[Praktijkverhalen over ondernemend onderwijs]
MARKTPLAATS oktober 2004 - nr.
2
INHOUD Column: Wim Pieters, directeur VTZ groep
2
Voorwoord: Zien ondernemen, doet ondernemen
3
Een gast in de klas
4
Het gastenboek
5
Sint in burger te gast in de klas
6/7
Welcome in my world
8/9
Het schoolreisje Wegwijzers voor ondernemend leren Marktplaats is een periodieke uitgave van:
Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek
Ontwerpbureau De Educatieve Stad
10/11/12
12/13
In- en verkoop
14
Impressie Schotlandreis
15
Colofon
16
In ieder katern van Marktplaats nodigt de redactie iemand uit een column over ondernemend leren te schrijven. Deze keer Wim Pieters, directeur VTZ groep (Verhuizingen Transport Zaanstad). Een echte ondernemer dus! De redactie vraagt hem hoe hij als ondernemer aankijkt tegen ondernemend leren.
Ons bedrijf VTZ houdt zich bezig met logistieke dienstverlening: • het dagelijks bevoorraden van twintig operatiekamers. • het verhuizen van particulieren, bedrijven en instellingen • het verplaatsen, leveren en opslaan van goederen. De essentie van logistiek is om zeer accuraat te werken: de juiste middelen, op de juiste tijd, onder de afgesproken condities. Ons bedrijf telt 35 medewerkers.
Een vrije geest onderneemt Je krabt je achter je oor, als je gevraagd wordt hoe en waarom je ondernemer bent geworden. En zeker, als je ondernemen en basisonderwijs met elkaar wilt verbinden. Het idee om de thema´s ondernemend leren en lerend ondernemen te overdenken spreekt me aan. Ik verwacht immers dat de individu in de toekomst wel meer gedwongen zal worden te ondernemen om in het levensonderhoud te voorzien. In ons bedrijf zijn de medewerkers gemotiveerde mensen die heel zelfstandig opdrachten uitvoeren. Zij zijn in alle facetten van hun werk verantwoordelijk voor de uitvoering van de opgedragen taak. Ze zijn zelfstandig aan het werk ergens in het land en werken in onze zienswijze als ‘ondernemers in dienst van de ondernemer’. We verwachten dat ze actief iets ondernemen gedurende de dagelijkse reizen door het land en dat ze creatief naar oplossingen zoeken om de opdracht voor de klant zorgvuldig naar wens uit te voeren. Mijn opdracht als ondernemer is om de medewerkers niet alleen een gevoel van vrijheid te geven, maar ook daadwerkelijk voldoende vrijheid te bieden om het werk te kunnen uitvoeren. Over en weer zijn we klant en opdrachtgever van elkaar. Door deze werkwijze zie je dat de mensen uitgedaagd worden om te gaan ondernemen en daarin zie ik de link met de school. Het leuke is: Als ik naar de school kijk zie ik niets anders dan zelfstandigheid . De school onderneemt in mijn ogen als geen ander. Want, wat heeft de school in de achterliggende decennia niet ondernomen? De School is een onderneming met alle facetten die daar bij horen, een onderneming in zwaar weer, fusies en reorganisaties, jaren lang . Kijk eens naar de inkoop kant: veranderende en wisselende kwaliteit van de grondstoffen (de leerling) , zo drastisch dat er nauwelijks op in te spelen was. De faciliteiten waren en zijn vaak onder bemeten en kwantitatief tekort. Productiemiddelen en personeel waren en zijn moeilijk verkrijgbaar. Financiële armslag om te investeren zeer gering. Ondanks deze moeilijke omstandigheden worden er aan het eindproduct door de opdrachtgevers steeds meer eisen gesteld. De school is onder deze barre omstandigheden in staat geweest om haar producten met behoud van kwaliteit af te leveren. Een niet geringe prestatie die qua PR wel iets beter verkocht had mogen worden om het aanzien van de school in algemene zin te verbeteren. Mijn advies:meer naar buiten treden over ‘de prijs en de prestatie’. Het is als ondernemer wel belangrijk ,dat je op het juiste moment inzicht hebt in je mogelijkheden. En de filosofie, die je als leidraad hebt, is belangrijk om de motivatie te behouden. Het idee zelfstandig te zijn geeft een gevoel van geluk dat te maken heeft met zelfverwezenlijking. En dat heeft voor veel ondernemers niets met inkomen te maken.
ZZien ondernemen... ...doet ondernemen Een belangrijke stelling van Wim Pieters, de ondernemer die wij vroegen de column in deze Marktplaats te schrijven. In het voorgesprek met de redactie, vertelde hij dat de inspiratie om nieuwe zaken aan te pakken, niet altijd uit je zelf kan komen. Soms zie je een ander iets op pakken en dan denk je ‘maar dat wil ik ook’ of ‘dat kan ik beter’. Ook ondernemende leerkrachten inspireren elkaar. Je ziet dat in toenemende mate gebeuren binnen de Agora scholen. Tijdens de studiedagen in september werden niet alleen verrassende “schoolportretten” gepresenteerd, maar ook mooie workshops verzorgd. Zeer inspirerend voor de andere scholen. Inderdaad, zien ondernemen doet ondernemen! Patricia Fleumer weet daar van mee te praten. Een bezoek aan een school in Schotland die met de kinderen buitenlandse schoolreisjes maakt, inspireerde haar tot het opzetten van eenzelfde onderneming op De Rank. Aline Prins van De Korenaar hoorde over het organiseren van ‘een dagje uit’ door de kinderen en pakte de uitdaging op door haar groep 6 een schoolreis voor de halve school te laten organiseren. Samen met haar leerlingen doet ze daarover verslag. In deze Marktplaats weer een planningsschema volgens storyline. Deze keer over het uitnodigen van een heel bijzondere gast (sint in burger) in de klas van Rianne van Geest, in Het Baken. Het werken met sleutelvragen helpt de leerkracht in haar planning en daagt de kinderen uit om echt te participeren in het onderwijs. Wie het uitnodigen van gasten tot cultuur van de school wil maken, kan baat hebben bij de suggesties voor de opzet van een gastenboek, zoals beschreven door Marianne Schuurmans.
