ZORGPROBLEMATIEK:
HOOGBEGAAFDHEID
Antoinette van Beers, Meike Gooijer en Valerie Maas
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Taakverdeling / Plan van aanpak. Schriftelijke bijdrage Interview Voorbereiding presentatie Gezamenlijke eindevaluatie proces en product Geraadpleegde bronnen
Pagina 2 Pagina 3 Pagina 7 Pagina 11 Pagina 12 Pagina 13 1
Zorgproblematiek
Onderwerp/ stoornis: Hoogbegaafdheid Groepsleden: Antoinette van Beers, Meike Gooijer en Valerie Maas Voorzitter: Valerie Maas Doelgroep: Leerlingen uit de klas Interview met: Silvie Hurkmans Presentatie op: 14 mei 2013
wanneer activiteit/ taak
wie
plaats
Week 14
Bronnen verzamelen
allemaal
Dinsdag 9 april Week 15 Week 16 Week 17 + 18 Week 19
Zie week 14 en taakverdeling/ planning maken Bronnen verzamelen Kenmerken Bronnen verzamelen en in eigen woorden zetten.
Voorzitter en leden
ABV Boeken, artikelen, mediatheek en tijdschriften, films, thuis documentaires, websites Draaiboek met planning en taakverdeling
Allemaal Valerie Allemaal
ABV en thuis Thuis ABV en thuis
Interview
Voorbereiden: ABV Allen Afnemen: Antoinette
Geluidsopname apparatuur, blaadje met de vragen en pen
Schriftelijke bijdrage controle Voorbereiding en plan voor de presentatie presentatie
Afmaken: Meike Valerie
Thuis Thuis
Internet en boeken. Schriftelijke bijdrage
Plan, voorbereiding: Valerie Presenteren: allemaal
Thuis ABV
Schriftelijke bijdrage Stift
Datum: 14 of 21 mei
28 mei
Portfolio op blog: Gemeenschappelijk deel en individueel deel
materiaal
Internet en boeken. Internet en boeken Internet en boeken
2
Hoogbegaafdheid, leerprobleem of leervoordeel? Wat is hoogbegaafdheid precies? Vaak wordt hoogbegaafdheid gezien als een benaming voor hoge intelligentie. Dit is maar ten delen waar, maar zeker niet de complete uitleg van het begrip. Een hoogbegaafd kind is in meerdere opzichten anders dan de meeste kinderen. Dit wil niet meteen zeggen dat ze beter of slechter zijn. Omdat een hoogbegaafd kind anders in elkaar zit, heeft hij ook andere middelen nodig om zich optimaal te ontwikkelen. Wat precies de definitie van hoogbegaafdheid is weten wetenschappers nog niet, maar dat de hoge intelligentie er wel een rol in speelt, is wel bekend. Naast intelligentie zijn persoonlijkheidskenmerken ook vaak verschillend bij hoogbegaafden. De psycholoog Joseph Renzulli benoemt drie hoofdkenmerken onder hoogbegaafden: - een hoge intelligentie (IQ boven de 130) - grote creativiteit - sterke motivatie en taakgerichtheid De hoogleraar ontwikkelingspsychologie Franz Josef Mönks zegt dat het ook mede aan de omgeving(familie, school en vriendenkring) ligt of deze kwaliteiten zichtbaar zijn en zich hebben kunnen ontplooid. Ook de psycholoog Heller* gaat hier verder op in, door zijn Multifactorenmodel toe te voegen. Hij zegt hiermee dat begaafdheid niet alleen over intellectuele capaciteiten gaat, maar ook muzikale, sociale of lichamelijke begaafdheid kan zijn. Ook zegt hij dat het aan het karakter van het kind kan liggen of deze begaafdheden er ook uit komen, bijvoorbeeld kinderen met faalangst die hierdoor minder presteren. Deze uitspraken staan ook weer gelijk met de uitleg van de psycholoog Howard Gardner en het vervolgmodel van Robert Mills Gagné**. Hoogbegaafdheid is een ‘leerprobleem’ dat vanaf de geboorte al bij een kind aanwezig is. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat het zenuwstelsel van hoogbegaafde kinderen makkelijker en sneller nieuwe verbindingen kan maken. Hierbij de uitzondering of deze kwaliteit ook kan worden omgezet naar prestaties. Dit is weer afhankelijk van het gedrag en de omgeving van het kind. Met hoogbegaafde kinderen is niets ‘mis’, maar ze zijn wel anders dan de meeste andere kinderen. Een hoogbegaafd kind hoeft niet per definitie in elk schoolvak goed te zijn en hoeft niet altijd als beste leerling van de klas naar voren te komen. Dit omdat hoogbegaafden niet op willen vallen, met mogelijk onderpresteren als gevolg.
