Milieujaarverslag Helmond 2005

Milieujaarverslag Helmond 2005

Gemeente Helmond

In opdracht van

Gemeente Helmond Dienst Stedelijke Ontwikkeling & Beheer, Eenheid Milieu

Opgesteld door

SRE Milieudienst Zuid Koninginnewal 2 Postbus 726 5700 AS Helmond 0492 587060

Contactpersoon Auteur(s)

Dhr. R. van Brunschot Mw. I. Neervens en mw. J. Schepen

Projectnummer

429969

Datum Status

juni 2006 Voorontwerp

1 Inleiding Op grond het gestelde in hoofdstuk 21 van de Wet Milieubeheer is de gemeente verplicht tot het opstellen van een milieujaarverslag. Hoofdstuk 21 Wet Milieubeheer Artikel 21.1 uit de Wet Milieubeheer stelt de volgende eisen aan het milieuverslag: Burgemeester en wethouders doen jaarlijks verslag aan de gemeenteraad over hun beleid met betrekking tot de uitvoering van de volgende hoofdstukken uit de Wet Milieubeheer: - 8 (inrichtingen) - 12 (procedures voor vergunningen en ontheffingen) - 14.1 (coördinatie bij aanvragen om beschikking) - 18 (handhaving) In het verslag moet in iedere geval worden vermeld: - het aantal malen dat de termijnen voor het toezenden van een ontwerpbeschikking en voor het afgeven van een vergunning zijn overtreden; - de oorzaken daarvan en de maatregelen die B&W hebben getroffen of zullen treffen om het overschrijden van die termijnen zoveel mogelijk te voorkomen; - de wijze van uitvoering van milieubeleid ten aanzien van inrichtingen die onder de Wet Milieubeheer vallen en die door de gemeente worden gedreven.

Zoals men kan zien zijn de inhoudelijke eisen beperkt. De gemeente Helmond heeft er dan ook voor gekozen om in het milieujaarverslag verslag te doen van alle werkzaamheden die zij zich ten doel heeft gesteld in het Milieubeleidsplan. Op 4 april 2000 is het Milieubeleidsplan (Helmond Op Groen) door de gemeenteraad vastgesteld. In het plan zijn concrete doelstellingen geformuleerd voor diverse taakonderdelen. Daarnaast zijn acties omschreven die moeten leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De acties uit het milieubeleidsplan worden nader gedetailleerd in jaarlijkse milieuwerkplannen. Om na te gaan of de milieuactiviteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd en te bepalen in hoeverre de doelstellingen al zijn bereikt, zijn indicatoren geformuleerd waarmee de voortgang van de uitvoering kan worden bewaakt.

1.1

Opzet Milieuwerkplan en Milieujaarverslag 2005

Het milieujaarverslag 2005 geeft een overzicht van de milieuactiviteiten die in 2005 in de gemeente Helmond hebben plaats gevonden, maar ook naar de mate waarin hierdoor de doelstellingen uit het milieubeleidsplan zijn bereikt. Om een indruk te krijgen van de veranderingen van een aantal gegevens/indicatoren in de loop der jaren, is dit zoveel mogelijk aangegeven in tabellen om een duidelijk beeld te krijgen.


2

2 Beleidscyclus en algemene milieutaken 2.1

Beleidscyclus

De jaarprogramma's worden gebaseerd op het milieubeleidsplan, waarbij elk jaar een bijstelling plaatsvindt op basis van wijziging van budgetten en de evaluatie van het voorgaande jaar. In 2004 is het milieubeleidsplan geëvalueerd door adviesbureau DHV. Inmiddels is de ontwikkeling van een nieuw milieubeleidsplan in volle gang.

2.2

Figuur 1: Beleidscyclus

Evaluatie Milieubeleidsplan

Milieubeleidsplan

Jaarverslagen

Jaarprogramma's

Afstemming gemeente Helmond – SRE Milieudienst

Sinds 1 januari 2003 is de Eenheid Milieu opgericht als onderdeel van de dienst Stedelijke Ontwikkeling & Beheer. De taken van de Eenheid Milieu kunnen als volgt worden ingedeeld: 1. Algemene coördinatie van milieuaangelegenheden voor de gemeente Helmond; 2. Coördinatiepunt en opdrachtgever voor de aansturing van de MDRE; 3. Coördineren, monitoren en beoordelen van geleverde producten i.h.k.v. het jaarlijkse Milieuwerkplan. Bij het bewaken van de voortgang van de uitvoering van het Milieuwerkplan is goed overleg tussen de SRE Milieudienst en de gemeente zeer belangrijk. De noodzakelijke afstemming vindt plaats tijdens het periodiek ambtelijk beleidsoverleg, waarin de milieubeleidcoördinator van de gemeente, de milieuconsulent van de SRE Milieudienst en de afdelingsmanager van de milieudienst zitting hebben. Bestuurlijke afstemming vindt plaats met de portefeuillehouder Milieu en de deelnemers van het ambtelijke beleidsoverleg. Enkele van de meeste belangrijke gespreksonderwerpen in 2005 waren Externe veiligheid, de inhoudelijke en financiële voortgang van de uitvoering van het Milieuwerkplan en nieuwe ontwikkelingen die relaties hebben met milieu zoals de ontwikkeling van de omgevingsvergunning.


3

3 Milieucommunicatie 3.1

A/gemene milieuvoorlichting en -communicatie

Op diverse plaatsen binnen de gemeentelijke organisatie en de milieudienst wordt op verzoek milieuinformatie verstrekt. Vragen en klachten over milieuregels voor bedrijven komen met name terecht bij de milieudienst. Voor het onderdeel Milieuklachten wordt verwezen naar het hoofdstuk over bedrijven (hoofdstuk 4). 3.1.1 Publicaties Om meer bekendheid te geven aan het Helmondse milieubeleid en de activiteiten die in dit kader plaatsvinden enkele artikelen gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad en enkele plaatselijke weekbladen. Eén van de handhavingsacties die bekendheid kreeg via de krant, was de handhavingsactie die heeft plaatsgevonden in het kader van de Blauwe dag. De Blauwe dag is een handhavingdag met verschillende disciplines zoals milieu en bouwen.

3.2

Milieucommunicatieplatform

Het Milieucommunicatieplatform speelt een belangrijke rol bij het onderhouden van de milieudialoog tussen de gemeente, burgers, bedrijven en organisaties. Belangrijke beleidsnota's worden in vergaderingen van het platform besproken. Het platform vergadert normaliter vijfmaal per jaar. In 2005 zijn 6 vergaderingen gehouden. Tijdens de vergaderingen is aandacht besteed aan de voortgang van lopende projecten en in het bijzonder aan onder meer de volgende projecten: - 16 februari: Brandevoort II; Groene wetgeving; - 19 april: Klimaatbeleid; Ontwikkelingen m.b.t. handhaving; - 7 juli: Concept Algemeen Structuurplan Helmond; Binnenmilieu bij scholen; - 14 september: Discussie over mogelijkheid Trefpunt Groen Helmond; - 12 oktober: Concept Kapvergunningenbeleid - 30 november: Ontwikkeling nieuw Milieubeleidsplan Helmond; Luchtkwaliteit; Stand van zaken BOSE;

3.3

Natuur- en Milieucentrum Helmond

In 2005 heeft de ontwikkeling van het centrum zich in positieve zin voortgezet. Het gebruik van de middelen voor de scholen waarover het centrum beschikt heeft een dusdanige wending gehad dat van bepaalde projecten meerdere leskoffers en ook andere middelen moesten worden aangeschaft om aan de vraag te kunnen voldoen. In onderstaande paragrafen wordt hier nader op ingegaan. Ook heeft het centrum zich verder kunnen ontwikkelen dankzij het regionale project ‘Natuur en Milieueducatie in de regio’. Dit project wordt uitgevoerd vanuit het Regionaal Milieuwerkprogramma. Vanuit het regionale project is circa € 8.000 beschikbaar gekomen dat is ingezet om de beschikbare middelen te verbeteren. Ook is geprofiteerd van de regionale kennis en de regionale middelen om de lokale uitvoering aan milieueducatie te versterken. 3.3.1 Bemensing De personele bezetting van het centrum heeft in 2005 enige wijziging gehad. De vaste administratieve ondersteuning door een WIW- kracht is medio juni komen te vervallen. Dit mede omdat de mogelijkheden van werken in WIW verband zijn beëindigd. In de vrijwilligers bezetting heeft geen wijziging plaats gevonden. Het aantal van 5 vrijwilligers is gelijk gebleven. Ten behoeve van de continuering is er diverse malen ingevallen door medewerkers van de SRE Milieudienst. 3.3.2 Werkzaamheden De werkzaamheden op het centrum zijn in goede samenwerking met de vrijwilligers tot aller tevredenheid uitgevoerd. Onder deze werkzaamheden wordt verstaan het functioneren van het


4

centrum, verzorgen van excursies, uitvoeren verlengdeschooldag projecten, voorlichting m.b.t. tot zwerfafvalprojecten etc. Beschikbaar stellen van materialen (uitleningen) Diverse Helmondse basisscholen hebben in 2005 in totaal 68 uitleningen van materiaal gevraagd en gekregen. In totaal zijn hiermee ruim 700 artikelen geleend (zoals leskisten, foldermateriaal ed). Uitleningen aan particulieren en vereniging hebben 15 keer plaats gevonden, waarbij ± 40 artikelen geleend zijn. Excursies/Veldwerk Excursies bestaande uit rondleiding voor scholen en groepen in Natuurtuin “De Robbert” hebben 3 keer plaats gevonden. Het uitvoeren van een veldwerkproject (onderzoek in en naar de natuur) in “De Robbert” is door 6 scholen gedaan met een totaal van 17 groepen en 425 kinderen. Daarnaast is er voor 1 basisschool met 4 groepen, in totaal 125 kinderen, een veldwerkproject uitgevoerd in het Ganzenwinkelpark Mierlo-Hout. 1 Basisschool met 35 kinderen is op bezoek geweest in het centrum, om geïnformeerd te worden over activiteiten en mogelijkheden van het centrum. Zwerfafvalacties Zoals in voorgaande jaren zijn ook in 2005 zwerfafvalacties met de basisscholen gehouden. De betrokkenheid van het centrum hierbij betrof de voorlichting voorafgaande aan de actie. In totaal zijn voor 30 basisscholen (1049 leerlingen) voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Paddenstoelenproject. Herfsttijd is paddenstoelen tijd. De scholen hadden in 2005 de gelegenheid voor het verkrijgen van paddenstoelenkweekpakketten. In totaal hebben 25 scholen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en zijn 75 kweekpakketten afgeleverd. Het doel van dit project is leerlingen kennis te laten nemen van de natuur in het herfstseizoen. Vlinderkweekpakketten. Door 8 scholen is het schoolproject ‘Koolwitjes in de Klas’ gedaan. Naast het beschikbaar stellen van de projectkoffers hebben deze scholen ook het vlinderkweekpakket ontvangen. Waterproject ‘Watch” In samenwerking het IVN-consulentschap is ook in 2005 weer het Watchproject aan de scholen aan geboden. Al vanaf het begin vervult het centrum hiervoor een regionale aanpak. In 2005 hebben 13 scholen met in totaal 605 kinderen aan het project deelgenomen. Overige projecten In 2005 zijn naast genoemde projecten nog de volgende schoolprojecten uitgevoerd - Verlengde schooldag. Dit project is uitgevoerd voor 2 basisscholen (’t Hout en de Uilenburcht). In totaal zijn hier 45 kinderen bij betrokken geweest. - Blauw en groen moet je doen. Afhankelijk van de beschikbare plantlocaties bij groenrenovatie of andere gebeurtenissen worden scholen in de directe omgeving gevraagd deel te nemen aan dit project wat wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente. In 2005 is één project uitgevoerd in Stiphout, hieraan heeft BS. St. Trudo met 45 kinderen deelgenomen. Een tweede project gepland in het najaar kon wegens omstandigheden niet wordt uitgevoerd en is over gegaan naar 2006. Stichting Natuurtuin Helmond Het beheer van de natuurtuin “De Robbert’ is geheel gecoördineerd vanuit het NMCH in goede samenwerking met vrijwilligers. De samenwerking met de instanties die taakwerkstraffen begeleiden is, met uitzondering van bureau Halt Helmond in 2005 beëindigd. Dit is voornamelijk veroorzaakt doordat niet geheel kon worden voldaan aan de Arbo-eisen. In totaal hebben 12 Halt-klantjes in 2005 hun taakstraf uitgevoerd. Op het kantoor van het NMCH hebben 6 Halt-klantjes hun taakstraf vervuld, met name door het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden.


