Lespakket Middenbouw
Lesmodule M6 Bijen en Brandnetels
Natuurproject SAMEN OP PAD
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
ALGEMEEN
Versie 1 Zomer 2009
Bijen en Brandnetels Doelstelling lesmodule Voorbereiding: • Afnemen van angst voor stekende insecten en prikkende planten door er kennis over te vergaren. Hierdoor ontwikkelt het begrip voor de leefwijze en eigenschappen. Buitenactiviteit: • Afnemen van angst voor stekende insecten en prikkende planten door ze buiten te gaan opzoeken en bekijken met de opgedane kennis van de voorbereiding. Verwerking: • De buitenervaringen met bijen en brandnetels worden besproken. De hierbij behorende kennis en begrip nemen toe en persoonlijke angsten hiervoor nemen verder af. • Koeken bakken met honing als zoetstof en …proeven! Besef ontwikkelen, dat bijen ook voor ons, mensen, belangrijk zijn en een lekker product maken.
Jaargetijde Voorbereiding: • Lente, zomer, herfst. Buitenactiviteit: • Lente, zomer, herfst. Verwerking: • Lente, zomer, herfst.
Meervoudige Intelligentie Voorbereiding: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Naturalistische intelligentie 3. Interpersoonlijke intelligentie Buitenactiviteit: 1. Naturalistische intelligentie 2. Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie 3. Intrapersoonlijke intelligentie Verwerking: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Interpersoonlijke intelligentie 3. Intrapersoonlijke intelligentie
Lesmodule M6-1 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Afnemen van angst voor stekende insecten en prikkende planten door er kennis over te vergaren. Hierdoor ontwikkelt het begrip voor de leefwijze en eigenschappen. Jaargetijde Lente, zomer en vroege herfst. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een uur Benodigde materialen Voor elk kind een kopie van • Bijlage I: Het bijenleven van dichtbij. • Bijlage II: De brandnetel als vijand en als vriend. Beschrijving van de activiteit • Kinderen lezen zelfstandig de twee bijlagen. • Over beide onderwerpen een groepsgesprek voeren. Opdracht • Ieder kind leest zelfstandig de twee bijlagen over het bijenleven en de brandnetel. • In kleinere groepen of klassikaal worden beide onderwerpen besproken.
Lesmodule M6-2 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Het kan zinvol zijn om de kinderen de beide bijlagen mee naar huis te laten nemen zodat ze het zelfstandig, als huiswerk, kunnen doornemen. Hierdoor kunnen de kinderen die minder snel lezen ook alle informatie tot zich nemen en met de klassengesprekken meedoen. • Tijdens de buitenactiviteit, waar deze activiteit de voorbereiding van is, krijgen de kinderen echte bijen te zien en een uitleg van een echte imker. Tijdens het bespreken van het onderwerp: “Een bijenleven van dichtbij” is het dus van belang om alvast over het gedrag van de kinderen zelf te praten als ze een Bij in de buurt zien. Stel vragen als: Ben je er bang voor? Wat doe je als er een Bij in de buurt komt? Waar komen Bijen eigenlijk op af als ze in jouw buurt vliegen? • Brandnetels komen in de vrije natuur veelvuldig voor en kunnen last veroorzaken als je er met de blote huid mee in aanraking komt. Bespreek vooral de tips en de informatie uit bijlage II ter voorbereiding van de buitenactiviteit zodat de aanwezigheid van brandnetels geen problemen meer hoeven op te leveren. Achtergrond informatie • De informatie in Bijlagen I en II zijn zodanig beschreven dat de kinderen zelfstandig de inhoud tot zich kunnen nemen. Voor docenten en begeleiders van de buitenactiviteit zijn deze bijlagen ook van belang om door te nemen. • Brandnetels zijn belangrijke planten voor insecten en vogels. Door tijdens de voorbereiding de informatie uit de bijlagen goed met de kinderen te bespreken wordt het uitvoeren van opdrachten tijdens de buitenactiviteit een echte goede ervaringsactiviteit. • Als de kinderen de informatieve bijlagen over bijen en brandnetels mee naar huis nemen is het ook zinvol om ze te stimuleren om de opgedane kennis met de ouders en broertjes en zusjes te delen. Over bijen en brandnetels gaan bij veel mensen allerlei enge verhalen de ronde. De aangeboden kennis in deze bijlagen kunnen helpen deze angsten te overwinnen.
Lesmodule M6-2 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: Het bijenleven van dichtbij Het bijenleven We gaan het hebben over bijen. Meestal denk je dan direct: “Oei, dat zijn die zoemende beestjes die steken en dat doet pijn”. We slaan ze van ons af of we proberen ze dood te slaan. Dit is echter beslist niet verstandig, want bijen zijn erg belangrijke insecten voor het leven op aarde en daardoor dus ook voor ons, mensen. Daarom kijken we met elkaar naar twee punten: • Het belang van bijen voor de mens. • Het leven van de honingbij in een bijenkorf.
1. Het belang van bijen voor de mens Eten: Bijen halen hun voedsel uit de nectar en het stuifmeel van bloemen. Bijen zorgen op deze manier voor de bestuiving tussen bloemen waardoor bloemen tot zaadvorming kunnen overgaan. Zij zorgen dat bomen vruchten als appels, sinaasappelen en noten leveren en zorgen dat bessenstruiken hun bessen dragen. Op deze manier zorgen bijen voor 30% van alle voedsel voor de mens op de hele wereld! Zonder bijen zouden heel veel landen te weinig eten hebben voor hun volk. Enkele bijensoorten, zoals de honingbij, kunnen ook honing maken wat weer erg lekker is op de boterham of in de yoghurt! Geneesmiddel: Bijenhoning en bijenwas worden gebruikt in diverse geneesmiddelen. Als je een wondje hebt kan je er wat honing rondom smeren. In Egypte werd vroeger al bijenhoning en bijenwas gebruikt als geneesmiddel. In die tijd werden bijen als rijkdom beschouwd. Je kon toen zelfs betalen met honing. Voorkom een steek door deze handige tips: • Een bij kan prikken maar doet dat niet zomaar. Hij houdt niet van mensen en gaat ook niet zomaar op je af. • De bij is alleen maar op zoek naar zoetigheid. Daarom komt hij wel af op lekkere zoetigheid zoals jouw limonade of zoete restjes van snoepgoed rond je mond of op je handen. Dus was je handen en gezicht als je lekker een ijsje o.i.d. hebt gegeten en let op als je in de zomer buiten limonade drinkt. Het is slim om je glas af te dekken en goed te kijken voor je je limonade opdrinkt.
Lesmodule M6-2 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
• • •
•
Als je liever niet gestoken wil worden loop dan ook niet met blote voeten in een weide met veel witte klavertjes en andere bloemplanten waar veel bijen op af komen. Komt een bij dicht bij je dan is het verstandig om na te gaan waar hij op af komt en dat schoonmaken of weggooien. Je kunt hem ook zachtjes wegblazen. Normaal kan een bijensteek geen kwaad, je krijgt een bultje dat kriebelt en binnen korte tijd trekt het weer weg. Echter, als je allergisch bent voor bijensteken of als je gestoken bent in je mond, moet je direct naar de huisarts. Als je toch bent gestoken, verwijder dan de angel door deze met een vingernagel zo snel mogelijk weg te wrijven. Verwijder nooit een angel door deze tussen duim en wijs vinger te knijpen want dan duw je meer gif in het lichaam.
2. Het leven van een bijenvolk Op de hele wereld komen bijen voor en er zijn ongeveer 20.000 bijensoorten bekend. De vliegsnelheid van een bij is 30 km per uur, 200 vleugelslagen /sec.; Ze vliegen op 2,5 meter vlieghoogte. Ze kunnen tot een afstand van 5 km van de bijenkorf vliegen en dan toch weer hun huis, de bijenkorf, terugvinden. Een bijenvolk woont in een bijenkast of bijenkorf. Een bijenvolk bestaat uit één Koningin, honderden darren en duizenden werkbijen. Ze hebben allemaal hun functie en taak in de korf. De Koningin De Koningin is de moeder van alle bijen in een bijenkast. Haar taak is het leggen van vele honderden eitjes. Daarom paart zij in de zomer, terwijl ze hoog in de lucht vliegt, met de mannetjebijen, de darren. Hierdoor wordt ze “zwanger” en kan ze in het volgende voorjaar beginnen met eitjes te leggen. In de winter wordt de Koningin in de bijenkast omringd door een groep van 12 bijen, die haar volledig verzorgen en voeden. De koningin legt in de lente haar vele duizenden eitjes in de bijenkorf. De darren De dar is een mannetjes-bij die in het voorjaar wordt geboren en alleen tijdens de zomermaanden in een volk aanwezig is. De darren worden geboren uit een onbevrucht eitje en worden gevoed door de werkbijen. Een dar kan van de ene bijenkorf naar de andere vliegen en is niet gebonden aan één volk. In augustus worden darren niet meer geduld in de bijenkorf, krijgen geen voedsel meer van de werkbijen en worden dan weggejaagd uit de korf en gaan dood.
Lesmodule M6-2 Bijlage I-2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
De werkbijen De werkbijen zijn er in grote getalen en zijn de echte werkers in en om de bijenkorf. Ze doen allerlei werk, afhankelijk van hun leeftijd: Leeftijd in dagen Dag 1 - 5 Dag 5 - 12 Dag 12 - 19 Dag 19 - 21 Dag 21 - 42
Stadium
Werkzaamheden
Poetserbij Cellen van de kast poetsen Voedsterbij Larven voeden met de voedselklieren Bouwbij Honingraatcellen bouwen en herstellen met de wasklieren Wachtbij Ingang van bijenkast beschermen tegen indringers Vliegbij Nectar halen uit bloeiende bloemen
Na drie weken als vliegbij te hebben gewerkt zijn de vleugels van de werkbij gesleten en gerafeld. Hierdoor is ze niet meer in staat terug te keren naar de korf en gaat ze dood. Zes weken oud is de leeftijd voor een in de zomer geboren werkbij. De werkbijen die het laatst in de zomer worden geboren, in juli en augustus, noemt men winterbijen. Deze winterbijen worden ongeveer acht maanden oud en overwinteren, samen met de Koningin, in de bijenkorf. In het volgende voorjaar gaan ze niet eerder dood dan tot er weer genoeg jonge bijen zijn om alle werkzaamheden uit te voeren die van belang zijn voor het voortbestaan van het bijenvolk.
Lesmodule M6-2 Bijlage I-3
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Voor de liefhebbers: een overzicht van ei-tot-bij In onderstaande tabel staan de ontwikkelingen van “ei-tot-bij” van een koningin, een werkbij en een dar aangegeven met hun aantallen, werkzaamheden en uiterlijke kenmerken.
Ei Larve Popstadium Volgroeid na
Koningin
Werkbij
Dar
3 dagen 6 dagen 7 dagen
3 dagen 6 dagen 12 dagen
3 dagen 6 dagen 15 dagen
16 dagen
21 dagen
24 dagen
Max. leeftijd 5 jaar Geslacht Aantal
Wijfje Één
Kenmerken
Lang en strak achterlijf
Leeftijd
Angel zonder weerhaken 2 tot 4 jaar
Functie
Eitjes leggen
Angel
Lesmodule M6-2 Bijlage I-4
6-8 weken('s winters 6-8 maanden) Onvruchtbaar wijfje 40.000 - 60.000
6-8 weken
Mannetje 200- 1000 Breed achterlijf, fors gebouwd, Kort achterlijf grote ogen en sprieten Angel met weerhaken Geen angel Zomer: 6 weken Winter: 6 maanden Werken: verschillende taken
3 tot 4 maanden Koningin bevruchten
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE II
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage II: Brandnetel als vijand en als vriend! 1. Brandnetel als vijand Heerlijk met de kinderen naar buiten en wandelen door het bos of langs paden met allerlei soorten begroeiing. De kinderen lopen door het hoge gras en regelmatig klinkt de alarmkreet: “Au, au, ik ben in de brandnetels gevallen”!!!
De brandharen bevatten een gif dat direct de kenmerkende blaasjes op de huid veroorzaken. Helaas hebben we lang niet altijd een passend tubetje zalf bij ons. Natuurlijke medicijnen groeien in de buurt Niet getreurd….de natuur heeft haar eigen medicijn tegen brandnetelbultjes en kriebel! Ten eerste biedt de weegbree met de vlezige, brede bladeren uitkomst. Meestal groeit deze plant in de buurt van brandnetels. Haal een blad van de weegbree af, kneus het blad tussen de vingers en wrijf met het vocht uit de plant over de geïrriteerde huid. Hetzelfde kan gedaan worden met het sap van een paardenbloemstengel of van zuring. 2. Brandnetel als vriend Vriend van de mens Het allermooiste is dat de brandnetel zelf ook zijn eigen tegengif bevat!! Wrijf het sap uit de steel van de brandnetel zelf over de gevoelige huid en het branderige gevoel neemt af. Nu hoor jullie denken: Maar dan moet ik hem plukken? Hoe doe ik dat zonder ook/weer geprikt te worden? Een klein stukje kennis over de bouw van de brandnetel is hiervoor nodig. De brandharen op de stengel en het blad groeien allemaal schuin naar boven. Door de plant met een naar bovengerichte beweging af te plukken hebben de brandharen geen kans om je te prikken. Voor kinderen is dit vaak lastig om zelf te doen dus, als je zelf niet durft, vraag hulp aan een dappere volwassene.
Lesmodule M6-2 Bijlage II-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE II
Versie 1 Zomer 2009
Eetbare vriend De brandnetel is trouwens ook lekker om thee van te zetten, de jongste toppen van de plant zijn hiervoor geschikt. In brandnetelkaas zit ook brandnetelblad! Vriend van dieren Voor vele dieren zijn brandnetels echte vrienden van levensbelang. Twee bijzondere vogelsoorten, de nachtegaal en de bosrietzanger, maken hun nesten in brandnetelvelden. De bosrietzanger hangt zelfs haar nest aan en tussen de brandnetelstengels. Voor vele vlinders, zoals de atalanta, de dagpauwoog en de kleine vos, zijn brandnetels de enige of belangrijkste waardplant. Deze vlindersoorten zetten hun eitjes af op de brandnetel zodat hun rupsen van de plant kunnen eten als ze uit het ei kruipen. Zo blijkt de brandnetel toch een erg interessante plant te zijn, waar we niet bang voor hoeven te zijn en die we juist moeten beschermen.
Kleine Vos
Lesmodule M6-2 Bijlage II-2
Atalanta
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Afnemen van angst voor stekende insecten en prikkende planten door ze buiten te gaan opzoeken en bekijken met de opgedane kennis van de voorbereiding. Jaargetijde Lente, zomer, herfst. Locatie Bijenhouder en/of buitengebied met brandnetels en bloemen. Tijdsduur Twee uur. Benodigde materialen • Deze beschrijving en de kennis van Bijlage I en II van de voorbereidingen. • (Voorkeur) Een imker die zijn bijenvolk wil laten zien en toelichten. Soms kan een imker met een bijenvolk op locatie komen. • Per groep een afsluitbaar bakje met limonadesiroop of natte suiker. Beschrijving van de activiteit • Buiten bijen lokken en bekijken en bezoek aan een bijenvolk met uitleg van de imker. • Op zoek naar brandnetels. Tijdens de voorbereiding is kennis gemaakt met de brandnetel, haar nut en hoe ermee om te gaan. We gaan brandnetels zoeken, zien hoe ze eruit zien, oefenen hoe je kan omgaan met brandnetels en natuurlijk: hoe je voorkomt dat je erin valt! Opdracht • Groepen maken van maximaal 6 kinderen met een begeleider. • Wandelend, sluipend, springend, klimmend en klauterend op zoek naar bijen en brandnetels.
Lesmodule M6-3 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Met klasgenootjes op zoek gaan naar een plant en een insect waar jij of een groepgenootje van je altijd bang voor is (was), kan erg spannend zijn en onrust in de groep opwekken. Ga daarom eerst maar eens lekker een eindje wandelen en neem de tijd om hierover met de groep te praten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de twee opdrachtkaarten. • De begeleiders van deze groepen hoeven zeker geen natuurexperts te zijn maar wel mensen die van kinderen houden en graag met hen de veelzijdigheid van de natuur ontdekken. Door hen te adviseren goed de informatie van de Bijlagen I en II van de voorbereiding te laten lezen, voelen zij zich zelf ook meer capabel om met de kinderen buiten op pad te gaan. Achtergrond informatie • De module, waar dit de buitenactiviteit van is, heeft te maken met het overwinnen van angstgevoelens. Het blijkt dat kinderen, die beter kunnen omgaan met hun angsten voor insecten en “lastige” planten, met veel meer plezier buiten zijn en meer open staan voor informatie over de natuur. Door met de bijgevoegde opdrachten bezig te zijn hopen we te bereiken dat de kinderen hun angst voor bijen en brandnetels leren overwinnen. Spelen en in de natuur zijn, zal dan voor hen weer een beetje leuker en uitdagender worden! • De kinderen zullen gaan ervaren dat voldoende kennis over een bepaalde dieren plantensoort kan helpen om meer grip te krijgen op de eigen angsten en manier van (natuur)beleven. Ze zullen tijdens het buiten zijn meer durf ontwikkelen en misschien wel gelijk extra ver willen lopen/rennen e.d. Stel duidelijke regels over hoe ver ze weg mogen gaan. • Als begeleider is het van belang dat ieder kind de kans krijgt om een bij van dichtbij te zien en te proberen een brandnetel te bekijken/plukken. Probeer te voorkomen dat iemand wordt gepest om zijn/haar angst. Neem zo nodig een kind apart om hier rustig even verder over te praten. • Mocht er een kind in de groep zitten die buitensporig angstig is, dan is het raadzaam om dit terug te koppelen aan de leerkracht zodat hij/zij weet dat het kind een extra steuntje kan gebruiken.
Lesmodule M6-3 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: Bijen en Brandnetels Bijen halen nectar en stuifmeel en zorgen voor onze voedselkringloop! Honingbijen wonen met een grote groep bijen bij elkaar in de bijenkorf. De werksterbij is degene die op zoek gaat buiten de korf naar honing en stuifmeel. Hiermee kunnen ze de jonge bijen in de korf voeren en kan er honing in de raten tot ontwikkeling komen. Het zoeken naar voedsel is een belangrijke taak en de bijen zijn hier dan ook de hele dag mee bezig. Terwijl ze de verschillende bloemen bezoeken om nectar uit de bloem te halen blijft er ook stuifmeel op hun lijfjes kleven. Bij het heen en weer vliegen tussen de verschillende bloemen komt er dus stuifmeel van de ene bloem op de stamper van de andere bloem. Hierdoor wordt de bloem bevrucht en kan de bloem weer zaden gaan vormen waar nieuwe planten uit kunnen ontstaan. Bijen zorgen daardoor voor 30% van de wereldvoedselvoorraad en zijn dus een belangrijk onderdeel van de voedselkringloop. Opdracht: Ga op zoek naar bloemen en kijk of je bijen ziet die nectar komen halen en stuifmeel op hun rug en aan hun poten hebben. De bijen die je ziet zijn dus de werksterbijen die voedsel zoeken voor hun eigen bijenvolk. Als jullie een bakje met suikerwater bij jullie hebben dan kan je die open maken en neerzetten tussen de bloemen om zo de bijen extra te verleiden om daar te gaan zitten eten. Observeer het bijengedrag en bespreek wat je ziet. Denk hierbij aan alles wat je geleerd hebt over hoe je te gedragen als er een bij in de buurt is. Bespreek vragen als: Moeten we nu iets doen? Zie jij waar de nectar te vinden is bij de verschillende bloemen? Wie krijgt er wel/niet de kriebels bij het zien van een bij en waarom? Welke bloemen vinden ze het lekkerst? Welke kleur is favoriet?
Op zoek naar brandnetels! Zoek in de omgeving naar brandnetels. Meestal ken je ze wel maar blijf je er ver vandaan. Prima, dat is de beste manier om niet geprikt te worden. Kom je wel met een arm of been in aanraking met een brandnetel dan is de kans groot dat je allemaal bultjes oploopt die erg kriebelen. Zoek dan de weegbree met de vlezige, brede bladeren of een paardenbloemstengel. Haal een blad van de weegbree/paardenbloem af, kneus het tussen de vingers en wrijf met het vocht uit de plant over de geïrriteerde huid. Hetzelfde kan echter ook worden gedaan met de brandnetel zelf. De brandharen op de stengel en het blad groeien allemaal schuin naar boven. Door de plant met een naar bovengerichte beweging af te plukken hebben de brandharen geen kans om je te prikken en kan je de bladeren kneuzen. Opdracht: Kies een brandnetel uit en bekijk hem goed. Zien jullie de opstaande stekels? Met één beweging kan je nu een tak plukken. Geef deze aan elkaar door en ervaar dat de plant je niet prikt als je hem van onder naar boven door je hand laat glijden. Zoek verder op de (onderkant van) de bladeren van de andere brandnetels naar rupsen of vlindereitjes. Hier komen binnenkort mooie vlinders als Atalanta’s, Kleine vos of Dagpauwoog uit! Zie je misschien tussen de brandnetels de vogelnesten van de nachtegaal of de bosrietzanger? Bespreek vragen als: Wie is wel eens in de brandnetels gevallen? Wat gebeurde er toen? Vogels, vlinders en wijzelf (denk aan de thee en kaas) kunnen brandnetels goed gebruiken. Hoe denk je nu over deze plant? Brandnetels groeien niet overal, hoe zou dat kunnen komen?
Lesmodule M6-3 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • De buitenervaringen met bijen en brandnetels worden besproken. De hierbij behorende kennis en begrip nemen toe en persoonlijke angsten hiervoor nemen verder af. • Koeken bakken met honing als zoetstof en …proeven! Besef ontwikkelen, dat bijen ook voor ons, mensen, belangrijk zijn en een lekker product maken. Jaargetijde Lente, zomer, herfst. Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een uur Benodigde materialen • Bijlage I. • Bakingrediënten, bakmaterialen en een oven (dit kan natuurlijk ook door de kinderen thuis worden gedaan). Beschrijving van de activiteit • Kringgesprek over buitenactiviteit • Verschillende groepjes bakken koekjes en koek met honing als belangrijk ingredient. Daarna natuurlijk….. proeven! Opdracht • Klassikaal worden de ervaringen van de buitenactiviteit besproken. • Benoem honing als een resultaat van de bijenarbeid en benadruk honing als voedselproduct voor mensen. • Vertel dat de kinderen in groepjes honingkoek(jes) gaan bakken. • Vorm enkele groepen (naar keuze hoe groot) en geef de opdracht één van de twee bakrecepten te gaan maken van bijlage I. • Binnen de groep wordt overlegd wie de inkopen doet, waar de benodigde materialen vandaan komen en in welke oven de koek gebakken kan worden. • Gezamenlijk wordt het recept gemaakt en gebakken (op school of thuis). • De bakresultaten worden klassikaal gedeeld en smullen maar….. • Bedankt BIJ.
Lesmodule M6-4 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Als tijdens de buitenactiviteit niet zoveel bijen gezien zijn kan besloten worden om nog even in de schoolomgeving te gaan kijken. Met de opdrachtkaart over bijen van de buitenactiviteit kan dan alsnog ervaring opgedaan worden met het observeren van bijen en hoe je jezelf gedraagt bij het zien van een bij. • Omdat elk kind de buitenactiviteit anders zal hebben ervaren, is het goed om iedereen de kans te geven om een eigen verhaal te vertellen. • Als er veel is gebeurd en dus veel te vertellen is kan besloten worden om elk kind een eigen verhaal te laten schrijven. Bijvoorbeeld een verhaal genaamd: “Bijen, Brandnetels en Ik”. Stimuleer de kinderen om de opgedane ervaringen en de kennis die ze hebben vergaard over bijen en brandnetels te verwerken in dit verhaal. Stimuleer eventueel het maken van tekeningen om het verhaal te illustreren. • Is koek(jes) bakken niet uitvoerbaar: (Griekse) yoghurt met wat schenkhoning is ook een echte lekkernij en eenvoudig te maken. Achtergrond informatie • De module, waar dit de verwerkingsopdracht van is, heeft te maken met het overwinnen van angstgevoelens. Het blijkt dat kinderen, die beter kunnen omgaan met hun angsten voor insecten en “lastige” planten, met veel meer plezier buiten zijn en meer open staan voor informatie over de natuur. • De kinderen zullen gaan ervaren dat meer kennis over een bepaalde dier- en plantensoort kan helpen om meer grip te krijgen op de eigen angsten en manier van (natuur)beleven. Eventueel kunnen uiteindelijk (enkele) verhalen aan de hele klas worden voorgelezen. • Door klassikaal over angsten voor bijvoorbeeld een plant of dier te praten wordt duidelijk dat iedereen wel eens ergens bang voor is. Niemand hoeft zich hiervoor te schamen. We zijn allemaal wel eens ergens bang voor en dat geeft niets. Soms is er ook een hele goede reden voor, denkt hierbij aan iemand die een allergische reactie vertoont bij een bijensteek. Hiervoor zijn medicijnen te krijgen die je gewoon bij je kan dragen in de zomer! • Bespreek zonodig nogmaals de informatie gegeven in bijlage I onder “ Voorkom een steek door deze handige tips”. • Gezamenlijk lekkere honingkoek(jes) bakken met honing als belangrijk ingrediënt laat de kinderen beseffen (en proeven) dat bijen op zeer veel manieren voor de mens van belang zijn. Niet alleen bestuiven ze granen en vruchtbomen maar ze zorgen ook voor lekkere zoete honing.
Lesmodule M6-4 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M6 Bijen en Brandnetels
Middenbouw
Activiteit
Verwerking BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I Bijen
Honingkoek 100 gram donker bruine basterdsuiker 50 gram zelfrijzend bakmeel 3/4 theelepel nootmuskaat 1/2 theelepel kruidnagelpoeder 1½ theelepel kaneel 125 g honing (eventueel) 2 eetlepels gembersiroop Melk
Meng alle ingrediënten door elkaar en voeg zoveel melk toe dat het geheel iets dikker wordt dan cakedeeg. Vet een bakblik of cakevorm in met boter en doe het mengsel van de honingkoek in het bakblik en zet het in het midden van de oven. Bak de koek in 45 minuten op 150° C.
Honingkoekjes 10 gram roomboter 400 gram tarwemeel 2,5 dl. melk 250 gram honing
Meng de zachte roomboter met het tarwemeel door elkaar. Voeg daarna, steeds met kleine beetjes, de melk toe. Meng tot slot de honing goed door het deeg. Rol het deeg uit op een aanrecht waar wat meel op gestrooid is en steek er koekvormpjes uit. Heb je geen “echte” koekvormpjes? Geen nood, met een omgekeerd glas kan je prachtige ronde vormen uit de deegplak steken. Bak in 20-25 minuten de koekjes bruin in het midden van de oven op 160° C
Smakelijk eten!
Lesmodule M6-4 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad