Kansen voor dorpshuizen
Radboud Engbersen, Platform31 Raerd, 14 april 2016
Klaas Laansma, Het buurthuiswerk te Jubbega (1953)
‘Het buurthuis moet dus fungeren als kern, eventueel als krachtcentrale, maar ook als transformator.’
Klaas Laansma, Het buurthuiswerk te Jubbega (1953) ‘De taak van het buurthuis zal steeds meer een coördinerend en stimulerend karakter moeten krijgen, waarbij dus zoveel mogelijk wordt overgelaten aan de bevolking zelf.’ (p. 75)
Leefbaarheid en voorzieningen Dorpen kunnen ‘tot op zekere hoogte’ zonder voorzieningen (‘rouwverwerking’)
Bereikbaarheid vervangt nabijheid Maar: vergrijzing gaat doorwerken
De grenzen van de trias ‘auto, diepvrieskist én nabuurschap (Nidi, SCP) Opkomst sociale pop-up infrastructuur Een nieuw concept: Bleibeperspektiven
Maatschappelijke contect: Adviesraden geven richting aan
Niet alles op het bordje van de overheid
Minder
Meer
Rijksoverheid
Lokale overheid
Staat
Civil society & markt
‘Instanties’
Lokale initiatiefgroepen
Professionele zorg
Burgerschap
Van sociaal gevoel naar sociaal bewustzijn (‘zorgen dat anderen voor je zorgen’ (De Swaan, Zorg en de Staat (1989)
Doe Het Zelf Paradigma
- Zelfredzaamheid [samenredzaamheid] - Zelforganisatie
- Zelfregie - Zelfzorg - Zelfbouw [klushuizen, klushuur]
Verandering formele sociale infrastructuur in wijken en dorpen (verdwijnen) •
Klassieke buurthuizen en dorpshuizen
•
Verzorgingshuizen en verpleeghuizen
•
Bibliotheekfilialen
•
Extramurale opvang
•
Sociale werkvoorziening (‘afbouw’)
•
Leegstaande winkels, (agrarisch, industrieel, religieus etc.) erfgoed en kantoren
12
Veranderingen sociale infrastructuur wijken en dorpen (‘nieuw leven’) •
Buurthuizen, dorpshuizen en dorpssupers in eigen beheer
•
Energie- en wooncoöperatieven
•
Leeszalen
•
Repaircafé’s, buurtwerkplaatsen, buurttuinen
•
Kleinschalige sociale organisaties (Buurtzorg, Opvoedpoli)
•
Wijkteams en dorpsteams (in kader WMO)
•
Kerken (?): traditionele RK-en PC-kerken, migrantenkerken, moskeeën 13
Er is hoop………
Socioloog Robert K. Merton ‘Matteus-effect’
‘Want
wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen.’ Matteus 25: 29
18
‘Huizen en kamers voor de buurt/het dorp’ Vastgoed voor de buurt (De Vernieuwde Stad)
- Boeninhuis (Amsterdam, De Key) - Dobbekamer (Amsterdam, De Alliantie en Rochdale) - Woonkamer van de burgemeester (Rotterdam, Woonbron)
- Buurtkamer ‘s-Gravenzandelaan (Den Haag, Haag Wonen) - Het Puttertje (Schiedam, Woonplus) - It Hofke (Oudega, Elkien)
De vindingrijkheid van het platteland: combinatiekunde ‘Een vroegere eigenaar van het café, Jan Kort, was naast caféhouder tevens boer, petroleumloper, boderijder én brugwachter. Het beroep van tapper/brugwachter was een gebruikelijke combinatie’ (Nina van den Broek, Kom, vul de glazen. Oude plattelandscafe’s in Groningen (2003).
Het boerenbedrijf als ‘verbazingwekkende onderneming’ (Jan Douwe van der Ploeg, De virtuele boer 1999). ‘Gemengde bedrijvigheid’
De vindingrijkheid van het platteland: combinatiekunde ‘Bretagne was gespecialiseerd in dit soort winkels-vansinkels waar de echtparen hun talenten bundelen zoals iemand graag van meer markten thuis is in de hoop op een meer dan gemiddeld resultaat. Sommigen waren werkelijkheid duivelskunstenaars: ‘s morgens tuinders, ‘s middags kappers, en ‘s avonds verzekeringsagenten. Het dranklokaal was de onmisbare nevenactiviteit. In: Jean Rouaud, De velden van eer (1991)
De vindingrijkheid van het platteland: brengfunctie actualiseren (WMO!) ‘De motorisering van de middenstand is in zekere zin een terugkeer naar de oude situatie ten plattelande, vóór de tijd der kleine dorpswinkels, de periode der reizende venters en marskramers. Het mobiel maken van voorzieningen is echter ook op ander gebied mogelijk en wordt reeds beproefd: de ‘zitdagen’ van dienstverlenende functionarissen als opticien, Kruiszuster en tandarts, rondreizende bibliotheken en spraarbank-agentschappen. Bron: J.A.A. van Doorn, De sociale levensvatbaarheid van de kleine plattelandskern (1961)
Kans ‘Caring Villages’: Oud worden in het dorp? ‘Caring Villages’ / ‘Inclusieve dorpen’
Familie en Nabuurschap Bereikbare en nabije voorzieningen Belang van lichte dorpsinfrastructuur De figuur van de omtinker Belang van passende publieke ruimten
Online technologie & domotica/robotica
Kans Platteland/dorpshuizen: ideale integratielocatie statushouders? Hoge verwachting t.a.v. het platteland als ideale integratielocatie afhankelijk van
Economische randvoorwaarden •(Passende) werkgelegenheid •Voldoende diensten, ook gespecialiseerd in vluchtelingen Sociale randvoorwaarden - •Bereidheid anders-zijn te accepteren - •Actief integratiebeleid i.s.m. burgers (verenigingen, vrijwilligers) - •Aanwezigheid van co-etnische gemeenschap Bron: Bettina Bock (RUG)
Kans Bedrijvig platteland – bedrijvig dorpshuis? ‘Het platteland is een broedplaats voor nieuwe bedrijven en bedrijfjes.’ (Dirk Strijker 2011, hoogleraar Plattelandsontwikkeling, RU Groningen). 37% van het aantal bedrijven (412.000) op het platteland 40% van de mensen woont op het platteland Landbouw niet dominant als economische drager Kenmerkend: nevenactiviteiten burgers en boeren Aantal start-ups bovengemiddeld (47%) Belang digitale infrastructuur (glasvezelaansluitingen) Bron: CBS 2009