5

Tijdschrift “Sprokkels” In samenwerking met de Stichting Natuurtuin Helmond is ook in 2005 het tijdschrift “Sprokkels” uitgegeven. Het verschijnt 4x per jaar en wordt verzonden aan alle scholen in Helmond en omgeving, natuur- en milieuvereniging, donateurs van de stichting Natuurtuin en belangstellenden. Per uitgave zijn er ± 350 exemplaren verzonden. Milieu in en rond huis Het project onder de titel “Een beter milieu, daar zorgen we samen voor’ heeft ook in 2005 voortgang gehad en is bovendien uitgebreid naar de regiogemeenten. Regelmatig worden positieve reacties ontvangen betreffende plaatsing van artikelen. Werkgroep Schoolbegeleiding De werkgroep is in 2005 1x bij elkaar geweest en heeft een visie gegeven op de nieuw samen te stellen projectkoffer over bodemdiertjes. Verder is er aandacht besteed aan het slakkenproject en een voorstel om te komen tot een projectkoffer over paddestoelen. Onder de Helmondse scholen is in samenwerking met de SRE Milieudienst een enquête gehouden over de haalbaarheid over deelname aan het landelijk project ‘De Wensenwijk’. Hiervoor bestond een minimale belangstelling van slechts twee scholen. De algemene opmerking was dat er al zoveel wordt aangeboden. Bovendien werden het onderwerpen bevonden (zwerfafval, verkeer en groenbeplanting) waaraan al veel aandacht werd besteedt. Overige deelnames. - De coördinator van het centrum heeft in 2005 deelgenomen aan de vergaderingen van het Milieucommunicatieplatform. - In samenwerking met de imkersvereniging is de jaarlijks markt van de Helmondse imkersvereniging georganiseerd. In goed overleg is hierover besloten dat de markt voortaan jaarlijks wordt georganiseerd onder de naam ‘Natuurmarkt’. - De deelname aan het bestuur van kinderboerderij ‘De Veldhoeve’ is gecontinueerd gebleven, alsmede ook het maandelijks natuur- en milieupraatje bij de stadsradio.

3.4

Milieuprijs

Op 8 december 2005 is voor de zevende maal de Helmondse Milieuprijs uitgereikt. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen ‘Bedrijfsmatige activiteiten’ en ‘Overige organisaties en personen’. De voorbereidingen voor de prijs zijn reeds in 2004 gestart. Er is een Commissie van Voordracht samengesteld die verantwoordelijk was voor het nomineren van maximaal 3 kandidaten per categorie. Kandidaten konden door iedereen aangedragen worden en om dit bekend te maken is in diverse media aandacht besteed aan de Milieuprijs. Om de inwoners van Helmond te stimuleren om kandidaten aan te melden is een Aanmeldingsprijs uitgeloofd. Verder kon de Commissie van Voordracht gebruik maken van haar eigen netwerk. Nadat diverse aanmeldingen door de Commissie van Voordracht waren besproken, besloot zij om drie genomineerden aan te wijzen in de categorie ‘Bedrijfsmatige activiteiten’. In de categorie ‘Overige organisaties en personen’ was er één kandidaat die met kop en schouders boven de andere aanmeldingen uit stak. Na de selectie door de Commissie van Voordracht, was het de taak van de jury om de voorgedragen kandidaten te beoordelen op basis van vooraf geformuleerde criteria. In de categorie ‘Bedrijfsmatige activiteiten’ heeft de jury de Milieuprijs toegekend aan Nonox Gas Engines. De prijs bestond uit een replica van het beeld ‘De Waterman’ en een oorkonde. In de categorie ‘Overige organisaties en personen’ wees de jury de prijs (een geldbedrag van € 1.250,-. ) toe aan Jan van der Rijt en Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 8 december in het Filmhuis in Helmond zijn de prijzen overhandigd.

3.5

Samenvatting

Uit het bovenstaande volgt dat het merendeel van de acties uit het milieubeleidsplan en het Milieuwerkprogramma 2005 is uitgevoerd. De belangrijkste acties of conclusies worden hieronder nog een keer genoemd: Acties Het verstrekken van algemene milieu-informatie; Diverse publicaties (o.a. in Eindhovens Dagblad);


6

-

Acties in het kader van Natuur- en Milieueducatie (m.n. op scholen); Uitreiking Milieuprijs 2005; Onderzoek naar deelname project De Wenswijk; Dialoog met het milieucommunicatieplatform;

Conclusies - Het NMCH speelt onder andere een belangrijke rol bij de natuur- en milieueducatie op basisscholen in de gemeente Helmond;


7

4 Bedrijven 4.1

Inleiding

Om de mogelijke milieubelastende activiteiten in de hand te houden, vallen de meeste bedrijven onder de Wet milieubeheer (Wm). Vaak is de gemeente bevoegd gezag, soms ook de provincie. In dit hoofdstuk is alleen sprake van Wm-plichtige bedrijven waarvoor de gemeente bevoegd gezag is. De bedrijven zijn in 4 categorieën ingedeeld. De bedrijven in categorie A zijn relatief het minst en de bedrijven in categorie D het meest milieubelastend. Daarbij moet wel bedacht worden dat categorie A bedrijven, zoals cafetaria's e.d., wel veel overlast kunnen geven. Niet alle bedrijven die onder de Wm vallen zijn vergunningplichtig. Een (groot) deel is meldingsplichtig en moeten voldoen aan algemene regels die in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zijn opgesteld. Er zijn diverse AMvB's opgesteld, afhankelijk van de activiteiten van een bepaalde branche (b.v. detailhandel, horeca e.d.). Zij hoeven geen vergunning aan te vragen maar kunnen volstaan met een melding. De verdeling in vergunningen meldingsplichtige bedrijven binnen de gemeente Helmond wordt hieronder weergegeven in onderstaand tabel.

Categorie A Categorie B Categorie C Categorie D Totaal

2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005

Vergunningplichtig

Meldingplichtig

Totaal

10 10 128 112 145 117 79 78 362 317

774 782 622 615 112 131 13 12 1521 1540

784 792 750 727 257 248 92 90 1883 1857

Het aantal geregistreerde bedrijven waarop de milieuregelgeving van toepassing is, is net als voorgaande jaren licht gedaald. Binnen de gemeente Helmond zijn 1857 bedrijven gevestigd die onder de Wm vallen, terwijl dat in 2004 nog 1883 bedrijven waren. Dit is een afname met 26 bedrijven. Het is duidelijk dat door het landelijke beleid steeds meer bedrijven onder de werkingssfeer van een AMvB vallen. Naar verwachting zullen er over 5 tot 8 jaar nog slechts circa 100 bedrijven onder de vergunningplicht vallen.

4.2

Vergunningen en meldingen

Onder vergunningverlening vallen onder meer vooroverleg, afstemmingsoverleg met gemeentelijke afdelingen, opstellen van de milieuvergunning, het afhandelen van bedenkingen, verwerken van meldingen en beroeps- en intrekkingsprocedures. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal vooroverleggen die er zijn geweest in het kader van de vergunningverlening, het aantal vergunningen dat is verleend en is ingetrokken en het aantal meldingen dat afgehandeld is.


8

Overzicht 2005 Aantallen 45 66 82 11 31 161

Aantal vooroverleggen Specialistisch onderzoek Verleende vergunningen Ingetrokken vergunningen Behandelde meldingen artikel 8.19 Behandelde meldingen artikel 8.41

In het kader van de vergunningverlening en afhandeling van meldingen is 66 keer een specialistisch onderzoek verricht. Dit bestaat uit het beoordelen van rapporten die bij aanvragen of meldingen zijn gevoegd. Dit zijn rapporten met betrekking tot geluid, geur, afvalpreventie, energiepreventie, bedrijfsmilieuplannen e.d.. Ook adviezen over provinciale en WVO-vergunningen vallen onder specialistisch onderzoek. Er zijn vier vergunningen meer verleend dan dat er vooraf in het werkprogramma geraamd was. Het grootste verschil tussen geplande vergunningen en verleende vergunningen deed zich voor bij de categorie C bedrijven. Voor deze categorie waren er slechts 15 vergunningen gepland, terwijl er 40 verleend zijn. De genoemde aantallen zijn inclusief de vergunningen die in het kader van de verruimde reikwijdte verleend zijn. Het totale aantal meldingen op grond van artikel 8.41 (161) kwam voor het overgrote gedeelte voor rekening van de categorie B bedrijven (145).

4.3

Handhaving

4.3.1 Algemeen De gemeente houdt als bevoegd gezag toezicht op de naleving van de Wet milieubeheer. Daartoe zorgt de gemeente ervoor dat de voorschriften uit de vergunning of de Algemene maatregel van Bestuur worden nageleefd. De bedrijven worden gecontroleerd conform het handhavingsprogramma. De basis hiervoor is het inrichtingenbestand. Dit programma maakt deel uit van het jaarlijkse Milieuwerkplan. De bedrijven worden op basis van de aan hen toegekende categorie en de budgettaire ruimte, frequent of minder frequent bezocht: - categorie 4-bedrijven 1 x / 1jaar - categorie 3-bedrijven 1 x / 2 jaar - categorie 2-bedrijven 1 x / 5 jaar - categorie 1-bedrijven 1 x /10 jaar In toenemende mate vinden, naast de normale bedrijfsbezoeken, ook andersoortige controles plaats, namelijk de projectmatige en gezamenlijke controles, zoals controles van bedrijven binnen een bepaalde branche of op een bepaald bedrijventerrein. De projectmatige controles kunnen ook plaatsvinden in samenwerking met anderen (bijvoorbeeld de Brandweer, de politie Brabant Zuidoost en / of de afdeling Bouwzaken). Daarnaast kan een controle integraal worden uitgevoerd. Dat houdt in dat door de toezichthouder ook naar bepalingen uit andere regelingen kijkt, zoals de Drank en horecawet of de Wet op de Kansspelen. In paragraaf 4.3.2 is dit via de projecten 24-uurs handhavingsestafette en Integrale controles Horeca verwoord. In 2005 is, in navolging op 2004, ingezet op een strengere aanpak bij handhaving (zoals beschreven in het Milieuwerkprogramma). De eerste signalen dat deze aanpak werkt zijn al zichtbaar. Er is minder vaak een discussie over het vervolgtraject. Nu moeten de voordelen van deze aanpak nog leiden tot minder overtredingen. De basis voor de handhaving in 2005 vormde het milieuwerkplan 2005. Hierin was een bijlage opgenomen waarin aangegeven werd welke 310 bedrijven in Helmond in 2005 bezocht zouden worden.


