Landschapsbeheer Friesland
GROENLICHT
Zorg voor ons landschap
Video over het werk van Landschapsbeheer Friesland Een foto zegt vaak meer dan woorden; maar een video meer dan een foto. Daarom heeft Landschapsbeheer Friesland een korte video laten maken waarin we op een persoonlijke en eigentijdse manier ons ‘verhaal’ vertellen. Op onze website vertellen we niet alleen over ons gevarieerde werk; we laten het nu ook zien! Met één belangrijk doel voor ogen: werken aan de kwaliteit van het Friese landschap, samen met de bewoners van Fryslân. Niet voor niets is onze slagzin “Winst voor ons Landschap”. Omdat we behoorlijk veel doen op verschillende (werk)terreinen, hebben we ons videoverhaal samengevat in de vier bekende symbolen. Zo nemen we de kijker mee langs enkele aansprekende projecten, variërend van het herstel van houtwallen en elzensingels in nationaal landschap de Noardlike Fryske Wâlden (Dat doen we Samen), het opknappen van boerenerven en dorpsgroen (Maak je erf goed), het verbeteren van het leefklimaat voor de ringslang (Ruimte voor Plant en Dier) tot het ontwikkelen van wandelnetwerken om het landschap te beleven (Dat doen we Samen) en het weer zichtbaar maken van de Friese Waterlinie met diverse schansen in Zuid Friesland (Bakens in de Tijd). Bij dit alles werkt Landschapsbeheer Friesland altijd samen met diverse partners, met grondeigenaren, vrijwilligers, bewoners en overheden. In onze bedrijfsvideo laten we ook steeds onze wisselende
rollen bij deze zaken en projecten zien: adviseren, stimuleren en organiseren, ondersteunen en faciliteren. Nieuwsgierig geworden? Op onze website vindt bovenaan de homepage de bedrijfsvideo die u via YouTube kunt bekijken. Veel plezier.
INHOUD 2
Project rond tuinarchitect Gerrit Vlaskamp
4
Werken aan landschap rond Haulerwijk
6-7
Biodiversiteit in Noardlike Fryske Wâlden
8-9
Zoeken naar oorspronkelijke planten
10-11 Op
pad met leerlingen Piter Jelles
12
Jaar van de Historische Buitenplaats
13
Leestekens in het landschap
14
Natuureducatie en buitenschoolse opvang
15
Beheerplan houtverbranding Beetsterzwaag
16
Even voorstellen: nieuwe collega’s
17
Meervleermuizen in
20
kerk Tjerkgaast
It favorite plak fan: Johannes Kramer
16
nieuwsbulletin Landschapsbeheer Friesland april 2012
Groen licht
1
Inventarisatie Vlaskamptuinen dit voorjaar van start de de begeleidingsgroep. Die gaf Wolff groen licht. Het veld in In april gaat Wolff voor het eerst het veld in. De bedoeling is dat zij niet alleen de tuinen inventariseert, maar ook bewoners informeert over de waarde van hun bezit. “We hopen eigenaren ook vast een beetje enthousiast te maken voor eventueel herstel,” aldus De Boer. Eind 2012 moeten heel Fryslân en een deel van Groningen (waar de inventarisatie door een student zal worden uitgevoerd) zijn bezocht.
Van de ruim driehonderd potentiële locaties, mochten er maar tachtig overblijven. Het afgelopen jaar hebben Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland en publiciste Aly van der Mark onderzocht welke tuinen van de bekende tuinarchitect Gerrit Vlaskamp in aanmerking komen voor verder onderzoek. Mogelijkheden voor toekomstig herstel en behoud waren daarbij belangrijke criteria, vertelt De Boer. Bij toeval ontdekte oud-Omropjournalist Aly van der Mark tijdens een onderzoek naar de voorouders van haar man hoe groot de invloed van tuinarchitect Gerrit Vlaskamp - een oud-oom van haar echtgenoot - moet zijn geweest. Via een tip leidde haar speurtocht naar de boekhouding van boomkwekerij Bosgra, die negen generaties kwekers teruggaat en in haar geheel bewaard bleef. Strenge selectie De boeken bleken een schat aan informatie over Vlaskamp te bevatten. In één dag had Van der Mark al vijftig tuinen getraceerd die door hem zijn ontworpen. Vlaskamp groeide haar boven het hoofd. Ze besloot hulp te zoeken en vond Landschapsbeheer Friesland graag bereid de inventarisatie die de staat van de tuinen in kaart moet brengen, voor haar rekening te nemen. Dat bleek echter makkelijker gezegd dan gedaan. Doordat Gerrit Vlaskamp (1834 - 1906) zo vreselijk veel tuinen heeft ontworpen en aangelegd - een beetje notabele uit het laatste kwart van de negentiende eeuw had een Vlaskamptuin - moest een voorselectie bepalen welke
2
Groen licht
tuinen in aanmerking kwamen voor verder veldonderzoek. In opdracht van Landschapsbeheer Friesland is Anne Wolff van het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen bereid gevonden de inventarisatie te doen en deze voor te bereiden. Samen met Aly van der Mark kwam ze tot een lijst van tachtig locaties. Het plan van aanpak voor de inventarisatie is voorgelegd aan
Ondertussen werken Aly van der Mark en Jan Piet de Boer, samen met tal van andere inmiddels enthousiast geworden Vlaskampfans, aan mogelijkheden om de nieuwe kennis te presenteren. Vast staat al dat het nieuwe Fries Museum in 2014 een tentoonstelling rond Vlaskamp gaat inrichten. Zijn tuinen zijn voor het museum aanleiding voor een expositie over het leven en maatschappijbeeld in Friesland in de tijd dat de tuinarchitect er actief was. Daarnaast zijn er plannen voor een documentaire en een inspirerend handboek dat eigenaren laat zien hoe je op verschillende manieren met een Vlaskamptuin om kunt gaan. Van volledig herstel tot moderne tuinen waarin de typische Vlaskampelementen worden geïntegreerd.
Column
Landschap kan niet zonder burgerbetrokkenheid Burgerbetrokkenheid is de Haarlemmerolie voor een vitale samenleving. Ook landschap(sbeheer) kan niet zonder. Voor Landschapsbeheer Friesland is de onlosmakelijke verbinding tussen mensen en landschap dan ook een belangrijke kernwaarde bij alles wat we doen. Nu lijkt dat gewoon, maar dat is het niet. Net zo min als dat vrijwilligerswerk en burgerparticipatie in landschap spontaan ontstaan, zich organiseren en zichzelf bedruipen. Nu er vanuit sommige politieke kringen te beluisteren valt dat natuur- en landschapsbeheer te technocratisch is geworden en te ver van mensen afstaat, wil ik hier graag een tegengeluid laten horen. Want deze zienswijze suggereert tevens dat mensen minder geïnteresseerd en betrokken zijn, dus afhaken. Het is juist onze ervaring, en die van alle collega’s om ons heen, dat mensen meer dan ooit betrokken zijn bij hun directe omgeving. Die betrokkenheid vormt de rode draad van onze werkzaamheden in het beheer, behoud en ontwikkelen van het landschap. Natuurlijk hebben we elkaar daarbij hard nodig. Wij zijn veel dank verschuldigd aan de honderden vrijwilligers die soms wekelijks in het landschap, in een eendenkooi of een natuurgebiedje aan de slag zijn. In 2011 ging dat om 24.251 uren door vrijwilligers en scholieren. En we bedanken de vele dorpsbewoners, particuliere grondbezitters of betrokken stadjers die meedenken met en participeren in plannen voor het groen in hun dorp, een streekeigen erf, een waardevol cultuurhistorische landschapselement of de ruimtelijke kwaliteit. En vergeet niet de opkomst van bedrijven en organisaties die maatschappelijke verantwoord ondernemen serieus nemen en ermee aan de slag willen. Daar moet wat tegenover staan: een professioneel kader en organisaties als Landschapsbeheer Friesland. Om de eenvoudige reden dat er in Nederlandregelland allerlei randvoorwaarden zijn waarbinnen al het ‘goede werk’ moet plaatsvinden. Bovendien hebben betrokken burgers daar ook behoefte aan. Er blijft dus een fysieke organisatie nodig die zorgt voor ondersteuning, die gereedschap ter beschikking stelt, adviseert over landschapsonderhoud, mee helpt bij het aanvragen van subsidie, het werk voorbereidt en de mensen begeleidt, die ze van een verzekering voorziet en soms van een vergoeding. Dat nu uitgerekend op die basisvoorziening wordt beknibbeld in de vorm van bezuinigingen of andere prioriteitsstellingen is betreurenswaardig. Want tegelijk leggen overheden opgaven en verantwoordelijkheden maar wat graag neer bij de burgerbevolking. Maar dan moeten ze er wel wat tegenover stellen: nemen en geven. Wij willen de provincie en gemeenten hierbij helpen en faciliteren.
Onder meer door het voortouw te nemen en ons nadrukkelijk te profileren als dé organisatie voor vrijwilligerswerk en burgerparticipatie in het Friese landschap. En door ons te verbinden aan logische partners als de terreinbeheerders en andere relevante organisaties. Om ervoor te zorgen dat het geheel meer wordt dan de som der delen, zijn we druk doende met een plan van aanpak. Op basis van ontwikkelingen als demografische verschuivingen (bv. vergrijzing en krimp) en maatschappelijke veranderingen (jeugd die vertrekt naar grote steden en nieuwkomers in het landelijk gebied) zijn landelijk door de stichtingen landschapsbeheer vier thema's vastgesteld: 1. Vergrijzing: waarin aandacht voor gezondheid en vrijwilligerswerk; 2. Leefbaarheid: waarin aandacht voor leefbaarheid landelijk gebied, regionalisering, identiteit, welzijn en vrijetijdsbesteding; 3. Verstedelijking: waarin aandacht voort verstening, energiehuishouding en klimaat; 4. Europa: waarin aandacht voor financiering en internationalisering. Ook de doelgroepen hebben we in beeld: jongeren, senioren/ouderen, dorpsbelangen, gezinnen en kinderen en buitenlui. Doel is deze thema’s te concretiseren en de doelgroepen te koppelen aan feitelijke projecten en activiteiten. Daarmee slaan we andere wegen in en zijn we op dit terrein behoorlijk innovatief. Het gaat niet enkel om de distributie van uurtjes en handjes alleen, maar om mensen daadwerkelijk te verbinden aan thema’s als biodiversiteit, het klimaat, duurzame energie, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid. Burgers die vanuit bewustzijn en diepere drijfveren samen met ons aan de slag gaan in het Friese landschap. Ik neem vergrijzing als voorbeeld: waaraan is behoefte en waar ligt potentieel? Dat kunnen zijn golf- en recreatieterreinen, wandelpaden dichtbij huis, NS-arrangementen, woonbehoefte en (opvang) mogelijkheden voor kleinkinderen. Stuk voor stuk onderwerpen of ingrepen die impact hebben op het landschap en die om samenhang met de omgeving vragen. Als je die cohesie helder hebt en de drive en/of behoefte van bewoners kunt koppelen aan vrijwilligerswerk en burgerparticipatie heb je iets heel moois te pakken. Wij staan hiermee aan de vooravond van een innovatieve stap. We willen mensen weer een centrale rol geven in het landschap, hen verbinden aan thema’s die hen raken en de positieve energie omzetten in concrete zaken. Dat is pure winst voor het landschap èn de samenleving. U houdt de concrete uitwerking van ons tegoed. Regina ter Steege, directeur Landschapsbeheer Friesland Groen licht
3
Met elkaar werken aan het landschap rond Haulerwijk en Waskemeer Erfbezoek Direct vanaf de start was er veel enthousiasme voor het project, vertelt Teatske van Dalen, projectleider bij Landschapsbeheer Friesland. “Maar liefst 78 bewoners uit de regio meldden zich aan voor deelname. We hebben de erven bekeken van alle mensen die zich hebben aangemeld. We inventariseerden wat er gedaan moest worden: wat is hier nodig zodat we uiteindelijk het landschap in de regio versterken. Denk bijvoorbeeld aan het aanplanten van fruitbomen of het herstellen van elzensingels en houtwallen.”