3
Tenslotte in deze Marktplaats een wat meer informatief stuk op basis van de inleiding die Piet Conijn eerder gaf over de kenmerken van ondernemend leren. Laatst vergeleek iemand het ondernemend leren met een zakje vogelzaad. Er zit van alles in en ieder vogeltje pikt er de zaadjes uit die hij het lekkerst vindt – met andere woorden: zien ondernemen doet ondernemen, maar altijd op de manier die past bij de eigen kwaliteiten van de school. De redactie
Een gast in de klas Groep 8 ontvangt Sint in burger. Een onderneming in sinterklaastijd. Binnenkort breekt de Decembermaand weer aan met een aantal traditionele gebeurtenissen zoals de komst van Sinterklaas op school. Hoe gezellig ook voor de kleintjes, de oudere kinderen voelen zich er soms letterlijk ‘te groot’voor. Rianne van Geest, leerkracht van Het Baken zocht en vond daarvoor een prachtige oplossing. Misschien worden ook andere bovenbouw leerkrachten op een idee gebracht. De uitdaging Het is november 2003. De uitdaging die ik voor mijzelf en mijn klas formuleer is: we willen zoveel mogelijk over de herkomst en de viering van het Sinterklaasfeest in Nederland weten. De eerste activiteiten van mijn leerlingen zijn gericht op het maken van een muurkrant. Ze werken per groepje vanuit de volgende vragen: Wie was Nicolaas? Welke legende zijn er over hem bekend? Wat zijn en waren de gebruiken in Nederland rond het sinterklaasfeest? En, hoe ziet een goede Sinterklaas eruit? Onze gast Naar aanleiding van dit werk praten we over het sinterklaasfeest op onze eigen school en komen we op de vraag hoe het zou zijn om Sinterklaas te spelen. Een paar kinderen zoeken uit wie Sint speelt op onze school. Per brief wordt hij uitgenodigd om in onze klas op bezoek te komen. Er wordt ook een routebeschrijving voor hem gemaakt en tenslotte bedenken we de vragen die we onze gast willen stellen. Op het afgesproken moment komt ‘sint in burger’ in onze klas. Hij wordt door de kinderen ontvangen met koffie en pepernoten die we zelf gebakken hebben. Gelukkig hebben we in onze locatie geen onderbouw, zodat we niet bang hoeven te zijn voor ontdekking.Toch heeft het iets spannends wanneer onze gast de kleding van sinterklaas uit een grote tas haalt en deze aan de kinderen laat zien en erover vertelt. Alle vragen worden gesteld en twee jongens treden op als journalist en maken verslag van het gesprek. Later is dit verslag ook aan onze sint in burger gestuurd.
4
Dan wordt het 5 december. Vol spanning kijkt mijn groep naar de komst van ‘hun’ sint. Er werd druk geknipoogd als Sint bij binnenkomst bijna struikelt. Hij heeft tijdens het bezoek in de klas immers al voorspeld dat dit zal gebeuren. Een terugblik Het ondernemend gedrag van de kinderen lokte ik uit door (sleutel)vragen te stellen, uitdagende informatie te geven waarmee ze de muurkranten konden maken en vooral door veel gesprekken met ze te voeren. Mijn eigen ondernemend gedrag: • Ik heb zelf de informatie verzameld. • Ik heb via via al aan Frans (de sinterklaas) laten weten dat er plannen zijn om hem uit te nodigen. • Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd de kinderen de taken te laten doen, waarvan ze denken dat ze die goed aankunnen. De twee journalisten bieden zich spontaan aan. Alle kinderen zijn enorm betrokken bij dit gebeuren. Er is sprake van een zekere mate van meesterschap bij de kinderen, wat o.a. blijkt uit alle informatie over sinterklaas die ze tijdens het bezoek van Frans zo kunnen vertellen. Rianne van Geest
Het gastenboek Wanneer je het uitnodigen van gasten (en gastdocenten) tot cultuur van de school wilt maken, kan het zinvol zijn een gastenboek aan te leggen. Zo’n boek geeft een leuke herinnering aan de mensen die op jouw school te gast zijn geweest. Het boek is voor kinderen vaak een aanleiding om aan ouders en anderen te vertellen over hun gast. Het informeert ouders over de argumenten achter ‘gasten in de klas’. Hieronder een paar suggesties voor de opzet van een gastenboek. Het boek zou kunnen bestaan uit een vast deel en een wisseldeel. In het vaste deel komt een korte verantwoording van de leerkrachten ten aanzien van: 1. Het belang van gasten in de klas Het team vertelt daarin iets over de maatschappelijke relevantie van gasten; de wijze waarop de buitenwereld een rol speelt in het onderwijs in onze school; de wisselwerking tussen binnen- en buitenschoolse ervaringen . 2. De actieve participatie van de kinderen bij het uitnodigen, het ontvangen, het bevragen en het bedanken van de gast. Daarbij kan vermeld worden dat samen met de kinderen antwoorden gezocht worden op vragen zoals: bij het uitnodigen: Wie nodigen we uit? Hoe doen we dat? Wat spreken we af t.a.v. datum, duur van het bezoek, kosten? bij het ontvangen: Hoe doen we dat, wie wordt gastvrouw of gastheer. Welke taken horen daarbij/ Welke vragen stellen we onze gast? Worden er foto’s gemaakt; door wie? Wie bewaakt de tijd? Wat doen we met de kennis die we opdoen? Hoe vertellen over dit bezoek aan anderen? Hoe bedanken we?
