Lespakket Bovenbouw
Lesmodule B2 Zintuigen op scherp
Natuurproject SAMEN OP PAD
Lesmodule
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Activiteit
ALGEMEEN
Versie 1 Zomer 2009
Zintuigen op scherp Doelstelling lesmodule Voorbereiding: • Door te lezen over het leven van leeftijdgenootjes, die net na de oorlog hier in de Kempen speelden en werkten, kunnen kinderen zich inleven hoe dat leven was. Buitenactiviteit: • Kinderen gaan op zoek naar natuurlijke sporen uit het verleden en beleven hetzelfde bos als hun voorouders. Alle zintuigen staan op scherp! Verwerking: • Beseffen dat de zintuiglijke ervaringen tijdens de buitenactiviteit hetzelfde kunnen zijn geweest als die van bijvoorbeeld oma Rie en opa Jan in 1955.
Jaargetijde Voorbereiding: • Het hele jaar rond. Buitenactiviteit: • Het hele jaar rond. Verwerking: • Het hele jaar rond.
Meervoudige Intelligentie Voorbereiding: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Intrapersoonlijke intelligentie 3. Interpersoonlijke intelligentie Buitenactiviteit: 1. Intrapersoonlijke intelligentie 2. Interpersoonlijke intelligentie 3. Naturalistische intelligentie Verwerking: 1. Intrapersoonlijke intelligentie 2. Interpersoonlijke intelligentie 3. Verbaal-Linguïstische intelligentie
Lesmodule B2-1 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Door te lezen over het leven van leeftijdgenootjes, die net na de oorlog hier in de Kempen speelden en werkten, kunnen kinderen zich inleven hoe dat leven was. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een uur Benodigde materialen Voor elk kind een kopie van het verhaal in bijlage I: “We gaan piepelbergen in het bos”! Beschrijving van de activiteit • Kinderen lezen zelfstandig het verhaal: “We gaan piepelbergen in het bos”! • Kringgesprek over de inhoud van het verhaal. Opdracht • Kinderen lezen zelfstandig het verhaal. • Wat is piepelbergen? Kenden de kinderen dit woord al voordat ze het verhaal hadden gelezen? • Vraag de kinderen tijdens het groepsgesprek wat hen is opgevallen. Herkennen zij dit soort verhalen van hun opa’s en oma’s?
Lesmodule B2-2 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • De oma en opa die aan het woord zijn geweest voor het verhaal “We gaan piepelbergen in het bos” bestaan echt. Zij woonden en leefden in de buurt van de bosschuur, tegenwoordig Bosschuur de Meren, die in 1950 dus ook al bestond! Voor dit verhaal zijn hun namen en omstandigheden echter sterk verandert. Mochten opa Jan en oma Rie toch heel erg lijken op een bepaalde oma of opa dan is dat puur toevallig. Wel zijn veelvoorkomende jongens- en meisjesnamen uit de tijd vlak na de tweede wereldoorlog in het verhaal verwerkt, dus veel kinderen zouden een oma of opa kunnen hebben met eenzelfde naam. • Misschien weten kinderen nog meer verhalen van hun eigen opa’s en oma’s. Mocht het zo zijn dat er veel kinderen mooie verhalen hebben dan kan besloten worden om hun te vragen hun eigen opa’s en oma’s te interviewen. Met de interviews kan dan bijvoorbeeld een heel bijzonder geschiedenisproject worden gemaakt. Achtergrond informatie • De kinderen gaan met de buitenactiviteit naar Bosschuur de Meren te Wintelre, dezelfde locatie als waar het verhaal van het mastbos planten zich afspeelt. Zij zullen dus de bomen zien die opa Jan heeft gezet! Hoe vinden de kinderen dat? De bomen waar ze naartoe gaan hebben hun groot- en overgrootvaders en moeders nog gezien! Probeer dit gegeven vast een beetje naar voren te laten komen in de kringgesprekken. • Een Mastbos is een productiebos van hout. Het leverde vroeger hout voor de bouw van kastelen, masten van schepen en later voor de Limburgse mijnbouw. Een mastbos is opgedeeld in vlakken met kleine waterafvoergeulen ertussen en doorkruist door dreven waarlangs de paarden de boomstammen konden afvoeren. • Na een storm werden vroeger alle omgevallen bomen uit het bos gehaald en gebruikt om palen en stelen voor gereedschappen van te maken en brandhout. Tegenwoordig laten ze juist dit dode hout liggen. Doordat het hout wordt verteerd door insecten vormt het weer gezonde grond (humus) met voedingsstoffen voor de jonge bomen en struiken. Hierdoor wordt een evenwichtige kringloop van het bosleven gestimuleerd. • Bosschuur de Meren te Wintelre was vroeger een “werkplaats voor bosonderhoud" en werd dus gebruikt om gereedschappen op te slaan, om te schaften (lunchen) en te schuilen als het regende. Bij regen gingen de boswerkers het gereedschap verzorgen en schoonmaken. Bijlen werden weer aangescherpt en rieken en schoppen werden schoongemaakt en scherp geslepen.
