kinderen voor kinderen adhd
AD(H)D bij volwassenen Een uitdaging voor de ‘echte’ gedragstherapeut? Powerpoint komt op internet: VGCT
Katrine de Vries Klinisch psycholoog/supervisor/docent VGCT Supervisor schematherapie
GGZ-groep (Eindhoven en Den Bosch) Voorheen: manager behandeling van Centrum ADHD Volwassenen GGZ Breburg Bestuurslid van netwerk ADHD Nederland
http://catchwreck.bandcamp.com/track/adhdfeat-a-spendacash-junelyfe
Hoeveel van jullie cliënten hebben (óók) AD(H)D? 0-5 % 5-10% 10-15% 15-20% Meer dan 20%
Waarom deze workshop ADHD bij volwassenen? • • • • •
• • • •
ADHD en ADD bij volwassenen wordt nog te vaak niet of te laat herkend (Timbos Nemesis 2: slecht 1 op de 4 behandeling) ADHD bij volwassenen ontbreekt in de opleiding van psychologen ADHD is niet makkelijk te onderscheiden van andere stoornissen, waardoor er kans bestaat op overdiagnostiek Herkenning is van belang aangezien niet behandelde ADHD kan leiden tot chroniciteit van comorbide stoornissen AD(H)D gepaard gaat met veel psychische, sociale en maatschappelijke problemen Cliënten hebben mij overtuigd: door ADHD te herkennen en te behandelen kunnen vuistdikke dossiers slinken tot een ontslagbrief Medicatie helpt vaak, maar lang niet altijd of niet genoeg ADHD is een neurobiologische stoornis, maar de leergeschiedenis kan de ernst van de symptomen mede bepalen. Cognitieve gedragstherapie is, voor zover onderzocht, effectief bij ADHD.
ADHD een neuro-biologische stoornis, maar….
Wat doen we in deze workshop ? • Tips en oefening om een indicatie voor ADHD onderzoek te stellen • Back tot basics: een ‘echte’ gedragstherapeut maakt functie- en betekenisanalyses. Hoe zien die eruit voor iemand met ADHD? • Praktische tips en oefening in de behandeling en de therapeutische relatie bij ADHD
Heel kort Wat is AD(H)D bij volwassenen?
Hyperactiviteit
Impulsiviteit o.a.ongeduldig
Concentratieproblemen o.a. snel afgeleid zijn
Enkele kenmerken die niet in de DSM staan • • • • •
Vol hoofd Stemmingswisselingen (soms)Traagheid (soms)Kort lontje Prikkelgevoeligheid (intenser horen, voelen, zien, ruiken, vaker allergie e.d.) NB: er zijn meer subtypes dan de DSM beschrijft!
Hun creativiteit kan ongekend zijn
Energiek, ondernemend en veerkrachtig En ze zijn er altijd voor in om nieuwe dingen te proberen
en zij vinden soms oplossingen waar anderen niet opkomen
Dat is dus ADHD, maar……….. Al deze kenmerken heeft iedereen wel eens een keer
Al deze kenmerken kunnen ook voorkomen bij vele andere stoornissen Risico van overdiagnostiek!
Symptomen van aandachtstekort kunnen o.a. ook voorkomen bij: • • • • • • • • • • •
Depressies en Burn-out Slaapproblemen Angststoornissen en PTSS achtige beelden Overbelasting of workaholic gedrag Div. lichamelijke aandoeningen/NAH Autisme Zwakbegaafdheid of hoogbegaafdheid Dyslexie Verslaving Puberteit (Bijna) iedereen zo nu en dan
Symptomen van impulsiviteit kunnen o.a. ook voorkomen bij • • • • • • • •
(Hypo)manie Antisociale persoonlijkheidsstoornis Borderline Stoornis in de impulscontrole Autisme Verslaving Puberteit (Bijna)iedereen zo nu en dan
Symptomen van hyperactiviteit kunnen o.a. ook voorkomen bij • • • • • • •
(Hypo)manie Sportieve mensen zonder AD(H)D Workaholics Overbelasting door omstandigheden Trauma’s (kinderen) Drugs (bijna) iedereen zo nu en dan
Diagnose is dus lastig en bovendien……….. • Cliënten met ADHD komen zelf lang niet altijd met de vraag of ze ADHD hebben • Cliënten die zelf bedenken dat ze ADHD hebben, moeten die gelijk een onderzoek krijgen?
Hoe herken je ADHD? Hoe beslis je of een ADHD onderzoek wenselijk is? Zelfrapportagevragenlijst Sandra Kooij
Naam
Zelfrapportage als kind Naam
Datum
0
1
2
3
1.
2.
Wanneer ik met iets bezig ben kan ik er met mijn aandacht slecht bij blijven (met name bij saaie/moeilijke taken) Ik luister slecht wanneer anderen iets tegen mij zeggen
0
1
2
3
2.
0
1
2
3
4.
Ik heb moeite om aanwijzingen op te volgen en/of karwijtjes/werk waar ik aan begin maak ik niet af
0
1
2
5.
Ik kan mijn bezigheden of taken moeilijk organiseren
0
1
6.
Ik probeer onder bezigheden uit te komen waarop ik me langere tijd moet concentreren
0
7. 8.
Ik raak dingen kwijt die ik nodig heb voor taken of bezigheden Ik ben afgeleid door uitwendige prikkels
9.
Ik ben vergeetachtig bij alledaagse bezigheden
3.
Erg vaak
Erg vaak
Ik let onvoldoende op details bij mijn werk of maak slordige fouten in werk of bij andere activiteiten
Vaak
Vaak
1.
Nooit zelde n Soms
Soms
Omcirkel het antwoord dat uw gedrag als kind (0-12 jaar) het best beschrijft
Nooit/ zelden
Omcirkel het antwoord dat het gedrag van de afgelopen zes maanden het best beschrijft.
Datum
Ik lette onvoldoende op details bij mijn schoolwerk of andere activiteiten en/of maakte slordige fouten. Ik kon mijn aandacht slecht bij taken en bezigheden houden
0
1
2
3
0
1
2
3
3.
Ik luisterde slecht wanneer anderen iets tegen me zeiden
0
1
2
3
3
4.
Ik had moeite om aanwijzingen op te volgen en/of om schoolwerk en andere karwijtjes af te maken
0
1
2
3
2
3
5.
Ik had moeite met het organiseren van taken of bezigheden
0
1
2
3
1
2
3
6.
Ik probeerde onder bezigheden uit te komen waarop ik me langer tijd moest concentreren
0
1
2
3
0
1
2
3
7.
Ik raakte dingen kwijt
0
1
2
3
0
1
2
3
8.
0
1
2
3
0
1
2
3
9.
Ik was snel afgeleid door uitwendige prikkels (bijv. geluiden) Ik was vergeetachtig in mijn alledaagse bezigheden
0
1
2
3
Deel A aantal scores
Deel A aantal scores:
10. Ik zit vaak te draaien/wiebelen op mijn stoel of te wriemelen met handen of voeten. 11. Ik sta snel op in situaties waarin verwacht wordt dat ik netjes blijf zitten 12. Ik voel me rusteloos of gejaagd en/of verveel me snel
0
1
2
3
10.
0
1
2
3
11.
0
1
2
3
12.
13. Ik kan me moeilijk ontspannen in mijn vrije tijd en/of zoek in mijn vrije tijd een omgeving met drukte/lawaai 14. Ik ben voortdurend ‘in de weer’ , alsof ik ‘door een motor’ wordt aangedreven 15. Ik praat aan één stuk door
0
1
2
3
13.
0
1
2
3
14.
0
1
2
3
16. Ik geef antwoord voordat vragen zijn afgemaakt
0
1
2
17. Ik vind het moeilijk om op mijn beurt te wachten
0
1
18. Ik verstoor bezigheden van anderen, onderbreek anderen of val ze in de reden
0
1
Deel B aantal scores:
Ik zat vaak te friemelen of te bewegen met handen en voeten of te wiebelen/draaien op mijn stoel Ik stond snel op van mijn stoel in situaties waarin verwacht werd dat ik netjes bleef zitten Ik rende vaak rond, klom overal op
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
15.
Ik had moeite met rustig spelen en/of had moeite met ontspannende activiteiten Ik was voortdurend ‘in de weer’ alsof ik door een motor werd aangedreven Ik praatte aan één stuk door
0
1
2
3
3
16.
Ik gaf antwoord voordat vragen afgemaakt waren
0
1
2
3
2
3
17.
Ik vond het moeilijk op mijn beurt te wachten
0
1
2
3
2
3
18.
Ik onderbrak anderen, viel ze inde rede of verstoorde hun bezigheden
0
1
2
3
Deel B aantal scores:
Weet niet
Zelfrapportage als volwassene
Hoe gebruik je deze lijst Oefeningen
Stellingen, gebaseerd op misverstanden uit de praktijk. wat is wel en niet waar? 1. ADHD’ers zijn druk 2. De huidige klachten en problemen zijn doorslaggevend voor de diagnose 3. Een AD(H)D diagnose komt uit een symptomen vragenlijst 4. Observatiegegevens zijn erg belangrijk voor de diagnose 5. ADHD kan je vaststellen zonder neuropsychologisch onderzoek 6. Als je langdurig kunt lezen of je soms langdurig kan concentreren heb je geen AD(H)D 7. Je kunt beter een proefbehandeling met medicatie doen dan een tijdrovend onderzoek 8. AD(H)D medicatie moet levenslang gebruikt worden 9. Mensen met obsessief-compulsieve trekken, die veel plannen en vrijwel alles perfect doen hebben geen ADHD
Stellingen 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9.
AD(H)D’ers zijn druk. volwassenen meestal niet De huidige klachten en problemen zijn doorslaggevend voor de diagnose. kindertijd en ADHD als meest aannemelijke oorzaak van huidig disfunctioneren is doorslaggevend Een AD(H)D diagnose komt uit een symptomen vragenlijst. nee: jatendentie. Anamnese en voorbeelden zijn essentieel, omdat dezelfde symptomen een andere oorzaak kunnen hebben Observatiegegevens zijn erg belangrijk voor de diagnose. je kunt het vaak niet zien en wat je ziet zegt niets over de oorzaak ADHD kan je vaststellen zonder neuropsychologisch onderzoek. Kán alleen maar zonder; neuropsychologisch onderzoek kan wel aanvullend sterkte-zwakte analyse geven. Efficiëntie overwegingen. Als langdurig kunt lezen of je soms langdurig kan concentreren heb je geen AD(H)D. niet als dit interesse gerelateerd is en er dan sprake is van hyperfocus Je kunt beter een proefbehandeling met medicatie doen dan een tijdrovend onderzoek. nee, zegt weinig over diagnose en bevestigt vooroordelen en helpt cliënt niet om deze ‘beperking’ te accepteren AD(H)D medicatie moet levenslang gebruikt worden. nee, tenzij cliënt dat na twee jaar zelf nog wil, omdat het goed werkt Mensen met obsessief-compulsieve trekken, met strakke schema’s en die veel perfect doen hebben geen ADHD: vaak juist wel, overcontrole als compensatie van executieve functie stoornis
Oefening met screeninsglijsten 3 cliënten zeggen: ik denk dat ik ADHD heb Zou je ADHD onderzoek doen? Wat zijn je overwegingen?
• Marie: 4 symptomen aandachtstekort in de volwassenheid en 4 symptomen in de kindertijd • Klaas: meer symptomen van hyperactiviteit in de volwassenheid dan in de kindertijd • Simon: hoofdzakelijk kenmerken van hyperactiviteit en impulsiviteit in de kindertijd en nu
Zelfrapportage als volwassene Naam
Zelfrapportage als kind
Datum
KLAAS
Datum
Soms
Vaak
Erg vaak
Nooit zelden
Soms
Vaak
Erg vaak
Weet niet
Omcirkel het antwoord dat uw gedrag als kind (0-12 jaar) het best beschrijft
Nooit/ zelden
Omcirkel het antwoord dat het gedrag van de afgelopen zes maanden het best beschrijft.
Naam
1.
Ik let onvoldoende op details bij mijn werk of maak slordige fouten in werk of bij andere activiteiten
0
1
X
3
1.
Ik lette onvoldoende op details bij mijn schoolwerk of andere activiteiten en/of maakte slordige fouten.
0
1
2
3
X
2.
Wanneer ik met iets bezig ben kan ik er met mijn aandacht slecht bij blijven (met name bij saaie/moeilijke taken) Ik luister slecht wanneer anderen iets tegen mij zeggen
0
1
X
3
2.
Ik kon mijn aandacht slecht bij taken en bezigheden houden
0
X
2
3
0
X
2
3
3.
Ik luisterde slecht wanneer anderen iets tegen me zeiden
0
1
2
3
4.
Ik heb moeite om aanwijzingen op te volgen en/of karwijtjes/werk waar ik aan begin maak ik niet af
0
X
2
3
4.
Ik had moeite om aanwijzingen op te volgen en/of om schoolwerk en andere karwijtjes af te maken
0
1
X
3
5.
Ik kan mijn bezigheden of taken moeilijk organiseren
0
1
2
X
5.
Ik had moeite met het organiseren van taken of bezigheden
0
1
2
3
X
6.
Ik probeer onder bezigheden uit te komen waarop ik me langere tijd moet concentreren
0
X
2
3
6.
Ik probeerde onder bezigheden uit te komen waarop ik me langer tijd moest concentreren
0
1
2
3
X
7.
0
1
X
3
7.
Ik raakte dingen kwijt
0
3
X
2
3
8.
0
2
3
9.
Ik ben vergeetachtig bij alledaagse bezigheden
0
X
3
9.
Ik was snel afgeleid door uitwendige prikkels (bijv. geluiden) Ik was vergeetachtig in mijn alledaagse bezigheden
X X
2
8.
Ik raak dingen kwijt die ik nodig heb voor taken of bezigheden Ik ben afgeleid door uitwendige prikkels
1
2
3
3.
