SCHOOLGIDS KATHOLIEKE BASISSCHOOL
DE GOLFSLAG
VOORWOORD Voor u ligt de schoolgids van basisschool ”De Golfslag”. ”De Golfslag” is een katholieke basisschool, die met beide benen in deze tijd wil staan. De school gaat uit van de katholieke identiteit, dat houdt voor ons ook in dat de school zich openstelt voor mensen met andere levensovertuigingen dan de katholieke. Onze maatschappij is immers een multiculturele samenleving en we vinden het een goede zaak voor kinderen om in contact te komen met mensen die verschillend denken, doen, leven en geloven. De schoolbevolking bestaat dan ook al heel lang niet meer uit alleen katholieke gezinnen.
Onderwijskundig gezien is onze school op weg naar een vorm van onderwijs waarbij samenwerking, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid hele belangrijke zaken zijn. Dit zijn ook punten die in onze maatschappij belangrijk zijn. ”De Golfslag” heeft openheid, communicatie en persoonlijke aandacht hoog in het vaandel staan en daarom bent u altijd van harte welkom in de school, om eens te komen kijken en te komen praten. Om organisatorische redenen vragen we u wel even een afspraak te maken. Als u al leerlingen op onze school hebt, weet u dat u altijd bij de leerkrachten terecht kunt voor informatie en vragen over uw kind en de school.
VOORWOORD
Wij willen elkaar op school bemoedigen in het goede, in ons doen en laten. We zien het leven als een gave, maar ook als een opgave: met elkaar als mens, menswaardig te leven en te werken. In de dagelijkse praktijk blijkt dat vele mensen uit andere richtingen zich thuis voelen op ”onze Golfslag” en zo hoort het ook, vinden wij. De school heeft respect voor verschillende meningen en levensovertuigingen en stelt zich graag oecumenisch op. In deze tijd horen we samen op weg te zijn.
Team ”De Golfslag”
1
INHOUDSOPGAVE Waar staat de school voor? ........................................................................4 1.1. Uitgangspunten................................................................................ 4 1.2. Identiteit........................................................................................... 5 1.3. Het logo ........................................................................................... 6
2.
De organisatie van het onderwijs...............................................................7 2.1. De schoolorganisatie, bestuursniveau ............................................. 7 2.2. De schoolorganisatie, schoolniveau ................................................ 7 2.3. De schoolorganisatie, klassenniveau ............................................... 8 2.4. Verdeling van de leerkrachten over de groepen .............................. 8 2.5. Voorzieningen ................................................................................. 9 2.6. Gebruikte methoden ........................................................................ 9
3.
Leerlingenzorg...........................................................................................14 3.1. Opvang nieuwe leerlingen ............................................................. 14 3.2. Leerlingengegevens, adreswijziging ............................................. 14 3.3. Zorg voor het (jonge) kind ............................................................ 15 3.4. Volgen van de ontwikkelingen van de leerlingen ......................... 15 3.5. Advies voortgezet onderwijs ......................................................... 16 3.6. Extra zorg voor de leerlingen ........................................................ 16 3.7. Weer Samen naar School .............................................................. 17 1. Permanente Commissie Leerlingenzorg .................................. 17 2. Kinderen met een handicap ...................................................... 18 3.8. Onderwijs aan zieke leerlingen ..................................................... 20 3.9. Dienstverlening IJsselgroep .......................................................... 20 3.10. Logopedie ...................................................................................... 21 3.11. Jeugdgezondheidszorg................................................................... 21
4.
Resultaten van het onderwijs ...................................................................22 4.1. Vorderingen van de leerlingen ...................................................... 22 4.2. Onderwijskundig rapport............................................................... 22 4.3. Uitstroom en nazorg ...................................................................... 22 4.4. Evaluatie onderwijs ....................................................................... 23
5.
Contacten tussen ouders en school ..........................................................24 5.1. Algemeen....................................................................................... 24 5.2. Ouderhulp ...................................................................................... 25 5.3. Oudervereniging ............................................................................ 25 5.4. Informatie aan gescheiden ouders ................................................. 26 5.5. Medezeggenschapsraad ................................................................. 27 5.6. Contacten tussen parochie en school. ............................................ 28
INHOUDSOPGAVE
1.
2
Informatie om te onthouden ....................................................................29 6.1. Algemeen....................................................................................... 29 6.2. Sponsoring ..................................................................................... 31 6.3. Hoofdluiscontrole .......................................................................... 31 6.4. Gymnastiek.................................................................................... 31 6.5. Overblijven .................................................................................... 32 6.6. Ziekmelding................................................................................... 33 6.7. Gedragsregels ................................................................................ 33 6.8. Veiligheid ...................................................................................... 34 6.9. Toelating, schorsing en verwijdering ............................................ 35 6.10. Klachtenregeling ........................................................................... 35 6.11. Verkeersveiligheid......................................................................... 36 6.12. Vervoersregel ................................................................................ 36
7.
Lestijden, vakanties, vrije dagen en data activiteiten............................37 7.1. Algemeen....................................................................................... 37 7.2. Lestijden ........................................................................................ 37 7.3. Vakanties, vrije dagen en data diverse activiteiten ....................... 37 7.4. Leerplicht....................................................................................... 37 7.5. Aanvraag buitengewoon verlof ..................................................... 39 7.6. Maatregelen ter voorkoming van lesuitval en schoolverzuim....... 39
8.
Namen en adressen ...................................................................................41 8.1. Adres bestuur................................................................................. 41 8.2. Adres overige ................................................................................ 41
9.
Procedure schoolgids ................................................................................42
10.
Plattegrond ................................................................................................43 10.1. Lokalenverdeling ........................................................................... 43 10.2. Gewenst verkeersgedrag................................................................ 43
INHOUDSOPGAVE
6.
3
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR?
1.
4
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR?
1.1. UITGANGSPUNTEN De school vindt de volgende zaken erg belangrijk: • Kinderen moeten over het algemeen met plezier naar school gaan. • Deze tijd is chaotisch en verwarrend voor kinderen en het is moeilijk voor hen om een juiste weg te vinden, daarom moet de school een stukje rust en duidelijkheid bieden. • De school wil helpen bij de ontwikkeling en ontplooiing van het kind, zodat er bij ieder kind uit komt wat er aan talenten en mogelijkheden in zit. • De school geeft individuele aandacht. Het is belangrijk om ieder kind tot zijn recht te laten komen. • Een brede interesse ontwikkelen bij de kinderen is essentieel. • Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken wordt gestimuleerd. • De school wil werken volgens moderne onderwijsinzichten en met materialen van deze tijd, daarom is de school ieder jaar bezig een stukje onderwijs te verbeteren. • In de kleutergroepen wordt bewust met combinatiegroepen gewerkt. In de midden- en bovenbouw alleen indien dit noodzakelijk is. De methoden zijn daarop aangepast. • De school werkt met een leerlingvolgsysteem en besteedt veel aandacht aan de zorgverbreding (verder toegelicht bij het punt Leerlingenzorg). • Kinderen, die moeite hebben met de lesstof, worden extra begeleid. • Op school gelden duidelijke regels, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is. • Waar mogelijk zijn deze afspraken vastgesteld in samenspraak met de kinderen. • De school wil de kinderen vormen tot mensen, die genieten van de mooie kanten van het leven, die rekening houden met een ander, die willen samenwerken met anderen en die willen werken aan een goede wereld. • Kinderen moeten leren zich te gedragen en mondig te zijn; ze moeten leren zich uit te drukken en hun mening ergens over te geven, op een fatsoenlijke manier, met respect naar de ander. • Uitstraling geven aan de school gebeurt door samenspel tussen kinderen, ouders en leerkrachten.
Als methode voor ”godsdienst en levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van de methode ”Trefwoord”. Deze geeft voor iedere dag een gedicht, spel, lied, verhaal of bijbeltekst als dagopening. Gedurende enkele weken vormen al die onderwerpen samen één thema. In de handleiding vindt de leerkracht aanwijzingen om verder met de kinderen door te gaan op het onderwerp van de dagopening. Deze uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In de doorgaande lijn komen op die manier ieder schooljaar ongeveer dertien thema’s aan bod. Deze thema’s sluiten aan bij de belevings- en ervaringswereld van de kinderen (bijvoorbeeld: ”Wie ben ik?”), bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving (bijvoorbeeld: ”Geweld”) en zijn steeds gebaseerd op een samenhangend aanbod aan bijbelverhalen (bijvoorbeeld: Abraham, Mozes, Jezus).
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR?
1.2. IDENTITEIT Onze school is een katholieke school, maar waar is het katholieke van de school nu aan te herkennen in deze tijd? • Er wordt gebeden op school, we staan met de kinderen via eigentijdse gebedjes even stil bij onszelf, de medemens en de wereld om ons heen. • De sfeer op school is erg belangrijk, de sfeer wordt gekenmerkt door optimisme, sociaal gevoel, respect voor elkaar, eerlijkheid, eerbied voor al wat leeft, interesse in de medemens die anders denkt en leeft, ontmoeting met andere gelovigen en niet-kerkelijke mensen. • Er zijn ieder schooljaar een aantal projecten en vieringen met kinderen. • Er wordt met regelmaat iets gedaan voor een goed doel. • Er wordt kinderen kennis bijgebracht over de belangrijkste zaken van het katholicisme en andere belangrijke wereldgodsdiensten. • Er wordt samengewerkt met de plaatselijke parochie, waarmee goede contacten bestaan.
Een aantal malen per schooljaar is er een gezinsviering. Deze wordt voorbereid door een werkgroep vanuit de parochie en door teamleden. Ouders en kinderen worden van harte uitgenodigd deel te nemen aan deze vieringen. Ook het Eerste Communie project wordt in overleg met ouders, parochie en school voorbereid. De katholieke en niet-katholieke mensen die voor onze school gekozen hebben voelen zich thuis bij ”onze Golfslag”, dat blijkt uit hun reacties. We vinden het belangrijk dat mensen bewust kiezen voor onze school. Wie herkenning vindt in deze uitgangspunten, is van harte welkom op onze school.
5
1.3. HET LOGO Zo ontstond het ontwerp: In het logo wordt weergegeven wat ”De Golfslag” betekent voor kinderen, leerkrachten en ouders.
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR?
Onze school moet een warme, fijne en veilige plek zijn, om elke dag weer naar toe te gaan. Voorgesteld door de kring die niet gesloten is. Zo’n fijne, veilige plek maak je niet alleen. Dat is iets van ouders en leerkrachten en kinderen samen. Voorgesteld door de drie kleuren in de kring. De golfjes stellen de verschillende groepen voor. Je komt met 4 jaar op school: Het eerste golfje ligt diep in de veilige kring. Het tweede golfje ook. Maar de kinderen worden ouder, gaan zich ontwikkelen en zullen spelend en lerend steeds zelfstandiger worden. Ze komen dus steeds verder naar ”buiten”. Na groep acht zullen ze hun eigen koers kiezen en verder varen, ”de wijde (vooreerst nog polder) wereld in”. Ook de golfjes hebben verschillende kleuren. Ieder kind mag hier op school zichzelf zijn. Lief of ondeugend, goed in rekenen of tekenen, goed in voetballen of iemand helpen. Je bent altijd ergens goed in! Het bootje is het kind en wil laten zien dat hij of zij al die jaren steeds vooruit gaat. Het is geen roeibootje. Dat wil zeggen: je hoeft het als kind niet helemaal alleen te doen. Het is een zeilboot en de wind zal je helpen. Hoe zet je de zeilen (met hulp van ouder, leerkracht en jezelf) om daar te komen waar je naar toe wilt. Soms gaat het voor de wind en ga je heel snel en soms heb je tegenwind en zul je moeten laveren. Het duurt dan langer, maar je komt er wel!! En als je goed kijkt, dan zie je in het geheel ook nog de G. Dat is Geborgenheid, dat is de Golfslag. Een school waarin ik Geloof ……… waarin wij Geloven. Hennie van der Schans (ontwerpster van het logo)
6
2.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
2.2. DE SCHOOLORGANISATIE, SCHOOLNIVEAU De directie geeft leiding aan het team en de school. De directie is primair verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid en de kwaliteitszorg. Betreffende is integraal verantwoordelijk voor het personeels-, financieelen materieelbeleid op de school.
De interne begeleiders (ib-ers) dragen zorg voor de leerlingbegeleiding. Zij gaan regelmatig met de leerkracht in gesprek, zodat de kinderen zo optimaal mogelijk worden begeleid. Daarnaast heeft een drietal leerkrachten de taak van bouwcoördinator. Om organisatorische redenen en om het overleg zo efficiënt mogelijk te maken, zijn de groepen 1 t/m 8 onderverdeeld in de volgende clusters: onderbouw (groepen 1 en 2), middenbouw (groepen 3 en 4) en bovenbouw (groepen 5 t/m 8). De bouwcoördinator is aanspreekpunt en coördineert de groepen van de betreffende bouw. Tevens is er een aantal uren beschikbaar voor o.a. onderwijsondersteuning en schoolassistentie.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
2.1. DE SCHOOLORGANISATIE, BESTUURSNIVEAU Onze school ”De Golfslag” ressorteert onder de Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland / Veluwe (SKOFV), samen met 26 andere katholieke scholen in de regio. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door een bestuur, welk bestuurt op hoofdlijnen. Veel taken en bevoegdheden zijn gemandateerd aan het bovenschools management (College van bestuur), dat zorg draagt voor die zaken die niet op schoolniveau horen of waarvan men vindt dat deze beter op stichtingsniveau geregeld kunnen worden.
In het regelmatig terugkerend overleg tussen bouwcoördinatoren, intern begeleiders en directie worden de ontwikkelingen van de kinderen en de school geëvalueerd, besproken en verdere beleidslijnen uitgezet. Om binnen het team onderling goed geïnformeerd te blijven, zijn er structurele overlegmomenten zoals team-, zorg- en bouwvergaderingen. Ook zijn er met regelmaat studiedagen voor het hele team. Middels het jaarlijks bijgestelde taakbeleid wordt gezorgd voor een gelijkmatige verdeling van overige taken, waarbij rekening wordt gehouden met o.a. de werktijdsfactor van de leerkrachten, de groepssituatie en de persoonlijke interesse.
7
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
2.3. DE SCHOOLORGANISATIE, KLASSENNIVEAU De school werkt vanuit het leerstofjaarklassensysteem. De kinderen werken, daar waar mogelijk, op verschillende (eigen) niveaus en in een verschillend (eigen) tempo. Het echte klassikale onderwijs heeft zijn tijd gehad. Wij streven naar onderwijs op maat. We proberen zo goed mogelijk tegemoet te komen aan alle individuele verschillen. Voor kinderen met een achterstand, maar ook voor extra begaafde kinderen proberen we voldoende aandacht te hebben.
8
Om goed te kunnen werken in onze school vinden we de volgende punten belangrijk: • De kinderen leren vanaf groep 1 verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking. • Het materiaal in de school moet van deze tijd zijn en geschikt zijn voor (combinatie-) groepen. • Er wordt huiswerk meegegeven bij het inoefenen van ”rekentafels”, spelling en topografie, het maken van werkstukken en de voorbereiding voor de spreekbeurten en boekpresentaties. Soms krijgt een kind extra stof mee om het leerproces te bevorderen. In groep 8 wordt, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs, meer huiswerk meegegeven. 2.4. VERDELING VAN DE LEERKRACHTEN OVER DE GROEPEN Bij de inzet van leerkrachten en de eventuele verdeling van de groepen is rekening gehouden met de volgende criteria: • Op onze school willen we de groepen zo klein mogelijk houden: de leerkrachturen zetten we optimaal in de klassen in, zodat er voldoende tijd is voor extra aandacht en ondersteuning van de leerlingen. • In de diverse groepen is ruimte voor ”zij-instroom”; verhuizers van buitenaf. • Het aantal leerkrachten per groep willen we zo klein mogelijk houden. • ADV en overige vrije dagen proberen we, daar waar mogelijk, door dezelfde leerkrachten te laten invullen. • Alle niet te voorziene afwezigheid van leerkrachten trachten we binnen het team op te vangen. • Elke groep moet een evenwichtige samenstelling hebben. • De samenstelling van de groep moet een harmonieus geheel vormen.
2.5. VOORZIENINGEN De school bestaat uit een hoofdgebouw met 10 leslokalen, een speellokaal voor de kleutergroepen, een grote gemeenschappelijke aula en de benodigde nevenruimten. Tevens is er de beschikking over twee semi-permanente lokalen en twee noodlokalen. De sterke toename van het aantal leerlingen en de wens in kleine groepen te willen werken is bepalend geweest voor het intensieve huisvestingsbeleid van de afgelopen jaren. Het resultaat is een passend schoolgebouw voor de komende jaren.
De school beschikt per klas over meerdere computers met netwerkaansluiting. Er zijn diverse ondersteunende programma’s en het is de bedoeling dat de computerondersteuning ook de komende jaren verder uitgebouwd gaat worden o.a. middels aanschaf van digitale schoolborden. Ook de TV en DVD-speler gebruiken we ter ondersteuning van het onderwijs. We beschikken over een geluidsinstallatie, welke gebruikt wordt bij diverse activiteiten zoals een schoolfeest en de slotmusical. Verder hebben we veel verschillende materialen en methoden om mee te werken. Voor extra en/of specifiek materiaal kan de school een beroep doen op de uitleendepots van de onderwijs ondersteunende diensten.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
• Alle kinderen moeten voldoende aansluiting binnen de groep vinden. • In verband met de groepsbinding wordt, bij het samenstellen van de roosters, getracht activiteiten van de groepen te bundelen, zodat leerlingen uit hetzelfde leerjaar regelmatig als één groep onderwijs krijgen aangeboden. • In de jaargids staat vermeld in welke groep(en) de leerkrachten werkzaam zijn.
De gymlessen van groepen 3 t/m 8 vinden plaats in de gymzaal aan ”De Noordhoren” en/of in sportzaal ”De Steiger” aan De Heraldiek. De kinderen gaan vanuit school, heen en terug, onder begeleiding van de eigen leerkracht; deze verzorgt ook de gymlessen. 2.6. GEBRUIKTE METHODEN Sociale emotionele vaardigheden: Daar de maatschappij steeds complexer wordt en steeds meer eisen stelt, wordt sociale competentie een voorwaarde tot succesvol functioneren. Ook voor kinderen is de sociale omgeving een steeds ingewikkelder wordende omgeving. Om goed te kunnen functioneren zijn een aantal sociale vaardigheden gewenst. De op onze school gehanteerde methode ”Kinderen en … hun sociale talenten” maakt gebruik van een drietal gereedschappen (kennis, houding en vaardigheden), welke zijn onder9
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
gebracht in drie dimensies: waarden en normen, gevoelens van jezelf en de ander, beeld van jezelf en de ander. Middels begeleiding en aansturing wordt kinderen het vermogen eigen gemaakt sociaal en emotioneel te kunnen functioneren, rekening houdend met eigen belangen en belangen van anderen, uitgaande van acht gedragscategorieën: ervaringen delen, aardig doen, samen spelen en werken, een taak uitvoeren, jezelf presenteren, een keuze maken, opkomen voor jezelf, omgaan met ruzie. Als aanvullend, ondersteunend lesmateriaal wordt hierbij gebruikt gemaakt van de ”Soemo-kaarten”. Daarnaast is op schoolniveau de ”Kanjertraining” gevolgd, een begeleidend project dat ondersteuning biedt bij de ontwikkeling van sociaal emotioneel gedrag en handelen, waarbij kinderen worden geconfronteerd met en zich bewust worden van het eigen gedrag. Het belangrijkste doel is kinderen positief over zichzelf en de ander te leren denken. In het kader van sociaal emotionele vorming, het ”samen school zijn”, verzorgen de diverse groepen presentatievieringen ofwel ”weekbreaks”. Tijdens de vieringen kunnen de groepen zich per toerbeurt aan ouders en andere groepen van de school presenteren. In de groepen 1 en 2 wordt wereldverkennend onderwijs gegeven middels projecten, aansluitend bij de belevingswereld van de kleuter. Uitgangspunten bij de thema’s zijn: jaargetijden, feesten, bijzondere gebeurtenissen, projecten zoals wonen, groeien, e.d. Elke schooldag wordt zo ingedeeld dat kinderen in de groepen 1 en 2 een afwisselend aanbod krijgen van de diverse activiteiten: • taalactiviteiten: gesprekken, verhalen, gedichten, taalspelletjes, boek aanbieding, e.d. (deze vinden vaak in de kring plaats en worden dan ook wel kringactiviteiten genoemd) • rekenactiviteiten: ruimtelijke oriëntatie, tellen en getalbegrip, meten en wegen, e.d. • expressieactiviteiten: creatieve uitbeelding van datgene wat kinderen middels impressie (verhalen, gebeurtenissen e.d.) tot zich hebben genomen • werken met ontwikkelingsmateriaal: puzzels, telmateriaal, constructiemateriaal, e.d. • muzikale vorming • bewegingsonderwijs en spel In de groepen 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van diverse onderwijsmethoden die aansluiten bij de kerndoelen van het basisonderwijs. 10
Bij het voorbereidend en aanvankelijk lezen en schrijven is het belangrijk om de letters en cijfers steeds op dezelfde manier aan te bieden. Daarom bij deze de letters en cijfers zoals deze in de kleutergroepen aan bod komen.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Lezen en schrijven: Het taal- en leesonderwijs aan onze basisschool is er op gericht dat de leerlingen zich mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken in de Nederlandse taal. Om dit te realiseren wordt hiervoor in de kleutergroepen het methodisch ideeënboek ”Wat zeg je” gebruikt. De leerlingen in groep 3 beginnen met het systematische leren lezen en schrijven. Dit gebeurt met behulp van een leesmethode, specifiek gericht op het aanvankelijk lezen: ”Veilig Leren Lezen”. Aansluitend is er het aanbod van het technisch lezen, middels de methode ”Lekker Lezen”. Voor de groepen 4 t/m 8 heeft de school een eigentijdse methode Nederlandse Taal met o.a. aandacht voor mondeling taal-gebruik, spelling en taalbeschouwing: ”Taalactief”. Daarnaast is er voor het begrijpend en studerend lezen een aparte methode: ”Tekstverwerken”.