'Versterken van het landschap rondom Haulerwijk en Waskemeer' beleefde eind 2010 een vliegende start. Bewoners van de twee dorpen toonden veel interesse om deel te nemen aan het project. Landschapsbeheer Friesland ging op erfbezoek en besloot in nauw overleg met de bewoners wat er op de erven moest gebeuren. De werkzaamheden zijn eind 2011 in een bestek opgenomen en aanbesteed aan Frisia Bergum. Nu is het tijd om de klus te klaren. Het landschap rond de voormalige veenkoloniedorpen Waskemeer en Haulerwijk is waardevol. Het is een gevarieerd landschap, met karakteristieke turfvaarten, wijken en bossen, afgewisseld met besloten en open gebieden waarin de oorspronkelijke structuren nog goed leesbaar zijn. Landschapsbeheer Friesland wil dit landschap versterken, door het herstellen en onderhouden van landschappelijke elementen. Zo zullen er bijvoorbeeld hout- en elzensingels worden aangeplant, poelen aangelegd en erven krijgen een landschappelijke inrichting.
4
Groen licht
Tijdens en na deze inventarisatieronde haakte een aantal deelnemers alsnog af. “Een deel van de kosten komt voor eigen rekening. Daar zijn we steeds duidelijk over geweest. Wellicht waren die kosten voor sommige mensen een overweging zich terug te treken. Er waren overigens ook bewoners die aangaven de werkzaamheden, buiten het project om, zelf op te willen pakken. Meestal ging het dan om kleine, eenvoudige klussen zoals bijvoorbeeld het aanplanten van een fruitboom op het eigen erf.”
I
ambassadeurs van het landschap
Landschapsbeheer Friesland stelde uiteindelijk projectcontracten op voor 42 deelnemers. Voor hen bleek deelname aan het project wel degelijk aantrekkelijk, mede dankzij de beschikbare subsidie voor de uitvoering van de werkzaamheden. Klus deze zomer af Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud maakte op basis van de geïnventariseerde werkzaamheden bestek op. En na aanbesteding van de klus kreeg Frisia Bergum de opdracht aan de slag te gaan met het uitvoeren van de werkzaamheden. Frisia Bergum rondt de werkzaamheden naar verwachting nog voor deze zomer, in april, af. Voor dit project werkt Landschapsbeheer Friesland samen met de gemeente Ooststellingwerf, Steunpunt Landschap, dorpsbelangen, agrarische natuurverenigingen en inwoners van Waskemeer en Haulerwijk.
n het kader van het IVN-project ‘Ambassadeurs voor het landschap’, heeft het IVN-consulentschap Fryslân voor de tweede keer een cursus georganiseerd voor recreatieondernemers binnen het Nationaal Landschap Zuidwest-Fryslân. Doel van deze cursus is om deze ondernemers de kernkwaliteiten van het landschap te leren kennen, zodat zij bezoekers aan het gebied hierop kunnen wijzen. Landschapsbeheer Friesland verzorgde, op verzoek van IVN Fryslân, voor de tweede maal een excursie. “Deze ondernemers worden ambassadeurs van het landschap.” De bus met cursisten reed woensdag 7 maart door het rijk gevarieerde landschap van Nationaal Landschap Zuidwest Friesland. Jan Piet de Boer trad in de bus op als gids. “Er is veel belangstelling bij recreatie-ondernemers om meer te weten over het landschap. Vorig jaar november verzorgden wij voor de eerste keer een excursie en deze keer had zich weer een enthousiaste groep ondernemers voor de cursus aangemeld.” De route bracht de ondernemers langs alle mooie plekjes in Zuidwest Friesland. “Er is hier veel variatie in het landschap. Denk bijvoorbeeld aan de keileemhoogten van Gaasterland, het open veengebied en de IJsselmeerkust. IVN-consulentschap Fryslân heeft ons gevraagd de ondernemers hierover iets te vertellen. Bij Landschapsbeheer Friesland hebben wij de nodige kennis over het landschap die wij graag delen met deze ‘ambassadeurs’.” Aan het einde van de dag kregen alle ondernemers een certificaat uitgereikt en daarmee mogen zij zich 'Ambassadeurs van het Landschap' noemen. “Voortaan kunnen zij hun gasten en klanten van alles vertellen over het bijzondere landschap in de omgeving.”
De Grië: een uniek stukje grond op Terschelling Landschapsbeheer Friesland stelde de afgelopen maanden een visie en een herstel- en beheerplan op voor de Grië, een bijzonder natuurgebied aan de oostelijke kant van Terschelling. De Grië is een door het getij gestuurd landschap met een geheel eigen identiteit. Het is belangrijke deze cultuurwaarden te bewaren én te versterken, aldus Landschapsbeheer Friesland. Landschapsbeheer Friesland werkte de visie en het herstel- en beheerplan uit op verzoek van de Dienst Landelijk Gebied (DLG). DLG zal deze visie gebruiken als bouwsteen in het beheerplan Natura2000. “De Grië is een karakteristiek gebied, niet alleen qua ligging maar ook qua inrichting en organisatie”, vertelt projectleider Karin Sjoukes van Landschapsbeheer. Uniek in Nederland Met een totale oppervlakte van 108 hectare is de Grië niet groot. Toch zijn er meer dan 70 grondeigenaren. Het gebied is hierdoor opgedeeld in een groot aantal kleine perceeltjes, soms van elkaar gescheiden door elzensingels. De Grië ligt
Column
bovendien vrij voor het Wad. Ondanks die ligging, is het gebied overwegend agrarisch. Er staan paarden, er grazen schapen en koeien. “Deze situatie is uniek in Nederland”, weet Sjoukes. “Helemaal wanneer je bedenkt dat er in dat relatief kleine gebied ook nog eens vier eendenkooien zijn.” Cultuurwaarden “Dit landschap is heel bijzonder. Het is daarom van belang de cultuurwaarden te behouden”, betoogt Sjoukes. “De Grië is niet geschikt voor grootschalige productie. Nu is het hele gebied grasland. Vroeger was hier ook akkerbouw. Dit zou opnieuw kunnen. Het graan zou dan weer gebruikt kunnen worden als voer in de eendenkooien. En met het aanplanten van elzensingels kunnen we de cultuurwaarden van dit gebied nog verder versterken.” De grondeigenaren hebben zich georganiseerd in een Vereniging van Eigenaren. Zij willen met elkaar het beheer en herstel van het gebied oppakken. Daarbij spraken zij de wens uit de Grië te behouden als agrarisch gebied, maar met behoud van
de aanwezige natuurwaarden. “Die wens vormde voor ons het uitgangspunt bij het opstellen van de visie en het beheerplan. Het plan dat wij hebben opgesteld is voor de eigenaren een leidraad om het beheer uit te voeren.” Positieve reacties De eerste reacties op de visie en het beheer- en herstelplan waren positief. “We hebben onze plannen inmiddels gepresenteerd aan de Vereniging van Eigenaren en de bewoners. Daarmee is dit project voor Landschapsbeheer Friesland voorlopig afgerond. Maar ik hoop dat wij, ook in de toekomst nauw betrokken zullen blijven bij het herstel en beheer van dit bijzondere stukje cultuurlandschap.” Waddenfonds De Grië heeft een bijzonder karakter, het is een uniek landschap. Om de cultuurwaarden van dit gebied te behouden en te versterken wordt overwogen een aanvraag bij het Waddenfonds in te dienen. Het beheer- en herstelplan voor de Grië zou met een financiële tegemoetkoming uit dit fonds kunnen worden uitgevoerd.
"OM tureluurs van te worden" Mooi gezegde: "Om tureluurs van te worden". Het wordt beschouwd als iets onprettigs, iets vervelends. Dat wil een mens niet: "tureluurs worden". Maar wat is er nou fijner dan vrij als een vogel rondvliegen, je jongen grootbrengen in een fraai kruidenrijk grasland en op zijn tijd, luidkeels tjuu, luu luu roepend, je koninkrijk te overzien. Geen belastingen, geen bezuinigingen en geen oorlogen om je druk over te maken. Een Tureluur wordt niet zo snel tureluurs, die blijft gewoon zichzelf. Foto: en tekst Marcel van Kammen, Feanwâlden, www.momentsofnature.nl
Groen licht
5
Hoe is het gesteld met de natuur in de Noardlike Fryske Wâlden?