3
Het multifactoren model van Heller.
Het hoogbegaafdheidmodel van Robert Mills Gagné.
4
Kenmerken en signalering van hoogbegaafde kinderen. Als eerste een opsomming van de kenmerken die we bij een groot deel van de hoogbegaafde kinderen zien: ▪ Het gemeten IQ ligt boven de 130. ▪
Er is een grote intellectuele nieuwsgierigheid. De leerlingen vragen snel door.
▪
Een hoogbegaafde leerling redeneert vaak op een hoger abstractieniveau dan zijn klasgenoten.
▪
De leerling maakt grote denksprongen.
▪
De leerling is verbaal sterk, zijn woordenschat is groter en hij komt makkelijk uit zijn woorden. Het schriftelijk werkt daarentegen is soms rommelig en chaotisch.
▪
De leerling is kritisch ten opzichte van alles, dus ook van regels, gewoonten en tradities.
▪
De leerlingen kunnen moeilijk keuzen maken, veel is er interessant en/of belangrijk.
▪
De leerling is in staat om eigen, alternatieve(creatieve) oplossingsmethoden te zoeken en te vinden bij het oplossen van vraagstukken.
▪
Het kind heeft moeite met samenwerken. De voorkeur van het kind gaat uit naar zelfstandig werken.
▪
De leerlingen hebben interesses en hobby’s die door anderen als abnormaal worden gezien, bijvoorbeeld interesse in mythologie en filosofie.
▪
Het kind heeft hoge persoonlijke normen als volhardend, perfectie nastrevend en hierdoor soms faalangst.
▪
De hoogbegaafde leerlingen bezitten over het algemeen een apart gevoel voor humor.
Vaak wordt gedacht dat het eenvoudig is om een hoogbegaafd kind te signaleren, omdat zij op basis van zeer hoge schoolprestaties vanzelf wel opvallen. Dit is echter niet het geval. Niet alle hoogbegaafde leerlingen presteren op hoogbegaafd niveau, waardoor zij op grond hiervan niet altijd worden opgemerkt. Natuurlijk zijn hoge schoolprestaties een goede indicator, maar ook bij tegenvallende prestaties of probleemgedrag kan een leerling wel degelijk hoogbegaafd zijn. Voor een concrete signalering van hoogbegaafden zijn er verschillende lijsten opgemaakt als SIBeL (Signalering en Identificatie van Begaafde Leerlingen) van GCO Fryslân.
5
Praktische adviezen voor tijdens de les. De praktische adviezen zijn vooral uit te leggen door de behoeften van een hoogbegaafd kind als uitgangspunt te nemen. De belangrijkste behoeften van het kind zijn: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
De leerling wil gezien, geaccepteerd en gewaardeerd worden zoals hij is. Het kind wil ruimte om zelf te kiezen, zelf te ontdekken, zelf te ervaren en de dingen op een eigen manier te doen. Intellectuele stimulans, uitdaging op het eigen niveau. Steun bij het leren van academische vaardigheden, leer- en werkstrategieën en sociale vaardigheden. Steun op emotioneel gebied (om zichzelf te leren begrijpen, een positief zelfbeeld op te bouwen en leren omgaan met uitdagingen en stress). Contact met gelijkgestemden. Geen eenzijdige nadruk op prestaties of 'het hoogbegaafd zijn'. Begrip voor mogelijke verschillen in intellectuele, emotionele en motorische ontwikkeling. Begrip voor vaak voorkomende emotionele intensiteit / hooggevoeligheid.