In de kleutergroepen worden, als voorbereiding op het schrijven, schrijfpatronen gemaakt. Daarnaast worden de letters met ondersteunend handgebaar geoefend. Vanaf groep 3 worden de schrijfletters volgens de methode ”Pennenstreken” aangeboden, deze sluit aan bij de methode van het aanvankelijk lezen. Rekenen en wiskunde: Het onderwijs in rekenen en wiskunde is er op gericht dat leerlingen o.a. verbindingen kunnen leggen tussen het specifieke rekenen en hun dagelijkse leefwereld. Na het voorbereidend rekenen in de kleutergroepen beginnen we in groep 3 met methodisch rekenonderwijs. Hierbij maken we gebruik van de reken – wiskunde methode ”Pluspunt”.
11
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Wereldoriënterende vakken: Voordat het kind de basisschool bezoekt, wordt de belevingswereld opgebouwd uit allerlei incidentele gebeurtenissen. Op school wordt op deze bij het kind aanwezige kennis aangesloten en wordt die kennis en ervaring verbreed en uitgediept. In de groepen 1 t/m 4 is de opzet van wereldoriëntatie thematisch. Voor de groepen 1 t/m 4 is daarom gekozen voor de bijpassende geïntegreerde methode ”De grote reis”. Voor de groepen 5 t/m 8 worden de diverse vakgebieden uitgesplitst aangeboden. Voor aardrijkskunde de methode ”Wijzer door de wereld” en voor geschiedenis ”Bij de tijd”. Voor het natuuronderwijs hebben we gekozen voor de ervaringsgerichte methode ”Leefwereld”, waarbij ook aspecten van het technisch onderwijs aan bod komen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van al het hanteerbare materiaal dat voorhanden is en materiaal dat met het gekozen thema in verband staat. Sociale redzaamheid, verkeer: In de groepen wordt de nodige aandacht besteed aan veilig verkeersgedrag, in alle klassen wordt methodisch gebruik gemaakt van de verkeersmethode ”Wegwijs”. In groep 7 wordt jaarlijks het schriftelijk en praktisch verkeersexamen afgenomen. Computeronderwijs: De computer is in onze visie een onderdeel van het totaalonderwijs en wordt daarom in alle groepen als ondersteunend materiaal bij de diverse vakken gebruikt. Daarnaast is er in de groepen 6 en 7 het respectievelijke aanbod ”Word” en ”Internet”. Leerlingen van groep 8 presenteren in groepjes een werkstuk middels een power-point presentatie. Actief burgerschap: Deelname aan de samenleving vraagt reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor de samenleving. Actief burgerschap komt bij ons op school in meerdere vakgebieden tot uiting.
12
Engels: In de groepen 7 en 8 krijgen de leerlingen gedurende een klein uur per week Engelse les, gebruik makend van de methode ”Real English, let´s do it.”
Bij muziekonderwijs komen naast het aanleren en zingen van liedjes ook andere aspecten van muzikale vorming aan de orde. Ook hierbij maken we gebruik van de methode ”Moet je doen”. Lichamelijke opvoeding: Bewegingsonderwijs komt tegemoet aan de bewegingsdrang van kinderen. Het omvat gymnastiek, spel, dans en de zogeheten (buiten-)schoolse activiteiten zoals sporttoernooien en sportdagen. Om de verschillende aspecten van gym en spel voldoende aan bod te laten komen, wordt gebruik gemaakt van de methode ”Basislessen Bewegingsonderwijs”. Orthotheek: Als aanvulling op de gehanteerde methoden is er de beschikking over ondersteunend materiaal uit de eigen orthotheek, dan wel uit de orthotheken van andere basisscholen, gebruik makend van elkanders materialen. Daarnaast kan er materiaal worden geleend bij de uitleencentra van de onderwijs ondersteunende diensten.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Expressieactiviteiten en muziekonderwijs: In de onderbouwgroepen wordt gewerkt vanuit thema’s. Vanaf groep 1 wordt structureel gebruik gemaakt van de methode ”Moet je doen”. Bij de beeldende vorming komen vele materialen en technieken aan de orde. De leerlingen krijgen een gevarieerd aanbod van expressieactiviteiten bestaande uit tekenen, handvaardigheid en drama.
Toetsen: Leerlingen worden gedurende het schooljaar tijdens de dagelijkse gang van zaken geobserveerd. De leerkrachten maken tevens gebruik van methode - afhankelijke en methode - onafhankelijke toetsen. Deze gegevens worden gebruikt voor het opstellen van een juist handelingsplan voor leerling(en) en leerkracht(en).
13
3.
LEERLINGENZORG
LEERLINGENZORG
3.1. OPVANG NIEUWE LEERLINGEN Aanmelding van nieuwe leerlingen gebeurt in overleg. Op verzoek ontvangen ouders van toekomstige leerlingen de betreffende schoolgids. Vervolgens dienen de ouders een afspraak te maken met de directie. Er wordt informatie uitgewisseld en een rondleiding gegeven. Ook bestaat er de mogelijkheid om overdag een kijkje in de school te nemen. Na het informatiegesprek ontvangt u het inschrijfformulier, waarop de voor de school noodzakelijke gegevens dienen te worden ingevuld. Na retournering van het volledige ingevuld en ondertekend inschrijfformulier wordt het kind op school ingeschreven.
Kleuters krijgen alle tijd om te wennen. Voordat uw kind vier jaar is, mag het twee keer een dagdeel deelnemen in de kleutergroep. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht. Daaraan voorafgaand neemt de groepsleerkracht, ongeveer 6 weken voor de eerste schooldag, contact met u op. Indien daartoe aanleiding is, zal de leerkracht u uitnodigen voor een uitgebreider kennismakingsgesprek, waarbij mogelijk ook de intern begeleider aanwezig is, om zodoende zo optimaal mogelijk aan te kunnen sluiten bij de ontwikkeling van het kind. De leerkracht geeft u meer specifieke informatie over de kleutergroepen en zij maakt met u afspraken wanneer uw kind kan komen. Indien mogelijk zal, na toestemming van de ouders, informatie worden ingewonnen bij de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. Kinderen die in oktober, november of december jarig zijn kunnen alleen dan vervroegd doorstromen naar groep 2 indien de versnelde ontwikkeling van het kind daartoe aanleiding geeft. Kinderen die na een verhuizing onze school komen bezoeken, kunnen over het algemeen direct geplaatst worden. Om optimaal te kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van het kind wordt, voor inschrijving, contact gezocht met de voorgaande school, ter uitwisseling van de gegevens. 3.2. LEERLINGENGEGEVENS, ADRESWIJZIGING De school dient over de juiste gegevens van het kind te beschikken. Adresgegevens en telefoongegevens van het kind zijn vooral bij ongelukjes en/of calamiteiten van het grootste belang. Gelieve bij wijziging en/of verhuizing de school tijdig schriftelijk in kennis te stellen. Denk ook daaraan bij verandering van oppasadres, wijziging van 06-telefoonnummers en vermelding en/of afbeelding op de website. Voor ouders is er een leerlingenlijst met adresgegevens beschikbaar, waarvoor middels het inschrijfformulier toestemming is gegeven.
14
3.3. ZORG VOOR HET (JONGE) KIND Om tot individuele aandacht te komen en problemen op gebied van gedrag en leren mogelijk vroeg te onderkennen, worden de beschikbare ”leerkrachtenuren” optimaal ingezet in de klassen. Concreet betekent dit dat de groepsgrootte zo klein mogelijk wordt gehouden.
In groep 1 en 2 gebeurt dit aan de hand van uitgebreide observatielijsten en een aantal kleutertoetsen. In groep 3 t/m 8 worden de kinderen regelmatig getoetst op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, taal, spelling en rekenen. Ook het gedrag en het welzijn van uw kind wordt scherp in de gaten gehouden. Meerdere malen per schooljaar wordt de voortgang van de leerlingen in het teamoverleg besproken, waarbij niet alleen de toetsen, maar vooral het totale beeld van het kind, bepalend is. Kinderen waar iets mee aan de hand is, op welk gebied dan ook, worden vaker besproken. Als we iets signaleren bij uw kind of we maken ons ergens ongerust over, dan hoort u dat onmiddellijk van ons. Van alle kinderen wordt een dossier aangelegd, dat in de loop van de schooltijd steeds wordt aangevuld. Leerkrachten gaan zorgvuldig met deze informatie om. Op de volgende manieren wordt u, als ouder, op de hoogte gehouden van de vorderingen van uw kind: • In september / oktober ontvangt u een uitnodiging om het welbevinden en de ontwikkelingen van uw kind(eren) te bespreken. • Twee maal per jaar krijgen de kinderen van groep 1 t/m 8 een rapport mee naar huis. • Twee keer per jaar zijn er rapportbesprekingen (10-minutengesprekken) voor alle kinderen van de school. Bespreking van het tweede rapport is facultatief. In principe zijn de gesprekken alleen bedoeld voor de ouders, een uitzondering hierop is het schooladviesgesprek voortgezet onderwijs, waarbij leerlingen van groep 8 en hun ouders worden uitgenodigd.
LEERLINGENZORG
3.4. VOLGEN VAN DE ONTWIKKELINGEN VAN DE LEERLINGEN Vanaf groep 1 t/m groep 8 volgen we het gedrag, de prestaties en de vorderingen van uw kind(eren).
Zodra de leerkracht het noodzakelijk acht zal deze contact met u opnemen, om samen met u de bevindingen ten aanzien van de ontwikkeling van het kind te bespreken.
15
LEERLINGENZORG
3.5. ADVIES VOORTGEZET ONDERWIJS Naar aanleiding van onze eigen bevindingen, het opgebouwde leerlingendossier en de Cito Entreetoets in groep 7, een voorloper van de Cito Eindtoets in groep 8, wordt door de leerkracht van groep 7, samen met de ouders, al een te verwachten advies t.a.v. het vervolgonderwijs besproken.
In groep 8 wordt informatiemateriaal van het ministerie en de scholen uit de wijde omgeving aan de ouders en kinderen meegegeven. Data van open dagen en informatieavonden worden doorgegeven. De kinderen krijgen op school informatie over het voortgezet onderwijs. Ouders krijgen op school informatie over het voortgezet onderwijs in het algemeen en de procedure van verwijzing na groep 8. Deze is als volgt: • De kinderen krijgen een advies van de basisschool en de kinderen krijgen een toetsuitslag (CITO). • Zodra de toetsuitslagen bekend zijn, maakt de leerkracht van de bovenbouw een afspraak met de ouder(s) en de leerling. Na een gesprek, waarin alle gegevens en meningen rustig op een rijtje worden gezet, vindt de schoolkeuze plaats. • Vervolgens heeft de leerkracht van groep 8, in verband met de aanmelding, een gesprek met de betreffende scholen voor voortgezet onderwijs. • De definitieve aanmelding vindt plaats na toezending van het aanmeldingsformulier. Vervolgens krijgen ouders en kinderen nader bericht van de school voor voortgezet onderwijs. 3.6. EXTRA ZORG VOOR DE LEERLINGEN Voor een aantal kinderen is er extra zorg nodig. Dit kan zijn op het gebied van rekenen, taal, lezen, etc., maar het kan ook zijn op het gebied van gedrag. Waar achterstanden in de groep kunnen worden weggewerkt, doen we dat, maar regelmatig is het nodig om bepaalde kinderen in hun eigen tempo, op eigen niveau te laten werken. Deze extra zorg betreft ook kinderen die vooruit lopen op de ontwikkeling in de groep. Kinderen met zorg worden vaker getoetst en vaker besproken.
