MISTER O LESMAP www.mistero.be Boekingen: Podiumkunsten Bis Produkties tel:03-454 27 37
[email protected]
Met de hulp van: Le Ministère de la Communauté française Wallonie-Bruxelles / Service de la Danse Dani Lary / Lucifer Magic Creation
Mister O Mister O heeft een hele grote hoed en de konijnen die hij eruit te voorschijn goochelt zijn dan ook heel groot. En ze spelen muziek! Voor hem, voor haar en voor u. Konijn één speelt contrabas, nummer twee zit achter de piano, er is het drumkonijn en konijn sax. Mister O heeft ook een nieuwe assistente; gevonden bij het interimbureau voor afgedankte sprookjesfiguren. En zo begon ons verhaal; een modern sprookje over een goochelaar, het sneeuwwitte meisje en 4 witte konijnen. En vanaf daar gaat het verder… Over hoe het misliep met het messen gooien en hij het aan de stok kreeg met zijn jas. Over waarom hij stopte met roken en over zijn avonturen met een op hol geslagen valies. Over verborgen krachten die schuilgaan achter zijn rode neus. En hoe moet het nu verder tussen die twee? Mister O is een absurd en surreëel verhaal voor wie houdt van magie, humor, dansen en swingende muziek. Mister O is de nieuwste voorstelling van Gilles Monnart en het gezelschap Un Oeuf is Un Oeuf en mengt dans, visuele humor en originele goochelacts tot een verassend geheel. Mr O: Gilles Monnart Mrs O: Muriel Janssens Het Konijn: Stella Spitaleri of Jos Deconinck Piano: Kristof Engelen Contrabas: Jeroen Vanhoorne Saxofoon: Roeland Vanhoorne Drums: Willem Vanhoorne Scenografie: Jos Deconinck Licht: Koen Dujardin Regie en choreografie: Gilles Monnart i.s.m. Muriel Janssens en Jos Deconinck
Goochelen De goochelkunst is al zo oud als de mensheid. De oudste geschreven berichten gaan terug tot zo'n 2500 jaar voor de jaartelling. In een piramide in Egypte werd een wandschildering gevonden waarop de nu nog steeds beroemde truc met bekers en balletjes werd vertoond. Wat is goochelen? Goochelen is de "kunst" om omstanders of toeschouwers te entertainen en te vermaken met schijnbaar onmogelijke trucs of effecten. De goochelhandelingen worden door vingervlugge bewegingen of geheime hulpmiddelen (gimmicks), en soms ook door gezichtsbedrog gecreëerd. De bedoeling van het goochelen is dat de toeschouwer achter blijft met het "hocus pocus gevoel" en zich afvraagt: Hoe kan dat nu? De goochelaar gebruikt allerlei objecten in zijn trucs zoals: speelkaarten, ringen, touwen, doeken, balletjes of gewone gebruiksvoorwerpen.
De echte traditionele goochelaar zien we als iemand met zwarte smoking, een grote toverhoed en goochelstok, maar tegenwoordig zul je dit nog weinig zien. De meeste goochelaars hebben hun voorstelling gecombineerd met comedy, illusies of clownerie. Verschillende soorten specialisaties zijn: * Kaartgoochelen * Close-up goochelen * Straatgoochelen * Goochelen voor kinderen * Toneel of stage goochelen Mensen zijn nieuwsgierig van aard en worden hierdoor geboeid door de wereld van magie en illusie, een wereld waar het onmogelijke toch mogelijk lijkt te zijn!
Of het nu gaat om kleine trucs waar je met je neus bovenop zit, of om een grote theaterproductie waarin iemand schijnbaar over het podium zweeft. De fascinatie voor het wonder blijft hetzelfde. Dit geldt wereldwijd voor alle doelgroepen en alle leeftijden.
Vijf eenvoudige goocheltrucs 1 Hoe een muntstukje doen verdwijnen.
Voor deze truc hebben we een papieren koker, een glas en een muntstuk nodig.
We plaatsen de koker over het glas.
En plaatsen daarna de koker samen met het glas over het muntstuk.
Wanneer we de koker verwijderen en het glas blijft staan is het muntstukje verdwenen!
Uitleg De foto spreekt voor zichzelf. Er is met behulp van wat doorzichtige lijm een stukje papier over de opening van het glas gekleeft.
Het is wel handig een glas met een grote opening te nemen. Bij een klein glas en dus ook een klein stukje papier kan je anders de afdruk van het muntstukje zien in het papier. Je kan natuurlijk ook een dun muntje nemen. Als afleidingstruc is het ook wel leuk om een extra inkeping te maken in het ondergrondpapier en af en toe een doek over het geheel te leggen. Als de truc op een tafel wordt gebracht, klop dan eens onder de tafel voor een extra verwarrende indruk. Probeer nu zelf uit te vissen hoe je het muntstuk terug kan laten verschijnen.
2 De mysterieuze servetjes Hiervoor heb je drie papieren servetjes nodig. Bezit je die niet, geen nood! Drie vierkante stukjes papier zijn voor deze truc ook bijzonder geschikt. Wel is het gewenst een van de drie een kleurtje te geven of een duidelijk merktekentje. Je legt de drie servetjes op elkaar op tafel, maar zo, dat de naar u toe gekeerde punt van het onderste servetje dichter bij je ligt dan de punt van de middelste. De punt van het bovenste servetje is het verst van je vandaan. Als je het eerste tekeningetje bekijkt, begrijp je wel wat we bedoelen. Zoals je ook ziet ligt het gekleurde servetje onderop. Wat gaat er nu gebeuren? Iets verrassends! Je rolt de drie servetjes op (zie tweede tekeningetje) tot ze samen een rolletje vormen. Dan rol je ze weer uit en......, het gekleurde servetje zit middenin!
2 De verdwijnende kaart Aan de hand van volgende foto’s kan je zien hoe je een kaart kan laten verdwijnen. en die dan ook meteeen terug kan laten verschijnen.
Dit laat je aan je publiek zien. Je houdt de kaart links onder vast tussen duim en wijsvinger.
Vervolgens laat je de kaart achterover vallen over je wijsvinger, middelvinger en ringvinger heen.
Je pakt de kaart over met je pink en klemt de kaart vast tussen je pink en ringvinger.
Dan laat je de kaart met je duim los en opent je hand. (wel blijven klemmen met je pink en ringvinger anders valt de kaart)
Dan maak je je hand helemaal open. (op bovenstaande foto zit de kaart bewust iets te ver vast geklemd om te laten zien hoe het moet)
Als je je hand helemaal gestrekt hebt zie je niets meer van de kaart, die zit dan achter je hand verborgen.
Om de kaart weer terug te voorschijn te goochelen doe je net hetzelfde in omgekeerde volgorde.
3 De sterke hartenaas Als goochelaar verzin je een verhaal over hoe de hartenaas veel sterker is dan de andere kaarten. Om het te bewijzen heb je een normaal glas nodig tot op de helft gevuld met water. Tijdens je verhaaltje pak je de hartenaas in je hand en zet daar het halfgevulde glas op, zodanig dat het lijkt of het balanceert op de smalle zijkant van de kaart. Hoe doe je dat? Kijk maar even naar de foto hier onder. Het is heel simpel, zo simpel dat niemand het in de gaten heeft. Wel eerst wat oefenen met een plastic beker voor je de truc uitvoert met een echt glas.
4 Het verspringende elastiekje Het elastiekje draaien we twee maal om wijs- en middelvinger van de rechter of linkerhand op die manier die afb. 1 aangeeft.
We buigen de voorste twee leden van de 4 vingers, spreken een toverformule uit en..... het elastiekje springt plotseling over op de pink en ringvinger. Truc Voordat je de vingers buigt, rek je met de linkerhand het elastiekje uit, het tegelijk enigszins in de richting van de pink trekkend, zogenaamd om te laten zien dat het elastiekje normaal is (zie afb 2).
Juist op het moment, dat je het elastiekje los laat, buig je de vingers van de rechterhand, waardoor het elastiekje op de toppen van de vingers komt te rusten,.... (zie afb 3)
....hetgeen voor de omstanders echter onzichtbaar is, omdat je je hand met de rug naar boven houdt. (zie afb 4).
Je hoeft de hand alleen nog maar te strekken en de rest gaat vanzelf. Om deze truc te doen slagen moet je wel wat oefenen om de handelingen vlot na elkaar te kunnen uitvoeren. 5 Lucifers doen verdwijnen De goochelaar toont een luciferdoosje. Hij opent het doosje om te tonen hoe het gevuld is met lucifers. Dan haalt hij er een lucifer uit, strijkt hem aan en zwaait drie rondjes boven het doosje. Wanneer het doosje weer geopend wordt zijn de lucifers verdwenen en zit er in de plaats van de lucifers een klein rood doekje. Truc Het doosje is speciaal geprepareerd. (zie afbeelding) In het midden van het doosje zit een klein stukje karton dat als tussenschot dient om zo twee helften in het doosje te maken. Breek alle lucifers doormidden en stop ze in één helft. Neem een rood stukje zijde stof en stop dit in de andere helft. (zijde stof kan heel klein opgevouwen worden.) Markeer met een stift één hele lucifer vlak onder de kop en stop die in het doosje. Door de markering kan je hem herkennen tussen de halve lucifers. Zet met de stift ook een stip op het doosje zodat je weet aan welke kant de lucifers zitten en aan welke kant het doekje.
Pak nu het luciferdoosje. Open de lade voor de helft aan de kant met de lucifers en haal de hele lucifer eruit. (Die is makkelijk te herkennen aan de markering) Vestig geen extra aandacht op de lucifers. Voor het publiek is er toch niets raars aan het doosje lucifers te zien. Doe het doosje dicht en strijk de lucifer aan. Zwaai voorzichtig met de lucifer over het doosje (pas op voor brand!) Blaas de lucifer uit, laat hem even afkoelen en leg hem dan weg. Open nu het doosje heeeeeel langzaam aan de kant van het doekje... Haal het doekje eruit: de lucifers zijn veranderd in een doekje!