Docentenhandleiding / Lesmateriaal 1
Inhoud 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2.
Praktische gegevens en routebeschrijving ...................................................................................... 4
3.
Informatie over het Stedelijk Museum ........................................................................................... 5
4.
Opbouw van het programma .......................................................................................................... 6
5.
Inleidende les ‘We gaan naar het Stedelijk Museum!’.................................................................... 7
6.
Voorbereidende les....................................................................................................................... 10
7.
De achtergrond van ‘Stad en Taal, Ontmoet kunst’ ...................................................................... 11 Bijlage I – Inleidende les ................................................................................................................ 12 Bijlage II – Voorbereidende les ...................................................................................................... 17 Bijlage III – Huisregels .................................................................................................................... 23
Tijdens het bezoek aan het Stedelijk Museum krijgt elke cursist het ‘Stad en Taal-bookazine’. Dit boekentijdschrift heeft meerdere functies. In de eerste plaats is het een werkboek voor cursisten dat tijdens het tentoonstellingsbezoek gebruikt wordt. De inhoud – vragen, opdrachten (ook voor thuis en in de klas), woordenlijst, foto’s en interviews- kan echter iedereen aan het denken zetten over taal, culturele diversiteit en musea. U kunt het ‘bookazine’ gebruiken voor afsluitende lessen en opdrachten.
2
1. Inleiding Het programma ‘Ontmoet kunst’ van het Stedelijk Museum is onderdeel van ‘Stad en Taal’. Binnen ‘Stad en Taal’ hebben verschillende musea met steun van de gemeente Amsterdam programma’s ontwikkeld voor cursisten die deelnemen aan taal- en inburgeringstrajecten. De programma’s bestaan uit voorbereidende lessen, een museumbezoek en afsluitende opdrachten. De musea en de gemeente willen een brug slaan tussen de cursisten, de stad Amsterdam en kunst en cultuur. ‘Ontmoet kunst’ is ontwikkeld voor cursisten ‘Nederlands als tweede taal’ op weg naar taalniveau 3 (gevorderd A2 niveau). Vanaf november 2012 wordt ‘Ontmoet kunst’ weer aangeboden in het nieuwe Stedelijk Museum. Tijdens dit bezoek maken cursisten kennis met het Stedelijk Museum, de gerenoveerde oudbouw en de nieuwbouw. Cursisten kijken naar moderne en hedendaagse kunst, en leren in het Nederlands beschrijvingen maken, hun mening geven en argumenten formuleren. Moderne en hedendaagse kunst is de aanleiding en een sterk visueel referentiepunt om verschillende culturele en maatschappelijke onderwerpen aan de orde te laten komen. Door middel van een interactieve rondleiding, verzorgd door ervaren museumdocenten en beeldend kunstenaars komt de ontmoeting tot stand. Tijdens de rondleiding worden kunstwerken bekeken en besproken, de cursisten maken verschillende opdrachten om de taalontwikkeling te stimuleren en de kunstwerken te onderzoeken. ‘Stad en Taal, Ontmoet kunst’ is een goede buitenschoolse les om zowel de taalontwikkeling als de culturele participatie van de cursisten te stimuleren.