Ook kan de hulp worden ingeroepen van bijvoorbeeld de onderwijsbegeleidingsdienst of Bureau Jeugdzorg. Het doel van Bureau Jeugdzorg is ondersteuning en begeleiding bieden aan ouders en/of leerkrachten t.a.v. vroegtijdig gewenste opvoedingsondersteuning. De deelnemende instellingen zijn o.a. G.G.D. Flevoland en Thuiszorg Flevoland. De volgende extra zorgvoorzieningen kan de school bieden: • Extra ondersteuning voor individuele leerlingen of groepjes door de leerkracht en/of remedial teacher. 16
• Het opstellen van een handelingsplan, waarbij het voor het kind moeilijke onderdeel extra aandacht krijgt. Na een aantal weken wordt dit geëvalueerd en besproken. • Om praktische redenen vragen wij niet voor ieder nieuw (vervolg-) handelingsplan uw schriftelijke toestemming, we houden u natuurlijk wel op de hoogte. • Het opstellen van een ”eigen leerlijn”, waarbij de leerling de noodzakelijke basisstof op eigen niveau en in eigen tempo doorwerkt. • Bemerkt de school dat er grotere problemen zijn, dan wordt een onderwijsbegeleidingsdienst ingeschakeld, deze heeft deskundigen in dienst op het gebied van leer- en/of gedragsmoeilijkheden. • Komt het kind in aanmerking voor extra zorg en/of ondersteuning, dan gebeurt dit steeds in overleg met en na goedkeuring van de ouders. 3.7. WEER SAMEN NAAR SCHOOL
Weer Samen Naar School is een landelijk project waar alle scholen voor primair onderwijs aan meedoen. In de gemeente Dronten werken alle basisscholen samen met ”De Driemaster” (een speciale school voor basisonderwijs) in één samenwerkingsverband. ”De Driemaster” is bestemd voor kinderen van 4 tot 13 jaar. Het doel van Weer Samen Naar School is om zoveel mogelijk kinderen verantwoord op de basisschool op te vangen. Alleen wanneer blijkt dat er op de basisschool onvoldoende begeleiding en/of ondersteuning kan worden geboden, verwijzen basisscholen kinderen naar een speciale school voor basisonderwijs. Dit betekent dat het onderwijs dat op onze school gegeven wordt ”op maat” moet zijn voor alle kinderen: zowel voor kinderen die zich snel ontwikkelen, ”gewone” leerlingen, als ook voor de kinderen met een forse ontwikkelingsachterstand en kinderen die (heel) moeilijk gedrag vertonen.
LEERLINGENZORG
1. PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGENZORG
De samenwerking tussen de diverse scholen in de gemeente Dronten ten aanzien van ”Weer Samen Naar School” is als volgt: • Elke school heeft één of enkele interne begeleiders. Dat zijn leerkrachten die zich speciaal bezighouden met alles wat op school te maken heeft met leerlingenzorg. • We volgen de ontwikkeling van alle kinderen met behulp van een leerlingvolgsysteem. • Een aantal keren per jaar is er een leerlingenbespreking n.a.v. het leerlingvolgsysteem. Kinderen waar leerkrachten zich zorgen om maken worden uitgebreider besproken. 17
LEERLINGENZORG
• Tijdens deze bespreking wordt besloten of kinderen extra hulp nodig hebben, of kinderen aangemeld moeten worden bij een onderwijsbegeleidingsdienst voor onderzoek, of hulp nodig is van speciaal onderwijs of dat andersoortige hulp zoals o.a. schoolmaatschappelijk werk noodzakelijk is. • De interne begeleiders van alle scholen komen enkele malen per jaar bij elkaar, tijdens de netwerkbijeenkomsten, om samen de stand van zaken op te maken van de zorg in de scholen, de problemen te bespreken, nieuwe aspecten uit te diepen en op te zetten. • Ambulante begeleiding: soms komt een leerkracht van ”De Driemaster” bij ons op school om te adviseren hoe we zo goed mogelijk met de problematiek van een bepaald kind om kunnen gaan. Ook wanneer een kind tijdelijk moet wachten op een toelatingsplaats bij ”De Driemaster” kan de hulp worden ingeroepen van een ambulante begeleider. • Door middel van cursussen, studiedagen, etc. zijn we steeds bezig om ons verder te scholen in het ”beter omgaan met verschillen”. • Een aantal leerkrachten van onze school is gespecialiseerd in het signaleren van dyslexie. • Wanneer het, ondanks alle inspanningen, toch niet lukt om een leerling op onze school de juiste begeleiding te bieden dan melden de ouders (in overleg met de school) de leerling aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. In die commissie wordt beslist of de problemen van dien aard zijn dat het kind beter op zijn plaats is op een basisschool voor speciaal onderwijs. • Voor rapportage aan derden worden de betreffende ouders steeds vooraf schriftelijk om toestemming gevraagd. U wordt op de hoogte gehouden aangaande de vorderingen van de besprekingen. Heeft u vragen, kom er gerust mee! • De afspraken van het samenwerkingsverband zijn vastgelegd in het ”zorgplan”. • Iedere deelnemende school van het samenwerkingsverband heeft een eigen ”zorgdocument”, waarin de zorgafspraken op schoolniveau staan. Op onze school wordt dit document jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Weer Samen Naar School …we blijven er gezamenlijk aan werken! 2. KINDEREN MET EEN HANDICAP
In principe zijn alle kinderen welkom op ”De Golfslag”, ook als het gaat om kinderen met een handicap. Per 1 augustus 2003 zijn de ”Wet op de Expertise Centra” (WEC) en de regeling ”Leerling Gebonden Financiering” (LGF – ”rugzakje”) van kracht geworden. 18
Deze wet heeft als doel het bevorderen van emancipatie en integratie van gehandicapte kinderen. Bij aanmelding van een gehandicapt kind kijken we of redelijkerwijs verwacht mag worden dat het team deze gehandicapte leerling kan begeleiden zonder dat de leerling en/of andere leerlingen tekort komen.
Niet alleen de speciale behoeften van het gehandicapte kind spelen een rol. In de afweging rond de toelating laten we de volgende punten meewegen: • mogelijke verstoring van rust en veiligheid: bij ernstige gedragsproblematiek kunnen we wellicht niet de noodzakelijke structuur bieden, ondanks ”het rugzakje”; dit kan een reden zijn om het kind niet toe te laten. • de mate waarin verzorging nodig is: het kan voorkomen dat het kind zoveel verzorging nodig heeft, dat het geven van onderwijs aan de andere kinderen in het gedrang komt; het is dan niet wenselijk het kind toe te laten. • verstoring van het leerproces van de andere kinderen: we zullen moeten afwegen of beschikbare tijd en energie redelijk verdeeld kunnen worden; de uitkomst van deze afweging kan een reden zijn om het kind niet toe te laten. • de beschikbaarheid van begeleidingsfaciliteiten door de Regionale Expertise Centra (REC): als er niet in wordt geslaagd om deze verplichte ambulante begeleiding meteen te starten na de inschrijving, kan dit een reden zijn om van plaatsing af te zien. • school- en groepsafhankelijke factoren spelen mee: wel of niet kunnen garanderen van een doorgaande lijn, ook in de volgende jaren; jonge leerkrachten, duo’s of te verwachten wisselingen. • we houden in eerste instantie een maximum aan van één gehandicapt kind per bouw.
LEERLINGENZORG
Plaatsing van leerlingen die veel extra zorg en aandacht nodig hebben, hangt af van de mogelijkheden en omstandigheden op onze school. Deze omstandigheden zijn niet elk jaar hetzelfde. Kinderen met een handicap vallen onder de speciale leerlingenzorg. Dat wil zeggen dat we deze kinderen extra hulp en aandacht willen geven, maar dat we ook van deze kinderen accepteren dat ze niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo als de andere kinderen leren. Dat betekent dat het eindniveau van deze kinderen in bepaalde gevallen lager zal liggen dan dat van de gemiddelde leerling eind groep 8.
Al deze stappen komen terug in het uitgewerkte toelatingsprotocol dat aan het zorgdocument van onze school zal worden toegevoegd.
19
Regionale Expertise Centra begeleiden onze leerkrachten om tot een goede aanpak te komen. Regelmatig en altijd in overleg met de ouders zal bekeken worden of er voor het kind nog voldoende mogelijkheden op onze school zijn. Verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs in de toekomst wordt dan ook nooit uitgesloten.
LEERLINGENZORG
3.8. ONDERWIJS AAN ZIEKE LEERLINGEN Indien het zieke kind lange tijd niet op school kan komen, gaan we samen met de ouders / verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor kinderen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere kinderen betreft het de consulenten van de Dienstverlening IJsselgroep.
Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij of zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat het kind in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. Het kind moet weten en ervaren dat het ook dan meetelt en bij de groep hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is mede belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke kinderen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Ook kunt u hierover informatie opvragen bij de Dienstverlening IJsselgroep, via het e-mail adres van de contactpersoon van deze regio of op de website van Ziezon, het landelijk netwerk Ziek Zijn en Onderwijs, www.ziezon.nl. 3.9. DIENSTVERLENING IJSSELGROEP Voor advies over en hulp aan kinderen met leer- en/of gedragsproblemen kan de school gebruik maken van de Dienstverlening IJsselgroep. Ook voor meer uitgebreid en/of gespecialiseerd onderzoek wordt de
20
dienst ingeschakeld. Tevens kan het team een beroep op de dienst doen betreffende ondersteuning en nascholing bijvoorbeeld t.a.v. veranderingen in het onderwijs. 3.10. LOGOPEDIE De logopedie houdt zich bezig met de mondelinge communicatie. Deze communicatie kan op diverse onderdelen verstoord zijn, met name voor wat betreft stem, spraak en taal. Het accent in de schoollogopedie is de laatste jaren komen te liggen op preventie. Preventieve taken zijn bijvoorbeeld: • Het instrueren van leerkrachten om spraak- en/of taalproblemen te kunnen signaleren. • Het doen van onderzoeken naar spraak- en/of taalontwikkeling op verzoek van leerkracht, ouders of arts. • Het controleren naar aanleiding van screening of onderzoek.
3.11. JEUGDGEZONDHEIDSZORG De Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst (G.G.D.) is belast met de jeugdgezondheidszorg. Hierbij weegt het preventieve aspect zwaar, want voorkomen is beter dan genezen! Aandacht wordt geschonken aan groei en ontwikkeling, gezondheidsvoorlichting en opvoeding, vroegtijdig opsporen van afwijkingen, etc.