Lesmodule B2-2 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: We gaan piepelbergen in het bos! “Mam, ik heb het pad geveegd en de was opgehangen! Mag ik nu even naar Mietje en Nel?” Ongeduldig streek Rie haar haren van haar voorhoofd. Ze had net hard gewerkt en ze zou eigenlijk al eerder bij de geheime hut in de tuin van haar buurmeisjes Miet en Nel zijn! Moeder keek naar het werk dat Rie had gedaan en keurde het goed. “Wel om vijf uur weer thuis zijn hoor, want dan moet je samen met Dientje helpen om de aardappels te schillen” zei ze nog. Rie rende de tuin al in, waar ze achterin door een kleine opening in de heg kroop en bij haar buurmeisjes kwam. Die hadden al een hele verzameling bloemen geplukt waarmee de meisjes mooie bloemenkransen gingen maken. Morgen ging Tante Dien trouwen met Grote Peer en ze wilden met de bloemslingers het hek versieren. Stiekem hadden de meisjes de mooie zwarte trouwjurk al zien klaarhangen. Ze hadden ook al moeten lachen om het idee dat Grote Peer morgen een hoge hoed op zou hebben. “Waar zijn jullie broers”? vroeg Rie, die een oogje had op Jan, de oudste broer van Miet en Nel. “Zij zijn weer helpen bij het nieuwe mastbos, want er was weer veel te doen had vader gezegd.” Het nieuwe mastbos werd gezet vlak bij de bosschuur bij het Grote Meer tussen Wintelre en Vessem. Afgelopen zomer was er een grote bosbrand geweest waardoor er een heel stuk bos was afgebrand. Dit stuk werd nu, deze herfst in 1955, weer helemaal ingeplant door de gemeentewerkers. Zij werden daarbij geholpen door de jongens uit het dorp van de groepen 7 en 8 die op hun vrije woensdagmiddag graag een zakcentje wilden verdienen. Ook Willem, Piet en Jantje, de broers van Rie, waren daar op hun twee fietsen naartoe. Jantje was eigenlijk nog wat te jong maar wel erg groot en daarom mocht hij op het paard letten dat de wagen vol met jonge boompjes moest trekken. Ondertussen had Jantje het niet zo moeilijk. Het paard stond rustig en de boompjes werden op rijen geplant aan het achtereind van het stuk tussen de twee dreven (paden) wat vandaag werd volgezet. De mannen en jongens stonden om de beurt de plantgaten te graven om de boompjes in te planten. Het was zwaar en vermoeiend werk en daarom mocht Jantje nog niet meewerken. Hij was te jong en zulk zwaar werk was voor zijn lijf nog niet gezond. Jantje verheugde zich ondertussen al op de komende winter. Dan was hij oud genoeg om op de zaterdagen van de vakantie mee naar de bosschuur te gaan om hout te hakken. Hij wist dat hij dan de bijl van zijn vader Driek mocht gaan gebruiken. Van hem zou Jantje dan leren hoe je hout het beste kon klieven. Jantje mocht dan ook zijn eerste eigen partij brandhout mee naar huis nemen! Dat zouden vader en moeder fijn vinden! De houtkachel kon het dan lekker warm maken met “zijn” hout! Wat ook leuk was: Na het werken in de schuur gingen de jongens altijd nog even ‘piepelbergen’ (verstoppertje spelen) in het bos. Als het dan al een beetje donker werd was dat lekker griezelig! Jantje had er al veel over gehoord en kon niet wachten om mee te gaan doen!
Lesmodule B2-2 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Tijdens hun verhalen kijken Oma Rie en Opa Jan elkaar regelmatig aan. Vandaag de dag, in 2009, zitten ze heerlijk bij de centrale verwarming en vertellen over die bijzondere tijd vlak na de oorlog toen ze nog jong waren. Oma Rie: “Ik weet nog goed dat ik na de oorlog, als klein meisje, mee mocht met de bevrijdingsfeesten en dat de boom bij het Kapelleke in Vessem er toen al stond. Eigenlijk mocht ik niet mee omdat ik te klein was, of omdat ik geen schoenen had, maar ik had zo gezeurd dat ik toch mee mocht! Nog elke keer als ik langs deze boom in Vessem kom, moet ik aan die tijd denken! “ Opa Jan: ”Zo laat de natuur en haar verleden heel goed zien wat er gebeurd is in de loop van vele jaren. We leven niet alleen in het nu. We danken heel veel aan de inspanningen van onze ouders en voorouders. Zij hadden toen de zorg voor de natuur waarmee wij zijn opgegroeid. Zo heb ik toen mogen meewerken om te zorgen dat er weer nieuwe bossen kwamen. Een deel van de mastbossen die we nu nog hebben, heb ik toen als jonge jongen mee ingeplant. Nu kunnen we volop van die bomen genieten. Misschien worden ze ook nu weer geoogst en weer als hout verhandeld! Mooi toch!” Oma Rie en Opa Jan: “Wij wilden deze verhalen graag vertellen voor onze eigen kinderen en kleinkinderen die allemaal hier in de Kempen wonen en opgroeien. Mensen hebben en hadden altijd al de taak om gezamenlijk te zorgen voor de ons omringende natuur. We hopen dan ook dat de toekomstige kinderen van de Kempen ook weer die zorg op zich nemen om voor hún kinderen iets op te bouwen en te verzorgen waardoor de waardevolle natuur in de Kempen behouden zal blijven tot ver in de toekomst!”
Lesmodule B2-2 Bijlage I-2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Kinderen gaan op zoek naar natuurlijke sporen uit het verleden en beleven hetzelfde bos als hun voorouders. Alle zintuigen staan op scherp! Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Bos bij Bosschuur de Meren te Wintelre. Tijdsduur Twee uur. Benodigde materialen • Begeleiders lezen het verhaal van de voorbereiding: We gaan piepelbergen in het bos! • Plattegrond van de omgeving. • Opdrachtkaarten van bijlage I Beschrijving van de activiteit • In groepjes van maximaal 6 kinderen en een begeleider wordt een boswandeling gemaakt met opdrachtkaarten. Opdracht • Met de hele groep wordt bij de start gekeken naar de oude bosschuur. Het stenen gebouwtje is al meer dan 60 jaar oud. Het is hetzelfde gebouw uit het verhaal van oma Rie en opa Jan. • Elke groep krijgt een setje opdrachtkaarten en een plattegrond. • De groepjes kijken voor het uitvoeren van de spelopdrachten van de opdrachtkaarten op de plattegrond van de omgeving. Waar zou de spelopdracht het beste uitgevoerd kunnen worden? Ga daar heen!
Lesmodule B2-3 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Bij het teruggaan in de tijd van opa’s en oma’s is het leuk om zo nu en dan met elkaar te realiseren dat een dikke boom nu, dezelfde boom kan zijn die de kinderen van 60 jaar geleden zagen. De boom was toen natuurlijk wel veel dunner! • Deze module gaat over het gebruik van de zintuigen. Het bijzondere is dat jullie met elkaar hetzelfde kunnen ruiken, horen, ongeveer hetzelfde zien en beleven als jullie voorouders! Achtergrond informatie • Onze vijf zintuigen zijn de oren, ogen, neus, handen/huid en tong. Zij geven ons de hele dag signalen en informatie waardoor we kunnen handelen en leven. Ook is het een gegeven dat onze zintuigen ons de hele dag op velerlei gebied helpen door signalen van ‘goed’ of ‘fout’ door te geven aan de hersenen. Hierdoor worden we in staat gesteld om adequaat te handelen bij gevaar of juist te genieten van zintuiginformatie die ons prettige informatie verschaft. • Elk van de vijf zintuigen heeft zijn eigen hersengebied. Toch werken ze voortdurend samen en versterken ze elkaars waarnemingen. Zo kan de auto die we zien aankomen ook gehóórd worden waardoor we gelijk, naast de visuele informatie, ook auditief extra informatie krijgen over o.a. de snelheid waarmee de auto op ons afkomt. Meestal zijn we ons hier niet van bewust. Onbewust gebruiken we de diverse soorten informatie als vanzelfsprekend bij ons handelen. • Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en jeugdigen is het stimuleren van een goede zintuigontwikkeling van groot belang. • Daarnaast is het van belang te onderkennen dat een kind zich alleen kan ontwikkelen door zèlf te handelen en te ervaren welke betekenis de diverse zintuiglijke waarnemingen voor hem/haar hebben en hoe ze die het beste kunnen gebruiken. • Voor opvoeders en ouders betekent dit dat het belangrijk is om kinderen en jonge mensen volop de mogelijkheid te bieden om te experimenteren met een grote diversiteit van zintuiglijke ervaringen in het leven. Dit experimenteren, kan spelenderwijs volop gebeuren in een gevarieerde, natuurlijke omgeving. • Voor docenten en begeleiders van kinderen is het van belang om te beseffen dat elk kind op een andere manier zintuiglijke informatie binnen krijgt en verwerkt. Een kind met een afwijkend informatieverwerkingspatroon kan zich hierdoor anders gedragen dan men zou verwachten. • Bij deze buitenactiviteit is er een extra dimensie aan de beleving omdat de eigen opa’s en oma’s van de kinderen hier hebben rondgelopen, gespeeld en misschien ook wel heeft meegewerkt aan het planten van bos! Voor de begeleiders is dit mogelijk ook een hele bijzondere bijkomstigheid! Hopelijk kunt u er van genieten!
Lesmodule B2-3 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Het mastbos Een mastbos is een productiebos van hout. Het leverde vroeger hout voor de bouw van kastelen, masten van schepen en later voor de Limburgse mijnbouw. Een mastbos is opgedeeld in vlakken met kleine waterafvoergeulen ertussen en doorkruist door dreven waarlangs de paarden de boomstammen konden afvoeren. Ondertussen had Jantje het niet zo moeilijk. Het paard stond rustig en de boompjes werden op rijen geplant aan het achtereind van het stuk tussen de twee dreven (paden) wat vandaag werd volgezet. De boswerkers en jongens stonden om de beurt de plantgaten te graven om de boompjes in te planten. Het was zwaar en vermoeiend werk en daarom mocht Jantje nog niet meewerken. Hij was te jong en zulk zwaar werk was voor zijn lijf nog niet gezond. Spelopdracht: De blauwe wandelroute loopt, na ongeveer een kilometer, langs een nog bestaand deel van een mastbos. Luister naar het kraken van het dennenbos en het ruisen van het loofbos, Ruik hoe de boslucht verandert als het een open of juist dicht bos is Kijk hoe elk bosdeel anders is door de typen andere begroeiing, zie je ook ander dierenleven? Voel hoe het zou kunnen zijn geweest toen Jantje met het paard stond te wachten terwijl de anderen aan het werk waren. Als van dit verhaal een film werd gemaakt , waar zou deze film kunnen worden opgenomen? Speel hem maar eens na!
Werken en spelen “Wel om vijf uur weer thuis zijn hoor, want dan moet je samen met Dientje helpen om de aardappels te schillen” zei moeder nog. Rie rende de tuin al in, waar ze achterin door een kleine opening in de heg kroop en bij haar buurmeisjes kwam. Die hadden al een hele verzameling bloemen geplukt waarmee de meisjes mooie bloemenkransen gingen maken. Morgen ging Tante Dien trouwen met Grote Peer en ze wilden met de bloemslingers het hek versieren. Stiekem hadden de meisjes de mooie zwarte trouwjurk al zien klaarhangen. Ze hadden ook al moeten lachen om het idee dat Grote Peer morgen een hoge hoed op zou hebben. Kinderen van jullie leeftijd moesten in 1955 na schooltijd altijd helpen in het huishouden en met het werk. Ook in vakanties en op vrije dagen was dit voor hun heel gewoon. Daarna mochten ze gaan spelen Spelopdracht: Zoek een plek op waar jullie kunnen uitrusten en bovenstaande tekst nog eens goed kunnen lezen. Wat valt op in dit stukje tekst van de verhalen van Oma Rie en Opa Jan? Vroeger mocht je overal volop bloemen plukken in de vrije natuur. Tegenwoordig mogen we dat niet meer doen omdat er anders veel te weinig bloemen/struiken overblijven. Waar zien jullie onderweg nog bloemen? Kan je zien hoe het komt dat juist op díe plek deze bloemen/struiken kunnen groeien? Je zal zien dat op plaatsen waar licht en ruimte is, het voor verschillende bloemsoorten mogelijk is om te groeien. Zet tijdens de wandeling al je zintuigen open, speel als het kan piepelbergen (verstoppertje), net als Jantje en zijn broers. Ervaar de verschillende soorten bos waar jullie doorheen lopen. Veel plezier!
Lesmodule B2-3 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Beseffen dat de zintuiglijke ervaringen tijdens de buitenactiviteit hetzelfde kunnen zijn geweest als die van bijvoorbeeld oma Rie en opa Jan in 1955. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal, buitenruimte of open ruimte. Tijdsduur Een uur. Benodigde materialen • De informatie van dit verwerkingsblad. Beschrijving van de activiteit • Filosoferen over het leven vroeger en nu en het belang van onze zintuigen. Opdracht • Ga met de hele groep in een grote kring zitten en zorg voor een prettige sfeer. Dit is eventueel extra te stimuleren door met elkaar op de grond te gaan zitten. • Vraag de kinderen wat ze van de buitenactiviteiten hebben gevonden en stimuleer ze om goed naar elkaar te luisteren. • Bij de verschillende spelopdrachten tijdens de buitenactiviteit hebben ze ervaren dat ze ongeveer hetzelfde konden horen, zien en doen als hun voorouders. Stel vragen over hoe ze dat vonden. • Maak er een filosofisch gesprek van
Lesmodule B2-4 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B2 Zintuigen op scherp
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Het vertrekpunt bij een filosofisch gesprek is een filosofische vraag. Een open vraag waarin een soort raadsel zit waar je per se wilt uitkomen. • Er is geen beslissend antwoord, dus de kinderen kunnen geen “goed” of “fout” antwoord geven. Hierdoor blijft het gesprek spannend en kan elk kind aangespoord worden om mee te doen. • Filosoferen met kinderen kan beschouwd worden als een poging het eigen denken van kinderen te stimuleren. Kinderen op de lagere school zijn bezig de wereld voor zichzelf te verkennen en te ordenen: ze worden daarin over het algemeen niet gehinderd door uitgebreide kennis van de wereld en dus ook niet van vaste vooronderstellingen. Hun kijk op de wereld is creatief, nieuw, ongewoon, soms naïef of inconsistent maar altijd verrassend en passend bij het kind. • Stel vragen als: “Stel dat we niet konden praten hoe zouden we dan hier op school samen zijn? Hoe gaat het buitenspelen? Gaat dat ook zo als we maar één oog zouden hebben?” Achtergrond informatie Kinderfilosofie: "Filosofie scherpt het denken van kinderen. Zij leren onderscheid maken tussen opvattingen die er wel toe doen en opvattingen die er niet toe doen." • Filosoferen met kinderen is samen nadenken zonder dat je leert wat grote filosofen allemaal gedacht hebben. Kinderfilosofie is gericht op het leren verwoorden van je eigen wereldbeeld, hoe het komt dat je denkt zoals je denkt. Dit gebeurt in dialoog (samenspraak). Het betekent zowel het analyseren van je eigen gedachten, hoe ze verschillen van anderen, als ook het nadenken over speculatieve vragen. • Filosoferen begint altijd met het stellen van vragen. Waar gaat het over? Over wat denken is, wat het leven is en of het de moeite waard is, hoe je moet leven, wat geluk is. Maar ook over uitslovers, stoer doen, overbevolking, mooie dingen, de beste vaders, of opvoeding nodig is, kortom over vragen die we samen de moeite waard vinden om te stellen en onderzoeken. • Kinderen leren ervaren dat hun argumenten er toe doen ofwel serieus genomen worden. Het is een gegeven dat er vragen bestaan, waarop niet eenvoudig een antwoord op te vinden is. De filosofieles is een van de weinige momenten waarin het actieve denken en de resultaten daarvan voor kinderen echt ter zake doen. Het gaat niet om het vinden van de 'juiste' antwoorden, maar om het ontwikkelen van denkvaardigheden en een eigen zienswijze. • Filosoferen is leren argumenteren. Het leren argumenteren is een activiteit die nauwelijks binnen de basisschool wordt ontwikkeld. Uitgangspunt hiervoor zou kunnen zijn: het eigen denken van kinderen stimuleren.
Lesmodule B2-4 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad