Monique van Selow
Hoogbegaafdheid in de middenbouw SWV Passenderwijs 16 september 2015
Kliq Onderwijsadvies www.kliqonderwijsadvies.nl
Definitie hoogbegaafdheid
Verschil hoogbegaafde en hoogintelligente (slimme) leerling Kenmerken van hoogbegaafdheid
Onderwerpen
Signalering Onderwijsaanbod in de groep Omgaan met onderpresteerders
Leren leren Mindset
Is het een cheetah? (Tijl Koenderink, Novilo)
https://www.youtube.com/watch?v=IvV5SaX6ED0
Geen vaste definitie Geen ‘stoornis’ Veel verschillende theorieën
Hoogbegaafdheid
Een aantal punten van overeenstemming
Hoogbegaafd vs. hoogintelligent
Kinderen en deskundigen aan het woord
https://www.youtube.com/watch?v=Xy0VYuoIvT0
Leereigenschappen: Nieuwsgierig, brede belangstelling
Groot voorstellingsvermogen Groot gevoel voor autonomie
Kenmerken op school
Scherp waarnemingsvermogen Goede taalvaardigheid, humor Sterk geheugen Snel van begrip Controlevragen
Persoonlijkheidseigenschappen:
Kenmerken op school
Adaptief vermogen
Doorzettingsvermogen Leiderschapskwaliteiten Zich bezighouden met levensvragen
Hoogbegaafde leerling
Hoogintelligente leerling
Heeft altijd vragen
Kent de antwoorden
Groot gisser (probeert uit context af te leiden)
Kan goed van buiten leren
Diep mentaal betrokken, wegdromend
Gefocust/oplettend tijdens de les
Hoe complexer, hoe beter
Houdt van simpele logica
Probeert en test uit
Werkt hard
Start “projecten”
Maakt werk af
Complexe woordenschat
Taalvaardig
Gaat in discussie
Beantwoordt vragen
Hoogst zelfkritisch
Tevreden over eigen leren en kunnen
Opdracht
Bespreek in je groepje jullie ervaringen. Welke kenmerken zie je bij de (mogelijk) hoogbegaafde leerling die je ooit in de groep had of nu hebt, en welke verschillen zie je met andere ‘slimme’ leerlingen?
Niet tot werken komen of snel afhaken bij moeilijke taken (leren leren, executieve functies)
Schuld buiten zichzelf leggen (mindset) Irreële eisen aan zichzelf en anderen stellen
Mogelijke problemen die je herkent…
Uitdagen of juist terugtrekken Thuis ander (boos) gedrag laten zien dan op school Thuis meer laten zien dan op school Psychosomatische klachten Persoonlijk assistent Afhaken in de motivatie voor school
Structureel signaleren
In de onder- en middenbouw: Structureel signaleren In de bovenbouw: Incidenteel signaleren
Productdemonstratie: www.dhh-po.nl
Structureel en incidenteel signaleren
Jaarlijkse signalering SIDI-3
Jaarlijkse signalering SIDI-3
Incidenteel signaleren: doortoetsen
Onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen
Open, complexe en betekenisvolle opdrachten Aan kunnen nemen van een onderzoekende houding Gevoel van autonomie Stimuleren van metacognitieve vaardigheden Stimuleren van motivatie Stimuleren van executieve functies Stimuleren van de groeimindset Contacten met ontwikkelingsgelijken Erkenning van de leerkracht
Tijd efficiënter gebruiken door:
Doelen van compacten
Leerstappen te vergroten Onnodige oefening en herhaling over te slaan
Met als doel: Tijd vrij te maken voor verrijking De motivatie voor het leren te verhogen
Wel aanbieden:
Wat doe je wel/niet bij compacten?
