Lespakket Bovenbouw
Lesmodule B6 Hoe overleef ik … de natuur
Natuurproject SAMEN OP PAD
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
ALGEMEEN
Versie 1 Zomer 2009
Hoe overleef ik … de natuur Doelstelling lesmodule Voorbereiding: • Praktische kennis en weetjes worden aangeboden over: hoe te handelen in de natuur bij ongelukken, lastige situaties of gevaar. De kinderen ontwikkelen een gevoel van zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Buitenactiviteit: • Door groepsgewijs lastige situaties in de natuur te oefenen neemt kennis en kunde toe over hoe te handelen bij ongelukken e.d. Het zorgt voor de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. Hierdoor leren ze verantwoordelijk handelen waardoor ze problemen kunnen voorkomen en/of kunnen oplossen. Verwerking: • Praktische aanvulling op de ontwikkelde ervaringen en inzichten, opgedaan tijdens de voorbereidende- en buitenactiviteiten. Kinderen leren diverse touwknopen waarmee ze zichzelf en andere kunnen helpen in bijzondere situaties.
Jaargetijde Voorbereiding: • Het hele jaar rond. Buitenactiviteit: • Het hele jaar rond. Verwerking: • Het hele jaar rond.
Meervoudige Intelligentie Voorbereiding: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Logisch-Mathematische intelligentie 3. Intra-, Interpersoonlijke intelligentie Buitenactiviteit: 1. Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie 2. Logisch-Mathematische intelligentie 3. Inter-, Intrapersoonlijke intelligentie Verwerking: 1. Visueel-Ruimtelijke intelligentie 2. Logisch-Mathematische intelligentie 3. Inter-, Intrapersoonlijke intelligentie
Lesmodule B6-1 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Praktische kennis en weetjes worden aangeboden over: hoe te handelen in de natuur bij ongelukken, lastige situaties of gevaar. De kinderen ontwikkelen een gevoel van zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal. Tijdsduur • Voorbereiding van de kinderen kan thuis of in vrije uren gebeuren. • Een uur klassikaal. Benodigde materialen • Voor elk kind een kopie van de drie bijlagen I, II en III Beschrijving van de activiteit • Kinderen lezen zelfstandig of in groepjes de bijlagen. • Klassegesprek over de inhoud van de bijlagen. Opdracht • Elk kind krijgt een kopie van de drie bijlagen: “Hoe overleef ik…de natuur”. • Kinderen lezen thuis zelfstandig of op school in groepjes de bijlagen. • Tijdens een klassengesprek kunnen de diverse onderwerpen en situaties worden behandeld en besproken. • Geef de bijlagen “Hoe overleef ik…de natuur” mee naar huis als voorbereiding van de buitenactiviteit.
Lesmodule B6-2 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Deze module van “Natuurbeleving, angst voor de levende natuur” is zeer geschikt voor kinderen uit groep acht. De module kan als geheel gebruikt worden als een sportieve voorbereiding op een school- of afscheidskamp. • Geef tijdens het klassengesprek ruimte voor verhalen van de kinderen. Mogelijk hebben ze vergelijkbare ervaringen als in de bijlage beschreven is. Probeer met elkaar te benoemen welke oplossingen bij de vertelde gebeurtenissen zijn gebruikt en of het ook nog anders had gekund. • Neem zo nodig extra tijd om de verschillende onderdelen van de bijlagen te behandelen! Achtergrond informatie • De bedoeling van deze module is dat de kinderen zich, door de kennis uit de bijlagen, meer weerbaar gaan voelen waardoor ze minder angst zullen ervaren bij buitenactiviteiten. • De bijlagen bevatten vele kennisweetjes en praktische tips op drie gebieden: 1. EHBO: Hierin staan diverse tips en handelingswijzen vermeld om te kunnen doen bij verschillende kleinere ongelukken. 2. Prikkers en bijters: Hierin gaat het o.a. over hoe te handelen als je gebeten bent door een slang, een blaffende hond tegenkomt en hoe je wespen- en bijensteken kan voorkomen. 3. Help!: Hierin worden drie zaken besproken nl. Help, ik verdrink!, Help, het gaat onweren!, en Help, het brandt! • Naast nuttige tips zijn er ook manieren van het voorkomen van problemen in de bijlage opgenomen. • Voor leerkrachten en ouders kunnen de bijlagen ook informatie bevatten die niet zo bekend zijn. Lees alles eens aandachtig door zodat het groepsgesprek soepel kan verlopen. • Door allerlei mogelijke problemen te behandelen kan het gebeuren dat kinderen helemaal niet meer naar buiten willen. Tijdens de buitenactiviteit van deze module gaan we dan ook bepaalde situaties naspelen en oefenen. Een goede voorbereiding van de leerkrachten en begeleiders is dan ook van belang. 1. Begeleiders moeten allen kennis nemen van de inhoud van de bijlagen 2. Begeleiders moeten goed op de hoogte gebracht worden van de bedoeling van deze module!. Het gaat om het weerbaar maken van de kinderen en het oefenen van lastige situaties d.m.v. rollenspel en het nadoen van bepaalde situaties!
Lesmodule B6-2 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: EHBO Tijdens een dagje in de natuur kan er van alles gebeuren. Een ongeluk zit nl. in een klein hoekje, daarom enkele Eerste Hulp Bij Ongelukken –tips. Als het even kan: neem een EHBO-koffertje mee! Neusbloeding: Ga op de grond zitten en buig een beetje naar voren. Druk ongeveer 10 minuten je neus dicht op je neusbeentje en adem door je mond. Het bloeden zal dan stoppen. Snijwonden: Een ondiepe wond moet je ontsmetten of uitwassen met zeep en daarna afdekken met een steriel gaasje of met een pleister. Met een diepe wond moet je naar de dokter. Hij zal de wond verzorgen en je misschien een spuitje geven tegen tetanus. Brandwonden: Houd de verbrande huid zeker 10 minuten onder koud stromend water. Als er een watertje of meer in de buurt is kan je daar de verbrande huid in afkoelen. Blaren: Prik ze niet door! Gaan ze vanzelf open, ontsmet ze dan en plak er een pleister op. Splinters: Ontsmet een pincet of een naald met een ontsmettingsmiddel of door de punt(en) kort in een vlammetje te houden. Trek de splinter er in dezelfde richting uit als hij erin is gekomen, anders breekt het af! Ontsmet daarna de wond en plak een pleister.
Lesmodule B6-2 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE II
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage II: Prikkers en bijters Kleine dieren die bloed zuigen of gif spuiten, grote dieren met scherpe tanden, prikkende planten… bereid je goed voor! Wespen en bijen kunnen steken: Wespen en bijen steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Dus blijf vooral rustig, zodat ze je niet als een vijand zien. Maak zoetigheid op handen of bij je mond schoon, want daar komen ze graag op af! Ben je toch gestoken: smeer de plek in met knoflook, azijn of citroensap. Zit de angel er nog in, trek die er dan uit met een pincet. Bij een steek in de mond of keel moet je meteen de dokter waarschuwen. Door de zwelling zou je moeite met je ademhaling kunnen krijgen. Muggen op afstand houden: Muggen kan je van je afhouden door je in te wrijven met verse muntblaadjes of citroensap. Ook zalfjes van de dokter kunnen helpen. Houd je kamer of tent goed gesloten of gebruik (horre)gaas om de openingen af te sluiten. Tekenbeet: Voorkom een beet van een teek door het dragen van bedekkende kleding, lange bloes en lange broek met sokken. Toch gebeten? Verwijder de teek met een tekenpen. Als er, na een tekenbeet, een rode kring om de beet, ga dan naar de huisarts! Slangenbeten: In ons land is de enige slang met een giftige beet de adder. Je herkent hem aan de zig-zaglijn op de rug en de V-vormige tekening op de kop. Hij is erg schuw en zal snel wegvluchten als je eraan komt. Hij bijt alleen als hij zich bedreigd voelt en in het nauw wordt gedreven. Word je toch door een adder gebeten: Ontsmet de wond en ga zo snel mogelijk naar de dokter. Zuig in geen geval de wond uit en snijd er ook niet in!! Bijtende zoogdieren: Zoogdieren kunnen door een beet gevaarlijke ziekten overbrengen. Vossen en honden kunnen je met hun beet besmetten met hondsdolheid. Daarom moet je na een beet meteen naar de dokter. Hij zal je een spuitje geven en zo nodig de wond hechten. Valt een hond je lastig: • Loop niet weg, want dan gaat hij achter je aan. • Blijf rustig, toon geen angst! • Kijk de hond nooit recht in de ogen. • Spreek hem met een kordate stem toe. Probeer of hij luistert naar bevelen als “af”, “lig”, of “zit”. Brandneteljeuk: De jeuk vermindert door de branderige plek goed in te wrijven met het gekneusde blad van weegbree, zuring of van de brandnetel zelf!
Lesmodule B6-2 Bijlage II-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE III
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage III: Help! Help, ik verdrink! Roep om hulp en blijf rustig. Begin vooral niet met je armen en benen te slaan. Probeer je lang te maken en te blijven drijven tot er redding komt Voorkom problemen …neem de volgende punten serieus: • ga nooit zwemmen in onbekend water. • zwem in zee alleen op plaatsen waar toezicht is. • zwem nooit in zee als het water zich terugtrekt (het is dan eb). • ga meteen uit het water als je moe wordt of het koud krijgt. • Let op de zwemvlaggen: rode vlag: zwemmen verboden, groene vlag: zwemmen toegestaan. Help, het gaat onweren! Het is verstandig om altijd even de weersverwachtingen op te zoeken als je een lange tocht in de natuur wilt maken. Soms kan je echter toch overvallen worden door noodweer met onweer. Voorkom problemen… • Zoek een schuilplaats, een afdak of oud schuurtje is al prima. • Geen schuilplaats, ga plat op je buik liggen, liefst in een greppel, op een stapel kleren of een slaapzak. • Blijf uit de buurt van hoge bomen, rotspunten, tentstokken en ijzeren voorwerpen. • Ga niet het water op met een boot. • Ben je met de fiets, rij dan vlug verder. Door de rubber banden van je fiets ben je veilig voor bliksem. Ook in een auto ben je veilig. Help, het brandt! Probeer een klein brandje zo vlug mogelijk te blussen; • Met water (behalve als het om een elektrisch toestel gaat) • Met zand of lappen stof. Gooi dat over het vuur. Misschien kan je met je schoenen het vuur uitstampen. • Staan je kleren in brand: rol meteen heen en weer over de grond om het vuur te stikken of laat een ander een deken o.i.d. om jou heen slaan. • Bij een grote brand meteen de brandweer waarschuwen! Voorkom problemen…en zorg dat er geen brand kan ontstaan! • Elk vuur heeft lucht, warmte en brandstof nodig. Ze zijn alle drie nodig voor een goed vuur. Haal je een van de drie weg, dan dooft je vuur direct. • Leg nooit een kampvuur aan als het waait of als het zeer droog weer is. • Voor een goed kampvuurtje: Graaf een gat van minstens 15 cm diep en 40 cm doorsnee, leg stenen rondom en zet een emmer water bij de hand. Maak met bladeren en droge takjes het vuur aan in het gat. Met grotere takken houd je het vuur brandend. Maak het vuur weer goed uit door er het water en voldoende zand op te gooien!
Lesmodule B6-2 Bijlage III-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Door groepsgewijs lastige situaties in de natuur te oefenen neemt kennis en kunde toe over hoe te handelen bij ongelukken e.d. Het zorgt voor de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. Hierdoor leren ze verantwoordelijk handelen waardoor ze problemen kunnen voorkomen en/of kunnen oplossen. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Bos, gevarieerd natuurgebied. Tijdsduur Twee uur. Benodigde materialen • Kopie van de opdrachtkaarten van bijlage I voor elke groep. • Kopie van bijlagen II, III en IV voor elke groep. • Goed voorbereide begeleiders . • Voor elke groep een EHBO-doos(je). Beschrijving van de activiteit • Kinderen gaan in groepjes van maximaal 6 kinderen met een begeleider een natuurwandeling maken en voeren de spelopdrachten van de opdrachtkaarten uit. Opdracht • De gehele groep verzamelt zich. De leerkracht vat samen wat er als voorbereidende activiteit op school is gedaan. De besproken en behandelde kennis gaan vandaag geoefend worden. • Elke groep gaat op pad en oefent allerlei situaties aan de hand van de opdrachtkaarten en de spelopdrachten. • De gehele groep verzameld aan het om gezamenlijk af te sluiten.
Lesmodule B6-3 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • De verschillende onderwerpen die aan de orde zijn gekomen tijdens de voorbereidende activiteit zullen vandaag geoefend en besproken worden binnen de groepjes. Roep op om de opdrachten serieus te nemen zodat aan het eind van de buitenactiviteit ieder kind ook echt ervaringen met onverwachte situaties heeft opgedaan en actief heeft kunnen oefenen. • Als deze module wordt gebruikt als voorbereiding op een natuur- of afscheidskamp kan het als een “schoolkamp-rampenoefening” worden aangekondigd! Kinderen komen dan vanzelf wat beter in de sfeer van de spelopdrachten e.d. Achtergrond informatie • In volwassen arbeidsomstandigheden worden dit soort “als-of oefeningen” regelmatig als cursussen aangeboden. Door middel van rollenspelen en met het inzetten van acteurs kunnen volwassenen allerlei situaties op het werk oefenen. Denk hier bij aan het oefenen van: -slecht nieuws gesprekken, - lastige klanten leren te woord staan, - iemand arresteren (politie) of agressief gedrag op de bus leren hanteren en voorkomen. Het blijkt dat het oefenen van situaties, zonder dat het echt is, helpt bij het ontwikkelen en oefenen van vaardigheden en denkstrategieën. Kinderen in de bovenbouw kunnen dit soort oefeningen als kinderachtig benoemen. Met de uitleg van hierboven kunnen ze vast en zeker worden gestimuleerd tot meewerken en uitvoeren van de spelopdrachten. Geef ze anders nog maar het voorbeeld van brandweer- en de treinrampoefeningen die regelmatig groots worden uitgevoerd. Alle betrokken instanties weten dat het een oefening is en toch leert iedereen er heel veel van voor het geval het een keer een echte ramp betreft! • Zet jezelf, als begeleider of leerkracht, ook eens in als onverwacht “slachtoffer”. Doe plotseling eens alsof je bent gevallen, alsof er een hond aankomt rennen of dat er een boom gaat omvallen. Kijk en ervaar hoe iedereen reageert. Ga achteraf het voorval bespreken. Bespreek wat er goed ging en wat er beter/anders gedaan had kunnen worden. De kinderen zullen meer alert worden en beter gaan begrijpen dat er zomaar iets kan gebeuren waar adequaat op gereageerd moet worden. Daarnaast zullen de kinderen zich realiseren dat ook begeleiders of leerkrachten iets zou kunnen overkomen waardoor de hulp echt door de kinderen zelf verleend moet worden.
Lesmodule B6-3 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Eerste I:Hulp Bij Ongelukken (EHBO) Bijlage Het kan zomaar gebeuren: iemand valt en komt precies op een steen of een puntig stuk hout neer. Een bloedende wond is het gevolg! Wat te doen? Kijk eerst goed of de persoon nog bij kennis is en of hij/zij zich goed kan bewegen. Zo niet, roep zo snel mogelijk een ambulance. Lijkt het echter gewoon een pijnlijke wond dan kan de wond behandeld worden. Zorg dat het slachtoffer rustig kan liggen/zitten, maak de wond schoon, doe er ontsmettingsmiddel op en plak een pleister of doe er een verband om. Dat klinkt eenvoudig maar… eigenlijk moet je dan weten wat er in een EHBO-doosje zit en hoe alles er uitziet! Spelopdracht: Maak met elkaar het EHBO-doosje open en bekijk stuk voor stuk alle aanwezige materialen. Geef alles aan elkaar door en bespreek het gebruik van alle middeltjes en verbanden. Wil je echt nog veel beter weten wat je kan doen bij ongelukken: Ga eens een EHBO-cursus volgen in de buurt!
Wespen, bijen en een hond Wespen en bijen steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Dus blijf vooral rustig, zodat ze je niet als een vijand zien. Valt een hond je lastig: -Loop niet weg, want dan gaat hij achter je aan, -Blijf rustig, toon geen angst!, -Kijk de hond nooit recht in de ogen, -Spreek hem met een kordate stem toe. Probeer of hij luistert naar bevelen als “af”, “lig”, of “zit”. Spelopdracht: Twee situaties zijn hier beschreven waarin je je op een bepaalde manier moet gedragen om erger te voorkomen. Speel allebei de situaties eens als een rollenspel. Als er echte bijen/wespen in de buurt zijn, probeer de rustige reactie eens uit en kijk of en wat er gebeurd. Wat betreft de blaffende/woeste hond: Speel elk om de beurt de hond en degene die wordt aangevallen. De rest van de groep kijkt en leert van de verschillende “toneelstukjes” die zo ontstaan. Elke kind is een keer “hond”en “aangevallen kind”. Bespreek de verschillende reacties en help elkaar!! Help, het gaat onweren! Neem de tekst “Help!”van de bijlage “Hoe overleef ik…de natuur” erbij. Lees met elkaar alle dingen die je moet doen als het gaat onweren om problemen te voorkomen. Spelopdracht: Doe alsof het gaat onweren en neem punt voor punt met elkaar door hoe je zou handelen. Ga inderdaad in de sloot liggen op je kleren of ren naar een beschutte plek. Werk samen en zoek voor alles de beste oplossingen! Bespreek de oplossingen met elkaar na Help, het brandt! Neem de tekst “Help, het brandt!”van de bijlage “Hoe overleef ik…de natuur” erbij. Lees met elkaar alle dingen die je moet doen als er brand is ontstaan. Spelopdracht: Om de beurt roept elk kind iets wat “in brand” staat. De groep gaat zo snel mogelijk overleggen en probeert de brand zo goed mogelijk te blussen. Ontwikkel een goede samenwerking zodat niemand elkaar voor de voeten loopt. Bespreek elke “brandoefening” met elkaar na.
Lesmodule B6-3 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE II
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage II: EHBO Tijdens een dagje in de natuur kan er van alles gebeuren. Een ongeluk zit nl. in een klein hoekje, daarom enkele Eerste Hulp Bij Ongelukken –tips. Als het even kan: neem een EHBO-koffertje mee! Neusbloeding: Ga op de grond zitten en buig een beetje naar voren. Druk ongeveer 10 minuten je neus dicht op je neusbeentje en adem door je mond. Het bloeden zal dan stoppen. Snijwonden: Een ondiepe wond moet je ontsmetten of uitwassen met zeep en daarna afdekken met een steriel gaasje of met een pleister. Met een diepe wond moet je naar de dokter. Hij zal de wond verzorgen en je misschien een spuitje geven tegen tetanus. Brandwonden: Houd de verbrande huid zeker 10 minuten onder koud stromend water. Als er een watertje of meer in de buurt is kan je daar de verbrande huid in afkoelen. Blaren: Prik ze niet door! Gaan ze vanzelf open, ontsmet ze dan en plak er een pleister op. Splinters: Ontsmet een pincet of een naald met een ontsmettingsmiddel of door de punt(en) kort in een vlammetje te houden. Trek de splinter er in dezelfde richting uit als hij erin is gekomen, anders breekt het af! Ontsmet daarna de wond en plak een pleister.
Lesmodule B6-3 Bijlage II-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE III
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage III: Prikkers en bijters Kleine dieren die bloed zuigen of gif spuiten, grote dieren met scherpe tanden, prikkende planten… bereid je goed voor! Wespen en bijen kunnen steken: Wespen en bijen steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Dus blijf vooral rustig, zodat ze je niet als een vijand zien. Maak zoetigheid op handen of bij je mond schoon, want daar komen ze graag op af! Ben je toch gestoken: smeer de plek in met knoflook, azijn of citroensap. Zit de angel er nog in, trek die er dan uit met een pincet. Bij een steek in de mond of keel moet je meteen de dokter waarschuwen. Door de zwelling zou je moeite met je ademhaling kunnen krijgen. Muggen op afstand houden: Muggen kan je van je afhouden door je in te wrijven met verse muntblaadjes of citroensap. Ook zalfjes van de dokter kunnen helpen. Houd je kamer of tent goed gesloten of gebruik (horre)gaas om de openingen af te sluiten. Tekenbeet: Voorkom een beet van een teek door het dragen van bedekkende kleding, lange bloes en lange broek met sokken. Toch gebeten? Verwijder de teek met een tekenpen. Als er, na een tekenbeet, een rode kring om de beet, ga dan naar de huisarts! Slangenbeten: In ons land is de enige slang met een giftige beet de adder. Je herkent hem aan de zig-zaglijn op de rug en de V-vormige tekening op de kop. Hij is erg schuw en zal snel wegvluchten als je eraan komt. Hij bijt alleen als hij zich bedreigd voelt en in het nauw wordt gedreven. Word je toch door een adder gebeten: Ontsmet de wond en ga zo snel mogelijk naar de dokter. Zuig in geen geval de wond uit en snijd er ook niet in!! Bijtende zoogdieren: Zoogdieren kunnen door een beet gevaarlijke ziekten overbrengen. Vossen en honden kunnen je met hun beet besmetten met hondsdolheid. Daarom moet je na een beet meteen naar de dokter. Hij zal je een spuitje geven en zo nodig de wond hechten. Valt een hond je lastig: • Loop niet weg, want dan gaat hij achter je aan. • Blijf rustig, toon geen angst! • Kijk de hond nooit recht in de ogen. • Spreek hem met een kordate stem toe. Probeer of hij luistert naar bevelen als “af”, “lig”, of “zit”. Brandneteljeuk: De jeuk vermindert door de branderige plek goed in te wrijven met het gekneusde blad van weegbree, zuring of van de brandnetel zelf!
Lesmodule B6-3 Bijlage III-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik…de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE IV
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage IV: Help! Help, ik verdrink! Roep om hulp en blijf rustig. Begin vooral niet met je armen en benen te slaan. Probeer je lang te maken en te blijven drijven tot er redding komt Voorkom problemen …neem de volgende punten serieus: • ga nooit zwemmen in onbekend water. • zwem in zee alleen op plaatsen waar toezicht is. • zwem nooit in zee als het water zich terugtrekt (het is dan eb). • ga meteen uit het water als je moe wordt of het koud krijgt. • Let op de zwemvlaggen: rode vlag: zwemmen verboden, groene vlag: zwemmen toegestaan. Help, het gaat onweren! Het is verstandig om altijd even de weersverwachtingen op te zoeken als je een lange tocht in de natuur wilt maken. Soms kan je echter toch overvallen worden door noodweer met onweer. Voorkom problemen… • Zoek een schuilplaats, een afdak of oud schuurtje is al prima. • Geen schuilplaats, ga plat op je buik liggen, liefst in een greppel, op een stapel kleren of een slaapzak. • Blijf uit de buurt van hoge bomen, rotspunten, tentstokken en ijzeren voorwerpen. • Ga niet het water op met een boot. • Ben je met de fiets, rij dan vlug verder. Door de rubber banden van je fiets ben je veilig voor bliksem. Ook in een auto ben je veilig. Help, het brandt! Probeer een klein brandje zo vlug mogelijk te blussen; • Met water (behalve als het om een elektrisch toestel gaat) • Met zand of lappen stof. Gooi dat over het vuur. Misschien kan je met je schoenen het vuur uitstampen. • Staan je kleren in brand: rol meteen heen en weer over de grond om het vuur te stikken of laat een ander een deken o.i.d. om jou heen slaan. • Bij een grote brand meteen de brandweer waarschuwen! Voorkom problemen…en zorg dat er geen brand kan ontstaan! • Elk vuur heeft lucht, warmte en brandstof nodig. Ze zijn alle drie nodig voor een goed vuur. Haal je een van de drie weg, dan dooft je vuur direct. • Leg nooit een kampvuur aan als het waait of als het zeer droog weer is. • Voor een goed kampvuurtje: Graaf een gat van minstens 15 cm diep en 40 cm doorsnee, leg stenen rondom en zet een emmer water bij de hand. Maak met bladeren en droge takjes het vuur aan in het gat. Met grotere takken houd je het vuur brandend. Maak het vuur weer goed uit door er het water en voldoende zand op te gooien!
Lesmodule B6-3 Bijlage IV-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Praktische aanvulling op de ontwikkelde ervaringen en inzichten, opgedaan tijdens de voorbereidende- en buitenactiviteiten. Kinderen leren diverse touwknopen waarmee ze zichzelf en andere kunnen helpen in bijzondere situaties. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal. Tijdsduur Een uur. Benodigde materialen • Voor elk kind een kopie van bijlage I: “Nuttige knopen van touw”. • Voldoende touw(tjes), eventueel door de kinderen zelf mee te laten nemen. Beschrijving van de activiteit • Groepsgesprek over de buitenactiviteit. • Handige touwknopen leren maken die (ook) buiten van pas kunnen komen. Opdracht • Begin met een groepsgesprek over de buitenactiviteit. Stel vragen als: “Wat heeft iedereen meegemaakt?”, “Wat hebben jullie geleerd?”, “Wat vonden jullie van deze oefeningen?” • Geef aan elk kind een stuk touw en bespreek wat ze er mee zouden kunnen doen als ze buiten zijn. • Geef daarna elk kind de kopieën van de “Nuttige knopen van touw”. • Iedereen kan nu gaan oefenen om de diverse knopen te maken. Laat ze eventueel in groepjes werken zodat de kinderen kunnen samenwerken.
Lesmodule B6-4 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Tijdens de buitenactiviteiten hebben de kinderen veel geleerd over hun eigen gedrag in spannende, angstige en/of gevaarlijke situaties. Stimuleer ze om hierover te vertellen. Laat ze bewust worden van hun eigen krachten en inzichten om zelfstandig te kunnen handelen in situaties waar het erop aan komt. Laat hen beseffen dat ze echt dingen hebben geleerd die levens kunnen redden! • Het leren van goede touwknopen, die vast blijven zitten en doen waarvoor ze gemaakt zijn, kan ook echt van belang zijn in bijzondere situaties. Daarnaast is het erg leuk en handig om te leren hoe bepaalde knopen te maken zijn. • Geef de kinderen de kopieën van de “Nuttige knopen van touw” mee naar huis zodat ze zelf verder kunnen oefenen. Achtergrond informatie • Deze bijlage gaat over het knopen van touw. Er wordt aangegeven hoe bepaalde knopen van touw te maken zijn. Met een duidelijke tekening is het mogelijk de knopen na te maken. Daarnaast wordt van elke touw toegelicht wanneer de knoop gebruikt kan worden. • Deze module is goed te benaderen als een praktisch voorbeeld van duurzaam opvoeden. Duurzaam opvoeden en ontwikkelen (DuOO) is een benadering die de kwaliteit van interacties verhoogt ten gunste van ontwikkelingen die de mens en de mensheid bestemd maken om “langer te bestaan”. Het wordt beschouwd als een constructieve manier van denken en werken. • Natuurlijk is het knopen van touwen ook een hele leuke activiteit om uiteindelijk een knopenbord mee te maken. Maak dit voor de klas als geheel of laat elk kind er een voor zichzelf maken. Hiervoor heb je nodig: 1. Hardhouten of spaanplaat bord, wat kan worden opgehangen (of voor elk kind een kleinere). 2. Mooie naamplaatjes (karton/papier) waar de naam van elke knoop op komt te staan. 3. Voldoende touw en voldoende spijkertjes om de knopen mee vast te timmeren. 4. Knopen maar!
Lesmodule B6-4 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Verwerking BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: Nuttige knopen van touw
I.1 Knopen aan het uiteinde van een touw. Je kunt een stopper gebruiken om te voorkomen dat een touw of garen gaat rafelen. De Vlaamse Acht Dit is de goede stopper die volume geeft en sterk is. Hij is eenvoudig te leggen en goed weer los te maken.
I.2 Knopen om twee touwen aan elkaar te maken De platte knoop De platte knoop is eenvoudig te leggen en beklemt zich niet waardoor hij altijd makkelijk los te krijgen is. Je kan hem gebruiken voor van het vastzetten van opgerolde zeilen en het dichtbinden van pakjes.
De schootsteek De schootsteek is een veel gebruikte verbindingsknoop. Pas op, wanneer het gekruiste tamp aan de verkeerde kant zit heb je een andere, zwakkere knoop. Leer dus de goede!
Lesmodule B6-4 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Verwerking BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
De Dubbele Acht Dit is een geweldige dubbele-stopper-knoop. Hij is sterk, mooi en beknelt niet, dus ook weer goed los te krijgen. Dit is de verbindingsknoop die lijkt op de Vlaamse Acht.
I.3 Knopen om touw aan iets anders vast te maken Twee Halve Steken De twee halve steken worden gebruikt om een touw te knopen aan een ring of paal met een haakse belasting. Hij moet aan beide kanten steeds strak staan. Hij beknelt zich niet en is dus ook weer goed los te krijgen. Als de ring of het paaltje dun is en dus een kleine diameter heeft, is het verstandig om er nog een extra halve steek bij te maken.
Scheerlijn-steek Dit is een bijzonder nuttige steek. Hij is verstelbaar en zeer betrouwbaar. Iedere zeiler zou deze steek onder iedere omstandigheid moeten kunnen leggen. In het bijzonder om zichzelf te redden met het touw dat hem in het water is toegeworpen. Hij moet de lijn rond zichzelf leggen en de scheerlijn-steek voor zijn buik houden zich. (Op het plaatje is jouw lijf dan het paaltje). Houdt het losse eind goed vast! Op deze manier is dit een veilige knoop om weer aan boord geholpen te worden. Iedere kampeerder moet deze knoop ook kennen. Het is de beste knoop om je scheerlijn aan een haring te bevestigen.
De Koe-steek. Deze steek is zeer bruikbaar om een koe of een geit aan een paaltje vast te zetten.
Lesmodule B6-4 Bijlage I-2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Verwerking BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Marlsteek of Halvesteek Deze steek is bijzonder praktisch als je een bos van riet of hout wilt vastbinden of een rol bij elkaar wilt houden. Het werkende eind hoeft maar eenmaal doorgehaald te worden en het bindsel schiet niet snel los.
I.4 Knopen om een lus in een touw te maken De Paalsteek De Paalsteek is de meest gebruikte lus-knoop. Dat komt voornamelijk doordat hij goed te maken is, goed blijft zitten en omdat hij lijkt op de schootsteek. Houd in de eerste stap het kruispunt tussen duim en wijsvinger van de rechterhand en draai vervolgens de pols met de klok mee. Wanneer je de lus weglaat heb je de schootsteek.
De Artillerie Lus Een goede lus voor in het midden van het touw. Hij is snel te leggen en goed weer los te maken. Zoals de naam al aangeeft werd hij in het leger gebruikt door de artillerie voor het dragen van het geweer over de schouder. Hij is het best toepasbaar als tijdelijke knoop om dingen te dragen of op te hangen Extra leuk: Als je twee lange stukken stevig touw hebt kan je met deze knoop een touwladder maken! Leg dan op regelmatige afstand (ongeveer 30 centimeter) in beide touwen enkele artillerieknopen. Steek stokken door elk paar lussen dat zich op gelijke hoogte bevindt en trek de lussen strak aan. Laat voor de veiligheid de stokken aan beide kanten een eindje uitsteken! Hang je trap stevig op en klimmen maar!
Lesmodule B6-4 Bijlage I-3
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
B6 Hoe overleef ik … de natuur
Bovenbouw
Activiteit
Verwerking BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
De Pendant Steek Een steek om bijvoorbeeld een steentje als een amulet vast te binden. Zorg ervoor dat je het voorwerp goed in de lus vastzet. Als je deze lus gebruikt om een steentje of ander mooi object in een hanger te bevestigen is een leren veter de beste keuze. Maak dan een ondiep sneetje in de binnenkant van de lus. Precies diep genoeg om het oppervlak te vergroten zodat het steentje beter blijft zitten. En, zeker niet onbelangrijk, gebruik een goede schoenmakers-lijm (bijvoorbeeld bizon-kit). Het resultaat is verrassend.
Met dank aan: http://www.realknots.com/knopen/index.htm#bends
Lesmodule B6-4 Bijlage I-4
Natuurproject Samen op Pad