a Katholieke basisschool voor montessori en dalton i.o. onderwijs
Schoolgids
nhoudsopgave Voorwoord De Kleine Prins Eén school, twee onderwijsconcepten De organisatie De resultaten De inhoud van het onderwijs De zorg voor de kinderen U als ouder Voorlichting over het onderwijs Ouderparticipatie Overige activiteiten Literatuur Wat u hier niet leest Colofon
oorwoord
Met veel plezier bieden wij u de schoolgids aan. Hierin vindt u informatie over het onderwijs en de doelstellingen van De Kleine Prins, de leerkrachten en de inhoud van het onderwijs. De schoolgids wordt u eenmalig uitgereikt. Daarnaast verschijnt er een informatiekalender, waarin belangrijke zaken staan over het actuele schooljaar zoals vakanties, de groepsbezetting, de leerkrachten, roosters en activiteiten. Bovendien vindt u daar eventuele wijzigingen en aanvullingen op de schoolgids. De Kleine Prins biedt twee onderwijs concepten aan, waarbij uw kind voor ons centraal staat. De traditionele vakgebieden zoals rekenen, Nederlandse taal en lezen krijgen bij ons een belangrijke plaats, maar ook zaken als levensbeschouwing en expressie. Uw kind is meer dan een cijfer. We willen de kinderen ook kennis over zichzelf laten opdoen1. Deze essentie vindt u terug in onze schoolgids. Om de gids leesbaar te houden, duiden we kind en (groeps)leerkracht met ‘hij’ aan, maar er kan ook ‘zij’gelezen worden. Waar we over ouders schrijven, bedoelen we ook de verzorgers. Wij raden u aan de gids een vaste plek in huis te geven, omdat ze als naslagwerk goed van pas kan komen. Het schoolteam van De Kleine Prins
Missie De Kleine Prins bevordert de totale ontwikkeling van de individuele leerling. De Kleine Prins voedt op tot zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en het leren zelf keuzes te maken. De Kleine Prins is een school waar kinderen zich veilig voelen. De Kleine Prins creëert een omgeving waarin het creatieve proces van het leren een belangrijke plaats inneemt. De Kleine Prins is een school die werkt vanuit de christelijke traditie en die open staat voor andere levensbeschouwelijke stromingen.
1. Dat begint met zelfkennis. Je moet weten wat voor jou echt van belang is. We denken namelijk dat we allemaal reuze authentiek en autonoom zijn, maar in feite laten we ons sterk meeslepen door het succesdenken, de carrièredrang en de markt die de plicht tot geluk predikt. En voor zelfkennis is aandacht en tijd nodig. Pas dan kom je tot introspectie over je mate van vrijheid en de kwaliteit van je leven.’ (Joep Dohmen, Levenskunst)
e Kleine Prins
De naam van de school is ontleend aan het boekje van Antoine de Saint- Exupéry, ‘Le Petit Prince’. De filosofie van dit boekje sluit bijzonder goed aan bij die van de school. Kinderen ervaren de wereld anders dan volwassenen. Zij stellen vragen die de wereld van de volwassene relativeert. Door het stellen van vragen en het zoeken naar antwoorden, ontdekken kinderen hun eigen mogelijkheden en de wereld om zich heen. Een citaat waarin het zin geven van de eigen omgeving goed tot uiting komt, is: “Op aarde ontmoette De Kleine Prins ‘ik’, een slang, een vos en veel rozen”. Eén van de dingen die de vos hem leerde was een heel, heel belangrijk geheim van het leven. Hij zei: “Wat wezenlijk is, is voor het oog niet te zien. Alleen met het hart kun je goed zien. Voor jou ben ik misschien niets anders dan een vos uit honderdduizenden vossen. Maar als je me temt, dan hebben we elkaar straks nodig. Voor mij zul je de enige zijn, uniek in de hele wereld. Voor jou zal ik de enige zijn, uniek in de hele wereld…” Het boekje ‘Le petit Prince’ is een prachtig geschreven verhaal met mooie illustraties. Het is uitgegeven in meer dan dertig talen, waaronder in het Nederlands: ‘De Kleine Prins’. We kunnen het u van harte aanbevelen. (uitgeverij Ad Donker, ISBN 90 6100 281 8)
Onze visie ontlenen wij aan het katholieke onderwijs. Levensbeschouwing is een gegeven waarmee ieder mens dagelijks te maken heeft; in het eigen doen en laten en in de contacten met andere mensen in hun omgeving. Levensbeschouwing is zowel de basis als de richtingwijzer van het handelen en in die zin van groot belang, zowel voor de individuele mens als voor de inrichting van de samenleving. Wij zijn een school waarin we ruimte scheppen om alle levensbeschouwelijke stromingen open te benaderen. De waarden en normen worden aangereikt vanuit de christelijke traditie. Belangrijke waarden zijn: verwondering, respect, verbondenheid, gerechtigheid, zorg, vertrouwen en eindigheid aan alle zaken. (zie ook www.rvko.nl)
elfstandigheid en samenwerken
De volgorde van de diverse activiteiten kan per groep of bouw verschillen. Dit is afhankelijk van het rooster van die dag en van de betreffende groep. Maar altijd gaat uw kind gedurende een deel van de dag zelfstandig aan de slag, individueel of in kleine groepjes. Dat kan aan een tafel gebeuren of op een kleedje op de grond. De leerkracht geeft op deze tijdstippen regelmatig individuele of groepslesjes die bestaan uit een korte uitleg over het materiaal (materiaal lesje) of een korte instructie of opdracht. Hij spreekt met de kinderen af hoe ze elkaar bij deze opdrachten kunnen helpen of hoe ze kunnen samenwerken. Zo bevorderen we een zelfstandige, rustige en verantwoordelijke werkhouding. Uw kind leert met het materiaal te werken en om handelend bezig zijn. Dit zijn sleutelbegrippen op De Kleine Prins. Andere activiteiten tijdens een schooldag kunnen zijn: kringactiviteiten in vele vormen, onder meer het gesprek, materiaal- en creatief spel, de kennisgebieden zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en natuurkunde, muziek, gymnastiek, beweging en schrijfdans. In verdere hoofdstukken worden enkele van deze onderdelen verder toegelicht. Ook levensbeschouwing, verkeer en beeldende vorming komen aan bod.