0
Deel A aantal scores
Deel A aantal scores:
10. Ik zit vaak te draaien/wiebelen op mijn stoel of te wriemelen met handen of voeten. 11. Ik sta snel op in situaties waarin verwacht wordt dat ik netjes blijf zitten 12. Ik voel me rusteloos of gejaagd en/of verveel me snel
0
1
2
X
10.
0
X
2
3
11.
0
1
2
12.
13. Ik kan me moeilijk ontspannen in mijn vrije tijd en/of zoek in mijn vrije tijd een omgeving met drukte/lawaai 14. Ik ben voortdurend ‘in de weer’ , alsof ik ‘door een motor’ wordt aangedreven 15. Ik praat aan één stuk door
0
1
2
0
1
2
X X X
0
X
2
3
16. Ik geef antwoord voordat vragen zijn afgemaakt
0
2
2
17. Ik vind het moeilijk om op mijn beurt te wachten
0
18. Ik verstoor bezigheden van anderen, onderbreek anderen of val ze in de reden
0
Deel B aantal scores:
0
1
Ik zat vaak te friemelen of te bewegen met handen en voeten of te wiebelen/draaien op mijn stoel Ik stond snel op van mijn stoel in situaties waarin verwacht werd dat ik netjes bleef zitten Ik rende vaak rond, klom overal op
0
1
X
3
0
2
3
0
X X
2
3
0
1
X
3
0
X
2
3
15.
Ik had moeite met rustig spelen en/of had moeite met ontspannende activiteiten Ik was voortdurend ‘in de weer’ alsof ik door een motor werd aangedreven Ik praatte aan één stuk door
3
3
X
16.
Ik gaf antwoord voordat vragen afgemaakt waren
0
2
3
X
3
17.
Ik vond het moeilijk op mijn beurt te wachten
0
X X
2
3
X
3
18.
Ik onderbrak anderen, viel ze inde rede of verstoorde hun bezigheden
0
1
X
3
13. 14.
0
Deel B aantal scores:
X
X
Zelfrapportage als volwassene Naam
Zelfrapportage als kind
Datum
Naam
Omcirkel het antwoord dat uw gedrag als kind (0-12 jaar) het best beschrijft
Datum
Erg vaak
X
1
2
3
1.
2.
Wanneer ik met iets bezig ben kan ik er met mijn aandacht slecht bij blijven (met name bij saaie/moeilijke taken) Ik luister slecht wanneer anderen iets tegen mij zeggen
0
1
X
3
2.
0
1
X
3
4.
Ik heb moeite om aanwijzingen op te volgen en/of karwijtjes/werk waar ik aan begin maak ik niet af
0
X
2
5.
Ik kan mijn bezigheden of taken moeilijk organiseren
0
X
6.
Ik probeer onder bezigheden uit te komen waarop ik me langere tijd moet concentreren
0
7. 8.
Ik raak dingen kwijt die ik nodig heb voor taken of bezigheden Ik ben afgeleid door uitwendige prikkels
9.
Ik ben vergeetachtig bij alledaagse bezigheden
3.
Erg vaak
Vaak
Ik let onvoldoende op details bij mijn werk of maak slordige fouten in werk of bij andere activiteiten
Vaak
Soms
1.
Nooit zelde n Soms
Nooit/ zelden
Omcirkel het antwoord dat het gedrag van de afgelopen zes maanden het best beschrijft.
Ik lette onvoldoende op details bij mijn schoolwerk of andere activiteiten en/of maakte slordige fouten. Ik kon mijn aandacht slecht bij taken en bezigheden houden
0
X
2
3
0
1
2
X
3.
Ik luisterde slecht wanneer anderen iets tegen me zeiden
0
X
2
3
3
4.
Ik had moeite om aanwijzingen op te volgen en/of om schoolwerk en andere karwijtjes af te maken
0
X
2
3
2
3
5.
Ik had moeite met het organiseren van taken of bezigheden
0
1
2
3
X
2
3
6.
Ik probeerde onder bezigheden uit te komen waarop ik me langer tijd moest concentreren
0
X
2
3
0
X
2
3
7.
Ik raakte dingen kwijt
0
X
2
3
0
1
2
X
8.
0
1
2
0
1
X
X
3
9.
Ik was snel afgeleid door uitwendige prikkels (bijv. geluiden) Ik was vergeetachtig in mijn alledaagse bezigheden
X
2
3
Deel A aantal scores
Deel A aantal scores:
10. Ik zit vaak te draaien/wiebelen op mijn stoel of te wriemelen met handen of voeten. 11. Ik sta snel op in situaties waarin verwacht wordt dat ik netjes blijf zitten 12. Ik voel me rusteloos of gejaagd en/of verveel me snel
0
X
2
3
10.
X
1
2
3
11.
0
1
3
12.
13. Ik kan me moeilijk ontspannen in mijn vrije tijd en/of zoek in mijn vrije tijd een omgeving met drukte/lawaai 14. Ik ben voortdurend ‘in de weer’ , alsof ik ‘door een motor’ wordt aangedreven 15. Ik praat aan één stuk door
0
1
X X
3
13.
X X X X
1
2
3
14.
1
2
3
15.
Ik had moeite met rustig spelen en/of had moeite met ontspannende activiteiten Ik was voortdurend ‘in de weer’ alsof ik door een motor werd aangedreven Ik praatte aan één stuk door
1
2
3
16.
Ik gaf antwoord voordat vragen afgemaakt waren
1
2
3
17.
Ik vond het moeilijk op mijn beurt te wachten
X
1
2
3
18.
Ik onderbrak anderen, viel ze inde rede of verstoorde hun bezigheden
16. Ik geef antwoord voordat vragen zijn afgemaakt 17. Ik vind het moeilijk om op mijn beurt te wachten 18. Ik verstoor bezigheden van anderen, onderbreek anderen of val ze in de reden
Deel B aantal scores:
0
Ik zat vaak te friemelen of te bewegen met handen en voeten of te wiebelen/draaien op mijn stoel Ik stond snel op van mijn stoel in situaties waarin verwacht werd dat ik netjes bleef zitten Ik rende vaak rond, klom overal op
0
X
2
3
X X X X
1
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
X
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
X X X
Deel B aantal scores:
Weet niet
MARIE
X
Zelfrapportage als volwassene Naam
Zelfrapportage als kind
Datum
Naam
Omcirkel het antwoord dat uw gedrag als kind (0-12 jaar) het best beschrijft
Datum
Erg vaak
0
1
X
3
1.
2.
Wanneer ik met iets bezig ben kan ik er met mijn aandacht slecht bij blijven (met name bij saaie/moeilijke taken) Ik luister slecht wanneer anderen iets tegen mij zeggen
0
X
2
3
2.
0
1
X
3
4.
Ik heb moeite om aanwijzingen op te volgen en/of karwijtjes/werk waar ik aan begin maak ik niet af
0
1
X
3
5.
Ik kan mijn bezigheden of taken moeilijk organiseren
X
1
2
3
6.
0
9.
Ik ben vergeetachtig bij alledaagse bezigheden
0
X X X X
2
8.
Ik probeer onder bezigheden uit te komen waarop ik me langere tijd moet concentreren Ik raak dingen kwijt die ik nodig heb voor taken of bezigheden Ik ben afgeleid door uitwendige prikkels
3.
7.
0 0
Erg vaak
Vaak
Ik let onvoldoende op details bij mijn werk of maak slordige fouten in werk of bij andere activiteiten
Vaak
Soms
1.
Nooi t zeld Soms en
Nooit/ zelden
Omcirkel het antwoord dat het gedrag van de afgelopen zes maanden het best beschrijft.
Ik lette onvoldoende op details bij mijn schoolwerk of andere activiteiten en/of maakte slordige fouten. Ik kon mijn aandacht slecht bij taken en bezigheden houden
0
1
2
3
0
1
2
3
3.
Ik luisterde slecht wanneer anderen iets tegen me zeiden
0
1
2
X
4.
Ik had moeite om aanwijzingen op te volgen en/of om schoolwerk en andere karwijtjes af te maken
0
1
2
3
5.
Ik had moeite met het organiseren van taken of bezigheden
0
1
2
3
3
6.
Ik probeerde onder bezigheden uit te komen waarop ik me langer tijd moest concentreren
0
1
2
3
2
3
7.
Ik raakte dingen kwijt
0
1
2
3
2
3
8.
0
1
2
3
2
3
9.
Ik was snel afgeleid door uitwendige prikkels (bijv. geluiden) Ik was vergeetachtig in mijn alledaagse bezigheden
0
1
2
3
X X X X
Deel A aantal scores
Deel A aantal scores:
10. Ik zit vaak te draaien/wiebelen op mijn stoel of te wriemelen met handen of voeten. 11. Ik sta snel op in situaties waarin verwacht wordt dat ik netjes blijf zitten 12. Ik voel me rusteloos of gejaagd en/of verveel me snel
0
1
2
0
1
2
0
1
13. Ik kan me moeilijk ontspannen in mijn vrije tijd en/of zoek in mijn vrije tijd een omgeving met drukte/lawaai 14. Ik ben voortdurend ‘in de weer’ , alsof ik ‘door een motor’ wordt aangedreven 15. Ik praat aan één stuk door
0
X X
10.
X
3
12.
1
2
X
13.
0
1
3
14.
