7.4 Protocol meer- of hoogbegaafdheid De Zevenster
1
Status
Vastgesteld
Vastgesteld BG
2006
Instemming / advies GMR
2006
Expiratiedatum (herziening document)
2011
Protocol (hoog- of meer-)begaafdheid (Genoemde toetsen, formulieren kunt u vinden aan het eind van het protocol in de bijlagen) 1. Algemene begripsomschrijving 1.1 Wat is nu eigenlijk hoogbegaafd We spreken van hoogbegaafd als er bij het afnemen van een intelligentietest een score (IQ) boven de 130 gemeten wordt; dit gaat op voor ongeveer 2 tot 3 procent van de bevolking. Hoogbegaafdheid is aangeboren, vanaf het eerste begin reageren hoogbegaafden anders dan de gemiddelde mens op de dingen om hen heen. (bron: HIQ-site) 1.2Algemene kenmerken hoogbegaafdheid: • grote leergierigheid • veel energie • rijke woordenschat • goed geheugen • nadenken over zin van leven • ontwikkelen zich in cognitief opzicht veel sneller dan een gemiddeld kind van dezelfde leeftijd • kenmerken zich door de zeer intensieve manier waarop ze zich met iets bezighouden. • Zie ook HIQ site. (bijlage 1) 1.3 Begripsomschrijving voor het onderwijs: Een kind is hoogbegaafd wanneer het op school uitzonderlijke prestaties levert, ofwel in staat moet worden geacht om op school uitzonderlijke prestaties te leveren. Uitzonderlijk: • leerling scoort gemiddeld op alle leervakken bij de beste 10% (cito A nivo) • zeer hoog tempo van denken (en werken). • leerling leert snel nieuwe dingen aan, zonder veel behoefte aan instructie • weinig behoefte aan herhalings- en oefenstof • er is vaak sprake van een didactische voorsprong. 1.4 Begripsomschrijving meerbegaafde kinderen Er is een groep kinderen die erg goed presteren op school, maar waarbij de kenmerken van hoogbegaafdheid niet van toepassing zijn. Deze kinderen zijn meerbegaafd. Het kan zijn dat zij op één of meerdere gebieden hoog presterend zijn. Het is van belang ook deze kinderen op de gebieden waar zij hoog presteren voldoende worden uitgedaagd. Een meerbegaafde leerling kan vb. met een hoogbegaafde leerling meewerken met een rekenprogramma.
2
1.5 Begripsomschrijving onderpresteerders: Een onderpresteerder is een hoogbegaafd kind dat niet laat zien wat het kan. Een leerling kan: • onderpresteren onder zijn eigen niveau; dit is eerder regel dan uitzondering bij hoogbegaafde leerlingen; • onderpresteren onder het groepsniveau; bij demotivatie en een onvoldoende werkhouding die het gevolg zijn van een langdurig inadequaat lesaanbod. 1.6 Waarom extra maatregelen? Het reguliere onderwijsaanbod is afgestemd op de gemiddelde leerling en dus ontoereikend voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Naast de zorg die we geven aan de kinderen die zwak zijn in het leerproces willen wij ook zorg op maat geven aan de meer- en hoogbegaafde kinderen. 1.7 Contact met ouders Het is ook bij deze problematiek van groot belang, dat er een open contact met de ouders is. Zij kunnen van groot belang zijn in het aangeven van de signalen in de voorschoolse fase. Ook is het is belangrijk om de ouders van af het begin in de procedure te betrekken, zodat ze weten wat er gaat gebeuren. In de evaluaties kunnen ze een belangrijke rol spelen, omdat zij goed aan kunnen geven hoe het kind de school ervaart, of het zich veilig en geaccepteerd voelt. Voor meer informatie zie onze schoolgids.
2 Signalering 2.1 Algemeen De signalering kan plaatsvinden door de ouders en / of door de leerkracht. Dit kan op grond van gedrag of op grond van prestaties. Als een kind op een van onze scholen wordt aangemeld dan wordt er van de ouders verwacht dat zij een anamneseformulier invullen. Dit geeft een beeld van het functioneren van het kind in de voorschoolse periode. Op dit formulier is ook een aantal vragen opgenomen die in kaart moeten brengen of er sprake kan zijn van meer- of hoogbegaafdheid. Verder is het wenselijk dat de leerkracht van groep 1 een oudergesprek heeft om zo het beeld compleet te maken. Tot zover de procedure bij de aanmelding van kinderen in groep 1. Een kind dat al eerder op school heeft gezeten en pas later op een van onze scholen instroomt heeft waarschijnlijk al een heel dossier. Het is dan wel van belang om te kijken of de vorige school ook nauwkeurig heeft gekeken naar de signalering van meer- en hoogbegaafdheid. Mocht dit niet het geval zijn, dan is het wenselijk dit alsnog in kaart te brengen. 2.2 Procedure: 2.2.1 Signalering groep1/2 (actie groepsleerkracht) • Alle ouders vullen een anamneseformulier in over de ontwikkeling van hun kind. • Worden hierin signalen afgegeven die wijzen op hoogbegaafdheid dan worden de formulieren van deze kinderen doorgesproken met de interne begeleider en gaan we verder met de procedure van SiDi (Signalering en Diagnostisering van intelligente en hoogbegaafde kinderen) De procedure van SiDi bestaat uit vijf stappen. (bijlage 2) 1. Als een leerkracht het vermoeden heeft van meer- of hoogbegaafdheid dan is de eerste stap een verkennend gesprek a.h.v. formulier A.1.1. Verder groepssignalering
3
a.h.v. formulier A.1.2 en A.1.3. Het kan ook zijn dat het initiatief van de ouders uitgaat en dat daarna de formulieren A.1.1 – A.1.3 worden ingevuld. (bijlage 3,4 en 5) 2. Als tweede stap volgt het oudergesprek a.h.v. formulier A.2.1 en A.2.2. (bijlage 6 en 7) 3. Stap drie is het observatie van de leerling m.b.v. formulier A.3.1 en A.3.2. (bijlage 8 en 9, eventueel ook in te vullen door de ouders) Blijkt uit het oudergesprek en de observatie dat het kind mogelijk hoogbegaafd is, dan gaan we verder met stap 4 van het stappenplan van SiDi.
• •
4. Stap vier is het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens. (bijlage 10, 11 en 12) 5. Stap vijf is het maken van een goed plan van aanpak. (bijlage 13) We kunnen de toetsen, taal en ordenen, voor jongste en / of oudste kleuters vervroegd afnemen, gegevens verzamelen uit het aanbieden van het Gross Vormbord, menstekening en evt. bij verschil van mening tussen ouders en leerkracht een extern deskundige inschakelen. Naar aanleiding van de uitslag van de stappen 1, 2, 3 en 4 wordt voor dat een plan van aanpak gemaakt in overleg met de IB-er en de leerkracht en dit wordt doorgesproken met de ouders. (zie maatregelen)
2.2.2 Signalering groep 3 t/m 8 (actie groepsleerkracht) • Bij de leerkracht kunnen langs verschillende wegen signalen binnen komen, die er op wijzen dat een kind meer- of hoogbegaafd is: a gesprekken met vorige leerkrachten + leerlingendossiers b groepssignalering c schoolresultaten: De leerling scoort hoog op alle leervakken De leerling heeft weinig tot geen instructie nodig. De leerling stelt veel waarom vragen. De leerling heeft vaak verrassende oplossingen. d leerlingvolgsysteem: Uit het lvs blijkt dat het kind meestal hoog in de A scoort. e Uit gesprekken met de ouders. f Sociaal emotioneel: De leerling vertoont thuis of op school probleemgedrag. De leerling heeft vaak onverklaarbare lichamelijke klachten. De leerling vindt onvoldoende aansluiting bij de groep. • De leerkracht kan op verschillende manieren met deze signalen omgaan. In overleg met de IB-er kan gekozen worden voor: a invullen van een kenmerkenlijst (zie ook bijlage 1) b invullen van een observatielijst (zie Si-Bel) c doortoetsen met b.h.v. methode toetsen en/of lvs toetsen d gesprek met de ouders • N.a.v. de uitslag van bovenstaande kan er met de IB-er over verdere stappen worden doorgesproken.
4
2.2.3 Instromen van een andere school (actie groepsleerkracht) • Bij het binnen komen van een kind van een andere basisschool zal het, als verdere gegevens ontbreken en er vermoedens zijn van meer- of hoogbegaafdheid, eerst nodig zijn om een screening uit te voeren om zo de leerling goed in beeld te krijgen goed in (Zie formulier screening te vinden in de SiDi) • Het kan zinvol zijn alsnog een anamneseformulier in te vullen om zicht te krijgen op de voorschoolse periode. 2.2.4 Signalering onderpresteerders (actie groepsleerkracht) Welke signalen kunnen er op wijzen dat je te maken hebt met een onderpresteerder? Leerstof: • de leerling heeft kennis die nog niet in de groep is behandeld; • bij meer ingewikkelde vragen geeft de leerling vaak het goede antwoord; • interesse in moeilijker onderwerpen bij een werkstuk of spreekbeurt; • steeds minder goede resultaten, een neergaande lijn in de prestaties, bijv. de l.v.s.toetsen zakken van A naar C; • laag werktempo. Gedrag: • lastig en onaangepast gedrag/probleemgedrag; • voortdurend aandacht vragen; • slechte werkhouding • terugtrek gedrag Een gesprek met de ouders is erg belangrijk: • vaak is er een discrepantie tussen wat het kind thuis doet en wat het op school laat zien; • er kunnen signalen komen uit de vroege ontwikkeling, bijv. lezen met 4 jaar; • er kunnen broertjes of zusjes zijn die hoogbegaafd zijn. Mogelijkheden voor de leerkracht: • SiBel en SiDi (hierin zit een apart formulier voor onderpresteerders) • doortoetsen met l.v.s.-toetsen of methode-toetsen • uitdagende leerstof [bijv. werkstuk] of materiaal [bijv. moeilijke puzzel] aanbieden • gesprekje met leerling • gesprek met IB-er N.B. Het wil niet zeggen dat je hiermee 100% garantie hebt om die leerlingen eruit te pikken die hoogbegaafd zijn! Bij blijvende onzekerheid kan je contact zoeken met het G.P.C. of een andere specialistische instelling.
5
3. Diagnosticering (actie groepsleerkracht en IB-er) Vergeet ook in deze fase het contact met de ouders niet! Als blijkt uit ons leerlingvolgsysteem dat een leerling op meerdere onderdelen bij de A-plus leerlingen hoort gaan we deze leerling doortoetsen met behulp van ons leerlingvolgsysteem van Cito en de methode gebonden toetsen. Blijkt deze leerling vooruit te zijn vergeleken met de meeste leeftijdsgenoten zal er een handelingsplan opgesteld moeten worden om deze leerling goed onderwijs te kunnen bieden. Blijven er ook na doortoetsing grote vragen over, dan kan het in bijzondere gevallen voorkomen dat we de schoolbegeleidingsdienst inschakelen om verder onderzoek te verrichten. Dit in overleg met ouders en team. In de meeste gevallen zal dit gaan om een begaafdheidsonderzoek en eventueel daarbij een breder onderzoek op sociaal emotioneel gebied. In uitzonderlijke gevallen kan het zo zijn dat ouders rechtstreeks zich wenden tot andere instantie dan onze schoolbegeleidingsdienst. Dit is dan wel voor eigen rekening. Bijv: Universiteit van Nijmegen of een praktijk voor orthopedagogiek.
4. Maatregelen (actie groepsleerkracht en IB-er) Bij de maatregelen gaan we ervan uit dat bij alle stappen die we ondernemen voor de meer- en hoogbegaafde kinderen, de ouders erbij betrokken blijven en ook de eigen leerkracht. Het is van groot belang dat er maatregelen genomen worden. Als de school nalaat om dit te doen kunnen de gevolgen voor de hoog- of meerbegaafde leerling verstrekkend zijn. Er moet dus een aanpassing gedaan worden voor deze leerlingen. Er zijn verschillende mogelijkheden om de meer- en hoogbegaafde leerlingen tegemoet te komen: 1. Aanpassingen in de reguliere leerstof en dan: 2. Aanbieden van verbreding- en/of verdiepingsstof of: 3. Versnellen. Het is verstandig om per school een duidelijke keus te maken voor ‘verbreding en verdieping’ of voor ‘versnellen’. Dit omdat deze keus ook gevolgen heeft voor de verdere inrichting van het onderwijs. 4.1 Aanpassingen in de reguliere leerstof: Het is nu duidelijk dat het kind niet de leerstof in het gewone tempo met de klas mee hoeft te doen. Maatregelen: Mogelijkheden zijn: Groep 1-2: • • •
werken met hetzelfde materiaal maar dan met moeilijker opdrachten; werken met handelingswijzers; werken met verdiepingsmateriaal.
Groep 3-8:
6
• • • • •
Alleen de instaptoetsen laten maken, en dan gericht laten oefenen Alleen de eindtoetsen laten maken Stof minimaliseren, geen onnodige herhaling- en oefenstof Instructie niet meedoen Met handelingswijzers laten werken.
4.2 Aanbieden van verbreding- en/of verdiepingsstof: Het team neemt over de betreffende leerling een besluit over het te volgen traject. (verbreding of verdieping, etc.) De leerkracht biedt de leerling, die nu tijd over heeft, extra leerstof aan. Dit in de lijn van de afspraken die op teamnivo zijn gemaakt. Een plan m.b.t. de extra leerstof wordt gemaakt door de leerkracht in overleg met de IB-er. De aangeboden leerstof hangt sterk af van de kwaliteiten van de leerling. Bij de een spelen we in op gebieden die nog niet goed ontwikkeld zijn en bij de ander kijken we veel meer naar persoonlijke interesse. De leerstof hoeft nu niet meer gerelateerd te zijn aan de reguliere vakken Mogelijkheden zijn: - Vanaf het allereerste begin moet de aanbieding gestructureerd verlopen. Precies aangeven wanneer er met de extra stof gewerkt mag worden en hoelang. - wellicht heeft de leerling in het begin extra instructie nodig. Dit kan door de leerkracht of de IB-er worden gegeven. - Meteen vanaf het allereerste begin laten merken dat ook dit werk gecontroleerd en gewaardeerd wordt. - De extra leerstof aangeven op het rapport zodat de leerling weet dat ook dit werk een serieuze zaak is. - Op een persoonlijke formulier van de leerling aangeven wat voor extra stof er aangeboden is en dit formulier bij de klassenoverdracht geven aan de volgende leerkracht. - Het heeft de voorkeur om deze kinderen in het eigen lokaal te laten werken. Soms kan het nodig zijn de leerling buiten het lokaal te laten werken, zorg ervoor dat het geen uitzonderingspositie wordt waar de leerling of de groep moeite mee krijgt. - Het zou fijn zijn als op elke school een lijst aanwezig is van de materialen waarmee de meer- en hoogbegaafde leerlingen aan het werk kunnen.
4.3 Versnellen: Als we verwachten, dat ook na verbredings- of verdiepingsstof-aanbieding de leerling problemen begint te krijgen met motivatie, welbevinden o.i.d. dan kunnen we overgaan tot versnellen. Dit kan al vanaf groep 1. Altijd gebeurt dit in goed overleg met ouders, leerkracht, IB-er en leerling. Als blijkt uit gedegen diagnose dat een leerling qua kennis kan versnellen en er ook geen problemen worden verwacht bij het vinden van een goede aansluiting binnen de nieuwe groep, kan worden besloten een versnelling in te zetten. Het moment van versnellen is per leerling en situatie verschillend, maar het meest wenselijk is toch wel een leerling te laten versnellen in groep 1, 2 of 3. Bij voorkeur laten we de versnelling in gaan aansluitend op een vakantie. (liefst kerst- of zomervakantie) Het heeft onze voorkeur niet vaker dan één keer te versnellen, heeft een leerling geen uitdaging meer in groep 8, zelfs na een versnelling dan moeten we gaan kijken wat de mogelijkheden zijn om stof van het voortgezet onderwijs naar voren te halen, zodat dat binnen groep 8 gedaan kan worden.
7
Helaas laat de aansluiting door het voortgezet onderwijs hierop te wensen over. Natuurlijk is het ook heel goed mogelijk om een losse cursus aan te bieden, vb. Spaans. (even heel iets anders!) Ook na de versnelling blijft van groot belang dat we inspelen op de aanpassingen binnen de leerstof of de aanbieding van verbredings- en verdiepingsstof. Telkens blijft het welbevinden van de leerling voorop staan. Tijdens onze sociaal-emotionele controle is het van belang hier goed op letten. Komen wij als schoolteam er niet uit, dan schakelen we in eerste instantie de schoolbegeleidingsdienst in, na overleg met de ouders. Wellicht geven zij het advies om een extern bureau in te schakelen. 5. Sociaal- emotionele ontwikkeling (actie groepsleerkracht) De signalering van de problemen gebeurt met behulp van: • de sociaal-emotionele ontwikkelingslijst • zelfbeeldvragenlijst die wordt afgenomen bij de leerlingen door leerkracht/deskundige • Door oplettendheid/meeleven van de leerkracht; • Door gesprek met de ouders/leerling; In overleg met IB-er en groepsleerkracht worden de problemen besproken. Hoe pakken we deze problemen aan? • veiligheid bieden door leerkracht; • zelf hulp geven in de klas; • irt inschakelen; • inschakelen GPC; • inschakelen van deskundige hulp [Riagg, Gliagg] • s.v.t. [sociale vaardigheidstraining] • er is een speciale s.v.t. voor hoogbegaafde kinderen verkrijgbaar via GIDS en deze wordt regionaal gegeven 6. Evaluatie maatregelen: (actie groepsleerkracht) Evaluatie: •
• • •
1x per week door leerkracht + betreffende leerling vanaf het moment dat hij/zij zelfstandig kan werken: 1. Wat heb je gadaan? 2. Zijn je doelstellingen gehaald? 3. was het niveau van de leerstof goed gekozen? 4. zijn er problemen of knelpunten? 5. Wat doe je volgende week? Zorg voor regelmatig contact met de ouders; Regelmatig contact met IB-er; Tijdens zorgvergadering kan de leerkracht of de IB-er verslag doen.
