Meerjarenperspectief 2015-2020 Extra bezuinigingen
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Waar komen we vandaan ? ..................................................................................................................... 3 Verwacht tekort....................................................................................................................................... 5 Bezuinigingsvoorstellen........................................................................................................................... 8
Meerjarenperspectief 2015-2020
2
Inleiding Net als bij de gemeenten staat de begroting VRZ al geruime tijd onder financiële druk. In totaal bedraagt de taakstelling structureel ± 20% ten opzichte van de budgetten van voor de regionalisering (peiljaar 2010). Toch zijn wederom de budgetten en processen tegen het licht gehouden om te bezien welke maatregelen nog mogelijk zijn om nieuwe bezuinigingen en dus een sluitende meerjarenraming te realiseren. Op onderdelen zijn in het kader van eerdere efficiencyverbeteringen maatregelen genomen om te komen tot een andere manier van werken. Als voorbeelden worden in dit verband genoemd Maatwerk in brandweerzorg en de verschuiving van de uitvoerende controletaak naar thematisch werken bij risicobeheersing. Ook de samenvoeging van Materieel, Techniek en Logistieke werkzaamheden in 3 servicecentra heeft geleid tot harmonisatie van processen Vanuit Rijk worden meer eisen opgelegd om fysieke veiligheid ook tussen veiligheidsregio’s onderling ( bovenregionaal) te kunnen borgen., VRZ wil de fysieke veiligheid in onze regio met het tweede (grote) risicoprofiel van Nederland zo goed mogelijk waarborgen om met name bij crises adequaat te kunnen optreden. Dit stel t eisen aan de organisatie qua formatie en competenties. De notitie kan als voorbereiding beschouwd worden op de totstandkoming van de begroting 2016. De behandeling van de begroting 2016 staat gepland voor het AB in juli 2015. Het interne proces binnen VRZ voor de totstandkoming van deze begroting is gestart. VRZ ziet op basis van diverse ontwikkelingen omvangrijke tekorten op zich afkomen, die vragen om zo vroeg mogelijke actie. De ramingen moeten beschouwd worden als voorlopige cijfers, die nog wijziging kunnen ondergaan bij het opstellen van de definitieve begroting 2016. De begroting 2015 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur en ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland. De begroting 2015 en de bijbehorende meerjarenraming zijn niet sluitend. Ten behoeve van een gezonde bedrijfsvoering is het noodzakelijk op korte termijn maatregelen te nemen om te komen tot een sluitende (meerjaren)begroting 2015. GS heeft gesteld dat met betrekking tot de begroting 2016 geen sprake mag zijn van een opschuivend perspectief met betrekking tot het ontstaan van een structureel en reëel evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenraming. Anders komt VRZ in 2016 onder preventief toezicht te staan.
Waar komen we vandaan ? Hieronder wordt een globaal beeld geschetst van het verloop van de begrotingen tot nu toe:
Begroting 2011, 2012, 2013 en 2014 De begroting 2013 was gebaseerd op de gemeentelijke budgetten van 2010. In de begrotingen 2011, 2012, 2013 en 2014 is een korting toegepast van 2% per jaar en is er geen compensatie van inflatie toegepast. Dit in tegenstelling tot andere gemeenschappelijke regelingen waar dit wel is gecompenseerd. Ook zijn de gevolgen verwerkt van teruglopende BDUR-inkomsten van het Rijk en van de ontoereikende compensatie in de BDUR voor de afschaffing van de BTW compensatie voor Veiligheidsregio’s. De ontvangen compensatie in de BDUR voor de afschaffing van de BTWcompensatie was niet toereikend om de BTW-component op de investeringen af te dekken.
Meerjarenperspectief 2015-2020
3
De investeringsbudgetten 2015-2019 zijn om die reden niet gecorrigeerd voor de BTWcomponent. Dit betekent in feite een extra taakstelling voor VRZ.
Werkelijke lasten zonder bijbehorende overgedragen budgetten VRZ is sinds de regionalisering geconfronteerd met kosten waarvoor door de gemeenten bij de regionalisering van de brandweer geen budgetten zijn overgedragen. Voorbeelden hiervan zijn: -
-
-
VRZ heeft in 2013 een afdeling bedrijfsvoering opgebouwd, waarvoor de formatieruimte grotendeels bij de gemeenten is achtergebleven. De formatieruimte is voornamelijk verkregen door te schrappen in formatie van het primaire proces; In 2017 zullen voertuigen vervangen moeten worden die samenhangen met de veiligheid in de Westerscheldetunnel, die bij de bouw van de tunnel zijn betaald uit eenmalige Rijksmiddelen. Hiervoor is bij de regionalisering het budget niet of onvoldoende gecorrigeerd; VRZ heeft de vervanging van schuimblusmiddel bij de brandweerkorpsen bij de regionalisering uit het project Deltawateren bekostigd. Structureel voorziet dit project niet in dergelijke uitgaven. Voor de gebruikersbelastingen van de brandweerkazernes is bij de regionalisering onvoldoende budget overgedragen.
Begroting 2015 De bij de primitieve begroting 2015 behorende meerjarenraming was niet sluitend. Vanaf 2017 was er al sprake van een tekort als gevolg van hogere personeelslasten (normale periodieke verhogingen tot aan maximum van de schaal), hogere kapitaallasten en teruglopende incidentele baten in de meerjarenraming. In de begroting 2015 is voor het eerst rekening gehouden met de invoering en de financiële gevolgen van de belastingmaatregel “werkkostenregeling” voor o.a. brandweervrijwilligers (± 214 fte, ± 1166 vrijwilligers). Bij de behandeling In juni 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten de gemeentelijke bijdrage in de begroting 2015 niet te verhogen ter compensatie van de loon- en prijsontwikkelingen. Hierdoor is nu eerder dan zichtbaar in de begroting 2015, namelijk vanaf 2015, een extra structureel tekort ontstaan.
Bestuursrapportages 2014 In de 1e en 2e bestuursrapportage 2014 zijn structurele lasten (hoofdzakelijk CAO en vermindering opbrengsten opleidingen) en niet gerealiseerde structurele taakstellingen (Maatwerk in brandweerzorg) eenmalig gedekt door incidentele meevallers. Hierdoor heeft de VRZ de taakstelling die is gerelateerd aan het project Maatwerk in brandweerzorg voor 2014 nog met incidentele meevallers gedekt. De latere bestuurlijke besluitvorming dan gepland over Maatwerk in Brandweerzorg zal tot tekorten leiden op de begroting 2015 en in komende jaren.
In deze notitie wordt de bezuinigingstaakstelling voor de komende jaren in beeld gebracht en er worden voorstellen gedaan tot het nemen van bezuinigingsmaatregelen
Meerjarenperspectief 2015-2020
4
Verwacht tekort De primitieve begroting 2015 en de( structurele) effecten uit de 1e en 2e bestuursrapportage 2014 vormen het uitgangspunt voor de berekening van het tekort. VRZ heeft tot en met 2015 jaarlijks een taakstelling van 2% opgelegd gekregen en is er geen compensatie van inflatie toegepast. Dit in tegenstelling tot andere gemeenschappelijke regelingen waar dit wel is gecompenseerd. Over de periode na 2015 zijn nog geen afspraken gemaakt met de gemeenten. De Vereniging Zeeuwse Gemeenten (VZG) heeft in haar ledenbrief van 20 november 2014 uitgesproken om de gemeenschappelijke regelingen in 2016 en 2017 opnieuw 2% per jaar te korten en een correctie voor loon- en prijsbijstellingen toe te passen van 1,25% in 2016 en pm% in 2017.Opnieuw een korting van 2% in 2016 en 2017, bovenop de hierna voorgestelde bezuinigingen van 2,2 mln, zou gevolgen hebben voor het wettelijke takenpakket.
