn hoop Terwijl onze bomen prachtig versierd zijn en lichtjes ons overal weer tegemoetkomen, nodigt Solidaridad ons uit om ons ook op een andere manier voor te bereiden op kerst. Dit keer voert ze ons mee naar de cacaoplantages in Ivoorkust en Ghana, waar kleine boeren de cacao verbouwen waarvan onze kerstkransjes gemaakt worden. Want het verhaal over de geboorte van Jezus in Betlehem is niet alleen iets van toen. De toekomst die daar begint, wil elke dag opnieuw beginnen, ook hier en nu, te midden van onze wereld. Deze adventstijd illustreert Solidaridad dat verhaal met iets van nu: het leven op de cacaoplantages. Solidaridad laat ons kennismaken met het verhaal áchter cacao. Het verhaal over armoede en bovenal het verhaal over hoop. De droom van eerlijke handel is geen bedrog, maar het vereist wel veel inspanning en aandacht. En daar zet Solidaridad zich voor in. Scholing, voorlichting en organisatie van boeren en boerinnen in het zuiden zijn noodzakelijk. Maar ook ondersteunt Solidaridad daar de verandering naar milieuvriendelijke productiemethoden om de natuur te bewaren. Daarnaast zorgt Solidaridad ervoor dat deze duurzame producten hier in Europa verkocht worden. Het zijn allemaal bouwstenen voor een nieuwe wereld waarin een waardige plaats is voor iedereen, bouwstenen voor een markt waarin niemand wordt weggedrukt of over het hoofd gezien. Met deze gedachten wil Solidaridad Kerstmis dichterbij brengen. Daarvoor is nog veel werk te doen. En dat doen we graag, samen met u. Als extra illustratie tijdens de Adventsperiode, kunt u specialisten op het gebied van cacao uitnodigen voor een inspirerende presentatie of lezing
op een avond of na een kerkdienst. Bovendien helpen de prekers van Solidaridad u graag om met uw MOV-groep een bijzondere cacao adventsdienst samen te stellen. Ze zijn ook bereid om voor te gaan of te preken tijdens de viering. Neem contact met ons op via het hieronder vermelde adres.
Cacao met fiets. Foto: Olaf Hammelburg
Afwas. Foto: Olaf Hammelburg
Actiemateriaal Ook dit jaar stelt Solidaridad weer prachtige Adventmaterialen voor u beschikbaar. • In de liturgiemap staan mooie preken, gebeden en meditaties die rondom dit thema gebruikt kunnen worden. • Een informatiefolder geeft u meer achtergrondinformatie over de situatie van de cacaoboeren en hoe Solidaridad daar verandering in brengt. Zodat de hoop realistisch is; de hoop op armoedebestrijding door een duurzamere samenleving. • Een kerkbankfolder voor als er voor Solidaridad gecollecteerd wordt. • Een poster die het thema Advent en Cacao illustreert. • Collecte-envelopjes. Wilt u nog materialen bestellen of wilt u prekers en cacaodeskundigen uitnodigen, neem dan via
[email protected] of via telefoonnummer 030 - 27 20 313 contact met ons op. Deze materialen zijn ook te downloaden via www.solidaridad.nl/advent. Kijk eens rond op de website: U vindt hier nog meer interviews met cacaoboeren over hun leven. Deze interviews en de foto’s bieden u volop inspiratie om met deze thematiek aan de slag te gaan!
pagina 3
missionaire agenda
2009 - 3
Cacao is mijn hoop In gesprek met madame Simone Gohou In het zuidwesten van Ivoorkust wordt ongeveer 20% van alle cacao in de wereld verbouwd. Solidaridad interviewde mevrouw Simone Gohou (58), cacaoboerin in het dorp Blaou.
nen
Mevrouw Gohou bij haar cacaobo
Aanslag op de tropische bossen Ivoorkust is het grootste cacao-exporterende land ter wereld. De staatskas is erg afhankelijk van belastingen op cacao. Daarom stimuleert de regering (gezins-)bedrijven om cacaobomen aan te planten. Veel boerenfamilies in het zuiden van Ivoorkust hebben hieraan gehoor gegeven. Ook uit andere delen van het land kwamen mensen hiervoor naar het zuiden. Het tropisch regenwoud aan de kust wordt geleidelijk omgekapt om plaats te maken voor kleinschalige cacaoteelt. Doordat de boeren weinig verstand hebben van duurzame landbouwtechnieken, raakt bovendien de grond snel uitgeput. Dan moet er weer een nieuw stuk bos worden verwoest. Daarom staat de cacaoteelt bekend als een ernstige bedreiging voor het tropisch regenwoud.
pagina 4
Mevrouw Gohou is een van de vele mensen die een inkomen met cacao verdienen. Na de dood van haar man stond ze er alleen voor om hun vijf kinderen groot te brengen. De kinderen zijn nu allemaal 18 jaar en ouder. ‘Het was een zware tijd’, vertelt madame Simone, ‘maar gelukkig is er een sterke onderlinge verbondenheid tussen de mensen in ons dorp. Ik ben in Blaou geboren en hier kennen we elkaar goed en bieden elkaar waar mogelijk hulp. Het leven in Blaou is echt niet eenvoudig. Er is geen elektriciteit en er is geen zuiver water of waterpomp. Ons dorp ligt ver van de grotere verbindingswegen af en is vaak nauwelijks te bereiken vanwege slecht onderhouden toegangswegen naar ons dorp. De kinderen moeten dagelijks kilometers lopen om naar school te kunnen.’ Naast cacao verbouwt madame Simone ook voedselgewassen als maïs, pepers, cassave, yam en rijst. Deze producten zijn voor eigen gebruik. De cacao brengt geld in het laatje. Bij de oogst ziet madame Simone toe hoe haar zonen en de soms ingehuurde werkers de cacaovruchten van de bomen kappen. Soms helpt ze nog mee, maar vanwege haar leeftijd valt dat haar zwaar. De kwantiteit en de kwaliteit van de cacao zijn de laatste jaren achteruit gegaan. Eerst konden de cacaoboeren nog redelijk hun gezinnen voorzien. Maar door een drastisch dalende cacaoprijs op de wereldmarkt verdienen gezinsbedrijven nu nog nauwelijks aan de cacao. Investeren in nieuwe cacaobomen en in goed onderhoud van de cacaoplantages (o.a. goed bodembeheer, onderhoud van de schaduw- en cacaobomen) is financieel niet mogelijk en wordt over het algemeen dus achterwege gelaten.