Zorg dragen voor de omgeving Wij vinden het belangrijk dat een kind zelf, maar ook met anderen, zorg leert te dragen voor zijn omgeving. Om die reden is er met regelmaat een individuele of groepsactiviteit waarin we dit stimuleren. Elk kind verzorgt zijn eigen plantje en zet zijn pantoffels en andere van thuis meegebrachte spullen op de daarvoor afgesproken plaats. Verder zijn er dag of weekbeurten om het lokaal en/of de gang op te ruimen en zijn er huishouduurtjes. Kinderen stoffen, kloppen kleedjes en zijn samen verantwoordelijk voor de werkomgeving. Pauzes Gedurende de ochtend is er gelegenheid iets te drinken en te eten. De ochtendpauze brengen de kinderen van de midden- en bovenbouw bij voorkeur door op het plein. Veel van onze leerlingen blijven tussen de middag over en lunchen op school.
én school, twee onderwijsconcepten
Op De Kleine Prins staat de ontwikkeling van het kind centraal. Daarin speelt het kind zelf een rol door zelfstandig zijn eigen werk te doen en ook zelf keuzes te maken. Dat kunnen keuzes zijn om op een bepaalde tijd het rekenwerk te gaan maken, maar ook juist keuzes die binnen een bepaald vakgebied gemaakt worden, bijvoorbeeld ga het eerst aan de slag met breuken of juist met de oppervlakte berekening. Op de locatie Van Bassen wordt gewerkt volgens de dalton methode en op de locatie Clara Eggink volgens de montessori methode. Beide concepten hebben als overeenkomst dat zelfstandigheid, eigenverantwoordelijkheid en vrijheid in gebondenheid uitgangspunten zijn om het onderwijs vorm te geven. Maar er zijn natuurlijk ook verschillen. De aansturing in het dalton onderwijs en het aantal groeps momenten is groter dan in het montessori onderwijs. Hoe maakt u dan een keuze?De keuze is voor een deel verstandelijk, hetafwegen van de zaken die u van belang vindt bij het opvoeden van uw kind, voor een deel gevoelsmatig, hoe voelt een sfeer aan in een school en voor een deel praktisch: waar staat het gebouw. Wij willen u graag
helpen bij het nemen van een beslissing. Daarom zetten we nog een aantal zaken op een rij. Vrijheid is aan grenzen gebonden. Daarom spreken we van vrijheid in gebondenheid. Daltonianen en Montessorianen zijn gewend te handelen vanuit het vertrouwen in de leerling en dat vertrouwen dient wederzijds te zijn. Er zijn dus aan alle begrippen twee kanten: vertrouwen kun je schenken aan, maar ook krijgen van de ander. Verantwoordelijkheid kun je op je nemen, maar ook overdragen, geven aan de ander. Verantwoording over je handelen dien je af te leggen aan de ander, maar men kan dat ook van de ander vragen.
ontessori onderwijs
Essentieel in de montessori opvatting is de erkenning van de individualiteit van de kinderen. Opvoeding en onderwijs moeten erop gericht zijn bij kinderen zoveel mogelijk tegemoet te komen aan hun individuele belangstelling en ontwikkelingsbehoeften (afhankelijk van ontwikkelingsfase, leerstijl, aanleg, behoefte om al dan niet samen te werken, enzovoorts). Alles binnen bepaalde grenzen, omdat te veel vrijheid voor het ene kind een beperking van de vrijheid voor een ander kind kan inhouden. Het montessori materiaal leidt de kinderen tot allerlei ontdekkingen. Met de kralenstaafjes vinden ze dat 2+5 evenveel is als 5+2. Het gaat daarbij niet om traditioneel sommen maken, maar om de ontdekking van wat er allemaal kan met getallen. Die ontdekking is mogelijk doordat het materiaal is afgestemd op de individuele ontwikkelingbehoefte van de kinderen. Omgeving en materiaal geven het kind precies die steun die het nodig heeft om geïnteresseerd en geconcentreerd te werken en verbanden te ontdekken. Al doende ontdekken ze ook de traditionele sommen. Ook met taal wordt op die manier gewerkt: zelf ervaren wat woorden betekenen, resulteert in een emotionele betrokkenheid die noodzakelijk is om te kunnen leren. Zo kunnen kinderen ontdekken dat de woorden tot een beperkt aantal woordgroepen behoren. Dat maakt taal
overzichtelijk en geeft voeding aan het idee dat de wereld begrijpbaar is. Dit ordenen is een belangrijk principe in het montessori onderwijs. Door ordening, structurering, krijgen de kinderen zicht op de wereld, en krijgen ze zelfvertrouwen en een steeds groter gevoel van vrijheid om zich in de wereld te bewegen. Verbeeldingskracht wordt in het montessori onderwijs opgevat als een uitbreiding van de intelligentie. De groepen zijn heterogeen samengesteld, dus met kinderen van verschillende leeftijden. Sommige kinderen zijn groot en sterk, andere klein, sommige hebben bepaalde werkjes al gedaan, andere beginnen nog maar net. Dat stelt eisen aan de verdraagzaamheid van de groepsleden. Met al deze kinderen krijgt een leerling te maken, met al deze kinderen moet hij leren samenwerken. In de groep leert hij ieders mogelijkheden en beperkingen, maar ook de eigen sterke en zwakke kanten. Door de samenstelling van de groepen uit kinderen van verschillende leeftijd krijgt ook de sociale en emotionele ontwikkeling voortdurend aandacht.
alton onderwijs
Dalton onderwijs is niet gebaseerd op een bepaald mensbeeld, maar op de observatie dat de leerlingen door de principes van keuzevrijheid, zelfstandigheid en samenwerking het meest gemotiveerd en het meest actief kunnen leren. Dalton is meer een werkwijze dan een theorie. Helen Parkhurst (1886-1973) ontwikkelde de ideeën voor dalton onderwijs toen zij als jonge leerkracht in haar eentje een hele school van 40 leerlingen moest onderwijzen. Zij ontdekte dat uitleg aan één groep verveling en desinteresse bij andere leerlingen opleverde. Door alle leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven voor de gang van zaken in de school, ontdekte Parkhurst dat ze gestimuleerd werden en tot onverwachte prestaties kwamen. Bovendien verdwenen de orde problemen. Ze beschreef haar ervaringen in haar boek Education on the Daltonplan (1922). Dalton onderwijs activeert en motiveert leerlingen, maakt hen zelfstandiger en stimuleert hun creatieve en sociale vaardigheden.
De tijd die het kind doorbrengt op school, is een proeftuin voor later. Ervaringen op de school dienen als basis voor het leven als volwassene. Daarom verwerkt een kind leerstof, maar leert het ook risico’s in te schatten, leert het anderen te helpen en weet het tot een zelfstandig oordeel te komen. In Nederland heeft men daarom de kenmerken van het dalton onderwijs vastgelegd in drie principes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking.
e organisatie
De school is verdeeld in onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Iedere groep bestaat uit kinderen van drie leeftijdsgroepen; een kleine gemeenschap waarin iedereen op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo werkt. De kinderen houden zich met verschillende activiteiten bezig tijdens de werkles. Daardoor valt het de andere leerlingen niet op wanneer een kind moeite heeft met bepaalde stof en extra hulp krijgt van de leerkracht. Samenwerking is essentieel; de oudere kinderen helpen de jongeren met hun werk. Voor de oudere kinderen is dit een belangrijke manier van leren, omdat zij hun handelingen moeten verwoorden. Het helpt hen de stof beter te begrijpen. De samenstelling van het team De groepsleerkracht : De groepsleerkracht geeft dagelijks onderwijs aan de kinderen. Hij bereidt de lessen voor, geeft lesjes en begeleidt de kinderen tijdens het zelfstandig werken. Hij signaleert, observeert en registreert de ontwikkeling. De groepsleerkracht onderhoudt tevens de contacten met de ouders van zijn leerlingen. In sommige groepen werken twee leerkrachten in een duobaan.
De interne begeleider : De intern begeleider begeleidt de leerkrachten bij het geven van onderwijs. De resultaten van de toetsen en het montessori kindvolgsysteem (MKVS) zijn de basis voor regelmatig overleg tussen intern begeleider en leerkracht over de vorderingen van elk kind. Mocht het nodig zijn, dan maakt de leerkracht na samenspraak met de intern begeleider een handelingsplan. De contacten met externe instanties zoals het CED (Centrum Educatieve Dienstverlening), het Jeugdgezondheidscentrum, waaronder de schoolarts, de logopediste en het schoolmaatschappelijke werk worden eveneens door de intern begeleider onderhouden (zie ook hoofdstuk 5). Vakleerkracht gymnastiek : De vakleerkracht is iemand die de bevoegdheid heeft om een bepaald vak te doceren. Op De Kleine Prins werkt een vakleerkracht gymnastiek. Hij verzorgt één gymnastiekles per week in de midden- en de bovenbouw. Een leerkracht schrijfdans Over schrijfdans vindt u in hoofdstuk 6 uitgebreide informatie.
Conciërge De conciërge zorgt voor alle huishoudelijke zaken binnen de school. Hij heeft een ondersteunende en verzorgende taak naar personeel en kinderen. Schoolmaatschappelijk werk Eén dag per week houdt het schoolmaatschappelijk werk kantoor om gezinnen te begeleiden in bepaalde situaties die te maken hebben met de school. Stagiaires en leraren in opleiding (LIO-ers) Studenten kunnen het vak van leerkracht enkel leren wanneer ze ervaring opdoen in de praktijk. Onder begeleiding van een groepsleerkracht zijn Pabostudenten dan ook regelmatig in onze school te vinden. Uiteraard blijft de groepsleerkracht eindverantwoordelijk en bepaalt hij wat een student aankan. Leraren in opleiding (LIO-ers) dragen een aantal maanden gedurende drie dagen per week een deel van de verantwoordelijkheidvoor de groep. De eigen leerkracht is dan niet aanwezig in de groep, maar blijft wel eindverantwoordelijk. Management Het management bestaat uit de directeur, de locatieleiders, de algemeen intern begeleider en de bouwcoördinatoren. De directeur is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Hij houdt zich voornamelijk bezig met de schoolorganisatie en de grote lijnen van het onderwijs. Daarnaast onderhoudt hij de contacten met het schoolbestuur en de onderwijsinspectie. De locatieleider is direct verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie op de locatie en het onderwijsconcept. De bouwcoördinator is verantwoordelijk voor het onderwijs van de groepen in de bouw en de communicatie tussen de andere bouwen. Administratief medewerker De administratief medewerker heeft onder meer de volgende taken: het opnemen van de telefoon, de verwerking van formulieren en post, het bijhouden van de leerlingenadministratie. Bij de administratie kunt u ook terecht voor diverse formulieren, bijvoorbeeld voor het aanvragen van bijzonder verlof of voor nieuwe inschrijvingen. Bovenschools management De scholen van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RKVO) zijn verdeeld in vier groepen scholen. In elke groep is een clusterdirecteur aangesteld, die zich bezighoudt met zaken die alle scholen van een cluster aangaan.