9

-

In totaal zijn 329 bedrijfsbezoeken uitgevoerd, dit is inclusief 36 controles die in het kader van milieusurveillances etc. zijn uitgevoerd; In 127 van de gevallen is een hercontrole uitgevoerd. Dit is in ruim 38% van de gevallen; Bij 6 van de gevallen is een tweede hercontrole noodzakelijk geweest. Dit is bijna 5% van de e gevallen waar een 1 hercontrole is uitgevoerd en bijna 2% van alle gevallen.

Een aantal bedrijfsbezoeken heeft in 2005 geleid tot het starten van bestuursrechtelijke handhavingsacties en strafrechtelijk optreden. In 2005 zijn bij 2 bedrijven dwangsommen geïnd. In het jaarverslag van 2004 werden de café’s Kenter, de Gouden Kegel en Shake Down als notoire overtreders geduid. In 2005 zijn bij Café de Gouden Kegel bouwkundige aanpassingen gedaan en zijn de twee andere café’s gesloten. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de handhavingsgegevens van 2005. Controle e 1 Hercontrole e 2 Hercontrole Dwangsom Inning dwangsom

Aantallen 329 127 6 14 2

In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de afzonderlijke gedeelten van het handhavingsprogramma.

4.3.2 Uitwerking regionaal handhavingsprogramma Zowel landelijk, in de regio Helmond en Eindhoven als lokaal worden er elk jaar handhavingsprojecten uitgevoerd. Per project is aangegeven in hoeverre het project is uitgevoerd en afgerond. 1. Risicovolle bedrijven: zie paragraaf 4.3.4 2. Milieusurveillances: In Helmond Oost is samen met de politie een milieusurveillance uitgevoerd op 9 maart 2005. De milieusurveillance in Helmond West is op 16 maart 2005 uitgevoerd. Tijdens de milieusurveillances is gericht gecontroleerd op illegale bedrijven waarvan het bestaan bij de milieudienst niet bekend is doordat ze geen melding of vergunning hebben ingediend cq. hebben aangevraagd. Verder is bij deze bedrijven, voor zover dit mogelijk was, de milieuhygiënische situatie aan de vigerende weten regelgeving getoetst. De samenwerking tussen de politie Helmond en de SRE Milieudienst verliep optimaal. Er zijn 16 aanschrijvingen verstuurd waarin bij 12 aanschrijvingen bedrijven gesommeerd zijn om een melding in te dienen, in het kader van de algemene maatregel van bestuur waar zij onder vielen. Er is één proces-verbaal opgemaakt. 3. Blauwe dag Helmond: In 2005 zijn er twee teams gevormd van medewerkers van de politie en de SRE Milieudienst. Het eerste team heeft controles uitgevoerd in de omgeving Middendijk (eerste en tweede tussendijk). Veel kleine bedrijven in deze omgeving zijn niet bij de milieudienst bekend. De controles waren gericht op het hebben van een vergunning of het hebben ingediend van een melding. Daarnaast waren de controles gericht op naleving van de milieuwetgeving Er zijn 16 bedrijven bezocht waarvan 8 bedrijven een melding moesten indienen. De geconstateerde overtredingen waren van een geringe milieurelevantie, zoals het niet hebben of het niet tijdig keuren van brandblusmiddelen. Het tweede team heeft zich gericht op openstaande zaken, zoals klachten. Bij twee bedrijven werd geconstateerd dat zij nog geen melding hadden ingediend in het kader van een artikel 8.40 AMvB. Bij 1 bedrijf is proces-verbaal opgemaakt in verband met de oplag van afvalstoffen op het buitenterrein zonder bodembeschermende voorzieningen. 4. Handhavingsactie Garagebedrijven: Tijdens deze actie zijn in totaal 30 garagebedrijven in Helmond bezocht door de SRE Milieudienst in samenwerking met de politie, waarbij de controles zoveel mogelijk op 1 dag plaatsvonden. Tijdens de actiedag was de brandweer op afroep beschikbaar. Tijdens de controles is met name aandacht besteed aan de aspecten afvalwater,


10

veiligheid en de algehele milieuhygiëne binnen de inrichting. De geconstateerde overtredingen hadden met name betrekking op de blusmiddelen en het verkeerd opslaan van gevaarlijke stoffen. Daarnaast moesten 7 bedrijven een melding indienen. 5. 24-uurs handhavingsestafette: In de gehele provincie Noord-Brabant heeft op één dag de handhavingestafette plaatsgevonden. De estafette is een verzameling van diverse handhavingacties die in een aaneensluitende periode van 24 uur zijn uitgevoerd. Tijdens de estafette is op diverse onderwerpen gecontroleerd. De nadruk werd gelegd op de kleursporen: - grijs (bedrijfsgebonden activiteiten); - rood (activiteiten met betrekking tot bouwen, slopen en bestemmingsplan); - blauw (alle zaken met betrekking tot oppervlaktewater); - groen (alle zaken met betrekking tot natuur). Tijdens de handhavingsactie is het bedrijvencentrum Carré gecontroleerd. Daarnaast zijn 4 bedrijven mede op verzoek van de VROM inspectie specifiek gecontroleerd op de afgifte van elektronica afval. Ernstige overtredingen zijn niet geconstateerd. Wel bleek dat naleving van de afgifte van elektronica afval ruim onvoldoende was. 6. Integrale controles Horeca: Bij 14 horecabedrijven zijn controles uitgevoerd. Deze bedrijven liggen grotendeels in het uitgaansgebied van Helmond. De uitgangspunten voor de uitgevoerde actie waren (conform de acties in 2003 en 2004): - Aanpak van gegronde geluid- en overlastklachten uit de omgeving van enkele horecapanden in het centrum van Helmond; - Inschatting van benodigd toezicht op de naleving van de regels op het gebied van de drank en Horecavergunning, inclusief de Wet op de kansspelen; - Globale beoordeling gebruikersvergunning Brandweer; - Naleving Wet milieubeheer. De controles zijn uitgevoerd in overleg met de afdeling Bestuurs Juridische zaken. De meest voorkomende overtreding betrof het hebben van een vergunning of melding die de aangetroffen bedrijfssituatie niet volledig dekt. De meest voorkomende overtredingen waren het niet naleven van de voorschriften met betrekking tot blusmiddelen en de voorschriften met betrekking tot koelinstallaties. De resultaten van de controles zijn in de werkgroep ‘Handhaving horeca’ besproken en geëvalueerd. 7. Regionale Handhavingsactie Propaantanks: In heel Zuidoost Brabant zijn in het voorjaar van 2005 controles uitgevoerd op de naleving van de wettelijke veiligheidsregels die gelden voor propaantanks. In Helmond zijn de controles uitgevoerd door de SRE Milieudienst en waren de brandweer en politie voor eventuele problemen standby. In totaal zijn 15 adressen bezocht, maar bij 4 adressen bleek de propaantank verwijderd te zijn. Tijdens de controles zijn redelijk veel overtredingen geconstateerd, o.a. het ontbreken van keuringen (of bewijzen daarvan) en het niet voldoen aan de vereiste afstanden. Het project heeft uitgewezen dat er veel onduidelijkheden zijn bij de gebruikers van propaantanks.

4.3.3 Overige handhavingsacties De overige handhavingsacties bestaan uit vuurwerkcontroles, handhaving bodemtaken / Bouwstoffenbesluit en evenementen. De vuurwerkcontroles zijn onder andere in het kader van het project Risicovolle Bedrijven uitgevoerd. Hier wordt in paragraaf 4.3.4 verder op ingegaan. Voor wat betreft de handhaving van bodemtaken en evenementen wordt respectievelijk verwezen naar het onderdeel Bodem (hoofdstuk 8) en het onderdeel Evenementenbeleid (paragraaf 4.5).

4.3.4 Risicovolle bedrijven Risico Inventarisatie Svsteem Provincie Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant heeft, in overleg met andere verantwoordelijke overheden, gewerkt aan de opzet van een Risico Inventarisatie Systeem (RIS). Voor het project RIS moeten alle gemeenten risicovolle bedrijven en situaties in kaart brengen en controleren. De gegevens uit het RIS worden gebruikt om het landelijke risicoregister (RRGS) te vullen. In dit risicoregister worden alle locaties opgenomen die met de opslag en bewerking van gevaarlijke stoffen te maken hebben. Deze


11

gegevens worden op termijn via internet beschikbaar gesteld voor de burger, onder andere door middel van een Risicokaart. Vanaf de start is de voortgang vanuit de provincie met betrekking tot het RRGS ver achtergebleven bij het ambitieniveau. Met name het gebrek aan consensus over de wijze waarop het RRGS gevuld moet worden is hier debet aan. Het RRGS bevat sterk achterhaalde data omdat er geen besluit (door de provincie als beheerder) is genomen welke gegevens moeten worden vastgelegd. In 2005 zijn alle bedrijven die op de RIS lijst staan gecontroleerd. Een aantal bedrijven is samen met de brandweer bezocht. Tijdens de controles bleek dat een drietal bedrijven niet meer onder het RIS viel. Met de resultaten van deze controles zijn de noodzakelijke mutaties doorgevoerd in het inrichtingenbestand. Handhavingsactie risicovolle bedrijven 2005 Alle bedrijven die op de RIS lijst staan zijn in 2005 gecontroleerd. Bij 43 van de 66 bedrijven werden overtredingen geconstateerd waardoor een hercontrole noodzakelijk was. Bij 7 bedrijven heeft er reeds in 2005 een hercontrole plaatsgevonden. Bij 36 bedrijven wordt de hercontrole in 2006 uitgevoerd. Bij vier bedrijven is een last onder dwangsom opgelegd om naleving van de voorschriften af te dwingen. Vuurwerkbedrijven In verband met de verscherping van de voorschriften (onder andere ten aanzien van in- en externe afstandseisen) uit het Vuurwerkbesluit dat op 1 maart 2002 in werking is getreden, zijn verschillende vuurwerkverkooppunten voor verkoop van consumentenvuurwerk gestopt. De vier overgebleven vuurwerkbedrijven zijn eind november en begin december 2005 bezocht op naleving van de voorschriften. Na de eerste controle bleek dat twee bedrijven de certificering van de sprinklerinstallatie niet op orde hadden. Dit is echter op tijd opgelost waardoor alle vier de verkooppunten eind december vuurwerk mochten opslaan en verkopen. Tijdens de controles op 30 december zijn geen afwijkingen geconstateerd.

4.4

Externe veiligheid

In 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. Op basis van dit besluit dienen rond risicovolle bedrijven veiligheidscontouren in acht te worden genomen. Deze contouren hebben ook invloed op het realiseren van mogelijk conflicterende bestemmingen. In 2005 is door DHV een onderzoek uitgevoerd naar de ligging van deze contouren bij bedrijven die in het BEVI zijn aangewezen. Het onderzoek geeft een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen variëren van het aanpassen van de verschillende bestemmingsplannen tot het oplossen van saneringssituaties. De provincie verplicht de gemeente om bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een onderzoek uit te voeren naar mogelijke risico’s. De milieudienst heeft in 2005 verschillende projectgebonden onderzoeken hiernaar uitgevoerd, o.a. naar bouwplannen nabij de voorstadshalte en in Helmond – west.