Een hoogbegaafde leerling wil dus vooral erkenning en veel vrijheid om het zelf uit te vinden. Hij heeft weinig behoefte aan instructie en herhalingsstof. Een leerling die hoogbegaafd is, heeft dus minder tijd nodig om de reguliere leerstof door te lopen. De tijd die overblijft, kan het beste ingevuld worden met verrijkings- en verdiepingsstof. Hoogbegaafd zijn betekent dus vaak een sterke behoefte aan uitdagend leermateriaal dat bijvoorbeeld een beroep doet op creativiteit, zelfstandigheid en een hoge mate van complexiteit heeft. Ook kan een groepswerk een uitdaging zijn voor hoogbegaafden aangezien ze op dat punt niet zo sterk zijn. Als laatste is evaluatie een middel om het onderwijs beter te maken. In die evaluaties kan de leerling zelf aangeven of de lessen nu voldoende aangepast zijn, of dat er nog verbetering mogelijk is. Bronnen voor extra informatie. SI-BeL (Signalering en Identificatie van Begaafde Leerlingen) van GCO Fryslân. http://cms.qlictonline.nl/users/groeiacademie//docs/downloads/protocol-signalering-definitief-juni-2011.pdf
Landelijke vereniging van ouders van hoogbegaafden http://pharosnl.nl/home/
Psychologisch advies en begeleiding voor in de klas http://www.hoogbegaafd.nu/ http://hoogbegaafdheid.slo.nl/
Een artikel van de psycholoog Renzulli over hoogbegaafdheid Renzulli, J.S. (1994). Schools for talent development: A practical plan for total school improvement. Mansfield Center, CT: Creative Learning Press.
6
Interview Silvie Hurkmans 26-‐04-‐2013 Ter inleiding eventjes, hoe oud was jij toen je er iets van begon te merken, of je ouders of op school? Ik denk dat ik in groep 5/6 zat, in groep 4 kreeg ik al wel schoolproblemen. Maar in groep 5/6 zijn bij mij echt de studieproblemen begonnen en dat mensen dat gingen onderzoeken. Sowieso was mijn taalniveau al veel hoger dan de rest van de klas. Waardoor ik ook af en toe gesprekken ging voeren waarbij mijn klasgenootjes zoiets hadden van ‘wat is dit’. Toen begonnen mensen sowieso al iets te merken, maar dacht men dat ik gewoon slim was. Maar toen ik dus ook echt studieproblemen kreeg en ook de typische problemen van een hoogbegaafd kind kreeg, dacht men eens van dit gaan we onderzoeken. En wat voor studieproblemen had je dan? Ik ging echt overpresteren of onderpresteren. Dus over het algemeen kon je met mij hele intelligente gesprekken voeren maar tijdens een proefwerk kon ik gerust een 4 of een 3 halen. En ik kon er ook echt niks aan doen, want ik heb ook erge faalangst. Ik wist gewoon niet hoe ik moest handelen. Ook ging ik ontzettend idioot gedrag vertonen, omdat ik niet meer wist wat ik met mezelf aan moest. Ik werd ontzettend agressief. Tegen je klasgenoten of? Nee echt in de klas, ik ben weggelopen, ik ben op het dak van de school geklommen, ben met stoelen gaan gooien, ik ben in zitstaking gegaan, heb alle werken vernielt die ik ooit heb gemaakt, ben gaan gillen in de klas. En t bleek dat ik daar niet de enige in was, het is vrij normaal dat je dat gedrag gaat vertonen. Maar het is simpelweg op het