Hierover zegt madame Simone: ‘Mijn cacaobomen dienen vervangen te worden. Hun hoge leeftijd maakt dat de opbrengst laag is. De cacaoplantage zal opnieuw ingericht moeten worden. Met de hoge kosten voor de bestrijdingsmiddelen en de lage cacaoprijs vormen deze problemen samen mijn grootste zorgen.’ ‘Mensen van de cacaocoöperatie COOPAGA, waarvan ik lid ben, kwamen naar ons dorp. Zij maakten ook mij enthousiast voor het programma van Solidaridad. Met andere leden van de coöperatie in onze gemeenschap kregen we daarop groepsgewijs verschillende trainingen. Niet in het dorp, maar gewoon in de praktijk. Les kregen we terwijl we tussen de cacaobomen instonden. Die gezamenlijke trainingen versterken ons gemeenschapsgevoel. Het sterkt ook onze coöperatie’, aldus madame Simone. Wat waren de belangrijkste onderdelen van de lessen en trainingen? ‘In mijn opinie is de training die gericht is op verbetering van het algemeen beheer van de plantage, het belangrijkste aspect. De trainingen helpen me ook beter de verschillende ziektes te bestrijden. Ik kan al positieve veranderingen zien op mijn plantage. Ik verwacht dit jaar een hogere opbrengst aan cacaobonen. Ook verwacht ik een betere prijs voor de cacao. Voor mij en mijn familie biedt Solidaridad een grote mogelijkheid ons leven te verbeteren. Het helpt onze manier van werken te veranderen, waardoor de productiviteit van onze plantage vergroot wordt en de kwaliteit van de bonen verbeterd, waardoor ons inkomen toeneemt. Drie wensen hopen we als gemeenschap in de toekomst te realiseren: een waterpomp, een medische post en alfabetisering. Zonder cacao kan ik niet leven’, verzucht madame Simone: ‘Cacao is mijn hoop.’ Niet alleen eerlijke, maar ook duurzame cacao
In Ivoorkust werkt Solidaridad sinds 2008 met cacaoboeren en -boerinnen. Men geeft trai-
Mevrouw Gohou bij haar thuis.
ningen om hun gehele bedrijfsvoering rond de cacao te verbeteren. Zo worden de boeren en boerinnen in staat gesteld om hun cacaobomen goed te onderhouden, en wordt het bodembeheer verbeterd. Er is veel aandacht voor een veilig en juist gebruik van pesticiden. De kwaliteit van de cacao verbetert hierdoor. Ook gaat er minder oogst verloren. Zo krijgen de cacaoproducenten een beter product tegen minder onkosten. In de trainingen is er extra aandacht voor het terugdringen van kinderarbeid. Kinderen worden veel ingeschakeld, voor gevaarlijk werk zoals het werken met pesticiden en het openleggen van nieuwe grond. Sommige kinderen verrichten zelfs dwangarbeid. Ook de positie van vrouwen en hun zeggenschap over de opbrengsten komt ter sprake. Verder worden de producenten ondersteund met kennis over onder meer de marktprijs van de cacao. De coöperaties krijgen hierdoor een betere onderhandelingspositie. In juli 2009 ontvingen de eerste 3000 boeren en boerinnen in Ivoorkust het Utz-certificaat. Met deze Utz-certificering kunnen de boeren aantonen dat zij op een duurzame en sociaalverantwoorde manier cacao verbouwen. In Nederland hebben enkele grote cacaoverwerkende bedrijven hun medewerking toegezegd. Daardoor kunnen consumenten vanaf volgend jaar de Utz-cacao kopen, die te herkennen is aan het Utz-logo.
Voor mens en milieu gevaarlijke pesticiden De cacaoproductie is kwetsbaar. Ze wordt gekenmerkt door plantziekten en plagen (insecten en parasieten). Jaarlijks gaat hierdoor een derde van de wereldoogst verloren. Het probleem is sterk verbonden met matig beheer van bodem en gewassen. Afrikaanse cacaoboeren gebruiken diverse pesticiden. Veel van deze pesticiden worden aangemerkt als riskant tot zeer riskant voor de gezondheid. In veel ontwikkelde landen zijn ze inmiddels verboden. De cacaoboeren die deze middelen gebruiken, klagen over irritatie van huid, maag of longen. Het probleem wordt verergerd door het feit dat veel boeren niet over de kennis en vaardigheden beschikken om zorgvuldig met de pesticiden om te gaan. De pesticiden komen door verwaaiing en uitspoeling ook in het ecosysteem terecht en in het grondwater.
pagina 5
2009 - 3
Stem uit het zuiden
missionaire agenda
Zuster Lucineide Lucineide dos Santos Pereira (38) is religieuze Ze werkte jaren o.a. met het pastoraat voor de vuilophalers. Sinds kort woont deze jonge religieuze, afkomstig uit een volkswijk, in de metropool Recife. Ze is recent gekozen om van daaruit de congregatie te leiden!
pagina 6
En wij, wat moeten wij doen? Dit is niet alleen een vraag die de mensen lang geleden aan Johannes de Doper stelden. Deze vraag zouden gelovige christenen voortdurend aan zichzelf moeten stellen. Juist in de Adventstijd. De eigen spiritualiteit van deze liturgische periode spoort ons aan tot een actief en blij wachten. Hoe moeten we in de geloofsgemeenschap waarin we leven, anticiperen op de tekenen van de komst van Jezus? Vanuit een missionaire gevoeligheid moeten we tot handelen komen. Eerst kijken naar de hemelschreiende realiteit van de armsten. En dan, dan moeten wij onszelf de vraag stellen: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Met deze vraag gingen wij, zusters van de congregatie Servas da Caridade, midden in een arme favela wonen in Fortaleza. De armoede droop er van af: drugs, criminaliteit, honger, zwangere tieners, vuilophalers, hangjongeren, ondervoede kinderen, bejaarden die door hun eigen kinderen en kleinkinderen worden uitgebuit. Bij deze sociale kaart bleef de evangelische vraag maar hameren in onze hoofden: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ We begonnen zomaar wat bezoeken af te leggen. Zo probeerden we naasten te worden en te luisteren naar hun schreeuw om hulp, hun dromen en behoeften. Omdat de meesten van hen vuilophalers waren, gingen wij meedoen aan de Beweging van Vuilophalers van Fortaleza. Daarna begonnen we wekelijkse bijeenkomsten met de vrouwen van de vuilophalers. Met hen ontwikkelden we activiteiten op het gebied van handvaardigheid om hun eigenwaarde te vergroten. Ze leerden een ‘vak’ om zo in de toekomst wat eigen inkomsten te kunnen genereren. Aan de tientallen kinderen boden we sport en spel aan, samen met enkele jonge vrijwilligers. Zo raakten de mensen stapje voor stapje meer op elkaar betrokken. Mensen van de nabijgelegen kerkelijke basisgemeenschap merkten onze aanwezigheid daar op en begonnen zichzelf ook de vraag te stellen: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Aangezien zij midden in de Adventstijd zaten, wilden zij de vrouwen aansporen om mee te doen
De mensen vroegen aan Johannes: ‘Wat moeten wij dan doen?’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wie twee stel kleren heeft, moet delen met iemand die niets heeft, en wie te eten heeft, moet hetzelfde doen.’ Ook tollenaars kwamen zich laten dopen en zeiden: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Vorder niet meer dan u is voorgeschreven.’ Ook soldaten stelden hem de vraag: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Pers niemand geld af, ook niet onder valse voorwendsels, maar wees tevreden met uw soldij.’ Luc. 3, 10-14 Willibrordvertaling (© Katholieke Bijbelstichting, ’s-Hertogenbosch
aan de Kerstnoveen. Enige tijd later wilden enkele moeders hun kinderen laten dopen. Nou, de hele gemeenschap wilde zich daar voor inzetten. De leidsters wilden wel peettantes zijn. Van de pastoor hoefden ze geen bijdrage voor de doop te betalen. Het bestuur van de gemeenschap organiseerde een ontvangstfeest voor de nieuwe gelovigen. En zo werden zij niet uitgesloten maar juist binnen gehaald in de grote christelijke familie. Natuurlijk is er nog heel veel in de favela waar wat aan gedaan moet worden. Maar, de eerste stap is gezet. De armsten zijn nu geen onbekenden meer of uitgeslotenen van het parochieleven. Vanuit andere parochies worden ze missionair bijgestaan en gesteund bij de bouw van hun eigen kerkje. De strijd om hen tot protagonisten van hun eigen bevrijding te maken gaat door. Dat alles is gestart in de Adventstijd in het licht van die ene vraag: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ De Pernambucaanse dichter en zanger Alceu Valença heeft deze adventsspiritualiteit heel mooi onder woorden gebracht in het refrein: ‘Jij komt, jij komt, ik hoor jouw tekenen al.’ Ik wens jullie een goede voorbereiding op het Kerstfeest. En stel jezelf en anderen telkens de vraag: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Opgetekend door Paul ten Hacken, redactielid Missionaire Agenda