7. Meerbegaafdheid (actie groepsleerkracht en IB-er) Er zijn ook leerlingen die niet hoogbegaafd zijn, maar wel voor één of meerdere vakken meerbegaafd. Deze leerlingen scoren bij deze vakken niet alleen hoog in hun dagelijks werk, maar
8
ook bij de toetsen scoren zij in de A. Zij hebben meestal weinig instructie nodig. Ook voor deze leerlingen zou de bovenstaande procedure gevolgd kunnen worden. Waarschijnlijk zal voor hen versnellen niet zo gauw in beeld komen. Maar deze kinderen willen wij eveneens zorg op maat geven. Zij kunnen ook gebruik maken van het verbredings -en verdiepingsmateriaal dat uitgezocht is voor hoogbegaafden. En ook voor deze leerlingen willen we regelmatig contact tussen groepsleerkracht en IB-er. Verder zullen alle maatregelen bijgehouden worden in het leerling-dossier. 8. Beleid (actie IB-er) • • • • •
Afspraken ten aanzien van individuele leerlingen worden vastgelegd in het leerlingdossier. Het beleid t.a.v. hoog- of meerbegaafden is vastgelegd in het protocol. De IB-er begeleidt de groepsleerkracht en evt. de leerling. De IB-er verzorgt, samen met de leerkracht van groep 8, de contacten met het voortgezet onderwijs betreffende hoog- of meerbegaafde leerlingen. In de schoolgids staat een verwijzing naar het protocol.
9
BIJLAGEN ALGEMEEN ANAMNESEFORMULIER VIERJARIGEN …NAAM SCHOOL… naam adres postcode woonplaats telefoonnummer
: : : : :
naam huisarts tel. huisarts tel. noodgevallen
: : :
geboortedatum : geslacht plaats in kinderrij
: m/v : …e van de … kinderen
datum
:
handtekening
:
Beste ouders, Hieronder vindt u een vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit de volgende onderdelen: A. B. C. D. E.
motorische ontwikkeling en lichaamskenmerken zintuiglijke ontwikkeling taalontwikkeling sociale ontwikkeling typeringen
Wij zouden het op prijs stellen al u de vragenlijst zo volledig mogelijk in wilt vullen. Voor ons als school is deze informatie erg belangrijk om goed aan te kunnen sluiten bij de ontwikkeling van uw kind. Ook kunnen we op deze manier uw kind beter begeleiden als er eventueel problemen of aandachtspunten zijn in zijn of haar ontwikkeling. Het kan zijn dat u bepaalde gegevens niet in dit formulier kwijt kunt. Aan het einde van elk onderdeel en aan het einde van de vragenlijst is er gelegenheid om aanvullende informatie door te geven. Het is een uitgebreide vragenlijst. Mocht u het moeilijk vinden om op bepaalde vragen antwoord te geven, dan kunt u dit ook samen met de leerkracht van groep 1 doen. Hartelijk dank voor uw medewerking. Het team van …
A. motorische ontwikkeling en lichaamskenmerken geboorte
: a. thuis
b. ziekenhuis
10
complicaties motorische ontwikkeling kruipen staan lopen motoriek hinkelen huppelen
: a. niet b. wel, nl: : a. langzaam b. gewoon c. snel : a. niet b. weinig c. veel : … maanden : met steun … maanden, zonder steun … maanden : a. soepel b. houterig c. krampachtig : a. niet b. wel c. onbekend : a. niet b. wel c. onbekend
opmerkingen:
gezondheid slaapbehoefte allergisch botbreuken hoofdpijn buikpijn zindelijk kinderziekten familiare ziekten
: a. vaak ziek : a. weinig : a. onbekend : a. niet : a. niet : a. niet : vanaf … jaar : :
b. redelijk b. gewoon b. niet b. wel nl. b. weinig b. weinig
c. gewoon c. veel c. wel
d. goed gezond d. … uur nl.:
c. vaak c. vaak
opmerkingen:
B. zintuiglijke ontwikkeling gezichtsvermogen kleuren benoemen vormen herkennen kleurenblind dyslexie
: a. brildragend b. goed : a. niet b. weinig : a. circel b. vierkant : a. nee b. ja : a. nee b. ja
c. lui oog d. anders nl.: c. basiskleuren d. meer kleuren c. driehoek d. onbekend c. zit in familie c. zit in familie
: a. zwak : a. zwak : a. nooit : a. niet : a. klein : a. mager : a. slap : a. rechts
c. goed c. goed c. vaak c. geregeld c. lang c. dik c. stevig c. wisselend
opmerkingen:
gehoor verschillen horen oorontsteking buisjes lichaamsbouw houding voorkeurshand
b. redelijk b. redelijk b. soms b. wel b. gemiddeld b. gemiddeld b. gewoon b. links
opmerkingen:
11
C. taalontwikkeling codering
: 0. 1. 2. 3.
helemaal niet van toepassing een beetje of soms van toepassing duidelijk ( vaak ) van toepassing ruimte om een toelichting te geven
begon vroeg met brabbelen begon vroeg met praten was heel laat met praten heeft brabbelfase overgeslagen spreken bestaat nu uit brabbeltaal spreken bestaat uit logische zinnetjes spreken is duidelijk verstaanbaar kan een gebeurtenis goed navertellen vertelt gauw iets uit zichzelf heeft veel aansporing nodig om te vertellen heeft een grote woordenschat kent aanduidingbegrippen (toen, straks, nu) kent plaatsbegrippen (boven, onder, achter) kent tijdsbegrippen (gisteren, vandaag, morgen) kent vormbegrippen (cirkel, vierkant) kent de letters kan al lezen kan al schrijven
:0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
:0 1 2 3 :0 :0 :0 :0 :0 :0
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3
opmerkingen:
D. sociale ontwikkeling wil graag contact met kinderen wil graag contact met volwassenen geeft zich gemakkelijk, is spontaan kijkt eerst de kat uit de boom kan zich makkelijk aanpassen kan goed met andere kinderen spelen kan zichzelf lang bezighouden opmerkingen:
mijn zoon/dochter is: koppig spontaan impulsief driftig bang overbeweeglijk geneigd tot namokken afleidbaar wisselend van stemming
:0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0
12
gehoorzaam gespannen/nerveus leergierig heeft een goed geheugen groot rechtvaardigheidsgevoel verantwoordelijkheidsgevoel perfectionistisch faalangstig een echte doorzetter
:0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0 :0
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3
opmerkingen:
E. typeringen Kies wat u vooral van toepassing vindt bij uw zoon/dochter: a. zelfredzaam
b. niet zelfredzaam
a. zelfstandig a. rustig van aard a. vrijmoedig a. dominant a. geduldig a. volhardend a. onvermoeibaar a.reageert laconiek a. veel aandacht a. rijke fantasie a. voorzichtig a. initiatiefnemer a. angstig a. vrolijk a. grote concentratie
b. onzelfstandig c. er tussen in d. b. druk van aard c. er tussen in d. b. verlegen c. er tussen in d. b. volgzaam c. er tussen in b. ongeduldig c. er tussen in b. geeft het snel op c. er tussen in d. b. snel vermoeid c. er tussen in b. geïrriteerd c. er tussen in b. weinig aandacht c. er tussen in d. b. fantasieloos c. er tussen in b. onvoorzichtig c. er tussen in b. kijkt kat uit de boom c. er tussen in d. b. overmoedig c. er tussen in d. b. ernstig c. er tussen in d. b. snel afgeleidt c. er tussen in d.
c. er tussen in
d.
d. d. d. d. d. d.
opmerkingen:
Hartelijk bedankt voor het invullen van deze vragenlijst!
13
SIGNALEN M.B.T. HOOGBEGAAFDHEID N.A.V. ANAMNESEFORMULIER De volgende punten uit het anamneseformulier zijn belangrijk als het gaat om het signaleren van hoogbegaafdheid:
A. motorische ontwikkeling kruipen staan lopen slaapbehoefte hoofdpijn buikpijn
: overslaan van de kruipfase : heel laat of juist vroeg zijn met staan : laat of vroeg zijn met lopen : weinig slaap nodig hebben : veel klachten : veel klachten
B. zintuiglijke ontwikkeling geen directe aanwijzingen
C. taalontwikkeling brabbelen praten navertellen woordenschat begrippen letters lezen schrijven
: vroeg beginnen of juist overslaan van deze fase : vroeg beginnen of meteen redelijk goede zinnen maken : goed samenhangend : groot : veel : al kunnen benoemen : zelf geleerd : zelf geleerd
D. sociale ontwikkeling volwassenen, veel contacten met ouderen of oudere kinderen overbeweeglijk leergierig geheugen rechtvaardigheidsgevoel verantwoordelijkheidsgevoel perfectionisme faalangstig
E. typeringen concentratie Voor een meer uitgebreide lijst met kenmerken van hoogbegaafden kan je altijd kijken op de site van HIQ. Als er signalen zijn van meer- of hoogbegaafdheid, volg dan het protocol voor meer- of hoogbegaafde kinderen.
14
Het in beeld brengen van de ontwikkeling van kleuters A.1.1. Het verkennend gesprek
Formulier
Bij of na aanmelding te gebruiken door directeur /adjunct-directeur, de leerkracht, of de ib’er. Dit is een eerste inschatting, geen vaststelling.
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Aanwezigen bij gesprek:
1. Is er bij uw kind sprake van een
Normale ontwikkeling
ja/nee*
Vertraagde ontwikkeling
ja/nee*
Versnelde ontwikkeling
ja/nee*
2. Waaruit blijkt de versnelde ontwikkeling volgens u?
Leren praten
Woordenschat
Omgaan met letters en lezen
Omgaan met hoeveelheden en getallen
Geheugen
Rollen, kruipen, lopen, fietsen, klimmen
Spelen/ omgaan met andere kinderen
Omgaan met speelgoed
Knutselen, tekenen, schilderen
Puzzelen
3. Is uw kind naar de peuterspeelzaal of kinderdagverblijf geweest en hoe is dat verlopen?
15
Conclusie naar aanleiding van dit verkennend gesprek Inschatting van een versnelde ontwikkeling
ja/nee*
Ontwikkelingsvoorsprong op bepaald gebied
ja/nee*
Oudergesprek gewenst
ja/nee*
Opmerkingen:
*)invullen wat van toepassing is
U kunt deze gegevens doorgeven aan de groepsleerkracht
16
Omgangs- aspecten
Werk-houdingsaspecten
Groepssignalering ontwikkelingsvoorsprong in groep 1 t/m 3
Formulier A.1.2.
17. Is een doorzetter
16. Is taakgericht
15. Is zelfstandig
14. Komt op voor zichzelf
13. Is empathisch 12. Is opgenomen in de groep
Zelfbeeldaspecten
11. Heeft positief beeld eigen mogelijkheden 10. Heeft zelfvertrouwen
9. Sterke concentratie 8. Is nieuwsgierig, stelt vragen 7. Heeft scherp opmerkingsvermogen
Leeraspecten
6. Heeft sterk geheugen
5. Is verder met tellen
4. Heeft rijke fantasie 3. Adequaat woordgebruik 2. Ruime woordenschat
1. Logisch denken
17
Datum:
Leerkracht:
Signalering ontwikkelingsvoorsprong
……………………………… Groep: ……………………………… Geef aan met: Is niet aanwezig
Twijfelachtig
Is aanwezig
?
zicht op
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Onvoldoende
1
Groepsoverzicht
………………………………
18
Registratie van het groepsoverzicht
Formulier
A.1.3.
U hebt het groepsoverzicht op Formulier A.1.2. ingevuld. U kunt op dit Formulier aangeven met welke kinderen u het vervolgtraject in gaat.
Groep
Groepsleerkracht
Het ruwe overzicht U vult de aantallen in. Dat geldt voor alle kinderen die een score op het overzicht hebben gekregen, dus niet alleen diegenen die een ingevuld vlakje hebben, maar ook diegenen die een vraagteken of een diagonaal streepje hebben gekregen.
Hoeveel kinderen hebt u in de groep?……………………………………………………………………..….….. Hoeveel kinderen hebben een score op onderdeel leeraspecten?………………………………….….…… Hoeveel kinderen hebben een score op zelfbeeldaspecten?……………………………………………..…. Hoeveel kinderen hebben een score op omgangsaspecten?……………………………………………..….. Hoeveel kinderen hebben een score op werkhoudingsaspecten?………………………………………..….
Het uitgewerkte overzicht Hier vult u de namen van de betreffende kinderen in waar het om gaat.
Welke kinderen hebben een ‘is aanwezig score’ op leeraspecten? ……………………………………………………………………………………………………………………………..
19
Welke kinderen hebben een ‘twijfelachtig score’ op leeraspecten? ……………………………………………………………………………………………………………………………..
Welke kinderen hebben een ‘onvoldoende zicht op score’ op leeraspecten? ……………………………………………………………………………………………………………………………..
Conclusie op basis van groepsonderzoek Welke kinderen komen op basis van deze gegevens in aanmerking voor het vervolgtraject, stap 2?
20
Het oudergesprek van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Formulier
A.2.1.
Oudervragenlijst Het gesprek wordt gevoerd door de groepsleerkracht, eventueel in aanwezigheid van de ib’er. Neemt u de tijd voor dit gesprek en zorgt u voor een rustige omgeving. U kunt aan het begin van het gesprek samen nagaan wat de eigenlijke onderzoeksvraag is. Voor verdere informatie, zie Bijlage 1. U vraagt de ouders over het niveau van hun kind, niet rechtstreeks aan de hand van de vragen, maar in een open spontaan gesprek. Het gaat om een indicatie van een ontwikkelingsvoorsprong, niet om de vaststelling ervan. Stelt u open vragen en vraag naar voorbeelden, waaruit een eventuele ontwikkelingsvoorsprong blijkt. Na afloop van het gesprek vult u Formulier A.2.2. in.
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Naam leerkracht: Aanwezigen bij gesprek: Wat is de hulpvraag:
Onderdelen Taalvaardigheden Aandachtspunten. •
Een taalgebruik boven leeftijdsniveau
•
Houdt van boeken, woordspelletjes en verhalen
•
Heeft ruime woordenschat
•
Heeft zichzelf leren lezen
21
Rekenvaardigheden/Ruimtelijk inzicht Aandachtspunten •
Heeft zichzelf leren tellen
•
Heeft zichzelf leren rekenen
•
Wil weten hoe het werkt
•
Houdt van puzzels, lego, constructiemateriaal
•
Houdt van rekenspelletjes, telspelletjes, aftelversjes
Overige intellectuele vaardigheden Aandachtspunten •
Een sterk geheugen
•
Een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein
•
Is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert
•
Logisch denken, ziet relaties, verbanden, grotere patronen
•
Bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen
•
Is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt
•
Kan aandachtig luisteren
•
Heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen
•
Houdt van memory en puzzels, waarbij je iets moet onthouden
•
Sterke concentratie
•
Oorspronkelijke humor
22
Tekenvaardigheden/spelvaardigheden Aandachtspunten •
Tekent beter dan je volgens de leeftijd zou verwachten
•
Houdt van tekeningen, illustraties
•
Speelt op een creatieve wijze met speelgoed
•
Speelt graag met speelgoed
•
Heeft één favoriet speelgoed
Taakgerichte vaardigheden Aandachtspunten •
Werkt netjes en precies
•
Werkt snel
•
Is zelfstandig
•
Onafhankelijk, kan alleen spelen en werken
•
Verveelt zich bijna nooit
Een hoge score op onderstaande gegevens duidt niet op een grote ontwikkelingsvoorsprong op cognitief terrein. Het komt voor dat kinderen met een grote ontwikkelingsvoorsprong op cognitief en intellectueel terrein een zwakke ontwikkeling hebben op bijvoorbeeld het motorische vlak. Onderstaande punten geven echter wel informatie over het ‘totale’ kind, vandaar dat deze items er in een ander lettertype bij vermeld staan. Motorische vaardigheden Aandachtspunten •
Houdt van rennen, stoeien en sporten
•
Is handig met knutselen, plakken en knippen
•
Moet vaak even iets ‘vasthouden’
23
Sociaal-emotionele vaardigheden Aandachtspunten •
Is betrokken, neemt initiatieven
•
Is gevoelig, empathisch, zorgzaam
•
Speelt veel met anderen
•
Gaat leuk met andere kinderen om
•
Toont zelfvertrouwen
•
Uit zich goed (wat er in hem omgaat)
•
Is niet gauw van slag
•
Heeft leidersrol bij het spelen
•
Zoekt contact met oudere kinderen
•
Speelt graag alleen
•
Heeft realistisch beeld van eigen mogelijkheden
24
Indicatie uit gesprek met ouders
Formulier A.2.2.
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Naam leerkracht:
Hieronder kunt u in uw eigen woorden de gegevens van de ouders noteren. Het gaat om een indicatie van een ontwikkelingsvoorsprong, niet om de vaststelling ervan.
Taalvaardigheid Rekenvaardigheid Overige intelligente vaardigheden Tekenvaardigheden Taakgerichte vaardigheden
Motorische vaardigheden
Sociaal-emotionele vaardigheden
25
Conclusie
Vermoeden van een grote ontwikkelingsvoorsprong
Is er sprake van een voorsprong op een bepaald gebied,
ja / nee*
Ja / nee*
bijvoorbeeld de taalontwikkeling?
Op welk gebied(en) is er sprake van een voorsprong? Opmerkingen
*) invullen wat van toepassing is
26
De leerkracht-observatielijst
Formulier
A.3.1.
Observatie van de leerling Na het oudergesprek invullen. Voor verdere informatie, zie Bijlage 2. Op grond van uw observaties tracht u onderstaande checklist in te vullen. Na het invullen kunt u de gekleurde rondjes verbinden met een lijn. U ziet dan in één oogopslag wat de sterke en minder sterke punten van de leerling zijn.
Na de observatie vult u Formulier A.3.2. in. Toelichting: vul het rondje in. Z G S ZS
= = = =
zwak gemiddeld sterk zeer sterk
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Naam leerkracht: Observatiemaand:
27
Taalvaardigheden
Z
G
S
ZS
1. Een taalgebruik boven leeftijdsniveau
0
0
0
0
Opbouw in een verhaal, begin, midden, eind
0
0
0
0
Gebruikt samengestelde zinnen
0
0
0
0
Gebruikt bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
0
0
0
0
Gebruikt directe en indirecte rede
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2. Houdt van boeken, woordspelletjes en verhalen
3. Heeft ruime woordenschat
4. Heeft zichzelf leren lezen
0
0
0
0
Rekenvaardigheden/Ruimtelijk inzicht
Z
G
S
ZS
0
0
0
5. Heeft zichzelf leren tellen
6. Heeft zichzelf leren rekenen
0
0
0
0
5. Wil weten hoe het werkt
0
0
0
0
6. Houdt van puzzels, lego, constructiemateriaal
0
0
0
0
7. Houdt van rekenspelletjes, telspelletjes, aftelversjes 0
0
0
0
0
0
28
Overige intelligente vaardigheden
Z
G
S
ZS
8. Een sterk geheugen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13. Is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt
0
0
0
0
14. Kan aandachtig luisteren
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
17. Sterke concentratie
0
0
0
0
18. Oorspronkelijke humor
0
0
0
0
9. Een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein
10. Is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert
11. Logisch denken, ziet relaties, verbanden, grotere patronen
12. Bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen
15. Heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen
16. Houdt van memory en puzzels, waarbij je iets moet onthouden
29
30
Tekenvaardigheden
Z
G
S
ZS
0
0
0
0
20. Houdt van tekeningen, illustraties
0
0
0
0
21. Speelt op een creatieve wijze met speelgoed
0
0
0
0
Taakgerichte vaardigheden
Z
G
S
ZS
22. Werkt netjes en precies
0
0
0
0
23. Werkt snel
0
0
0
0
24. Is zelfstandig
0
0
0
0
25. Onafhankelijk, kan alleen spelen en werken
0
0
0
0
26. Verveelt zich bijna nooit
0
0
0
0
27. Zet zich in om het goed te doen
0
0
0
0
19. Tekent beter dan je volgens de leeftijd zou verwachten
31
Motorische vaardigheden
Z
G
S
ZS
28. Houdt van rennen, stoeien en sporten
0
0
0
0
29. Is handig met knutselen, plakken en knippen
0
0
0
0
30. Beweegt veel
0
0
0
0
31. Moet vaak even iets ‘vasthouden’
0
0
0
0
Sociaal-emotionele vaardigheden
Z
G
S
ZS
32. Is betrokken, neemt initiatieven
0
0
0
0
33. Is gevoelig, empathisch, zorgzaam
0
0
0
0
34. Speelt veel met anderen
0
0
0
0
35. Gaat leuk met andere kinderen om
0
0
0
0
36. Toont zelfvertrouwen
0
0
0
0
37. Uit zich goed (wat er in hem omgaat)
0
0
0
0
38. Is niet gauw van slag
0
0
0
0
39. Heeft leidersrol bij het spelen
0
0
0
0
40. Zoekt contact met oudere kinderen
0
0
0
0
41. Speelt graag alleen
0
0
0
0
42. Heeft realistisch beeld van eigen mogelijkheden
0
0
0
0
32
Resultaten observatie door de leerkracht
Formulier A.3.2.
Indicatie op basis van observatie
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Naam leerkracht: Observatiemaand:
Scores Scoort op taalvaardigheid
zwak / gemiddeld / sterk / zeer sterk*
Scoort op rekenvaardigheid
zwak / gemiddeld / sterk / zeer sterk*
Scoort op overige intelligente vaardigheden
zwak / gemiddeld / sterk / zeer
sterk* Scoort op tekenvaardigheden
zwak / gemiddeld / sterk / zeer
sterk* Scoort op taakgerichte vaardigheden
zwak / gemiddeld / sterk / zeer
sterk*
Scoort op motorische vaardigheden
zwak / gemiddeld / sterk / zeer
sterk* Scoort op sociaal-emotionele vaardigheden
zwak / gemiddeld / sterk / zeer
sterk*
33
Conclusie Vermoeden van een sterke ontwikkelingsvoorsprong
ja /
nee*
Is er sprake van een voorsprong op een bepaald gebied,
Ja / nee*
bijvoorbeeld de taalontwikkeling
Zo ja, op welk gebied(en) is er sprake van een voorsprong:
Op welke gebied(en) is er geen sprake van een voorsprong:
Vergelijking met het beeld uit het ouderformulier A.2.2. is
positief / negatief*
*) Invullen wat van toepassing is.
34
stand van zaken en vervolgtraject
Formulier
A.4.1.
U legt vast wat al gebeurd is en maakt een plan voor de vervolgstappen. Invullen door de leerkracht en/of ib 'er.
Naam leerling: Geboortedatum:
Groep:
Didactische leeftijd:
Invuldatum: Naam leerkracht: Aanwezigen bij gesprek:
Terugblik Signalering
Verkennend gesprek
ja, op ………………….…(datum)
Groepsobservatielijst
ja, op …………………….(datum)
Op initiatief van ouders
ja, op …………………….(datum)
Diagnose
Oudergesprek
ja, op ………………….…(datum)
Observatie
ja, in ………..…………...(maand)
Verslag met ouders besproken
ja, op …………..………..(datum)
Gesprek met ib’er, en /of team
ja, op …………..………..(datum)
Vervolgtraject opties
Toetsgegevens kleuters
ja/nee*
Formulier A.4.2. Zie Bijlage 3
Toetsgegevens uit groep 3
ja/nee*
Formulier A.4.2. Zie Bijlage 8
Gross Vormbord
ja/nee*
Formulier A.4.3. Zie Bijlage 4 35
Schobl-R lijst
ja/nee*
Formulier A.4.3. Zie Bijlage 5
Menstekening
ja/nee*
Formulier A.4.3. Zie Bijlage 6
SI-BeL onderzoek
ja/nee*
Zie Bijlage 7 of de SI-BeL map
Plan van aanpak opstellen
ja/nee*
Formulier A.5.
Extern deskundige
ja/nee*
*)invullen wat van toepassing is
1. Wie wordt gevraagd?
2. Wanneer?
3. Hulpvraag
4. Kosten
5. Wie regelt aanvraag?
Opmerkingen
Toetsgegevens van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Formulier
A.4.2.
36
Over het systeem van doortoetsen vindt u meer informatie in Bijlage 3. U kunt dit invullen als extra indicatie voor een hoge begaafdheid. A
= Achterstand ten opzicht van de leeftijd.
L
= Overeenkomstig de leeftijd.
V
= Voorsprong ten opzicht van de leeftijd.
U kunt doortoetsen tot het beheersingsniveau is bereikt.
Naam leerling: Geboortedatum:
Didactische leeftijd:
Invuldatum: Naam leerkracht:
Ontwikkeling van functies (functieontwikkeling) A
L
V
Visuele discriminatie
0
0
0
Visuele synthese / visueel geheugen
0
0
0
Auditieve discriminatie
0
0
0
Auditieve synthese
0
0
0
Ruimtelijke oriëntatie
0
0
0
Classificeren
0
0
0
Ordenen
0
0
0
Tellen
0
0
0
Grove motoriek
0
0
0
Fijne motoriek
0
0
0
37
Score in kleutertoetsen
A
L
V
Did. Lft. Equiv.
(DLE) Ordenen
CITO
0
0
0
_____________________
Ruimte en tijd
CITO
0
0
0
_____________________
Taal voor kleuters
CITO
0
0
0
_____________________
Lezen met begrip
CITO
0
0
0
_____________________
Woordenschattest groep 1 Eduforce
0
0
0
_____________________
LVS 1-2 Functie- en SEO ontwikkeling
0
0
0
_____________________
Eduforce
Score in toetsen vervolg Deze toetsen zijn bedoeld voor leerlingen vanaf groep 3. Deze toetsen zijn echter ook geschikt voor leerlingen met een grote ontwikkelingsvoorsprong in groep 2. A
L
V
Did. Lft. Equiv. (DLE)
0
0
0
_____________________
0
0
0
0
0
0
_____________________
Eduforce
0
0
0
0
0
0
_____________________
0
0
0
_____________________
0
0
0
_____________________
0
0
0
_____________________
0
0
0
_____________________
Lezen: Methodegebonden toetsen Drie-minuten-leestoets
CITO
_____________________ AVI leeskaarten DLE-test Lezen _____________________ DLE-test Begrijpend Lezen
Eduforce
Tempo-testen Lezen Swets & Zeitlinger
Spelling: Spellingstoetsen
CITO
PI-dictee DLE-test Spellen
Eduforce
38
Rekenen: Methodegebonden toetsen
0
0
0
_____________________
Rekenen en Wiskunde CITO
0
0
0
_____________________
DLE test Rekenen/Wiskunde Eduforce
0
0
0
_____________________
Eduforce
0
0
0
0
0
_____________________
DLE test Hoofdrekenen _____________________
Tempo-test Rekenen Swets & Zeitlinger
0
Conclusie en advies
Plan van aanpak opstellen
ja/nee* * )Invullen wat van toepassing is
Gegevens over Gross Vormbord, Schobl-R lijst en Menstekening
Formulier A.4.3.
Deze gegevens kunt u hieronder invullen. Zie Bijlage 4, 5 en 6.
Naam leerling: Geboortedatum: Invuldatum: Naam leerkracht: Aanwezigen bij gesprek:
Grossvormbord Tijd
Eerste poging
_______
Fouten
Score
_______
_______
39
Observatiegegevens ______________________________________________________
Tweede poging
_______
_______
_______
Observatiegegevens ______________________________________________________
Derde poging
_______
_______
______
Observatiegegevens ______________________________________________________
Bijzonderheden
Schobl-R lijst Normscore op de vier hoofdschalen
A score
B score
Totaal score
Extraversie
______________
______________
______________
Werkhouding
____________
____________
____________
Aangenaam gedrag ____________
____________
____________
Emotionele stabiliteit ____________
____________
____________
Opvallende scores op de subschalen
40
Menstekening
Punten
Tekenleeftijd
2
3
6
4
10
5
14
6
18
7
22
8
26
9
30
10
34
11
38
12
42
13
Potloodhantering
Voorkeurshand
Bijzonderheden
41
Plan van aanpak
Groep 1 – 2 – 3
Formulier A.5.
Naam leerling:
Geboortedatum:
Didactische leeftijd:
Invuldatum:
Groep:
Naam leerkracht:
Periode van plan van aanpak:
Opgesteld door:
Vraagstelling
Welk onderzoek(en) heeft/hebben plaatsgevonden
Signaleringsfase
Verkennend gesprek
Groepsoverzicht
Op initiatief van ouders
Diagnosefase
Oudergesprek, eventueel aangevuld met gegevens van de Peuterspeelzaal
Observatie
Toetsen groep 1 - 2
Toetsen groep 3
Gross Vormbord
Schobl-R lijst
Menstekening
SI-BeL onderzoek 42
Extern onderzoek door
Andere onderzoeken
Doel(en) van dit plan van aanpak
Werkwijze/activiteiten
Middelen/materialen
Personen
Opmerkingen Evaluatiedatum Volgende afspraak
Ondertekend op
(datum),
door
(school) (ouders)
43