0
1
X X
3
16. Ik geef antwoord voordat vragen zijn afgemaakt
0
X
2
17. Ik vind het moeilijk om op mijn beurt te wachten
0
1
18. Ik verstoor bezigheden van anderen, onderbreek anderen of val ze in de reden
0
X
Deel B aantal scores:
Ik zat vaak te friemelen of te bewegen met handen en voeten of te wiebelen/draaien op mijn stoel Ik stond snel op van mijn stoel in situaties waarin verwacht werd dat ik netjes bleef zitten Ik rende vaak rond, klom overal op
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
0
1
X X
3
15.
Ik had moeite met rustig spelen en/of had moeite met ontspannende activiteiten Ik was voortdurend ‘in de weer’ alsof ik door een motor werd aangedreven Ik praatte aan één stuk door
3
16.
Ik gaf antwoord voordat vragen afgemaakt waren
0
X
2
3
2
X
17.
Ik vond het moeilijk op mijn beurt te wachten
0
1
X
3
2
3
18.
Ik onderbrak anderen, viel ze inde rede of verstoorde hun bezigheden
0
1
2
X
11.
Deel B aantal scores:
3
Weet niet
SIMON
Hoe voorkom je overdiagnostiek en onderdiagnostiek •
• • • • • •
Zorgvuldige anamnese van huidige ADHD klachten en overige klachten (bijvoorbeeld depressie). Ga na of de symptomen vrijwel continu aanwezig waren. Bedenk hypotheses over andere verklaringen en toets die Let op beschermende factoren (externe structuur) en compenserende factoren (intelligentie of overcontrole) , waardoor er (tijdelijk) minder disfunctioneren was/is. Vraag voorbeelden Stel ook open vragen. Bijvoorbeeld: welke taken gaan u wel of niet goed af in uw werk? Betrek ouders bij het onderzoek en kijk naar schoolrapporten e.d. van de basisschool. Vraag je af of het voor de behandeling relevant is om te weten of iemand ADHD heeft
Differentiaal diagnose is lastigste bij (co-morbide) kenmerken van • • • • • •
Autisme Borderline Bi-polaire stoornis PTSS Gegeneraliseerde angst Dwangmatigheid/perfectionisme
Wat kan je eraan doen?
Wat weten we over onderliggende neurobiologische factoren bij AD(H)D? • Stoornis in de executieve functies - werkgeheugen - planning en organisatie - zelfmonitoring (metacognitief Mary Solanto) • Gebrek aan rem/inhibitie (Russel Barkley) • Verhoogde beloningsdrempel • Veranderingen in activatie van delen van het brein (neurofeedback)
Behandeling tot nu toe: medicatie + psycho-educatie + compenserende strategieën en vaardigheden aanleren • • • • • •
• •
Mary Solanto (vertaald in 2012): slechts 4 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken naar cognitieve gedragstherapie bij volwassenen met ADHD. Groepsprogramma van Susan Young (o.a. voor ADHD + antisociaal gedrag) DGT bleek effectief ( 1 onderzoek) Inhoudelijk verschillende programma’s Hieruit blijkt: CGT is effectief voor ADHD symptomen, wisselend effect op comobide angst en depressie Uit laatste studie van Solanta bleek ook effect bij cliënten die geen medicatie gebruikten. Lange termijneffecten zijn nog niet bekend
Zylowska (vertaald in 2012) mindfulness bij volwassenen met ADHD. Proefonderzoek: veelbelovend Conclusie: evidence is nog erg mager, er zitten verschillen in de diverse programma’s. We weten nog lang niet wat de meest werkzame bestanddelen zijn.
Verschil met de behandeling van kinderen • Kinderen hebben baat bij externe structuur
• Volwassenen moeten gewoontes afleren een aanleren om hun eigen leven te structureren
Enkele praktische boeken over CGT bij ADHD • • • • •
Safren e.a. (2006) Behandeling ADHD bij volwassenen (Nieuwezijds):therapeuten en cliënt werkboek Solanto e.a. (2012) Cognitieve gedragstherapie voor volwassenen met ADHD (Acco leuven):therapeuten en cliënt werkboek Susan Young e.a. ( 2007). ADHD in adults. A psychological Guide to Practice John Wiley & sonsYoung Russel Barkley e.a. (2010) Volwassen ADHD (Nieuwezijds): zelfhulpboek Kathleen Nadeau Aandacht een kopzorg en Opgeruimd leven met ADHD : zelfhulpboeken
Interview met cliente
Executief functioneren, maar niet alleen? Motivatieproblemen Negatief zelfbeeld Stemmingswisselingen
“Ik weet wel dat ik moet plannen, dat zegt iedereen tegen me, maar ik heb er zo’n hekel aan en ik kan het toch niet volhouden”
Betekenisanalyse CS Taak/opdracht
UCS/UCR representatie 1 Stimul.: vele keren falen/kritiek/afwijzing Betekenis 1: ik ben dom, anders, minder Betekenis 2: onmacht/frustratie ”hoezeer ik mijn best ook doe het lukt niet”
CR angst/onmacht/ boosheid “Schokken” zijn niet te voorspellen of te beïnvloeden Begrijpelijk wordt ook: overgevoelig reageren op kritiek (o.a. kort lontje) en geringe frustratietolerantie
Voorbeeld BA M. CS Baas komt aanlopen met mogelijk een vraag
UCS/UCR representatie Stimulus: Lagere school; in de klas traag reageren op vragen + negatieve opmerkingen over traagheid Betekenis: Ik ben dom Respons: Onzekerheid/onmacht
CR Angst Actietendens: dichtslaan/blokkeren/stotteren
Enkele andere ervaringen van Mieke die nu nog bewijzen dat ze niet de moeite waard is (UCS/UCR representaties)
• Werd in de kleuterklas door andere kinderen geweerd uit de poppenhoek • Mocht als enige uit de klas niet op bezoek bij leerkracht die pas getrouwd was • Werd gedreigd met vastbinden op haar stoel of dichtplakken van haar mond • Stond vaak op de gang vanwege kletsen terwijl ze heel erg haar best deed
Functie analyse M.