4.5

Verruimde reikwijdte

Op landelijk niveau is het uitvoeringsprogramma "Met preventie naar duurzaamheid" (VROM) uitgebracht, met daarin onder meer de doelstelling dat uiterlijk 2005 preventiemaatregelen zijn opgenomen in daarvoor in aanmerking komende milieuvergunningen en de doelstelling dat in datzelfde jaar op de toepassing van preventiemaatregelen wordt toegezien. Om dit te bereiken is in regionaal verband (Regionaal Milieuwerkplan 2002) gekozen voor het project Integrale Aanpak Verruimde Reikwijdte. Dit project omhelst het gestructureerd aanpassen van milieuvergunningen op preventieonderwerpen zoals energie en afval. Hiervoor is door SenterNovem subsidie beschikbaar gesteld aan de gemeente. Het project is in 2005 afgerond. In totaal zijn 90 vergunningen compleet geactualiseerd en zijn 72 vergunningen met betrekking tot energieonderwerpen ambtshalve geactualiseerd.


12

4.6

Klachten

Klachten worden op de volgende wijze worden ingediend: • telefonisch bij de vestiging Helmond van de milieudienst; • bij het bureau Klanteninformatie van de dienst Stadsbeheer; • de klachtencentrale van de Provincie Noord-Brabant; • de politie; • de Stichting Stadswacht Helmond; • de GGD. Ingekomen klachten worden niet altijd afgehandeld door de instantie waar ze zijn ingediend. In samenspraak met de verschillende instanties wordt bepaald welke instantie een klacht afgehandeld. 4.6.1 Klachtenbehandeling door de SRE Milieudienst: In 2005 zijn bij de SRE Milieudienst in totaal 213 klachten ingediend. In de volgende tabel is de trend in klachtenaantallen van de afgelopen 6 jaar weergegeven. Soort klacht Totaal aantal klachten (inrichtingsgebonden en niet- inrichtingsgebonden) Inrichtingsgebonden klachten (gemeentelijke en provinciale bedrijven) Niet- inrichtingsgebonden klachten Klachten over provinciale bedrijven Klachten stankoverlast Klachten zwerfvuil Klachten geluidsoverlast Klachten riool/waterverontreiniging Klachten hondenoverlast Klachten afvalstoffen Milieuklachten overig Bedrijven waarover per jaar meer dan 5 klachten zijn binnen gekomen

Aantal 2000

Aantal 2001

Aantal 2002

Aantal 2003

Aantal 2004

Aantal 2005

308

339

351

263

176

213

158

171

244

147

140

175

150 9 112 1 87 2 23 34 40

168 9 190 6 79 0 6 22 36

107 16 175 3 90 0 9 26 48

116 13 153 0 69 0 1 12 29

36 11 108 0 59 1 0 2 6

38 38 38 0 49 3 0 4 44

n.b.

7

3

3

3

3

Specifiek kan over de ingekomen klachten in 2005 nog het volgende worden opgemerkt. - Een totaal van 53 klachten is in behandeling genomen. Die behandeling bestond uit het toetsen van de situatie die tot klachten leidden, aan de vigerende milieuwet- en regelgeving. Indien overtredingen werden geconstateerd dan werd handhavend opgetreden. - Een groot aantal van deze klachten betrof geluidsoverlast (22). Voor het merendeel werd de geluidsoverlast veroorzaakt door horecabedrijven. - Al deze horecabedrijven zijn gecontroleerd op de naleving van de milieuvoorschriften. In een enkel geval moest die naleving worden afgedwongen middels het opleggen van een last onder dwangsom. - Daarnaast kwam in 2005 een groot aantal klachten binnen over een drietal provinciale bedrijven binnen de gemeente Helmond, te weten: Vlisco, Coppens diervoeding en een grote kippenhouderij annex afvalverwerker (de Weyer, Scheepstal 2a). Het betrof hier in alle gevallen klachten over geuroverlast. Van het bedrijf Vlisco kwamen in 2005 17 klachten binnen bij de milieudienst en van Coppens diervoeding zijn in 2005 26 klachten binnengekomen. Van De Weyer kwamen in 2005 18 klachten binnen. Klachten over provinciale bedrijven worden niet in behandeling genomen maar aan de provincie Noord-Brabant doorgegeven. Ook bij andere diensten, zoals bijvoorbeeld de politie en/of stadsbeheer, zijn in 2005 milieuklachten ingekomen. In een aantal gevallen zijn deze klachten doorgegeven voor afhandeling door de milieudienst. In andere gevallen zijn deze klachten door de betreffende diensten zelf afgehandeld. In paragraaf 4.6.2 en 4.6.3 wordt daarvan een korte opsomming gegeven.


13

4.6.2 Klachtenbehandeling door Stichting Stadswacht Helmond De stadswachten van Helmond handelen vooral klachten af op het gebied van hondenoverlast, graffitibestrijding en het verkeerd aanbieden van afvalstoffen. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoeveel klachten/incidenten er in 2003, 2004 en in 2005 bij de stichting Stadswacht Helmond zijn binnengekomen en afgehandeld. 2003 6.569

Klachten

2004 5.219

2005 4.921

Uit de tabel blijkt dat het aantal klachten dat binnenkomt jaarlijks afneemt. De afname van het aantal klachten/incidenten wordt vooral veroorzaakt door de sterke afname van het aantal klachten van onjuist aanbieden van afval en graffiti. De meeste klachten worden rechtstreeks gemeld bij de stichting Stadswacht Helmond, een klein gedeelte (slechts 2,6 %) wordt gemeld via de gemeente Helmond. De klachten/incidenten zijn als volgt onderverdeeld: - Graffiti: 404 incidenten (2003: 840 en 2004: 699). Het aantal incidenten in 2005 is dus wederom met 42% afgenomen t.o.v. 2004. Hieruit kan duidelijk worden geconcludeerd dat het in graffitibeleid in Helmond een succes mag worden genoemd omdat het aantal meldingen vanaf de start in 2000 (1.084 meldingen) ieder jaar verder is afgenomen. Ten opzichte van 2000 was er in 2005 zelfs sprake van een daling van 63%. In 2006 zijn de uitvoeringswerkzaamheden ondergebracht bij de gemeente Helmond en worden deze niet meer uitgevoerd door de stichting Stadswacht Helmond. Het signaleren van graffiti is en blijft overigens tot de taken behoren. - Hondenoverlast: 181 incidenten (2003: 175 en 2004:209). Het aantal gemelde en geconstateerde incidenten is in 2005 afgenomen. Er is 63 keer proces verbaal opgemaakt (2004: 42). - Verkeerd aanbieden storten afval: 2.605 incidenten (2003: 3.241 en 2004: 3.202). Het aantal incidenten onjuist aanbieden van afval is in 2005 sterk afgenomen. Er is 142 keer proces verbaal opgemaakt vanwege het onjuist aanbieden van afval (2004: 78).

aantallen klachten

Klachten over graffiti 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2003

2004

2005

jaren


14

Overlast door honden

aantal meldingen

220 210 200 190 180 170 160 150 2003

2004

2005

jaren

Verkeerd aanbieden van afval

aantal incidenten

3400 3200 3000 2800 2600 2400 2200 2000 2003

2004

2005

jaren


15

- Klachten van burqers betreffende het verkeerd aanbieden/storten van afval: 812 gevallen (2003: 824 en 2004: 774). Het aantal klachten van burgers is in 2005 licht gestegen met 4%. Dit ondanks het feit dat het totaal aantal incidenten onjuist aanbieden van afval sterk gedaald is (2005: -19% t.o.v. 2004).

aantal klachten

Klachten over afval 830 820 810 800 790 780 770 760 750 740 2003

2004

2005

jaren

4.6.3

Klachtenbehandeling door andere instanties:

Politie Zuidoost Brabant Door de politie wordt sinds 2003 een ander registratiesysteem gehanteerd met een andere categorieindeling. Om de gegevens te kunnen vergelijken met voorgaande jaren, zijn de gegevens herschikt conform de indeling die de afgelopen jaren is gehanteerd. In 2004 bleek nog dat de milieuklachten die bij de politie binnenkwamen hoofdzakelijk betrekking hadden op burengerucht en huis- en zwerfafval. In 2005 lag het zwaartepunt van de klachten bij klachten over bodemverontreiniging en klachten over de bescherming van planten en dieren. De hoeveelheid klachten met betrekking tot het verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval was in 2004 flink gedaald ten opzichte van 2003 (van 99 naar 47). In 2005 was de omvang van de klachten over huishoudelijk afval gestegen naar 62. GGD ZuidOost-Brabant De milieuklachten/vragen die in 2005 vanuit Helmond bij de GGD zijn ingekomen (19 stuks) hadden betrekking op het binnenmilieu (4), Asbest (4), straling (2), eikenprocessierups (2), ongedierte (2), luchtverontreiniging (2) en overige klachten (3).

Overzicht klachten GGD 16%

20%

binnenmilieu asbest 11%

straling rups ongedierte

11%

20%

luchtverontreiniging overig

11%


11%

16

4.7

Samenvatting bedrijfsgerichte milieutaken

In 2005 zijn 82 vergunningen definitief verleend. Het aantal verleende vergunningen is daarmee hoger dan het aantal geraamde vergunningen. De toename van het aantal verleende vergunningen deed zich vooral voor bij de categorie C bedrijven. Gepland was dat er in categorie C, 9 vergunningen zouden worden verleend, terwijl er in werkelijkheid 29 vergunningen verleend zijn. Voor wat betreft de meldingen ingevolge artikel 8.19 Wm, is 1 melding meer gedaan dan geraamd. Het aantal geraamde meldingen ingevolge artikel 8.41van de Wet milieubeheer (114) lag lager dan het aantal dat uiteindelijk behandeld is (161). In onderstaande tabel wordt voor de periode van 2003 tot en met 2005 aangegeven hoeveel vergunningen er verleend zijn, ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Het hoge aantal in 2004 en 2005 is veroorzaakt door het project Verruimde Reikwijdte. Naar verwachting zal het aantal vergunningen in 2006 weer op het niveau van 2003 uitkomen.

Aantal vergunningen Geraamd Verleend Verschil

2003 42 41 -1

2004 88 52 -36

2005 78 82 +4

In de volgende tabel wordt aangegeven hoeveel bedrijfsveranderingen er konden volstaan met een artikel 8.19 melding. Dit aantal is ten opzichte van 2004 gedaald.

Aantal Meldingen 8.19 Geraamd Behandeld

2003 1 n.b 16

2004 Nb 31

2005 20 21

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal geplande en gerealiseerde meldingen 8.41 over de periode 2003 tot en met 2005. In 2005 zijn 47 méér meldingen afgehandeld dan vooraf was gepland. Dit aantal zal in de loop der jaren nog meer stijgen in verband met de landelijke politieke ontwikkelingen met betrekking tot het verminderen van regels.

Aantal Meldingen 8.41 Geraamd Verleend Verschil

2003 97 105 +8

2004 114 86 - 28

2005 114 161 + 47

De basis voor de handhaving in 2005 vormde het milieuwerkplan 2005. Op basis van dit programma waren 310 bedrijfsbezoeken gepland. Daadwerkelijk zijn 293 vooraf geplande bedrijfsbezoeken uitgevoerd en 36 bedrijfscontroles in het kader van milieusurveillances etc. Daarmee komt het totaal aantal uitgevoerde bedrijfscontroles uit op 329. Er zijn der halve 19 bedrijfsbezoeken méér uitgevoerd dan vooraf gepland was. De bezoeken zijn onder andere uitgevoerd in het kader van een 6-tal handhavingprojecten. In 127 van de gevallen was een hercontrole nodig. Vervolgens is bij 6 bedrijven een tweede hercontrole uitgevoerd.