Voor 2016 en 2017 gaat VRZ in de ramingen van het tekort uit van een gemeentelijke bijdrage gelijk aan die van 2015 van € 23.416.000 (inclusief Bevolkingszorg). Benadrukt wordt dat de meerjarenraming is opgesteld in ‘constante prijzen’ (prijsniveau 2015). Dat wil zeggen, er is voor zowel de lasten als de baten (gemeentelijke bijdrage) in 2016 geen rekening gehouden met een correctie voor loon- en prijsbijstellingen. De inflatie is momenteel weliswaar laag, maar de looptijd van de CAO gemeenten is tot 31 december 2015. De verwachting is zeer reëel dat VRZ in 2016 te maken krijgt met stijging van de ambtenarensalarissen en daarmee is in de ramingen geen rekening gehouden. Geen compensatie hiervan betekent een verhoging van het tekort en als gevolg daarvan een extra taakstelling. Dat betekent dus een flink financieel risico voor de VRZ. De mogelijke gevolgen van nieuwe cao-afspraken zullen worden meegenomen in de risicoparagraaf. Voor het beeld, vanaf 2016 kan een nieuwe loonbijstelling als gevolg van cao-afspraken de volgende structurele financiële consequenties hebben: Tabel 1: Financiële consequenties loonbijstellingen
Loonbijstelling in %
Loonbijstelling in euro’s
1% over € 18.200.000
€ 182.000
2% over € 18.200.000
€ 364.000
3% over € 18.200.000
€ 546.000
Het in de ramingen opgenomen bedrag voor de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) is gebaseerd op de decembercirculaire 2014 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De BDURcirculaires van het Rijk zijn eveneens opgesteld in ‘constante prijzen’.
Meerjarenperspectief 2015-2020
5
Tabel 2: Verwacht tekort 2015-2020 in constante prijzen (peiljaar 2015)
Het tekort bedraagt ruim € 0,5 mln. in 2015 oplopend naar ruim € 2,3 mln. in 2020. Begroting 2015, meerjarenraming De bij de primitieve begroting 2015 behorende meerjarenraming was niet sluitend. Vanaf 2017 was er sprake van een tekort van € 190.000 oplopend naar € 398.000 in 2018. Dit tekort was het gevolg van hogere personeelslasten (normale periodieke verhogingen), hogere kapitaallasten en teruglopende incidentele baten in de meerjarenraming. Herziening meerjarenraming personeelslasten De personele lasten zijn opnieuw doorgerekend op basis van actuele informatie. Gebleken is dat de doorstroom naar uitloopschalen en afgesproken bevorderingen in het functiegebouw niet waren meegenomen. Tevens waren de werkgeverslasten over toelagen, piketvergoedingen en onregelmatigheidstoeslagen niet meegenomen. Hierdoor verslechtert het meerjarenperspectief met € 164.000 in 2016, € 257.000 in 2017, € 375.000 in 2018, oplopend naar € 512.000 in 2019. Niet goedkeuren verhoging gemeentelijke bijdrage met 1,4% In juni 2014 is de begroting 2015 behandeld in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur heeft besloten de gemeentelijke bijdrage in de begroting 2015 niet te verhogen ter compensatie van loonen prijsontwikkelingen. Hierdoor is nu eerder, dan zichtbaar in de begroting 2015, namelijk vanaf 2015, een extra structureel tekort ontstaan van € 326.000, dat overeenkomt met 1,4% indexatie. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) 2014 In deze CAO is besloten dat voor gemeente ambtenaren per 1 oktober 2014 een salarisstijging van 1% en per 1 april 2015 van € 50 structureel zal worden doorgevoerd. Deze CAO was nog niet in de begroting 2015 verwerkt omdat de CAO, ten tijde van het opstellen van de begroting in maart 2014, nog niet definitief was. Dit heeft tot gevolg dat voor heel VRZ nu een nadeel wordt verwacht van € 304.000 in 2015. Het structurele nadeel vanaf 2016 is berekend op € 346.000. De CAO loopt tot 31 december 2015.
Overige mutaties o.a. structurele effecten 1e en 2e Bestuursrapportage 2014
Meerjarenperspectief 2015-2020
6
Hier zijn de effecten van de overige mutaties opgenomen o.a. de structurele effecten van de 1e en 2e Bestuursrapportage 2014, zoals lagere baten voor brandweeropleidingen en hogere kosten voor de brandweervrijwilligers. Vanaf 2019, een jaarschijf die nog niet was opgenomen in de begroting 2015, is er opnieuw sprake van oplopende kapitaallasten ten opzichte van 2018. Haalbaarheid Maatwerk in brandweerzorg Tabel 3: Haalbaarheid in de tijd van de besparingen door Maatwerk in brandweerzorg
Voor een toelichting op deze cijfers wordt verwezen naar de Tweede tussenrapportage Maatwerk in brandweerzorg. Ontwikkelingen na deze tussenrapportage zijn niet meegenomen in de cijfers. De implementatie van maatwerk brandweerzorg betekent een hervorming van de repressieve organisatie van de brandweer in Zeeland. De gebiedsindeling en gebiedstypering (risicoprofiel) die Zeeland kent, zorgen ervoor dat het operationeel niet uitvoerbaar is om volledig aan de wettelijke opkomsttijden te voldoen. De wettelijke normen voor Zeeland zijn alleen te hanteren, als er Meerjarenperspectief 2015-2020
7
onevenredig veel geïnvesteerd gaat worden in beroeps- of vrijwilligerskazernes. Voor Zeeland is een brandrisicoprofiel opgesteld waarin duidelijk wordt dat een gebiedsgerichte en objectgerichte benadering moet worden toegepast. Los van het feit of een brandweervoertuig binnen een gestelde norm tijd bij een bepaald object moet zijn, is een basis voorwaarde dat een kazerne nu en in de toekomst voor onbepaalde tijd in stand kan worden gehouden (levensvatbaar is). Vanuit deze benadering van de brandweerzorg zijn eveneens besparingen te realiseren die kunnen bijdragen aan het realiseren van de taakstelling VRZ. De taakstelling bedraagt € 981.250. In 2014 heeft VRZ de taakstelling die is gerelateerd aan het project Maatwerk in brandweerzorg nog met incidentele meevallers kunnen afdekken. De besparingen als gevolg van het project Maatwerk in brandweerzorg zijn op dit moment berekend op € 506.773. Dat wil zeggen dat voor een bedrag van jaarlijks € 474.477 nog andere besparingen moeten worden gevonden. Indien daarnaast nog maatregelen uit het project Maatwerk in brandweerzorg worden geschrapt zal dat leiden tot hogere noodzakelijke bezuinigingen dan het bedrag van € 474.477. De latere bestuurlijke besluitvorming dan gepland over Maatwerk in Brandweerzorg leidt daarnaast tot incidentele tekorten op de begroting 2015 en in komende jaren, omdat de verwachte besparingen nog niet kunnen worden gerealiseerd (zie tabel 3 volgende pagina). Vervanging tankautospuiten in 2016 In de 2e Bestuursrapportage 2014 is voorzien dat (onder andere) de vervanging van tankautospuiten niet meer in 2014 zal plaatsvinden. Het aantal tankautospuiten en het type tankautospuit is mede afhankelijk van de uitkomsten van Maatwerk in brandweerzorg. Door het uitstel van de vervanging kunnen de kapitaallasten in de begroting 2015 naar beneden worden bijgesteld. In verband met het nog niet afgeronde besluitvormingstraject rond Maatwerk in brandweerzorg, de doorlooptijd van aanbestedingstrajecten en levertijden is de verwachting dat ook in 2015 nog geen nieuwe tankautospuiten zullen worden geleverd, maar pas op z’n vroegst in 2016. Pas in 2017 zullen dan voor het eerst de kapitaallasten op de begroting drukken. Benadrukt wordt dat er geen sprake is van een structurele meevaller, aangezien de vervangingen op termijn wel zullen moeten gaan plaatsvinden waardoor in de meerjarenraming de kapitaallasten ten opzichte van de realisatie in 2014 en 2015 zullen gaan oplopen. Werkkostenregeling In de (meerjaren) begroting is een bedrag van € 300.000 opgenomen voor extra kosten in verband met de invoering van de werkkostenregeling. Uit nieuwe ontwikkelingen is naar voor gekomen dat , voorlopig incidenteel, namelijk voor de periode van 1 jaar (2015), vergoedingen voor (brandweer)vrijwilligers geen belast loon zullen vormen en dus niet worden opgeteld bij de loonsom voor het berekenen van de vrije ruimte. Dit blijkt onder andere uit de antwoorden van staatssecretaris Wiebes op de Kamervragen die waren gesteld over de werkkostenregeling. Hierdoor valt de vrijwilligersvergoeding voorlopig alleen in 2015 volledig buiten de werkkostenregeling. VRZ houdt in 2015 rekening met een kostenverhoging van € 26.000 in plaats van € 300.000.
Bezuinigingsvoorstellen Om de begroting en meerjarenraming sluitend te krijgen zijn nieuwe voorstellen uitgewerkt. Fors ingrijpen in de eigen organisatie is onvermijdelijk. Bij het opstellen van de bezuinigingsmaatregelen is het zo veel mogelijk waarborgen van de veiligheid in Zeeland het uitgangspunt geweest.
Meerjarenperspectief 2015-2020
8
Tabel 4: Bezuinigingsvoorstellen 2015-2020
VRZ zal de kosten reduceren met een bedrag van bijna € 2,2 mln. Er wordt een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met € 210.000 vanaf 2016 voorgesteld als compensatie voor in het verleden door VRZ niet beïnvloedbare exogene kostenstijgingen.. Als gevolg van o.a. de extra eenmalige besparing op kapitaallasten van € 500.000 door latere aanschaf van tankautospuiten is een verhoging van de gemeentelijke bijdrage in 2016 eenmalig door VRZ te dekken. Deze verhoging gaat dus feitelijk pas in met ingang van 2017. Met deze maatregelen zijn de begrotingen c.q. meerjarenramingen 2015 t/m 2020 sluitend. De verwachting is zeer reëel dat VRZ in 2016 te maken krijgt met stijging van de ambtenaren-salarissen. Daarmee is in de ramingen geen rekening gehouden. De mogelijke gevolgen van nieuwe caoafspraken zullen worden meegenomen in de risicoparagraaf. De volgende maatregelen worden voorgesteld:
1. Formatie, vacatures en natuurlijk verloop organisatiebreed
Meerjarenperspectief 2015-2020
9
Er kan een bezuiniging worden gerealiseerd wanneer vacatures, die ontstaan door natuurlijk verloop door bijvoorbeeld pensionering, niet worden ingevuld. In de periode 2015 t/m 2021 zullen diverse medewerkers de organisatie verlaten vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of de FLO-leeftijd. Bij uitstroom van personeel zal overwogen worden werkzaamheden te herverdelen of taken soberder of niet uit te voeren, waarbij de uitvoering van wettelijke taken zo veel mogelijk zal worden ontzien. De besparing die kan worden gerealiseerd is gesteld op € 300.000 vanaf 2019. Functies, die niet opnieuw worden ingevuld in de toekomst en op dit moment binnen de formatie van 2016 nog niet zijn ingeboekt als besparing, zullen specifiek worden benoemd. Het al dan niet opnieuw invullen van vrijgekomen formatieruimte als gevolg van natuurlijk verloop is afhankelijk van de mogelijkheden om de werkzaamheden anders te beleggen of van de mogelijkheden om efficiency te bewerkstelligen. Er zijn nu al maatregelen ingezet om op onderdelen te komen tot een andere, meer efficiënte manier van werken. Deze zijn in de inleiding genoemd. Verdere besparingen op formatie zullen vrijwel zeker gevolgen gaan hebben voor de uitvoeringen van onze (wettelijke) taken. 2. Versoberen / minder bestuurs-, netwerk- en managementbijeenkomsten Door minder vaak en soberder dergelijke bijeenkomsten te organiseren kan een besparing worden gerealiseerd van € 15.000. 3. Advieskosten Het budget voor advieskosten wordt teruggebracht met € 41.000 vanaf 2016. 4. Verlengen afschrijvingstermijnen boven NVBR-normen Voor de afschrijvingstermijnen gelden de NVBR-normen, zoals opgenomen in de financiële verordening. Er is gekeken naar het verlengen van de afschrijvingstermijnen van brandweermaterieel en -materiaal waarbij als uitgangspunt is genomen dat verlenging technisch verantwoord moet zijn. Daarbij gaat het om het volgende materieel en materiaal: Tabel 5: Verlenging afschrijvingstermijnen brandweermaterieel en -materiaal Materiaal/materieel
Huidige afschrijvingstermijn
Nieuwe afschrijvingstermijn
Tankautospuiten
15
17
Haakarmvoertuigen
15
20
Hulpverleningsvoertuigen
15
17
Hoogwerkers (na midlife update)
15
20
Alarmontvangers
3
5
Portofoons
5
7
Meetapparatuur
5
7
Ademluchtapparatuur
8
10
Personenauto’s
5
7
Meerjarenperspectief 2015-2020
10
Dienstbussen
7
10
Voor het verlengen van de afschrijvingstermijn van hoogwerkers moet na 10 jaar een midlife update worden gedaan om het voertuig langer in dienst te kunnen houden. Bij het verlengen van de afschrijvingstermijnen zullen de kosten voor het onderhoud stijgen. Het risico bestaat dat deze onderhoudskosten hoger zullen zijn dan we nu verwachten. VRZ gaat er nu vanuit dat door de nieuwe opzet van de afdeling de stijging van de onderhoudskosten binnen het huidige onderhoudsbudget kan worden uitgevoerd. De besparing die hierdoor kan worden gerealiseerd is berekend op € 350.000. 5. Realistisch investeringsprogramma (tegengaan planningsoptimisme) In 2014 zal er sprake zijn van onderbesteding op het investeringsplan. Door uitstel van de besluitvorming rond Maatwerk in Brandweerzorg laten de investeringen nu een meer dan normale onderbesteding zien. Tankautospuiten worden immers in afwachting van besluitvorming niet besteld. Een bepaalde mate van onderbesteding zal echter elk jaar terugkeren als gevolg van langer durende aanbestedingstrajecten en levertijden dan verwacht. Het meer realistisch plannen van de investeringen kan leiden tot jaarlijks € 250.000 minder kapitaallasten. Dit bedrag is gebaseerd op het realiseren van ongeveer 70% van het investeringsplan in het planjaar en het realiseren van ongeveer 30% van het investeringsplan in het jaar erna. 6. Brandstofkosten Gelet op de verwachte realisatie ultimo 2014 in combinatie met het effect van de dalende brandstofprijzen wordt het nu realistisch geacht het budget voor brandstofkosten met € 40.000 naar beneden bij te stellen. 7. Taakstelling brandweerzorg vanaf 2018 Op basis van de evaluatie van de maatregelen in Maatwerk en brandweerzorg zal bezien worden hoe extra bezuinigingen op de brandweer kunnen worden gerealiseerd. De evaluatie zal in 2017 worden uitgevoerd. Vanaf 2018 is € 300.000 opgenomen. 8. Communicatiebudget Er is een totaal budget beschikbaar van € 97.600. Een strategisch beleidsplan communicatie zal in 2015 gepresenteerd worden. Vooruitlopend daarop wordt voorgesteld het maximale bedrag te fixeren op € 50.000. Dat levert een structurele besparing op van € 47.600. Specifieke communicatiedoelen worden vaak gefinancierd uit subsidies c.q. projectbudgetten. 9. Goedkopere huisvesting hoofdlocatie i.r.t ‘het nieuwe werken’ Uit onderzoek is gebleken dat door enerzijds de werklocaties beter te benutten dan nu het geval is en anderzijds door een gunstigere huurprijs in de markt, er besparingen gerealiseerd kunnen worden zodra de huidige huurovereenkomst is beëindigd. Dat houdt in dat zoveel als mogelijk (effectief en efficiënt) teams/medewerkers verplaatst zullen gaan worden en voor “de overgebleven medewerkers” goedkopere huisvesting als zijnde de hoofdlocatie gezocht zal worden. Ook op de servicekosten is waarschijnlijk winst te behalen. Structureel wordt een besparing geraamd van € 307.000. 10. Energiebesparing Meerjarenperspectief 2015-2020