5
Het wisseldeel beschrijft de specifieke bezoeken. Daarin staan bv: 1. Een lijst van uitgenodigde (en potentiële) gasten. 2. Een verslag van de ontvangen gasten door (of samen met ) de kinderen geschreven met daarin: de uitnodigingsbrief de vragen die gesteld zijn de samenvatting van het gesprek foto’s van het gebeuren de eventuele bedankbrief 3. Een kort verslag door de gast. De bedoeling van een dergelijk gastenboek is • alle teamleden op een lijn t.a.v de wijze waarop gasten in de school een rol kunnen spelen in het onderwijs • ouders te informeren over hoe hun kinderen deelnemen in een levensechte, sociaal-culturele activiteit zoals het uitnodigen van een gast en het in de leer gaan bij ‘mensen van buiten de school’. • voor kinderen om jaren later nog eens terug te kijken (“weet je nog?”) en voor andere klassen om te lezen (“hé, hebben zij dat gedaan…!”)
* Verkort overgenomen uit ‘een gast in de klas’ door Marianne Schuurmans, uitgeverij De Akelei, Assendelft.
Sint in burger te gast in de klas
3. Voorbereiden van het bezoek.
2. Voorbereiding op de uitnodiging.
Wat gaan we onze gast vragen? Wat moeten we organiseren? Hoe ontvangen we? Maken we iets lekkers?
Wie zou ons daarover kunnen vertellen? Hoe nodigen we uit? Wie doet dat? Wat moet er gevraagd worden? Wat moet de gast over ons weten? Vragen we onze gast ook om iets mee te brengen en te laten zien?
Wat weet je al van Sint? Wat zou je nog willen weten? Waar vinden we informatie? Hoe laten we de resultaten aan elkaar zien? Hoe zou het zijn om sint te spelen?
De sleutelvragen
Vragen formuleren; belangrijkste vragen kiezen. Taken verdelen. Lekkers maken.
Leerkracht daagt de kinderen uit met de vragen over wie we zouden kunnen vragen? Zorgvuldig bespreken hoe we uitnodigen. Wie doet wat wanneer. Maken uitnodigingsbrief of voorbereiden telefoongesprek.
Een groepje?
In tweetallen; klassikaal bespreken en samenvoegen op een groot vel. (vragen-top-tien)
Brainstormen in groepjes daarna klassikaal.
Klassikaal.
Groepswerk (met 2 of 3).
We lezen over de sinterklaastradities leerkracht, maken een verslag (muurkrant?) Gesprek.
Klassikaal.
Organisatie
Gesprek o.l.v. kleerkracht.
Activiteiten (leerlingen en leerkracht)
Ingrediënten.
Papier; pennen. Groot vel.
Telefoonboek (adres sint).
Kopieën uit sinterklaasboeken. Materiaal voor muurkrant.
Materiaal
Een lijst met relevante vragen.
Alle kinderen betrekken bij het nadenken over de uitnodiging.
Niet teveel anekdotes. Leren van elkaars werk!
Aandachtspunten en opbrengst
Aanleiding: veel bovenbouwkinderen voelen zich te groot voor het sinterklaasfeest. Uitdaging: we willen alles weten over het sinterklaasfeest en over hoe het is om Sint te spelen.
1. Voorbereiding en opwarming. Binnenkort is het weer zover... We weten al heel veel van het sinterklaasfeest... maar wie zou dat toch bedacht hebben en wie is die st. Nicolaas eigenlijk en...
De verhaallijn
6
5. Na afloop.
4. Het bezoek.
7
Zijn we tevreden? Wat ging goed/ wat kon beter? Hebben we antwoord op onze vragen? Laten we nog iets van ons horen? Wat zetten we in het gastenboek?
Volgens afspraak.
Verslag met foto’s maken en opsturen.
Gezamenlijke terugblik.
Volgens taakverdeling: Welkom heten. Koffie aanbieden. Vragen stellen. Verslagschrijven. Foto’s maken. Tijd bewaken. Bedanken.
De klas vult eventueel aan.
De journalisten en fotografen maken het verslag en lezen dit aan de klas voor.
Fototoestel. De zelfgebakken lekkernij. Koffie. Stoel klaarzetten.
Niet alleen laten noemen wat goed of niet goed was, maar vooral waarom dit zo is en hoe dit zou kunnen veranderen.
Voorkom dat de gast zich tot leerkracht richt - het gesprek is met de kinderen.
De Rank, ondernemend en internationaal
Welcome in my world Tijdens mijn bezoek aan Schotland (september 2003) hoor ik dat de Sandaig Primary School een traditie heeft in het op reis gaan naar het buitenland. Geboeid door dit idee ga ik op zoek naar mogelijkheden om ook op reis te gaan en dat te doen in samenwerking met de Schotse school. Het geld om dit te organiseren ligt bijna voor het oprapen bij het Europees platform. Zij verstrekt een subsidie van 15.000 euro. Een flink bedrag op een begroting van 25.000 euro. Zo ontstaat het idee om het project “Welcome in my world” met kinderen van groep 7/8 van de Rank uit Westzaan en Assendelft op te zetten, in samenwerking met de kinderen van de Sandaig primary school in Glasgow Het is de bedoeling dat de kinderen elkaar laten weten hoe hun wereld – hun school, woonomgeving en natuur – er uit ziet. Het is een wereld van verschil tussen het leven van de kinderen in een achterstandswijk in Glasgow waar heel veel werkeloosheid, drugsgebruik en geweld is, en de kinderen in Westzaan en Assendelft, dorpen met heel veel groen en veel rijkdom. In 2003 zetten we hiervoor een tijdpad uit, lopend van najaar 2003 tot voorjaar 2005
De start De leerkrachten bereiden voor Vanaf het najaar 2003 mailen de leerkrachten met de Sandaig Primary School om te overleggen hoe we ons project kunnen laten verlopen. In april 2004 gaan we op bezoek naar Glasgow om de reis voor te bereiden. Het hoofd van de school Miss McArthur en Mister John Johnston, de groepsleerkracht waarmee we de contacten hebben, ontvangen ons allerhartelijkst
Patricia Fleumer-Coffa
gesteld. Ook worden de vragen in het Nederlands gemaild. “Wij hun taal, zij ook een beetje onze taal.” Het antwoord komt natuurlijk in het Engels terug, zodat de kinderen weer aan het werk moeten om het te vertalen. Wie zijn wij Verder schrijven de kinderen brieven waarin ze zichzelf voorstellen. Ze plakken er hun foto bij. Deze brieven met foto hangen nu, in het Engels en in het Nederlands, in de Sandaig Primary School. En de brieven van de Schotse kinderen hangen bij ons in De Rank.
Voorbereiden van het bezoek Van 3 tot 6 november gaan onze leerlingen op bezoek naar Glasgow De grootste onderneming in het project is het organiseren van ons bezoek aan de school in Glasgow. Hierbij moeten de kinderen bedenken wat ze willen doen en hoe ze het kunnen organiseren: • Wanneer gaan we naar Glasgow, en hoe lang? • Wie gaan er mee naar Glasgow? • Hoe gaan we erheen? • Wat willen we doen in Glasgow? • Waar moeten we overnachten? • Hoeveel geld hebben we te besteden?
Gezamenlijk onderwijs programma De kinderen ondernemend aan het werk Met behulp van digitale camera’s, webcams en computers gaan de kinderen een kijkje nemen in elkaars wereld . Na het bekijken van elkaars websites stellen de kinderen elkaar vragen. De Engelse les krijgt opeens een ongekende impuls: alle vragen worden in het Engels
8
De leerkrachten, verder met hun scenario. Voor het schooljaar 2004 / 2005 overleggen de leerkrachten van beide scholen. We besluiten in beide scholen 5 onderwerpen uit te werken met de kinderen, dit betekent dat we ongeveer 2 maanden aan een onderwerp werken. • Scotland: De Hollandse kinderen maken een landenpresentatie over Schotland en de Schotse kinderen
•
•
•
•
vullen dit aan, corrigeren en helpen. The Netherlands: De kinderen in Schotland maken een landenpresentatie en de kinderen in Nederland helpen. Nature: De kinderen komen zoveel mogelijk aan de weet over dieren en planten, in de stad Glasgow en omgeving en in Assendelft en Westzaan. Free time: De kinderen vertellen wat ze na schooltijd doen, alleen, met hun ouders. Ook bevragen zij elkaar over hobby’s en sport, over weekend en vakantie maar ook wat ze met de ouders doen tijdens weekenden en vakanties. The future: Wat wil je worden, naar welke school ga je, maar ook wat doen de ouders, hun beroep?
Video conferentie Tijdens ons bezoek in april zien we een speciale presentatie: een video conferentie met leerlingen van de Sandaig Primary School en een groep leerlingen die nu op de middelbare school zit. Het is een erg leuke ervaring. Vragen borrelen op , zoals;“kunnen onze kinderen zo ook met elkaar communiceren”? en “kunnen we zo bij elkaar in de klas kijken en elkaars lessen volgen”? Zo’n apparaat om dit te realiseren, staat vanaf nu op onze verlanglijst.
Schotse kinderen op schoolreis in Nederland We organiseren een ontvangst Ter afsluiting van het hele project organiseren de kinderen nog een groots evenement.Wanneer de kinderen uit Glasgow hier in Nederland zijn tijdens hun schoolreis, in juni 2005, gaan we voor hen een hele dag verzorgen. Zij zijn dan onze gasten en wij trakteren ze op een scala van typisch Nederlandse activiteiten. Een echte onderneming. In de voorbereiding hier op komen weer allerlei (sleutel)vragen en problemen aan de orde die onze kinderen moeten oplossen en regelen, zoals: • Waar gaan we met hen naar toe? We willen naar het strand! Hoe komen we daar en wat gaan we daar doen? • We gaan buiten een sport- en speldag houden. Hoe organiseren we dat? • Wat willen de kinderen uit Glasgow graag zien? Waarschijnlijk een molen! Dit kunnen we in Westzaan heel goed regelen. Hier staat de enig werkende papiermolen ter wereld. • De omgeving bekijken vanaf het water. En dat dan met een kano of een boot, want dat kan in Glasgow echt niet!
• Lekker Hollands eten. Dat kunnen de kinderen zelf maken en opdienen. Mijn ervaring tot nu toe Als leerkracht zeg ik niet wat de kinderen moeten doen. Ik laat ze zelf ontdekken en uitzoeken, maar houd goed in de gaten dat ze niet van het pad afdwalen. Het einddoel is duidelijk. De weg kan slingeren, maar mijn geheime scenario helpt om de weg te blijven volgen en op de juiste momenten bij te sturen. Het is heel leuk om op deze manier bezig te zijn met het onderwijs. Het is een manier die de kinderen echt aanspreekt en waarbij elk kind zijn of haar talenten kan gebruiken. Al met al is het een fantastisch, ondernemend project, met een hoog internationaal gehalte. Patricia Fleumer – Coffa (groepsleerkracht 7/8) Cbs. De Rank- Westzaan
9
Het schoolreisje Groep 6 van Aline Prins, van de Korenaar heeft in schooljaar 2003-2004 het jaarlijkse schoolreisje voor de groepen 3 t/m 6 georganiseerd. Het betrof 139 kinderen uit totaal 5 groepen. Het is een hele onderneming geworden. Hier volgt het verslag dat de kinderen samen met Aline hebben gemaakt.
“
Als eerste hebben we ideeën verzameld over waar we allemaal heen konden gaan. Sommige kinderen hebben folders verzameld en deze mee naar school genomen. We hebben met de hele groep bedacht waar het park voor ons aan moest voldoen. Juf heeft daarna uit alles, de zes beste parken gekozen. Toen kreeg ieder groepje een invulformulier en de informatie van één van de zes parken. Daarna hebben alle groepjes uitgezocht hoeveel de entree zou zijn voor ieder kind. Ook moesten we kijken of het niet te ver rijden was. Of het park niet te groot of te klein was. En of het park wel leuk zou zijn voor kinderen in groep drie, vier, vijf en zes. Bovendien moest het geschikt zijn om je er de hele dag te vermaken. Toen hebben we gestemd naar welke parken we in ieder geval niet gingen. Dat was makkelijk. Er bleven er twee over: Ouwehands Dierenpark en Drievliet. Uiteindelijk kwamen wij er zelf niet uit naar welk park we zouden gaan en toen heeft de juf voorgesteld dat zij zou kiezen. Dat vonden wij goed en zij heeft gekozen voor Ouwehands Dierenpark. Wij vonden dat een goede keuze omdat het leuk is voor groep 3 t/m 6. En het is een speeltuin en dierentuin in één. En het was groot genoeg om je er de hele dag te vermaken. Het was goed betaalbaar voor ons en niet te ver rijden. Nadat we besloten hadden naar welk park we zouden gaan, zijn we begonnen met kijken hoeveel kinderen er in de groepen 3 t/m 6 zitten. Dat zijn in totaal 139 kinderen.We hebben besloten om in totaal 30 begeleiders mee te nemen, zodat er 5 of 6 kinderen in een groepje zouden zitten. Er zou ook nog een auto meegaan met extra begeleiders die zouden zorgen voor het eten en drinken. De kinderen en begeleiders moesten verdeeld worden over drie bussen.We moesten er wel voor zorgen dat de kinderen van groep 3 en 4 bij elkaar zaten. Dat is voor de jongere kinderen het leukst. Groep 5 en 6 moesten dus gesplitst worden. Toen zijn wij het programma gaan maken voor de dag in Ouwehands Dierenpark. We hadden bedacht dat het leuk zou zijn om 's ochtends een speurtocht te gaan doen. Dus bestelden we bij het park drie speur-
Aline Prins
tochten. Voor elke leeftijdsgroep één. Ook hebben we bij Ouwehands Dierenpark om een plattegrond gevraagd, zodat we konden bepalen waar we met zijn allen zouden picknicken. We zijn ook inkopen gaan doen bij Dirk van der Broek met mensen van de ouderraad. Daar hebben we drinken en koekjes gekocht. Oh ja, en koffie! We hebben ook nog naamkaartjes gemaakt voor alle kinderen met daarop de naam van de school en het mobiele telefoonnummer van onze juf. We hebben toen de naamkaartjes, het programma, de speurtocht en een potlood, de plattegrond en het geld voor een ijsje, in enveloppen gedaan en die enveloppen hebben we ook nog versierd. Iedere ouder of meester of juf, die een groepje ging begeleiden, kreeg een enveloppe. En toen waren wij er helemaal klaar voor! Op de dag van het schoolreisje vertrokken we ‘s ochtends om 8.45 met de bus. En om 10.15 kwamen we aan bij Ouwehands Dierenpark.We gingen naar binnen en daar kregen we limonade en een koekje. De begeleider riep haar of zijn groepje bij elkaar en iedereen begon met de speurtocht. Alleen hebben we het programma om moeten gooien want de zeeleeuwenshow zat vol en we moesten dus een uur later dan gepland naar de show. Daardoor moesten we later eten en drinken om toch nog de zeeleeuwenshow te kunnen zien. Na de show zijn we met alle kinderen gaan picknicken en daarna kon elk groepje zelf beslissen wat ze zouden gaan doen. De meeste groepjes gingen spelen in de speeljungle. Daar konden we een ook een ijsje kopen.We hadden bedacht om elke begeleider voor elk kind een euro mee te geven, zodat de kinderen zelf konden kiezen wat voor ijsje ze wilden. Maar het enige ijsje dat je kon kopen van een euro was een raketje. Daarna was het alweer tijd om naar de bussen te gaan.
10
We hebben er op de terugweg drie uur over gedaan omdat de chauffeur helemaal verkeerd was gereden. Ondanks het beetje koude weer en de veel te lange terugreis was het een geweldig leuk schoolreisje. De volgende dag hebben we in de klas het schoolreisje geëvalueerd. We hebben gekeken wat er goed was gegaan en wat beter had gekund. We hadden eigenlijk wel spelletjes zoals bingo of galgje mee kunnen nemen om ons niet te vervelen in de bus. We hadden beter de route uit kunnen printen voor de buschauffeur, dan was hij misschien niet verkeerd gereden. We hadden ook naar het park moeten bellen om te vragen hoe duur de ijsjes gemiddeld zijn. Ook hadden we vooraf even moeten vragen of er nog plaats zou zijn bij de zeeleeuwenshow. Voor de rest was het goed! We vonden de keuze van het park heel goed. Iedereen heeft zich prima vermaakt. We hebben ook veel leuke reacties gehad van begeleiders over de organisatie. De enveloppe vonden ze zeer goed bedacht. Veel kinderen uit de lagere groepen hebben tegen ons gezegd dat ze het een leuke dag vonden en dat ze het knap vonden dat wij het georganiseerd hadden. Door het schoolreisje te organiseren, hebben we geleerd om samen te werken, omdat we veel in een klein groepje moesten werken. We moesten uitrekenen hoe ver het met de bus rijden was en hoe lang we daar dan over deden. We moesten ook de kosten uitrekenen. En kijken of we geld zouden overhouden, nadat we de entree, de bus en de bood-
schappen hadden betaald.We moesten de kinderen over de bussen verdelen, die we zelf hadden geregeld. We hebben er ook over nagedacht wat de groepsbegeleider nodig had tijdens de dag. Zoals de speurtocht plus een potlood, naamkaartjes enzovoort. We hebben ook veel brieven geschreven. Bijvoorbeeld om de ouders, juffen en meesters te informeren over de dag. Ook hebben een aantal kinderen in de andere groepen verteld wat we gingen doen en ook vragen beantwoord. We hebben tijdens de voorbereiding van dit schoolreisje, veel gewerkt aan de organisatie, maar het was wel leuk. Tenminste niet gewoon taal of rekenen. Na het schoolreisje voelden wij ons trots dat wij dit georganiseerd hadden. We kijken nu wel anders tegen het schoolreisje aan. We dachten dat het moeilijk zou zijn om het zelf te organiseren. Nu we het eenmaal hebben gedaan, vinden we het wel wat makkelijker dan we dachten. We dachten dat we kinderen zouden kwijt raken, maar dat is niet gebeurd. Natuurlijk zijn er ook ouders en juffen en meesters op zo'n dag en zij letten natuurlijk op de kinderen. Want het is ook ons schoolreisje en wij moesten ook plezier kunnen maken op die dag! We zouden nu best, met behulp van onze juf, een meerdaags schoolreisje kunnen organiseren. Als je het goed organiseert, dan gaat alles goed met het schoolreisje!
“
11
Wegwijzers voor ondernemend leren Tijdens de studiedagen voor directies op 16 en 17 september, staat Piet Conijn stil bij de vraag, “Waar staan we nu t.a.v. het ondernemend leren”. In een inleiding kijkt hij terug op een aantal kernbegrippen. Een samenvatting van zijn inleiding. Kenmerken van ondernemend leren • Uitgedaagd zijn om iets heel concreets te realiseren: een boek maken, een gast ontvangen, een bezoek brengen, een cd maken, een onderzoek doen, een voorstelling geven, een winkel openen, een optreden verzorgen met een koor, een tuin inrichten en onderhouden, e-mail contacten onderhouden met een school in het buitenland,.. In diverse cursussen voor directies en leerkrachten hebben we ons gebogen over een omvangrijk repertoire aan uitdagingen. • Werken met een duidelijke structuur (een ondernemingsplan): wat doen we eerst, wat daarna, waar halen we hulp vandaan, wat kunnen we zelf, hoe verdelen we de tijd, op welke momenten evalueren we,..? We hebben een aantal typen van structuren onder de loep genomen. Een ervan heeft met name nadruk gekregen, nl. de storyline, afkomstig uit Schotland. • Streven naar meesterschap. ‘Meer doen met minder’hebben we als slogan gebruikt. Beter een enkele brief goed geschreven, dan tien op een middelmatig niveau. Niet de middelmaat hebben we tot norm genomen,, maar het meesterschap van de leerlingen.We schuwen in dit verband het woord ‘prestatieschool’niet. Maar dan bedoelen we een school waar kinderen trots zijn op wat ze hebben bereikt, zelfvertrouwen krijgen en moed om een stap verder te nemen. Binnen de verschillende AGORA scholen hebben we goede voorbeelden gezien. Kinderen schreven een geweldig goed boek, zongen prachtig op een korenfestival, richtten een schitterende winkel in. En ze waren ook in staat om te vertellen wat nu zo goed was gegaan en wat ze er van hadden geleerd. • Proberen om talenten in te zetten en te ontwikkelen. Wie zijn uiterste best doet, ontwikkelt zijn talen-
ten. In het verleggen van grenzen zit de progressie in iemands ontwikkeling.Wie kinderen de vrijheid laat en ze niet prikkelt om zich ten volle in te zetten, verwaarloost talent.Talentontwikkeling is niet synoniem aan geïndividualiseerd onderwijs; de kunst is om kinderen regelmatig uit te nodigen om hun talenten in te zetten voor het bereiken van een gemeenschappelijk doel.Wat geldt voor leerlingen geldt ook voor leerkrachten. In diverse verbanden hebben het met elkaar gehad over het meesterschap en de talentontwikkeling van leerkrachten. • Schoolprofilering. Ondernemende schoolteams gaan zich profileren. In de afgelopen vier jaar hebben verschillende scholen geprobeerd om te werken aan een duidelijk eigen gezicht in de wijk. Verschillende profielschetsen hebben inmiddels het daglicht gezien. • Leefbaarheid en duurzaamheid. De term ‘ondernemend leren’ heeft in verschillende landen een enigszins economische connotatie gekregen. Wij hebben binnen AGORA van meet af aan duidelijk gesteld dat ondernemend leren niet gericht is op de vorming tot zakenman of zakenvrouw. Het gaat om de bevordering van ondernemend gedrag op verschillende terreinen van het menselijk bestaan. Bovendien gaat ondernemend leren niet alleen over de individuele ontplooiing, maar ook om de bijdrage van het individu aan de leefbaarheid en de duurzaamheid van de samenleving. Om de zorg voor elkaar, de omgeving, nu en later. Aan de hand van een tekening verklaart Piet de weg die we samen afleggen. De haarspeldbochten wekken de indruk dat onze route een zig-zag route is. Onderwijsontwikkeling heeft een cyclisch verloop. In de jaren vlak na de eerste wereldoorlog kende het onderwijs een vernieuwingsgolf: de zgn. Reformpedagogiek deed haar intrede. Er kwam veel aandacht voor de potenties en talenten van kinderen. Bekende namen in dit verband: Kees Boeke, Jan Lighthart, Peter Petersen, Freinet. Vrije 12 expressie, levensecht onderwijs, individualisering zijn enkele veel gehoorde begrippen.
Niet lang daarna was de aandacht hiervoor weer verflauwd, om vervolgens in de zestiger en zeventiger jaren weer populair te worden. De babyboomers van na de tweede wereldoorlog drongen aan op meer ontplooiingskansen in de school, projectonderwijs en democratisering. Er zijn weinig scholen in Nederland die niet op een of andere wijze hier mee hebben gewerkt. Dan keert het tij weer. De greep op het onderwijs door de overheid wordt versterkt, er komt veel programmering van bovenaf, scholen worden massaal afgerekend op eindresultaten. We zien nu dat dit beleid zichzelf in de staart gaat bijten: leerkrachten raken gedemotiveerd door zoveel regels; leerlingen worden niet uitgedaagd en vinden de school saai. Nu willen scholen weer meer vrijheid, leerkrachten willen af van de methodedruk, leerlingen willen een school waar echt iets te leren valt.
13
De haarspeldbochten op onze kaart laten dit cyclische verloop zien. Soms wordt rakelings een vroeger punt gepasseerd. Er zijn wel andere accenten: de noodzaak van uitdagingen, werken met een structuur, streven naar meesterschap en talentontwikkeling. Ze staan als wegwijzers langs de route. Oftewel: we volgen een weg omhoog, langs bekende punten maar op een ander (hoger) niveau. Waar gaat de weg heen? We gaan omhoog, dat weten we zeker. Immers, als iedereen streeft naar het beste, dan kan het niet anders dan dat we de weg omhoog gaan. Maar hoe het er boven uit ziet weten we niet. Zo gaat het in de bergen ook. Er zal een berghut zijn waar het goed toeven is. Je zult daar het besef hebben van op een grote hoogte te zijn.Maar hoe het landschap er precies uitziet is nog een vraag.
