Animatie Middenbouw
Schrijver: Meia Wippoo Doelgroep: middenbouw basisonderwijs Datum: 2 maart 2012
1
Les Stopmotion animaties maken: rekensommen Inhoudelijke omschrijving Het wordt steeds eenvoudiger om toegang te krijgen tot audiovisuele middelen in het onderwijs en om deze in te passen in een reguliere les. Door met audiovisuele technieken te werken kan stof voor leerlingen tastbaarder worden en ze kunnen daardoor het lesmateriaal makkelijker oppikken. Een filmpje maken is een manier om die uitleg vorm te geven. Het geeft ook een variatie op het dagelijks onderwijs. Het rekenonderwijs, en specifiek het uitleggen van een strategie, leent zich goed voor een onderwerp van een filmpje. Leerlingen kunnen van filmpjes leren die al gemaakt zijn, maar het is minstens zo leerzaam om zelf met een filmpje aan de slag te gaan. Het is voor leerlingen een goede oefening om zelf rekensommen uit te leggen. Op die manier weet de leerling ook of hij of zij de stof goed beheerst. Er zijn meerdere manieren om filmpjes te maken. Animatie is een specifieke vorm van film maken, waar ook weer verschillende technieken in bestaan. In deze les wordt de techniek stopmotion gebruikt. Dit is een filmtechniek die al voor de komst van digitale animatie gebruikt werd om speciale effecten te creëren in films. Een stopmotion-animatie ontstaat door een bepaalde hoeveelheid foto’s (minstens 12 per seconde) versneld achter elkaar te laten zien. Door elke foto een fractie te laten verschillen van de vorige ontstaat er een filmpje. Het maken van een filmpje neem vrij veel tijd in (12 foto’s maken voor 1 seconde film). Het is een behoorlijk intensief proces, dat veel concentratie vereist van de leerlingen. Om de aandachtspanne zo goed mogelijk te benutten worden er twee aparte lessen gewijd aan het maken van de rekenfilmpjes.
Doelgroep en vakgebied Middenbouw basisonderwijs Rekenvaardigheid
Doel van de les Tijdens deze les ontdekken leerlingen hoe een stopmotion animatie gemaakt wordt en hoe een som in een filmpje helder uitgelegd kan worden.
Duur De les wordt opgedeeld in 2 lesmomenten, beide lessen duren zo’n 2 uur. De eerste les omvat de voorbereiding en het bekend worden met de techniek. Tijdens de tweede les wordt het filmpje daadwerkelijk gemaakt.
2
Materiaal -
Computer met stopmotion-software: Monkeyjam voor PC of IStopmotion voor Mac Webcam of digitale fotocamera knutselmateriaal grote vellen (gekleurd) papier scharen lijm sommen spotjes ruimte om opstelling te laten staan statiefje Duct-tape
Voorbereiding De docent moet voor de les al enkele sommen voorbereiden die door de leerlingen tot een filmpje uitgewerkt moeten kunnen worden. Voordat er aan een filmpje gewerkt kan worden moet er goed nagedacht worden over wat er in de filmpjes verteld moet worden. Een goede voorbereiding kan tijdverlies opvangen tijdens het maken van de filmpjes. Wat is de visuele waarde van de som? Is de uitleg creatief uit te voeren? Er moeten van te voren groepjes van leerlingen gevormd zijn die goed kunnen samenwerken. Elk groepslid krijgt een andere rol toebedeeld zodat iedereen altijd aan het werk kan blijven.
Speciale aandachtspunten Het maken van een animatiefilmpje vraagt veel geduld, precisie en concentratie van de leerlingen. Een kleine stoot tegen de camera of het decor heeft grote consequenties voor het eindresultaat. Zorg er daarom voor dat er niet te veel leerlingen aan 1 project werken (hooguit vier leerlingen per filmpje) en dat iedereen altijd wat te doen heeft. Van te voren een taakverdeling bepalen helpt daarbij. Ook de leerkrachten moeten zich goed voorbereiden. Bij elk(e verandering in het) beeld moet er afgevraagd worden: Wat ga ik zien? Wat is de functie van dit beeld? Waarom dit beeld? Het lijkt altijd veel makkelijker dan het is, dus veel vragen stellen helpt. Door de leerlingen hier ook regelmatig op te wijzen, worden frustraties voorkomen. In principe worden met deze techniek alleen filmpjes zonder geluid gemaakt. Bij stopmotion-animatie kunnen er geluiden gebruikt worden, maar die worden dan pas achteraf toegevoegd. Sprekende figuren zijn heel ingewikkeld om te gebruiken aangezien er dan bijzonder goed getimed moet worden. Voor middenbouw leerlingen, maar 3
ook voor leerkrachten, is dit een onnodige moeilijkheid. Bij het bedenken van de filmpjes moet er dus in eerste instantie uitgegaan worden van ‘stomme’ filmpjes.
Verloop van de les Les 1 1. Inleiding en voorbeelden (20 minuten) De les begint met een gesprekje met de leerlingen over animatiefilmpjes. Hebben ze wel eens een tekenfilm gezien? Kunnen ze goede voorbeelden bedenken? Hoe denken ze dat het gemaakt wordt? Hebben ze wel eens iets geleerd van zo’n filmpje? Om het gesprek te verhelderen worden er verschillende voorbeelden van animatiefilmpjes en flipboekjes laten zien. Door een flipboekje door te geven in de klas wordt het fysiek duidelijk wat je precies doet met een stopmotion animatie: je maakt steeds plaatjes die een heel klein beetje van elkaar verschillen. De nadruk ligt in deze les op animaties die rekensommen uitleggen, maar er kunnen ook enkele voorbeelden getoond worden met meer algemene inhoud. Samen met de leerlingen worden de voorbeelden uitgeplozen: snappen de leerlingen wat er verteld wordt in de filmpjes? Kunnen ze het in hun eigen woorden navertellen? Kunnen ze ook verbeteringen aangeven? Wat is er niet goed aan het filmpje? En wat wel?
2. Een som uitzoeken (5 minuten) Samen met de leerkracht, die al een selectie heeft gemaakt in opdrachten, maken de leerlingen een keuze uit verschillende sommen die ze willen gaan uitleggen. De leerlingen gaan in kleine groepjes werken (maximaal 4 kinderen). Elke leerling heeft straks een andere taak in het maakproces. Ze moeten echter wel goed samenwerken en overleggen. 3. Oefenen met stopmotion (25 minuten) De leerlingen gaan nu proberen de som die ze gekozen hebben aan elkaar uit te leggen. Eerst met woorden en tekeningetjes, daarna met knutselmaterialen. Nu gaan ze ook voor het eerst oefenen met stopmotion. De leerkracht begeleid ze hierin. Afhankelijk van de software worden er met een webcam of met een digitale fotocamera foto’s gemaakt, die de frames (dus 1 van de 12 foto’s per seconde) vormen in het filmpje. Belangrijk is dat de camera op een vaste plek blijft staan en dat de objecten steeds met hele kleine stapjes bewogen worden. De leerlingen proberen het een en ander uit met verplaatsingen van objecten en foto’s daarvan, en ze kijken terug wat het resultaat is van hun acties. Op deze manier krijgen ze een beter inzicht in wat ze zouden kunnen bedenken voor hun rekenfilmpje.
4
4. Som verwerken in een storyboard (35 minuten) Nu de leerlingen een beetje weten hoe alles werkt gaan ze aan een storyboard werken (template bijgevoegd). Op dit vel, met lege plaatjes, tekenen de leerlingen stap voor stap de handelingen voor in het filmpje uit. Ze hoeven niet elke foto uit te tekenen, maar wel zo uitgebreid mogelijk elke beeldwisseling. Bijvoorbeeld als een poppetje van links naar rechts in het beeld loopt: plaatje 1: poppetje staat links, plaatje 2: poppetje staat in het midden, plaatje 3: poppetje staat rechts. Er kunnen beter te veel plaatjes gemaakt worden dan te weinig. Door in een storyboard het filmpje uit te werken weet je van te voren goed wat je nodig hebt voor het filmpje. Dat kun je dan allemaal voorbereiden zodat je tijdens het maken niet meer met het regelen van materiaal en het bedenken van het verhaal bezig hoeft te zijn. Dat scheelt enorm veel tijd.
5. Figuren en decor maken (30 minuten) Als het verhaaltje helemaal in de steigers staat kunnen de leerlingen gaan werken aan de fabricage van hun decor en hun figuren. Er wordt nu vast een taakverdeling onder de leerlingen gemaakt zodat ieder zich voor een onderdeel verantwoordelijk voelt, en geconcentreerd bezig blijft. Zo kan een leerling zich bezighouden met de actieve figuren (karakters), een leerling kan de achtergrond maken, iemand kan de losse decorstukken maken, en er kan iemand zich nog bezighouden met het perfectioneren van het storyboard. Er zijn twee opties om stopmotion te maken. 1. werken in het platte vlak. De figuren/getallen/objecten zijn plat en bewegen zich alleen van links naar rechts en/of van onder naar boven, als in een tekening. Dit is de meest eenvoudige versie. 2. Werken in de ruimte. De figuren kunnen nu ook nog van voor naar achteren zich bewegen. Vaak wordt dit gedaan met kleifiguren of blokken. Dit is echter een stuk lastiger. Bij een eerste poging wordt werken in het platte vlak geadviseerd.
6. Opruimen en klaarzetten voor de volgende les (5 minuten) Aan het einde van de eerste les moeten de leerlingen er voor zorgen dat alle onderdelen voor in het filmpje klaar zijn: Het decor, de actieve figuren, de aankleding en het storyboard. De leerkracht moet natuurlijk steeds in de gaten gehouden hebben of de sominhoud correct is, en dat de leerlingen met hun filmpje een kloppende strategie neerzetten. Alle materialen moeten op een goede, veilige plek neergezet worden zodat de leerlingen de volgende les meteen er mee aan de slag kunnen.
5
Les 2 1. Doornemen van storyboard en decor klaarzetten (10 minuten) Aan het begin van de tweede les moet iedereen weer even ophalen waar ze mee bezig waren. Snappen ze de uitleg die ze zelf hebben gemaakt nog steeds, of zouden ze nog het een en ander kunnen verbeteren? Er is aan het begin van de tweede les nog even tijd om alles goed na te lopen en de opstelling klaar te zetten voor het echte maken van de filmpjes. Zorg altijd dat de filmpjes gemaakt worden op een plek met (voldoende) kunstlicht. Als je met daglicht gaat werken kunnen de opnames sterk van elkaar verschillen (verschillende lichtinval door de dag genomen) waardoor de losse foto’s niet mooi op elkaar aansluiten. 2. Filmpje maken (100 minuten) De leerlingen kunnen aan de slag. Er is altijd een leerling die het storyboard in de gaten houdt, en er voor zorgt dat alle opnames gemaakt worden. Daarnaast zijn er 1 of 2 leerlingen verantwoordelijk voor verplaatsen van de figuren. 1 leerling maakt de opnames en zorgt ervoor dat handen niet in beeld zijn als er een afdruk gemaakt wordt. De leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk, maar de leerkracht blijft continue rondlopen en meehelpen zodat de leerlingen optimaal gebruik kunnen maken van hun tijd. De opnames moeten ook continue tussendoor opgeslagen worden, zodat er geen opnames kwijtraken. 3. Filmpjes presenteren (10 minuten) Aan het eind van de les hebben alle leerlingen hun rekensom in een filmpje omgezet. De filmpjes kunnen worden geëxporteerd en aan de rest van de klas gepresenteerd worden.
6
7