1

n.b.:niet bekend


17

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal bedrijfsbezoeken en het aantal opgelegde dwangsommen in de periode van 2003 tot en met 2005. Aantal bedrijfsbezoeken Aantallen dwangsommen

2003 332 14

2004 313 14

2005 329 15

Door een nieuw klachtenbeleid sinds 2003 vindt een efficiëntere en meer eenduidige klachtenafhandeling plaats. Bij de politie lag in 2005 het zwaartepunt van de klachten bij klachten over bodemverontreiniging en klachten over de bescherming van planten en dieren. Bij de SRE Milieudienst lag het zwaartepunt van de klachten bij klachten over horecabedrijven en provinciale bedrijven. De hoeveelheid klachten met betrekking tot het verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval was in 2004 flink gedaald ten opzichte van 2003 (van 66 naar 32). In 2005 was de omvang van de klachten over huishoudelijk afval terug naar het oude niveau. Op pagina 15 wordt in een tabel een overzicht gegeven van het aantal klachten in de periode van 2003 tot en met 2005 en de verdeling daarvan over de te onderscheiden categorieën van klachten.


18

Ruimtelijke ordening 4.8

Bestemmingsplannen

Bij nieuwe bestemmingsplannen en bouwinitiatieven wordt al in een vroeg stadium rekening gehouden met relevante milieuaspecten. Wanneer het plan verder uitgekristalliseerd is, worden ook randvoorwaarden en/of een milieuparagraaf opgesteld. In het kader hiervan kunnen diverse onderzoeken plaatsvinden. Sinds 2005 worden naast bodemonderzoek of akoestisch onderzoek ook onderzoeken uitgevoerd naar de luchtkwaliteit en naar externe veiligheid. Afhankelijk van de resultaten van het akoestisch onderzoek is in sommige gevallen een ontheffing op grond van de Wet Geluidhinder nodig (verzoek hogere grenswaarden), afhankelijk van het bodemonderzoek kunnen nadere onderzoeken en sanering noodzakelijk zijn. Onderzoeken naar luchtkwaliteit laten vaak een overschrijding zien van de normen voor fijn stof. Dit kan, bij grotere plannen, leiden tot maatregelen ter beperking van stofemissies. Alle deze onderzoeken en daaruit voortvloeiende maatregelen zijn noodzakelijk om de planvorming door te kunnen laten gaan. Gedurende het planvormingsproces vinden meestal nog één of meerdere milieutoetsingen plaats omdat planconcepten vaak wijzigen en maatregelen moeten worden opgenomen en afgestemd. De werkzaamheden ten behoeve van bouwplannen en ruimtelijke ordening vloeien in elkaar over zonder dat er een duidelijke scheiding in aan te brengen is. Uiteindelijk leidt dit bij elke ruimtelijke ontwikkeling tot een milieuadvies en een verantwoording van milieuaspecten in het bestemmingsplan. Naast een aantal kleinere projecten is in 2004 veel aandacht besteed aan enkele belangrijke, grotere projecten: Centrumplan, Binnenstad-Oost, het plan Suytkade en Brandevoort II.

4.8.1 Luchtkwaliteit Het Besluit Luchtkwaliteit verplicht de gemeente ertoe om bij iedere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling en ander relevant beleidsvoornemen te toetsen aan de normen van dit besluit. Indien de normen worden overschreden moet een actieplan worden opgesteld om deze overschrijdingen ongedaan te maken. De gemeente Helmond is planplichtig vanwege de normoverschrijding. Daarnaast dient iedere gemeente na te gaan of de normen ook in bestaande situaties overschrijdingen laten zien. Adviesbureau DHV heeft hiertoe in 2005 een rapportage opgesteld. Daaruit blijkt dat op meerdere plaatsen normen worden overschreden en dat in de gehele gemeente sprake is van een overschrijding van het aantal malen dat de 24-uursgemiddelde concentratie voor fijn stof hoger mag zijn dan een bepaalde waarde. Omdat dit ertoe zou leiden dat (ook kleinere plannen) niet ontwikkeld kunnen worden, wordt zo mogelijk per plan onderbouwd dat de betreffende planontwikkeling geen bijdrage levert aan de overschrijdingen. Hierdoor kan veelal de planontwikkeling zonder vertragingen doorgaan.

4.9

Actualisatie gezoneerde industrieterreinen

In 2002 is gestart met de actualisatie van de gezoneerde industrieterreinen Vlisco / Hoogeind en BZOB. Ten behoeve van de actualisatie van de geluidsboekhouding is een inventarisatie uitgevoerd van de totale geluidsruimte die op basis van de geluidsvoorschriften uit de milieuvergunningen is vergund aan de op het industrieterrein gevestigde bedrijven. De actualisatie van Vlisco / Hoogeind en van BZOB is in 2005 afgerond. In het zonebeheermodel van het bedrijventerrein Vlisco / Hoogeind en in het zonebeerhmodel van het bedrijventerrein BZOB is de actuele, vergunde situatie van alle bestaande inrichtingen ingevoerd. Uit de berekeningen blijkt dat voor beide industrieterreinen de gecumuleerde geluidbelasting op een aantal zonepunten de toetswaarde overschrijdt. Deze overschrijding wordt in geringe mate door vergunningplichtige bedrijven veroorzaakt en in grotere mate door AMvB-bedrijven. Op dit moment wordt nagegaan welke acties noodzakelijk zijn om de constateerde knelpunten bij beide industrieterreinen op te lossen.


19

5 Bouwen en wonen 5.1

Integratie Milieu en Bouwen

De integratie van milieu en bouwen krijgt onder meer gestalte in het structurele overleg tussen medewerkers van de SRE Milieudienst en de gemeentelijke afdeling Bouwen en wonen. Dit overleg vindt tweewekelijks plaats. Daarbij worden de nieuwe (schets-) bouwplannen besproken waarvan de behandelend gemeente-ambtenaar verwacht dat er raakvlakken zijn met milieu. Dit kan betekenen dat voor het betreffende plan een akoestische toets, een bodemadvies of een advies over een mogelijke vergunning- of meldingplicht voor de Wet milieubeheer nodig is. Dit laatste is van belang voor de coördinatieverplichting welke voorkomt uit artikel 8, lid 3, sub b van de Woningwet. Op grond van deze koppeling moet de bouwvergunning voor een milieuvergunningplichtige inrichting worden aangehouden (tenzij deze moet worden geweigerd) totdat op de aanvraag om milieuvergunning is beslist (Woningwet artikel 52). Daarnaast is in artikel 20.1, lid 2 van de Wet milieubeheer bepaald dat de milieuvergunning niet van kracht wordt totdat de bouwvergunning is verleend. Tijdens het overleg wordt ook aandacht besteed aan de gevolgen voor de omgeving op het gebied van veiligheid en luchtkwaliteit als gevolg van realisatie van het aangevraagde bouwplan. Daarnaast wordt nagegaan of het bouwplan is gelegen in het grondwaterbeschermingsgebied. Indien dit aan de orde is kan het betekenen dat er aanvullende voorzieningen of maatregelen nodig zijn voor de uitvoering van het plan. Het overleg biedt de mogelijkheid om een aanvrager van een bouwplan in een vroeg stadium te informeren over de verschillende aspecten welke spelen rondom het te ontwikkelen plan. Gezien de ontwikkelingen op het gebeid van de op hand zijnde omgevingsvergunning, is dit ook in de toekomst belangrijk.

5.2

Project 'Verbetering ventilatie in klaslokalen'

In de winter van 2003 - 2004 is door de GGD Zuidoost- Brabant een pilotproject gestart waarbij basisscholen in de gehele regio Zuidoost-Brabant van een ventilatie- advies- op- maat zijn voorzien. Doel van het project is verbetering van de ventilatie in klaslokalen. Met dit project wordt het kooldioxidegehalte (C02) in klaslokalen gemeten voor en na dat er ventilatie- advies was gegeven door de GGD Zuidoost-Brabant. Er is sprake van voldoende ventilatie indien het CO2-gehalte onder 1200 ppm (parts per million, aantal deeltjes CO2 op 1 miljoen deeltjes lucht) blijft. Tijdens een pilotproject bij zes scholen in Helmond bleek dat een aanzienlijke verbetering van de ventilatie bereikt kon worden, hetgeen betekent een gezondere lucht in de lokalen voor de docenten en leerlingen. Het project is in de winter van 2004-2005 voortgezet om alle nog openstaande methodologische vragen te kunnen beantwoorden en uit te testen. In 2005 zegde de gemeente Helmond extra financiële ondersteuning toe om alle basisscholen van een op-maat-advies te voorzien. Eind 2005 hadden reeds 13 van de 32 basisscholen een advies ontvangen. 11 Scholen krijgen begin 2006 een advies, 8 scholen zullen niet of later een advies ontvangen (deze scholen hebben mechanische ventilatie of ze worden verbouwd). Ondanks de bereikte verbetering kan in de lokalen nog steeds sprake zijn van overschrijding van de milieuhygienische grenswaarde voor ventilatie. De scholen worden daarom geadviseerd het ventilatie- advies nog meer nauwgezet te volgen. Soms ontstaan er bij het opvolgen van het ventilatie- advies echter tocht- of koudeklachten en kan er eenvoudig weg niet beter geventileerd worden door bouwtechnische omstandigheden. In de winter 2005-2006 wordt een pilotproject uitgevoerd in een school in Helmond waarbij speciale bouwtechnische aanpassingen worden getest om tocht en koude te voorkomen.


20

6 Verkeer en vervoer De afstemming tussen de taakvelden Verkeer en Vervoer en Milieu beperkt zich tot het toetsen van de effecten van verkeer in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. In 2005 werd niet alleen gekeken naar de geluidsaspecten maar werd eveneens gekeken naar de luchtkwaliteit vanwege de verplichting door het Besluit Luchtkwaliteit verplicht is geworden. Daarnaast is ook aandacht besteed aan externe veiligheidsaspecten. De toets ten aanzien van verkeersgeluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid vormt een onderdeel van de aspecten die worden meegenomen in de milieuparagraaf. Geluid In het kader van de door de Rijksoverheid gesubsidieerde sanering wegverkeerslawaai zijn in 2005 geen saneringsprojecten in uitvoering genomen. In het kader van de sanering van spoorweglawaai is in 2004 bij het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV), dat onderdeel uitmaakt van het ministerie VROM, een aanvraag ingediend tot het toekennen van een voorbereidingskrediet, waarmee een nader onderzoek naar de realisatie van de geluidschermen langs de spoorweg Eindhoven-Venlo kan worden ingesteld. In 2005 was er nog geen uitsluitsel over de eventuele toekenning van de subsidie. Ook zijn in 2005 werkzaamheden uitgevoerd in het kader van de actualisatie van de Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK). Een geactualiseerde RVMK is in het voorjaar van 2005 opgeleverd. Met het beheer en onderhoud wordt in 2006 gestart. Lucht Zie paragraaf 4.9.1.


21

7 Bodem Hieronder volgt een samenvatting van de uitvoering van bodemtaken in 2005. Wettelijke verplichtingen worden apart gerapporteerd aan de betreffende instanties. Het gebruik de SRE-monitor voor bodemtaken is de laatste jaren afgebouwd omdat ze niet goed aansluiten bij de Helmondse praktijk. Vanaf dit verslag worden alleen nog de indicatoren voor ondergrondse opslagtanks (BOOT) gebruikt. Voor het overige geven de getallen in het jaarverslag of wettelijke rapportages voldoende inzicht in de stand van zaken.