Sd (vermeende) behoefte van een ander
:
Respons aanpassen/pleasen ja zeggen
afwijzing voorkomen °Saardig gevonden worden +S+
overspoeld raken door veelheid taken/afspraken +Stoename planningsproblemen +Sstress +S-
Varianten van passieve en actieve vermijding die (mede) in stand gehouden worden door negatieve bekrachtiging, waardoor ADHD symptomen of disfunctioneren toenemen op lange termijn R bluffen/dominant gedrag /stoer
°S- kritiek vóór zijn -S- afname onzekerheid/onmacht LT falen, zoveelste baan, relatie kwijt etc
R taken uitstellen
°S- falen/frustratie -S- afname onmacht +S+ beter concentratie bij tijdsdruk LT opleidingen niet afmaken, irritatie bij anderen, zelfverwijt, stress etc
R vermijden van planning
°S- falen /frustratie LT overzicht kwijt, afspraken vergeten, te laat beginnen, te laat komen, stress, chaos , zelfverwijt etc
R middelengebruik
-S- angst, somberheid etc. LT bekende gevolgen van middelgebruik
R perfectionisme/overcontrole
°S- fouten en falen +S+ resultaat bereiken, opleiding afmaken +S- stress +S- verhoogde kans op burn out
Betekenisanalyse CS Taak/opdracht
UCS/UCR representatie 1 Stim.: vele keren falen/kritiek/afwijzing Betekenis 1: ik ben dom, anders, minder Betekenis 2: onmacht/frustratie ”wat ik ook doe het lukt niet”
CR angst/ onmacht/ boosheid Kenmerken van aangeleerde hulpeloosheid: “schokken” zijn niet te voorspellen of te beïnvloeden Begrijpelijk wordt ook: overgevoelig reageren op kritiek (o.a. kort lontje) en geringe frustratietolerantie
Wat heeft iemand met ADHD nodig op grond van betekenisanalyse, naast pillen en vaardigheden? Herevaluatie negatief zelfbeeld: psycho-educatie, groep, EMDR, imaginatie met rescripting, COMET, complimenten, “straffende ouder” tegenspreken etc. Herevaluatie machteloosheid: succeservaringen
Gedragsexperimenten voor ander gedrag dan actieve en passieve vermijding Emotieregulatie
Interactietips • • • • • • • • •
• • • • •
Falen herleiden tot ADHD (ontschuldigen) Focus op succeservaringen: oplossingsgerichte therapie Kwaliteiten benoemen; heretiketteren Motiveren via afwegen vóór- en nadelen Lange termijn gevolgen dichterbij halen Reminders, motto’s Geen “moeten”: via experimenteren je eigen manier vinden Kleine stappen en onderbieden Overzicht houden is belangrijker dan altijd je planning halen Meer samen doen dan huiswerk Modi: wat zou je wijze kant zeggen? Veel structuur aanbrengen + flexibel + afwisseling Reguleer je eigen irritatie en ongeduld (meestal is er al genoeg onuitgesproken zelfverwijt) Een groep werkt motiverend o.a. door de successen van anderen en toename van acceptatie
Oefening houding/interactie bij een passieve vermijder • •
• • •
• •
Rollenspel in groepjes van drie: max. 5 minuten Client heeft voor de derde keer geen agenda gekocht, wat een huiswerk afspraak was: “vergeten” Na de tweede keer heb je besproken wanneer hij het alsnog kan doen, welke reminder hem kan helpen Na de derde keer voel je wat irritatie en onmacht opkomen Cognitie van client “plannen kan ik toch niet; dat is me nog nooit gelukt” + (bij besef dat hij het vergeten is, in zichzelf) “wat ben ik een sukkel” Bespreek het feit dat er nog geen agenda is met client Bespreek het rollenspel na: wat hielp client?