Vieren & doen Iedere viering wordt afgesloten met een zegen. Wat gebeurt er eigenlijk als we zegenen of gezegend worden? Is dit zoiets als ‘eind goed, al goed’? Is het een extra portie vertrouwen en kracht die we meekrijgen voor onderweg? Misschien klinkt dat toch iets teveel naar eenrichtingsverkeer. Het kan zijn dat we het zo beleven of geleerd hebben, maar er is meer: het is namelijk tweerichtingsverkeer. Want als we zegenen en gezegend worden overkomt ons enerzijds de diepe vreugde en dankbaarheid voor Gods liefde en trouw, maar anderzijds groeit hierdoor het besef dat het ons verplicht tot handelen in zijn Geest. Als we de joodse traditie er op nalezen zullen we ontdekken dat zegeningen allereerst lofprijzingen zijn. De mens zegent God. Het woord benedictio wijst ons in die richting, want dit woord betekent: zeggen dat het goed is. Door de lofprijzing groeit de relatie tussen God en mens, we worden opgenomen in het grote heilsplan. Er zijn talloze momenten in het dagelijks le-
ven om God te loven en te zegenen: bij nieuw leven, bij nieuwe levenskansen, bij iedere maaltijd, bij het in gebruik nemen van een nieuwe ruimte om te wonen of te werken. We kunnen zeggen dat God en mens door de zegen op elkaar betrokken worden. Door onze lofprijzing waarmee we God zegenen worden wij gezegend om op weg te gaan. Als christenen gaan we op weg in de naam van God die wij noemen: Vader, Zoon en heilige Geest. We leren God als een vader kennen door het gebed van Jezus. In de persoon van Jezus Christus wordt ons als mens een richting gewezen; hij heeft voor ons een weg gebaand. In de kracht van de heilige Geest worden we op die unieke weg gezet. Zending en zegen horen bij elkaar: we worden door de zegen opgenomen in de ons overstijgende werkelijkheid om in onze dagelijkse werkelijkheid dat wat wij vieren in praktijk te brengen. Met vallen en opstaan, want we blijven mensen. Daarom is het een genade dat we iedere keer opnieuw mogen zegenen en gezegend worden.
Wereldmissiemaand vieren Voor katholiek Nederland vormt Wereldmissiemaand ieder jaar in oktober het hoogtepunt rondom de missie. In 2009 staat oktober wederom in het teken van de wereldkerk. Begin oktober vieren we Wereldmissiedag van de Kinderen en 18 oktober is het de Zondag van de Wereldkerk. Dit feest wordt in alle katholieke kerken over heel de wereld gevierd. Alle parochies besteden in de liturgie aandacht aan de missie van de katholieke kerk, speciaal in de landen van de derde wereld. Missio houdt tijdens de wereldmissiemaand van oktober twee kerkcollectes, namelijk op 4 en 18 oktober. Het is goed om deze maand aandacht te houden voor de thematiek van de wereldmissiemaand. Daarom bieden we voor iedere zondag een voorbede en een zegenbede aan en voor de twee speciale zondagen extra suggesties. Zondag 4 oktober Vandaag is het Wereldmissiedag van de Kinderen. Het Woord dat we horen opent ons hart voor de pracht van de schepping. Natuurlijk zullen we daarbij aan Franciscus te denken. Hij liet ons in het spoor van Jezus zien, hoe Gods schepping ons oproept om het kleine te eren, het kind te omarmen en het kwetsbare leven te zien met de ogen van God. Mogen we in deze viering opengaan voor Gods gaven en opnieuw vervuld worden
Voorbede
Richten we ons in deze wereldmissiemaand tot God en bidden we voor mensen dichtbij en ver weg: God, Schepper van leven, wij bidden U voor de kinderen in landen waar oorlog is: dat zij nog mogen leren wat vrede inhoudt; wij bidden U voor kinderen in landen waar honger is: dat zij nog mogen meemaken wat het is om genoeg te eten te hebben;
>>
Suggesties voor Liturgie
Inleiding
met eerbied voor alles wat leeft. Daartoe zijn we welkom in de naam van de ene God: Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen.
pagina 7
missionaire agenda
2009 - 3
wij bidden U voor kinderen in landen waar de vervuiling ernstig is: dat zij nog mogen proeven wat gezond leven inhoudt; wij bidden U voor kinderen zonder ouders: dat zij nog mogen ervaren wat het is om geliefd te zijn; zo bidden wij…. Zegen
God en Schepper, van U ontvingen wij het leven op aarde, aan U komt alle eer en lof toe die wij in ons dragen. Zegen alle kinderen die op aarde leven, dat zij de kans krijgen op een liefdevol en rechtvaardig bestaan. Zegen ons en onze kinderen, zegen onze kleinkinderen, dat wij in onze overvloed oog en hart openen voor hen die op ons rekenen. Geef ons de moed om te doen wat nodig is: liefde en troost, nabijheid en eerbied voor iedere mens. Zegen ons daartoe in de naam van de Enige: Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen. Suggestie Verhalenwedstrijd: Zien met de ogen van Jezus
Hoe kun je als kind concreet werken aan een betere wereld? Hoe kun je je geloof en inspiratie delen met kinderen elders in de wereld? Om kinderen daarover te laten nadenken, heeft Missio Nederland een verhalenwedstrijd georganiseerd over: Wat zie jij in de wereld als je kijkt met de ogen van Jezus? Als u, bijvoorbeeld met uw klas, mee wilt doen aan deze wedstrijd, kijk dan voor de voorwaarden op de website: www.missio.nl Zondag 11 oktober Voorbede
Richten we ons in deze wereldmissiemaand tot
pagina 8
God en bidden we voor mensen dichtbij en ver weg: God, Gij die uw wijsheid schenkt aan armen en kwetsbaren, wij bidden U voor mensen die alles achter zich hebben gelaten omwille van het evangelie: dat zij de vreugde van de boodschap van Jezus zelf kunnen ervaren, dat zij deze ervaring delen met allen die in nood verkeren en hun medemens nabijheid schenken; zo bidden wij… Zegenbede
God en Schepper, van U ontvingen wij het leven op aarde, aan U komt alle eer en lof toe die wij in ons dragen. Zegen allen die van harte leven naar uw wetten en de wegen gaan die U hen wijst. Zegen allen die met hart en ziel uw wegen zoeken en niet opgeven als zij nog niet vinden. Zegen allen die in armoede hun hart niet verharden en dicht bij U blijven in het duister van de dag. Zegen ons, zoals wij hier samen zijn, dat wij onze dagen tellen en wijze mensen worden. Zegen ons daartoe in de naam van de Enige: Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen. Zondag 18 oktober Zondag van de Wereldkerk Inleiding
Jezus was een mens met een missie. Zo getuigen de evangelisten en vele getuigen in onze traditie. Als christenen zijn wij wereldwijd opgenomen in deze missie:
meebouwen aan een hartelijke kerkgemeenschap en een bewoonbare wereld. Vandaag, op Wereldmissiedag, heeft die missie onze speciale aandacht. De glorie van God wordt zichtbaar in de mens die zijn medemensen wil dienen. Zo komt Gods rijk in deze wereld dichterbij. Om daaraan onze bijdrage te leveren zijn wij welkom in de naam van God, Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen. Voorbede
Richten we ons in deze wereldmissiemaand tot God en bidden we voor mensen dichtbij en ver weg: God, het is uw glorie dat mensen voluit kunnen leven, daarom bidden wij U voor hen die hier geen kans voor krijgen: voor mensen die uitgebuit worden door de machtigen in onze wereld, voor mensen die slachtoffer worden van oorlogsgeweld, voor mensen die doelloos rondzwerven: dat zij andere mensen ontmoeten die hen een hand reiken en hun hart kunnen raken; zo bidden wij… Zegenbede
God en Schepper, van U ontvingen wij het leven op aarde, aan U komt alle eer en lof toe die wij in ons dragen. Zegen allen die de macht als een verleiding voelen en open hun vuisten tot ontvangende handen. Zegen allen die zijn opgevoed alsof uitbuiting normaal is en open hun harten opdat de zachte krachten tot leven komen.