Ondernemend leren
Het Boekenrijk – De Regenboog, Assendelft In- en verkoop van boeken voor een goed doel De aanleiding In de bovenbouwstamgroep van Robert houdt Rosalie Beumer een spreekbeurt over het KNGF, het Koninklijk Nederlandse Geleidehonden Fonds. Na een goed verhaal komt zij met een opmerkelijke vraag: ”Kunnen wij zelf geen geld verdienen voor dit mooie doel? De hele klas raakt meteen enthousiast. Maar wat gaan we dan doen? Op deze vraag komt snel een antwoord:”We gaan een eigen bedrijf beginnen”. Wat voor een bedrijf, dat weet de groep nog niet. Een eigen bedrijf beginnen; hoe doe je dat Diverse groepjes leerlingen gaan naar de verschillende bedrijven. Ze komen met vrijwel dezelfde antwoorden terug: “Er moet een ondernemingsplan zijn, en….een organisatiemodel.” We beginnen met het organisatiemodel. We hebben nodig: Een algemeen directeur, een financieel directeur, een exploitatie manager en een hoofd personeelszaken. De leerkracht doet de procedure en roept de sollicitanten op voor een gesprek. Nadat de directie geïnstalleerd is, wordt er bedacht wat voor soort bedrijf het moet gaan worden. Het wordt: een... boekwinkel! Ook willen we ons eigen boek schrijven, uitgeven en verkopen. Een naam van de boekwinkel wordt bedacht en het logo wordt ontworpen. De naam wordt: Het Boekenrijk. Vanaf dat punt gaat het in een stroomversnelling. Er komen allerlei tweedehands boeken binnen. Al snel hebben we er meer dan honderd. Ook onderzoekt de groep wat er voor nodig is om een eigen boek te maken. We verdelen de taken. Zo zijn er typisten, typografen, redacteuren, correctoren etc... Alle kinderen zijn ook schrijver van het boek. Iedereen levert ongeveer drie teksten uit het creatief schrijvenschrift. Dit levert een mooie mix op van allerlei verschillende verhalen, verzen en gedichtjes. Ondertussen komen er nog steeds tweedehands boeken binnen. Verkoopmedewerkers beoordelen de boeken op hun waarde en schrijven er met potlood een prijs in. De voortgang Het boek vordert gestaag. De typisten werken hard om alle verzen, verhaaltjes en gedichtjes in de computer te krijgen. Ondertussen gaan twee webmasters aan de gang om een webpagina te maken, en dagelijks wordt de e-mail aan het bedrijf in de gaten gehouden. De directie werkt keihard om het bedrijf in goede banen te leiden. Dit gaat niet altijd even goed. Om de moed er in te houden besluiten we – tijdens onze vergadering met voorzitter en echte notulen – om “de medewerker
van de week” aan te stellen. Iedereen die iets erg goed doet in zijn werk kan dit worden. Dit motiveert de kinderen snel. Ook wordt er van het startkapitaal van Euro 40,- limonade en koek gekocht.Vanaf dat moment loopt het gesmeerd. De laatste fase Het eigen boek vordert gestaag en is al in de afrondingsfase.We bepalen het lettertype, de lay-out en de omslag. Nu nog op zoek naar een drukker. Via via komen we terecht bij Aranea Repro in Zaandam. Het boek wordt echt gedrukt! De voorbereidingen voor de opening zijn in volle gang. Alle boeken zijn voorzien van een prijs, de plattegrond van de winkel is klaar. We besluiten om de boeken in te delen op prijscategorie. En zo vullen we de winkel: een koffiehoek met lekkere Senseo-koffie, een serie prachtige posters van de firma Stumpel. Zo is het klaslokaal een echte boekwinkel . Op het laatst is het nog even spannend. Het Boek dreigt niet op tijd klaar te komen. Gelukkig! Eén dag voor de opening is Het Boek klaar. 26 mei, de opening Het is een mooie opening. Er zijn veel genodigden. De Algemeen directeur heeft een toespraak geschreven waarin een korte beschrijving staat van het ontstaan van Het Boekenrijk. Ook bedankt zij de mensen en bedrijven die allemaal hebben geholpen bij de totstandkoming van het bedrijf. Jos van Dort, directeur van de Regenboog, verricht de officiële opening. Hij ontvangt ook het eerste exemplaar van Het Boek. Uiteindelijk hebben we het KNGF gesponsord met Euro 350,- en is er ook nog wat geld over om zelf wat te kopen.
14
Robert Pouw, leerkracht bovenbouwstamgroep, De Regenboog
Impressie Schotlandreis 27 t/m 30 september 2004
Aandacht voor de uiteenzetting over het Schotse onderwijs door Lynda Brownlow.
De hele Agora- groep 2004 voor de Universiteit van Strathclyde in Glasgow; waarbinnen zich het Centre for Education in Enterprise and Work bevindt.
Marian, Eugenie en Tine krijgen uitleg over een van de displays tijdens een bezoek aan Gadburn School.
Ellen showt een onderwijspakket rond enterprise education.
15
Wil je met jouw onderneming ook in Marktplaats? M e l d t h e t d e r e da c t i e !
Zie je er tegenop om zelf te schrijven? Maak een foto reportage! M e l d t h e t d e r e da c t i e !
Wil je wel over je onderneming vertellen maar niet schrijven! M e l d t h e t d e r e da c t i e ( da n n e m e n w e j o u e e n i n t e r v i e w a f ) !
Heb je een goed idee? M e l d t h e t d e r e da c t i e !
Wil je reageren..? M e l d t h e t d e r e da c t i e !
Wil je zitting in de redactie? M e l d t h e t d e r e da c t i e !
Colofon Marktplaats – Oktober 2004 Redactie
Vo r m g e v i n g & o p m a a k
Ton Kroon, directeur De Hoeksteen Jos van Dort, directeur De Regenboog Marianne Schuurmans, De Educatieve Stad.
Peter Louman, Assendelft Studio Welgraven, Limmen Druk & afwerking
Marktplaats wordt geschreven door en voor onderwijsgevenden, ter inspiratie en ondersteuning bij het ontwikkelen van ondernemend onderwijs. Verschijnt driemaal per schooljaar en wordt verstuurd naar alle scholen van Agora.
Aranea Offset, Zaandam Informatie Agora De Weer 10 1504 AG Zaandam tel 075 616 86 30
In dit nummer bijdragen van Piet Conijn (De Educatieve Stad) Patricia Fleumer (De Rank) Rianne van Geest (Het Baken) Wim Pieters (directeur VTZ) Aline Prins (De Korenaar) Marianne Schuurmans (De Educatieve Stad) Fotografie Jos van Dort Deelnemers aan de Schotland reis De Rank De Korenaar
of De Educatieve Stad Zwanenbloemlaan 20b 1562 SC Krommenie tel 075 622 67 22 Inzenden van kopij: E-mail:
[email protected] met vermelding: kopy marktplaats
Marktplaats is een periodieke uitgave van Agora, ondernemende scholen, i.s.m. Ontwerpbureau De Educatieve Stad.