Lesmateriaal: WOI voor kinderen Lesverloop De werkblaadjes en bijlage zijn zo ontworpen dat de leerkracht nog over een ruime vrijheid beschikt. Zo kan je zelf beslissen hoe je de les aanpakt. Een van de manieren is de leerlingen in groepen van drie of vier verdelen, en de leerlingen in groep de werkbundel laten oplossen. Daarnaast kan men de leerlingen ook per twee, of individueel laten werken. Indien de leerkracht dat wenst kan hij of zij mits enkele aanpassingen de les ook klassikaal overlopen met de leerlingen. Het eerste deel van de bundel gaat over het nut van kinderliteratuur tijdens WOI. Daarnaast worden de kenmerken van kinderliteratuur en strips uit de Eerste Wereldoorlog besproken. In de werkbundel komt ook een vergelijking van oude en recente strips aan bod. Voor die recente strips hebben wij gekozen voor een vervolgverhaal van een SUSKE & WISKE strip uit Het Nieuwsblad. Als leerkracht ben je natuurlijk vrij in die keuze, en kan je gemakkelijk een ander stripfragment selecteren. Het voordeel van zo een vervolgverhaal, is dat het een goed contrast geeft met stripverhalen uit WOI, die eerder een gesloten opbouw hadden. Het lesmateriaal, de afbeeldingen, zijn gebundeld in een boekje. Dit boekje heeft een A5 formaat en kan, afhankelijk van de keuze van de leerkracht, voor elke leerling apart of een aantal keer afgedrukt worden. Het is belangrijk dat de boekjes in kleur afgedrukt worden, in grijswaarden komen de afbeeldingen niet altijd tot hun recht. Het boekje kan u op onze weebly pagina, woileuven.weebly.com, vinden. Wat wel belangrijk is, is dat deze les niet in het begin van een lessenreeks over de Eerste Wereldoorlog gegeven wordt. De les komt volgens ons optimaal tot zijn recht als de leerlingen al over een zeker bagage beschikken. De les maakt gebruik van afbeeldingen uit tijdschriften voor kinderen, ten tijde van WOI. De leerlingen moeten de afbeldingen stripfragmenten bestuderen. Naast het gebruik van bronnen komen er ook thema’s als historische kritiek en burgerzin aan bod. Hieronder hebben we de ingevulde versie van de werkbundel, die leerkrachten kunnen gebruiken, bijgevoegd. Voor de lege versie van de werkbundel en het afbeeldingenboekje verwijzen we naar de bijlage. Als je als leerkracht extra informatie over het onderwerp te weten wil komen raden we het boek, De Grote Oorlog voor kleine kinderen van Anthony en Nicky Langley aan. Uit dit boeken komen ook de afbeeldingen vandaan.
Situering in de Eindtermen: 2.1 Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. tijd, ruimte en socialiteit 2.1.2 Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. de bestudeerde samenlevingen uit de 19de en 20ste eeuw De leerlingen 6 analyseren fundamentele conflicten en breuklijnen waarmee moderne samenlevingen worden geconfronteerd. 2.2 Vaardigheden i.v.m. de methodologische onderbouwing 2.2.1 Verzameling van historisch informatiemateriaal De leerlingen kunnen 14 doeltreffend informatie selecteren uit gevarieerd informatiemateriaal omtrent een ruim geformuleerde historische of actuele probleemstelling. 15 hun selectie van informatie kritisch verantwoorden. 2.2.2 Bevraging van het historisch informatiemateriaal De leerlingen kunnen 16 zelfstandig de nodige gegevens voor het beantwoorden van een historische probleemstelling halen uit het historisch informatiemateriaal zoals beeldmateriaal, schema's, tabellen, diagrammen, kaarten, cartoons, dagboekfragmenten, reisverslagen, memoires. 2.3 Attitudes De leerlingen 24* zijn bereid om actuele/historische spanningsvelden vanuit verschillende gezichtshoeken kritisch te bekijken, rekening houdend met mogelijke achterliggende waarden, normen en mentaliteiten.
Gebruikte bronnen: LANGLEY, L, LANGLEY, N, De Grote Oorlog voor kleine kinderen, Heldenmoed in beeld, Uitgeverij Davidsfons, Leuven, 2012, 151 pagina’s. WIKIPEDIA, Kindsoldaat, internet, 22-05-2013, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kindsoldaat).
Ingevuld werkblad:
WOI voor kinderen 1. Het nut van kindertekeningen: Kijk naar het woord ‘Boche’ op bladzijde 3. Wat valt je op aan het woord? De letters staan onder elkaar geschreven. De auteur wil iets voorstellen met het woord.. ....................................................................................................... .................................................................................................................. Ken je de betekenis van het woord? Boche = mof ............................................ Kijk naar de laatste van de vier prenten op bladzijde 4, let vooral op de details. Wat zie je? Wat zou de maker van deze tekening bedoelen? Een speelgoedpaardje, een houten geweer en kindervoetjes. Hij wil de Duitse soldaat als een kindermoordenaar afbeelden. Wat zou nu het doel geweest zijn van deze kindertekening? De prent kan mogelijk als propaganda gediend hebben. Zou wou men kinderen laten aanzien dat de Duitsers de ‘slechten’ waren. Kijk naar de prenten op bladzijde 5, 6 en 7. Wat is het thema van de drie prenten? Oorlogsvoering Wat gebeurt er op elke prent? Op elke prent worden er mensen vermoord. De eerste prent geeft een slagveld weer. De tweede prent geeft een jongen, die een Duitser neersteekt met een bajonet, weer. Op de laatste prent wordt een machinegeweer bemand door een jongetje die Duitse soldaten vermoord. Waarom zouden er zoveel prenten en tijdschriften verschenen zijn over dit thema? Men wou aantonen dat oorlogsvoering tegen de vijand, de Duitsers, een goede zaak was. Voor kinderen wiens familie naar het front moest, was dit ook een manier van ‘dromen’ van heldendaden en moed. Kijkt men vandaag met hetzelfde oog naar dit thema? Vandaag staat men meer afkeurend tegenover oorlogsvoering, er worden ook geen kinderboeken, tijdschriften uitgegeven over de thema’s. Vandaag de dag besteden onder andere journaals aandacht aan het afkeuren van oorlogen.
2. Kinderen in de Eerste Wereldoorlog a. Kinderen in de literatuur “De oorlogsgebeurtenissen gingen niet onopgemerkt aan de kinderen voorbij. Soms woonden ze pal in een oorlogsgebied, waren ze getuige van voorbijmarcherende soldaten of werden ze zelf slachtoffer van oorlogsgeweld. Of zagen ze hun vaders of broers vertrekken naar de slagvelden, als vrijwilliger of opgeroepen soldaat. Hoe dan ook leefden ze langdurig in angst en onzekerheid.” Bekijk de afbeeldingen op de pagina’s 7 en 8. Wat valt je op met betrekking tot het hoofdpersonage. Het hoofdpersonage is steeds een kind. Wat is zo bijzonder aan de hoofdpersonages? Wat hebben ze gemeen? Ze dragen allemaal wapens en vechten tegen de vijand. Hoe staat men tegenwoordig tegenover kindsoldaten? Vandaag is men zeker niet voorstander van kindsoldaten. Men is van mening dat kinderen niet thuishoren op het slagveld. Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind stelt zelfs dat kinderen onder de 15 jaar niet mogen worden ingezet bij gewapende conflicten. Zou men daar tijdens de Eerste Wereldoorlog ook zo over gedacht hebben? De afbeeldingen die we zien, zijn helemaal niet tegen kindsoldaten. In de Eerste Wereldoorlog vond men het lovenswaardig dat kinderen hielpen. Bekijk en lees de strip: LE MENDIANT BELGE op p. 10. Vat de strip kort samen in je eigen woorden. Een oude bedelaar wordt aangesproken en lastiggevallen door drie Duitse officieren. Ze mishandelen de bedelaar en laten hem achter. De bedelaar neemt wraak op de drie officiers. Hij vermoord hen een voor een, als ze het meest kwetsbaar zijn. De oude man wordt gefusilleerd, maar zegt dat hij er geen spijt van heeft. In welk opzicht verschilt deze strip met de vorige afbeeldingen? Het hoofdpersonage is geen kind maar een oude man.
b. Literatuur voor kinderen. Bekijk de strips op de pagina’s 9, 10 en 11. Vergelijk ze daarna met een hedendaagse strip op pagina 12.
Thema
Strips uit WOI Oorlog staat centraal, zwaar thema
SUSKE & WISKE, De vliegende rivier luchtiger
Hoofdrol(len)? (geslacht) rolverdeling
Burgers, kinderen en soldaten Meestal zijn de Duitsers de ‘slechten’
SUSKE en WISKE Een slechterik
gesloten of open?
Gesloten, de strips eindigen na een pagina.
Open, je kent het einde nog niet, daarvoor moet je dagelijks de krant kopen.
Vormgeving
De strips zijn opgebouwd uit gesloten afbeeldingen. Daaronder loopt er een doorlopende tekst.
Vakken met beeld en tekstballonnen.
doel
Enerzijds de oorlog verbloemen, enkel de mooie kant laten zien, anderzijds ontspanning. Het kan ook gezien worden als propaganda.
ontspanning
c. Meisjes en WOI Tot nu toe waren de hoofdfiguren in de kinderliteratuur enkel mannen of jongens. Hebben vrouwen of meisjes dan geen rol gespeeld in de oorlog?. Wat zou de rol van vrouwen tijdens WOI zijn geweest? (bekijk hiervoor de afbeeldingen op p. 13 Ze waren voornamelijk verpleegster.
Lees de tekst: ‘Emilienne Moreau, La nouvelle Jeanne d’Arc’ Hoe schoot Emilienne de Britten ter hulp ? Ze richtte samen met de Bitse arts een hulppost op. Ze verschafte de Britse soldaten informatie over de Duitsers. Ze vermoorde Duitse soldaten. Waarom zou ze een school opgericht hebben in haar kelder? De kelder wijst waarschijnlijk op het clandestiene. Zo zal de kans, op ontdekking door de Duitsers, waarschijnlijk minder groot geweest zijn. Bekijk nu de afbeeldingen op p. 16-17. Welke van de vier afbeeldingen valt uit te toon en waarom? De prent: The Joan of Arc of Northern France. Hier is Emilienne soldaten aan het verzorgen. Op alle andere prenten vecht ze met Duitse soldaten. Is deze afbeelding correct volgens de tekst? Waarom wel/niet? Ja, Emilienne zou een eerstehulppost hebben opgericht om er samen met de Britse verplegers de gewonden te verzorgen. Wat tegenstrijdig is met de tekst, is het feit dat ze tijdens het moment dat de hulppost onder vuur genomen werd, meegevochten zou hebben. Is de informatie die we vinden betrouwbaar? Waarom wel/niet? Ja en neen. Emilienne heeft haar memoires neergeschreven, en dus weten we wel wat er gebeurt is. Anderzijds is er vandaag geen spoor dat naar Emilienne leidt. Daarnaast zijn haar memoires de enige bron die we gevonden hebben, andere versies ontbreken, en dus is haar verhaal misschien wel subjectief.
Nu is het aan Jullie! Stel je hebt net een nieuwe afbeelding voor het begin van een strip ontvangen. De afbeelding is zeer mooi, maar er mist enkel nog een titel. Deze moeten jullie met je hele redactieploeg verzinnen. Denk eraan, de titel is het eerste wat de mensen zien, en moet aanspreken. Iets te gewelddadigs zal niet aanspreken. Aan de andere kant mag het natuurlijk niet te ‘braaf’ zijn. (de afbeelding kan je ook terugvinden in je boek. In deze versie voor de leerkracht hebben we de originele afbeelding bijgevoegd. Zo kan deze dor de leerkracht getoond worden na de opdracht. De leerlingen kunnen hun versie dan vergelijken met het origineel.