en open hun ogen voor de waarde van het onbetaalbare der aarde. Zegen ons God, arm en rijk, opdat wij elkaar aanzien en tot zegen zijn. Zegen ons daartoe in de naam van de Enige: Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen. Zondag 25 oktober Voorbede
Richten we ons in deze wereldmissiemaand tot God en bidden we voor mensen dichtbij en ver weg: God, Vader van Jezus, tot U bidden wij voor mensen die door rijkdom verblind zijn: dat hun ogen geopend worden voor uw ontferming; voor mensen die door armoede verbitterd raken: dat hun hart geopend wordt voor uw ontferming; voor mensen die bewogen zijn om hun naaste: dat zij dichtbij Jezus blijven op hun levensweg: zo bidden wij… Zegenbede
God en Schepper, van U ontvingen wij het leven op aarde, aan U komt alle eer en lof toe die wij in ons dragen. Zegen de verblinde mensen in onze wereld, dat zij zien wat is en het licht niet haten. Zegen de verlamde mensen in onze wereld, dat zij in beweging komen en richting ten leven vinden. Zegen ons, zoals wij achter Jezus aan gaan, dat wij geopend blijven voor een nieuw begin. Zegen ons daartoe in de naam van de Enige: Vader, + Zoon en heilige Geest. Amen.
Zegen allen die enkel oog hebben voor financiële belangen
pagina 9
missionaire agenda
2009 - 3
Beeldmeditatie Kerstmis voor de cacaoboeren God komt ik weet het zeker. Om al wie gekwetst is te helen en te genezen: Alle ruggen die gebogen zijn onder de slagen van dwangarbeid of door het zware werk zal Hij rechtzetten. God komt om ieder van ons die in duisternis verkeert zijn Licht te brengen: Zij, met een uitzichtloos bestaan die niet weten hoe ze dag vandaag doorkomen, laat staan de dag van morgen. Zij, die twijfelen of er eten zal zijn, voldoende geld om van te leven of om de kinderen naar school te kunnen sturen. God komt en Hij zal bij ons blijven. En het zal kerst worden, vrede zal dalen over onze levens, Licht breekt door onze duisternis. Amen. Tekst: Solidaridad, Maria Berends Foto’s: Olaf Hammelburg
pagina 10
pagina 11
missionaire agenda
2009 - 3
Missionaris zijn inspireert me Pater Cor van den Brand is al een heel aantal jaren missionaris, en in deze functie werkt hij voor het Afrika-Europa Netwerk. Wat is en doet het AEN en wat is de functie van Cor van den Brand? In een gesprek met hem geeft hij antwoord op deze vragen. Wat doen het Afrika-Europa Netwerk? Het Afrika-Europa Netwerk (AEN) is een organisatie die is opgericht in 1996 in Nederland als Netwerk van het internationale Africa-Europa Faith and Justice Network (AEFJN). Het AEFJN is in Rome in 1988 opgericht door een aantal Congregaties van missionarissen en religieuzen. Zij kwamen bij elkaar om een organisatie op te richten die eerlijke economische relaties tussen Afrika en Europa zou bevorderen. We lobbyen over beslissingen die worden gemaakt voor Afrika.
Nederland solidair
Wat doet u voor het AEN? Ik coördineer van alles. Ik verzamel informatie over de beslissingen die gemaakt worden vanuit bijvoorbeeld de Wereld Handels Organisatie (WTO) of de Europese Unie (EU) over Afrika. Wat ik onder andere nog meer doe, is het informeren van mensen over het AEN. Ik zet de nieuwsbrief Her en Der in elkaar en zorg dat die wordt uitgegeven. In de nieuwsbrief staan de positieve dingen over Afrika en niet alleen het negatieve nieuws dat we vaak horen vanuit de media. Verder schrijven we welke beslissingen er over en voor Afrika worden gemaakt, en informeren we over de lobbyonderwerpen. Zelf zat ik ook negen jaar als missionaris in Congo en ben ik in verschillende Afrikaanse landen geweest.
pagina 12
Noem eens zo’n lobbyonderwerp. Een voorbeeld is dat de regering in Oeganda land wil verkopen, omdat ze daar veel voor verdienen, terwijl dat land is wat al in gebruik wordt genomen door Oegandese boeren. Het AEN bespreekt dan wat ze zouden kunnen doen om dit te stoppen. Soms sturen we dan een brief naar
minister Koenders van ontwikkelingssamenwerking over deze kwestie met de vraag of hij ernaar wil kijken en eventueel stappen wil ondernemen. Dit keer was het zo dat de bevolking, in dit geval de boeren, aan ons vroegen of we samen met hen het probleem konden aanpakken en onder de aandacht wilden brengen bij de eigen regering van Oeganda. Wat inspireert u? Het zijn van missionaris inspireert mij. Ik vind het belangrijker om missionaris te zijn dan priester. De jaren dat ik in Congo zat, en mijn terugkeer naar Congo bij de verkiezingen drie jaar geleden, blijven mij inspireren, dat tekent mijn leven. Het AEN geeft geen geld, maar lobbyt over beslissingen voor Afrika. Bent u het er dan mee eens dat ontwikkelingsgeld landen afhankelijk maakt en dat we meer zouden moeten werken aan bevorderingen van werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling? Als de G8 de beslissing neemt om 20 miljoen euro aan Afrika uit te geven, dan is dat geen goed nieuws, zeggen de Afrikanen. Het geld gaat naar grote bedrijven en organisaties. De bevolking die het geld echt nodig heeft ziet er weinig van. Het Westen, de G8, denkt de problemen en armoede in ontwikkelingslanden zelf te kunnen oplossen maar dat is niet zo. Ze zouden geen geld met allerlei voorwaarden moeten geven, maar aan de Afrikanen de beslissing moeten laten hoe het geld te gebruiken om o.a. de werkgelegenheid te bevorderen en te werken aan duurzame ontwikkeling.
Wat kunnen mensen doen in samenwerking met het AEN? Waar wij vooral naar vragen, zijn handtekeningen. Wanneer er bijvoorbeeld een brief gaat naar minister Koenders dan sturen we zoveel mogelijk handtekeningen mee, die de actie ondersteunen. Mensen kunnen zich aanmelden voor de nieuwsbrief en die weer verder verspreiden, waardoor ze meer te weten komen over onze acties. We zullen nooit om geld vragen, omdat wij
geen fondswervende organisatie zijn. De laatste tijd zijn we ook bezig met het werven van vrijwilligers die onze taak over een aantal jaren willen overnemen. Wij zijn op een enkele uitzondering na een groep van zeventig- en tachtigjarige oudmissionarissen, en we kunnen niet lang meer doorgaan. We kijken naar de toekomst! Interview: Maartje de Valk
Missie-Zendingskalender 2010 De dialoog verbeeld De Missie-Zendingskalender 2010 staat in het teken van de religieuze dialoog. Schilder Jyoti Sahi verbeeldt in zijn werk de pogingen van christenen in India om het christendom te verzoenen met het dominante hindoeïsme. Jyoti Sahi (65) is het kind uit een huwelijk tussen een Indiase hindoe (vader) en een Britse christen (moeder). Van jongsaf aan toont hij belangstelling voor kunst en cultuur, en de invloed van religie daarop. Na de middelbare school vertrekt hij naar Engeland. Daar zet hij zijn eerste stappen op weg naar het kunstenaarschap. In Londen volgt hij een opleiding aan de School of Arts and Crafts. Tijdens zijn studie komt hij in contact met de benedictijnenmonnik Bede Grifith, de stichter van een hindoeïstisch-christelijk klooster (ashram) in India. In diens voetsporen sticht Jyoti Sahi samen met zijn vrouw Jane een ashram waar jonge kunstenaars zich kunnen bekwamen in diverse kunstvormen. De kunstenaar bouwt in de loop der tijd een omvangrijk oeuvre op: schilderijen, houtsneden, batik, glas-in-loodramen, hekwerken en liturgisch meubilair. In al zijn werk legt hij een verbinding tussen christendom en hindoeïsme. De Missie-Zendingskalender 2010 bestaat uit een selectie schilderijen van Jyoti Sahi. In twaalf afbeeldingen, een boeiende mix van westerse techniek en oosterse religieuze symboliek, wijst hij op de grote uitdaging waarvoor de christenen in India zich geplaatst weten. Daarbij staan twee vragen centraal. Ten eerste hoe christenen
hun geloof vorm kunnen geven in een land dat de bakermat is van een grote verscheidenheid aan godsdiensten waaronder het hindoeïsme, boeddhisme, janisme en sikhisme. En ten tweede hoe je gelijkheid kunt prediken in een land waar grote ongelijkheid heerst. Jyoti Sahi schetst Jezus als de leider van een nieuwe uittocht. Als een bevrijder die zich bekommert om mensen in de marge van de samenleving. Voor de kunstenaar is Jezus een leraar die voorgaat in de strijd tegen onrecht en onderdrukking. Een inspirator die weigert het lijden als noodlot te accepteren. Jyoti Sahi toont Jezus als een man die door zijn principiële houding een voorbeeld is voor zowel de christen als de hindoe.
Wie meer wil weten van het Afrika-Europa Netwerk kan via e-mail contact opnemen: via het adres
[email protected] kunt u zich ook abonneren op de nieuwsbrief Van Her en Der. Daardoor blijft u op de hoogte van briefacties en dergelijke. De website van het Afrika-Europa Netwerk is www.afrikaeuropanetwerk.nl.
Dit jaar verschijnt de Missie-Zendingskalender in twee varianten: op het vertrouwde formaat (24 x 24 cm) en op grootformaat (45 x 45 cm). De traditionele kalender kost € 6,50 (excl. verzendkosten) en kan worden besteld via de parochie en/of de verkoper. De grootformaat kunstkalender is te bestellen via een bestelkaart of internet (€ 19,50, inclusief verzendkosten). U kunt de kalenders ook bestellen via
[email protected]. De Missie-Zendingskalender, als gezamenlijke uitgave van Mensen met een Missie en de Nederlandse Zendingsraad, is een voorbeeld van een geslaagde oecumenische samenwerking. Recent marktonderzoek toont aan dat de kopers de kalender zeer waarderen. Ook de verkoopcijfers duiden op een onverminderde populariteit.
pagina 13
missionaire agenda
2009 - 3
Seksuele voorlichting
aan straatkinderen in Malawi
Janneke van Gelder en Tanja Hendriks woonden acht maanden op een meeleefplek van Jongeren & Missie bij The Samaritan Trust in Malawi, Afrika. Ze hielpen daar mee in een opvanghuis voor straatkinderen in de leeftijd van 4 tot 16 jaar. In deze bijdrage doen ze verslag van hun ervaringen. Al vrij snel merkten we dat de kinderen erg bezig waren met het ontdekken van hun seksualiteit, dus hebben we het onderwerp een beetje ‘afgetast’, om zo erachter te komen wat ze al wisten en wat nog niet, maar ook in hoeverre seksualiteit een taboe is in Malawi en wat wij er wel en niet over konden vertellen.
pagina 14
Op een gegeven moment werd ons gevraagd om seksuele voorlichting te gaan geven. Zonder aarzelen hebben we daar natuurlijk mee ingestemd, omdat wij dachten dat de kinderen wel wat extra voorlichting konden gebruiken. We waren er eigenlijk vrijwel van overtuigd dat ze er nauwelijks iets over zouden weten en dus nog veel van ons zouden kunnen leren. Dit bleek alles behalve waar. Het verbaasde ons ontzettend, maar de meeste kinderen bleken, ondanks hun soms jonge leeftijd, van heel veel aspecten van HIV-AIDS al vrij goed op de hoogte te zijn. Zo wisten ze precies hoe je het kon krijgen, hoe je het kon voorko-
men, wat de symptomen waren, wat je kon doen om AIDS te behandelen, enzovoorts. Dit hadden ze, naar eigen zeggen, ‘allang op school gehad’, en ze vonden het niet echt interessant om het hele verhaaltje nog een keer van ons te horen. Toen we echter doorvroegen, bleken er toch nog een paar ‘details’ niet helemaal te kloppen. Onze kinderen dachten namelijk allemaal nog steeds dat je HIV-AIDS kon krijgen door hekserij en dat je, als je naar een Afrikaanse dokter zou gaan, er misschien wel weer van af zou kunnen komen. Dit bleken ze op school en van vrienden geleerd te hebben. Het was erg moeilijk om ze van deze overtuigingen af te brengen en we vrezen dan ook dat ons dat niet gelukt is. Blijkbaar zijn hekserij en Afrikaanse doktoren een belangrijk onderdeel van de cultuur en is hun geloof daarin rotsvast. Ondanks dat waren de kinderen wel bereid om naar onze verhalen en uitleg te luisteren en ze stelden veel kritische vragen. We kunnen alleen maar hopen dat ze er misschien toch iets van opgepikt hebben. Na deze eerste seksuele voorlichtingsles, besloten we om niet meer één les te geven aan de hele groep tegelijk. We wilden zorgen dat we, door de verschillende leeftijdsgroepen én de jongens en de meisjes van elkaar te scheiden, iedereen de informatie konden geven waar ze op dat moment behoefte aan hadden. Met de jongere kinderen (4 t/m ±8 jaar) hebben we daarna nog maar af en toe over seksualiteit gepraat en dan ging het meer om vragen van hun kant als: ‘Waarom krijg ik soms kriebels in mijn buik als ik heel dicht bij een meisje sta?’ Ze waren er verder ook niet heel erg mee bezig, en bleken er ook niet zo in geïnteresseerd. Met de kinderen tussen de 8 en de 12 hebben we nog wel een paar keer bij elkaar gezeten, maar hun vragen verschilden niet heel erg met de vragen van de jongere kinderen. Wel merkten we bij deze groep dat de kinderen al vrij veel met seksualiteit bezig waren en het vrij makkelijk vonden om er open over te praten. Ze waren er ook veel meer in geïnteresseerd. Aan de oudere jongens en meisjes (12 t/m 16
