Lestip 'Mister Orange' Over het boek Het is 1943 en Linus’ broer Apke vecht in de oorlog in Europa. Linus zelf woont in New York, waar hij elke week een kratje sinaasappels bezorgt aan ene Mister Orange. In het atelier van Mister Orange is het rustig. Het is er wit en leeg, met tegen muren schilderijen met veel kleurvlakken. De echte wereld is er ver weg. Maar voor Linus blijft zijn broer die vecht en in gevaar is, altijd dicht bij hem. Over Linus’ schouder kijk je mee het atelier van Mondriaan – één van de belangrijkste schilders van de vorige eeuw – in. Dat maakt dit boek nog bijzonderder! Auteur(s) Truus Matti Uitgeverij Leopold / 2011 Aantal pagina's 150 p. ISBN 9789025857165 Genre Fictie Doelgroep 6de leerjaar Trefwoorden Auteur lestip Inge Umans
Aanzet Situeer het boek in tijd en ruimte. Het boek speelt zich af in de periode 1943-1945, wanneer WO II volop woedt. Piet Mondriaan ontvlucht Europa in oktober 1940 en zoekt onderdak in New York om aan de Duitsers te ontsnappen. Apke, de oudste broer van de hoofdpersoon Linus, maakt de omgekeerde beweging. Hij verlaat New York om tegen de Duitsers te gaan vechten. Via zijn brieven kom je als lezer meer te weten over die oorlog en de ontberingen die de soldaten er moeten doorstaan. Via beeldmateriaal dompel je de leerlingen onder in de tijdsgeest van toen: je verzamelt prenten die illustreren wat de mode van toen was, welke vervoersmiddelen er bestonden en hoe ze eruit zagen … Een handige site is : www.beeldbankwo2.nl/index.jsp. Sta ook stil bij WO II zelf : wanneer, waar en hoe begon de oorlog, wat ging er aan vooraf, welke rol speelde Amerika …
EINDTERMEN ● ● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Lezen 3.1 Lager - Muzische vorming - Drama 3.1 Lager - Muzische vorming - Media 5.5 Lager - Wereldoriëntatie - Tijd (historische tijd) 5.6 Lager - Wereldoriëntatie - Tijd (historische tijd) 5.8 Lager - Wereldoriëntatie - Tijd (historische tijd) 5.9
Verwerkingsactiviteiten Lees het boek voor, of lees het samen. Als het boek uit is, kan je met volgende suggesties aan de slag.
–Leven en werk van Mondriaan Keepvogel Mister Orange is Piet Mondriaan. Leg ook het boek Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan op de leestafel (zie : Bibliografie). Mister Orange en Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan vullen elkaar mooi aan : wat Truus Matti in haar verhaal beschrijft wordt weergegeven in de illustraties in het boek van Wouter van Reek. Vraag de kinderen per twee op zoek te gaan naar de overeenkomsten. In welke mate zou Keepvogel Linus kunnen zijn, of omgekeerd ? Welke illustraties uit het boek passen bij welke passages uit Mister Orange? Je kan deze opdracht als hoekenwerk aanbieden, als tussendoortje. Enkele gerichte kijk- en vergelijkopdrachten meegeven werkt altijd het beste.
EINDTERMEN ●
Lager - Nederlands - Lezen 3.5
Mondriaan Wie was Mondriaan en wat deed hij in New York ? Je vindt erg veel materiaal op internet, maar ook in het tijdschrift Dada Mondriaan (zie : Bibliografie). Daar vind je een helder overzicht van zijn leven en werk en bovendien bevat het tijdschrift tal van leuke tips om zelf in de stijl en sfeer van Mondriaan aan de slag te gaan. Breng ook het boek Mondriaans alfabet mee naar de klas (zie: Bibliografie). Verdeel je klas in verschillende groepjes en geef elke groep een andere opzoekopdracht over het leven en werk van Mondriaan: ––Waar werd Mondriaan geboren ? ––Welke studies volgde Mondriaan ? ––Tot welke kunststroming behoort zijn werk ? Welke invloed had de boogiewoogie-muziek op zijn werk ? Vind je enkele voorbeelden van boogiewoogie op YouTube ? ––Welke kleuren gebruikte hij ? Waarom precies die ? ––Waarom gebruikte hij tape in zijn werk ? Na het opzoekwerk stelt elk groepje zijn bevindingen voor. Zo krijgt de hele klas een totaalbeeld van het leven en werk van Mondriaan.
Mondriaanhuis Breng tot slot een virtueel bezoek aan het Mondriaanhuis : www.mondriaanhuis.nl. Bekijk zeker samen met je leerlingen de links waarnaar de schrijfster verwijst in het boek op pagina 148-149. Boeiend is om de kinderen op
de ‘anachronismen’ te wijzen : het werk van Mondriaan en de leefruimtes van zijn huis zien er heel hedendaags uit, maar laat hen zoeken naar voorwerpen die het meteen weer in de juiste ‘oude’ tijd situeren (het kacheltje, de verrekijker). Ook de auto’s en kleren dateren alles meteen heel scherp.
EINDTERMEN ● ●
Lager - Wereldoriëntatie - Brongebruik 7 Lager - Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3
–Briefgeheim Het hele boek door voel je hoe Linus erg opkijkt naar zijn oudere broer Apke (Albert), die vrijwillig naar de oorlog trekt. Apke schrijft regelmatig een brief die vader dan voorleest aan de ganse familie rond de tafel. De laatste brief bevat een stuk dat niet voor kinderoren is bestemd. Vader censureert tijdens het lezen. Toch wil Linus weten wat erin staat. Hij leest de brief stiekem. ––Hoe voelt hij zich daarna ? ––Kan hij er met iemand over praten ? ––Hoe en wat denkt hij nu over zijn helden, zowel Apke als Superman ? Geef de kinderen de opdracht een brief terug te schrijven, uit naam van Linus. Laat hen daarin vertellen over Linus’ nieuwe baantje, over zijn ontmoetingen met Mister Orange (en hoe die zijn blik op de wereld verruimen), of laat hem opbiechten dat hij de laatste brief stiekem heeft gelezen. Trek het onderwerp open naar briefgeheim in het algemeen. ––Las jij al eens brief (e-mail) die niet voor jou bestemd was ? ––Was dat per ongeluk ? Of uit onbedwingbare nieuwsgierigheid ? ––Hoe voelde je je na het lezen ? Eindig met een luchtige afsluiter, een grappig gedicht over een brief die per ongeluk in verkeerde handen valt (zie : Bibliografie). Briefje “Briefje geschreven. Tot een propje gedraaid. Achter de rug van de leraar in haar richting gemikt. Karin zien knikken. Briefje in haar hand. Gelezen dat ik vroeg : ‘Schat, loop je nu met mij ?’ Warm en rood geworden. Van zenuwen pukkel opengekrabd. Karin verdomme. Briefje was voor Els bestemd.” EINDTERMEN ● ●
Lager - Nederlands - Strategieën 5.1 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8
●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1
–Helden Apke is in Linus’ ogen een grote held. Op pagina 13 lees je : “Linus keek hem verlangend na. De hele stad vol helden, en hij zat thuis. Als een held op sokken.” Laat de kinderen de betekenis van een ‘held op sokken’ op zoeken in het woordenboek en nakijken welke spreekwoorden of zegswijzen er nog meer bestaan. Wat maakt een held tot held ? Laat hen zelf een definitie formuleren van het begrip ‘held’. Verder laat je hen een lijstje met beroemde helden uit verleden en heden aanleggen. Vraag ook aan de kinderen wie hun persoonlijke helden zijn en waarom. Op volgende sites vind je nog meer suggesties om rond helden te werken : ––www.leerkracht.nl/show?id=11206 (lessuggesties over ‘helden van de twintigste eeuw’ en over ‘helden in krantenberichten’) ––www.leerkracht.nl/show?id=8341 (lessuggesties rond ‘beroepshelden’ als de politie of de brandweer).
EINDTERMEN ● ● ●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Nederlands - Lezen 3.5 Lager - ICT - 2
–Superman Een andere grote held voor Linus is Superman. Hij duikt soms plots op en helpt Linus om het complexe gegeven van de oorlog te begrijpen. Superman was in de tijd waarin het boek zich afspeelt erg populair als jongerentijdschrift. Zoek op www.comic-covers.com de afbeeldingen waarnaar dit boek verwijst. Geef een teken- en/of schrijfopdracht. Kinderen die graag tekenen kunnen zelf een nieuwe cover ontwerpen. Waar zou Superman zich nu mee bezig houden ? Welke problemen zou hij in deze tijd aanpakken? Kinderen die graag schrijven, bedenken een verhaal bij één van de covers.
EINDTERMEN ●
Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.2
En verder –Vroeger en later Linus leert veel uit de bezoeken en gesprekken die hij heeft met Mister Orange. ––Op pagina 54-55 gaat het over wonen in de toekomst. Mister Orange zegt o.m. “In de toekomst kan iedereen zo wonen, weet je. [ …] In de toekomst wordt het allemaal anders. Schilderijen bijvoorbeeld zijn dan ouderwets. [ …] Als je zorgt dat de dingen om je heen echt bij elkaar passen, en bij de ruimte waar ze in staan, wordt de ruimte in zijn geheel mooier.” Waarop Linus zegt: “Alsof de hele kamer een schilderij is… Of het hele huis.”
Hou een gesprek : Wat vinden de kinderen van die uitspraak ? Zijn we ‘nu’ in de toekomst waarover Mondriaan het heeft? Of komt dat pas later? ––Op pagina 56 antwoordt Mondriaan op Linus’ vraag “Zoveel later ?” met “Zoiets is een lange ontwikkeling, die was al bezig voordat ik geboren werd en die gaat gewoon door. Daar heb je veel meer mensen voor nodig, dat is het mooie ervan.” Sta ter illustratie van deze gedachte even stil bij de bouw van een kathedraal, zoals die van Antwerpen bijvoorbeeld (169 jaar), of de uitvinding van het vliegtuig.
EINDTERMEN ●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1
–De Stijl Mondriaan maakte deel uit van de kunstenaarsgroep ‘De Stijl’. Zij geloofden in een nieuwe wereld waarin iedereen helemaal gelukkig en in harmonie met alles zou zijn. Gerrit Rietveld ontwierp meubels, o.a. een rood-blauwe leunstoel (1918) én een prachtig woonhuis, en architect Oud ontwierp een vakantiehuis volgens de principes van de Stijl. Geef de kinderen als opdracht zelf een ontwerp te maken en een maquette te bouwen van hun slaapkamer of de klas, volledig in harmonie volgens De Stijl.
EINDTERMEN ●
Lager - Wereldoriëntatie - Techniek (techniek en samenleving) 2.17
–Stad van de toekomst Bekijk het stratenplan van New York (via GoogleMaps op het smartboard, of in een reisgids). Vergelijk die met het stratenplan van een Europese stad (Antwerpen bijvoorbeeld). ––Snap je dat Mondriaan zich goed voelde in de rechtlijnig opgebouwde stad New York? ––Hoe ziet een stad eruit die ‘volledig in harmonie is’, denk je? Aan welke eisen moet die stad voldoen? ––Wanneer is iets ‘in harmonie’? ––Hoe zal er in de toekomst gewoond worden, denk je? ––Hoe zullen de gebouwen eruit zien ? ––Hoe zit het met de mobiliteit, groenvoorziening, energie in de steden van de toekomst? Breng naar aanleiding van die laatste vraag het gesprek ook op Freiburg, de Duitse stad die in Europa model staat voor duurzaam leven. Leg het boek Pop-up stad ter inspiratie op de leestafel. Vergelijk ook met de huizen beschreven in het boek Groeten uit 2030: Van plastic soep tot allesmakers.