Oefening Wat heeft een AD(H)D’er nodig? Houd pen en papier bij de hand
Ogen dicht
Hoe voel je je? Welke gedachten? Waardoor neemt de stress toe?
Wat heb je nodig of kan je helpen?
• Bespreek met de buren wat je hebt opgeschreven • Vat in een paar termen samen welke copingvaardigheden een ADHD’er volgens jou nodig heeft.
Practische vaardigheden Stop-denk-doe (helicopterview!)
• • • •
Agenda en notitieboekje Dag- en/of weekplanningen Prioriteiten stellen Grote klussen opsplitsen in haalbare stappen • Structureren van de omgeving • Afleidbaarheid: coping aanleren • Probleemoplossing
Overige interventies Stresshantering Slaaptips Cognitieve therapie Lotgenoten
Plan do check Tijd 0700 0800 0900 1000 1100 1200 1300 1400 1500 Etc.
Geplande activiteit
Uitgevoerde activiteit
Planning verstoord door
Een planning maken: Plan-Do-Check Een planning maken kost tijd. Neem die tijd en rust. Plannen bespaart je veel tijd, het geeft rust, afstand en overzicht. Het verminderd de stress waardoor je minder last van je ADHD symptomen hebt. Tijdsbesef Voor het plannen van zaken is het belangrijk dat je inschat hoeveel tijd een bepaalde taak of bezigheid zal kosten. Voor veel mensen met ADHD is het heel moeilijk om een realistische tijd in te schatten; mensen met ADHD hebben vaak geen “interne klok”. Hierdoor kan het gebeuren dat je met je planning helemaal vast loopt, omdat je de tijden absoluut niet realistisch hebt geschat, met als gevolg dat je de helft van je lijstje niet hebt kunnen afwerken, wat weer resulteert en een negatief gevoel. Om dat te voorkomen kun je oefenen in het tijd schatten. Plan-do-check Instructie (plan-do-check) Vul de avond van te voren de activiteiten in die je van plan bent om te doen. (plan in eerste kolom) Voer je plan de volgende dag uit (do) Kijk op het eind van de avond wat je gedaan hebt, vink af in de tweede kolom. (check) Als je activiteiten niet geheel volgens jouw plan zijn uitgevoerd, noteer dan waardoor je planning is verstoord.(kolom 3) Welke nuttige les trek je hier uit? Het doel van deze oefening is niet dat je persé je planning haalt, want ons leven valt niet volledig te plannen. Het doel is vooral dat je bewuster leert omgaan met planning en verstoringen.
Prioriteiten
Belangrijk Ja
Urgent
Ja
Urgent:
Nee
Belangrijk Nee
DUVA Activiteit
1.
2.
3.
4.
5
(ontwikkeld door Marees Derksen)
Doen
Uitstellen Tot….
Vuilnisbak Anderen wie en wanneer
Voorbeeld planningsvaardigheid . Ontwikkeld door Marees Derksen PRIORITEITEN STELLEN met behulp van de DUVA METHODE Per dag zijn er diverse activiteiten die gedaan moeten worden. Een valkuil voor veel ADHD-ers is dat ze veel/alles aan willen pakken en zo met hun planning in de knoei komen. Het zoeken van een antwoord op deze vragen en het maken van een keuze noemen wij de DUVA methode. De DUVA methode is een hulpmiddel bij planning. Je kunt jezelf de volgende vragen stellen voordat je ze in je planning opneemt.
Doen?
Dit zijn activiteiten die belangrijk en urgent zijn. Wanneer u deze activiteiten niet uit zou voeren heeft dit onmiddellijk consequenties voor u. Voor deze taak neemt u de tijd die nodig is.
Uitstellen?
Dit zijn activiteiten die belangrijk zijn voor u, maar op een later tijdstip ingepland kunnen worden. Dat betekent dat u ze kunt uitstellen Begin- en eindtijd van de taak kunt u plannen.
Vuilnisbak?
Dit zijn activiteiten waar u óf vanaf kunt zien, waaraan niets verloren gaat wanneer u het niet doet, óf waarbij de opbrengsten niet in verhouding staan tot de extra inspanning (perfectionisme).
Anderen?
Dit zijn activiteiten die wel moeten gebeuren, maar die niet persé door uzelf gedaan moeten worden. Deze taken zijn wellicht overdraagbaar aan anderen
Bedankt voor de aandacht Wilt u meer weten? • Doe onderzoek naar ADHD • Wordt lid van ADHD netwerk of bekijk de website • Volg een cursus over ADHD bij volwassenen