De jeugdverpleegkundige doet onderzoek bij alle leerlingen uit de volgende groepen: • groep 2: preventief gezondheidsonderzoek door de verpleegkundige, waarbij de ouders worden uitgenodigd aanwezig te zijn. • soortgelijk onderzoek kan ook plaatsvinden in het kader van ”Preventie en Vroeghulp”. • groep 7: screening op rug, houding en lengte door de arts. De jeugdverpleegkundige houdt na afloop van het onderzoek een korte nabespreking met de betrokken leerkracht. Naar aanleiding van het onderzoek kan een vervolg- of herhalingsonderzoek nodig blijken. Daarbij kan ook de jeugdarts worden ingeschakeld.
LEERLINGENZORG
Wanneer hulp noodzakelijk is, wordt er in overleg met de ouders doorverwezen naar een vrijgevestigde logopedist. Om tot screening over te mogen gaan, is een handtekening van de ouders noodzakelijk; zij worden ruimschoots vooraf geïnformeerd.
Ouders en leerkrachten kunnen in overleg met elkaar altijd extra gesprekken en/of onderzoeken aanvragen bij de jeugdarts. De onderzoeken vinden veelal plaats in ”De Hoeksteen”. 21
4.
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
4.1. VORDERINGEN VAN DE LEERLINGEN Iedere leerkracht houdt de vorderingen van de leerlingen bij door middel van observatielijsten, toetsuitslagen, eventuele handelingsplannen, e.d. Op deze manier is het mogelijk om in de hogere leerjaren iets terug te zoeken uit de voorafgaande jaren. Dit kan verhelderend werken en soms noodzakelijk zijn.
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
Ieder schooljaar krijgen de kinderen van groep 1 t/m 8 twee keer een schoolrapport mee naar huis. Het is een ”groeirapport”; de navolgende rapporten worden steeds toegevoegd, waardoor een totaaloverzicht van 8 jaar basisonderwijs ontstaat. Tijdens de schoolloopbaan worden de kinderen ook regelmatig getoetst met landelijk genormeerde toetsen om te kijken waar onze leerlingen staan t.o.v. andere leerlingen in het land. De eindtoets basisonderwijs van het CITO is een voorbeeld van zo’n toets. 4.2. ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT Door het bundelen van velerlei observatiegegevens, toetsen en overige informatie ontstaat er per kind een (uitgebreid) dossier. Wanneer het kind naar een andere basisschool of basisschool voor speciaal onderwijs gaat, wordt relevante informatie ingevuld en/of toegevoegd bij het onderwijskundig rapport. De betreffende gegevens gaan mee naar de andere school om een zo goed mogelijke aansluiting te garanderen. De ouders kunnen een afschrift van het betreffende rapport ontvangen. 4.3. UITSTROOM EN NAZORG De middelbare scholen sturen de rapportcijfers van onze oud-leerlingen terug naar onze basisschool. Dit zijn voor ons interessante gegevens. Op deze manier kunnen wij de kinderen nog een beetje blijven volgen en bovendien is het een middel om te zien of onze advisering de juiste was. De uitstroom van de afgelopen jaren was zeer wisselend. Het team vindt dat deze cijfers mede iets zeggen over de schoolbevolking en de aanwezige talenten.
Over de kwaliteit van de school is aan de hand van deze cijfers moeilijk iets te zeggen. De mogelijk te meten totaalkwaliteit van de school bevat ons inziens zoveel meer aspecten. We zijn blij dat onze school bij ouders en (oud-)leerlingen over het algemeen goed bekend staat!
22
4.4. EVALUATIE ONDERWIJS Als team praten we regelmatig over de kwaliteit van ons onderwijs, wel of niet in gezelschap van iemand van de Dienstverlening IJsselgroep. We bespreken de groepsresultaten en de schoolresultaten en vergelijken die met onze verwachtingen. Ook kijken we naar de diverse maatschappelijke en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen.
Met o.a. de vervanging van onderwijsmethodes komen we tegemoet aan nieuwe onderwijsontwikkelingen. Ook het onderwijssysteem is in de loop der jaren veranderd. Zorgverbreding en differentiatie zijn niet meer weg te denken uit de school. Ook is er veel aandacht voor samenwerking en zelfstandigheid. De vakliteratuur wordt zo goed mogelijk bijgehouden, de school heeft diverse abonnementen op o.a. ”Praxis” en ”Jeugd in School en Wereld”. We ontvangen informatie vanuit het ministerie en verder komt er van velerlei kanten allerlei informatie binnen. Om (nieuw) materiaal te bekijken, bezoeken we soms de Nationale Onderwijs Tentoonstelling, het documentatiecentrum van de Dienstverlening IJsselgroep of gaan we kijken bij een andere school.
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
Van scholen met soortgelijke factoren zoals schoolbevolking, locatie, groei, etc. worden de CITO-toets-resultaten met elkaar vergeleken. Ook hier zijn de resultaten van de laatste jaren wat onze school betreft wisselend. Het ene jaar zitten we onder het gemiddelde, een ander jaar erboven. Mede door rust in de schoolorganisatie te creëren proberen we de opgaande lijn voort te zetten. De kwaliteit van een school zit ook in allerlei zaken die niet onmiddellijk middels toetsing te meten zijn: pedagogisch klimaat, omgang met elkaar, met leerlingen en ouders, creativiteitsontwikkeling, etc.
Naar aanleiding van onderwijsevaluatie wordt er een nascholingsplan gericht op de toekomst opgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de behoefte aan kennis- en vaardigheidsuitbreiding voor school en leerkrachten.
23
5.
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
5.1. ALGEMEEN Het contact tussen ouders en school is erg belangrijk. In principe kunt u altijd op school terecht voor informatie over uw kind(eren) of algemene informatie. Een wat uitgebreider gesprek hebben we graag op afspraak.
Wij stellen het op prijs dat ouders contact met ons opnemen, wanneer zij iets willen bespreken. Wij van onze zijde spreken de ouders aan, wanneer we bepaalde zaken met de betreffende willen doorspreken. Dit is erg belangrijk, want we willen de lijnen graag zo kort mogelijk houden. Dus ook van ouders verwachten wij dat ze komen met vragen, klachten, irritaties, opmerkingen, etc. Communicatie is noodzakelijk om wederzijds goed geïnformeerd te blijven. Het team probeert open te staan voor de verzoeken en suggesties van ouders. De gegeven informatie wordt besproken en daar waar mogelijk gehonoreerd. Openheid en duidelijkheid zijn belangrijke zaken. Op school is een ideeënbus aanwezig waarin suggesties van allerlei aard welkom zijn. Deze bus staat bij de ingang van de kleutergroepen. Het team bekijkt samen met de oudervereniging of de ideeën bruikbaar zijn. We hebben een aantal vaste momenten tijdens het schooljaar voor contact: • een informatieavond voor iedere groep aan het begin van het schooljaar: dit houdt in dat de leerkracht globaal vertelt wat er in de groep gebeurt; er zullen wat algemene afspraken gemaakt worden en u kunt er met allerlei vragen terecht. • in verband met de instroom van nieuwe leerlingen wordt voor de kleutergroepen veelal in de tweede helft van het schooljaar een tweede informatieavond georganiseerd • rapportbespreking: dit zijn momenten waarop u persoonlijk tien minuten met de leerkracht kunt praten over uw kind; als er problemen met uw kind zijn, neemt de leerkracht natuurlijk contact met u op, want dan is tien minuten spreektijd niet voldoende • gesprekken met ouders en leerlingen van groep 8 betreffende de schoolkeuze voortgezet onderwijs • twee maal per jaar is er een ”kijkavond”. Ouders kunnen dan samen met hun kind het schoolwerk bekijken; belangstelling wordt, zeker door uw kind, zeer gewaardeerd! Natuurlijk bestaat er altijd de mogelijkheid om een afspraak te maken met een leerkracht. Ouders die het op prijs stellen dat de leerkracht op huisbezoek komt, kunnen dit kenbaar maken.
24
5.2. OUDERHULP Een school zonder ouderhulp is ondenkbaar. Die hulp is ook onmisbaar. Juist met ouderhulp kun je als school extra veel bieden aan de leerlingen. Wij beseffen goed dat een aantal (extra) activiteiten op onze school niet te verwezenlijken zijn zonder deze hulp. De hulp die we steeds weer nodig hebben, is van allerlei aard. Uw inzet en betrokkenheid wordt zeer op prijs gesteld, ook bij o.a. de volgende activiteiten: boeken kaften, ondersteuning bij het leesonderwijs, hoofdluiscontrole, verzorging van de schoolkrant, hulp en/of begeleiding bij handvaardigheid en sportevenementen, excursies en schoolkampen, vieringen en feesten van allerlei aard, etc..
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
Schriftelijk houden wij u middels de volgende middelen op de hoogte: • maandelijks wordt het activiteitenrooster ”de Golfbewegingen” meegegeven waarop belangrijke, actuele informatie over schoolzaken staat vermeld. • ”Golfbabbeltjes”, onze schoolkrant, komt 3 á 4 maal per jaar uit en geeft o.a. inzicht in de diverse schoolactiviteiten van de afgelopen periode. Kopij van uw zijde is altijd welkom! Het e-mail adres van de redactie wordt vermeld in de jaargids. • Op school, bij de ingang van de kleutergroepen, hangt een tijdschriftenhouder voor ouders. Belangstellenden kunnen daaruit informatie mee naar huis nemen.
Regels bij ouderhulp: • ouders houden zich aan de afspraken die de betreffende leerkracht met hen maakt. • de leerkracht blijft de verantwoordelijkheid houden voor alle kinderen uit de groep. • over vorderingen en/of ontwikkelingen van kinderen wordt niet met derden gesproken! 5.3. OUDERVERENIGING Het doel van de oudervereniging is een goed en geregeld contact tussen ouders en school te onderhouden, en mee te helpen bij de zogenaamde buitenschoolse activiteiten: vieringen, feesten, kampen, etc. Tevens heeft 25
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
de oudervereniging de zorg voor een goed verlopende overblijfregeling. Ongeveer één maal per maand vergadert de oudervereniging met een afvaardiging van het team. Deze vergaderingen zijn in principe openbaar en dus toegankelijk voor belangstellende ouders. Jaarlijks wordt een Algemene Ouderavond gehouden waarop nieuwe ouderverenigingsleden worden benoemd, het (financieel) jaarverslag wordt doorgesproken en mogelijk een (actueel) onderwerp wordt toegelicht. De oudervereniging is lid van de Nederlandse Katholieke Oudervereniging (N.K.O.). De oudervereniging wil graag op de hoogte worden gehouden van uw wel en wee (ziekte, jubilea, geboorte, overlijden), zodat ze hierbij op een passende wijze kan reageren. Neemt u hiervoor (voor een ander of voor uzelf) even contact op met de contactpersoon public relations van de oudervereniging. De oudervereniging heeft voor alle leerlingen en leerkrachten een extra verzekering afgesloten, waarmee het volgende is gedekt: • de weg van huis naar school (en omgekeerd), mits rechtstreeks afgelegd. • excursies, schoolkamp, etc. De oudervereniging vraagt u om jaarlijks een vrijwillige financiële bijdrage te leveren. Deze is noodzakelijk om de extra kosten, die voor uw kind(eren) worden gemaakt, te financieren. Denkt u hierbij aan bijvoorbeeld het Sinterklaasfeest, de Kerst- en Paasmaaltijd, traktaties bij vieringen en festiviteiten, sporttoernooien, etc. De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks, in overleg met de Medezeggenschapsraad, opnieuw bekeken en vastgesteld en staat vermeld in de jaargids. Vanaf januari wordt het bedrag naar rato berekend. 5.4. INFORMATIE AAN GESCHEIDEN OUDERS Bij ons op school zijn kinderen, waarvan de ouders niet bij elkaar wonen. Wij vinden het belangrijk om beide ouders de mogelijkheid te bieden om op de hoogte te blijven van het schoolgebeuren. Daarbij valt te denken aan de gang van zaken op school, in de klas en hoe het gaat met de ontwikkeling van hun kind(eren). Wij zullen altijd handelen in het belang van uw kind(eren). Wij gaan er dan ook van uit (zoals ook in het Burgerlijk Wetboek geregeld is) dat de met het gezag belaste ouder alle informatie over het kind doorgeeft aan de andere ouder. Soms ontstaan er echter, wanneer de ouders gescheiden zijn, problemen met de informatieverstrekking. Met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder zich daartegen verzet. De school moet een veilig klimaat voor de leerlingen 26
zijn en dient zich daarom afzijdig te houden van een conflict tussen ouders. De school stelt zich neutraal op door, in principe, beide ouders gelijk(tijdig) van informatie te voorzien.
Als u vindt dat u ten onrechte van informatie wordt onthouden, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. 5.5. MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Om ervoor te zorgen dat een school goed functioneert, worden dagelijks plannen gemaakt, beslissingen genomen en veranderingen doorgevoerd. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het beleid op school ligt bij het schoolbestuur. Daar het beleid leerkrachten, leerlingen en hun ouders direct of indirect aangaat, moet er overleg zijn met de medezeggenschapsraad (MR). Zo geeft de MR o.a. advies over leermethoden, verkeersveiligheid, overblijven, hoogte van het kampgeld, groepsgrootte, bouwzaken, financiële zaken enz. Over sommige zaken is zelfs instemming van de MR verplicht, voordat de school tot uitvoering over kan gaan. Ook ouders kunnen zich richten tot de MR, ter bespreking van uiteenlopende onderwerpen. Verder kan de MR, bij calamiteiten, besluiten dat ze overleg wil met directie en/of bestuur.
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
Er zijn uitzonderingen ten aanzien van het verstrekken van informatie aan een niet met het gezag belaste ouder, te weten: • de school hoeft de informatie niet te verstrekken als ze die ook niet aan de ouder met het ouderlijk gezag zou geven. • de informatie hoeft niet te worden verstrekt als het belang van het kind zich daartegen verzet. • alleen met een rechterlijke beschikking mag de school afwijken van de informatieplicht.
De MR bestaat op dit moment uit 6 leden, 3 vertegenwoordigers vanuit het (onderwijzend) team (de teamgeleding) en 3 leden vanuit de ouders (de oudergeleding). De directie is geen lid van de MR, maar heeft wel een adviserende rol en is derhalve meestal aanwezig bij de vergaderingen. Deze vergaderingen zijn openbaar en worden ongeveer één maal per 6 weken gehouden. Vanuit de MR is een lid afgevaardigd naar de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). De GMR is de gezamenlijke MR van alle scholen die aangesloten zijn bij de SKOFV. Veel beleidszaken liggen niet op schoolniveau, maar gelden voor alle scholen binnen de stichting. Deze zaken komen aan de orde in de GMR, waarna ze op schoolniveau teruggekoppeld worden naar de MR. 27
CONTACTEN TUSSEN OUDERS EN SCHOOL
De zaken die in de MR aan de orde komen, worden besproken binnen het team en in de oudervereniging. Tijdens teamvergaderingen en ouderverenigingsvergaderingen is ”medezeggenschapsraad” een vast agendapunt. Zij vormen immers de achterban van de MR. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de MR. De uitvoering van de beleidstaken ligt bij de school en bij de oudervereniging.
28
5.6. CONTACTEN TUSSEN PAROCHIE EN SCHOOL. ”De Golfslag” is een katholieke school en onderhoudt goede contacten met de katholieke Willibrordparochie. De parochie houdt op zondag haar vieringen, in ”de Hoeksteen”. In deze vieringen wordt voorgegaan door pastores of door eigen parochianen, de aanvangstijd van de viering hangt af van de voorganger. Dit wordt aangegeven op het bord naast de ingang van de katholieke kerk.
Regelmatig wordt er op zondag voor de kinderen in de basisschoolleeftijd een Kinderwoorddienst verzorgd. In deze vieringen gaan de kinderen onder begeleiding van een lid van de werkgroep Kinderwoorddienst naar een andere ruimte, waar met hen een aangepast Bijbelverhaal wordt gelezen en besproken. Deze Kinderwoorddiensten staan aangegeven op ”de Golfbewegingen”, het activiteiten - maandrooster van de school. Drie à vier maal per jaar wordt er door de werkgroep samen met leerkrachten en kinderen van de school een gezinsviering voorbereid; een aantal kinderen van de betreffende klassen zijn dan actief bij de viering betrokken. We noemen dit ook wel ”Vieringen voor Jong en Oud”, om duidelijk aan te geven dat iedereen welkom is. Tijdens deze vieringen zingen de kinderen van school in het kinderkoor, de liedjes worden vooraf op school met alle kinderen geoefend. Voor de allerkleinsten, vooral voor de kinderen onder de vier jaar, is er tijdens deze viering een crèche in een naastgelegen ruimte. U bent van harte welkom tijdens de gezinsvieringen, maar ook tijdens de weekendvieringen.
6.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
In iedere klas staat een wereldspaarpotje; het is de bedoeling dat deze regelmatig door de kinderen (of door u!) wordt bijgevuld. Aansluitend bij de Kerstviering is er een collecte voor het betreffende doel. Tevens wordt er mogelijk tijdens het schooljaar een speciale actie ondernomen als extra stimulans. Voor de grotere bijdragen hebben we een rekeningnummer. Een klein gedeelte van het gedoneerde geld wordt op 11 november besteed aan de Sint Maartenactie van het derde wereldproject ”Naaste Veraf”. We gaan daarbij uit van € 0,25 per leerling. • Op school worden, voor diverse doeleinden, velerlei soorten materiaal (her)gebruikt: kosteloos materiaal, verpakkingsmateriaal, gordijnen en kleden, lappen, knopen, tijdschriften, speelgoed, puzzels, etc. Houd hiermee rekening indien u thuis iets weg doet en geef het materiaal af op school, zodat wij het kunnen (her)gebruiken.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
6.1. ALGEMEEN Bij deze een diversiteit aan informatie en wetenswaardigheden: • In oktober 1998 zijn wij als school, via de organisatie ”Wereldkinderen”, begonnen met één (financieel) adoptiekind. Dit kind heeft inmiddels de school afgemaakt en behoeft geen directe ondersteuning meer. Ondertussen hebben we de zorg voor een drietal nieuwe adoptiekinderen op ons genomen. Mede dankzij uw schenkingen zijn zij inmiddels in een aantal elementaire behoeften voorzien en wordt hen, met onze maandelijkse bijdrage, de nodige ontwikkelingskansen geboden.
• Gevonden voorwerpen, zoals bekers, bakjes en kleding, worden op school verzameld in de ladekast bij de kleuteringang. Vermiste spullen kunnen daar worden gezocht. Per vakantieperiode wordt de ladekast opgeruimd, de resterende inhoud wordt verzameld en doorgegeven aan een goed doel. • Alle kinderen krijgen ’s morgens een kwartiertje de gelegenheid om iets te drinken en/of te eten. Dit tussendoortje moet een gezonde lekkernij zijn (geen chocolade, geen energiedrankjes)! Snoepgoed is niet toegestaan en gaat bij herhaling terug mee naar huis. Voor kleuters het fruit graag zo bereiden dat het kind het gemakkelijk zelfstandig kan eten. Bekers en bakjes voorzien van naam voorkomt veel onduidelijkheid.
29
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
• Bij bijzondere gebeurtenissen (verjaardagen, geboorte broertje / zusje) mogen de kinderen trakteren. Hoewel we het liefst een gezonde traktatie zien, mag het kind voor deze ene keer op snoepgoed trakteren; in verband met verstikkingsgevaar geen lolly´s en/of gladde, ronde snoepjes. Om dezelfde reden verzoeken wij u uw kind niet op ballonnen te laten trakteren. Er zijn kinderen die bepaalde voedingsstoffen niet mogen hebben, de leerkracht is hiervan op de hoogte; bij twijfel graag vooraf vragen! De jarige krijgt van het leerkrachtenteam een verjaardagskaart. • De meesters en juffen vieren hun verjaardag zeer bescheiden in de eigen klas. Een cadeautip ter vergroting van de feestvreugde: door de kinderen zelf gemaakte cadeautjes en/of tekeningen zijn van harte welkom, ook een kleine attentie mag. Grotere cadeaus liever niet, wij voelen ons erg bezwaard en zien het geld graag aan de wereldkinderen / adoptiekinderen gedoneerd. • De school zou graag zien dat alle kinderen regelmatig in de bibliotheek komen, voor kinderen is het bibliotheekbezoek gratis. Ook stimulering van het volgen van het ”Jeugdjournaal”, door de kinderen uit de hogere groepen, is belangrijk. • Ieder jaar is er een kleuterfeest voor de groepen 1 en 2. Vanaf groep 3 gaan de groepen 1 à 2 dagen op kamp. In samenspraak met de oudervereniging en de MR wordt het arrangement bepaald, hierbij denkend aan: de locatie, het aantal dagen, de kosten, e.d. Voor festiviteiten kan een vooraf bepaalde bijdrage van ten hoogste € 50,- per leerling worden gevraagd. • De school doet regelmatig mee aan buitenschoolse activiteiten, mits er vanuit de kinderen belangstelling voor is en er voldoende ouderhulp gevonden wordt. We denken daarbij aan excursies, sportactiviteiten, etc. Vertegenwoordiging vanuit het team zal steeds aanwezig zijn, dat kan de eigen groepsleerkracht zijn, maar ook één van de andere leerkrachten van het team. Samen met de begeleidende ouders worden vooraf de verantwoordelijkheden afgesproken. 30
• De diverse activiteiten welke gedurende het schooljaar plaatsvinden, willen we met enige regelmaat, middels door u in te vullen formulieren, evalueren. De verkregen informatie zal worden gebruikt bij de planning en voorbereiding voor volgende activiteiten. • Tijdens de meeste feesten en speciale activiteiten worden er foto’s gemaakt, deze zijn via school na te bestellen. Vraagt u er gerust om!
• De Kinderpostzegelactie wordt één maal in de 3 jaar aan onze school toebedeeld. Gezien de grootte van het dorp is, in onderling overleg met de 3 basisscholen, afgesproken deze actie per toerbeurt te doen. 6.2. SPONSORING Een school heeft eigenlijk altijd een tekort aan financiële middelen, zo ook onze school! Daarom zijn we altijd extra blij met giften van allerlei aard: restpartijen papier, speelgoed, etc. Iedere gift, in welke vorm dan ook, is welkom! Onafhankelijk van de grootte van de schenking blijft de school het beleid bepalen! 6.3. HOOFDLUISCONTROLE Ter voorkoming van verspreiding van hoofdluis worden alle leerlingen op onze school regelmatig gecontroleerd door een vast team van hulpouders (”p-luisouders”). Wordt er hoofdluis bij uw kind geconstateerd, dan neemt de coördinator hoofdluisbestrijding of de schoolleiding contact met u op. Bij herhaling wordt het kind naar huis gestuurd.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
• Wij vinden het belangrijk dat kinderen milieubewust leren denken en handelen. In iedere klas wordt daarom ”oud papier” gescheiden verzameld. Lege printerpatronen en batterijen worden centraal in de aula verzameld; als inruilwaarde kunnen we hiervoor schoolmaterialen aanschaffen. Verder zorgen de kinderen bij toerbeurt (middels de ”milieudienst”) voor het schoonhouden van de directe schoolomgeving.
6.4. GYMNASTIEK De gymtijden van de diverse groepen staan vermeld in de jaargids. GYMKLEDING:
De kleuters gymmen in ondergoed en op gymschoenen. Het liefst schoenen zonder veters (met elastiek of klittenband), de kinderen zijn dan veel sneller klaar met omkleden. De gymschoenen, graag voorzien van naam, kunnen op school blijven! De kinderen van de andere groepen gymmen in shirt en sportbroek of turnpakje op gym- of sportschoenen, die niet buiten gebruikt worden. 31
Ook liever geen gebruik van schoenen met zwarte zolen. Ter voorkoming van voetwratten vinden we het beter dat de kinderen niet op blote voeten gymmen. Vanaf groep 5 is er de mogelijkheid na het gymmen jezelf (o.a. gezicht en oksels) even op te frissen, gebruik makend van washand en handdoek. Aansluitend mogen de kinderen, indien gewenst, deo-rollers of sprays gebruiken. Spuitbussen zijn verboden. Zorg dat gymkleding mee naar huis wordt genomen, zodat u deze kunt wassen.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
Wanneer het kind niet mag deelnemen aan de gymlessen kunnen ouders dit met opgaaf van reden schriftelijk kenbaar maken. 6.5. OVERBLIJVEN Wanneer het niet lukt uw kind(eren) tussen de middag zelf op te vangen, is er de mogelijkheid om op school over te blijven. De school rekent er op dat er alleen van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wanneer het echt noodzakelijk is. De hoofdtaak van de overblijfouders is toezicht houden en bijdragen aan een gezellige sfeer, tijdens het eten en het aansluitende buitenspel. Daar het aantal vaste overblijfouders onvoldoende is én blijft, is in gezamenlijk overleg met oudervereniging en MR besloten u een keuzeaanbod, zoals vermeld in de jaargids, te doen.
Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders een opgavenformulier betreffende het te nemen abonnement, de rekening volgt later! Ouders die op een later tijdstip in het schooljaar een overblijfabonnement willen nemen, kunnen het opgavenformulier verkrijgen bij de directie. Wanneer u uw kind(eren) incidenteel wilt laten overblijven, dient u dat een dag van te voren kenbaar te maken, middels het in de keuken aanwezige inschrijfformulier en met toevoeging van de nodige financiële bijdrage. Opgave vooraf is noodzakelijk i.v.m. het toezicht op en de veiligheid van uw kind(eren). Overblijvers die niet een dag vooraf zijn aangemeld, worden beboet met het dubbele bedrag. Enkele overblijfregels: • Overblijvers dienen zelf voor een verantwoord lunchpakket (in een trommeltje) en drinken te zorgen. • Geef kinderen geen overdadige hoeveelheid snoep mee, één extraatje als ”toetje” is echt voldoende. Ook hier geldt: i.v.m. verstikkingsgevaar geen lolly´s en/of gladde, ronde snoepjes.
32
Het toezicht is bij toerbeurt onder leiding van een vaste groep overblijfouders. Verdere toelichting, onkosten en contactgegevens staan vermeld in de jaargids.
6.7. GEDRAGSREGELS Op onze school zijn een aantal school- en klassenregels c.q. gedragsregels van toepassing, waar kinderen én volwassenen zich aan dienen te houden. Deze gedragsregels betreffen vooral regels om het welbevinden en de veiligheid van de kinderen te bevorderen: • indien kinderen te vroeg op school komen kan de veiligheid niet worden gegarandeerd; stuur kinderen niet te vroeg naar school, ongeveer 10 minuten voor schooltijd is vroeg genoeg. • alle kinderen, van groep 1 t/m 8, hebben inlooptijd variërend van 8.20 tot 8.25 uur (tijden per groep staan vermeld in de jaargids). De deur is open en de leerkracht is in de klas aanwezig. • ´s middags is de inlooptijd vanaf 12.55 uur. • bij regen gaan de schooldeuren vijf minuten eerder open. • ouders van kleuters mogen nog even mee de klas in, ´s middags geldt dit alleen voor de ouders van kinderen uit groep 1. • korte berichten voor de leerkracht kunt u dan doorgeven of geef uw kind een briefje mee met daarop de betreffende informatie. Voor een uitgebreider gesprek dient u een afspraak te maken. • indien uw kind medicijnen moet gebruiken, tijdens schooltijd of bij het overblijven, dienen deze altijd te worden afgegeven aan de leerkracht, samen met een gebruikerstoelichting. • in verband met de beperkte ruimte in de gangen vragen wij u kinderwagens e.d. buiten te laten staan; vraag een andere ouder even op de wagen te passen! • de schooltijd begint om exact 08.30 uur en 13.00 uur; wij proberen ons er aan te houden, doet u het ook? • ouders die kinderen komen ophalen worden verzocht op het schoolplein te wachten; de leerkracht zorgt er voor dat de kinderen tijdig naar buiten gaan. • op het schoolplein en in de school zijn huisdieren niet toegestaan. • het is om organisatorische redenen niet mogelijk om bij slecht weer binnen te schuilen en/of te wachten. • de aula dient niet als doorgangsruimte te worden gebruikt.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
6.6. ZIEKMELDING Ziekmelding dient ’s morgens tussen acht en kwart over acht te gebeuren. Bij afwezigheid van de kinderen zonder opgaaf van reden neemt de school aan het begin van de dag contact op met de betreffende ouder(s). Er kan bijvoorbeeld iets gebeurd zijn onderweg naar school.
33
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN 34
• geluidsapparatuur zoals disc-man´s, mp-3 spelers en ook spelcomputers e.d. mogen niet worden meegenomen naar school. • op school gebruik maken van mobiele telefoons door kinderen is niet geoorloofd en deze dienen daarom niet te worden meegebracht naar school. Uitzondering hierop kan worden besproken met de directie. • in de school dient men rustig te lopen en te praten zonder stemverheffing, dit geldt ook voor de jongere broertjes en/of zusjes. • bij herhaaldelijk brutaal gedrag van het kind wordt deze doorverwezen naar de directie, alwaar het nogmaals wordt aangesproken op zijn gedrag. Mogelijk worden het kind sancties opgelegd bijvoorbeeld in de vorm van strafwerk of nablijven. Indien het kind zich voor een tweede keer bij de directie moet melden, worden ook de ouders ingelicht. Indien noodzakelijk wordt u uitgenodigd voor een gesprek. • indien een kind materialen van school moedwillig vernielt, wordt deze er op aangesproken. Bij herhaling worden de ouders geïnformeerd. Allereerst telefonisch, de tweede keer volgt een schriftelijke melding, waarbij u tevens de rekening van het laatst vernielde ontvangt. Uw kind is dan al voor de derde keer in gebreke gebleven en de onkosten worden bij de betreffende ouders, liefst uit de eigen spaarpot van het kind, verhaald. 6.8. VEILIGHEID De veiligheid in en rond de school is natuurlijk erg belangrijk en daarom hebben we de nodige regels en afspraken. • In het gebouw en op de speelplaats is steeds toezicht. • Doen de kinderen iets wat niet volgens de regels is of wat ons gevaarlijk lijkt, dan grijpen we in. • Kleuters mogen niet op het klimrek, wanneer er (voor schooltijd) meerdere groepen kinderen buiten zijn. • Indien het klimrek nat is, mag er, in verband met het gevaar van uitglijden, niet op worden gespeeld. • Er mag niet gefietst of gestept worden op het schoolplein, ook niet door volwassenen. • Het is verboden met skates naar school te komen. • Zakmessen of andere, in onze beleving, gevaarlijke voorwerpen zijn onacceptabel en worden direct in beslag genomen. • Onze school is een ”rookvrije school”, wat betekent dat er in het schoolgebouw een algeheel rookverbod geldt. • Ook willen we u dringend verzoeken om het roken tenminste achterwege te laten bij sportieve activiteiten zoals sporttoernooien en avond-vier-daagse en mogelijk bij excursies. • Algemene veiligheidsaspecten: de school heeft een brandmeldings-
6.9. TOELATING, SCHORSING EN VERWIJDERING Ouders die hun kind op onze school willen plaatsen krijgen vooraf de schoolgids met een hoeveelheid aan informatie. Tijdens het kennismakingsgesprek, waarin de ouders een zo compleet mogelijk beeld schetsen van hun kind, kunnen eventuele onduidelijkheden worden toegelicht. Door invulling en ondertekening van het inschrijfformulier geven de ouders aan het eens te zijn met de op onze school gehanteerde regels. Het gezamenlijk op kamp gaan hoort daar ook bij.
Plaatsing op onze school gebeurt in overleg met de ouders. Wanneer er sprake is van een voorgaande school, dan wordt er informatie ingewonnen bij de daar betrokken leerkracht(en). Wisseling van school binnen het dorp is alleen geoorloofd, wanneer daaraan onderwijskundige redenen ten grondslag liggen. Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag wordt het kind door de leerkracht verwezen naar de directie. Bij een eventuele tweede verwijzing volgt aansluitend een (telefonisch) gesprek met de ouder(s). Mogelijk wordt het kind uit de groep gehaald en mag het een dagdeel niet deelnemen aan het groepsgebeuren in de eigen klas. Tot schorsing van een leerling wordt overgegaan, wanneer het gedrag van het betreffende kind dermate storend is dat de overige kinderen van de groep en/of school niet meer naar behoren kunnen functioneren.
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
installatie, brandblussers en EHBO-materialen. Het gebouw wordt regelmatig beoordeeld op veiligheidsaspecten. • Speeltoestellen en gymnastiekmateriaal worden onderzocht op veiligheid. • Een aantal leerkrachten heeft een cursus Bedrijfs Hulp Verlening gevolgd en gaat jaarlijks op herhaling. • Er is een passend noodplan en 1 à 2 maal per jaar wordt er een brandoefening gehouden.
6.10. KLACHTENREGELING Het klachtrecht is een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Door een open manier van communiceren proberen we een goed contact met leerlingen en ouders te onderhouden. Wij vertrouwen erop dat deze wijze van communiceren wederzijds is en dat u vragen, op en/of aanmerkingen bespreekbaar maakt. Eventuele problemen proberen we in eerste instantie met elkaar (ouders, leerkrachten, directie) op te lossen. Voor vragen, op- en/of aanmerkingen over algemene schoolzaken is de directie het aanspreekpunt.
35
INFORMATIE OM TE ONTHOUDEN
Leerlingen en/of ouders die vragen, op- en/of aanmerkingen hebben over wat er in de groep of in de klas gebeurt, dienen daarmee eerst naar de eigen leerkracht te gaan. Indien er onvoldoende gehoor wordt gevonden en/of er geen goede oplossing komt, dan wordt men verzocht het probleem te bespreken met de directie. Mocht er desondanks onvrede blijven, dan zijn de contactpersonen van onze school degenen die u meehelpen bij het zoeken naar een passende oplossing. De contactpersonen van ”De Golfslag” staan vermeld in de jaargids. Zij kunnen u ook verwijzen naar een vertrouwenspersoon van de stichting. Deze vertrouwenspersoon heeft een bemiddelende functie.
36
Wanneer de klacht onoplosbaar lijkt te zijn, kan deze worden doorgeschoven naar een onafhankelijke Klachtencommissie, die advies kan geven. Onze school is aangesloten bij de Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs Noord-Nederland. Hoe met klachten wordt omgegaan, is opgenomen in de klachtenregeling. Deze ligt ter inzage op school en is te vinden op de website van de SKOFV, www.skofv.nl. 6.11. VERKEERSVEILIGHEID De verkeersveiligheid rondom de school moet gewaarborgd zijn. Om dit geheel te bewaken en eventueel te optimaliseren heeft één van de ouders van de oudervereniging de taak van coördinator op zich genomen. Om de verkeerssituatie rondom de school te optimaliseren wordt deelgenomen aan de projectgroep Verkeersveiligheidslabel Flevoland. Het veiligheidslabel is behaald en jaarlijks zal er worden gecontroleerd of er nog steeds aan de voorwaarden wordt voldaan. Een en ander is mede afhankelijk van het verkeersgedrag rondom de school, dus ook u kunt in deze uw bijdrage leveren. 6.12. VERVOERSREGEL Regelmatig wordt, bij het ondernemen van groepsuitstapjes en excursies, de hulp van ouders ingeroepen middels het vervoer per auto. Wij gaan er van uit dat alle ouders die zich opgeven als vervoerder in het bezit zijn van een geldige inzittendenverzekering en een geldige aansprakelijkheidsverzekering. Richtlijnen en wettelijke regels betreffende het vervoer van kinderen zijn door de ANWB gebundeld in de Rechtshulpwijzer, deze is te verkrijgen op school.
LESTIJDEN, VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA ACTIVITEITEN
7.1. ALGEMEEN Scholen zijn verplicht jaarlijks een wettelijk aantal lesgebonden uren te bieden. Over het algemeen worden in de groepen 1 t/m 4 minder uren les gegeven dan in de groepen 5 t/m 8. De onderwijstijd wordt voorgeschreven door het ministerie. Tevens zijn scholen gebonden aan regiogebonden vakanties. Uitgaande van 39 schoolweken, zorgen we er steeds voor een (kleine) marge aan reserve-uren over te houden. Deze kunnen in de loop van het schooljaar worden ingezet voor bijvoorbeeld een extra dag vrij i.v.m. een studiedag voor het team, ”tropenrooster”, etc. 7.2. LESTIJDEN
Groepen 1 t/m 3
Ochtend
Middag
maandag
8.30-12.00
13.00-15.00
dinsdag
8.30-12.00
13.00-15.00
woensdag
8.30-12.30
vrij
donderdag
8.30-12.00
13.00-15.00
vrijdag
8.30-12.00
vrij
Groepen 4 t/m 8
Ochtend
Middag
maandag
8.30-12.00
13.00-15.00
dinsdag
8.30-12.00
13.00-15.00
woensdag
8.30-12.30
vrij
donderdag
8.30-12.00
13.00-15.00
vrijdag
8.30-12.00
13.00-15.00
LESTIJDEN, VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA ACTIVITEITEN
7.
7.3. VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA DIVERSE ACTIVITEITEN Betreffende data staan vermeld in de jaargids. 7.4. LEERPLICHT In de leerplichtwet is opgenomen dat ieder kind in principe leerrecht en leerplicht heeft. Het toezicht op de naleving van de wet is opgedragen aan de leerplichtambtenaar. De leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand, nadat een kind 5 jaar is geworden en eindigt aan het einde van het schooljaar na twaalf volledige schooljaren, dan wel aan het einde van 37
LESTIJDEN, VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA ACTIVITEITEN
het schooljaar waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Ouders zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun kind de school geregeld bezoekt, kortom elk kind moet iedere schooldag naar school. In bepaalde gevallen kan vrijstelling worden toegestaan: • vrijstelling van geregeld schoolbezoek. • vrijstelling op grond van extra vakantieverlof. • vrijstelling op grond van verlof wegens gewichtige omstandigheden. Grond voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek is: • als de school gesloten is of het onderwijs is opgeschort. • als het bezoeken van de school verboden is. • als de leerling bij wijze van tuchtmaatregel geschorst is. • als de leerling wegens ziekte verhinderd is de school te bezoeken. Vrijstelling op grond van extra vakantieverlof. Er wordt geen verlof verleend voor korte vakanties tussendoor en voor bezoek aan het land van herkomst. Er kan maximaal 10 dagen extra verlof worden verleend voor de gezinsvakantie buiten de reguliere vakanties als de leerling, gezien de specifieke aard van het beroep van de ouders, slechts buiten de schoolvakanties met hen op vakantie kan gaan. Dit verlof is maximaal twee weken en mag niet plaatsvinden in de twee eerste weken van het schooljaar. Er is een werkgeversverklaring nodig als er extra vakantieverlof wordt gevraagd in verband met bedrijfsomstandigheden in de vakantieperiode. Vrijstelling op grond van gewichtige omstandigheden. Extra verlof kan worden aangevraagd wegens gewichtige omstandigheden, welke verwijzen naar bijzondere persoonlijke omstandigheden voor de leerling, waarvoor verlof verleend kan worden. Gedacht kan worden aan: • verlof voor een wettelijke verplichting als dat niet buiten de lesuren kan geschieden. • verlof wegens een verhuizing, een huwelijk van bloed- en aanverwanten, bij overlijden van bloed- en aanverwanten, verlof bij 38
Afwezigheid van de leerling, zonder toestemming van de directie of leerplichtambtenaar, is ongeoorloofd schoolverzuim, op dat moment, onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Dit kan financiële consequenties hebben in de vorm van boete(s) van de leerplichtambtenaar. Bovendien kan in geval van calamiteiten of bij een ongeluk de verzekering weigeren te betalen. Voor andere en/of nadere informatie over leerplicht kunt u zich wenden tot de directie van de school of tot het cluster Onderwijs van de gemeente Dronten, afdeling leerplichtzaken. 7.5. AANVRAAG BUITENGEWOON VERLOF Aanvragen dienen vooraf schriftelijk te worden ingediend bij de schoolleiding. Op school zijn standaard formulieren verkrijgbaar bij de directie. Buitengewoon verlof kan alleen in de volgende, uitzonderlijke gevallen worden aangevraagd: • aantoonbaar verplichte bedrijfsvakantie (met een verklaring van de werkgever dat verlof niet in de schoolvakantie kan worden opgenomen). Voor genoemd buitengewoon verlof wordt geen huiswerkpakket door de leerkracht samengesteld, ook toetsen kunnen niet worden ingehaald. Consequentie is dat het resultaat niet in het rapport worden vermeld. • ziekte van één van de ouders tijdens de schoolvakantie (met doktersverklaring). • familie omstandigheden zoals bijvoorbeeld verhuizing of overlijden. • zelfstandig ondernemer die in de schoolvakantie drukke werkzaamheden heeft. • huwelijks- of ambtsjubileum (12 ½, 25, 40, 50 of 60) van familie van het kind.
LESTIJDEN, VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA ACTIVITEITEN
ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten, bij gezinsuitbreiding, bij huwelijks- en ambtsjubileum van bloed- en aanverwanten (in overleg met de directie). • bij calamiteiten, zoals brand (altijd in overleg).
7.6. MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN LESUITVAL EN SCHOOLVERZUIM Om schoolverzuim te voorkomen treft de school de volgende maatregelingen: • is er voor schooltijd geen ziektemelding binnen gekomen van een kind, dan neemt de school contact op met de ouders. • op informatieavonden en in persoonlijke gesprekken wijst de school op het belang van het volgen van alle lessen en de verantwoordelijkheid van de ouders in deze. 39
LESTIJDEN, VAKANTIES, VRIJE DAGEN EN DATA ACTIVITEITEN 40
• ook bij een eventuele verlofaanvraag ligt de verantwoording bij de ouders. • ouders die in verband met hun werk onder schooltijd op vakantie gaan (en hun kinderen daarbij meenemen), moeten een werkgeversverklaring overhandigen. • ouders die zich niet aan de regels houden, worden gemeld bij de leerplichtambtenaar.
8.
NAMEN EN ADRESSEN Indien onderstaand niet vermeld, staat de meest actuele informatie weergegeven in de jaargids.
8.1. ADRES BESTUUR
Secretariaat schoolbestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland/Veluwe postadres: Postbus 608, 8200 AP Lelystad (tel.: (0320) 22 50 40) bezoekadres: Meentweg 14, 8224 BP Lelystad e-mail:
[email protected] www.skofv.nl
Inspectie van het onderwijs e-mail:
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800 - 8051 klachtenmeldingen, meldpunt vertrouwensinspectie: 0900 - 1113111
NAMEN EN ADRESSEN
8.2. ADRES OVERIGE
41
9.
PROCEDURE SCHOOLGIDS
PROCEDURE SCHOOLGIDS
Deze schoolgids is tot stand gekomen met instemming van de medezeggenschapsraad en is vastgesteld door de SKOFV.
42
10. PLATTEGROND 10.1. LOKALENVERDELING Legenda
wc
wc
klaslokalen
personeels ruimte wc
directie ruimte
wc
wc wc
ib-ruimte
wc
wc
aula speellokaal
keuken
wc
wc
Wij gaan er van uit dat u, vooral rondom de school, als voorbeeld voor de kinderen verantwoord verkeersgedrag vertoont. Mocht u, ons inziens, in gebreke blijven dan zullen wij u er op aanspreken.
PLATTEGROND
10.2. GEWENST VERKEERSGEDRAG Leer kinderen omgaan met verkeerssituaties door zelf deelnemer aan het verkeer te zijn. Laat uw kind lopend of fietsend naar school komen, het liefst onder uw begeleiding. Wij verzoeken u, voor het brengen en halen van uw kind(eren), alleen in noodzakelijke gevallen de auto te gebruiken.
43
Katholieke basisschool De Golfslag Narcisstraat 1, 8255 BS Swifterbant T (0321) 32 13 55 E
[email protected] of
[email protected] I www.kbsgolfslag.nl