moment dat je niks krijgt aangeboden van wat je zou moeten krijgen, en dat je altijd naar beneden wordt gepraat omdat leraren het ook niet meer weten. Dan ga je op een gegeven moment heel irritant gedrag vertonen voor aandacht. Dat gedrag is daarna wel afgenomen, maar dit kwam ook doordat de diagnose hoogbegaafd werd vastgesteld. Waardoor mijn gedrag ook weer normaal werd. Maar in heel groep 5 en 6 was ik niet zo’n heel fijn kind nee. En je klasgenoten vonden die het raar dat je daarop aangekeken werd? Ja natuurlijk, maar ik werd sowieso al gepest. Eigenlijk ieder kind wordt dat. Maar het is ook heel erg moeilijk, want in groep 5 en 6 las ik al volwassen literatuur. Ik las Hegel en Kant en mijn klasgenootjes zaten nog niet eens bij Tea Beckman, dus dat was al heel erg lastig. Als ik vragen wou stellen was dat ook niet mogelijk, dus als je gepest wordt denk je al dat je te verliezen hebt. Laat ik dat dan maar doen. Natuurlijk wordt je er op aangekeken en uitgelachen, maar dat is niet echt een oplossing voor ´laat ik het er eens met jullie over hebben´. En je ouders, die merkte het ook niet toen je echt al heel klein was, qua motorische dingen of iets dergelijks? Ehh ja, ik ben de jongste in de familie. Ik heb helaas in dit geval, een gigantisch slimme broer en zus, waardoor ik als jongste niet erg opviel. Dit omdat ik wel erg goed mee kon met mijn broer en zus maar die waren tenslotte ook heel erg slim. Maar die zijn niet hoogbegaafd? Nee, ze zijn in ieder geval nooit getest. Maar ze denken gewoon gigantisch slim. En ik kwam met hun mee, maar ik liep motorisch achter. Dit omdat ik qua denken met hun meekwam, maar qua motoriek achterliep. Heel sneu voor mij, want we zaten op dezelfde hobby’s. Waardoor ik me natuurlijk altijd een beetje een nul voelde, aangezien ik achterbleef, en ik dus nog meer faalangst ontwikkelde. Mijn ouders dachten in eerste instantie dat ik gewoon heel erg onzeker was en faalangst had. Wij turnden altijd mee op de turnvereniging van mijn vader. Ik kon best veel, maar zo gauw ik een wedstrijd moest turnen, viel ik stil. Hierdoor dachten ze eigenlijk dat het faalangst was. Mijn broer en zus konden het daarentegen wel, dus hoe vaker ze mij gingen testen, hoe meer ze erachter kwamen dat er iets met mij aan de hand was. Hoe kwam dat proces in groep 6 op de gang, hoe kwamen ze erachter? Dat is echt het meest stomme van mijn kindertijd. Ik kreeg namelijk in eerste instantie allerlei andere testen dan voor hoogbegaafdheid. Want toen ik op de basisschool zat, was hoogbegaafdheid nog niet bekend. Dus ik ben van therapeut naar therapeut gestuurd, ben langs veel kinderpsychologen geweest en heb veel motorische testen gehad. Hier keken ze of ik alles kon en kwamen ze erachter dat ik veel stappen heb overgeslagen. Ik heb bijvoorbeeld eerst leren lopen voordat ik heb leren kruipen. Ik heb in groep 5/6 moeten leren kruipen met mijn hoofd omhoog, dat is iets wat je als baby doet voordat je gaat lopen. Omdat mijn hersens al sneller dachten, heb ik dat dus overgeslagen.
7
Ook kon ik hele kleine dingetjes wel doen, maar hele logische niet. Ik kon bijvoorbeeld wel een flik-‐flak, maar kaatsballen kon ik niet. Dat lukte echt niet, daar heb ik nog steeds moeite mee. Op een gegeven moment kreeg ik ook een terugval, dat je denk dat het echt niet meer lukt. Omdat je een beetje depressief raakt, omdat je niks lukt, je wordt constant van therapeut naar therapeut gestuurd. Op een gegeven moment ging ik dus ook steeds minder kunnen, omdat je het eigenlijk zelf niet meer wilde, toen ging ik enorm onderpresteren. Vroeger scoorde ik bijvoorbeeld slecht op toetsen, en daarna kreeg ik ook moeite met schrijven en dat ik de schoolslag in het zwembad niet meer kon. Er is een periode geweest dat echt alles moeilijk was tot ik weer zelfvertrouwen had, dat ik het kon, en toen ging het weer absurd goed. Daarom ben ik ook hele andere dingen gaan doen, ik ging links schrijven, ik werd tweehandig, ging allemaal hele rare dingen uitproberen. Rechts ging het niet, het lukte gewoon niet, terwijl mijn hersens het wel konden, dat was heel frustrerend. Pas na een hele lange omweg kwamen ze bij een kinderpsycholoog terecht, Hannie Hansen. Zij was de enige expert wat betreft hoogbegaafdheid in die tijd. Zij had binnen een middag mij verlost uit mijn lijden, sowieso ook van mijn onzekerheid. Want het merendeel van hoogbegaafdheid komt ook voor bij asperger en autisme. Waardoor je als kind gaat denken ’o god ik mankeer iets’. Maar het komt ook gewoon voor bij normale kinderen. Hierdoor was ik heel erg bang dat ik autisme had. Het was ook heel fijn voor mijn ouders om te weten dat het niet voortkwam uit iets anders, maar dat ik puur intelligent was. En uiteindelijk kreeg je dan ook een intelligentie indicatie, je hebt altijd een punt waarin je beter bent etc., ze denken al snel dat alle hoogbegaafden allemaal wiskundige genieën zijn, dat is niet zo. Ja dat beeld heb je nogal snel ja. Ja dat is zo’n fijn vooroordeel, maar je hebt ook andere gebieden waar je ijzersterk in kan zijn, Dus via die kant ben ik erachter gekomen waar mijn sterke kanten lagen. Zij had een school in Sterksel waar ze hoogbegaafden kinderen opving die vastliepen op het normale onderwijs. Helaas subsidieerden de overheid dit niet, waardoor ik terug moest naar het regulier onderwijs. Door de kinderen van Hannie Hansen heb ik geleerd hoe ik leer, het is heel tof als je met mensen in aanraking komt die net zo’n rare hersens hebben als jij. Samen met hun heb ik natuurkunde en biologie gedaan, allerlei schuimbommen, natuurkundige proefjes doen. Dus op die manier lukte het leren wel echt? Ja het is bij ons, je hersenen werken echt anders, je denkt op tien verschillende manieren aan één ding. Logica is soms heel moeilijk, waardoor je het merendeel creatief gaat denken en gaat experimenteren. Het makkelijkste leren is je in een lokaal te zetten, ik zoek iets, bedenk maar wat. Er moet vaak geen logische redenering zijn. Voor mij is wiskunde soms heel moeilijk, omdat ik dan recht moet denken. Terwijl ik in wiskundige reeksen en fibonnatie reeksen en dat soort dingen wel goed ben. Omdat ik dan onmogelijk moet denken, waardoor ik er met mijn creatief brein wel weer kom. Dus creatief leren stond daar op die school centraal, je mocht vrij leren, net zo lang tot je jezelf weer gestimuleerd voelde om reguliere lessen te volgen. Want structuur is ook iets wat wij helemaal niet zo goed kunnen, aangezien je dan precies moet doen hoe het moet. En zo werkt het bij jou dus niet? Nee ik moet echt op het moment dat ik een idee krijg, ofja ik krijg meestal 8 of 10 ideeën. Dan ga ik aan de slag en dan moet ik heel veel dingen doen, en dat kan bij mij 5 minuten duren, en daar komt weer een associatie op voort en weer een associatie. Je hersens werken zo snel, dat je jezelf continue bezig gaat houden, dat je zelf gaat leren. En op het moment dat je een uurtje taal krijgt en rekenen, dan wordt het afgekapt, en de manier waarop je de stof krijgt is absoluut niet interessant. Omdat dat zo voorgeschoteld is? Ja precies! En ik loop daarom nu af en toe erg achter met taal en spelling, omdat ik nooit dingen zoals het kofschip heb gehad. Omdat ze uiteindelijk in groep 6 gezegd hebben dat ik van de school af moest, kunnen we niks aan doen, dus heb ik tot groep 8 zelfstandig geleerd omdat ik het anders niet trok. Op school wel? Ja ik heb gewoon in de klas gezeten, ik ging niet mee op schoolreisjes enzo. Dat was toentertijd te massaal voor mij. En dat lieten ze je ook gewoon doen zo? Ja ze hebben dat in overleg met de docenten gedaan, als ik mee wilde doen met een les heb ik dat gedaan. Dus ik heb wel geschiedenis en tekenen gedaan, dat vond ik wel leuk. Ik heb geen rekenen gedaan en ook geen spelling, dat vond ik geen bal aan. Alles wat ik weet van taal heb ik mezelf geleerd door veel te lezen, mijn hele taalkennis komt letterlijk uit boeken.