jaar) hebben we nog heel vaak seksuele voorlichting gegeven. We lieten hen vragen stellen en we beloofden ze om die altijd te beantwoorden. Ze hoefden zich dus niet verlegen te voelen of te schamen en mochten ons ook dingen over onszelf vragen, zodat de voorlichtingsles meer van twee kanten kwam en meer een gesprek was dan een echte les. Ze bleken vooral veel vragen te hebben over hun eigen lichaam en gevoelens, omdat daar op school en in het openbaar niet of nauwelijks over gesproken wordt. De meisjes hebben we, na veel vragen van hun kant, een hele avond lang uitleg gegeven over het vrouwencondoom, de pil, maandverband, tampons, enzovoorts. Maar we hebben ook vragen beantwoord over de liefde, over wanneer iemand een goede jongen voor hen zou zijn, en nog meer van dit soort vragen. De jongens wilden ook veel weten over hun eigen lichaam en hun gevoelens, maar ze vroegen daarbij vaak onze mening over de seksuele onthouding die door de overheid wordt gepredikt. Dit wordt gebracht als de manier om te zorgen dat je geen HIV-AIDS oploopt en je je ook meteen kuis gedraagt. Vooral de oudsten gaven aan dit moeilijk te vinden en zich schuldig te voelen als ze zich (op de een of de andere manier) niet aan die onthouding hielden. Bovendien klaagden ze dat condooms moeilijk te krijgen zijn én vaak duur zijn. Dit maakt dat je, op het moment dat je je niet ‘kuis gedraagt’ meteen een enorm risico loopt en daar waren ze zich heel goed van bewust. Het was altijd erg leuk en interessant om met de kinderen over dit onderwerp te praten, maar tegelijkertijd dus ook vaak schokkend. We hopen dat we ze een realistischere kijk op seksualiteit hebben gegeven en ze daarbij iets geleerd te hebben. Het is een gevoelig onderwerp maar als je je inleeft in hen en in hun cultuur, weet je wat je wel en niet kan zeggen en op welke manier je het over moet brengen, zodat ze je vertrouwen en je ook in vertrouwen zullen nemen. Er is nog veel werk te doen op dit gebied, maar wij hopen daar ons steentje aan te hebben bijgedragen. Janneke van Gelder en Tanja Hendriks
pagina 15
missionaire agenda
2009 - 3
Bespreking: Een ander ik Een vrouw ontwaakt langzaam uit een diep coma ergens in een ziekenhuis in Kaapstad, ZuidAfrika. Ze registreert geluiden, hoort stemmen en ziet vage beelden. Het verplegend personeel merkt aanvankelijk niet dat haar situatie aan het veranderen is. Een radeloze man benadert op dat moment het ziekenhuis op zoek naar zijn vrouw die een half jaar geleden plotseling verdwenen is. Hij wordt bij haar gebracht, lijkt haar te herkennen en wendt zich dan af. Nee, het is niet zijn vrouw. Met dit enerverend begint het boek Een ander ik van de Zuid-Afrikaanse schrijfster EKM Dido. Dido is in Zuid-Afrika een bekend schrijfster, de eerste niet-blanke die schrijft in het Afrikaans, een taal die danst in een land vol beweging. En Dido beheerst die taal als geen ander. Zij is docent verpleegkunde, welke baan zij afwisselt met het schrijven romans. Aanvankelijk schreef ze in het Engels, maar dat pakte niet, zoals ze zelf zegt. ‘Ik stapte over op het Afrikaans en kreeg toen mijn taal weer terug. Die taal is er voor ons allemaal, of je nu wit, bruin of zwart bent.’
EKM Dido: Een ander ik, 299 pagina’s. Uitgeverij Ailantus, prijs € 19,95.
pagina 16
‘n Ander ek, zoals de Afrikaanse titel luidt, is Dido’s vijfde roman, maar de eerste die ook in het Nederlands is uitgebracht. Een ander ik is het verhaal van Geertruida Reiger. Ze is zojuist gepromoveerd en belt haar man dat ze geslaagd is. Kort daarna wordt ze uit haar auto getrokken, verkracht en mishandeld. Ze wordt voor dood achtergelaten. Een half jaar later komt ze bij in een ziekenhuis, waar ze ontdekt dat ze haar geheugen kwijt is. Fysiek herstelt ze voldoende om op een bepaald moment het ziekenhuis te moeten verlaten. Ze komt dan terecht in de harde jungle van overleven van daklozen. Ze treft een lotgenoot die nog een restje mededogen kent en haar wegwijs maakt in het leven van de straat. Intussen flitsen steeds meer beelden over wat haar overkomen is, terug in haar geheugen. Wanneer ze uiteindelijk weer ontdekt wie haar echte ik is, reist ze naar haar huis, waar haar een ontgoocheling wacht. ‘Het duizelt om me heen. Maar ik weet zeker, helder en uiterst rustig dat ik niet zal aanvaarden dat deze lange bittere reis naar mijn dierbaren voor niets is geweest.’ Met deze woorden eindigt het verhaal.
Een ander ik is geen extreme fantasie, zegt Dido, maar een realistisch verhaal over de harde onderkant van de Zuid-Afrikaanse samenleving. ‘Mijn boek probeert de uitgeworpenen een stem te geven. Ik heb hen opgezocht en heb ook in zo’n nachtopvang geslapen. Dat was zo creepy dat ik de hele nacht stijf van angst op mijn stoel heb gezeten. En nog kon ik niet voorkomen dat mijn deken werd gestolen. Allerlei types zitten daar, ook met interessante geschiedenissen, gewezen dokters, onderwijzers, zakenmannen die door diverse oorzaken in verval zijn geraakt en nu blikjes en kartonnetjes verzamelen om met de opbrengst een fles drank of wat eten te kopen.’ Een ander ik brengt deze onderkant tot leven, en Dido doet dat levendig en zo spannend dat je het boek in één adem uitleest. Zij beschrijft de onderkant van Zuid-Afrika, maar je kunt je afvragen of onze onderkant er zo veel anders uitziet. In deze zin heeft Dido een universeel boek geschreven. Kees Dekkers
Vreemdelingendetentie in Nederland Ook Nederland schendt mensenrechten, vooral waar het gaat om migranten zonder geldige verblijfsvergunning. Nederland behandelt illegalen vaak ten onrechte als criminelen door ze vast te zetten in detentiecentra voor vreemdelingen. De omstandigheden in deze centra zijn slechter dan in reguliere gevangenissen. Eddy, een man van 52 jaar van Surinaamse afkomst, zit nu vijf maanden vast in een detentiecentrum. Zestien uur per dag verblijft hij met drie anderen op een cel. De politie heeft hem van straat gehaald toen hij op weg was naar de winkel en zich niet kon legitimeren. Zijn celgenoten zitten soms al langer vast dan hij. Wanneer iemand vrijkomt, of wat hen te wachten staat, weten ze niet. De familie van Eddy heeft geen verblijfspapieren. Ze kunnen Eddy niet bezoeken omdat ze zich moeten legitimeren om het detentiecentrum binnen te komen. Peter, een man van 34 jaar uit Soedan, is bij aankomst op Schiphol opgepakt met valse papieren en vastgezet in een detentiecentrum. Zijn dochtertje van negen heeft een longaandoening en kan slechts genezen na een uiterst kostbare operatie. Om de operatie te bekostigen wilde Peter een jaar in Europa werken. Hij verkocht zijn huis, zijn gezin trok in bij zijn ouders en hij sloot een lening af. Via een mensenhandelaar kwam hij naar Nederland. Nu zit hij vast met een diep schuldgevoel naar zijn familie. De gevangenis verstrekt wekelijks een telefoonkaart van zeven euro. Peter gebruikt deze voor contact met zijn advocaat, er blijft nauwelijks geld over om zijn vrouw te bellen. Hij heeft geen familie in Nederland, dus is er niemand die hem bezoekt of hem geld schenkt voor een extra telefoonkaart 1. Vreemdelingendetentie in Nederland
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 10.000 illegalen gevangen gezet in een van de zes detentiecentra voor vreemdelingen. De meeste illegalen zijn afkomstig uit Zuid-Amerika en Afrika. Het Ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor de organisatie van geestelijk welzijn van gedetineerden. De omstandigheden bij vreemdelingen1.De voorbeelden van illegalen in vreemdelingen in de-tentie zijn gebaseerd op werkelijke verhalen. De namen zijn fictief.
Wat kunt u doen? • Met een financiële bijdrage aan de justitiepastores helpt u mensen in vreemdelingendetentie aan een humanere leefsituatie. Justitiepastores zorgen voor kleding en Een groot deel van de illegalen in vreemdelingendetentie komt uit oorlogsgebieden in Afrika. Foto: IRIN.
andere levensbehoeften,
detentie zijn strenger dan in gewone gevangenissen. Ruim de helft van de gedetineerden in vreemdelingendetentie vraagt hulp van een pastor, voor troost, religieuze momenten en gesprekken. Veel Nederlanders roepen om een strenger immigratie- en uitzettingsbeleid. Maar het is de vraag of ze beseffen wat dit in dagelijkse praktijk inhoudt voor de mensen om wie het gaat. Het is niet niks wat deze mensen kan overkomen: gevangenschap, uitzetting, scheiding van familie. Vaak hebben deze mensen al traumatische ervaringen achter de rug in het land van herkomst.
die niets méér hebben
in het bijzonder voor hen dan wat ze hadden op het moment van hun aanhouding. • Rondom de Dag van de Rechten van de Mens, 10 december, kunt u stilstaan bij de leefsituatie van mensen in vreemdelingendetentie en bij het werk van de justitiepastores. • Met een financiële bij-
Justitia et Pax
Justitia et Pax, de katholieke mensenrechtenorganisatie die in Nederland en wereldwijd actief is, vindt de behandeling van illegalen in detentiecentra onmenselijk. Geen enkel mens verdient het om onschuldig gevangengezet te worden. Justitia et Pax werkt samen met katholieke justitiepastores en vraagt daarnaast politieke aandacht voor alternatieven voor vreemdelingendetentie. Vanaf 2010 doet Justitia et Pax onderzoek naar deze alternatieven.
drage aan Justitia et Pax steunt u het onderzoek naar vreemdelingendetentie. Voor meer informatie over het werk van de justitiepastores neemt u contact op met Justitia et Pax, Maria Lourijsen,
[email protected], tel. 070 3136800.
Maria Lourijsen, Justitia et Pax
pagina 17
missionaire agenda
2009 - 3
Vredesdag religieuzen
Op 12 september organiseert de commissie Vredesvraagstukken van de KNR weer haar jaarlijkse vredesdag voor de religieuzen. Dit jaar is het thema Wij? Tussen Israël en Palestina. De commissie heeft mevrouw Ghada Zeidan uitgenodigd. Zij is een Palestijnse vrouw en moeder die zich inzet voor vrede en voor onderlinge contacten. Ze is verbonden aan de Stichting United Civilians for Peace, een stichting van burgers die samen voor de vrede gaan. Tijdens de dag wordt antwoord gezocht op de vele vragen die leven rond het conflict tussen Israël en Palestina: Wat doet deze spanning met mensen en met hun waardigheid? Waar staan wij? Symposium over nieuwe encycliek Caritas in Veritate
In juli kwam de derde encycliek van paus Benedictus XVI uit. Caritas in Veritate (Liefde in Waarheid) gaat over de katholieke sociale leer en sluit aan bij de encycliek Populorum Progressio van Paulus VI uit 1967. Caritas in Veritate gaat over ontwikkeling in economische, sociale en algemeen menselijke zin, over mensenrechten en mensenplichten, over het milieu en over de samenwerking van de menselijke familie. Drie missionaire organisaties, Mensen met een Missie, Cordaid en Justitia et Pax, organiseren op 3 september een symposium over dit nieuw pauselijk schrijven over de katholieke sociale leer. Nacht van vrede
Jongeren verbonden aan IKV Pax Christi organiseren op 21 september de Nacht van de Vrede in Amsterdam. Hiermee sluiten ze de internationale dag van de vrede af en vieren ze samen met enkele islamitische jongerenorganisaties het Suikerfeest. De Nacht van de Vrede is een podium voor politiek, kunst en cultuur, waar aan maatschappelijk betrokken jongeren een platform wordt geboden om uiting te geven aan hun betrokkenheid bij oorlog en vrede. Meer info: www.ikvpaxchristi.nl Religie en mensenrechten
Nieuws / Berichten
De Engelstalige publicatie Faith in human rights is verschenen naar aanleiding van de gelijknamige interreligieuze conferentie in december 2008 in het Vredespaleis in Den Haag. Faith in human rights bevat ondermeer de uitgeschreven lezingen van de tien religieuze leiders die aan de conferentie deelnamen. Ze verwoorden hun visie op de relatie tussen religie en mensenrechten. Te bestellen via het secretariaat van Justitia et Pax,
[email protected].
pagina 18
Noodhulp in Sri Lanka
Hoewel de burgeroorlog tussen leger en Tamil-Tijgers na 25 jaar strijd eindelijk is geëindigd, zitten nog steeds vele tienduizenden mensen vast in kampen. Meer dan 200.000 mensen zijn uit hun huizen verdreven en nog steeds niet teruggekeerd. In de kampen heerst gebrek aan alles: voedsel, kleding, maar ook bijvoorbeeld bekers en emmers voor drinkwater en maandverband. Besmettelijke ziekten bedreigen de levens van velen. Vrouwelijke religieuzen hebben deze nood aangepakt. In tegenstelling tot veel andere hulporganisaties krijgen zij toegang tot de kampen. Binnen de Konferentie Nederlandse Religieuzen heeft de commissie Vredesvraagstukken het initiatief genomen voor een steunactie.