Onderzoek naar staat van cultuurlandschap om grote waarde biodiversiteit te bewijzen Meten is weten, dat is de eenvoudige gedachte achter het projectvoorstel “Inventarisatie landschapselementen Nationaal Landschap de Noardlike Fryske Wâlden”. Kenners van het gebied weten het al langer: de inspanningen van vele jaren in het coulisselandschap dragen bij aan een grotere biodiversiteit. Voor de verscheidenheid aan soorten heeft dit nationaal landschap waarschijnlijk evenveel waarde als een nationaal park of besloten natuurterrein. Bewust wordt hier ‘waarschijnlijk’ gebruikt, omdat van zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de landschapselementen en biodiversiteit geen ‘harde’ cijfers bekend zijn. Dat is de taak waarvoor Landschapsbeheer Friesland aan de lat staat, een omvangrijke inventarisatie die later dit jaar wordt geanalyseerd en gepresenteerd. Is dat nu nodig, zo’n intensief onderzoek? Jazeker, meent projectleider Foppe van der Meer. “Er wordt in Nederland veel onderzoek gedaan naar soorten, groepen, bodem, habitat en ecologie. Maar dat vindt vrijwel altijd plaats in de bekende natuurgebieden, de zogenaamde ‘hogere natuur’. Soortgelijk onderzoek gebeurt eigenlijk nooit in een cultuurlandschap als de Noardlike Fryske Wâlden. Sommigen doen daar wat laatdunkend over zelfs. En dat terwijl dit bijzondere landschap door zijn relatief kleine percelen en het dichte netwerk van dykswâlen en elzensingels grote cultuurhistorische, landschappelijke, ecologische en recreatieve waarden heeft; eigenschappen die uitzonderlijk zijn in Nederland. Liefhebbers en professionals die in het gebied wonen en werken weten dat allang. Maar het vermoeden uitspreken dat het wel goed zit met de biodiversiteit in de NFW is niet voldoende, dat zul je met gefundeerd onderzoek en harde cijfers moeten aantonen. En dat gaan we doen, samen met onderzoeksbureau
6
Groen licht
Altenburg & Wymenga en de agrarische natuurvereniging Noardlike Fryske Wâlden.” Statistische relevantie Landschapsbeheer Friesland is vanaf 1992 actief in de Noardlike Fryske Walden. De organisatie is inhoudelijk betrokken bij grote herstelprojecten landschap (5B-gelden), ontwikkelt projectplannen voor de agrarische natuurverenigingen en voert die samen met hen uit. Verder zijn de restauratie van pingoruïnes, het opstellen van bedrijfslandschapsplannen en de ondersteuning binnen landinrichting (o.a. Centrale As) met visie- en planvorming concrete voorbeelden. Ook is Landschapsbeheer Friesland projectpartner in Energie Uit Hout en treedt ze op als adviseur van de provincie Fryslân bij de uitvoering van haar landschapsbeleid. “Vanuit die grote betrokkenheid is het voor mij ook logisch dat Landschapsbeheer Friesland hierin zelf ook investeert. Tot nu toe konden we er leuk over vertellen, straks kunnen we het ook écht onderbouwen. Voor de statistische relevantie en het heel snel kunnen signaleren van veranderingen werken we volgens een nieuwe onderzoekssystematiek van het landelijke Netwerk Ecologische Monitoring (NME), waarin ook de provincie participeert. Een andere
partner is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de data verzamelt en verwerkt. Hierbij wordt afgeweken van de bekende BMP-methode (Broedvogel Monitoring Project), die uitgaat van een dekkende (vlak)inventarisatie vijf keer per jaar in een groot gebied. Dat zou te duur worden. Volgens de nieuwe basissystematiek kan worden volstaan met honderd telpunten in het gebied die tot drie keer per jaar worden nagelopen. Zo hoef je bijvoorbeeld niet alle elzensingels of dykswâlen te controleren, maar kun je verspreid over het gebied telkens een strook van circa driehonderd meter inventariseren. Zo kun je met beperkte inzet van mensen en budget toch een representatief resultaat krijgen. De 0-meting is in maart gedaan en tot oktober gaan we nog een aantal keren het veld in. We richten ons in eerste instantie op broedvogels en vleermuizen. Voor beide groepen geldt namelijk dat ze in hoge dichtheid voorkomen in een kleinschalig cultuurlandschap.” Wâld-wizer “De data die we hierbij verzamelen slaan we op in GIS (geografisch informatie systeem). Deze GIS-omgeving is naar idee van Eddy Wymenga tot Wâld-wizer gedoopt”, vertelt Foppe van der Meer. Een titel die naar zijn mening de lading goed dekt, want de gegevens worden verrijkt met data uit de vele onder-
zoeken die de projectpartners tot nu toe hebben laten uitvoeren in het nationale landschap. Denk bijvoorbeeld aan de cijfers uit de eerste 0-meting in het gebied van 1976, data uit eerdere BMPonderzoeken, de eigen Veldgids Noardlike Fryske Wâlden en onderzoeksresultaten van Altenburg & Wymenga. “Zo wordt de databank steeds wijzer en kunnen we ook onderzoek doen naar relaties tussen bijvoorbeeld bodemsoort, de dichtheid van elzensingels en aantal-
len soorten broedvogels. Of de invloed van de hoeveelheid inwoners per vierkante kilometer en de boerenbedrijvigheid daarin versus het voorkomen van plantensoorten als de Ruwe Viltroos en zeldzame Eikvaren of vogels als de Gekraagde Roodstaart. De focus ligt dan ook vooral op soorten waarbij een verband kan worden aangetoond tussen habitat en bodemsoort. Maar tegelijk kunnen we een relatie leggen tussen goed en slecht onderhoud en het voorkomen van soorten.” “Helaas kunnen we nog niet het hele systeem bouwen wat Eddy Wymenga voor ogen had. Dat gaat de provincie Fryslân in dit stadium te ver. We volstaan eerst met het catalogiseren van bestaande gegevens (deskresearch) en de monitoring van de biodiversiteit in de honderd telpunten. Dat kan later altijd nog verder worden uitgebreid”, aldus Foppe. Hij wijst daarbij nog op de aansluiting bij het Europees of Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). “Daar ligt een direct boerenbelang. Agrarische ondernemers in het nationaal landschap krijgen subsidie voor het onderhouden van hun landschap. Als we kunnen aantonen dat de kwaliteit en daarmee de biodiversiteit toeneemt, heb je een hele sterke troef in handen.”
Glorieus herstel voor het Koepelbos Ten zuiden van Oldeberkoop ligt het Koepelbos. Een prachtig landschapspark van Staatsbosbeheer, met een fraaie vijverpartij en een hertenkamp. Landschapsbeheer Friesland werkt in nauwe samenwerking met bewoners, gemeente en Staatsbosbeheer aan een projectplan om het Koepelbos glorieus te herstellen. Het begon in het dorp met het idee voor een opknapbeurt voor het hertenkamp. De betonnen platen en het prikkeldraad rondom het terrein gaven het hertenkamp een gedateerde uitstraling. Een commissie uit Oldeberkoop pakte de klus namens dorpsbelang op. Gaandeweg kwamen de bewoners uit het dorp echter tot de conclusie dat het hele gebied rond het hertenkamp aangepakt zou moeten worden.
Ze riepen hiervoor de hulp in van Landschapsbeheer Friesland. Roodbaard “Het Koepelbos is een bijzonder bosgebied. Het parklandschap heeft alle kenmerken van Roodbaard, maar we zijn er niet zeker van of het daadwerkelijk een ontwerp is van deze beroemde tuinarchitect”, vertelt projectleider Jan Piet de Boer. “Komend jaar wordt hier verder historisch onderzoek naar gedaan. Daarna gaan we hier, in 2013, echt aan de slag.” Totaalplan Er zijn allerlei ideeën voor het Koepelbos en het hertenkamp, weet De Boer. “De bewoners willen er één geheel van maken, een fraai bospark met een speel-
plek voor de kinderen. We hebben Bureau Noordpeil gevraagd aan de hand van al die ideeën een totaalplan te maken. Dat plan gaat inmiddels bij iedereen leven, daar gaan de handen voor op elkaar. Dat is mooi, want het gaat wel om een project van een paar ton. Maar het komt vast goed. Gemeente en Staatsbosbeheer zijn in ieder geval al enthousiast!”
Groen licht
7
Foppe van der Meer: “Liever autochtoon plantenmateriaal rond Centrale As”
Zoeken naar oorspronkelijk bomen en planten in de Noardlike Fryske Wâlden Je staat er niet snel bij stil, maar een uit Italië geïmporteerde Zwarte Els of een Franse Sleedoorn kan bij aanplant in een kwetsbaar nationaal landschap als de Noardlike Fryske Wâlden negatieve gevolgen hebben voor de biodiversiteit. Beter is het om gebruik te maken van oorspronkelijk plantenmateriaal. Maar dan moet dat wel voor handen zijn. Daarom is Landschapsbeheer Friesland gestart met een zoektocht naar ‘autochtoon plantenmateriaal’ in het gebied. Dit wordt opgenomen in de genenbank van Staatsbosbeheer en zaad wordt mogelijk ook door telers opgekweekt tot bruikbaar materiaal bedoeld voor de herplant bij grootschalige projecten als de landschappelijke inpassing van de Centrale As. Naar schatting bestaat nog minder dan 5% van de plantengroei in Nederland uit de oorspronkelijke vegetatie. Een flink deel is met de laatste IJstijd naar het zuiden verdrongen, een deel is door de grote ontginningen en intensieve landbouw verdwenen. Tegelijk hebben we in de afgelopen eeuwen van over de hele wereld uitheemse soorten naar hier gebracht. Wetenschappers als Bert Maes hebben hier veel onderzoek naar gedaan. Hij heeft onder meer een methodiek bedacht om autochtone houtige gewassen te herkennen in het veld en te inventariseren. Met autochtoon plantenmateriaal bedoelt hij plantenmateriaal dat zich na de laatste IJstijd spontaan gevestigd heeft en vervolgens verjongd is door natuurlijke verjonging of verjonging met strikt lokaal oorspronkelijk materiaal. Biodiversiteit Waarom is dit belangrijk? Projectleider Foppe van der Meer legt uit waarom Landschapsbeheer Friesland zich zo heeft ingespannen om dit project te ontwikkelen en er subsidie bij aan te vragen. “Oorspronkelijk materiaal is van groot belang voor de kwaliteit van ecosystemen. In de natuur zijn de verschillende dieren, planten, bomen en struiken sterk van elkaar afhankelijk. Ecologische processen raken snel verstoord bij veran-
8
Groen licht
Gelderse roos
derende tijdstippen van uitlopen, bloei of groei van de planten. Oorspronkelijk planten en bomen zijn bovendien helemaal aangepast aan de bodem en het klimaat, en daardoor minder bevattelijk voor veranderingen.” “Een Sleedoorn van elders bloeit hier soms wel twee weken eerder dan dezelfde plant die hier zijn oorsprong heeft. Dat heeft meteen effect op de natuur en veroorzaakt een kettingreactie voor insecten als de rups van de Sleedoornpage en vogels die daar weer afhankelijk van zijn. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Los daarvan is het gesleep met goedkope bomen en planten uit alle hoeken van de wereld niet goed voor het milieu en leidt soms tot rare en riskante ziektes. Liever kiezen we voor autochtoon plantmateriaal dat hier alle vele eeuwen zijn wortels vindt”, aldus Foppe. Als kenner van het de Noardlike Fryske Wâlden heeft hij sterke aanwijzingen dat er in de streek relatief veel autochtoon plantenmateriaal te vinden is. Dat heeft te maken met het van oudsher besloten karakter van het gebied. Het was een arme streek waar men tegen de laagst mogelijke kosten en minste inspanningen bomen en struiken aanplantten voor
hakhout of een afzetting. Ze haalden hun bomen dus niet bij de grote kwekerijen in het zuiden van het land, laat staan uit het buitenland. Door zijn gaafheid herbergt het gebied een schat aan oorspronkelijk materiaal, waaronder een aantal soorten die erg zeldzaam zijn binnen de provincie en zelfs in Nederland. Van de (Ruwe) Viltroos zijn op dit moment nog maar enkele vindplekken bekend. Onderzoek Het onderzoek naar autochtoon plantenmateriaal is het eerste in zijn soort in Fryslân. Hiertoe is een deel van de Noardlike Fryske Wâlden aangewezen dat door deskundigen van verschillende bureaus geïnventariseerd wordt. In opdracht van het Ministerie van EL&I is een speciale werkmethode ontwikkeld om autochtone houtige gewassen te herkennen in het veld, te inventariseren en te verwerken in GIS. Deze methode berust op een aantal criteria die betrekking heeft op de bomen en struiken zelf en op actuele en historische eigenschappen van de groeiplaats. Voor de inventarisatie wordt gekozen voor het maken van circa 400 opnamen. Het is geen uitputtende en gebiedsdekkende inventarisatie, maar een gerichte steekproef op kansrijke plaatsen. Een
Zomereik met vruchten
aantal soorten als Zwarte Els en Zomereik zullen een belangrijk onderdeel vormen omdat ze de hoofdsoorten zijn in de voor dit gebied zo karakteristieke elzensingels en dykswâlen. Dit jaar van start De inventarisatie gaat dit jaar van start. Uiteindelijke doelen van het project zijn het verwerven van kennis, zaadvermeer-
Hondsroos
dering en het toepassen van oorspronkelijk plantenmateriaal in het nationaal landschap NFW. Zo kan het autochtone materiaal weer (meer) deel uitmaken van het landschap en wordt de biodiversiteit belangrijk versterkt. Dit plantenmateriaal kan worden toegepast in herstelprojecten landschap of de landschappelijke inpassing van de Centrale As en wordt daarmee deel van cultuurhistorische
Viltroos
landschapselementen die actief worden beheerd. Landschapsbeheer Friesland is er voorstander van dat voor herstel en nieuwe aanplant van landschapselementen bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van plantenmateriaal dat oorspronkelijk uit de betreffende streek komt. Dat zou in bestekken beschreven moeten worden en als subsidievoorwaarde kunnen gelden.