8
Waardoor ik dus soms ook een enorm literaire woordenschat heb en ik soms spellingfouten maak, maar daar sta ik niet altijd bij stil omdat dat in boekentaal niet altijd nodig is, maar wel als je normale brieven op stelt. En hoe ging je dan naar de middelbare school, hoe ging dat dan? Ja dat was vrij rottig voor mij, ik had het idee dat ik meer onder lotgenoten terecht zou komen. Je hebt meerdere vakken, meer uitdaging, en ik ben iemand die heel erg van leren houdt, dus dat scheelde. Maar ik ben op een of andere manier gruwelijk gepest, waardoor mijn cijfers weer heel erg kelderde. Ik ben toen begonnen op het havo/vwo, wilde naar het vwo+. Heb je wel een cito gedaan? Ik wilde mijn cito toets niet doen, die heb ik letterlijk in de fik gestoken. Op basis van mijn intelligentie hebben ze mij een advies gegeven, vandaar dat het havo/vwo is geworden. Door mijn pestgedrag hebben mijn ouders me van school gehaald, en me naar het vmbo-‐t gestuurd. Vandaar dat ik een laag diploma heb, dit was niet de beste keuze aller tijden. Maar hun idee erachter was dat ik dan geen klap meer hoef te doen, vrij kunt leren wat je wilt en je krijgt in ieder geval een goed gevoel over jezelf omdat je altijd goede punten haalt. Maar inderdaad de middelbare school was echt een hel, en mijn ouders hielden mij voor van ‘nouja je bent leerplichtig, je zult moeten’. En ja de leuke dingen aan de middelbare school waren de schoolfeesten en dat soort dingen, waar je jezelf dan als normale tiener een beetje aan vast probeert te houden. Zie jij je hoogbegaafdheid, niet echt als een fijn iets? Of wel? Of zie je het echt als een verrijking, een talent, onhandig en last? Over het algemeen, hoe zie je dat dan. Het ligt een beetje aan de situatie, vroeger was het wel echt een enorme last. Het heeft ook zijn hele fijne kanten, alleen op het moment wanneer ik het goed kan inzetten. Mijn hoogbegaafdheid ligt op een paar punten en wanneer ik die kan inzetten, is het voor mij echt top. Het is vooral heel erg fijn en leuk als je iemand tegenkomt die op hetzelfde niveau zit, of op dezelfde punten hoogbegaafdheid is. Voor iemand anders is dit heel raar om te zien, want je zegt eigenlijk helemaal niet zoveel maar je denkwijze is hetzelfde waardoor je in feite een heel bizar gesprek hebt. Ik zie het niet zo zeer als een handicap, wel iets waar ik af en toe rekening mee moet houden. Sowieso omdat overgevoeligheid een van de kenmerken is. Ik kan ook niet alles, ik wordt bijvoorbeeld helemaal knetter van tl-‐buizen. Ik kan er wel tegen, maar op het moment dat ik vermoeid ben is dat wat minder. Tijdens mijn studie heeft het wel vaak goede kanten, maar het ligt er wel aan wat ik doe als studie. En hoe is dat hier dan, met theorie en praktijk? Nou daar ben ik dus achter gekomen, dat het bij deze studie in feite best onhandig is. Aangezien het niet mijn sterke kant is om creatief te denken, ik denk wel creatief maar ik denk gewoon raar, om het even in een hokje te plaatsen. Ik denk in beelden en ik kan het als het ware 360 graden draaien. Dus ik kan mezelf ook in iets plaatsen, dus dan kan ik iets net zolang draaien zodat ik het 3D voor me zie. Zo ga ik perfectioneren. Maar ik kan ook mijn kennis die ik heb opgeslagen, daarop toepassen. Daarom kan ik ook zo gemakkelijk kunstgeschiedenis onthouden, omdat ik het letterlijk kan voorstellen. Dus wat betreft theorie is het heel makkelijk. Ik hou erg van schilderen en dat soort dingen, maar ik denk niet zo zeer creatief. Mijn grote sterke kant liggen in het feit dat ik heel verhalend ben en sferisch, waardoor ik op die manier ook schilder. Maar geef mij een opdracht om een kinderboekenverhaal te schrijven en daar zal ik