Lespakket Middenbouw
Lesmodule M1 Horen, zien en zwijgen
Natuurproject SAMEN OP PAD
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
ALGEMEEN
Versie 1 Zomer 2009
Horen, zien en zwijgen Doelstelling lesmodule Voorbereiding: • Ontdekken van drie zintuigen als aparte functies. • Groepsgewijs ontdekken wat ze met elkaar te maken hebben. Buitenactiviteit: • Ontdekken van drie zintuigen als aparte functies. • Groepsgewijs ontdekken wat ze met elkaar te maken hebben. Verwerking: • Filosoferen met de kinderen over de buitenactiviteiten. • Besef ontwikkelen hoe het leven zou zijn zonder het gebruik van de zintuigen oren, ogen en mond (het vermogen om te praten).
Jaargetijde Voorbereiding: • Het hele jaar rond. Buitenactiviteit: • Het hele jaar rond. Verwerking: • Het hele jaar rond.
Meervoudige Intelligentie Voorbereiding: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Interpersoonlijke intelligentie 3. Intrapersoonlijke intelligentie Buitenactiviteit: 1. Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie 2. Intrapersoonlijke intelligentie 3. Interpersoonlijke intelligentie Verwerking: 1. Verbaal-Linguïstische intelligentie 2. Interpersoonlijke intelligentie 3. Intrapersoonlijke intelligentie
Lesmodule M1-1 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Ontdekken van drie zintuigen als aparte functies. • Groepsgewijs ontdekken wat ze met elkaar te maken hebben. Jaargetijde Het hele jaar door Locatie Klaslokaal Tijdsduur Een uur Benodigde materialen Bijlage “Horen zien en zwijgen”. Beschrijving van de activiteit • Het thema: “Horen, zien en zwijgen” wordt eerst in kleine groepjes, daarna klassikaal, besproken vanuit de beleving van de kinderen zelf. Opdracht • Deel de klas in een aantal groepjes op en geef elke groep een kopie van de bijlage “Horen, zien en zwijgen”. • Elke groep overlegt wat ze zien en welke betekenissen ze denken dat je er aan kan geven (geef ze ongeveer twintig minuten de tijd). Deze betekenissen schrijven ze op. • Klassikaal worden de verschillende reacties voorgelezen en besproken.
Lesmodule M1-2 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule Activiteit
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Voorbereiding
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • De beeltenis van de drie apen die “Horen, zien en zwijgen” uitbeelden, is wereldwijd bekend. Op verschillende plaatsen in de wereld worden er verschillende uitleggen aan gegeven. Bij deze activiteit, die voorbereidend is voor de buitenactiviteit, staat het herkennen en benoemen van de drie verschillende zintuigen voorop. • Het feit dat deze drie apen zo bekend zijn geeft direct ook aan hoe groot de betekenis is van deze drie zintuigen voor de mens. Hierin verschillen mensen van verschillende rassen, huidskleur, godsdienst of afkomst helemaal niets. Achtergrond informatie • De uitdrukking "Horen, zien en zwijgen" komt van oorsprong uit de leer van de wijsgeer Confusius, die leefde van 551 tot 479 voor Christus in China. Hij zegt tegen zijn leerlingen: “Kijk niet naar, luister niet naar, spreek niet uit en richt je niet op wat in strijd is met welvoeglijkheid”. Veelvuldig vind men de afbeeldingen van drie apen die hun ogen, oren en mond dichthouden. Ze heten Mizaru (niet zien), Iwazaru (niet spreken) and Kikazaru (niet horen). Het aanhangsel “zaru” (niet) klinkt haast hetzelfde als het woord “saru”, dat aap betekent. Daarbij komt, dat “saru” ook “ga weg” of “verdwijn” betekent, wat op het kwaad (evil) kan slaan dat ook weg moet. Bij deze lesmodule is het verder echter niet van belang om de kinderen uitgebreid over de herkomst van “Horen, zien en zwijgen” te vertellen. Mocht het ter sprake komen dan kan deze informatie natuurlijk gebruikt worden. • Onze zintuigen zijn heel belangrijk voor ons contact met de buitenwereld. Zintuigen worden de hele dag gebruikt. Ze zijn de verkenners van het lichaam. Ze sturen berichten naar de hersenen en zo weet je wat er om je heen gebeurd. Als alles goed werkt, realiseren we ons nauwelijks dat we zintuigen hebben! • Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen is een goede zintuigontwikkeling van groot belang. Elk van de vijf zintuigen heeft zijn eigen hersengebied. Toch werken ze voortdurend samen en versterken ze elkaars waarnemingen. Onbewust gebruiken we de diverse soorten informatie als vanzelfsprekend bij ons handelen. • Het ontwikkelen van de diverse zintuigen en hun complexe samenwerking is van groot belang voor kinderen en jeugdigen. Daarnaast is het van belang te onderkennen dat een kind zich alleen kan ontwikkelen door zèlf te handelen en te ervaren welke betekenis de diverse zintuiglijke waarnemingen voor hem/haar hebben. • Voor opvoeders en ouders betekent dit dat het belangrijk is om kinderen en jonge mensen volop de mogelijkheid te bieden om te experimenteren met een grote diversiteit van zintuiglijke ervaringen in het leven.
Lesmodule M1-2 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Voorbereiding BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: Horen, zien en zwijgen
Lesmodule M1-2 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Stimuleren van vrij spel in de natuur. • De ontwikkeling stimuleren van de zintuigen: oren, ogen, mond. Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Natuurrijke omgeving. Tijdsduur Twee uur. Benodigde materialen Dit informatieblad en per groepje de opdrachtkaarten in bijlage: Horen, zien en zwijgen. Beschrijving van de activiteit Een speelse wandeling met drie opdrachtkaarten met de onderwerpen: Horen, zien en zwijgen. Opdracht • Met de gehele groep gezamenlijk beginnen in een grote kring. Eén van de volwassenen gaat in de kring staan en vraagt of de kinderen drie belangrijke zaken bij zich hebben om op pad te gaan. Vervolgens om de beurt de drie zintuigen benoemen waar we vandaag mee aan het werk gaan: oog, oor, mond. Laat de kinderen horen/zien dat ze hun goede zintuigen bij zich hebben. Maak hier een spelletje van. • Verdeel de gehele groep in groepjes van ongeveer 6 kinderen. • De begeleiders gaan met de kinderen het bos/natuurgebied in en maken een grote wandeling. Onderweg mag gespeeld worden! • Elk van de drie opdrachtkaarten tijdens de wandeling met de groep lezen en de spelopdracht uitvoeren.
Lesmodule M1-3 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Buiten
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • De drie spelopdrachten gaan over de drie zintuigen: horen, zien en zwijgen. De kinderen zijn hier tijdens de voorbereidende activiteit mee bezig geweest. Waarschijnlijk is daardoor al opgevallen dat de zintuiglijke ervaringen per kind kunnen verschillen in een zelfde situatie. Als dit naar voren komt in de verhalen van de kinderen is het leuk om daar verder over door te praten. • Als het spel van een opdrachtkaart met veel plezier wordt gespeeld kan besloten worden om dit spel te herhalen als de groep, al lopend, in een andere natuurlijke omgeving is gekomen. Het spel is dan hetzelfde, de activiteiten en de omgeving maken het toch weer anders. Achtergrond informatie • Onze vijf zintuigen zijn de oren, ogen, neus, handen/huid en tong. Zij geven ons de hele dag signalen en informatie waardoor we kunnen handelen en leven. Ook is het een gegeven dat onze zintuigen ons de hele dag op velerlei gebied helpen door signalen van ‘goed’ of ‘fout’ door te geven aan de hersenen. Hierdoor worden we in staat gesteld om adequaat te handelen bij gevaar of juist te genieten van zintuiginformatie die ons prettige informatie verschaft. • Elk van de vijf zintuigen heeft zijn eigen hersengebied. Toch werken ze voortdurend samen en versterken ze elkaars waarnemingen. Zo kan de auto die we zien aankomen ook gehóórd worden waardoor we gelijk, naast de visuele informatie, ook auditief extra informatie krijgen over o.a. de snelheid waarmee de auto op ons afkomt. Meestal zijn we ons hier niet van bewust. Onbewust gebruiken we de diverse soorten informatie als vanzelfsprekend bij ons handelen. • Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en jeugdigen is het stimuleren van een goede zintuigontwikkeling van groot belang. Daarnaast is het van belang te onderkennen dat een kind zich alleen kan ontwikkelen door zèlf te handelen en te ervaren welke betekenis de diverse zintuiglijke waarnemingen voor hem/haar hebben en hoe ze die het beste kunnen gebruiken. • Voor opvoeders en ouders betekent dit dat het belangrijk is om kinderen en jonge mensen volop de mogelijkheid te bieden om te experimenteren met een grote diversiteit van zintuiglijke ervaringen in het leven. Dit experimenteren, kan spelenderwijs volop gebeuren in een gevarieerde, natuurlijke omgeving. • Voor docenten en begeleiders van kinderen is het van belang om te beseffen dat elk kind op een andere manier zintuiglijke informatie binnen krijgt en verwerkt. Een kind met een afwijkend informatieverwerkingspatroon kan zich hierdoor anders gedragen dan men zou verwachten. • Door bij deze buitenactiviteit drie zintuigen specifiek te laten ervaren worden de kinderen zich meer bewust van hun werking.
Lesmodule M1-3 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Buiten BIJLAGE I
Versie 1 Zomer 2009
Bijlage I: Opdrachtkaarten Horen, zien en zwijgen Horen
I.1. Algemeen Horen doen we met onze oren. Als je oren goed werken kan je luisteren en
met anderen praten. Je hoort of er een auto aan komt in de verte en je wordt gewaarschuwd als er een alarm afgaat. Onze twee oren “vertellen” ons niet alleen dat er geluid is maar ook of een geluid ver weg of dicht bij is en uit welke richting het geluid komt. Spelopdracht: Geluidenverstoppertje. De kinderen die gaan verstoppen bedenken een geluid dat ze kunnen maken. Als je eenmaal verstopt zit kan je de zoeker laten horen waar je zit met je geluid. De zoeker gaat op het geluid af. Het langste kind van de groep is als eerste aan de beurt als zoeker-metde-oren! Elk kind is daarna een keer de zoeker-met-de-oren.
Bla
Zien We kunnen kijken en de dingen zien door onze ogen. Met onze ogen zien we vormen, kleuren en of iets ver weg of dichtbij is. Met de ogen kunnen we maar een beetje rond kijken als we ons hoofd stil houden, als we ons hoofd ook nog kunnen bewegen dan zien we veel meer (doe dit maar eens). Spelopdracht: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet”. Voor wie dit spel niet kent: Kind A zegt: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is < noem een kleur>” De andere kinderen moeten raden wat wordt bedoeld. Als alle kinderen uit het groepje fout hebben geraden geeft kind A weer een nieuwe aanwijzing over hoe het voorwerp/ding eruit ziet dat bedoeld wordt. Door goed te kijken kan het bedoelde voorwerp/ding gevonden worden. Wissel elkaar af. Zwijgen Zwijgen doen we door niets te zeggen. We houden onze mond dicht en maken geen geluiden. Hoe maak je dan eigenlijk iets aan een ander duidelijk? Spelopdracht: Iedereen houdt de mond dicht na het voorlezen van deze spelopdracht. Loop met elkaar verder en maak zwijgend de dingen die je wilt doen of “zeggen” aan de andere duidelijk zonder te praten. Je zult merken dat je dan heel anders met elkaar gaat “praten”. De begeleider doet ook mee en bepaald wanneer jullie weer echt met elkaar mogen praten. Bespreek dan met elkaar wat er gebeurde toen je niets mocht zeggen en hoe je dat vond. Veel plezier met zwijgen!
Lesmodule M1-3 Bijlage I-1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Doelstelling van de activiteit • Filosoferen met de kinderen over de buitenactiviteiten. • Besef ontwikkelen hoe het leven zou zijn zonder het gebruik van de zintuigen oren, ogen en mond (het vermogen om te praten). Jaargetijde Het hele jaar door. Locatie Klaslokaal, buiten of grote ruimte. Tijdsduur Een uur Benodigde materialen Dit informatieblad Beschrijving van de activiteit Filosoferen over hoe het leven zou zijn als we één of meerdere zintuigen niet zouden hebben. Opdracht • Ga met de hele groep in een grote kring zitten en zorg voor een prettige sfeer. Dit is eventueel extra te stimuleren door met elkaar op de grond te gaan zitten. • Vraag de kinderen wat ze van de buitenactiviteiten hebben gevonden en stimuleer ze om goed naar elkaar te luisteren. • Bij de verschillende spelopdrachten tijdens de buitenactiviteit hebben ze ervaren wat het is om: niet te kunnen praten, alleen op geluid te reageren, extra goed te moeten kijken. Stel vragen over hoe ze dat vonden. • Filosofeer hardop verder hoe het zou zijn als niemand op de wereld kon horen, hoe zou het leven er dan uitzien…. Enz….
Lesmodule M1-4 Blad 1
Natuurproject Samen op Pad
Lesmodule
M1 Horen, zien en zwijgen
Middenbouw
Activiteit
Verwerking
Versie 1 Zomer 2009
Nuttige Tips • Het vertrekpunt bij een filosofisch gesprek is een filosofische vraag. Een open vraag waarin een soort raadsel zit waar je per se wilt uitkomen. • Er is geen beslissend antwoord, dus de kinderen kunnen geen “goed” of “fout” antwoord geven. Hierdoor blijft het gesprek spannend en kan elk kind aangespoord worden om mee te doen. • Filosoferen met kinderen kan beschouwd worden als een poging het eigen denken van kinderen te stimuleren. Kinderen op de lagere school zijn bezig de wereld voor zichzelf te verkennen en te ordenen: ze worden daarin over het algemeen niet gehinderd door uitgebreide kennis van de wereld en dus ook niet van vaste vooronderstellingen. Hun kijk op de wereld is creatief, nieuw, ongewoon, soms naïef of inconsistent maar altijd verrassend en passend bij het kind. • Stel vragen als: “Stel dat we niet konden praten hoe zouden we dan hier op school samen zijn? Hoe gaat het buitenspelen? Gaat dat ook zo als we maar één oog zouden hebben?” Achtergrond informatie Kinderfilosofie • Filosoferen met kinderen is samen nadenken zonder dat je leert wat grote filosofen allemaal gedacht hebben. Kinderfilosofie is gericht op het leren verwoorden van je eigen wereldbeeld, hoe het komt dat je denkt zoals je denkt. Dit gebeurt in dialoog. Het betekent zowel het analyseren van je eigen gedachten, hoe ze verschillen van anderen, als ook het nadenken over speculatieve vragen. Filosoferen begint altijd met het stellen van vragen. Waar gaat het over? Over wat denken is, wat het leven is en of het de moeite waard is, hoe je moet leven, wat geluk is. Maar ook over uitslovers, stoer doen, overbevolking, mooie dingen, de beste vaders, of opvoeding nodig is, kortom over vragen die we samen de moeite waard vinden om te stellen en onderzoeken. • Filosoferen is leren argumenteren. • De filosofieles is een van de weinige momenten waarin het actieve denken en de resultaten daarvan voor kinderen echt ter zake doen. Het gaat niet om het vinden van de 'juiste' antwoorden, maar om het ontwikkelen van denkvaardigheden en een eigen zienswijze. Kinderen leren ervaren dat hun argumenten er toe doen ofwel serieus genomen worden. Het is een gegeven dat er vragen bestaan, waarop niet makkelijk een antwoord te vinden is. • Het leren argumenteren is een activiteit die nauwelijks binnen de basisschool wordt ontwikkeld. Uitgangspunt hiervoor zou moeten zijn: het eigen denken van kinderen stimuleren. "Filosofie scherpt het denken van kinderen. Zij leren onderscheid maken tussen opvattingen die er wel toe doen en opvattingen die er niet toe doen."
Lesmodule M1-4 Blad 2
Natuurproject Samen op Pad