Aandacht voor Millenniumdoelen
In de week van 16 t/m 24 oktober vraagt het Platform Millenniumdoel extra aandacht voor de realisatie van de acht millenniumdoelen tegen armoede. Het eindjaar 2015 komt snel dichterbij en er moet nog veel gebeuren. Opnieuw wordt mensen gevraagd op te staan tegen armoede en worden er onder het motto ‘Stand up and take action’ tal van activiteiten georganiseerd zowel lokaal als internationaal. Zie www.een.nl Missiezondag
In zijn boodschap voor Wereldmissiezondag (18 oktober) stelt paus Benedictus dat de boodschap van Jezus over het Rijk Gods overal ter wereld moet klinken. De missie van de kerk is om alle volkeren aan te steken met hoop. Die missie moet een fundamentele constante worden van het leven van de kerk. Dat wil niet zeggen dat de kerk uit is op macht, ze wil juist God en de mensheid dienen. Europese Dag tegen mensenhandel
Eveneens op 18 oktober zal er een Europese actie tegen mensenhandel plaatsvinden. De Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel organiseert dit samen met Cordaid en Mensen met een Missie. Schattingen over het aantal slachtoffers van mensenhandel lopen uiteen van zevenhonderdduizend tot twee miljoen per jaar. In veel Europese landen zal er in kerken het onderstaande gebed klinken. Informatie bij SRTV, tel.073 6154444, of srtv@ strv.info. Nieuwe Oikocreditcampagne najaar 2010
De campagne Geloven in het kleine biedt parochies de kans om in deze tijd van economische crisis stil te staan bij een ander economisch model dat voorrang geeft aan het sociaal rendement boven het financieel rendement. Geloven in het kleine zal lopen van september t/m december 2010. De Raad van Kerken beveelt deze campagne van harte aan. In mei komt een actiepakket beschikbaar om aandacht te besteden aan microkrediet via een speciale viering, omgekeerde collecte of aparte bijeenkomst. Zie www. oikocredit.org. Agenda
4 oktober: Wereldmissiedag van de Kinderen 12 september: Vredesdag Religieuzen 16 oktober: Wereldvoedseldag 17 oktober: Wereldarmoededag (acties voor de Millenniumdoelen) 18 oktober: Dag tegen mensenhandel 18 oktober: Zondag van de Wereldkerk 1 december: Wereld-AIDS-dag 10 december: Dag van de Rechten van de Mens
Gebed ter gelegenheid van de Europese dag tegen Mensenhandel 18 oktober 2009 Eeuwige God, van wie wij weten, dat uw voorkeur uitgaat naar arme en kleine mensen en dat U recht doet aan hen van wie de rechten met voeten worden getreden. Vandaag, op deze dag, staan wij stil bij deze mensen die verhandeld worden als koopwaar: jonge mensen, kinderen zelfs, van wie het leven vaak niet meer waard is dan dertig zilverstukken. Wij geloven, zorgzame God, dat U hen niet zult vergeten, dat hun namen geschreven staan in de palm van uw hand. Overtuig ons ervan, dat ook wij een taak hebben in een wereld waar de markt niet alleen de prijs van koffie, maar ook die van mensen bepaalt. Geef ons de moed om onrecht en misbruik tegen te gaan, naast uw kleine mensen te gaan staan en alle onrecht aan te klagen. Geef inzicht en vastberadenheid, vragen wij U, aan allen die strijden tegen mensenhandel; geef slachtoffers kracht en vertrouwen. En help ons, barmhartige God, ook te bidden voor hen die vanuit leegheid en liefdeloosheid het onheil van mensenhandel in de wereld brengen, dat zij hun foute handelswijze inzien. Dat vragen wij U, in naam van Jezus, uw zoon en onze broeder. Amen Jan Brock, juni 2009
pagina 19
2009 - 3
Column
missionaire agenda
Eva Wubbe (19) verbleef twee maanden in Khammam, Andra Pradesh, Zuid-India. Ze leefde bij een gezin in het dorp Mucherla. Op de Global School daar (440 leerlingen van vier tot en met zestien jaar) deed ze veel aan drama met meisjes van acht tot dertien jaar. Ook liep ze mee met kleuterklassen en gaf ze algemene vorming aan de hogere klassen (veertien tot zestien jaar). In haar dagboek schrijft ze over deze intense tijd, waarin ze veel heeft geleerd en meegemaakt.
Colofon De Missionaire Agenda is een werkschrift voor werkgroepen met een missie en verschijnt viermaal per jaar: maart, juni, september, december. Het is een uitgave van de Konferentie Nederlandse Religieuzen in samenwerking met Uitgeverij Abdij van Berne. ISSN: 1389-5192. Parochies ontvangen twee gratis exemplaren, waarvan één voor de missie- of MOV-groep. Voor de financiering hiervan wordt een vrijwillige bijdrage verwacht. Vragen om extra abonnementen is mogelijk. Redactie: Tom Boesten (hoofdredacteur), Kees Dekkers, Paul ten Hacken. Redactieadres: KNR, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch, (
[email protected]) Abonnementenadministratie: Drukkerij Berne Postbus 27, 5473 ZG Heeswijk missionaire-agenda@ drukkerijberne.nl
Met alle respect... Maandag 15 december
Het soort buikpijn waar alleen vrouwen last van hebben. Buikpijn waar mijn humeur niet beter van wordt. Daarom besloot ik bijna om in bed te blijven liggen. Bijna dus, want ik weet ook dat ik hier elke dag weer iets ga meemaken, wat ik liever niet wil missen. Dus sleep ik mezelf uit bed om deze dag gewoon weer mee te gaan maken. En inderdaad. Tijdens de biologieles is het onderwerp nog steeds HIV/ AIDS en vraagt een leerling wat ‘a prostitute’ is. De leraar draait er, zoals gewoonlijk, om heen. Ik hou, met alle respect, van duidelijkheid en vertel de leerlingen het volgende: ‘Meneer, verbeter me maar als ik het verkeerd zeg, maar een prostituee is een vrouw die haar lijf geeft in ruil voor geld, toch?’ ‘Ja, dat is juist, sister.’ (Gelukkig, net op het randje) Een leerling vraagt ter verduidelijking nog: ‘Dus ze heeft seks als bron van inkomsten?’ De leraar zegt: ‘Ja, daar leeft ze van. En het ergste is nog dat prostituees de regering vertellen dat ze geen andere keus hebben. Dus eigenlijk zeggen ze dat ze geen normaal werk kunnen doen.’ Dit is genoeg om het gelach en gejoel te doen uitbarsten. Ongelofelijk, welke vrouw doet nu zoiets? Onmiddellijk in dubio. Moet ik hen in hun goddelijke kleine wereld laten leven, waarin iedereen voor een partner is
bestemd en zich daar ook aan houdt en dus mijn mond houden? Denk het niet. Want waarom zijn er in India zo veel aidspatiënten? Juist ja, omdat de mannen hun ‘needs’ buitenshuis zoeken, bij prostituees. Beetje hypocriet om dan deze vrouwen, met het oudste beroep ter wereld, uit te lachen. Ik val in: ‘Maar meneer, is het niet zo dat dit beroep in India nog steeds bestaat omdat er zo veel mannen zijn die veel geld betalen voor die diensten? Is het niet een beetje te gemakkelijk om deze vrouwen alleen maar uit te lachen? Ik denk dat het probleem (refererend naar de verspreiding van AIDS in India) niet alleen bij de prostituees ligt, maar ook bij de mannen die deze vrouwen bezoeken. Misschien zou het helpen als ze eens zouden praten met hun vrouw over hun seksuele frustraties, in plaats van het meteen buiten de deur te zoeken en het onveilig te doen, vindt u ook niet?’ Gelach verstomt en de leerlingen knikken me toe. Wat een contrast met Nederland, waar we maar al te trots zijn op onze rosse buurten. En wat fijn dat ik mijn bed uit ben gekomen.