dan veel beter mee uit de voeten komen. Wanneer ik concept dit krijg en concept dat, is dit heel moeilijk voor mij. Omdat ik me dan al in een hokje voel zitten, en ik gewoon heel anders denk. Ook ben ik een ontzettende doener, en dat ik ook een beetje onhandig op een bijna denkende opleiding. Vind je dit een denkende opleiding dan? Ja ontzettend, want op het moment dat we een opdracht krijgen gaat iedereen denken, ofja het merendeel, van goh wat past hierbij wat associeer ik hiermee. Ik ga meestal gewoon wel aan de slag, en dan kom ik er vanzelf een keer achter van dit werkt wel of dit werkt niet. Dat kan hier natuurlijk wel, maar ik heb dat bij alles in mijn leven. Of dat nou is bij koken of bij iets anders. Nog even een belangrijke, heb jij situaties meegemaakt waar je echt stuitte op vooroordelen? Ja, over het algemeen is dat wanneer mensen vragen naar je IQ, dat is standaard als mensen erachter komen dat je hoogbegaafd bent. Dat heeft er wel mee te maken toch? Ja dat wel, je hebt mensen die normaal begaafd zijn, onderbegaafd en je hebt mensen die hoogbegaafd zijn, die zitten er nog boven. Je kunt verrekte slim zijn, maar je moet ook nog een paar kenmerken hebben. Bijvoorbeeld overgevoelig en nieuwsgierig zijn. Ook constant doorvragen en het nooit eens zijn met het antwoord. Dus een aantal kenmerken die je ook nog moet vertonen wil je hoogbegaafd zijn.
9
Vervolgens is één van het meest bekende vooroordeel dat hoogbegaafdheid het meest voorkomt bij asperger. Hier ben ik niet zo zeer mee gepest, wel met het gene dat ik altijd rare dingen vroeg. Is er nu op het HBO nog een bepaalde wijze van uitdaging, of wordt er hier helemaal geen rekening meer mee gehouden dat je hoogbegaafd bent? Het ligt een beetje aan je sociale instelling, je hebt hoogbegaafden die niet zo heel sociaal zijn. Die hebben inderdaad moeite met onderlinge verbanden, en voor hun is het inderdaad moeilijker. Voor mij is dat veel makkelijker, omdat ik zeer sociaal ben. Dus ik heb daar niet zo’n moeite mee. Ik heb dus ook gewoon kans dat ik afstudeer. Andere kinderen zullen wel moeilijker kunnen gaan studeren, omdat je dan zelfstandig dingen moet ondernemen. Ik heb hier absoluut geen moeite mee, maar je moet het voor jezelf echt uitdagend maken. Ik zou bijvoorbeeld nooit een studie als marketing kunnen doen, ik moet wel iets doen wat ik leuk vindt. Als ik het voor mezelf uitdagend hou, is het voor mij best prima om te studeren. Ook is het belangrijk dat ik naast mijn studie veel blijf doen. Denk je dat je op de middelbare school die +klassen, extra opdrachten voor leerlingen de juiste manier is om met hoogbegaafdheid om te gaan? Of zie jij een heel ander super systeem voor je? Ja dit is moeilijk, want ik heb er zelf niet ingezeten. Ik weet wel hoe het voelt om in zon ‘superklas’ te zitten. Ik denk dat het een soort combinatie zou moeten worden, want in zo’n +klas hebben de leerlingen het vertrouwen, worden ze niet gepest. Maar ik snap de tegenstanders ook, want zo leren ze nooit omgaan met normale kinderen die minder begaafd zijn. Ik denk dat het op de basisschool iets goeds is, zodat ze het zelfvertrouwen krijgen en de basisdingen wel echt leren. Maar op een middelbare school zou een combinatie een ideale oplossing zijn. Het is voor leerlingen vooral belangrijk om naast school veel uitdaging te houden. Kun jij trouwens ook echt niet tegen zwart-‐wit denkers? Ja ik heb daar soms grote moeite mee, kan er wel een passie voor opbrengen. Aangezien ik zeer bereid ben om andermans standpunten te begrijpen, zeker op het moment dat ik weet dat er een gegronde rede achter zit. Maar ik heb er wel grote moeite mee ja. Nou, ik weet een heleboel, dankjewel!
10
Voorbereiding presentatie hoogbegaafdheid. VALERIE: Allereerst een situatie schetsen, waarin we vertellen in wat voor klas de lln. zitten en wat we gaan doen. 1ste jaars HAVO, vak: tekenen De leerlingen vormen laten tekenen, vierkant, cirkel, driehoek, enz. Hierbij ook kleur aan toevoegen. Dit is natuurlijk veel te makkelijk. ANTOINETTE: -‐ Kenmerken toelichten. Terug grijpen op de vorige situatie. -‐ Hoe kan je het beste met hoogbegaafde lln. omgaan? MEIKE: Opnieuw een situatie schetsen, waarin we verder ingaan op de behandelde stof, dus de vormen met de kleuren. Discussiëren met de leerlingen over wat een vierkant met je doet, wat een cirkel met je doet. Wat een kleur daarin dan weer met je doet, enz.
11
Gezamenlijke eindevaluatie proces en product
Wij zijn het er allemaal mee eens dat er goed samengewerkt is. In het begin konden we niet echt op gang komen, maar na een paar bijeenkomsten ging dit steeds beter. De opdrachten gingen apart, maar ook samen goed. We hebben elkaar goed geholpen en alles goed afgerond. Over het product, de schriftelijke bijdrage, zijn we tevreden. Het is erg informatief en het is niet saai om te lezen. De presentatie was voor ons gevoel ook goed voorbereid en duidelijk. Jammer genoeg kwam de discussie niet echt op gang, maar dit komt denken we omdat we dat niet duidelijk genoeg aangegeven hadden. Als we hierin duidelijker geweest waren, was onze presentatie meer geslaagd.
12
Geraadpleegde bronnen Sites (04-‐05-‐2013) http://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid/kenmerken?gclid=CJKnlqjTprYCFcbKtAodPVcAvA http://www.lich.nl/lich2/ http://pharosnl.nl/home/hoogbegaafd/ http://pharosnl.nl/home/signalen-‐van-‐hoogbegaafdheid/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoogbegaafdheid http://cms.qlictonline.nl/users/groeiacademie//docs/downloads/protocol-‐signalering-‐definitief-‐juni-‐2011.pdf http://en.wikipedia.org/wiki/Robert_M._Gagn%C3%A9 http://www.hoogbegaafd.nu/hoogbegaafd/behoeften-‐van-‐een-‐hoogbegaafd-‐kind http://www.hoogbegaafd.nu/?gclid=CI3LwqzTprYCFczHtAodpScA_w http://www.hoogbegaafd.nu/hoogbegaafd/wat-‐is-‐hoogbegaafdheid http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/begaafdheidskenmerken/ http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/signalering/ http://www.hoogbegaafdvlaanderen.be/01_Hoogbegaafd/definities_in_lit.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Howard_Gardner http://nl.wikipedia.org/wiki/Franz_M%C3%B6nks http://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Renzulli http://www.prodiagnostiek.be/hb/hb_theorie_definities_begrippen_hoogbegaafdheid_meer_model_gardner.php http://www.leraar24.nl/dossier/285/hoogbegaafdheid http://www.leraar24.nl/video/3477 http://www.leraar24.nl/video/3454/verrijking-‐voor-‐hoogbegaafde-‐leerlingen www.hint-‐noord-‐brabant.nl/hansen.doc Boeken: Heuvel, D van den, Jurgens, K. & Roose, E. (2000) Een hoogbegaafd kind in de klas, ouders en leerkrachten werken samen. Almere. Giesing, M, Nauta, P. (2010) Achtergronden van en tips voor de omgang met leerlingen met een specifieke hulpvraag.
13