EINDTERMEN ● ● ●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3 Lager - Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen 1.6
–Kleuren en geuren
Neem het boek op pagina 57. Harry komt binnen. Hij is de vriend en kunstenaar die Mondriaan naar New York bracht. Hij moedigt Linus aan verder te denken. Hij zegt dat “mister Orange nooit met oranje zou schilderen.” ––Wat zijn volgens mister Orange de kleuren van de toekomst ? ––Linus zoekt een naam voor de geur van een sinaasappel. Wat zou jij een goeie naam vinden ? Hoe geurt een sinaasappel ? Hoe geurt oranje ? Speel een associatiespel, dat je op gang trekt met dit gedicht van Bas Rompa : “Gekleurde geuren Soms hebben geuren kleuren. Neem bijvoorbeeld mij nou : Na een bad ruik ik licht blauw. Roze geurt mijn tante, rood ruik ik als ze me zoent. Groen hangt om geraniums, oranje om een gepoetste schoen. Paars snoof ik eens op toen ik naast een opa stond. Wie een toverbal eet ademt gekleurde wolkjes in het rond. Uit een doos kleurpotloden komen ongelogen honderd kleine regenbogen.” Daarna gaan de kinderen aan het associëren. Ze vullen bijvoorbeeld de uitspraak “Blauw geurt naar …” aan. De volgende leerling gaat verder op wat de vorige zei. Vraag de kinderen tot slot terug te gaan naar de eerste geur in hun herinnering. Welke geur vinden ze lekker? Welke vinden ze vies? Hou een kringgesprek.
EINDTERMEN ● ●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (overkoepelende attitudes) 6.1
–Orde Neem het boek op pagina 57. Bij zijn vertrek wil Linus de nieuwe gedachten in zijn hoofd ordenen en bewaren, zodat hij later verder over de nieuwe ideeën kan nadenken. Geef de kinderen de opdracht een tekening te maken van hun hoofd, met allerlei vakjes en kamertjes. Hoe is hun hoofd ingedeeld? Welke zaken zitten samen in een hokje? Zou dat handig zijn? Waarom (niet)?
EINDTERMEN ● ●
Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6
–New York Het verhaal speelt zich af in New York in de jaren ’40. Ga met je kinderen op zoek in het boek naar beschrijvingen, voorwerpen, kleding of gebeurtenissen die de tijdsgeest van toen weergeven. Zoek een plattegrond van New York en laat je leerlingen op zoek gaan naar de straten die Linus op zijn ronde doet. Stippel zijn ronde uit. Waar woonde Mister Orange? Zijn atelier was gelegen op 59th Street. Bekijk dezelfde straten via Google Streetview. Vergelijk ook met het New York uit Het wonderkabinet.
EINDTERMEN ● ●
Lager - ICT - 2 Lager - Wereldoriëntatie - Brongebruik 7
Bibliografie ‘Briefje’ – Gil vander Heyden. In: Met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn – Jan van Coillie (sam.) (Averbode, 1996) Dada Mondriaan N° 72 (Plint, 2010) ‘Gekleurde geuren’ – Bas Rompa. In: Binnenste buiten – Bas Rompa (Holland, 1986) Groeten uit 2030 : van plastic soep tot allesmakers – Jan Paul Schutten (Davidsfonds/Infodok, 2011) Het wonderkabinet – Brian Selznick (Boekerij, 2012) Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan – Wouter van Reek (Leopold, 2011) Mondriaans alfabet – Bianca Stigter (Kunsthal Rotterdam, 1997) Pop-up stad – Joy Sorman, Anouck Boisrobert, Louis Rigaud (Querido, 2009)