Lestip 'Meester Pompelmoes' Over het boek Meest Pompelmoes is een beetje ouderwets, met zijn strikje en zijn brilletje, en hij is ook best streng. Maar hij is ook heel lief en grappig. Bovendien kan hij bloemen en planten betoveren, heeft hij pratende huisdieren (een hond, een kat en een kraai) en reist hij naar onbewoonde eilanden. Wie wil er niet bij Meester Pompelmoes op school zitten? De verhalen in deze bundel zijn bijna 50 jaar oud. Toen waren auto’s nog nieuwe dingen en van mobieltjes was nog lang geen sprake. Maar dat maakt dit boek net zo gezellig (net als de prachtige prenten). Auteur(s) Hans Andreus, Charlotte Dematons (illustrator) Uitgeverij Holland / 2013 Aantal pagina's 185 p. p. ISBN 9789025112431 Genre Fictie Doelgroep 2de leerjaar, 3de leerjaar Trefwoorden Auteur lestip Nanna Cornelis
Aanzet Laat de kinderen het boek zien en de titel lezen. Bespreek eventueel de bijzondere naam Pompelmoes. Vertel dat het boek er misschien nieuw uitziet, maar dat het eigenlijk al heel oud is. Het is geschreven nog voordat de juf of Meester geboren was of toen die zelf nog klein was. Opa en oma waren toen waarschijnlijk ook nog jong, zij kennen het boek misschien wel. In Nederland was het een zeer bekend en geliefd verhaal. Laat de kinderen vertellen wat ze weten over de schoolervaringen van hun ouders of grootouders. Waren er dingen anders? Vertel zeker iets over het verschil in taalgebruik tussen vroeger en nu. De Meester spreekt vaak met u en uw in plaats van met jij en jouw en hij gebruikt ouderwetse uitdrukkingen. Lees alvast een stukje voor om hen van de taal te laten ‘proeven’. Na enkele hoofdstukken geraak je wel gewoon aan het wat ouderwetse taalgebruik. Verklaar hier en daar een woord of begrip, zodat de kinderen eraan kunnen wennen. Het zal bovendien hun woordenschat verrijken. Je kan ook het voorwoord voorlezen. Daarin wordt heel wat verklaard, maar dan verklap je meteen al veel over de inhoud van de verhalen. EINDTERMEN
● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Luisteren 1.1 Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Lager - Nederlands - Spreken 2.1 Lager - Nederlands - Spreken 2.3 Lager - Nederlands - Spreken 2.5
Verwerkingsactiviteiten Meester Pompelmoes en de geleerde kat (p. 14) In dit hoofdstuk duikt er een sprekende kat op in de klas van de Meester. Mijmer even met de kinderen over hoe het zou zijn om echt zo’n sprekende kat in de klas te hebben. Vraag ze vervolgens wat hun lievelingsdier is en noteer die dierennamen op het bord. Komen de kinderen niet verder dan katten en honden? Vraag dan verder. Wat vind je het mooiste roofdier? Welke interessante dieren leven in het water? Toon eventueel het boek Vieze dieren of Schele dieren voor inspiratie. Vraag bij enkele dieren naar typische kenmerken. Hierbij kan Vorrei avere (een boek uit het eerste O Mundopakket, zie www.omundo.be) ook een originele invalshoek bieden. Denk samen na over wat raar zou zijn bij een bepaald dier en breng dieren of eigenschappen samen in onverwachte combinaties. Kies meteen samenstellingen die, als je ze visualiseert, een grappig effect hebben: de snelle slak, de vederlichte olifant, de zwemmende giraf… Ieder kind kiest nu een samenstelling of verzint er één en tekent die uit op een A5-blad met pastelkrijt, kleurpotloden, tekenstift, ecoline, pandakrijtjes... Voorzie voldoende dierenboeken, geef de kinderen tijd om er in te kijken en bespreek ook de lay-out van deze boeken. Vertel dat jullie samen een boek gaan maken: het gekke (of bijzondere) dierenboek. Maak afspraken rond lay-out: waar staat de naam van het dier, werk je met een kader, in welke richting hou je het blad? De volgende dagen kan je elke dag over een ander bijzonder dier een kort verhaaltje verzinnen. Je kan zelf een centrale rol innemen in de verhalen, net als Meester Pompelmoes. Ook de kinderen die zin hebben, mogen een verhaal aan de klas vertellen. De boeken van Bibi Dumon Tak kunnen veel inspiratie bieden! EINDTERMEN ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Luisteren 1.1 Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Lager - Nederlands - Spreken 2.1 Lager - Nederlands - Spreken 2.3 Lager - Nederlands - Spreken 2.5 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.3 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.4 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.5 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6
Meester Pompelmoes en de dubbelganger (p. 32) In dit hoofdstuk moet Meester Pompelmoes bewijzen dat hij de echte Meester Pompelmoes is. Laat de kinderen een situatie schrijven of bedenken waarin ze moeten bewijzen dat ze zichzelf zijn. Je kan deze activiteit laten voorafgaan door een filosofisch gesprek over authenticiteit. Wat is écht en wat is aangeleerd? Toon jij jezelf zoals je echt bent of verberg je bepaalde dingen om niet op te vallen? EINDTERMEN ●
Lager - Nederlands - Luisteren 1.1
● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Lager - Nederlands - Spreken 2.1 Lager - Nederlands - Spreken 2.3 Lager - Nederlands - Spreken 2.5 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8
Meester Pompelmoes en de treurige hond (p. 39) In dit hoofdstuk ontmoet Meester Pompelmoes in het park een bedroefde hond die door zijn baas op straat gezet is. Alle mensen moeten huilen als ze hem zien. Hou een gesprek over treurige gedachten en gevoelens. Om emoties op te wekken is muziek uitermate geschikt. Zet eerst een droevige melodie (mineur) op. Gebruik bijvoorbeeld de cd’s van Klara4kids, Van aap tot zwaan. Kies nummer 24: Camille Saint Saens - de zwaan. De kinderen uiten hun indruk over de muziek. Stel daarna volgende vragen: Meester Pompelmoes wordt treurig van de lege banken in het park. Zijn er bij de kinderen ook bepaalde zaken die hen treurig maken? Komen die gevoelens meteen, ook al is er eerst helemaal niets aan de hand, of zijn er dingen die het gevoel versterken? Zet nu een vrolijke melodie (majeur) op. Gebruik dezelfde cd, en kies nu nummer negen: Giacchino Rossini galop. Laat de kinderen het verschil tussen beide muziekstukken uitleggen. Welke gevoelens krijgen ze nu? Wat zorgt voor het verschil? Zijn het de instrumenten, het tempo of de beelden die de muziek dit gevoel oproepen? Waar worden zij vrolijk van? Werk daarna met de kinderen korte teksten uit volgens onderstaand patroon. Mogelijke handvaten: Wat? Thee; Hoe? Warme thee; Waar denk je nog aan? Met een koekje; Bijpassend gevoel? Mmmm. Je kiest vervolgens twee kinderen uit, elk met een tekst in een tegenovergesteld gevoel. Op jouw teken lezen ze telkens een zin van hun tekst voor. Ze doen dat elk met de juiste gevoelsintonatie. Op die manier wordt het vrolijke meteen gespiegeld met het trieste. Geef de duo’s daarna even de tijd om met elkaar te ervaren wat er gebeurt als ze die teksten op die manier vloeiend in elkaar verweven. Wanneer ze aanvoelen dat het ritme en de expressie goed zitten, dragen ze de teksten als een soort absurde dialoog door elkaar voor. De gevoelens worden als het ware uitvergroot. De tegenstelling werkt versterkend. Dit levert mooie toonmomenten. Leg ze vast. Variant: wissel de tekst af met een tegenovergestelde appreciatie. Bijv.: Thee
Regen
Triest
Fijn
Met een koekje...
Nat en koud
Ter inspiratie of bij wijze van terugblik kan je Tranenthee uit Bij uil thuis voorlezen. Herkennen ze zich in de gevoelens van Uil? EINDTERMEN ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Schrijven 4.8 Lager - Nederlands - Strategieën 5.1 Lager - Nederlands - Strategieën 5.2 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (overkoepelende attitudes) 6.1 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (taalgebruik) 6.3 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (taalsysteem) 6.5 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (strategieën) 6.6 Lager - Muzische vorming - Muziek 2.1 Lager - Muzische vorming - Muziek 2.3 Lager - Muzische vorming - Drama 3.2 Lager - Muzische vorming - Drama 3.3 Lager - Muzische vorming - Drama 3.5 Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.3
●
Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.5
Meester Pompelmoes koopt een auto (p. 47) Je hebt foto’s of gedetailleerde tekeningen van auto’s, tekenmateriaal, papier en lijm nodig. Geef de kinderen vooraf de opdracht om prenten en foto’s van auto’s mee te brengen. Laat na het voorlezen van het hoofdstuk de kinderen verzinnen hoe de auto van Meester Pompelmoes eruitziet. Toon de prent op p. 49. Merkt iemand op dat de koplampen net op ogen lijken? Hang enkele meegebrachte prenten op en bespreek met de kinderen of je bij die auto’s ook een gezicht kan verzinnen. Sommige auto’s zien er vriendelijker uit dan andere. Hoe komt dat? De auto van Meester Pompelmoes wil niet rijden als je er niet voor zingt. Het is een muzikale auto en heeft ook een muzikale naam. Kan je aan de auto zien dat hij van muziek houdt? Past zijn naam bij zijn uiterlijk? Bekijk samen foto’s van auto’s. Laat de kinderen hierbij verschillende bijzonderheden verzinnen. Hoe zouden ze kunnen noemen? Noteer op het bord de namen die de kinderen voor de auto’s verzinnen. Op een A4-blad ontwerpen de kinderen nu een eigen fantasieauto. Die auto mag er erg bijzonder uitzien, maar je moet nog wel kunnen zien dat het een auto is. Ze verzinnen er een naam voor en schrijven erbij wat er bijzonder aan is. EINDTERMEN ● ● ● ●
Lager - Muzische vorming - Beeld 1.3 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.4 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.5 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6
Meester Pompelmoes en de vogel in zijn tuin (p. 53) In dit hoofdstuk gaat Meester Pompelmoes op zoek naar een vogel die past in zijn weemoedige tuin. Hij zet een advertentie en krijgt een heleboel sollicitanten over de vloer. Uiteindelijk komt er een jonge zwarte kraai opdagen die kan zingen en gezellig praten en moppen vertellen en koortdansen en…. Bespreek met de kinderen de aard van de liederen die Malle Gerrit zingt. Kennen zij ook zulke liederen? Wie durft er eentje laten horen? Wat valt op bij deze liedjes? Is het voor iedereen altijd leuk om naar zulke liederen te luisteren? Wie heeft ook al een nare ervaring gehad met dergelijke liedjes? Spreek met de kinderen een onderwerp af om een spotlied over te maken. Denk er aan dat het niet kwetsend mag zijn. Misschien neem je gewoon Malle Gerrit als onderwerp. Laat de kinderen brainstormen rond het gekozen onderwerp en schrijf een aantal ideeën op het bord of op een groot papier. Bij wijze van opwarming verzin je samen een rijmwoord voor elk genoteerd woord. Kies met de kinderen een reeds aangeleerd lied (liefst met een refrein) en zing het samen nog een keer. Zeg nu de tekst luidop in het gepaste ritme. Vervang hierna de woorden door pompompom (of bom of tam) en zing of zeg het lied opnieuw. Het is belangrijk dat de kinderen het ritme goed oppikken. Wie kan al een zin verzinnen op dit ritme? Maak gebruik van de woorden op het bord. Wanneer je zelf een kleine aanzet geeft met een stukje tekst, komt de rest vaak vanzelf. Maak op deze manier met de groep een nieuwe, vrolijke tekst en zing samen het nieuwe lied. Kunnen de kinderen er nog bewegingen bij verzinnen? Wie ervaring heeft met deze manier van werken, kan er een act van maken! Muzische vorming - 2 Muziek - 2.2 - 2.4* - 2.5 - 3 Drama - 3.6 EINDTERMEN ● ● ● ●
Lager - Muzische vorming - Muziek 2.2 Lager - Muzische vorming - Muziek 2.4 Lager - Muzische vorming - Muziek 2.5 Lager - Muzische vorming - Drama 3.6
En verder…
Meester Pompelmoes en de nakijk-machine (p. 60) Je leest een hoofdstuk voor uit De super dikke Meester Jaap. Bespreek samen het verschil in schrijfstijl en tijd waarin beide boeken zich afspelen. EINDTERMEN ● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Luisteren 1.1 Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Lager - Nederlands - Spreken 2.1 Lager - Nederlands - Spreken 2.3 Lager - Nederlands - Spreken 2.5
Meester Pompelmoes en de aardige spiegel (p. 78) Meester Pompelmoes koopt op de markt een oude spiegel. Die laat je eruitzien zoals je jezelf het liefste ziet. De kinderen tekenen twee portretten van zichzelf: één zoals ze er echt uitzien en één zoals ze er zouden willen uitzien. EINDTERMEN ● ● ● ●
Lager - Muzische vorming - Beeld 1.3 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.4 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.5 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6
Bibliografie Bibi’s doodgewone dierenboek - Bibi Dumon Tak (Querido, 2013) Bij uil thuis - Arnold Lobel (Ploegsma, 2005) De super dikke Meester Jaap - Jacques Vriens (Van Holkema & Warendorf, 2010) Schele dieren - Frans van der Helm (Het Spectrum, 2005) Springende pinguïns en lachende hyena’s - Jesse Goossens en Marijke Tolman (ill.) (Lemniscaat, 2013) Van aap tot zwaan - Klara4Kids (EMI Classics, 2010) Verborgen dieren - Pittau & Gervais (Lannoo, 2008) Vieze dieren - Frans van der Helm (Winkler Prins, 2005) Vorrei avere - Giovanna Zoboli en Simona Mulazzani (ill.) (Topipittori, 2010) Zoo groot! : een dierenencyclopedie op ware grootte - Teruyuki Komiya (De Fontein, 2010)