Introductie nieuw thema Verkorte instructie Ontdek- en onderzoeksactiviteiten Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker is Belangrijke leerstappen in de leerlijn Betekenisvolle activiteiten
Schrappen: 50-75% van de oefenstof 75-100% van de herhalingsstof Verrijking die meer van hetzelfde biedt
Voor leerlingen met een didactische voorsprong:
Voor wie compact je?
Tot ongeveer 6 maanden voorsprong: verrijking binnen de methode 6 maanden tot 1,5 jaar voorsprong: leerlijn 1 > 1,5 jaar voorsprong: leerlijn 2 (leerlijn 1/leerlijn 2: indeling volgens DHH: www.dhh-po.nl)
Vastgesteld hoogbegaafden en onderpresteerders
Hoe compact je?
Didactische voorsprong vaststellen Compactingsrichtlijnen binnen de methode Vooraf toetsen? Compactingsrichtlijnen: SLO (routeboekjes) DHH (leerlijn 1 en leerlijn 2)
Opdracht
Bekijk in je groepje de compactingsrichtlijnen (DHH) voor rekenen (leerlijn 1). Wat is je gevoel hierbij? Wat neem je hiervan mee? Wat zou je anders doen?
Eisen aan verrijkingsmateriaal
Hoge moeilijkheidsgraad Open opdrachten Beroep doend op een kritische blik Nieuwe leerstof (dus niet meer van hetzelfde….) Onderzoekende houding Samenhang/verbanden doorzien
Een kritische blik…
Bekijk de plustaken van de methode Wereld in Getallen. Wat is je mening? Welke opdrachten vind je geschikt? Welke opdrachten vind je minder geschikt?
Rekenen: Leerlijn 1: Pico Piccolo, Kien, Rekentijgers, Sterrenwerk, Rekenen met… etc.etc.
Verrijking binnen het vakgebied
Leerlijn 2: Rekentijgers, Bolleboos, Vierkant voor Wiskunde, Topklassers, etc.etc.
Taal: Leerlijn 1: Detective Denkwerk, Slimme Taal, Puzzelen met … spreekwoorden en gezegden, etc.etc. Leerlijn 2: Zefstandige leergids, Slimme Taal, Cryptologisch, etc.etc.
Spelling:
Verrijking binnen het vakgebied
Leerlijn 1 en 2: Creatief schrijfopdrachten, bijv. het Schrijfselboek, Schrijver in de dop, Schrijf ze, Kinderschrijflab, Spellingplezier, etc. etc.
Technisch/begrijpend lezen: Leerlijn 1 en 2: Bolleboos boekjes, informatieboekjes, Villa Alfabet/Villa Verdieping, Zinder, Goed begrepen, etc.etc.
Verrijking 1e helft groep 3
Vraagt veel creativiteit van de leerkracht!
Verrijkingsstof
T
50
LB: blz. 40 som 1
10
30
LB: blz. 40 som 2,3 www.fi.nl/wisweb
30
50
LB: blz. 40 som 4
10
30
LB: blz. 41 som 5,6 www.fi.nl/wisweb Rekentijgers 7a blz. 1,2
30
Taak
Dag
Methodestof
T
Rekenen
Ma
LB: blz. 2 som 1,2,3 WB: blz. 2 som 1d,2c LB: blz. 3 som 1d,2d,3d,4d WB: blz. 2 som 3d,4b LB: blz. 4 som 1,2,3 WB: blz. 3 som 1c,2c LB: blz. 5 som 1cd,2cd,3c WB: blz. 3 som 3d
Di Woe
Do
Dag- Vrij Taal/weektaak Ma
60
WB: blz. 2/3 opdr. 3,4 Kopie 3 opdr.3
30
Toepassing 1: WB blz. 7-10. In tweetal. Moet deze week af.
15
Di
LB: blz. 8/9 opdr. 4,5,6 LB: blz. 10/11 opdr. 2,3,4
60
Zie maandag.
15
Woe
WB: blz. 5 opdr. 3,4 Kopie 4 LB: blz. 13 opdr. 5,6,7
30
Zie maandag.