Rappend bomen planten in Weststellingwerf en “oan’t Moarn” Vrolijk rapten de schoolkinderen het speciale boomfeestlied met rapper Remon de Jong mee. Dat was woensdag 21 maart nog eens een feestelijke start van de boomfeestdag in Oldelamer. In het kader van de vijfde fase van het landschapsproject in Weststellingwerf was deze gemeente dit jaar accentgemeente voor de Boomfeestdag. Tijdens de boomfeestdag plantten leerlingen van de openbare basisscholen De Lamer uit OldeLamer en De Lantscheene in Oldetrijne elzen en eiken in de twee dorpen. Deze nieuwe aanplant sluit aan bij de groenplannen die Landschapsbeheer Friesland opstelde in het kader van de vijfde fase van het Landschapsproject in Weststellingwerf. Samen met twee groencommissies ontwikkelde Landschapsbeheer Friesland deze plannen voor de dorpen Oldetrijne, Sonnega, Oldelamer en Nijelamer.
naar de Lendevallei. Hier wachtte hen een leuk en leerzaam programma, samengesteld door Landschapsbeheer Friesland en IVN-consulentschap Fryslân. De leerlingen wandelden over het natuurpad en kwamen daar allerlei educatieve opdrachten
tegen. Weet jij bijvoorbeeld hoe je de hoogte en de ouderdom van een boom kunt berekenen? ’s Avonds zijn er nog opnamen gemaakt voor het weerpraatje met Piet Paulusma voor SBS 6. Voor de kinderen natuurlijk een prachtige ervaring. En natuurlijk moesten de kinderen uit Weststellingwerf toen echt even in het Fries 'Oan’t Moarn!!' roepen.
Fase 5 Landschapsproject “Met dit project herstellen én versterken we het landschap in de gemeente”, licht Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland toe. “Het is geweldig hoe de gemeente dit project oppakt. Ze verdienen daarvoor echt een pluim. Iedereen is dan ook razend enthousiast.” Lendevallei Na het planten van de bomen, bracht een bus de schoolkinderen uit de gemeente
Groen licht
9
Een dag op pad met:
Leerlingen Piter Jelles trekken boompjes en steken bjintepôle Negen uur 's ochtends. Het is doodstil bij het Ottema-Wiersma-reservaat. Een grote bonte specht vliegt laag over het natuurgebied tussen Ryptsjerk en Hurdegaryp. In de verte nadert een groep fietsers. Het zijn brugklasleerlingen van het Montessori van Piter Jelles uit Leeuwarden. Op weg naar hun maatschappelijke stage in het groen.
10
De maatschappelijke stage is sinds begin van het schooljaar 2011-2012 verplicht in het voortgezet onderwijs. Door vrijwilligerswerk te doen, dragen scholieren bij aan de samenleving en maken tegelijkertijd op een andere wijze kennis met hun directe omgeving. Landschapsbeheer Friesland biedt in nauwe samenwerking met it Fryske Gea maatschappelijke stages in het groen aan. LBF heeft de coördinatie, vrijwilligers begeleiden de leerlingen in het veld.
Met elkaar meedenken Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer is enthousiast over deze zogenaamde mentor-vrijwilligers. “Dankzij hun onderwijservaring weten deze mannen precies wat wel én wat niet werkt. Ze hebben meegedacht over de invulling van de groene stages en ons op het juiste pad gezet. We vullen elkaar aan: wij weten wat er gedaan zou kunnen worden en zij weten precies hoe je dat het beste met jongeren kunt organiseren.”
Vrijwilligers Vier vrijwilligers staan bij het OttemaWiersma-reservaat te wachten. “Ik werkte jarenlang in het onderwijs, net als Johannes Wiersma en René Sloot”, vertelt Roel Zwerver en hij wijst op de andere vrijwilligers. De vierde man, Jan Bos, kent het gebied op zijn duimpje. Hij zal de scholieren zo meenemen op een excursie door het gebied. Roel coördineert vandaag de werkzaamheden. “Je moet jongeren niet de hele dag hetzelfde laten doen. Dan is de lol er zo af.”
Terwijl de vrijwilligers een kruiwagen vol zagen, handschoenen en snoeischaren het natuurgebied in rijden, komen de leerlingen aangefietst. De lerares voorop, op een elektrische fiets. Zij is hier al vaker geweest. “Jongens, raak je fietssleutel niet kwijt, anders moet je terug lopen”.
Groen licht
Werken in groepen Zodra iedereen de fiets heeft weggezet, iets heeft gegeten en de laarzen heeft aangetrokken, neemt Roel het woord. Voor een kleine keet stelt hij zichzelf en de andere vrijwilligers voor en legt uit
wat de bedoeling is. “We werken vandaag in drie groepen. Ik geef jullie zo een nummer. Alle nummers één mogen met Jan mee en de nummers twee gaan bomen zagen met René. Johannes gaat met de laatste groep boompjes trekken en pijpestrootjes steken. Bjintepôlen noemen we dat met een mooi Fries woord.” “Jakkes, ik zak helemaal weg”, schrikt een van de meiden, op weg naar het werkterrein. De drassige grond zorgt voor veel hilariteit. Gelukkig heeft iedereen goede laarzen aan. Alhoewel... Een van de jongens heeft zijn laarzen niet goed gecontroleerd. Het water sijpelt via een brede snee op zijn hiel direct naar binnen. Bomen zagen Met veel enthousiasme gaan de jongeren aan de slag. De vriendinnen Marel en Sjanne zagen samen energiek aan een boomstam. Iets verderop zaagt een jongen in z'n eentje, met een geconcentreerde blik. “Hoi Roel, zal ik je helpen”, biedt een klasgenootje aan. “Neu, lukt wel,” bromt Roel terug, en zaagt dapper door.
zijn vrijwilligerswerk voor It Fryske Gea. Niek luistert, knikt belangstellend en vraagt Johannes de hemd van het lijf.
Overal werken groepjes in het veld
Nijlganzen in Fryslân In de verte komt Jan Bos terug met zijn excursiegroepje. Hij wijst de kinderen op een koppel overvliegende nijlganzen. “Die ganzen horen hier eigenlijk niet, ze komen van oorsprong uit Egypte.” Vol verwondering kijken de kinderen de ganzen na. “Maar kunnen die dieren dan wel overleven in dit klimaat”, vraagt een jongen aan Jan. Het is wel duidelijk: leerlingen steken hier echt iets op.
“Wat is dit mooi werk, dat zou ik altijd wel willen doen” Johannes heeft zijn groep inmiddels uitgelegd hoe ze pijpestrootjes steken.
telt Johannes. “Voor sommige vogels is het een mooie plek voor een nest.” Twee vrienden trekken met veel bravoure boompjes uit. Zij hebben er lol in en zoeken steeds dikkere bomen. “Wat is dit leuk werk”, glundert Niek. “Dit zou ik later altijd wel willen doen.” Johannes speelt er direct op in en vertelt Niek over
Bjintepolen
Opslag verwijderen
“Wanneer we die stugge pollen weghalen, kunnen we dit stuk grond veel beter onderhouden. Dan kunnen we weer maaien, komt er ruimte voor het moerasviooltje en die trekken weer zeldzame vlinders aan, zoals de zilveren maan.” Boompjes trekken De kinderen luisteren aandachtig. “Wat gebeurt er eigenlijk met deze bomen”, vraagt een meisje terwijl ze een uitgetrokken boompje op een grote stapel gooit. Die laten we gewoon liggen, ver-
Op excursie met Jan Bos
Ottema-Wiersma-reservaat In het Ottema-Wiersma-reservaat bij Ryptsjerk deden inmiddels twee groepen leerlingen van Piter Jelles een groene stage. Dinsdag 13 maart bezocht een groep van 28 leerlingen het natuurgebied. Een week later fietsten nog eens 30 leerlingen vanuit Leeuwarden naar het natuurgebied. De leerlingen beschreven hun stage na afloop in een verslag. Ze besteedden in totaal 9 uur aan deze maatschappelijke stage.
Groen licht
11
2012: Jaar van de Historische Buitenplaatsen
Staten hebben een hechte relatie met hun omgeving Van de zesduizend buitenplaatsen die Nederland ooit telde, zijn er nog maar zo’n zeshonderd over. Ook van de Friese variant, de state, gingen er veel verloren. In deze provincie speelde het vertrek van de Nassaus een belangrijke rol in de teloorgang van de buitenplaats. Een verblijf op het Friese platteland werd minder aantrekkelijk zonder hof in de buurt. Maar dit jaar heeft de historische buitenplaats de wind mee. 2012 is uitgeroepen tot speciaal themajaar. Tijd voor alle rangen en standen om dit bijzondere culturele erfgoed te herontdekken. Buitenplaatsen spreken nog altijd tot de verbeelding. In de 18de en de 19de eeuw gebruikte de adel en gegoede burgerij de buitens als zomerverblijf. Het hele gezin, inclusief een deel van het huisraad, verruilde in de zomermaanden de warme, niet zo frisse stad voor het platteland met zijn ruimte en schone lucht. Wandelen, theedrinken, corresponderen, een beetje jagen; het moet een mooi leven zijn geweest. Wie nu op een state rondloopt, kan zich daar een voorstelling van maken. Alleen dat al is een reden om met zorg om te gaan met de dertig staten die de provincie nu nog telt. Landschappelijke waarde Maar buitens zijn ook vanuit landschappelijk oogpunt boeiend erfgoed. Steen en groen zijn er nauw met elkaar verbonden. In Fryslân denk je dan al snel aan Lucas Pieters Roodbaard, de beroemde tuinarchitect die in deze provincie veel parken voor buitens ontwierp. Zoals die voor Oranjestein in Oranjewoud en Fogelsanghstate in Veenklooster, om twee van de mooiste bewaarde Roodbaardtuinen te noemen. Omdat het gebouw en de groene omgeving zo’n duidelijke relatie met elkaar hebben, is het van groot belang dat ze ook in samenhang worden behouden. Het groen geeft een state zijn allure en andersom lijken deze bijzondere cultuur-
12
Groen licht
landschappen zonder hun statige gebouwen kaal en leeg. De provincie Fryslân, die het themajaar met subsidie ondersteunt, zet zich in voor behoud van de samenhang tussen geschiedenis, landschap, locatie en bebouwing. Daarvoor wil zij onder meer de driehoek kennis-draagvlak-behoud versterken. Het themajaar biedt een mooie kans om dit erfgoed met aantrekkelijke activiteiten onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Aandacht voor stinzenflora Voor de invulling van het themajaar en de coördinatie en deels ook uitwerking van alle activiteiten op de kalender is in Fryslân een werkgroep ingesteld, onder leiding van Steunpunt Monumentenzorg en de stichting Staten en Stinzen. Hierin neemt Jan Piet de Boer namens Landschapsbeheer Friesland deel. Landschapsbeheer besteedt op verschillende manieren aandacht aan het themajaar. Zo staat de jaarlijkse stinzenstruin in het voorjaar in 2012 natuurlijk in het
teken van het Jaar van de Historische Buitenplaats, maar ook bij het kiezen van de locaties voor de Natuurwerkdag in november krijgen staten extra aandacht. Van zeven buitenplaatsen is inmiddels zeker dat vrijwilligers daar aan de slag kunnen. Daarnaast is het themajaar voor Landschapsbeheer Friesland aanleiding om samen met Keunstwurk, Steunpunt Monumentenzorg en de Museumfederatie een erfgoededucatieproject over staten en stinzen te ontwikkelingen. ‘Buitenhuizen’ is een thema in de canon van de Nederlandse geschiedenis die in het onderwijs wordt gebruikt. Het project kan daardoor aansluiten op de kerndoelen voor geschiedenis. Maar het streven is ook natuur- en milieueducatie mee te nemen, vertelt Jan Piet de Boer. Staten en stinzen lenen zich bij uitstek voor boeiende excursies. “De stinzenflora en parken, de gebouwen. Prachtig. En met de klas naar buiten, dat spreekt kinderen altijd aan.”
Meer lezen In veel staten, bij de VVV’s en de Friese boekwinkels ligt het magazine In Alle Staten, een eenmalig tijdschrift vol verhalen over de Friese buitens. Bij het magazine zit een activiteitenkalender, met alles wat er in dit jaar op en rond de staten is te doen. Concerten, lezingen, open dagen en excursies. Ook is het magazine te bestellen via de websites: statenenstinzen.nl en monumentenzorgfryslan.nl.
Leestekens in het landschap: de pingoruïne In het Friese cultuurlandschap zijn overal sporen uit de geschiedenis zichtbaar. Maar je moet wel weten hoe je moet kijken en waar! Wat informatie vooraf is dan ook heel verhelderend; en soms zie je erna de wereld door een heel andere bril. Deze ‘leestekens’ zeggen namelijk vaak veel over de ontstaansgeschiedenis van ons landschap, maar ook over de waarde en betekenis die we er vandaag de dag aan geven. Landschapsbeheer Friesland koestert deze natuurlijke monumenten. Ze maken het landschap leesbaar. In deze rubriek nemen we telkens één uniek element in Fryslân onder de loep. Dit keer is dat de pingo-ruïne; een oeroude afdruk in het landschap van de laatste IJstijd. In het Weichselien, bekender als de laatste IJstijd die duurde van ca. 70.000 tot 10.000 jaar geleden, ontstonden tijdens het dooiproces en de waterafvoer duizenden ronde dobben en vennen, zgn. pingo-ruïnes. Pingo is een woord dat Eskimo’s gebruiken voor ijsheuvel. Pingo's ontstonden aan de rand van het landijs waar de grond permanent was bevroren (zgn. permafrost). Via zwakke plekken in de permafrost kon warm grondwater aan de oppervlakte komen. Het water bevroor en door de toevoer van onderaf vormden zich in de loop van de tijd metershoge ijsheuvels, die aanvankelijk met een laag aarde bedekt bleven. De pingo’s hadden een diameter van enige tientallen tot soms wel honderden meters. Terwijl de ijskern groeide, werd de grond omhoog gedrukt en opzijgeschoven. In Siberië en Canada, waar nog altijd nieuwe pingo’s ontstaan, kunnen ze zo’n negentig meter hoog worden met een diameter tot twee kilometer. Aan het eind van het IJstijd gleed bij het smelten van het ijs de laag aarde naar de zijkant weg. Uiteindelijk bleef er een diep met water gevuld gat over met een ringwal eromheen. In Fryslân komen tientallen van dergelijke pingo-ruïnes voor. Op een aantal plekken zijn ze als een "kralensnoer" op de kaart te herkennen, o.a. in nationaal landschap Noardlike Fryske Wâlden, maar ook bij Bakkeveen en op de Duurwoudsterheide. Veel pingo’s zijn
Luchtfoto van pingo’s op Duurwoudsterheide, fotograaf Paul Paris
in de loop van de geschiedenis verdwenen door verlanding en het daarna in gebruik nemen als landbouwgrond. De laatste jaren worden veel nieuwe pingoruïnes ontdekt door nieuwe technieken van luchtfotografie en hoogtemeting. Voor het publiek zijn pingo-ruïnes misschien niet aantrekkelijk, maar voor wetenschappers des te meer. Ze groeiden in de loop der eeuwen dicht door resten van plantengroei. Die veenlaagvorming nam zo’n tienduizend jaar in beslag. Dat maakt dichtgegroeide pingo-ruïnes tot
de rijkste landschapsarchieven die onze provincie kent. Een verticaal monster laat zich door kenners lezen als een film van de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap. Door de plantenresten en de stuifmeelkorrels in het veen, die zelfs na duizenden jaren met de C14 dateringsmethode nog zijn vast te stellen op soort, geeft elke laag een beeld van de vegetaties die in en rond de pingo-ruïne stonden en daarmee van hoe het landschap er in verschillende tijdvakken moet hebben uitgezien.
O
green-kids op bezoek bij de schierstins
p 2 april is het nieuwe RTL Telekids programma Green-Kids van start gegaan. In het tv-programma gaat presentator Lodewijk Hoekstra met zijn Green-Kids op stap om de natuur te beleven en spelenderwijs van alles over onze omgeving te ontdekken. De locaties en onderwerpen zijn samen met de stichtingen Landschapsbeheer en De12Landschappen tot stand gekomen. In elke aflevering behandelt Lodewijk een speciaal thema dat seizoensgebonden is en laat hij de Green-Kids zien wat zij zelf allemaal met hun ‘groene vingers’ kunnen doen op de mooiste plekjes van Nederland. Dat gebeurt in samenwerking met Landschapsbeheer Nederland en De12Landschappen. Wekelijks bezoekt Lodewijk een basisschool in Nederland. In de aflevering die samen met Landschapsbeheer Friesland is gemaakt staat de stinzenflora en historische buitenplaats De Schierstins centraal. Projectleider Jan Piet de Boer treedt op als ‘tuinbaas’ die alles weet over deze bijzonder voorjaarsbloeiers. Beheerder Jaap van der Boon ontvangt kinderen van CBS De Frissel uit Veenvouden in de Schierstins. Zie www.green-kids.nl.
Groen licht
13
Vernieuwend NME-project in Heerenveen::
Koppeling Natuureducatie aan buitenschoolse opvang sterk voor het structureel aanbieden van Natuur en Milieu educatie op de basisschool. LBF was één van de initiatiefnemers voor het Akkoart van Earnewâld. Een intentieverklaring waarin natuurorganisaties, gemeenten en scholen afspraken kinderen uit het basisonderwijs meer met natuur in aanraking te laten komen. De gemeente Heerenveen ondertekende het Akkoart van Earnewâld niet. “Natuurlijk vinden de gemeente en scholen in Heerenveen NME belangrijk, maar de financiële middelen ontbreken simpelweg”, weet Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland. Buitenschoolse opvanglocaties uit Heerenveen gaan actief aan de slag met het aanbieden van Natuur- en Milieu Educatie (NME). Een buitengewoon initiatief in een gemeente waar NME helaas niet structureel verankerd is. Samen met een groot aantal 'groene' organisaties maakte Landschapsbeheer Friesland (LBF) zich de afgelopen jaren
Inventief Om toch een leuk en leerzaam NMEaanbod in Heerenveen te kunnen realiseren, dachten scholen, gemeente en IVN Heerenveen de afgelopen tijd hard en inventief na. Bij de Brede School, waar het onderwijs nauw samenwerkt met kinderopvang, bibliotheek en andere instellingen, zagen ze vooral kansen voor
de buitenschoolse opvang. Er werd voorgesteld NME te koppelen aan de buitenschoolse opvang. Het voorstel pleit voor het inrichten van natuurspeelplekken in de omgeving van de BSO-locaties, voor de aanwezigheid van relevante materialen bij de kinderopvang en voor het aanbieden van zowel georganiseerde als ongeorganiseerde activiteiten. Doel is dat het aanbod zo laagdrempelig mogelijk is, zodat er ook echt veel gebruik van wordt gemaakt. Proef NME Volgens subsidieverstrekker Agentschap.nl heeft het project een mooie voorbeeldwerking naar gemeenten waar het NMEaanbod niet verankerd is. Agentschap.nl honoreerde het voorstel dan ook met een subsidie in het kader van het project Proef NME. Het inrichten van de voorgestelde natuurspeelplekken zal naar verwachting in oktober 2012 in Heerenveen worden afgerond.
Oude paden Zuidoost Fryslân worden nieuwe wegen In Zuidoost Fryslân worden oude paden nieuwe wegen. Landschapsbeheer Friesland schreef hiervoor het uitvoeringsplan Oude Paden - Nieuwe Wegen. Het gebiedsplatform Plattelânsprojekten Zuidoost Fryslân is de opdrachtgever. Op woensdag 15 februari ontvingen gebiedsgedeputeerde Sietske Poepjes en wethouder gemeente Heerenveen Age Hartsuiker het plan van projectleider Teatske van Dalen en platformlid Geert Lantinga. De overhandiging vond plaats aan de Van Bienemalaan in Oudeschoot. Het is de plek waar één van de wandelroutes straks langsloopt. Met een warme kop chocolademelk blikten de gedeputeerde, wethouder en aanwezigen vooruit op de uitkomst van het project. Gedeputeerde Poepjes ziet iets moois ontstaan. "Straks wandelen hier inwoners en bezoekers door de rijke geschiedenis van Zuidoost Fryslân. Het project brengt oude paden tot leven en laat mensen genieten van historische verhalen die achter de routes schuil gaan. Een mooi initiatief met een grote inbreng van de inwoners van het gebied zelf."