Contactpersoon ‘Stad en Taal, Ontmoet kunst‘ Stedelijk Museum: Stefanie Metsemakers
[email protected] 020 - 57 32 741
3
2. Praktische gegevens en routebeschrijving Het bezoek aan het museum Bij aankomst in Het Stedelijk Museum staat de museumdocent klaar bij de groepsentree. Hij of zij heet de groep welkom en begeleiden u en de groep naar de garderobe, daarna begint de rondleiding. Wij stellen het zeer op prijs als de groep op tijd komt. Als u vertraging oploopt, bel dan 020-7600470. Duur van het programma: anderhalf uur (90 min.) De rondleiding duurt ongeveer één uur, vooraf is er tijd voor ontvangst en daarna is er tijd om de rondleiding na te bespreken, met een kopje thee. Groepsgrootte: maximaal 15 cursisten per rondleiding. Kosten: € 75 per rondleiding (inclusief entree, één bookazine per cursist en vouchers voor terugkombezoek). Locatie: Het Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, Amsterdam. Reizen naar Het Stedelijk Museum Het Stedelijk ligt aan het Museumplein, direct naast het Van Gogh Museum. Op de halte Van Baerlestraat, direct bij het museum stoppen de trams 2, 3, 5 en 12, en op de halte Museumplein, stoppen ook de trams 16 en 24 en bussen 142, 145, 170, 172, 197, 358, 370. Zie ook: www.9292ov.nl Parkeren Er is een Q-park parkeergarage voor het museum, onder het museumplein aan de Van Baerlestraat 33b. Zie ook: www.parkeren.amsterdam.nl
4
3. Informatie over het Stedelijk Museum Nederland telt ongeveer 800 musea, Amsterdam bijna 40. Er bestaan allerlei soorten musea. Bijvoorbeeld: cultuurhistorische (Amsterdams Historisch Museum), volkenkundige (Tropenmuseum), technische (NEMO), historische (Verzetsmuseum) en kunsthistorische musea (Van Gogh Museum). Het Stedelijk Museum is een museum voor moderne en hedendaagse kunst en vormgeving, een kunstmuseum. In 1895 bouwde de gemeente Amsterdam het museum aan de Paulus Potterstraat. In het begin was het nog geen museum voor moderne kunst alléén. Toen waren naast hedendaagse Franse en Hollandse meesters vooral voorwerpen te zien: antiek, munten, juwelen, horloges en andere bijzondere objecten. Ouddirecteur Rudi Fuchs zegt hierover: “Het was een stil, beschaafd museum voor de Amsterdamse burgerij in een tijd dat er van iets roerigs als moderne kunst geen sprake was.” Tijdens en na Willem Sandberg (1945-1962) werd het Stedelijk Museum een internationaal toonaangevend museum voor moderne kunst. Avant-gardistische kunstenaars vanuit de hele wereld zoals Robert Rauschenberg, Nikki de St. Phalle, Jackson Pollock en Karel Appel kregen een plek in het Stedelijk Museum toen ze nog nergens anders werden geaccepteerd. Nu is hun kunst wereldberoemd.
Oud-directeur Willem Sandberg leidt bezoekers rond in de tentoonstelling ‘Honderd jaar Fransche kunst’, in 1938.
Pas sinds begin jaren '70 toont het Stedelijk Museum alleen moderne kunst (vanaf ca. 1850). De collectie bestaat nu uit verzamelingen van schilderkunst, beeldhouwkunst, fotografie, toegepaste kunst, industriële & grafische vormgeving en film & video. Het gebouw van de architect A.W. Weissman aan de Paulus Potterstraat voldeed niet meer aan de klimatologische eisen en de ambities voor een uitgebreid tentoonstellingsprogramma. Het gebouw werd daarom verbouwd en krijgt een nieuw gedeelte. Het Stedelijk was tijdelijk (t/m oktober 2008) gevestigd aan de Oosterdokskade naast het Centraal Station. Daarna heeft het museum een jaar lang door de stad gezworven met het project Stedelijk in de Stad. Nu is het museum vanaf 23 september 2012 weer definitief open.
De Bouwkeet on tour, één van de projecten van Stedelijk in de Stad.
5
4. Opbouw van het programma Indeling Inleidende en voorbereidende les (minimaal één klokuur) Bezoek aan het museum (anderhalf uur exclusief reistijd) Afsluitende les (minimaal één klokuur)
Uitvoering van het programma De inleidende, voorbereidende en afsluitende les verzorgt u als docent op het taalinstituut. Tijdens het bezoek aan het museum begeleidt een museumdocent van het Stedelijk Museum de groep. Voor de lessen op het taalinstituut geeft het museum een aantal suggesties in deze handleiding. U kunt alle lessen geven, maar u kunt er ook één kiezen. U kunt zelf bepalen welke suggestie het beste bij uw groep past. Inspiratie voor afsluitende lessen vindt u in het Stad en Taal bookazine . Dit bookazine ontvangen de cursisten tijdens het bezoek aan Het Stedelijk Museum.
Algemene leerdoelstellingen van ‘Stad en Taal, Ontmoet kunst’ Stimuleren van taalontwikkeling. Stimuleren van maatschappelijke en culturele participatie. Kennismaken met Amsterdamse culturele instellingen en Amsterdamse kunst. Kennismaken met de collectie van het Stedelijk Museum en moderne en hedendaagse kunst. Spreek- en luistervaardigheid vergroten door met elkaar in de klas en met de museumdocenten te praten en te discussiëren naar aanleiding van de kunstwerken. Kennismaken met musea en museumvoorwerpen: wat is er te zien in musea, wat voor activiteiten organiseren musea en hoe zijn musea te bereiken? Kennismaken met kunstenaars.
6
5. Inleidende les ‘We gaan naar het Stedelijk Museum!’ Bij de inleiding op het bezoek aan Het Stedelijk Museum kunt u gebruik maken van de tekst met informatie over het museum (p. 5) en het ondersteunend beeldmateriaal in bijlage I
A. Groepsgesprek: het (Stedelijk) Museum Materiaal: Vragenlijst, eventueel pen en papier + woordweb Tijd: 30 min. Doel: Inleiding op het onderwerp, associaties oproepen, mondelinge taalvaardigheid stimuleren Uitvoering opdracht: Als inleiding kunt u met de groep een gesprek hebben over het museum. Hieronder staan suggesties voor onderwerpen en vragen. Veel vragen hebben een persoonlijk antwoord, bij deze vragen is er geen goed of fout antwoord, elk antwoord is waardevol. Schrijf per onderwerp zoveel mogelijk op het bord.
Het Museum Wat is een museum? (Woordenboekvertaling: gebouw waarin voorwerpen van culturele waarde bijeengebracht zijn en uitgestald worden) Waarom bewaart een museum objecten? (Vanwege hun cultuur-, kunsthistorische of andere unieke waarde, zodat iedereen het kan zien en onderzoeken, ook in de toekomst) Wie heeft er al eens een museum bezocht in Amsterdam of elders in Nederland? Zo ja, welke musea heeft u bezocht en wat heeft u daar gezien? Wat is er te zien of te doen in een museum? Wat voor soorten musea zijn er? (kunsthistorische, cultuurhistorische, historische, technische, volkenkundige, wetenschap etc.) Welke musea zijn er in het land waar u vandaan komt? Kunt u iets vertellen over een museum dat u heeft bezocht in uw geboorteland?
Verzameling/Collectie Wat is een verzameling? (gelijksoortige objecten bijeengebracht) Waarom verzamelen mensen? (hobby, passie, bewaren voor later)
7
Heeft u zelf een verzameling, zo ja waarvan?
Hoe komt u aan de objecten voor de verzameling?
Uit wat voor verzamelingen bestaat de collectie van het Stedelijk Museum? (moderne en hedendaagse kunst: schilderijen, fotografie, vormgeving, videokunst en beeldhouwkunst)
Kunst Waar denkt u aan bij het woord kunst? (woordenboekvertaling: het creatief en origineel tot uiting brengen van gedachten of gevoelens op vaak ontroerende of schokkende wijze) Wat voor soorten kunst kent u? (schilderijen, beelden, films, kunst in de openbare ruimte, sieraden etc.) Wat kunnen functies van kunst zijn? (esthetisch, maatschappijkritisch, andere blik, educatief etc.) Wat voor waardes kan kunst hebben? (emotioneel, geldwaarde, historische etc.) Waar denkt u aan bij moderne kunst? (nieuwe of vernieuwend, abstract etc.) Noem een aantal kenmerken van moderne kunst. (moderne materialen, vaak niet realistisch maar abstract, veel video en fotografie) Wat betekent hedendaagse kunst? (kunst van nu, kunst gemaakt door kunstenaars die nog leven) Wat is het verschil tussen oude kunst en moderne kunst? (materialen, onderwerpen, functie etc.)
B. Schrijf- en spreekopdrachten Schrijven Materiaal: pen en opdrachtenvel ‘waar denkt u aan bij het woord…’ (bijlage eventueel een woordenboek). Tijd: 10 min. Doel: Associatief denken. Stimuleren van schriftelijke taalvaardigheid.
8
Uitvoering opdracht: Schrijf op waar u aan denkt bij het woord ‘kunst’? Het woord ‘kunst’ kan ook vervangen worden door het woord ‘museum’. Neem de opdrachtvellen mee tijdens het museumbezoek. De museumdocent kan het in de inleiding bespreken en achteraf kan gekeken worden of ze de woorden die ze hebben opgeschreven pasten bij het bezoek.
Spreken Materiaal: meegenomen voorwerpen van thuis (of een foto van het voorwerp). Tijd: afhankelijk van het aantal cursisten en objecten, u kunt deze opdracht ook verdelen over meerdere lessen. Doel: Stimuleren van mondelinge taalvaardigheid. Leren beschrijven. Vertellen vanuit een persoonlijke ervaring. Impliciet nadenken over museumvoorwerpen en wat hun waarde kan zijn. Uitvoering opdracht: Laat de groep een voorwerp van thuis meenemen wat zij bijzonder vinden, wat waardevol voor hen is, of wat ze verzamelen. Laat een andere cursist het voorwerp beschrijven. Laat daarna de eigenaar van het voorwerp het persoonlijke verhaal achter het object vertellen. Afsluitende vraag: Wat voor waarden kan een (kunst)object hebben? (emotioneel, geldwaarde, historische etc.)
Spreken of schrijven Materiaal: Pen en papier, eventueel woordenboek. Tijd: minimaal 15 min. Doel: Oefenen met het maken van een beschrijving aan de hand van een afbeelding. Uitvoering opdracht: Kies één van de afbeeldingen van een kunstobject uit de bijlage. Beschrijf deze afbeelding (mondeling of schriftelijk) zo gedetailleerd mogelijk. Vragen die kunnen helpen zijn: Wat ziet u? Wat valt direct op? Wat voor omgeving is het? Vergelijk de beschrijvingen. Wat zijn overeenkomsten en wat zijn verschillen? Hoe komt het dat groepsleden verschillende beschrijvingen hebben, of niet?
Schrijven Materiaal: Pen en papier, eventueel woordenboek. Tijd: 30 min. Doel: Schriftelijke taalvaardigheid bevorderen. Fantasie gebruiken. Creatief schrijven. Uitvoering opdracht: Schrijf een eigen verhaal bij één van de afbeeldingen uit de bijlage. Het verhaal moet met fantasie geschreven worden. Vragen die kunnen helpen zijn: Wie of wat staat er op de afbeelding? Waar denkt u aan? Welke betekenis kan het hebben? Wat is de plaats of waar speelt het zich af? Wat zijn de onderlinge relaties tussen de personen op de afbeelding? Wat zou er net gebeurd zijn? In welke tijd speelt het zich af? Door wie is deze afbeelding gemaakt? Wie heeft de afbeelding nu in zijn of haar bezit?
9
6. Voorbereidende les ‘We gaan naar het Stedelijk Museum en…’ Welke woorden kom je tegen in het museum? Om de cursisten goed voor te bereiden op de gesprekken en opdrachten in het museum is het prettig als ze een aantal woorden al een keer gehoord hebben. Materiaal: ‘Museum-woordenlijst’ en afbeeldingen uit de tentoonstelling met titelkaartjes (zie bijlage II) Tijd: 30 min. Doel: Woordenschat uitbreiden, voorbereiding op gesprekken in het museum Uitvoering opdracht: Bekijk de ‘museum-woordenlijst’. Welke woorden kennen de cursisten al? Kunnen ze de lijst al voor een deel invullen? U kunt de cursisten de woorden die ze niet kennen op laten zoeken in een woordenboek. Aan de hand van de afbeeldingen met titelkaartje kunt u uitleggen dat elk kunstobject voorzien is van een titelkaartje. Welke informatie kunnen ze op een titelkaartje vinden? Het titelkaartje kunnen ze gebruiken als ze een kunstwerk moeten beschrijven.
10
7. De achtergrond van ‘Stad en Taal, Ontmoet kunst’ Achtergrondinformatie over een stad, de geschiedenis en kunst dragen bij aan een positieve kennismaking met de eigen woonomgeving. De basis voor een open en sociaal sterke samenleving ligt onder meer in ontmoeting en uitwisseling met anderen. Kunst kan hierbij een belangrijke rol spelen. Musea zijn bij uitstek specialisten in het openen van ogen voor het nog onbekende. Kunst gaat over kijken en bekeken worden, over betrokken raken bij anderen en over communiceren; communicatie op gang brengen daar waar deze ontbreekt en kennismaken met anderen die je doorgaans voorbij loopt. Kunst heeft het vermogen bestaande, zwijgzame en non-communicatieve situaties open te breken.
Positieve wisselwerking Geschiedenis, kunst en cultuur is overal en zeker in Amsterdam. Culturele diversiteit zorgt voor een wisselwerking tussen het ‘lokale’ en globalisering. Dit levert soms spanningen op, maar het werkt evenzeer inspirerend en verrassend. Naast kennismaking met de Amsterdamse geschiedenis, kunst en cultuur richt ‘Stad en Taal’ zich ook op het vergroten van Nederlandse taalvaardigheid en het stimuleren van discussies over actuele maatschappelijke ontwikkelingen, om zo een positieve wisselwerking tussen verschillende culturen te creëren. Uitgangspunten van het project zijn: interactie, eigen inbreng en uitwisseling van cultuur.
Proefjaar Van augustus 2006 tot augustus 2007 werkten cursisten, taaldocenten, kunstenaars, studenten, wetenschappers en museummedewerkers samen aan de opzet en ontwikkeling van ‘Ontmoet kunst’. Een verslag hiervan is te vinden in het bookazine. Het uiteindelijke programma is opgezet in samenspraak met NT-2 docenten en uitgebreid getest tijdens het proefjaar.
Andere programma’s binnen ‘Stad en Taal’ Het Stedelijk Museum biedt ‘Ontmoet kunst’ aan als onderdeel van ‘Stad en Taal’. Andere programma’s zijn ‘Mijn Mokum’, ‘Focus op mijn stad’ en ‘Opvoeding en kind’, van het Amsterdams Historisch Museum en ‘Bezet en Bevrijd’ van het Verzetsmuseum. Vanaf januari 2008 bieden ook het Tropenmuseum en FOAM_Fotografiemuseum Amsterdam een programma aan.
Tentoonstellingen en vaste collectie Stedelijk Museum Het Stedelijk Museum is een museum voor moderne- en hedendaagse kunst en vormgeving. Het beheert zeer verschillende collecties: schilderkunst, beeldhouwkunst, film en video, vormgeving en fotografie. ‘Ontmoet kunst’ is een flexibel programma dat wordt toegepast op de tentoonstelling die op het moment van het bezoek in het Stedelijk te zien is. Het gerenoveerde historische gebouw toont de rijkdom van de collectie van het Stedelijk. Met lang gemiste hoogtepunten en spraakmakende actuele kunst, maar ook verrassingen uit het depot en persoonlijke verhalen. Voor meer informatie over deze tentoonstellingen kijk op www.stedelijk.nl.
11
Bijlage I – Inleidende les ‘We gaan naar het Stedelijk Museum’ Afbeeldingen: o Gebouw aan de Paulus Potterstraat uit 1895, A. Weissman; o Het Museumplein; o De nieuwbouw. Opdrachtenvel: ‘Waar denkt u aan bij het woord…’
12
Het gebouw van het Stedelijk Museum van architect A.W. Weissman uit 1895 aan de Paulus Potterstraat 13, Amsterdam.
13
Het Museumplein Van Gogh Museum
Rijksmuseum Rijksmuseum
Van Gogh Museum
Oudbouw Stedelijk Museum
Nieuwbouw
Concertgebouw
14
Nieuwbouw Stedelijk Museum
15
Kunst
Waar denkt u aan bij het woord?
16
Bijlage II – Voorbereidende les ‘We gaan naar het Stedelijk Museum en…’ Afbeeldingen van kunstwerken met titelkaartje ‘Museum-woordenlijst’
17
Naam kunstenaar: Vincent van Gogh Geboorteland en geboortejaar: Nederland, 1853 Titel kunstobject: Augustine Roulin (La berceuse) Jaartal waarin het kunstwerk gemaakt is: 1889 Materiaal / Techniek: Schilderij
18
Naam kunstenaar: Piet Mondriaan Geboorteland en geboortejaar: Nederland, 1872 Titel kunstobject: Nr. IV Jaartal waarin het kunstwerk gemaakt is: 1918 Materiaal / Techniek: schilderij
19
Naam kunstenaar: George Hendrik Breitner Geboorteland en geboortejaar: Nederland, 1857 Titel kunstobject: De Dam Jaartal waarin het kunstwerk gemaakt is: 1898 Materiaal / Techniek: Schilderij
20
Naam kunstenaar: Marlene Dumas Geboorteland en geboortejaar: Zuid-Afrika, 1953 Titel kunstobject: Martha – Sigmund’s Wife Jaartal waarin het kunstwerk gemaakt is: 1984 Materiaal / Techniek: Schilderij
21
Museumwoordenlijst Naam: het museum =
de collectie =
de beeldhouwkunst =
de videokunst =
de vormgeving =
de moderne kunst =
de garderobe =
de fotografie =
de materialen =
de tentoonstelling =
het kunstwerk =
het titelkaartje =
het symbool =
de rondleiding =
de rondleider =
het schilderij =
de tekening =
abstract =
het beeld =
de kunst =
de kunstenaar =
figuratief =
de foto =
de voorstelling/voorstellen =
de titel =
22
Bijlage III – Huisregels Geluid Een tentoonstelling bezoek je om te kijken en te praten over kunst. Houd rekening met andere bezoekers en beperk harde of storende geluiden. Mobiel telefoneren op zaal is niet toegestaan. Afstand tot de kunstwerken Kunstwerken beschadigen bij iedere aanraking, ook al zie je dat misschien niet direct. Het aanraken van de kunstobjecten is dan ook niet toegestaan. Probeer de kunstobjecten niet te dicht te naderen, neem voor de zekerheid voldoende afstand (ongeveer 1 meter). Wat mag je op de tentoonstelling meenemen? Voorwerpen zoals (rug)zakken en paraplu’s kunnen schade veroorzaken en mogen daarom niet mee op zaal. Voor het opbergen van deze voorwerpen is er een garderobe. Het is niet toegestaan om zelf meegebracht eten, drinken of rookwaar op de tentoonstelling te gebruiken. Schrijven en tekenen Schrijven of tekenen tijdens het bezoek aan de tentoonstelling kan met de potloden en klemborden die in het museum aanwezig zijn. Deze worden door de rondleiders uitgereikt. Het is niet toegestaan expositiemateriaal of muren als ondergrond te gebruiken. Begeleiding groepsbezoek Om de communicatie met groepen te vergemakkelijken, is het noodzakelijk dat per groep één persoon het aanspreekpunt is. Voor groepen geldt: minimaal 1 begeleider per 15 leerlingen.
23