15
30
Zie maandag.
15
Zie maandag.
15
Do Vrij
Spelling
Af
Di
LB: blz. 6 opdr. 4,5
30
Op ma, woe, do en vrij werk je aan een wijzer door werkstuk.
Af
Verrijking buiten het vakgebied
Vreemde taal Filosofie Ontdekkend en onderzoekend leren Projecten Techniek Taxonomie van Bloom Meervoudige intelligentie (integratiematrix) TASC-model
Prikkelen van nieuwsgierigheid: taxonomie van Bloom
Integratiematrix
http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerendsignaleren/hulpmiddel/1169-integratiematrix-bloom-gardner
Https://www.leraar24.nl/video/2117/hoogbegaafd-passendonderwijs-levelwerk#tab=0
www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com
Tips voor verrijkingsmaterialen (1)
http://talentstimuleren.nl/
www.acadin.nl http://begaafd.yurls.net/nl/page/
http://www.slo.nl/downloads/2010/leermiddelenlijsthoogbegaafden-2011.pdf/
Tips voor verrijkingsmaterialen (2)
Wissel in groepjes uit met welke materialen of opdrachten/werkwijzen je goede ervaringen hebt. Noteer één tip die je gehoord hebt, en die je mee wilt nemen voor in je eigen onderwijspraktijk.
Discussiepunt:
Verrijkings materialen
De inzet van verrijkingsmateriaal is in veel gevallen geen doel op zich, maar ondersteunt de uitvoering van de procesdoelen.
Leren leren: leerstrategieën, executieve functies
Doelen van verrijking
Leren denken: stimuleren van het associatief en top-down denken Leren leven: ontmoetingen met ontwikkelingsgelijken, mindset
Onderliggende oorzaken (bij onderpresteren)
Aandachtspunten bij doelen stellen: de verrijking gaat niet vanzelf….
Niet kunnen: Executieve functies Discrepanties in de ontwikkeling
Niet willen: Motivatieproblemen
Niet durven: Overtuigingen/mindset Faalangst
EF gericht op het denken (de cognitie): vaardigheden om een doel te bereiken
Executieve functies (EF)
Werkgeheugen Planning & organisatie Timemanagement Metacognitie
EF gericht op het doen (het gedrag): vaardigheden om het eigen gedrag aan te sturen Inhibitie Emotieregulatie Volgehouden aandacht Flexibiliteit
Kijk door de ogen van de leerling!
Motivatie
toenemen van een plezierige situatie verdwijnen van een onplezierige situatie het wegblijven van een onplezierige situatie die wel werd verwacht
Kinderen met een fixed mindset willen laten zien wat ze kunnen door opdrachten te doen die ze kunnen
Mindset
“inspanning is een bewijs dat ik ergens niet goed in ben. Als ik ergens talent voor heb houdt dat toch automatisch in dat het me moeiteloos afgaat?” Kinderen met een groeimindset willen zich ontwikkelen door opdrachten te doen waar ze een bepaalde uitdaging in zien
Welke uitspraak hoort bij welke mindset?
Herkennen van de mindset
• ik ben superslim • ik wil iets meteen kunnen, anders hoeft het niet
• ik vind het leuk om te leren • om de beste te worden, moet je veel, hard en lang oefenen • fouten maken is vervelend
Mindset
Lees de casus van Ronja door, een meisje met werkhoudingsproblemen.
Casus Ronja
Zoek je de oorzaak bij Ronja in de executieve functies, de mindset of de motivatie, of in een combinatie hiervan? Wat zou het gedrag van Ronja in stand houden? Wat zou je doen in de begeleiding van Ronja?
doelgedrag concreet formuleren
Medeverantwoordelijk maken!
oefensituaties creëren leerling vragen: wat heb jij nodig? samen stappenplan bepalen samen beloning en consequenties bepalen
Volgende stap (bij Ronja): zelf tijdsinschatting maken evaluatie door de leerkracht evaluatie/zelfbeoordeling door de leerling
bovenaan formulier het doelgedrag zetten
Beloningssysteem
duidelijke afspraak wanneer je een sticker/krul krijgt zorg voor succeservaringen! directe bekrachtiging: verbaal en sticker/krul afspreken waar je stickers/krullen voor in kunt wisselen (leerling hierin mee laten denken) beloningen regelmatig wisselen eventueel samenwerking met thuis duur: maximaal twee weken, daarna level omhoog duidelijke afspraken over de duur bij stoppen programma wel sociale bekrachtigers (complimenten) blijven geven
Doelen stellen: hoe doe je dat?
Niet willen/niet durven: Leerling medeverantwoordelijk maken Zelfreflectie Belonen Niet kunnen: Rubrics Beertjesmethode Stappenplannen
Rubrics
1
Taakgericht gedrag Onderuit gezakt op tijdens werkles (bijv. stoel, rekenen, taal, spelling) Om je heen kijken, Niets doen, beetje tekenen in schrift Taakgericht gedrag Zit onderuitgezakt, kijkt tijdens vrijere les ergens anders naar, (projectles, crea) doet nauwelijks iets dat met de les te maken heeft. Gestructureerd werken Gaat gelijk aan het werk aan een taak (eerst zonder na te denken. denken, dan doen) Kijkt het werk niet na maar levert het zo in.
Rubrics
Omgaan met een lastige opdracht
2 Af en toe een opdracht, nog wel onderuitgezakt op stoel, ongeveer de helft van het werk af
3 Rechtop zitten, benen nog wat wiebelend, ongeveer ¾ van het werk af
4
Goed op stoel zitten, op je werk gericht, niet om je heen kijken maar aan één stuk door werken. Al het werk is af. Zit onderuitgezakt, kijkt Wiebelt wat met benen, Is voortdurend bezig met regelmatig weg, is met doet meestal mee maar het werk, voelt zich tussenpozen ongeveer niet altijd, kijkt af en toe gemotiveerd om te de helft van de tijd met even weg. werken en levert goed de opdracht bezig. werk af. Bekijkt soms even wat Bekijkt kort wat er Bekijkt eerst per opdracht er gedaan moet gedaan moet worden, wat er gedaan moet worden, of kijkt het maar kijkt het worden, en na het maken werk soms terug, maar naderhand niet terug. of het werk goed gedaan meestal niet. Of andersom: begint is. Pas daarna verder met direct, maar kijkt nog de volgende taak. wel even terug. Als het niet lukt, word je Je wordt boos als het Je voelt je een beetje Je blijft rustig. Je probeert direct boos. Je krijgt het niet lukt en gaat om je boos, kijkt wat om je het nog een keer en als gevoel dat je je werk heen kijken. heen en vraagt om hulp. het dan nog niet lukt door wilt scheuren. Je probeert het niet zelf. vraag je om hulp.
In de groep: complimenten op proces en inspanning i.p.v. op product leerkracht als rolmodel
Aanpak mindset
focus op leren van fouten en blijven zien van individuele groei
Individueel: geitenpaadje
Individuele begeleiding mindset
•
Helpende gedachten
•
Werkboek mindset: www.hettalentenlab.nl
•
Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=HhxcFGuKOys
Didactische voorsprong > 1 jaar
Versnellen
Onderwijsaanbod in de groep is niet meer toereikend Sociale noodzaak Wat wil het kind?
Intelligentie kan op twee manieren ingezet worden: 1. Om een probleem op te lossen 2. Om een probleem te vermijden
Tot slot: bedenk altijd…
Het (hoog)begaafde kind zal meestal eerst strategie 2 uitproberen, omdat dit de minste inspanning kost. Pas wanneer strategie 2 meer inspanning gaat kosten dan strategie 1, zal de leerling uiteindelijk strategie 1 toe gaan passen.
Vragen??