7.1

Aanpak werkvoorraad bodemsanering

In 2005 zijn op locaties die onderdeel zijn van de werkvoorraad bodemsanering de volgende relevante acties uitgevoerd door het bevoegd gezag of derden: - 75 x oriënterend bodemonderzoek om een vermoeden van bodemverontreiniging te bevestigen; - 25 x nader bodemonderzoek om een verontreiniging en de risico's ervan in kaart te brengen - 12 x bodemsanering afgerond De meest in het oog springende saneringsprojecten die in 2005 uitgevoerd zijn, zijn langlopende projecten die in voorgaande jaren reeds opgestart zijn. De belangrijkste saneringsprojecten in 2005 waren "Hoogeindsestraat 49, Hatema/Suytkade", "Sassenbuurt, Zonnekwartier/Binnenstad-Oost" en "Kanaaldijk NW 115 deel Vehobo". De onderzoeken en saneringen worden deels uitgevoerd met rijksmiddelen. In 2005 is de verantwoording over de budgetperiode 2000-2004 aangeleverd bij het rijk. Het betreft hier de ISVmiddelen vanuit het GroteStedenBeleid voor het stedelijk gebied en de Wbb-middelen voor het landelijk gebied. Ondermeer vanwege de aanwezigheid van bedrijvigheid met asbest in het verleden, wordt in Helmond regelmatig asbest in de grond aangetoond. Op grond van het meerjarenontwikkelingsprogramma voeren de gemeente onderzoek uit naar de asbestproblematiek. Sinds 2005 wordt daarom deelgenomen aan de landelijke projectgroep Asbest. Deze projectgroep stelt saneringscriteria op voor asbest in de bodemen geeft aan hoe asbest in de werkvoorraad bodem verwerkt moet worden. In Helmond komt ook relevante grondwaterverontreiniging voor in het diepe grondwater. Vanwege onduidelijkheden over de oorzaak (één of meerdere bronnen?) en de eigendomssituatie (diep grondwater is van iedereen) is het zinvol de haalbaarheid van gebiedsgericht beheer van verontreinigd grondwater te verkennen. In 2005 is daarom met subsidie van SKB een project gestart waarin door een consortium van elf bevoegde gezagen Wet bodembescherming (waaronder Helmond) een handreiking voor Gebiedsgericht beheer van verontreinigd grondwater is opgesteld. Naast de programmatische aanpak van bodemverontreiniging, is ook gewerkt aan ad hoc bodemonderzoeken b.v. in het kader van de aan- en verkoop van grond, de aanvraag van een bouwvergunning en als voorbereiding op de uitvoering van werken (partijkeuringen voor grondverzet).

7.2

Bevoegd gezagtaken Wet bodembescherming

Beschikkingen Door het bevoegde gezag is in acht gevallen de ernst van verontreiniging en urgentie tot sanering vastgesteld. In vijf van die gevallen was ook een saneringsplan ingediend dat is beoordeeld. In twaalf gevallen is een evaluatieverslag van een bodemsanering beoordeeld. Een drietal zorgplichtgevallen (verontreinigingen ontstaan na 1987) is in 2005 ongedaan gemaakt. Daarnaast is in 2005 één nieuw zorgplichtgeval bekend geworden.

Juridische toets Bij 10 gevallen van bodemverontreiniging is een juridische toets uitgevoerd om vast te stellen of de veroorzaker of schuldig eigenaar te achterhalen is. Indien dat het geval is wordt contact gezocht om te bezien op welke wijze/termijn de "probleembezitter" de bodem wil saneren en of hij in aanmerking komt voor een vorm van cofinanciering. In een geval heeft dat geleid tot het uitvoeren van een nader


22

bodemonderzoek en het opstellen van een bodemsaneringplan. Het bevelsinstrumentarium is in 2005 niet ingezet.

Handhaving Bij alle uitgevoerde bodemsaneringen zijn tijdens de uitvoering één of meerdere malen controles uitgevoerd door de SRE Milieudienst. Daarbij zijn geen overtredingen geconstateerd waarvoor een handhavingstraject moest worden ingezet. Verder is gedurende het hele jaar “vrije veldtoezicht” uitgevoerd. In de periode juni-juli 2005 heeft de VROM-inspectie Regio Zuid onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het toezicht op de uitvoering van bodemsaneringen in Helmond. Het rapport met de bevindingen is door het aangeboden bij College en gemeenteraad. Uit de rapportage blijkt dat de gemeente Helmond het toezicht op bodemsaneringen in eigen beheer op matig/voldoende (2004) tot voldoende (2005) wijze uitvoert. Als reactie op het rapport zijn twee maatregelen genomen: - Het minimale aantal controlemomenten in het veld per sanering is uitgebreid naar twee. Aan MDRE is opdragen dat in elk geval een van de veldcontroles moet worden uitgevoerd tijdens de uitkeuring van de saneringslocatie. - Met ingang van 2006 is expliciet een budget in het Milieuwerkplan opgenomen voor steekproefsgewijs controleonderzoek. Onze toezichthouder beschikt al over de mogelijkheid een bodemsanering ook door eigen bodemonderzoek te verifiëren indien aan de kwaliteit van de uitvoering wordt getwijfeld. Tot op heden werd de inzet van dit controlemiddel echter niet nodig geacht. In het geval er ook in de toekomst geen aanleiding is aan de uitvoering te twijfelen, zal toch steekproefsgewijs controleonderzoek worden uitgevoerd.

7.3

Besluit Verbond

Bedrijven kunnen op grond van een convenant tussen overheid en bedrijfsleven meedoen aan de zogenoemde BSB-operatie (Bodem Sanering Bedrijfsterreinen). Zij doen dan op vrijwillige basis onderzoek naar bodemverontreinigingen op hun bedrijventerrein. De onderzoeksrapporten worden beoordeeld door de Stichting BSB Zuid die zonodig ook de bodemsanering begeleidt. Voor de bodemsanering op bedrijfsterreinen is een subsidieregeling beschikbaar. De BSB geeft per kwartaal aan de gemeente door welke mutaties (deelnemers, weigeraars etc) zich hebben voorgedaan. Wanneer een bedrijf niet (tijdig) meedoet aan de BSB-operatie zet de gemeente op grond van het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen (Besluit Verbond) flankerend beleid in. Als gevolg daarvan zijn in 2005 van 25 bedrijven bodemonderzoeksrapporten ontvangen. Er zijn 40 vooraankondigingen naar bedrijven toegestuurd waarin de gemeente het voornemen kenbaar maakt een aanwijzing te geven binnen een termijn van 6 maanden een bodemrapport in te dienen. Bij 15 bedrijven was het daarna nodig de aanwijzing daadwerkelijk te geven. Het project wordt in 2006 voorgezet.

7.4

Bouwstoffenbesluit

In 2005 zijn zes melding afgehandeld van een voornemen om secundaire bouwstoffen te gebruiken in een werk. Het ging om zogenaamde paraplumeldingen die weer hebben geleid tot een 12-tal submeldingen. Het vrije veldtoezicht wordt gestructureerd uitgevoerd. Hierover zijn intern en met de Milieudienst Regio Eindhoven afspraken over gemaakt. Tijdens het toezicht zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Er is een tijdelijk depot ingericht voor het opslaan van niet verontreinigde grond.

7.5

Ondergrondse brandstoftanks: besluit BOOT

Het aantal tanks bij particulieren is gering. In 2006 zal een project worden gestart om de vinger aan de pols te houden voor wat betreft het blijvend naleven van de regels. De controle van opslagtanks bij bedrijven is geregeld via het regulier toezicht Wet milieubeheer.


23

8. Energie In 2005 is uitvoering gegeven aan het in 2004 is door het college van Burgemeesters en Wethouders vastgestelde projectenboek Klimaatbeleid voor de periode 2005 tot 2008. Het klimaatbeleid bestaat nu nog uit een aantal gedefinieerde projecten maar zal verankerd worden in het in 2006 op te stellen milieubeleidsplan 2006-2010.

Thema Woningbouw Eén van de projecten binnen het thema "Woningbouw" is het verlagen van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van nieuwbouwwoningen. De EPC geeft in een getal de energetische waarde van de woning weer. In 2005 zijn bij de bestemmingsplannen voor Heiakker, Hoge akkers/Barrier zuid en Brandevoort II waar mogelijk gemeentelijke randvoorwaarden hierover meegenomen. Eind 2005 is de bespaarwinkel opgestart waarin voorlichting en informatie met name over comfort, lagere stookkosten en kwaliteitsverbetering wordt gegeven. In het voorontwerp bestemmingsplan Brandevoort II is opgenomen dat wordt gestreefd naar een energieprestatie op locatie van 7,0 door toepassing van een EPN waarde van 0,8 of lager te realiseren middels energiezuinige proefprojecten. Thema Bedrijven en utiliteitsbouw Binnen het thema "Bedrijven en utiliteitsbouw" is in 2005 een begin gemaakt met het onderzoeken van de mogelijkheden van parkmanagement bij het industrieterrein Hoogeind. Thema Duurzame energie Bij duurzame energie valt te denken aan bio-energie, windenergie en gebouwgebonden maatregelen zoals zonnecollectoren, zonnepanelen en warmtepompen. De gemeente Helmond neemt op actieve wijze deel aan het project DÉ-Regio (Duurzame Energie) dat wordt uitgevoerd door het Servicepunt Energie van de SRE Milieudienst. Het hoofddoel van het project is de regionale aanpak van duurzame energie. In 2005 is o.a. gekeken naar de mogelijkheid van aanlevering van houtsnippers aan een biomassa centrale en is een verkenning uitgevoerd naar de ontwikkeling van biomassa in de toekomst. De onderzoeksresultaten worden in regionaal verband meegenomen, lokaal zijn er te weinig aanknopingspunten om daadwerkelijk hierin verder te gaan. Thema gemeentelijke gebouwen Eén van de projecten binnen het laatste thema van het klimaatbeleid, "Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen" is het invoeren van energiezorg voor de gemeentelijke gebouwen. Door het invoeren van energiezorg zijn aanzienlijke besparingen te realiseren op het totale energieverbruik. Fase 1 en 3 van het stadskantoor zijn in 2005 gerenoveerd. Hierbij is energiebesparing meegenomen. Ook de verlichting van binnensportaccommodaties is aangepakt en ook hier is gekeken naar het energieverbruik en zijn voorstellen uitgevoerd (o.a. energiezuinige lampen, tijdschakelaars ed) die tot besparingen zullen leiden.


24

9. Eindconclusie Een groot aantal taken uit het milieuwerkplan 2005 c.q. het Milieubeleidsplan Helmond Op Groen is helemaal of grotendeels volgens planning uitgevoerd. De belangrijkste acties zijn hieronder genoemd:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Afstemming tussen de MDRE en het NMCH door middel van overleg dat 4 maal per jaar plaatsvindt. Secretariaat milieucommunicatieplatform Voorbereiding en uitreiking Milieuprijs Vergunningprocedure in het kader van de verruimde reikwijdte Reguliere vergunningverlening De uitvoering van bedrijfscontroles en eventuele hercontroles; Klachtenafhandeling Voorbereiding en verslaglegging handhavingsprojecten Advisering ruimtelijke ordening en grondzaken (onder meer de advisering in het kader van het bestemmingsplan) Uitvoering van geluidstoetsen Vooroverleg in het kader van het Bouwstoffenbesluit; Handhaving Bouwstoffenbesluit Uitvoering Wet bodembescherming (controle saneringen, Wbb beschikkingen, juridische toetsen etc) Beleidsontwikkeling Wet bodembescherming Aanschrijvingen in het kader van het Besluit Verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen Uitvoering BOOT Behandeling aanvragen Bedrijvenregeling Beoordeling bodemonderzoeken en –saneringen Controle afvalwaterlozingen Uitvoering projecten in het kader van het klimaatbeleid

De volgende bijzonderheden, ten opzichte van bovenstaande opsomming van acties, hebben zich voorgedaan:

• • • • • • • •

Uitvoering van de milieuenquête heeft in 2005 wederom niet plaatsgevonden; Het aantal verleende vergunningen was hoger dan geraamd en ook het aantal meldingen ingevolge artikel 8.19 Wm was hoger dan geraamd. Voor wat betreft de meldingen ingevolge artikel 8.42 van de Wet milieubeheer zijn er meer behandeld dan oorspronkelijk was ingeraamd Er zijn 19 controles méér uitgevoerd dan er oorspronkelijk waren ingepland Sinds 2005 wordt met de advisering in het kader van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer ook onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de lucht en externe veiligheid. De actualisatie van de geluidboekhouding van Hoogeind en BZOB is in 2005 afgerond In 2005 zijn er geen nieuwe aanmeldingen of vooraanmeldingen gedaan in het kader van de ‘interim-bedrijvenregeling’ Van de in totaal 869 ondergrondse tanks bij particulieren, die zich binnen de gemeentegrenzen bevinden, zijn er nog slechts 14 waarvan onduidelijk is of zij aan BOOT voldoen.


25

Bijlage I

Milieujaarverslag 2005

1 Doelstellingen, acties en monitoring 2005 De indicatoren die deel uit maken van de Milieumonitor Helmond zijn in onderstaand overzicht aangevuld met indicatoren die zijn opgenomen in de regionaal vastgestelde SRE Monitor. Daar waar de indicatoren elkaar overlappen, is de omschrijving aangehouden die in de regionaal vastgestelde monitor wordt gehanteerd. Overigens is tijdens het invullen van de monitor gebleken dat de informatie ten aanzien van een groot aantal regionale indicatoren niet bekend is (niet bijgehouden wordt).

1.1

Algemeen

1.1.1 • • •

1.1.2 • • • •

Acties

Opstellen milieuwerkprogramma incl. voortgangsbewaking en monitoring Afstemming gemeente Helmond – SRE Milieudienst incl. alg. ondersteuning Calamiteiten en onvoorziene werkzaamheden

Monitoring 2005 (peildatum 1 januari 2006):

Aantal inwoners: 85.691 Aantal woningen: 36.116 Aantal bedrijven: 3.138 Oppervlakte gemeente: 5.457 ha


26

1.2

Milieucommunicatie

1.2.1 • • • • • • •

•

Het versterken van bewustwording bij burgers en bedrijven en het vergroten van de betrokkenheid door (gestructureerde) communicatie (voorlichting, natuur- en milieueducatie, milieudialoog) Het verbeteren van interne milieucommunicatie: gemeenteambtenaren goed informeren over milieubeleid en een gedragsverandering stimuleren Het verbeteren van de (gestructureerde) dialoog tussen gemeente en intermediairen (GGD, brandweer, politie) In het onderwijs streven naar een gedragsverandering van het kind ten gunste van natuur en milieu Een gedragsverandering bij volwassenen stimuleren door inzet van het Natuur- en Milieucentrum Helmond en steun aan het Ecoteam-programma Het, in samenwerking met de diverse doelgroepen, verder ontwikkelen van een Lokale Agenda 21, waarbij het initiatief zoveel mogelijk bij de betreffende doelgroepen zou moeten liggen. Bijzondere aandacht schenken aan milieuvriendelijke initiatieven

1.2.2 • • • • •

•

•

• •

Acties:

Verstrekken algemene milieu-informatie (i.s.m. intermediaire organisaties als de GGD) Natuur- en milieueducatie (incl. voorlichtingsproject interne milieuzorg op scholen) Onderhouden dialoog met het milieucommunicatieplatform en de klankbordgroepen Uitvoeren milieuenquête (I.v.m. capaciteitsproblemen in 2002 t/m 2005 niet uitgevoerd) Uitreiking milieu prijs Helmond. (Deze is in 2002 en 2005 uitgereikt.)

1.2.3 •

Doelstellingen:

Monitoring 2005:

Aantal maal en soort voorlichting dat is gegeven over milieuonderwerpen aan burgers in Helmond door het natuur- en milieucentrum, de gemeente of de SRE Milieudienst (specifieke voorlichtingsacties ). Deze indicator is in de praktijk moeilijk in te vullen omdat niet exact is aangegeven wat tot een voorlichtingsactie wordt gerekend. Vandaar dat bij de aanpassing van de milieumonitor is voorgesteld om deze indicator te laten vervallen. Vooruitlopend op een besluit hierover, is de indicator voor 2002 t/m 2005 niet ingevuld. Aantal maal en soort voorlichting dat is gegeven over milieuonderwerpen aan bedrijven in Helmond door het natuur- en milieucentrum, de gemeente of de SRE Milieudienst (specifieke voorlichtingsacties ). Deze indicator is in de praktijk moeilijk in te vullen omdat niet exact is aangegeven wat tot een voorlichtingsactie wordt gerekend. Vandaar dat bij de aanpassing van de milieumonitor is voorgesteld om deze indicator te laten vervallen. Vooruitlopend op een besluit hierover, is de indicator voor 2002, 2003 en 2004 niet ingevuld. Aantal kinderen van het basisonderwijs dat een les heeft gevolgd van het natuur- en milieucentrum. Excursies in natuurtuin De Robbert: 395 Helmondse leerlingen Aantal keren dat materiaal is uitgeleend van het natuur- en milieucentrum aan scholen 213 keer (incl. verenigingen en particulieren) Aantal ecoteams in Helmond Geen.


27

1.3

Bedrijven

1.3.1 • • • • • • • • • • • • • •

Het actueel houden van het inrichtingen bestand De communicatie met bedrijven, omwonenden en intermediairen verbeteren De afstemming met andere bevoegde overheden verbeteren Het instandhouden van het adequate niveau van vergunningverlening bij bedrijven (incl. actualisatie) Het tijdig nemen van een besluit naar aanleiding van vergunningaanvragen (binnen de in de Algemene Wet bestuursrecht genoemde termijnen) Het toepassen van een vergunning op hoofdzaken bij de inrichtingen die hiervoor in aanmerking komen De verdere invoering van GIM bij de gemeente en gemeentelijke gebouwen Het instandhouden van het adequate niveau van meldingen Het instandhouden van het adequate niveau van handhaving Het op gemeentelijk niveau instellen van een integraal handhavingsteam Het terugdringen van de ammoniakemissie van de agrarische bedrijven in Helmond Het stimuleren van de preventie van afval en emissies bij bedrijven Het beperken van het aantal klachten door de uitvoering van een goed milieubeleid

1.3.2 • • • • • • • • • •

Acties:

Voorlichting ten behoeve van bedrijven en omwonenden (middels bedrijfsconsulent en/of informatieavonden ) Verlenen van milieuvergunningen (rekening houdend met interne milieuzorg, doelgroepenbeleid, milieuzonering etc.) . Ontwikkelen referentieniveaukaart Implementatie van het plan van aanpak voor gemeentelijke interne milieuzorg (uitvoeren van maatregelen) Behandelen van meldingen Ontwikkelen en uitvoeren van een integraal horecabeleid (incl. evenementenbeleid) Toezicht en handhaving bij bedrijven Vaststellen en uitvoeren preventiebeleidsplan Het integraal (samen met b.v. de GGD) behandelen van klachten

1.3.3 •

Doelstellingen:

Monitoring 2005:

Aantal inrichtingen per categorie (meldingplichtig en vergunningplichtig) in het kader van de Wet Milieubeheer. (peildatum: 7-4-2005.

Vergunningplichtig Meldingplichtig Totaal

Cat. A 10 782 792


Cat. B 112 615 727

Cat. C 117 131 248

28

Cat. D 78 12 90

Totaal 317 1540 1857

Gegevens agrarische sector

Aantal

Agrarische bedrijven Totaal Veeteeltbedrijven Totaal Veeteeltbedrijven, melkveehouders Veeteeltbedrijven, varkenshouders Veeteeltbedrijven, pluimveehouders Veeteeltbedrijven, overig Glastuinbouwbedrijven Akkerbouwbedrijven

86 61 18 14 4 25 6 2201

• Planning en realisatie vergunningverlening en meldingen Omschrijving Wm-vergunningen gepland in categorie A Wm-vergunningen gepland in categorie B Wm-vergunningen gepland in categorie C Wm-vergunningen gepland in categorie D

Aantal 2 16 9 13

Wm vergunningen gepland cat A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen gepland cat A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen gepland cat A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen gepland cat A i.h.k.v. verruimde reikwijdte

11 19 6 2

Meldingen in het kader van artikel 8.19 gepland (alle categorieën) Meldingen 8.19 gepubliceerd (verdeeld over categorieën)

10 31

Wm-vergunningen verleend in categorie A Wm-vergunningen verleend in categorie B Wm-vergunningen verleend in categorie C Wm-vergunningen verleend in categorie D

3 14 29 10

Wm vergunningen verleend cat. A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen verleend cat. A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen verleend cat. A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm vergunningen verleend cat. A i.h.k.v. verruimde reikwijdte Wm-vergunningen ingetrokken / wijziging voorschriften

3 11 6 11

Percentage van het totaal aantal vergunningplichtige inrichtingen dat per 31 december van het Verslagjaar beschikte over een toereikende vergunning. Totaal vergunningplichtig: 317 Geen toereikende vergunning: 35 Percentage toereikend: 74%


29

• Aantal meldingen art. 8.41 Wm gepland en afgewerkt per categorie Omschrijving Aantal AMvB-meldingen gepland in categorie A 31 AMvB-meldingen gepland in categorie B 59 AMvB-meldingen gepland in categorie C 22 AMvB-meldingen gepland in categorie D 2 Standaard specialistisch onderzoek gepland 38 Opleggen nadere eisen gepland 11 AmvB-meldingen afgewerkt in categorie A AMvB-meldingen afgewerkt in categorie B AMvB-meldingen afgewerkt in categorie C AMvB-meldingen afgewerkt in categorie D Standaard specialistisch onderzoek Opleggen nadere eisen

1 19 1 5

• Aantal geplande controles per categorie Soort controle Geplande integrale controles categorie A Geplande integrale controles categorie B Geplande integrale controles categorie C Geplande integrale controles categorie D

Aantal 4 105 49

Geplande riscontrole categorie A Geplande riscontrole categorie B Geplande riscontrole categorie C Geplande riscontrole categorie D

25 21 32

Geplande basiscontrole categorie A Geplande basiscontrole categorie B Geplande basiscontrole categorie C Geplande basiscontrole categorie D

31 37 6

e

9 7 11

e

2 1 3

e

35 28 20

e

7 5 4

1 hercontrole risbedrijf categorie A e 1 hercontrole risbedrijf categorie B e 1 hercontrole risbedrijf categorie C e 1 hercontrole risbedrijf categorie D 2 hercontrole risbedrijf categorie A e 2 hercontrole risbedrijf categorie B e 2 hercontrole risbedrijf categorie C e 2 hercontrole risbedrijf categorie D 1 hercontrole categorie A e 1 hercontrole categorie B e 1 hercontrole categorie C e 1 hercontrole categorie D 2 hercontrole categorie A e 2 hercontrole categorie A e 2 hercontrole categorie A e 2 hercontrole categorie A


30

• Aantal uitgevoerde controles per categorie Soort controle Uitgevoerde integrale controles categorie A Uitgevoerde integrale controles categorie B Uitgevoerde integrale controles categorie C Uitgevoerde integrale controles categorie D

Aantal 18 107 33

Uitgevoerde riscontrole categorie A Uitgevoerde riscontrole categorie B Uitgevoerde riscontrole categorie C Uitgevoerde riscontrole categorie D

64

Uitgevoerde basiscontrole categorie A Uitgevoerde basiscontrole categorie B Uitgevoerde basiscontrole categorie C Uitgevoerde basiscontrole categorie D