14
Groen licht
Wandelnetwerk Inwoners hielpen Landschapsbeheer Friesland bij het uitstippelen van de routes. Dit gebeurde in vijf werkgroepen, één per gemeente. Vervolgens zijn in het uitvoeringsplan tien regionale routes uitgewerkt. De routes zijn gemaakt op basis van de geïnventariseerde oude paden en bedoeld voor inwoners, recreanten en toeristen in de regio. De paden zijn met elkaar verbonden en vormen een eerste opmaat voor een Wandelnetwerk Fryslân. Het komende half jaar werkt Landschapsbeheer Friesland eerst een stappenplan uit. Hiervoor worden afspraken gemaakt met particuliere eigenaren rond de routes en volgt nog een veldinventarisatie. Ook
Gedeputeerde Sietske Poepjes (l.) ontvangt uit handen van Teatske van Dalen het uitvoeringsplan. (foto Lenus van der Broek, Wolvega)
werkt Landschapsbeheer Friesland het plan nader uit waar het gaat om bewegwijzering, promotie en voorzieningen. Een en ander wordt vastgelegd in een beheeren onderhoudsplan. Na de zomer gaat de eerste schop op een van de routes de grond in. Informatie Voor meer informatie: Teatske van Dalen, projectleider van Landschapsbeheer Friesland, tel: 0512-383800 of
[email protected]
Beheerplan voor houtverbranding Beetsterzwaag onderstreept succes
Binnenkort is het finale beheer- en business plan klaar voor de houtsnipperverbrandingsinstallatie in Beetsterzwaag, de installatie (ca. 1 Megawatt) die Revalidatie Friesland en School Lyndensteyn van warmte voorziet. Dit bio-energieproject is vrij uniek in zijn opzet. De energie wordt geleverd via een houtgestookte verbrandingsinstallatie die door de leden van agrarische natuurvereniging De Âlde Delte van biomassa wordt voorzien. Als partner in dit project zorgt Landschapsbeheer Friesland voor kennis en het ontwikkelen van het beheerplan. Het mes snijdt aan meerdere kanten. Snoeimateriaal uit houtwallen en elzensingels in Zuidoost-Friesland vindt zijn weg naar groene energie en met de opbrengst wordt het onderhoud van de karakteristieke landschapselementen zoveel mogelijk bekostigd. Tegelijk voldoen boeren, de gemeente Opsterland en ook werkvoorziening Caparis aan een duurzaamheidopgave. Voor Landschapsbeheer Friesland is het van belang dat deze vorm van landschapsbeheer zichzelf bedruipt en dat er een harde koppeling is met kwalitatief goed onderhoud van het landschap. Dat creëert betrokkenheid van bewoners en grondeigenaren aan de ene kant en garandeert de controle op de instandhouding van waardevol landschap aan de andere. Bovendien betaalt de opbrengst van het hout mee aan het onderhoud van het landschap. Vervolgstap nodig Vanaf de start heeft dat drie jaar prima gefunctioneerd, maar nu is er een volgende stap nodig. Kern van het beheerplan is het reguleren van de aanvoer van houtsnippers uit landschapsbeheer in de gemeente Opsterland e.o. Om het gehele jaar rond warmte te kunnen leveren,
heeft de energie-installatie vierhonderd kilometer houtwal en elzensingels nodig, die in een twintigjarige rotatie afgezet worden. Dat vereist een gedegen plan, waarbij logistiek, gegarandeerde aan- en afvoer, planning en afstemming voor de langere termijn geregeld zijn. Projectleider Foppe van der Meer van Landschapsbeheer Friesland heeft voor de Agrarische natuurvereniging Alde Delte samen met Aequator Groen & Ruimte en partners als de gemeente Opsterland, de provinsje Fryslân en Steunpunt Landschap Zuidoost-Friesland een beheer- en businessplan opgesteld voor De Âlde Delte. Volgens hem is de tijd rijp voor een vervolgstap: een overkoepelend beheerplan voor de regio dat ervoor zorgt er een stroom biomassa op gang komt vanuit het landschap van Opsterland naar de verbrandingsinstallatie. Wethouder Wietse Kooistra en projectmanageradviseur Marieke Tiekink van de gemeente Opsterland onderschrijven dit van harte. Geen traditie Foppe legt uit: “In de afgelopen vier jaar is er groot onderhoud in en door de gemeente gepleegd in projectvorm
dat voor veel extra houtsnippers heeft gezorgd Daardoor was er meer dan genoeg biobrandstof voor de kachel. We waren als het ware een beetje verwend, maar die situatie is nu voorbij. En dus wordt het tijd om een duurzame relatie te leggen tussen landschapsonderhoud en energie uit houtverbranding .Er is hier in deze regio nog geen traditie op dit gebied, zoals de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) die wel kent. Was er tot nu toe sprake van een luxepositie, nu is de tijd rijp om over te stappen op een zakelijk plan van aanpak. Dat weet iedereen en we zien dan ook dat er bij alle partijen beweging is, dus bewegen wij mee. Dat gebeurt in opdracht en goed overleg met De Âlde Delte, tevens eigenaar van de verbrandingsinstallatie.” “Tegelijk moet je ook realistisch zijn. Zolang het winnen van houtsnippers veel duurder was dan de opbrengst (4:1) kreeg je de rijen niet gesloten. Maar onderzoekresultaten uit het project Energie uit Hout (NFW) laten zien dat met nieuwe techniek, andere machines, betere logistiek en kleinere beheereenheden efficiënter gewerkt kan worden. Met behulp van deze nieuwe inzichten laten recente berekeningen zien dat daarmee voor de installatie in Beetsterzwaag de kosten en baten veel dichter bij elkaar kunnen komen. Daarmee kan de installatie zorg dragen voor een deel van de kosten van het landschapsbeheer.” “Intussen kunnen we ook wat aan die ‘traditie’ doen. We adviseren De Âlde Delte nieuwe leden te werven in deze regio om zo wat meer body te krijgen voor een substantiële stroom van houtsnippers. Tegelijk kun je dan net als in de Noardlike Fryske Wâlden beter kennis uit wisselen, gezamenlijk inkopen (bv. transport), een handboek ontwikkelen voor het beheer en onderhoud en cursussen organiseren. Uiteraard blijven de leden van De Âlde Delte onafhankelijk, maar net als in de NFW wil Landschapsbeheer Friesland hun graag ter wille zijn met kennis, backoffice en advies”, aldus Foppe van der Meer.
Groen licht
15
Voor Landschapsbeheer is Christel Snoep geen onbekende. Christel werkte tot voor kort namelijk bij zusterorganisatie Landschapbeheer Zuid-Holland in Waddinxveen. Maar de liefde bracht haar naar Fryslân. De eerste periode werkte ze nog voor Zuid-Holland, maar een aantal bezoekjes bij voormalige collega’s in het Noorden bracht uitkomst. Een kennismakingsgesprek met Regina ter Steege leidde binnen enkele maanden tot een baan als projectmedewerker in Beetsterzwaag, per juli 2011. “Voor een ‘Hollander’ natuurlijk even wennen hier”, grapt Christel. “ Nee hoor, dat valt wel mee, al zijn er zeker cultuurverschillen tussen beide provincies.” Ik begin me steeds meer thuis te voelen in de provincie. Zeker nu we van Leeuwarden verhuizen naar een eigen huis in het buitengebied. Van jongs af aan ben ik het liefst buiten actief. Beide opa’s en oma’s woonden buitenaf, op de boerderij en daar was ik vaak te vinden. Ook thuis was ik het liefst buiten, lekker
in bomen klimmen of in het weiland te vinden. Interesse in natuur en alles wat leeft is me met de paplepel ingegoten. Het was voor niemand dan ook een verrassing dat ik in Delft de Hbo-opleiding Plattelandsvernieuwing, richting Groen en Landschap ging doen.” Toen ontmoette ze haar huidige man in Fryslân en kwam ze steeds vaker naar Leeuwarden en moesten er keuzes worden gemaakt. Ik hoefde geen grote drempel over om naar het Noorden te gaan. Ik ben nu eenmaal een buitenmens en dan zit je hier helemaal goed met meer rust en ruimte om je heen. Wel moest ik wennen aan het feit dat Landschapsbeheer Friesland anders is georganiseerd. In Zuid-Holland is de provincie verdeeld onder algemene regiomedewerkers, terwijl Landschapsbeheer Friesland meer vanuit expertises werkt. En natuurlijk zijn er cultuurverschillen tussen de provincies. In het meer verstedelijkte gebied is men zich op een andere manier bewust van het (schaarse) erfgoed, simpelweg
omdat er minder van over is. Er wordt goed samengewerkt om het erfgoed te behouden en verbeteren. In het Friese agrarische gebied lijkt men meer op zichzelf te zijn. Maar met goede argumenten en enthousiasme krijg je veel voor elkaar is mijn ervaring tot dusver.“ “Dat is ook wat ik zoek, de verbinding tussen de mens en dat wat het landschap aan erfgoed, natuur en bijzonderheden te bieden heeft. Ik zit dan ook helemaal goed met burgerparticipatieprojecten als Doarpen yn ’t Grien, Nije Pleats , Natuurwerkdag en streekeigen erven.”, aldus Christel.
“Ik ben nu eenmaal een buitenmens en dan zit je hier goed”
Christel Snoep
Even voorstellen: nieuwe collega's “Combi mens en landschap trekt mij meest”
Gerard van Looijengoed “Friesland is mooi, eigenlijk mooier dan ik dacht. Nu ik nu vanwege mijn werk bijna dagelijks op en neer rijd van Hierden (randje Veluwe, red.) naar Landschapsbeheer Friesland in Beetsterzwaag valt me pas op hoe gevarieerd het landschap is. Die verscheidenheid van bos richting het kleinschaliger coulisselandschap en dan weer die groene openheid, dat is best
16
Groen licht
bijzonder in Nederland”, aldus Gerard van Looijengoed (24), sinds september 2011 in dienst als junior projectleider. Een ervaring die sterker is geworden nu hij ook op Terschelling komt om mee te werken aan de landschapsvisie voor Natura 2000-gebied De Grië. Bomen en bos hebben Gerard altijd gefascineerd. Zijn keuze voor een Mboopleiding Bos- en Natuurbeheer en de vervolgstudie Westerse Bosbouw aan de Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp was dan ook geen moeilijke. Wel verschoof tijdens zijn studie zijn beroepsoriëntatie van beheerder naar meer een functie waarbij de verbinding tussen mensen en natuur centraal staat. Toen een kennis hem de vacature bij Landschapsbeheer Friesland stuurde, hoefde hij niet lang na te denken. Precies wat hij zocht: een functie op het snijvlak van bosbouw, natuur en landschap versus communicatie en contact met mensen. Sindsdien is Gerard betrokken bij het
genoemde project op Terschelling, de landschappelijke inpassing van Centrale As en als medewerker GIS (geografisch informatiesysteem). Het werk smaakt naar meer. Vooral het overleg en de afstemming met betrokken bewoners, professionals en vrijwilligers bevallen Gerard goed. “ Je doet het niet voor jezelf, maar met en voor anderen. Die pakken dat vaak ook snel en enthousiast op en dan zie je dat er wat gebeurt. Resultaat! Dat spreekt me enorm aan.” Aan ambities voorlopig geen gebrek. “ Ik zal altijd van bos blijven houden en geniet onder andere van het Europees Kampioenschap motorkettingzagen in Slovenië waar ik aan mee ga doen. Ik wil nog wel wat meer doen met de verbinding mens en landschap, in het verlengde van mijn studie. En tot slot ben ik al acht jaar lang elke zaterdag te vinden op een kleine kwekerij/tuincentrum in Hulshorst, wat ik nog steeds erg leuk vind.”
Meervleermuizen in kerk Tjerkgaast
Column
Nonnetjes in de zee
Nonnetjes heb je in soorten en maten. Het zijn zedige dames in een klooster, die zich navenant kleden en als toekomstige bruiden van Jezus de kuisheidsgelofte hebben afgelegd. Ook heb je Nonnetjes in de zee. Geen religieuze zeemeerminnen, maar schelpdieren die het met de kuisheid niet zo nauw nemen; Gods water over Gods akker laten stromen en zich naar hartenlust laten bezwangeren. Of je nu een aanhanger bent van het scheppingsverhaal of meer ziet in het concept van de evolutie: in beide gevallen was het schelpdiernonnetje eerder op deze aarde dan het mensnonnetje. Hoe heeft het dan kunnen gebeuren dat men voor de kuise damesnonnetjes de naam van dit wulpse schelpdier heeft gekozen? foto Tjepke v.d. Honing
De kerk van Tsjerkgaast herbergt één van de grootste kolonies meervleermuizen in Fryslân. Bij de restauratie van het dak van de kerk zijn speciale maatregelen getroffen om de kerkzolder te voorzien van meer luchtcirculatie om houtrot en aantasting van insecten te voorkomen. Daarmee verandert het klimaat op de zolder en zijn speciale maatregelen getroffen voor deze beschermde meervleermuizen. Tegelijk konden voor de vleermuizenkolonie speciale voorzieningen worden aangebracht; een rij verticaal tegen het plafond aangebrachte platen om tochtvrij in de nok (met de jongen) de dag door te brengen en een aantal hang-
D
plekken boven het koor. Bovendien werden makkelijke schoon te maken vloeren aangebracht om hygiëne en onderhoud van de kerk te vergemakkelijken. De provincie Fryslân betaalde het leeuwendeel van de kosten; ook het kerkbestuur droeg bij. Landschapsbeheer Friesland maakte samen met Anne-Jifke Haarsma van de Vleermuiswerkgroep Nederland het plan voor de aanpassingen. De aannemer die ook de restauratie deed voerde ook de aanpassingen voor de vleermuizen uit. Vleermuizen gezien? Meld dat bij ons: www.meldpuntvleermuizenenmarters.nl
Samen werken aan ommetjes in Haskerdijken
e Reis 2018 maakt deel uit van het streven om Fryslân op de kaart te zetten als culturele hoofdstad van Europa. De Reis 2018 is één van de projecten die in de aanloop naar 2018 al gestart is. Het combineert het lokale (amateur)talent met professionele kunstenaars, historici, sporters of wetenschappers, op Frysk, Nederlands of Europees niveau. De Reis richt zich op alle doelgroepen binnen de gemeenschap: sport, cultuur, landschap, kunst, jong, oud, amateur, professional, dans, theater, muziek. De Reis is bedoeld om middels cultuur te zorgen voor bewustwording van de eigen omgeving en van Fryslân als onderdeel van Europa. Landschapsbeheer Friesland is één van de partners en heeft projecten als de Friese Waterlinie en de succesvolle Stekjes ingebracht. Een project dat nu al loopt is een samenwerking met de dorpen Haskerdijken en Nieuwebrug, BUOG, Kensoor, Steunpunt Landschap en Staatsbosbeheer. Met dorpsbewoners is onlangs een bijzonder wandelpad aangelegd. Een nieuw ‘ommetje’ dat hen in staat stelt om te wandelen door een voormalig gesloten gebied van Staatsbosbeheer, pal naast de dorpen. Meer dan 40 vrijwilligers zijn enthousiast in de weer geweest met het zagen en kappen van bomen en het maken van routes met de overgebleven houtsnippers. Zo is een prachtig ‘ommetje’ ontstaan dat de Kapelle (de kerk buiten het dorp), het dorp en de historie van de plek met elkaar verbindt door middel van nieuwe paden. Nabij het pad is een open plek in het bos gecreëerd als ontmoetingsplek met bankjes en langs de route worden informatieborden geplaatst. Bovendien wordt de looproute aangesloten op het reeds bestaande Jabikspaad. Meer info en een leuke videofilm vindt u op www.fryslan2018.eu
In de eerste helft van de 8ste eeuw van onze jaartelling zal men in en rond de Waddennederzetting Dokkum vast ook wel Nonnetjes hebben gekend. Waarschijnlijk was hier ook wel handel in Nonnetjes, maar dat was geen vrouwenhandel omdat men het christendom en de bijbehorende Nonnetjes-soort toen nog niet kende.Dat zou echter niet lang meer duren, want er was een Britse missionaris onder de naam Bonifatius in de Germaanse gebieden op pad om de mensen tot het christendom te bekeren. Hij ging daarbij niet zachtzinnig te werk en deinsde er niet voor terug om heiligdommen van de Germanen te vernietigen. Met name de Eik, vroeger als Eijk geschreven, was gewijd aan de god Donar en stond ook bij de Germaanse Friezen hoog in aanzien. In het jaar 723 hakte Bonifatius in Geismar op de grens van Hessen en Nedersaksen zo’n heilige Donar-eijk om. Toen hij op 5 juni van het jaar 754 hetzelfde kunstje in de buurt van Dokkum vertoonde werd hem dit noodlottig. Net als de heilige Eijk werd ook Bonifatius een kopje kleiner gemaakt. Sindsdien floreerde het Christendom en leden de Eijken een kwijnend bestaan. Dokkum is de hoofdstad van de gemeente Dongeradeel, maar werd dit vroeger misschien geschreven als Donardeel? Komend voorjaar gaat in Dokkum het levensverhaal van de missionaris Bonifatius in musicalvorm in première. En met het voorjaar in aantocht werd er een Nederlandse Eijk door de paus verheven tot kardinaal. Is dit toeval of gloort er 1258 jaar na dato ook voor alle andere Eijken weer hoop aan de horizon?
Jan J. de Boer
Groen licht
17
Karin Sjoukes: “Routenetwerk uitgerust met de bekende knooppunten.”
Waddenwandelen in concept klaar; nu de uitvoering en prominente plek. Ook op hun website en overzichtskaart wordt er promotie gemaakt voor Waddenwandelen. De officiële aftrap wordt gezamenlijk gedaan op de Fiets- en Wandelbeurs in de RAI te Amsterdam begin 2013.
De ontwikkeling van het routenetwerk Waddenwandelen is in principe afgerond; het netwerk is in concept klaar en de offertes zijn de deur uit. In het komende half jaar gaat de schop de grond in en worden de website, gidsen en wandelkaarten gemaakt. Het jaar 2012 staat bij Landschapsbeheer Friesland, Landschapsbeheer Groningen en Landschap Noord-Holland dan ook in het teken van de uitvoering. “Er gaat heel wat water door de Waddenzee voordat zo’n groot project op stoom is”, vertelt projectleider Karin Sjoukes van Landschapsbeheer Friesland. Veel overleg met de bewoners, maar ook met VVV’s, marketingorganisaties, Wandelnet, ANWB, overheden, natuurorganisaties en de eilanden is nodig om een goed wandelnetwerk te krijgen. Gelukkig kan iedereen zich vinden in de doelstelling van het project: vergroting van de toegankelijkheid van het Waddengebied en de belevingswaarde ervan door een aantrekkelijke toeristische infrastructuur. Daar komt bij de wandelen ‘hot’ is en er met name in deze schil van ons land nauwelijks voorzieningen zijn, met uitzondering van de eilanden en het Lauwersmeer”, aldus Sjoukes. Knooppunten Voor de bewegwijzering is gekozen voor een systeem dat vergelijkbaar is met dat van het fietsroutenetwerk. Dit systeem van knooppunten is inmiddels in heel Nederland bekend. Het is eenvoudig, gebruiksvriendelijk en maakt zo het wandelnetwerk van Waddenwandelen goed toegankelijk. Dit knooppuntensysteem wordt elders in Nederland ook gebruikt. In Brabant en Limburg zijn
18
Groen licht
inmiddels vele honderden kilometers wandelnetwerk met succes gemarkeerd. “De keuze voor een knooppuntensysteem is gemaakt op basis van de bekendheid bij een groot publiek. Ook biedt het flexibele systeem de mogelijkheid om het netwerk eenvoudig uit te breiden in de rest van de provincie Fryslân, en dat is weer goed nieuws voor de partijen die straks het beheer, onderhoud en marketing gaan regelen. Tot slot biedt het systeem van knooppunten kansen aan bewoners en ondernemers om zelf routes te ontwikkelen, vanuit hun dorp, accommodatie of vakantiepark”, licht Sjoukes toe. Promotie en communicatie Samenwerking en aansluiten bij strategische partners zijn de sleutelwoorden bij de promotie van Waddenwandelen. Zo wordt nauw samengewerkt met Wandelnet in Amersfoort. Deze landelijke koepelorganisatie is onder meer de beheerder van de LAW-paden (o.a. Pieterpad) en Streekpaden (o.a. Friese Woudenpad), maar is ook uitgever van vele wandelgidsen en -kaarten. Waddenwandelen participeert in drie wandelgidsen die Wandelnet in de regio uitgeeft. Hierin krijgt Waddenwandelen
Samen met Knowlogy en G2K uit Groningen wordt gewerkt aan een nieuwe website die wandelaars èn ondernemers in het gebied op alle mogelijk manieren van informatie kan voorzien. Centraal staat een kaart van het gebied die met alle mogelijke (wandel)informatie is verrijkt. Deze digitale kaart is gekoppeld aan applicaties voor smartphone, iPad en GPS, maar is ook als App te downloaden. De ICT die gebruikt wordt is een gezamenlijke ontwikkeling uit naam van Waddenwandelen en de provincies Drenthe (www.drenthe.nl), Groningen (o.a. www.westerkwartier.nl) en Fryslân (o.a. waterwegennavigator Skipper). Met producent Falkplan uit Eindhoven worden tenslotte vijf wandelkaarten gemaakt die het hele Waddengebied bestrijken. Met de provinciale VVV’s, marketingorganisaties en de ANWB zijn afzonderlijk afspraken gemaakt voor free publicity, arrangementen en promotie. Waddenwandel4daagse Sport Fryslân heeft van Waddenwandelen opdracht gekregen een wandelvierdaagse uit te werken in het gebied. “Een periodiek wandelevenement is een belangrijke stimulans om de regio al wandelend te beleven”, zegt Kees Terwisscha van Scheltinga. Hij is een van de mensen achter het evenement. “De Waddenwandel4daagse is een mooie gelegenheid om het nieuwe wandelnetwerk te laten ontdekken door bezoekers van binnen en buiten de provincie. Sport Fryslân werkt het evenement de komende jaren uit. Daarvoor hebben de eerste partners zich al aangediend: er wordt samengewerkt met de landelijke wandelsportorganisatie KNBLO, de ANWB en De Friesland Zorgverzekeraar. Het is de bedoeling dat de eerste editie van de Waddenwandel4daage in september 2013 van start gaat vanuit Lauwersoog.”
Meetnet geeft inzicht in Agrarisch Cultuurlandschap Landschapsbeheer Friesland (LBF) krijgt dankzij Meetnet steeds beter inzicht in de toestand van het Friese Agrarisch Cultuurlandschap. LBF gebruikt deze kennis om de noodzaak van landschapsbeheer te benadrukken in gesprekken met overheden en andere partners in landschapsbeheer.
onderhoudsmaatregelen en het gebruik van boom- en struiksoorten. De komende jaren volgt de inventarisatie van zand- en hoogveenontginningsgebieden. Hoewel Els van Loon van Landschapsbeheer Friesland de inventarisatie bestempelt als waardevol, realiseert ze
Meetnet Agrarisch Cultuurlandschap is een initiatief van Landschapsbeheer Nederland (LBN). Door veranderingen in het agrarisch cultuurlandschap op elementniveau te volgen, hoopt LBN een goed beeld te krijgen van de gesteldheid van het landschap. De steekproef beslaat in totaal 60.000 hectare, de inventarisatiefase wordt in vijf jaar afgerond. Daarna start de daadwerkelijke monitoring van de steekproefgebieden.
Recordbedrag voor goede doelen van de nationale Postcode Loterij
Friese inventarisatie In 2011 inventariseerde Landschapsbeheer Friesland 2000 hectare zeekleigebieden, rond Pietersbierum, Stiens en Foudgum. De geïnventariseerde elementen, zoals bomen, elzensingels en boomrijen zijn over het algemeen redelijk vitaal. Wel valt er nog veel winst te halen door een betere landschappelijke inpassing van de boerenerven en kennisoverdracht over
zich dat Meetnet slechts beperkte informatie verschaft over de aanwezige landschapselementen. “Dankzij deze methode kunnen we de aanwezige landschapselementen prima volgen. Maar voor een kwaliteitsindicatie van het landschap hebben we meer gegevens nodig.”
D
e Nationale Postcode Loterij keert dit jaar een recordbedrag van 284 miljoen euro uit aan 85 goededoelenorganisaties, waar ook Landschapsbeheer Friesland toe behoort. Dit werd op 9 februari jl. bekend gemaakt tijdens het jaarlijkse Goed Geld Gala. Dankzij de 2,5 miljoen deelnemers van de Nationale Postcode Loterij kunnen goede doelen hun belangrijke werk voortzetten en nieuwe projecten starten. De helft van ieder lot gaat rechtstreeks naar goede doelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten, natuurbescherming, milieu en sociale samenhang in Nederland. Landschapsbeheer Friesland is één van de beneficiënten van de Nationale Postcode Loterij; de grootste goede doelenloterij van Nederland. Jaarlijks ontvangt Landschapsbeheer Nederland een financiële bijdrage van een ruim 2 miljoen euro. Landschapsbeheer Friesland mag daarvan € 187.500 inzetten voor haar eigen werk en projecten, zoals de Natuurwerkdag en educatieprojecten voor het basisonderwijs (o.a. Biologiedagen). Een fiks bedrag waarmee Landschapsbeheer Friesland een verschil kan maken voor het beheer en de ontwikkeling van het waardevolle Friese cultuurlandschap.
Groene begraafplaatsen verdienen aandacht Fryslân telt zo’n 460 begraafplaatsen. Locaties met een grote emotionele, cultuurhistorische en vaak ook landschappelijke waarde. Zonder verzorging is een deel ervan echter ten dode opgeschreven. Landschapsbeheer Friesland helpt eigenaren en vrijwilligers bij het onderhoud van deze markante plekken. Onder meer met de cursus ‘praktisch beheer van begraafplaatsen in Friesland’ op 25 april of 5 september 2012 in Leeuwarden. De eendaagse cursus is bedoeld voor iedereen die direct of indirect betrokken is bij het onderhoud van begraafplaatsen in Fryslân: eigenaren, beheerders en vrij-
willigers. Behalve praktische informatie over het onderhoud van beplanting en grafmonumenten, besteedt de cursus ook aandacht aan de cultuurhistorische aspecten van de begraafplaats, zoals symboliek en rituelen. Docenten zijn onder meer Ada Wille, landschaps- en begraafplaatsarchitectuurdeskundige en funerair adviseur Leon Bok, die cursisten onder meer zal rondleiden over de algemene begraafplaats aan de Spanjaardlaan. Deelnemers kunnen de cursus een vervolg geven met een praktijkdag restauratie van graven op 12 mei of 8 september, even-
eens in Leeuwarden. De praktijkdag kan ook los van de cursus worden gevolgd. De cursus wordt gegeven op 25 april en op 5 september 2012 in het Historisch Centrum Leeuwarden en duurt van 10.00 tot 15.00 uur. Deelname aan de cursusdag kost € 25,- (inclusief koffie en thee, exclusief lunch). Voor de praktijkdag dienen deelnemers zich apart op te geven. Ook deze kost € 25,-. Opgeven kan telefonisch of per mail bij het secretariaat van Landschapsbeheer Friesland (0512–383800) of
[email protected], o.v.v. Cursus begraafplaatsen. Aan de cursus kunnen maximaal twintig personen deelnemen.
Groen licht
19
IT FAVORITE PLaK fAN: Johannes kramer
"Harich en omkriten binne karakteristyk en ôfwikseljend" ‘e neiste omkriten de hieltyd wieter wurdende greiden, ôfrinnend nei de Iselmar en de oare marren. Dat sa karakteristike oergongsgebiet nei ‘t Swin, De Fluezen en de Sleattemer Mar, hjir krekt achter Harich, dêr fiel ik my thús. Ik wol leauwe dat it my nea ferfele sil.”
Noardlik fan Balk leit it plakje Harich, in doarp fan om-ende-by 500 ynwenners yn de gemeente Gaasterlân-Sleat. It is it doarp dêr’t mr. Gerrit Johannes Kramer syn jeugd trochbrocht hat en it ôfwikseljende lânskip learde te wurdearjen. As deputearre hat er Lanlik Gebiet en Plattelânsbelied yn syn portefúlje, wat mei in juridyske eftergrûn no net fuort yn ‘e reden leit. Mar foar de FNP is lânskip, njonken taal en kultuer, in wichtich oandachtsfjild en it is dan ek krekt wat foar him. “Njonken de rike skiednis en it prachtige ferhaal dat it Fryske lânskip fertelt, fyn ik de rol fan de minske yn dat lânskip o sa boeiend. Want natuer en lânskip binne fan en foar de minsken en moatte ek troch harren droegen wurde. Dat betsjut fansels dat je flink polderje’ moatte.” Kramer komt fan in boerespul dêr’t er, as jonkje noch, de neiste omkriten kennen learde as in spannend, soms mytysk lânskip. “Eartiids waarden hjir de prachtichste ferhalen ferteld oer ridders, de Spanjoal, stropers en ûnderdûkers. En mei wat fantasy koest dat op eigen wize belibje oan ‘e igge fan de bosk, in hut yn ‘e beam, in flot op it wetter of earne yn ‘e greiden. Miskien haw ik dêr myn fassinaasje foar skiednis en âlde lânkaarten wol oan oerholden. Mar ik wie al like maklik betovere troch in stillizzende snoek yn it wetter, in sjongende ljurk yn ‘e loft of in koloanje reagers yn ‘e beamtoppen.” “No is Gaasterlân hoe dan ek in bysûnder gebiet, it leit sa prachtich op in richel fan deksân, mei bosken bedutsen. En yn
20
Groen licht
Ferduorsuming Tagelyk hawwe natuer en lânskip hjir tige gefoelige ûnderwerpen west. It heucht elkenien noch, de reboelje nei oanlieding fan de Ekologyske Haadstruktuer dy’t it gebiet oplein waard. Minsken wiene poer, de boeren op de natuerorganisaasje en op de provinsje. Ek wol te ferklearjen, want hja belibben dat doedestiids as in grutte ynbrek op de eigen libbensromte. Dêrby waard it belang fan de natuer boppe dat fan de eigen befolking steld. Dat spanningsfjild hat efterôf besjoen wol laat ta it op gleed reitsjen fan in fruchtbere gearwurking fan de oanbelangjende partijen. En neffens tritich jier ferlyn leit de streek der prachtich by. Dêr meie de minsken grutsk op wêze. ‘Maatskiplike ferduorsuming’, dêr leit ek foar de rest fan Fryslân de takomst. “It seit himsels dat wy rekken hâlde moatte mei kwetsbere stikken natuer, en sa besjoen is it net goed wat der no mei organisaasjes as Staatsbosbeheer bart. Mar as it giet om de kwaliteit fan in streek of regio, dan kinst net sûnder de brede stipe fan de bewenners. Yn syn boek ‘Het Rijk van de Schaarste’ leit auteur Hans Achterhuis it sa moai út. 'Minsken wurde fijannen faninoar as hja tûk op deselde saak binne, dêr’t hja net beide tagelyk fan genietsje kinne.’ Dus moatte wy der mei-inoar noed fan stean dat der in programma komt dêr’t befolking, ekonomyske doelgroepen en beskermers fierder mei kinne. Wat dat oanbelanget hawwe de krisis en de diskusje yn ferbân mei Henk Bleker ek harren positive effekten. Natuer en lânskip binne fansels gjin linkse hobbys, it giet derom dat minsken écht belutsen binne. De Streekaginda is dêr aanst in gaadlik platfoarm foar, mei de provinsje yn de rol fan regisseur. Dêr lizze noch prachtkânsen, ek foar Lânskipsbehear Fryslân”, seit Kramer.
COLOFON Uitgave Landschapsbeheer Friesland Commissieweg 15 9244 GB Beetsterzwaag tel: 0512-383800 fax: 0512-381457 e-mail:
[email protected] site: www.landschapsbeheerfriesland.nl Hoofdredactie Kees Terwisscha van Scheltinga Redactie Medewerkers Landschapsbeheer Friesland Jan J. de Boer (column) Marcel van Kammen (fotocolumn) Tekstbijdragen Schrijfburo Terwisscha & Wagenaar, Leeuwarden Eindredactie Regina ter Steege Els van Loon Foto’s en afbeeldingen Landschapsbeheer Friesland, Gerrit Tuinstra, Martijn Broekman, Mariska Snakenborg Ontwerp en opmaak Ruitervorm BNO, Joure Drukwerk Drukkerij van der Eems, Heerenveen Papiersoort: FSC goedgekeurd Verpakt in biologisch afbreekbaar maïsfolie Oplage 2100 exemplaren GROEN LICHT is het nieuwsbulletin van Landschapsbeheer Friesland en verschijnt twee keer per jaar. Landschapsbeheer Friesland maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisaties: Landschapsbeheer Nederland. Gezamenlijk staan we voor het stimuleren van de actieve zorg voor het Nederlandse landschap. Het werk van de partners in Landschapsbeheer Nederland wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de provincies en de Nationale Postcode Loterij.
Landschapsbeheer Friesland
Het volgende nummer verschijnt in najaar 2012.