results
e resultaten
Een kind ontwikkelt zich volgens bepaalde ontwikkelingsfasen die voor ons het uitgangspunt bij de begeleiding vormen. De aanleg, thuissituatie en het leertempo van kinderen variëren. Het is onze kracht om met individuele verschillen van onze kinderen om te gaan. Het kind kan zich in zijn eigen tempo ontwikkelen en doen wat bij hem past; de leerkracht begeleidt hem daarbij. De meeste kinderen volgen de gewone ontwikkelingsgang, maar er zijn ook kinderen voor wie we de leerroute aanpassen naar zijn of haar ontwikkeling. Alle kinderen krijgen begeleiding, stimulering en passend onderwijs; ieder kind brengen we op een voor hem haalbaar niveau. Tijdens de hele basisschoolperiode volgen we de ontwikkeling van uw kind door observatie, signalering en registratie van zijn werk. Op grond hiervan bepaalt de leerkracht met welke lesjes hij kan werken. Bij bepaalde onderdelen van de lesstof of na het afronden van een deel van de leerstof nemen we soms een toets af. We doen dit om te controleren of uw kind de stof ook werkelijk beheerst en of het voldoende vooruit gaat. Om onafhankelijk van de groepsleerkracht de ontwikkeling te kunnen volgen nemen we schoolgebonden toetsen af voor rekenen, spelling en lezen. (zie ook hoofdstuk 7). Wij werken niet met cijfers. Drie keer per jaar krijgen kinderen een verslag mee naar huis. Deze verslagen geven u informatie over de
kwaliteit van het werk, het niveau waarop uw kind werkt en zijn werkhouding. Wij beoordelen niet volgens een systeem van onderling vergelijken, maar kijken naar de individuele mogelijkheden en inzet. Om het gedrag en/of de vaardigheden van uw kind binneneen bepaald ontwikkelingsgebied helder in beeld te brengen, maakt de leerkracht gebruik van het Montessori Kindvolgsysteem, het MKVS. Klachtenregeling Wanneer er problemen zijn, is de groepsleerkracht de eerst aangewezen persoon die u aanspreekt. Vindt u geen oplossing, dan kunt u een afspraak met de directie maken. Uiteraard kunt u ook meer schoolgebonden klachten hebben. Neem dan eerst contact op met de directie. Mocht u uw klacht elders willen deponeren, dan hebben wij op school een klachtenregeling ter inzage liggen.
e inhoud van het onderwijs
Montessori afdeling In het tweede hoofdstuk las u hoe een schooldag op De Kleine Prins eruit kan zien. Voordat uw kind bij ons op school komt, heeft het spelenderwijs al veel geleerd. Op school gaan we op dezelfde manier verder met leren. Er zijn veel materialen waarmee uw kind in de onderbouw kan werken en spelen. Door met dit materiaal te werken, leert hij allerlei nieuwe vaardigheden. Zo leert uw kind vanuit concrete handelingen -werken met het materiaal- tot een abstract niveau – zoals bijvoorbeeld begrip van getallen- te komen. In het schoolplan dat wij eens in de vier jaar samenstellen, staan de activiteiten en vakgebieden beschreven die wij hieronder kort weergeven. Spelenderwijs leren Kinderen ontwikkelen zich spelenderwijs. Naast de hierna omschreven activiteiten is er dan ook voldoende ruimte om te spelen. In de onderbouw kan uw kind bouwen, spelen in de huishoek of met het verf- en tekenbord en de zand/watertafel bezig zijn. Op de speelplaats, waar diverse speelmaterialen zijn, kan hij zich ook uitleven in vrij en geleid spel.
Taal Door veel bezig te zijn met praten en luisteren begint het taalonderwijs al in de onderbouw. In kringactiviteiten leren we de kinderen hoe zij zich mondeling kunnen uiten. In de middenbouw komt daar schriftelijke taalvaardigheid bij en leren we hen correct schrijven. Uw kind maakt met kaartjes een zin en gaat deze ontleden. Het montessori onderwijs heeft veel materialen voor taaloefeningen. In de bovenbouw werken we dit verder uit. Vanaf de middenbouw zoeken we naar een balans tussen schriftelijk en mondeling taalgebruik. Uw kind leert door boekbesprekingen en spreekbeurten een voordracht te houden voor zijn klasgenoten.
Lezen Uw kind begint met lezen als hij hier aan toe is. Als de onderbouwleerkracht merkt dat uw kind gevoel heeft voor letters, kan hij het materiaal aanbieden. Zo ontwikkelt het leesproces zich. Een kind dat in de onderbouw nog niet met lezen is begonnen, leert in de middenbouw lezen via de methode ‘De nieuwe leeshoek’. De kinderen die al kunnen lezen, zetten dit op hun niveau en in hun eigen tempo voort. We besteden ook aandacht aan het begrijpen van de tekst. Bij het technisch lezen vragen wij assistentie van ouders die regelmatig hardop lezen met de kinderen. Rekenen Rekenen volgens de montessori methode betekent in aanvang werken en spelen met materialen zodat uw kind inzicht krijgt in de verschillende bewerkingen. In de bovenbouw gaan we naast het gebruik van materialen aan de slag met speciaal ontworpen rekenkaarten voor het montessori onderwijs. De onderwerpen zijn: breuken, procenten, verhoudingen, gewichten, geldsommen, omtrek, oppervlakte, inhoud, tijd, kommagetallen, wegen. Kennisgebieden Montessori onderwijs is kosmisch onderwijs. De omgeving is dusdanig voorbereid dat het kind naast lezen en schrijven ook ingewijd wordt in wiskunde, biologie, natuurkunde, aardrijkskunde en geschiedenis, zodat de introductie van verdere kennis een logisch gevolg is. Het inzicht ontstaat dat de feiten en verschijnselen waar het kind mee te maken heeft niet uit losse fragmenten bestaan, maar deel uitmaken van een groter geheel. In groepjes of zelfstandig leert uw kind met deze materie bezig te zijn. Naast de materialen in de klas kan ook informatie gevonden worden in het documentatiecentrum op school. Dalton afdeling Voor de dalton afdeling ligt de startsituatie in het veranderingsproces van montessori naar het nieuwe concept. In augustus 2008 zal de school nog een montessoriaanse uitstraling hebben. In augustus 2011, het moment dat we de Brede School Het Lage Land instappen, zullen we het proces naar dalton voltooid hebben. Dit geldt voor de onderstaande vakgebieden. Elke wijziging met betrekking tot deze vakgebieden zal in de jaarlijkse schoolkalender met u worden gecommuniceerd. Rekenen, Nederlandse taal, lezen en kennisgebieden.
Beide afdelingen: Levensbeschouwing Bij de lessen levensbeschouwing gaan we zoveel mogelijk uit van de ervaringen van de kinderen. Wij maken daarbij gebruik van de methode Hellig Hart. Dat wordt gerealiseerd door vieringen als Pasen en Kerstmis en lessen levensbeschouwing, maar vooral door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en normen, een speciale sfeer waarin verdraagzaamheid, solidariteit en zorg voor zwakkeren aanwezig zijn en waarin vreugde en verdriet en respect voor elkaars cultuur en levensovertuiging kunnen worden beproefd. Schrijven en schrijfdans In de onderbouw leren de kinderen spelenderwijs spontaan en technisch schrijven wanneer zij daar aan toe zijn. Oefeningen voor de kleine- en grote motoriek, zoals schoen poetsen, hanteren van zintuiglijk materiaal, werken met schuurpapieren letters en cijfers, maar ook spel- en bewegingsonderwijs, streeplopen en concentratieoefeningen, zijn een voorbereiding op het verbonden schrijven en het gecontroleerd bewegen. Naast het montessori materiaal wordt er ook gebruik gemaakt van het voorbereidend schrijfmateriaal van Novoskript. De kinderen die voor het tweede jaar in de onderbouw zitten, volgen wekelijks een schrijfdansles. Met behulp van muziek, rijmpjes, spelletjes en fantasietekeningen rond een bepaald thema, werken we aan vloeiende bewegingen zowel in de lucht als op het papier. Lichaamsbeweging Het bewegingsonderwijs is een onderdeel van het totale onderwijspakket en wordt deels verzorgd door een vakleerkracht. Vanaf de onderbouw verwerven onze leerlingen vaardigheden. In de midden- en bovenbouw bouwen we dit uit in de vakgebieden turnen, spel, atletiek en bewegen op muziek. We werken met een jaarplanning waarin concrete lessen beschreven staan die zowel door de groepsleerkracht als de vakleerkracht gegeven worden. Tijdens de lessen ligt de nadruk op samenwerking en sportiviteit. Er is veel aandacht voor differentiatie, waardoor alle leerlingen op hun eigen tempo en niveau hun bewegingsmogelijkheden kunnen vergroten en verfijnen. Naast de lessen bewegingsonderwijs zijn wij als school actief in verschillende toernooien. Verder krijgen de leerlingen van de middenbouw één keer per week zwemonderwijs.
Expressie Uw kind krijgt de ruimte om expressief bezig te zijn binnen een individuele activiteit of tijdens een groepsinstructie van de leerkracht. Er zijn diverse materialen die de kinderen stimuleren zich met expressie bezig te houden. Tekenen, handvaardigheid, muziek en drama behoren tot de expressievakken. Voor de vakken tekenen, handvaardigheid en muziek wordt gebruik gemaakt van de methode “Moet je doen”. Veelal wordt hiermee op een montessoriaanse manier gewerkt. De instructie is gezamenlijk en daarna gaan de kinderen zelfstandig op een zelf te bepalen moment verder met het verwerken van de opdracht. Voor drama maakt de leerkracht gebruik van korte, zelfbedachte opdrachtjes. Schrijven In de middenbouw komt het schrijven structureel aan de orde. D.m.v. materiaal en lessen uit Novoskript wordt uw kind begeleid bij het ontwikkelen van o.a. een juiste schrijfhouding, penvatting, papierligging, oog-handcoördinatie, ruimtelijk inzicht, lettervorm en verbinding, cijfers en hoofdletters. Het kind krijgt de gelegenheid zich een eigen handschrift te ontwikkelen en krijgt daarbij specifieke hulp als dat nodig is. In de bovenbouw ligt het accent op creatief schrijven en tempo. Engels In de bovenbouw kunnen de kinderen gebruik maken van de Engelse hoek waar de methode Hello World aanwezig is om met deze taal te werken. Zo kan uw kind op zijn eigen niveau cd’s beluisteren en deze in combinatie met de werkboeken gebruiken. In de eerste fase is het luisteren en begrijpen van de tekst het meest belangrijk. Het Engels spreken komt pas in de tweede fase aan bod, in de vorm van korte gesprekken met medeleerlingen en met de groepsleerkracht. In de groep doen de kinderen spelletjes waarbij het Engels centraal staat.
Kinderen met specifieke behoeften Handelingsplan Op De Kleine Prins krijgt ieder kind de zorg die het nodig heeft. Sommige kinderen hebben meer zorg nodig dan anderen, bijvoorbeeld wanneer een kind zich snel of juist langzaam ontwikkelt. In eerste instantie maakt de leerkracht indien nodig een aanpassing in de leerstof. Dit gebeurt wanneer de aangeboden lesstof afwijkt van het gewone programma, bijvoorbeeld bij extra oefening van een spellingsregel. Soms is er een extra toets of observatie nodig om het probleem helder te krijgen. Aan de hand van die bevindingen maken we een handelingsplan, dat bijna altijd binnen de groep wordt uitgevoerd. Wanneer uw kind extra ondersteuning krijgt, hoort u dat van ons. Na 6 weken is er een evaluatie om te kijken of het plan de gewenste resultaten heeft, of het moet worden bijgesteld of dat het kan worden afgerond.
e zorg voor de kinderen
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school. Zoals u al in een voorgaand hoofdstuk hebt kunnen lezen, volgen we binnen het montessori onderwijs de verschillende facetten van de individuele ontwikkeling van uw kind. Dit begint zodra hij onze school bezoekt. Zowel bij de observaties als bij de toetsen kijken we naar de individuele vorderingen. Voor het volgen van deze ontwikkeling gebruiken we het montessori kindvolgsysteem. Via dit systeem houdt de leerkracht de ontwikkelingen van uw kind bij. In de midden- en bovenbouw blijft het observeren centraal staan. Daarnaast geeft het schriftelijk werk van uw kind een beeld van zijn ontwikkeling. Twee keer per jaar neemt de leerkracht een aantal reken- en spellingtoetsen af. Ook de vorderingen in het technische leesproces houden we regelmatig bij (zie ook Resultaten van het onderwijs). De leerkracht bespreekt minimaal twee keer per jaar met de intern begeleider de ontwikkeling van uw kind. Mocht dit nodig zijn, dan kunnen we verdere acties ondernemen, zoals extra toetsen, handelingsplannen, een gesprek met u of het inschakelen van een extern deskundige.
WSNS Weer Samen Naar School (WSNS) is een project dat tot doel heeft de uitval van kinderen naar speciale scholen voor basisonderwijs te verkleinen. Dit proberen we door de zorg voor het kind op de basisschool te vergroten. In het kader hiervan werkt De Kleine Prins samen met andere scholen in Rotterdam. Het bestuur van dit samenwerkingsverband zet onder meer het beleid uit om de kinderen op de basisschool de juiste zorg te kunnen geven. Binnen het samenwerkingsverband onderhouden wij ook contacten met de speciale scholen. Deskundigheid buiten de school Soms kan het zo zijn, dat een kind meer hulp nodig heeft dan de school kan bieden. In zo’n situatie gaan we in een gesprek met de ouders kijken naar de mogelijkheden die er zijn in de omgeving van de school. In de afgelopen jaren brachten wij in kaart welke expertise er is en waar die te vinden is in het zogenaamde particuliere circuit. Als ouder kunt u met specifieke hulpvragen ook bij de intern begeleider terecht.
als ouder
Samen met u dragen wij verantwoording voor het opgroeien van uw kind. Om de begeleiding soepel te laten verlopen, is het essentieel dat ouders en school regelmatig informatie uitwisselen over het kind. In onze basisschool vinden wij het belangrijk dat de school en u als ouder dezelfde opvoeding nastreven. Bij onze opvoeding hebben wij de spreuk ‘Help mij het zelf te doen’ hoog in ons vaandel staan. We bevorderen de zelfstandigheid van uw kind door het veel zelf te laten doen. Dit begint wanneer de kinderen ’s ochtends op school komen en zelf hun jas en schoenen uittrekken en opruimen. Uw betrokkenheid en actieve bijdrage aan de school stellen wij bijzonderop prijs. De school krijgt gestalte door samenwerking tussen leerkrachten, ouders, schoolleiding en schoolbestuur. Het wordt een product van ons allemaal. Een vorm van ouderbetrokkenheid noemen we ouderparticipatie. Als uw kind deelneemt aan het onderwijs op onze school is het waarschijnlijk dat u regelmatig met hem over school praat en hem stimuleert in het leerproces. Onderschat u deze factor niet. Het is niet alleen prettig voor uw kind om te weten dat u hem ondersteunt, onderzoeken wijzen uit dat kinderen hierdoor ook betere schoolprestaties leveren.
u meer bij het onderwerp Ouderraad. De derde ouderavond (maart) is een thema-avond, waarbij één of meerdere gastsprekers aanwezig zijn. In het verleden waren er onder meer thema-avonden over kinderboeken, gedragsverandering, montessori opvoeding en pesten.
Nieuwsbrief De Kleine Prins Nieuwsbrief verschijnt wekelijks met daarin diverse actuele zaken, belangrijke data, projecten en verslagen van bezoeken aan musea en toneelvoorstellingen. Wij versturen deze nieuwsbrief digitaal, waarvoor u zich dient aan te melden. Een gedrukte versie behoort eveneens tot de mogelijkheden. Enkel wanneer u zich heeft aangemeld voor de digitale nieuwsbrief, ontvangt u ook tussentijdse informatiemails.
oorlichting over het onderwijs
Voortgezet onderwijs Na groep 8 gaat uw kind naar het voortgezet onderwijs. U hebt de keus uit vele scholen en wij zien het als onze plicht u en uw kind bij deze keuze te helpen. We kijken naar het verloop van de ontwikkeling van het kind, naar zijn capaciteiten en zijn werkhouding. In groep 8 nemen we het schoolkeuzeonderzoek af. Als school zijn we verplicht een tweede gegeven te leveren naast het advies van de leerkracht. Wij hebben voor het schoolkeuzeonderzoek gekozen omdat dit onderzoek het beste aansluit bij ons type onderwijs. In het laatste schooljaar bezoeken de groepen 8 een aantal scholen voor voortgezet onderwijs en krijgt uw kind informatie over bijeenkomsten die de scholen organiseren. In januari heeft u een gesprek met de groepsleerkracht. Tijdens dit gesprek geeft de leerkracht het definitief advies in de vorm van een onderwijsniveau. Ouderavonden Ieder schooljaar organiseren we een aantal ouderavonden. Op de eerste ouderavond (september) vertellen de groepsleerkrachten iets over hun groep en werkwijze De tweede ouderavond (oktober) is een algemene ledenraadvergadering van de oudervereniging. Hierover leest
Internet U kunt De Kleine Prins ook volgen op internet. Wekelijks verschijnt daar de nieuwsbrief, maar ook allerlei nieuwtjes die niet kunnen wachten, worden op de site van de school gepubliceerd. Verder zijn er diverse groepspagina’s te vinden, waar kinderen en leerkrachten nieuws over hun groep tonen. Dus surf eens naar www.kleineprins.nl. Contact met de groepsleerkracht Een goed contact met de leerkracht is eveneens van belang. We willen uw kind goed leren kennen en daar hebben we uw hulp bij nodig. Aarzel niet als u een vraag wilt stellen of iets wilt vertellen over uw kind. De beste tijd om dit te doen is aan het einde van de schooldag. Dit is ook het juiste tijdstip om werkjes of materiaal in het groepslokaal te bekijken. Als u een gesprek wenst, maak dan een afspraak. Naast deze mogelijkheden tot uitwisseling zijn er drie vaste afspraken die de leerkracht met u maakt om een gesprek te voeren over de ontwikkeling van uw kind. Tijdens dit onderhoud bespreekt de groepsleerkracht de voortgang van de ontwikkeling van uw kind met u.
uderparticipatie
Als ouder kunt u invloed uitoefenen op de gang van zaken in de school. Hiervoor staan twee formele wegen open: de Medezeggenschapsraad (MR) en de Ouderraad (OR). Daarnaast kunt u onder andere een actieve bijdrage leveren aan evenementen en de dagelijkse gang van zaken in de school. Dit door deel te nemen aan werkgroepen en/of te fungeren als groepsouder. Medezeggenschapsraad Afgevaardigden van ouders en leerkrachten in de Medezeggenschapraad (MR) overleggen over diverse zaken in en rond de school. Zo kan iedereen zich blijven herkennen in de identiteit van de school en de wijze waarop we deze vormgeven in de dagelijkse praktijk. De MR participeert in het formele besluitvormingsproces van de school. Dit geldt ook voor het formeel overleg met het bestuur. Voor een aantal in de wet beschreven onderwerpen heeft de MR instemmingsrecht, voor andere zaken heeft zij adviesrecht. Voor onderwerpen die verder reiken dan de individuele situatie van uw kind, kunt u contact opnemen met een van de leden. De namen en telefoonnummers van de huidige leden van de MR staan vermeld op de website.
De Ouderraad (OR) De OR houdt zich bezig met de organisatie en uitvoering van activiteiten buiten het leerprogramma. Dit gebeurt in samenwerking met de teamleden. Als ouder die één of meerdere kinderen heeft op onze school bent u automatisch lid van de Oudervereniging. Aan deze vereniging betaalt u jaarlijks contributie –ouderbijdrage genoemd- waarmee tal van activiteiten binnen de school en de aanschaf van extra speel-en leermaterialen gefinancierd worden (zie ook de kalender). Het bestuur van deze vereniging is de OR waarin ongeveer acht ouders zitting hebben. Bij de OR-vergaderingen zijn teamleden aanwezig en een directielid. De ouders in de OR worden door alle ouders gekozen in vrije, jaarlijks uit te schrijven verkiezingen. De leden van de OR hebben een zittingstermijn van twee jaar, waarna zij zich verkiesbaar kunnen stellen. Minimaal één keer per jaar (oktober) wordt voor alle ouders de algemene ledenraadvergadering uitgeschreven. Het (financieel) jaarverslag van de OR en het jaarplan (inclusief de begroting) legt men aan de ouders voor ter goedkeuring. De algemene ledenvergadering stelt op voorstel van de OR de hoogte van de ouderbijdrage vast.
vervoer van de kinderen als chauffeur is dringend gewenst. We houden ons aan de Europese wetgeving voor het vervoer van kinderen; een inzittendenverzekering is verplicht. Verder houden wij ons uiteraard aan de wettelijke regels voor het vervoer van kinderen. Feesten en vieringen Ook bij de organisatie van vieringen kunnen wij uw hulp goed gebruiken. Sinterklaas, Kerstmis en Pasen vieren we op school. De kinderen van de onder- en middenbouw vieren het Sinterklaasfeest op traditionele wijze. De bovenbouw viert dit feest in de eigen groep met zelfgemaakte surprises. Iedere Kerstmis is er een viering in de kerk, waaraan alle kinderen van de school deelnemen. Verder vieren de kinderen het kerstfeest in de eigen groep met een feestelijke maaltijd.
verige activiteiten
Naast de MR en de OR zijn er allerlei andere mogelijkheden om als ouder bij de gang van zaken in en rond de school te worden betrokken. We hebben ouders hard nodig bij tal van door de school georganiseerde activiteiten die niet alleen buiten de school plaatsvinden -zoals een bezoek aan de kinderboerderij- maar ook binnen de school, bij het individueel lezen met kinderen. In de volgende alinea’s leest u over een aantal van deze activiteiten.
De werkgroepen Binnen de school zijn veel ouders actief in werkgroepen. Er zijn werkgroepen voor onder meer feesten en vieringen, het documentatiecentrum, de schoolkrant en de sportdag. Aan het begin van het schooljaar stellen we de werkgroepen samen. Meer informatie hierover krijgt u in de jaarlijkse bijlage van de gids en in de wekelijkse Nieuwsbrief. Uw hulp stellen we zeer op prijs!
De groepsouder Iedere klas heeft een groepsouder. Deze ouder regelt, in samenspraak met de groepsleerkracht, diverse zaken die van belang zijn voor de groep, zoals hulp bij festiviteiten en excursies. De groepsouder speelt ook een belangrijke rol bij het verstrekken van informatie over de gang van zaken in de groep. De groepsouder kan u om hulp vragen. Natuurlijk kunt u ook zelf hulp aanbieden.
Sportdag Aan het eind van ieder schooljaar organiseert de school, wederom samen met een aantal ouders, een sportdag. Deze dag staat in het teken van diverse sportieve buitenactiviteiten waaraan alle groepen deelnemen.
De leesouder Hardop lezen is belangrijk. Daarom zijn we heel blij met de hulp van ouders die één keer per week met kinderen van de midden- en bovenbouw individueel lezen. De leesouder houdt de vorderingen van het kind bij in een schrift. Uiteraard lezen de kinderen ook bij de groepsleerkracht.
Schoolreisje Eén keer per jaar maken de kinderen van de onder- en middenbouw een schoolreisje met een educatief karakter. De kinderen van de onderbouw bezoeken een attractie in de regio. De middenbouw gaat iets verder weg. Vooral bij het schoolreisje van de onderbouw is hulp van ouders onontbeerlijk. De kinderen van de bovenbouw gaan één keer per jaar op werkweek. Het doel van de werkweek is de groepsvorming te bevorderen.
Excursies De school maakt regelmatig uitstapjes met de verschillende groepen. Daarvoor maken we gebruik van het aanbod van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) en van het aanbod van het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie De Blijde Wei. Uw hulp bij het
Documentatiecentrum De school beschikt op beide locaties over een documentatiecentrum dat door een aantal ouders wordt beheerd. De boeken die de kinderen hier kunnen vinden, zijn vooral gericht op informatie die ze kunnen gebruiken bij het maken van werkstukken en bij kosmisch onderwijs.
Literatuurlijst De Methode Maria Montessori Aan De basis van het leven Maria Montessori Montessori concreet Annemarie Moorman Maria Montessori (een biografie) Marjan Schwegman Onderwijs volgens Daltonplan W de Jong
Vrienden van De Kleine Prins Naast de ouderbijdrage zijn extra financiële bijdragen welkom. Hiervoor heeft de school een rekening onder de naam ‘Vrienden van De Kleine Prins’. Op deze rekening, die de OR beheert, kunt u een donatie storten. Deze donaties gebruiken we om iets extra’s aan het onderwijs toe te voegen, bijvoorbeeld de aanschaf van materialen. Gironummer 316301 t.n.v. Vrienden van De Kleine Prins te Rotterdam
verige informatie
Wat U hier niet leest maar wel in de kalender • Inschrijfprocedure • Plaatsing van kinderen • Omgangsregels • De schooltijden • Regels in geval van schoolverzuim • Regels voor extra verlof • Lesuitval • De vakantieregeling • Financiën • Ouderbijdrage • Overblijftarieven • Sponsoring • Schoolbenodigdheden • Tussenschoolse opvang, De Kleine Planeet • Gevonden voorwerpen • Eten en drinken • Traktaties • Jeugdtijdschriften • Sporttoernooien • Verzekeringen • Jeugdzorgteam • Jeugdtandverzorging • Buitenschoolse opvang • Groepsindeling • Groepsouders • Rugzakkinderen • Belangrijke adressen
Wat U hier niet krijgt maar wel in de nieuwsbrief • nieuws uit de onderbouw • nieuws uit de middenbouw • nieuws uit de bovenbouw • nieuws van de directie • actualiteiten in de school • verslagen van uitstapjes • de agenda • artikelen over onderwijs Wat U hier niet ziet maar wel op de website www.kleineprins.nl • de groepspagina’s • de kopjeskast • het laatste nieuws • de digitale nieuwsbrief • de routebeschrijving • de agenda • knipsels uit kranten • het Kleine Prinslied • vacatures • het gastenboek • interessante links (o.a. naar de site van de OR) www.kleineprins.nl
Colofon: De Kleine Prins Locatie Prinsenland Clara Egginkstraat 4 3066 JG Rotterdam Locatie het Lage Land Van Bassenstraat 19 3067 XC Rotterdam postadres Postbus 8255 3009 AG Rotterdam contact telefoon: 010 4202099 telefax: 010 4212010 email:
[email protected] internet: www.kleineprins.nl
fotografie : Paul de Graaff
druk : Gevonden Voorwerp
design :
Clear thinking, beautifully designed
BESTUUR : ROTTERDAMSE VERENIGING VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS (RVKO) POSTBUS 4250, 3006 AG ROTTERDAM, INTERNET: WWW.RVKO.NL