2 65

e

25

e

1

e

31 32 13

2 hercontrole categorie A e 2 hercontrole categorie B e 2 hercontrole categorie C e 2 hercontrole categorie D

e

1 2 2

Controle Heistraat

4

Aard actie Toepassen bestuursdwang Effectueren sanctie dwangsom Inningscontrole Processen verbaal

Aantal 15 2 (aantal dwangsommen die geïnd zijn) 8 5

1 hercontrole risbedrijf categorie A e 1 hercontrole risbedrijf categorie B e 1 hercontrole risbedrijf categorie C e 1 hercontrole risbedrijf categorie D 2 hercontrole risbedrijf categorie A e 2 hercontrole risbedrijf categorie B e 2 hercontrole risbedrijf categorie C e 2 hercontrole risbedrijf categorie D 1 hercontrole categorie A e 1 hercontrole categorie B e 1 hercontrole categorie C e 1 hercontrole categorie D


31

•

Aantal klachten over bedrijven per soort klacht (geluid, geur, afval, overig)

Klachttype Algemeen Bodemverontreiniging (incl. ondergrondse tanks) Hondenpoep Lozingen in riool/waterverontreiniging Ongedierte (wespen e.d.) Parkeren van (vracht)auto’s Opslag en uitrijden van mest Diversen (overig) Geluidsoverlast Bedrijven (geen horeca) Horeca en evenementen Bouwen Verkeer Overig Luchtverontreiniging/stank Bedrijven (geen horeca) Horeca Allesbranders/kachels (stank woning) Overig Vervuiling/afval Vuilniszakken/GFT- containers In en om woningen Kanalen/sloten enz. Huis- en zwerfvuil Asbest Autowrakken Afval verbranden Afval van bedrijven Overig (illegale stort) Overige klachten Klachten provinciale bedrijven Natuurbescherming dieren en planten Flora en fauna Vuurwerk (opslag, gebruik) RO

SRE Milieudienst

Politie

2

166

1 1 4

14 2 2

37 33 1 2

30 44

37 3 16

33 56 -

4

62 13 66 7 -

38 -

290 38 20 6

Aantal klachten ingekomen bij de SRE Milieudienst verdeeld volgens de categorie-indeling van de SRE-basismonitor Soort klacht Aantal Inrichtingsgebonden klachten (gemeentelijk en provinciale 175 bedrijven) Niet- inrichtingsgebonden klachten 38 Klachten over provinciale bedrijven 38 Klachten stankoverlast 38 Klachten zwerfvuil 0 Klachten geluidsoverlast 49 Klachten riool / waterverontreiniging 3 Klachten hondenoverlast 0 Klachten afvalstoffen 4 Milieuklachten overig 44 Bedrijven waarover per jaar meer dan 5 klachten zijn binnen 3 gekomen

•


32

1.4

Ruimtelijke Ordening

1.4.1 • • •

Verdere integratie van milieu en ruimtelijke ordening waarbij met meerdere milieu-aspecten rekening wordt gehouden Het ontwikkelen van een gebiedsgericht milieubeleid ten aanzien van milieu-aspecten waarbij dit mogelijk is Het zoveel mogelijk realiseren van duurzame bedrijventerreinen met een integrale milieuzonering waarmee rekening wordt gehouden bij vestiging en uitbreiding van bedrijven

1.4.2 • • •

Doelstellingen:

Acties:

Uitbreiden en toepassen van de MIRO-checklist bij nieuwe ontwikkelingen en renovatie- of herstructureringsprojecten (vernieuwd beleid) Ontwikkelen gemeentelijk geluid beleid (Stopgezet i.v.m. budgetproblemen en de ontwikkeling van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai) De mogelijkheden onderzoeken van een geografisch systeem voor de registratie van milieu- en ecologische gegevens (nieuw beleid)


33

1.5

Bouwen en wonen

1.5.1 • •

Verdere integratie van milieu en bouwen waarbij met meerdere milieu-aspecten rekening wordt gehouden Het aantal projecten waarbij duurzaam wordt gebouwd, beheerd, gerenoveerd en gesloopt uitbreiden.

1.5.2 • •

• •

Doelstellingen:

Acties:

Uitbreiden van de milieutoets voor bouwplannen (afval) en toepassen van deze toets Het huidige convenant Duurzaam Bouwen vervangen door het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en uitbreiden voor de sectoren stedenbouw, gebouwbeheer, utiliteitsbouw (bedrijven), bestaande bouwen wegen waterbouw (vernieuwd beleid) Het ontwikkelen en toepassen van een milieukeurmerk voor bestaande woningen (nieuw beleid) Voorlichting ten aanzien van duurzaam bouwen en beheren (nieuw beleid)


34

1.6

Verkeer en vervoer

1.6.1 • •

Het, in overleg met andere instanties, verbeteren van alternatieven voor het personen- en vrachtvervoer over de weg (openbaar vervoer, carpoolen, fietsen, binnenvaart, spoorvervoer) Het terugdringen van het aantal woningen dat een te hoge geluidsbelasting ondervindt als gevolg van wegen/of railverkeerslawaai

1.6.2 • • •

Doelstellingen:

Acties:

Beheer en actualisatie verkeersmilieukaart Onderzoek en begeleiding sanering verkeerslawaai (incl. klachtenbehandeling) . Rapportage betreffende de luchtkwaliteit

1.6.3

Monitoring 2004:

Percentage van het totale woningenbestand dat op 31 december van het planjaar een te hoge geluidsbelasting ondervindt als gevolg van wegen/of railverkeerslawaai. De basis voor het antwoord op deze vraag vormt het saneringsprogramma en de zogenaamde A-, B- en rail/ijsten die in het kader hiervan zijn opgesteld. Deze lijsten zijn gebaseerd op gegevens uit 1986. Woningen op de A-lijst voor sanering: 632 Woningen op de B-lijst voor sanering: 789 Woningen op de rail/ijst voor sanering: 759

•

Bij nieuwbouw of reconstructies na deze datum wordt rekening gehouden met mogelijke geluidsoverlast, waardoor nieuwe saneringsgevallen worden voorkomen. Het is echter wel mogelijk dat door een toename van de verkeersdruk op bestaande wegen extra knelpunten zijn ontstaan. Deze extra knelpunten kunnen, voor zover het wegen betreft die in het regionale verkeersmodel zijn opgenomen, worden gesignaleerd wanneer de verkeersmilieukaart is geactualiseerd. Weqverkeerslawaai: In de periode 2000-2002 is de B-lijst geactualiseerd en bevat thans 734 woningen. In 2004 zijn er geen woningen gesaneerd. A-lijst: in totaal gesaneerd 285 woningen, resteert 347 woningen B-lijst: in totaal gesaneerd 1 woning: resteert 733 woningen In 2003 zijn 2 saneringsprojecten opgestart. Het betreft het project Parkweg (47 woningen) en het project Deurneseweg (4 woningen). Om budgettaire redenen zijn deze werkzaamheden in 2004 stilgelegd. Railverkeerslawaai: De rail/ijst bevat per begindatum 759 woningen. De rail/ijst is aangepast medio 2001. De rail/ijst bevat per die datum 83 woningen meer. Het totaal komt daarmee op 842 woningen. In 2004 zijn geen woningen van de rail/ijst gesaneerd, waardoor het totaal aantal woningen op 842 blijft.

• •

Aantal klachten over verkeers- of spoorweg lawaai Zie klachtenoverzicht Lengte wegen met overschrijding grens- en streefwaarden luchtkwaliteit Op 1 wegvak overschrijding van de grenswaarden.


35

1.7

Bodem

1.7.1 • • • • • •

1.7.2 • • • • • • • •

Doelstellingen:

Het actief saneren van bodemverontreiniging en het voorkomen van nieuwe gevallen Het actief bodem beheer verder ontwikkelen De uitvoering van het BOOT op adequaat niveau brengen en houden Het actueel houden van een bodeminformatiesysteem waarmee relevante bodeminformatie ten behoeve van b.v. ruimtelijke ontwikkelingen kan worden verschaft Het saneren van zoveel mogelijk verontreinigde locaties, binnen de daarvoor beschikbare middelen Het ontwikkelen van gemeentelijk beleid ten aanzien van de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit

Acties:

Handhaving in het kader van het Besluit Opslag in Ondergrondse Tanks Het uitvoeren van bodemonderzoek en -saneringen in het kader van planontwikkeling (incl. voorlichting/communicatie en bijwerken bodeminformatiesysteem) Onderzoek naar de relatie tussen bodemkwaliteit en ecologische kwaliteit en de mogelijkheid om hiermee rekening te houden bij de prioriteitsstelling rond bodemsaneringen (nieuw beleid) Toetsen van meldingen in het kader van het Bouwstoffenbesluit (nieuw beleid) Opzetten en onderhouden van een registratiesysteem voor meldingen op grond van het Bouwstoffenbesluit (nieuw beleid) Verzorgen van voorlichting in het kader van het Bouwstoffenbesluit (nieuw beleid) Controle en toezicht op de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit (nieuw beleid)

1.7.3

Monitoring 2005:

-Aantal geregistreerde tanks bij particulieren:

860

-Waarvan niet relevant (bovengronds)

1

-Waarvan aantal dat voldoet aan BOOT: -waarvan aantal buiten gebruik: -waarvan aantal in gebruik: -waarvan in/buiten gebruik onbekend:

833

-Waarvan aantal dat niet voldoet aan BOOT: -waarvan aantal in gebruik: -waarvan in/buiten gebruik onbekend: -waarvan niet in gebruik:

12

-Waarvan aantal onduidelijk of wel/niet voldoet aan BOOT: -waarvan mogelijk in gebruik -waarvan buiten gebruik,gesaneerd zonder KIWA-certificaat: -waarvan onbekend wel/geen tank aanwezig (geweest)

14

-Aantal in 2005 gesaneerde tanks bij particulieren:


36

830 0 3

0 3 9

1 11 2 1

Aantal geregistreerde tanks bij bedrijven

322

-waarvan in gebruik -waarvan niet in gebruik -waarvan onbekend wel/niet in gebruik

132 171 21

-Aantal in 2005 gesaneerde tanks bij bedrijven:


37

1

1.8

Energie

1.8.1 • •

Verlagen van de energieprestatiecoêfficiënt (EPC) voor woningbouw tot 0,9 in 2002 Realisatie van een EPL-waarde van 7,0 voor alle grotere nieuwbouwlocaties waar nog keuzen moeten worden gemaakt t.a.v. de energievoorziening

1.8.2 • •

Doelstellingen:

Acties:

Actualiseren van het energiebeleidsplan (uitbreiden van het uitvoeringsprogramma, gebruik "groene stroom", formuleren doelstellingen en indicatoren) (nieuw beleid) Projecten ontwikkelen waarbij zonne-energie wordt toegepast (uitvoering convenant) (nieuw beleid)

1.8.3

Monitoring 2004:

• Totaal vermogen aan zonne-energie in MW Onbekend • Aantal en soort voorlichtingsactiviteiten m.b.t. energie Deze indicator is in de praktijk moeilijk in te vullen omdat niet exact is aangegeven wat tot een voorlichtingsactie wordt gerekend. Vandaar dat bij de aanpassing van de milieumonitor zal worden voorgesteld om deze indicator te laten vervallen. Vooruitlopend op een besluit hierover, is de indicator voor 2002 t/m 2005 niet ingevuld. • Aantal woningen dat voldoet aan de energieprestatienorm Deze indicator is in de praktijk moeilijk in te vullen. Alle nieuwe woningen voldoen in elk geval aan de energieprestatienorm. Bij de aanpassing van de milieumonitor zal worden bezien of de indicator kan worden aangepast.


38

Milieujaarverslag Helmond 2005

Recommend Documents