11
De plaatselijke mogelijkheden en beschikbaar budget voor te investeren maatregelen bepalen de grootte van de besparingen. In de begroting 2014 is al een investeringsbudget beschikbaar van circa € 150.000. De besparingen die hiermee kunnen worden gerealiseerd zijn nog niet opgenomen. Op korte termijn wordt een rapportage opgeleverd welke maatregelen op welke locatie mogelijk zijn. Aan de hand van de uitkomst hiervan en de concrete gebouwgegevens (o.a. soort maatregel, aantallen of m2 vloeroppervlakte) kan worden berekend welke investering nodig is tegen welke mogelijke besparing. Een greep uit de mogelijkheden, inclusief mogelijke terugverdientijd is als volgt: Maatregel Verlichting Verlichting Verlichting Isolatie Isolatie Isolatie Verwarming
actie bewegingssensoren energiezuinig (o.a. LED) ’s-nachts uit/in groepen verdelen muur/dak/vloer/spouw leidingen enkel glas vervangen “graadje lager”/monitoren op afstand
Daarnaast zijn vormen van energieopwekking te bedenken zoals Zonnepanelen elektra opwekken Zonnecollectoren warm water opwekken
terugverdientijd 3 jaar 3 jaar 2 jaar 7 jaar 1,5 jaar 13 jaar 4 jaar
10 jaar 12 jaar
De besparing die hierdoor kan worden gerealiseerd, is voorlopig berekend op € 15.000 vanaf 2016 (terugverdientijd 10 jaar). 11. Opleidingsplan Het centrale opleidingsbudget is geraamd op 2% van de totale loonsom. Veel brandweermedewerkers volgen ook intern opleidingen bij het opleidingsinstituut brandweer en bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Daardoor is het totale opleidingsbudget eigenlijk meer dan 2%. Het wordt daarom verantwoord geacht om het centraal opleidingsbudget bij te stellen. Hiermee wordt een besparing gerealiseerd van € 65.000. 12. Werving en selectie De achterstand op werving en selectie is grotendeels ingelopen. Momenteel komen enkel nog vacatures voor, die in een normale bedrijfsvoering eveneens zouden voorkomen. Dit betekent dat het budget voor werving en selectie kan worden bijgesteld. Een groot verloop zou tot onvoorziene kosten kunnen leiden. De verwachting is echter dat de arbeidsmarkt in Zeeland minder snel zal herstellen van de recessie. Rekening houdend met 3% verloop per jaar moet een structurele bezuiniging mogelijk zijn. Hiermee wordt een besparing gerealiseerd van € 35.000. 13. Rente Voor het aantrekken van langlopende financiering is in de begroting rekening gehouden met een rente van 2,5%. De rente en de inflatie in de Eurozone is laag. De verwachting is dat de rentetarieven op de kapitaalmarkt voorlopig laag zullen blijven. Daarom kan voor de nieuwe berekening van de rentekosten rekening gehouden worden met 2% i.p.v. 2,5%. Hiermee wordt een besparing gerealiseerd die oploopt naar € 100.000.
Meerjarenperspectief 2015-2020
12
14. Software en licenties Door extra kritisch te kijken naar de huidige licenties en verwervingsmethodiek kan er structureel bespaard worden op licentiekosten zonder verlies aan kwaliteit van de ICT dienstverlening. Het vernieuwde contract voor de communicator is € 20.000 goedkoper. In totaal wordt een besparing gerealiseerd die oploopt naar € 70.000. 15. Telefonie Momenteel loopt er een aanbesteding telefonie. Consolidatie van de diverse contracten bij verschillende providers levert naar verwachting structureel € 75.000 op vanaf 2016. 16. ICT Hardware Door extra kritisch te kijken naar het huidige afschrijvings-, vertrekkings- en vervangingsbeleid kan er € 20.000 bespaard worden op de aanschaf van hardware zonder verlies aan kwaliteit van de ICT dienstverlening. 17. Geneeskundige Hulpverlening in de Regio (GHOR) Op de GHOR wordt een taakstelling van ca. 5% opgenomen (€ 54.000). 18. Versoberen Maritieme Veiligheid Deltawateren De werkzaamheden Deltawateren worden deels opgevangen met Europese Subsidies. Om die reden zijn hieronder nog besparingen te noemen. Op dit moment wordt de multidisciplinaire hulpverleningscapaciteit voor Deltawateren met een structureel exploitatiebudget van € 600.000 in stand gehouden. De bijdrage van Veiligheidsregio Zeeland hierin is € 350.000. De bijdrage van Zeeland Seaports is € 250.000. Op de bijdrage VRZ zal een besparing gerealiseerd worden van € 100.000. •
•
• •
De inzet van de OTO-medewerker voor het Programma Maritieme veiligheid is ten behoeve van een wettelijke taak en daarom onderdeel van crisisbeheersing. De tijdelijke vervanging bij crisisbeheersing zal daarom geschrapt (€ 55.000). Mogelijk kan op termijn extra dekking uit Europese programmasubsidies MIRG-EX of BERISUAS plaatsvinden. De incidentele grootschalige optredens zijn totaal incident afhankelijk en vooraf niet goed te begroten. Om die reden worden deze niet begroot, maar wel opgenomen in de risicoparagraaf (€ 25.000). Overige besparingen zijn mogelijk (€ 20.000). Op dit moment lopen onderhandelingen met Zeeland Seaports over de continuering van hun bijdrage.
19. Verhogen gemeentelijke bijdrage vanaf 2016 VRZ heeft tot en met 2015 een taakstelling van jaarlijks 2% opgelegd gekregen en er is geen compensatie van loon- en prijsbijstellingen toegepast. Dit in tegenstelling tot andere gemeenschappelijke regelingen waar dit wel is gecompenseerd. Over de periode na 2015 zijn nog geen afspraken gemaakt met de gemeenten. Mede gezien de financiële situatie onder meer als gevolg van door VRZ opgevangen niet beïnvloedbare exogene kostenstijgingen zoals,
Meerjarenperspectief 2015-2020
13
de cao verplichtingen van de afgelopen jaren; de invoering van de belastingmaatregel “werkkostenregeling” per 1 januari 2015; afschaffen van de BTW compensatie voor Veiligheidsregio’s en het niet geheel compenseren hiervan door het rijk; budgetten die bij reorganisatie niet zijn overgekomen naar VRZ zoals gebruikerslasten huisvesting kazernes; minder besparingen Maatwerk in Brandweerzorg onder andere als gevolg van andere behoeften/ wensen van gemeenten; verdere uitgevoerde bezuinigingen in de afgelopen jaren,
wordt er een aanvullende bijdrage van € 210.000 gevraagd vanaf 2016 aan de gemeenten (zie verder toelichting hierna onder 20 “korting gemeentelijke bijdrage 2016). Door deze aanvullende gemeentelijke bijdrage is de meerjarenbegroting 2016-2019 sluitend. 20. Korting gemeentelijke bijdrage 2016 Als gevolg van o.a. de extra eenmalige besparing op kapitaallasten van € 500.000 door latere aanschaf van tankautospuiten is een verhoging van de gemeentelijke bijdrage in 2016 eenmalig door VRZ te dekken. Deze verhoging gaat dus feitelijk pas in met ingang van 2017. De verwachting is zeer reëel dat VRZ in 2016 te maken krijgt met stijging van de ambtenarensalarissen. Daarmee is in de ramingen geen rekening gehouden. De mogelijke gevolgen van nieuwe cao-afspraken zullen worden meegenomen in de risicoparagraaf.
Meerjarenperspectief 2015-2020
14