Lespakket Bovenbouw
Lesmodule B1 Oren om te horen
Natuurproject SAMEN OP PAD
Lesmodule
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Activiteit
ALGEMEEN
Versie 1 Zomer 2009
Oren om te horen Doelstelling lesmodule Voorbereiding: • Bewustwording van het zintuig ‘gehoor’. • Muziek is overal als je maar goed oplet! Buitenactiviteit: • Vrij bewegen in de natuur. • Op zoek naar geluiden in de natuur. • Geluid maken met natuurlijke materialen. Verwerking: • Napraten over de buitenactiviteit. • Voorstelling van de diverse hoorspelen die buiten zijn ontwikkeld.
Jaargetijde Voorbereiding: • Het hele jaar rond. Buitenactiviteit: • Het hele jaar rond. Verwerking: • Het hele jaar rond.
Meervoudige Intelligentie Voorbereiding: 1. Intrapersoonlijke intelligentie 2. Muzikaal-Ritmische intelligentie 3. Interpersoonlijke intelligentie Buitenactiviteit: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Muzikaal-Ritmische intelligentie 3. Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie Verwerking: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Muzikaal- Ritmische intelligentie 3. Interpersoonlijke intelligentie
Lesmodule B1-1 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Bewustwording van het zintuig ‘gehoor’. • Muziek is overal als je maar goed oplet! Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een uur Benodigde materialen Dit informatieblad. Beschrijving van de activiteit Muziek maken met ons eigen lichaam. Opdracht • Inleidend groepsgesprek over gehoor. Vragen stellen als: Wat doet het oor, hoe werkt het, op welke manieren maken we er gebruik van? • Vragen stellen om het onderwerp “muziek” te introduceren. Stel vragen als: Wie bespeelt er een instrument, wie luistert er veel naar muziek? • Wie kan er muziek maken met zijn eigen lichaam? Stimuleer de kinderen om elkaar te laten horen wat ze kunnen. Denk hierbij aan fluiten, zingen, neuriën, klappen in de handen, stampen met de voeten, beat-boxen (met de mond ritmes maken) enz. • Laat de kinderen met hun “muziekinstrumenten” gezamenlijk tot een muziekstuk komen. • Stimuleer dit door als docent mee en/of voor te doen.
Lesmodule B1-2 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Het kan zijn dat er enkele kinderen goed zijn in ritmische kunsten als beat-boxen, rappen of iets dergelijks. Voor zo’n groep is het dan prettig als ze apart een groepje mogen vormen om een muzikaal geheel te maken. • Zangers en fluiters kunnen misschien ook goed worden gecombineerd. • Soms komen kinderen met onverwachte combinatie-voorstellen. Geef ze de kans om hun ideeën uit te werken, wie weet klinkt het veel beter dan verwacht! Achtergrond informatie • De mens heeft twee oren, aan elke kant van het hoofd één. Een deel van het oor is zichtbaar als oorschelp aan de zijkant van het hoofd. Binnenin het hoofd bestaat het oor nog verder uit de gehoorgang, het trommelvlies en de drie gehoorbeentjes: de hamer, aambeeld en stijgbeugel. Daarna komt het slakkenhuis. Oren vangen geluiden op en geven ze door aan de hersenen. • De werking van het oor: De oorschelp vangt het geluid op. Dit gebeurt in de vorm van trillingen. Deze gaan via de gehoorgang het oor binnen. Het geluid botst tegen het trommelvlies. De trillingen die daar ontstaan worden weer doorgegeven aan drie gehoorsbeentjes: de hamer, aambeeld en stijgbeugel. Die geven de trillingen weer door aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis zitten gevoelige cellen die het geluid doorgeven aan de gehoorszenuw die helemaal in de hersenen ligt. Dan hoor je de trillingen als geluid. • Het feit dat we kunnen horen maakt dat we met elkaar kunnen praten. Ook is het mogelijk om te communiceren zonder dat je elkaar ziet, zoals bij een telefoongesprek. Verder kunnen we genieten van mooie geluiden zoals muziek of een vogeltje dat fluit. Daarnaast kan een geluid je voor gevaar waarschuwen. Bijvoorbeeld het brandalarm waarschuwt dat er gevaar is voor mensen, net zoals een toeter of fietsbel een waarschuwingsfunctie hebben. • We kunnen verschil horen tussen harde en zachte geluiden. Doordat we met twee oren het geluid opvangen kan je horen of iemand of iets ver weg is of dichtbij. Het geluid komt in het ene oor eerder naar binnen dan in het andere oor, daardoor is het mogelijk om te horen uit welke richting het geluid komt. • Het feit dat we kunnen horen is van veel grotere betekenis in ons leven dan men zich vaak realiseert. Echter, vraag iemand die doof is maar eens naar zijn/haar belevingswereld en het besef van blijdschap dat je kunt horen is groot. Wil je je inleven hoe het leven zou zijn zonder gehoor: doe twee goede oordoppen in en probeer zo alles te doen en te volgen. Al gauw merk je dan dat het lichaam gaat compenseren door van de andere zintuigen meer gebruik te maken.
Lesmodule B1-2 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Vrij bewegen in de natuur. • Op zoek naar geluiden in de natuur. • Geluid maken met natuurlijke materialen. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Twee uur Benodigde materialen • Dit informatieblad, zeker ook voor de begeleiders • Een plattegrond van de omgeving. Beschrijving van de activiteit • Maak groepjes van maximaal 6 kinderen en een begeleider • Wandelen, luisteren en op zoek naar “muziekinstrumenten”. • Maak een hoorspel met behulp van natuurlijke materialen, de ‘eigen’ muziekinstrumenten van de kinderen (zie voorbereiding) en de geluiden die in de omgeving aanwezig zijn. Opdracht • Bespreek in het groepje met elkaar de opdracht. • Kies een plek (of meerdere) op de plattegrond uit om naartoe te gaan om het hoorspel te maken en uit te voeren. • Zoek onderweg allerlei natuurlijke materialen die kunnen helpen bij het maken van het hoorspel. Denk hierbij aan stokken, blaadjes om op te fluiten e.d. • Sta zo nu en dan eens helemaal stil met de groep om te horen wat de omgeving zelf voor geluiden biedt. • Doe mee als begeleider.
Lesmodule B1-3 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Stilte kan ook in een hoorspel worden gebruikt. Neem een paar keer bewust de tijd om de stilte te ervaren met de groep. Ga hiervoor bijvoorbeeld even zitten met elkaar. Uitrusten en stilte ervaren kunnen goed samengaan! • Stimuleer dat de geluiden onderweg uitgeprobeerd worden. Hierdoor worden de kinderen zich steeds meer bewust van de verschillende mogelijkheden. • Al lopend kunnen de kinderen vast gaan fantaseren over een verhaal. Door het uitproberen van geluiden kan de ontwikkeling van een verhaal gestimuleerd worden. Achtergrond informatie Hoorspel informatie • Overal is geluid of is de mogelijkheid om geluid te maken. • In de tijd dat er nog geen televisie was, was het erg populair om naar de radio te luisteren. Mensen zaten regelmatig ademloos te luisteren naar hoorspelen. Een hoorspel is als het ware een speelfilm, te horen op de radio. Je hoort een gesproken verhaal met geluiden en gesprekken. Op deze manier kon iedereen het verhaal op de eigen manier beleven. Vaak was het een vervolgverhaal waarvoor mensen wekelijks thuisbleven om te volgen. • Na de oorlog waren er enkele hoorspelen die wekelijks werden vervolgd. De bij het verhaal passende geluiden werden met allerlei voorwerpen gemaakt. Om het geluid van schoenen op een grindpad te maken werd een bak met grind gevuld en met de handen het geluid van lopen gemaakt. Wie herkent nog het geluid van het galopperende paard, gemaakt door het tegen elkaar aanslaan van twee halve kokosnoten? • Een eigen verhaal met geluiden maken vraagt veel van de fantasie van de kinderen en de begeleiders. Er zijn vele mogelijkheden in de buitenomgeving. In een bos kan je denken aan het gebruik van hout op hout, schoenen die rennen, een klap met de hand om een dichtslaande deur te laten horen enz. • Voor het stimuleren van een verhaal kan een bepaalde locatie worden bedacht zoals een station, het wilde westen of een circus. Ook is mogelijk om een bestaand verhaal te nemen dat de kinderen allemaal kennen. Zo kan gedacht worden aan bekende sprookjes zoals “Roodkapje en de Boze wolf”, “Sneeuwwitje” of “Hans en Grietje”.
Lesmodule B1-3 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Napraten over de buitenactiviteit. • Voorstelling van de diverse hoorspelen die buiten zijn ontwikkeld. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een tot anderhalf uur, afhankelijk van groepsgrootte. Kan ook in delen worden uitgevoerd, verspreid over meerdere dagen. Benodigde materialen Dit informatieblad. Beschrijving van de activiteit Groepsgesprek over de ervaringen, opgedaan tijdens de buitenactiviteit. Hoorspel uitvoeren door de diverse groepjes met de klas als publiek. Opdracht • Groepsgesprek over de ervaringen, opgedaan tijdens de buitenactiviteit. • Uitleg over het uitvoeren van de hoorspelen voor de klas. • Elk groepje gaat zich voorbereiden om het hoorspel, uitgevoerd tijdens de buitenactiviteit, te gaan opvoeren voor de klas. • Om de beurt krijgt een groepje de gelegenheid om het bedachte hoorspel te laten horen/zien. • Besluit het onderwerp uiteindelijk met het constateren dat we blij met onze oren mogen zijn!
Lesmodule B1-4 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B1 Oren om te horen
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Doordat de kinderen aan elkaar vertellen wat ze tijdens de buitenactiviteit hebben ervaren, komt het onderwerp “oren” op een veelzijdige manier aan bod. • De optredens kunnen de vorm krijgen van echt hoorspel door het ophangen van een laken o.i.d. waar de optredende groep achter kan zitten. Als de school een toneel met gordijn heeft, dan is dat ook een erg mooie plaats voor het optreden. • Achteraf de kijkers laten raden hoe de diverse geluiden zijn gemaakt, vergroot de betrokkenheid bij het onderwerp groter. Achtergrond informatie De twee belangrijkste kenmerken van geluid: 1. Geluidsfrequentie: De frequentie of toonhoogte, wordt uitgedrukt in Hertz. Hoe hoger de toon die we horen, hoe hoger de frequentie. Onder normale omstandigheden kan een menselijk oor geluiden waarnemen tussen de 20 en 20000 Hertz. De spraakklanken situeren zich tussen de 100 en de 8000 Hz (voornamelijk tussen de 500 Hz en 2000 Hz). 2. Geluidsintensiteit: De intensiteit of luidheid van geluid wordt uitgedrukt in decibel. De intensiteit van het geluid wordt bepaald door de druk die de geluidstrillingen uitoefenen op de oppervlakten waarmee ze contact hebben. Ter illustratie enkele geluidssterkten: - 30 dB fluisteren - 55 dB gewoon gesprek - 80 à 90 dB draaiende auto op één meter afstand - 120 dB proefdraaiend vliegtuig - 130 à 140 dB is de pijngrens. Doofheid en slechthorendheid Doofheid en slechthorendheid kunnen verschillende oorzaken hebben. Zo kunnen we door lawaai slechthorend worden of bijvoorbeeld van bepaalde medicijnen. Bij de meeste mensen gaat het gehoorvermogen met het toenemen van de jaren geleidelijk aan achteruit. Doofheid of slechthorendheid kan zich echter ook op jongere leeftijd voordoen en zelfs bij hele jonge kinderen of bij pasgeborenen. Bij slechthorendheid kan ook erfelijkheid een rol spelen. De twee belangrijkste knelpunten die doven en slechthorenden ervaren bij hun auditieve beperking zijn het gebrek aan informatie en een bemoeilijkte communicatie. In de dagelijkse omgang hebben we meestal ‘al pratend' contact met anderen. Doven en slechthorenden kunnen niet (meer precies) horen wat er wordt gezegd en vooral niet hoé het wordt gezegd. Daardoor ontstaan vaak misverstanden over wat is gezegd of werd bedoeld. Veel nuances of grapjes kunnen doven en slechthorenden niet verstaan. Ook groepsregels die niet expliciet worden geformuleerd, krijgen ze vaak niet mee. Dit maakt de communicatie moeilijk en wordt regelmatig als kwetsend ervaren. Gebarentaal, liplezen en het gebruik van visualisatie zijn belangrijke hulpmiddelen in de communicatie en in de informatieverwerving van doven en slechthorenden. Visualisatie kan door teksten bij of ondertiteling van wat gezegd wordt, e-mail, fax, flitssignalen, beeldtelefoon, pictogrammen, logo's, enz.
Lesmodule B1-4 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad