Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
G. Kapteijns A. Duenk Juni 2009 R08-0821c/04-06-09/GerKa-DayBu
Inhoud
1. Inleiding
......................................................................................................... 1
2. Werkwijze ........................................................................................................... 3 3. Resultaten........................................................................................................... 5 3.1 De gemeente Oldebroek ............................................................................ 5 3.2 Dorpshuizenronde ...................................................................................... 7 3.2.1 Activiteiten en functies .................................................................... 7 3.2.2 Bestuur .......................................................................................... 11 3.2.3 Vrijwilligers .................................................................................... 11 3.2.4 Beheer........................................................................................... 12 3.2.5 Gebouw ......................................................................................... 13 3.2.6 Financiën....................................................................................... 14 3.2.7 Rol gemeente ................................................................................ 16 3.3 Digitale paspoorten................................................................................... 17 4. Knelpunten en dilemma’s ................................................................................. 19 4.1 Horeca en dorpshuizen............................................................................. 19 4.2 Activiteiten en bezettingsgraad................................................................. 19 4.3 Bestuur en bestuursondersteuning........................................................... 20 4.4 Exploitatie ................................................................................................. 20 4.5 Gebouwen................................................................................................. 20 4.6 Conclusie .................................................................................................. 20 5. Oplossingen ...................................................................................................... 23 5.1 Horeca in dorpshuizen.............................................................................. 23 5.2 Activiteiten en bezettingsgraad................................................................. 25 5.3 Bestuur en ondersteuningsstructuur......................................................... 27 5.4 Exploitatie ................................................................................................. 28 5.5 Gebouwen ................................................................................................ 30 5.6 De aanbevelingen op een rij..................................................................... 31
Bijlagen 1. Gespreksformat accommodatie gemeente Oldebroek ..................................... 33 2. Digitale paspoorten........................................................................................... 37
1. Inleiding
De gemeente Oldebroek bestaat uit zes dorpen, te weten: Hattemerbroek, Noordeinde, ’t Loo, Wezep, Oosterwolde en Oldebroek. Al deze zes dorpen hebben een gemeenschapsaccommodatie; een dorpshuis of een kulturhus. Deze accommodaties zijn belangrijk als sociaal bindmiddel voor de dorpen; als huisvesting voor het lokale verenigingsleven en activiteiten- en ontmoetingscentrum voor de bewoners. Een aantal dorpshuizen heeft moeite de exploitatie rond te krijgen en ook de programmering wordt in sommige gevallen als mager geduid. Het college heeft in haar bestuursprogramma opgenomen dat zij in elke kern van de gemeente een dorpshuis in stand wil houden. Dit blijkt zowel in de kleinere dorpen als in Wezep moeilijk te verwezenlijken zonder dat de gemeente financieel meer gaat bijdragen. Om dit in een breder perspectief te zien en beter te onderbouwen, heeft de gemeente Oldebroek Spectrum gevraagd om: • Het reilen en zeilen van de zes dorpshuizen in de gemeente Oldebroek in kaart te brengen met hierbij aandacht voor de inzet van vrijwilligers, de professionaliteit van het bestuur, de kosten en de effectieve inzet van de beheerders, de wijze van exploiteren, de programmering, de inkomsten uit huur en consumpties, de staat van het onderhoud van de gebouwen en de inventaris en de mogelijkheden om de dorpshuizen zo optimaal mogelijk te benutten. • De sterke en zwakke kanten van de dorpshuizen te beschrijven en daarbij in te gaan op opmerkelijke verschillen. • Aanbevelingen te doen voor verbeterpunten. Onderzoeken welke haalbare interventies een beter beheer en exploitatie mogelijk maken. • Hierbij de omgevingsanalyse mee te nemen. In de omgevingsanalyse moet aandacht gegeven worden aan de legitimatie voor het dorpshuis vanuit de bevolking. • Integrale aanbevelingen aan het college te doen over de toekomst van de dorpshuizen en de rol die de gemeente daarbij zou moeten of kunnen vervullen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de accommodaties en hun verzorgingsgebied. Accommodatie Kulturhus De Talter Dorpshuis Wezep De Bouwakker Dorphuis Noordeinde / ‘t Noorderhuukien Dorpshuis ‘t Grinthuus De Heerdt
Verzorgingsgebied Oldebroek Wezep Hattemerbroek Noordeinde ‘t Loo Oosterwolde
De accommodatie in Oldebroek is een kulturhus. Voor de leesbaarheid is er in deze notitie voor gekozen om alle accommodaties te scharen onder de noemer dorpshuizen.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
1
2
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
2. Werkwijze
Op 12 januari 2009 heeft Spectrum haar plannen toegelicht tijdens een startbijeenkomst, waarbij de accommodatiebesturen waren uitgenodigd. Hierna zijn intensieve gesprekken gevoerd met alle zes besturen en de gemeente om alle knelpunten boven tafel te krijgen. Tijdens deze gesprekken is gewerkt met een gespreksformat om de vergelijkbaarheid te optimaliseren (zie bijlage 1). Hiernaast hebben alle besturen het verzoek gekregen om gegevens over de aantallen bezoekers en deelnemers, openingstijden en de bezettingsgraad op papier aan te leveren. Waar mogelijk zijn de jaarrekeningen over 2008 gebruikt om inzicht te krijgen in de financiële stand van zaken. Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers vertaald naar een format. Hierin zijn alleen de belangrijkste inkomsten en uitgaven weergeven. Van alle accommodaties is een digitaal paspoort samengesteld. In dit paspoort zijn adresgegevens, een foto, gegevens over de demografie van het verzorgingsgebied, enkele kenmerken, zoals bezettingsgraad en aantal m², het aantal bezoekers en deelnemers en cijfers over de financiën opgenomen. De bedoeling is dat deze digitale paspoorten overzicht creëren in de stand van zaken rondom de accommodaties. Het geheel is opgemaakt in Excel, zodat de gemeente zelf zorg kan dragen voor updates. Uitgaande van de uitkomsten van de gesprekken en de kwantitatieve gegevens, is een eerste analyse van de knelpunten gemaakt. Deze eerste analyse is besproken met de gemeente Oldebroek.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
3
4
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
3. Resultaten
3.1 De gemeente Oldebroek Op de plattegrond van de gemeente Oldebroek is de ligging van de dorpen ten opzichte van elkaar te zien. In verschillende kleuren groen is de bevolkingsdichtheid weergegeven.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
5
In de tabel is het aantal inwoners van de gemeente Oldebroek weergegeven. In de tabel zijn de dorpen en de leeftijdscategorieën uitgesplitst. Bevolking gemeente Oldebroek naar dorp op 1 januari 2008 0-12 Gemeente Oldebroek Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek Oosterwolde Wezep
13-18
19-44
45-64
65-79
80+
Totaal
3.819
17% 2.052
9% 7.740
34% 6.045
27% 2.430
11% 676
3%
22.771
237 218 41 943 398 1.992
16% 128 18% 97 18% 21 17% 485 19% 208 16% 1.110
8% 520 8% 425 9% 88 9% 1.838 10% 685 9% 4.199
34% 410 34% 335 39% 55 33% 1.490 34% 485 35% 3.290
27% 200 27% 130 24% 20 27% 655 24% 210 27% 1.215
13% 30 10% 40 9% 0 12% 220 10% 60 10% 325
2% 3% 0% 4% 3% 3%
1.525 1.245 225 5.630 2.045 12.130
Uit de tabel blijkt het volgende: • Meer dan de helft (53%) van de inwoners van de gemeente Oldebroek woont in Wezep. • Noordeinde is met afstand de kleinste kern, terwijl ook Hattemerbroek, ’t Loo en Oosterwolde tot kleine kernen (minder dan 3.000 inwoners) gerekend worden. • De bevolking van Oldebroek is evenwichtig verdeeld over alle kernen. Er zijn geen grote uitschieters. • Het aandeel ouderen is in Noordeinde wel wat lager dan het gemiddelde. Voor de leeftijdsgroep 65 tot 79 jaar is dit 9% om 11%. De 80+-ers ontbreken helemaal in Noordeinde. In de onderstaande tabel zijn de inwoners opgesplitst naar etniciteit. Het percentage allochtonen, westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen is weergegeven ten opzichte van het totale aantal inwoners. Bevolking gemeente Oldebroek naar dorp op 1 januari 2008 Autochtoon
Allochtoon
Westers
Niet-westers1
Gemeente Oldebroek
96%
4%
2%
2%
Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek Oosterwolde Wezep
96% 95% 99% 97% 99% 95%
4% 5% 1% 3% 1% 5%
2% 3% 1% 2% 1% 3%
2% 2% 0% 1% 0% 2%
Uit de tabel is af te lezen dat: • Er relatief weinig allochtonen wonen in de gemeente Oldebroek. In Noordeinde en Oosterwolde is dit percentage het laagst. • Er een relatieve concentratie allochtonen woont in Wezep en ‘t Loo. 1
Niet-westerse allochtonen zijn mensen die afkomstig zijn of waarvan ten minste één ouder afkomstig is uit bijvoorbeeld Turkije, Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba of Marokko.
6
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
3.2 Dorpshuizenronde In maart 2009 zijn met alle besturen uitvoerige gesprekken gevoerd aan de hand van een gespreksformat. In dit format kwamen alle thema’s die te maken hebben met het reilen en zeilen van de accommodaties aan de orde: activiteiten en functies, bestuurszaken, vrijwilligers, beheer, gebouw, financiën en de rol van gemeente. Deze gesprekken duurden, afhankelijk van het aantal aanwezige bestuursleden, 2 tot 3 uur. Daarnaast hebben we de besturen gevraagd om een aantal zaken op papier aan te leveren: aantallen deelnemers en bezoekers en bezetting van de zalen. Om inzicht te krijgen in de financiële stand van zaken is waar mogelijk gebruik gemaakt van de jaarrekeningen over 2008. Voor De Talter in Oldebroek en ’t Grinthuus in ’t Loo is gewerkt met de jaarrekening 2007 en voor dorpshuis Wezep is volstaan met de begroting 2008. Dorpshuis Oosterwolde heeft ervoor gekozen geen afschrift van de jaarrekening ter beschikking te stellen. Zij hebben wel mondeling enkele omzetcijfers gegeven. Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers vertaald naar een format. Hierin zijn alleen de belangrijkste inkomsten en uitgaven weergeven. 3.2.1
Activiteiten en functies
Aantallen deelnemers en bezoekers Alle besturen hebben een lijst ingevuld waarop ze hebben aangegeven welke activiteiten plaats vinden en hoeveel deelnemers en bezoekers er op deze activiteit afkomen. Deelnemers zijn in deze mensen die zelf actief iets ondernemen en regelmatig in het dorpshuis komen. Bij bezoekers is iedereen die in het dorpshuis komt, geteld. Een voorbeeld: stel dat de toneelvereniging met 30 leden 20 keer per jaar repeteert en twee voorstellingen geeft waar 150 bezoekers op af komen. Het aantal deelnemers is in zo’n geval 30, het aantal bezoekers 960 (30 leden x 20 repetities = 600; 150 bezoekers + 30 leden x 2 voorstellingen = 360; 600 + 360 = 960 bezoekers in totaal). In de tabel zijn de aantallen deelnemers en bezoekers. Deze aantallen zijn ook gerelateerd aan het aantal bewoners van de wijk of het dorp. Hierbij is aangenomen dat de deelnemers en bezoekers van de accommodaties voornamelijk afkomstig zijn uit de eigen wijk. Het animocijfer is berekend door het aantal bezoekers te delen op het aantal inwoners en is een uitdrukking voor hoe vaak de gemiddelde inwoner per jaar in de accommodatie komt. Zo komt de gemiddelde inwoner van Oosterwolde 6,8 keer per jaar in het dorpshuis. De gemiddelde Hattemerbroeker komt 15,7 keer per jaar in De Bouwakker. Het bereikcijfer is berekend door het aantal deelnemers te delen door het aantal inwoners en is een uitdrukking voor het percentage inwoners dat actief deelneemt in de accommodatie. Als een inwoner zowel bij de harmonie als bij de volleybalclub actief is, wordt deze inwoner hier dubbel geteld. Zo is het mogelijk dat het bereikcijfer boven de 100% uitkomt. Dorpshuis
Hattemerbroek
Inwoners Aantal deelnemers Aantal bezoekers Animo Bereik
Spectrum, CMO Gelderland
‘t Loo
Noordeinde
Oldebroek
Oosterwolde
Wezep
1.525 1.259
1.245 511
225 515
5.630 450
2.046 410
12.130 305
23.956
7.868
7.500
45.240
13.860
15.890
15,7 82,6%
6,3 41,0%
33,3 228,9%
8,0 8,0%
6,8 20,0%
1,3 2,5%
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
7
Kijkend naar de tabel valt op dat er enorme verschillen zijn binnen de dorpshuizen. Waar elke inwoner van Wezep gemiddeld iets vaker dan eens per jaar het dorpshuis binnenkomt, komt de gemiddelde inwoner van Noordeinde er bijna 3 keer per maand. Slechts 2,5% van de inwoners van Wezep maakt jaarlijks actief gebruik van het dorpshuis terwijl een inwoner van Noordeinde op meerdere manieren betrokken is bij ’t Noorderhuukien. Ze zitten bij de spelvereniging, krijgen muziekles en hebben schoolactiviteiten, alles in hetzelfde dorpshuis. Algemeen is te zeggen dat hoe kleiner het dorp, hoe hoger het animo en bereik binnen het dorpshuis. Dit idee is voor de animocijfers van de dorpshuizen van de gemeente Oldebroek zichtbaar gemaakt in de onderstaande grafiek.
Animocijfer versus inwoneraantal dorp 35
Noordeinde
animocijfer
30 25 20
Hattemerbroek
15 10
Oosterwolde 't Loo
5
Oldebroek Wezep
0 0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
aantal inwoners
Uit de grafiek is af te lezen dat ’t Grinthuus relatief slecht scoort. Verder valt de parabolische vorm op. Hele kleine dorpen hebben geen andere voorzieningen dan het dorpshuis en zijn dus voor alles wat ze doen aangewezen op dat dorpshuis. Grote dorpen bieden veel meer alternatieven en uiteindelijk zit er natuurlijk ook een absolute grens aan het aantal mensen dat je in je accommodatie kunt herbergen. Het gegeven dat het dorpshuis Wezep ook absoluut laag scoort op zowel bezoekers als deelnemers is opvallend. De besturen hebben het aantal deelnemers en bezoekers ook nog uitgesplitst naar leeftijdscategorieën (0-12, 13-18, 19-64 en 65+). In de tabel zijn de animo- en bereikcijfers van de accommodaties uitgesplitst naar deze leeftijdscategorieën. Dorpshuis Inwoners
Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek 1.525 1.245 225 5.630
Oosterwolde Wezep 2.046 12.130
Animo Animo Animo Animo
0-12 13-18 19-64 65+
11,5 11,3 12,7 34,7
3,4 3,1 8,0 4,5
38,7 25,6 29,9 54,5
14,8 21,6 4,0 9,0
0,6 13,4 8,5 3,1
0,0 2,3 0,9 4,5
Bereik Bereik Bereik Bereik
0-12 13-18 19- 64 65+
71,7% 46,9% 80,5% 121,7%
45,9% 15,5% 52,1% 20,6%
448,8% 173,8% 177,5% 200%
10,8% 22,7% 3,2% 15,4%
0,0% 28,8% 26,9% 13,0%
0,0% 4,1% 2,0% 7,1%
8
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
De animo- en bereikcijfers vertonen grote verschillen bij het uitsplitsen naar leeftijd. Bij dorpshuizen van Hattemerbroek en Wezep is de groep 65+-ers relatief oververtegenwoordigd, terwijl de jeugd (13-18) bijzonder goed scoort in Oldebroek en Oosterwolde. In ’t Loo en vooral Noordeinde zijn het de jongere kinderen (0-12) die er uit springen. Dit heeft natuurlijk te maken met het activiteitenaanbod. De basisschool van Noordeinde maakt veel gebruik van het dorpshuis als uitvalsbasis. In Oldebroek wordt door de jongeren relatief veel gesport en is het jongerencentrum onderdeel van het dorpshuis. Oosterwolde trekt de groep 13-18 met name via de muziek. Uit de gesprekken met de besturen is een inkleuring van deze cijfers te halen. Niet alle activiteiten die in het dorpshuis georganiseerd worden, zijn door de besturen opgenomen in de lijst. Dit geldt vooral voor de multifunctionele accommodatie Wezep. Zij hebben de senioren die via de Stichting Welzijn Ouderen binnenkomen niet meegeteld. Dit is jammer, want het geeft een onvolledig beeld. Van de andere kant zegt dit ook wel iets over de manier waarop de besturen tegen de multifunctionaliteit aankijken. Terecht wordt er door het dorpshuis Wezep op gewezen dat de jongeren niet in eerste instantie bij het dorpshuis binnenkomen, zij gaan naar jongerencentrum Slash. Ook in Oosterwolde hebben de jongeren eigen accommodaties, de keten. Omdat deze eigenlijk illegaal zijn, pleit Stichting Dorpsbelang Oosterwolde voor een soort Jeugdhonk bij het dorpshuis. Het bestuur van het dorpshuis heeft hier geen bezwaar tegen. Het bestuur van De Bouwakker geeft aan jongeren (12-18) geen gewilde doelgroep te vinden. Een aantal jaar geleden is er een groep jongeren afgewezen in verband met overlast. Overigens schat het bestuur in dat jongeren er ook niet op zitten te wachten om in het dorpshuis te mogen. De gemeente biedt jongeren andere locaties aan. Noordeinde zou graag wat meer doen voor de jongeren (12-18) en de 65+ers. Voor deze laatste groep hebben ze het idee opgevat om een eetclub te organiseren. Hiervoor moeten nog wel enkele aanpassingen worden gedaan. Het bestuur van het Loo geeft aan zich niet specifiek te richten op doelgroepen. Veel activiteiten zijn gericht op het hele dorp. Wel is er veel vraag naar een plek waar 65+ers een verjaardag kunnen vieren, de zogenaamde ‘verlengde huiskamer’. Het bestuur schat dat er vraag is voor ongeveer 25 verjaardagen per jaar. Bezetting Bij de berekening van de bezettingsgraden is onderscheid gemaakt tussen zalen groter en zalen kleiner dan 100 m². De zalen groter dan 100 m² zijn geschikt voor grotere groepen, sport en culturele uitvoeringen. De kleinere zalen hebben vaak meer het karakter van een vergaderzaal. In de berekening is uitgegaan van dagdelen. Als een zaal gedurende een gedeelte van een dagdeel bezet is, is deze zaal als volledig bezet geteld voor dit dagdeel. Het maakt hierbij niet uit hoeveel groepen of personen gebruik maken van deze zaal. De bezetting in het weekend is afzonderlijk weergegeven. Omdat deze bezetting zo laag is, zijn hier geen uitsplitsingen meer gemaakt. Verder is in deze tabel het totale aantal 2 exploiteerbare m weergegeven.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
9
Voorbeeld: In de grote zaal van Noordeinde is op maandag, dinsdag en donderdagochtend van 9.00 tot 10.30 uur een groep ouderen bezig met gymnastiek. Op woensdagmiddag wordt er van 14.00 tot 15.30 uur badminton gespeeld. Als deze zaal overdag verder niet gebruikt wordt, is de bezetting 40% (vier dagdelen bezet terwijl er 10 dagdelen in een doordeweekse week passen). Dorpshuis # zalen > 100 m² Bezetting overdag Bezetting avond # zalen < 100m² Bezetting overdag Bezetting avond Bezetting weekend Exploiteerbare m²
Hattemerbroek 2 20% 40% 4 0% 40% 6% 335
’t Loo 1 0% 10% 1 3% 10% 25% 215
Noordeinde Oldebroek 1 5 5% 10% 45% 80% 2 3 10% 15% 15% 60% 17% 0% 176 1200
Oosterwolde
Wezep
4 15% 65% 2 0% 40% 3% 560
3 38% 87% 2 40% 70% 6% 440
Uit de tabellen is af te lezen: • De dorpshuizen hebben geen van allen een hele hoge bezettingsgraad. Zelfs in de avonduren op doordeweekse dagen is overal nog ruimte. Er is dus veel ruimte om de bezetting te optimaliseren. • De accommodaties zijn ‘s avonds over het algemeen beter bezet dan overdag. Dit kan komen doordat de dorpshuizen over het algemeen sterker leunen op het verenigingsleven. Dit speelt zich met name in de avonduren af. Dat de bezetting in Wezep overdag een relatief goede bezetting laat zien, kan komen doordat dorpshuis Wezep een andere functie vervult en minder leunt op het verenigingsleven. • De bezetting van dorpshuis ’t Loo is het hoogst in de weekeinden. Dit is a-typisch voor dorpshuizen. • Het aantal vierkante meters loopt nogal uiteen van 176 meter in Noordeinde tot 1.200 meter in Oldebroek. Omdat dit in hoge mate afhangt van de functie van het gebouw (al dan niet een sportzaal), zijn hier niet veel conclusies aan te verbinden (zie verder hoofdstuk 3.2.5 over het gebouw). Het activiteitenaanbod Het activiteitenaanbod in de accommodaties vertoont grote overeenkomsten en is veelal traditioneel van aard. Kaarten, biljarten en bingo zijn populair. Ook wordt er veel gedanst, gezongen en muziek gemaakt. Als er een sportgelegenheid gekoppeld is aan de accommodatie, komt hier voetbal, volleybal en badminton bij. De meeste accommodaties vervullen ook een duidelijke centrumfunctie voor festiviteiten van het dorp of de wijk. Denk hierbij aan de intocht van Sinterklaas, carnaval of Koninginnedag. Er zitten grote verschillen in de doelstellingen van de besturen en dat heeft zijn invloed op de manier waarop de activiteiten worden georganiseerd. In Hattemerbroek worden alle activiteiten georganiseerd door de verenigingen. In een aantal dorpshuizen (’t Loo en Oosterwolde) organiseert het bestuur soms ook activiteiten en in Wezep en Oldebroek is er een aparte activiteitencommissie. In Noordeinde wordt het dorpshuis gerund door de Vereniging Dorpsbelangen Noordeinde. Zij organiseren ook de meeste activiteiten. In Gelderland worden veel dorpshuizen ook gebruikt voor het op peil houden van de voorzieningen in wijken en dorpen. Zo zien we regelmatig peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en prikposten van de bloedbank.
10
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
In de gemeente Oldebroek is dit nog geen gemeengoed, hoewel het Kulturhus in Oldebroek een aantal van deze functies vervult. De ambitie van ’t Noorderhuukien om de buitenschoolse opvang van de basisschool te regelen, past wel in deze trend. Ook de toenadering die de zorginstelling Icare zoekt met De Talter is in dit licht te plaatsen. Het mes snijdt hierbij aan twee kanten. Een mooie voorziening blijft behouden en het dorpshuis heeft een goede huurder. 3.2.2 Bestuur De meeste besturen bestaan uit vier tot zeven bestuursleden. In een aantal gevallen zijn deze besturen afkomstig uit de verenigingen die gebruik maken van het dorpshuis en in een aantal gevallen zitten ze op persoonlijke titel in het bestuur. De meeste dorpshuizen zijn tevreden met de samenstelling van het bestuur. In ’t Loo is momenteel een vacature. In Wezep zouden ze graag meer inwoners van het dorp in het bestuur hebben. In Oldebroek zoeken ze nog naar een goede vertegenwoordiging van de verenigingen. Van de zes dorpshuizen hebben er vier gekozen voor een vereniging als rechtsvorm. Alleen ’t Loo en Wezep zijn een stichting. Waar in de meeste verenigingen de gebruikers van het dorpshuis zijn verenigd, zijn dat in Noordeinde de bewoners. De verenigingen organiseren eens per jaar een algemene ledenvergadering, waarin ze inhoudelijk en financieel verantwoording afleggen aan de leden. De beide stichtingen leggen deze verantwoording alleen af bij de gemeente (en bij de Rabobank in het geval van Wezep). De meeste dorpshuizen hebben eigenlijk geen beleid op papier. Het loopt zoals het loopt. Er zijn korte lijnen en er wordt veel gepraat en overleg gevoerd. Wel maakt het bestuur van Wezep een meerjarenbegroting en geven een aantal dorpshuizen (Oldebroek en Wezep) aan van plan te zijn via de Federatie van Dorpshuizen in Gelderland aan beleidsontwikkeling te gaan doen. De meeste dorpshuizen maken gebruik van een accountant, alleen Noordeinde niet. Soms alleen voor de loonadministratie, soms breed. Dit bevalt goed. Als het nodig is weet iedereen de gemeente wel te vinden. Over het algemeen is men hier redelijk goed over te spreken. Dit geldt zowel voor de beleidsambtenaar als voor sociaal cultureel werk. Oldebroek, Wezep, Noordeinde en Oosterwolde zijn lid van de Federatie van Dorpshuizen in Gelderland. Hattemerbroek is wel ooit lid geweest en overweegt het weer te worden. Voor ’t Loo is lidmaatschap te duur. De meeste besturen ervaren weinig knelpunten rondom het bestuur. Wel geven een aantal besturen aan dat het lastig is om goede bestuursleden te vinden. 3.2.3 Vrijwilligers Hoewel het aantal vrijwilligers en de aard van het werk dat ze doen varieert, zijn vrijwilligers een zeer belangrijke factor in het functioneren van de accommodaties. Het aantal vrijwilligers varieert van vijf vrijwilligers in Hattemerbroek en Oosterwolde (alleen het bestuur) tot vijftig vrijwilligers in Noordeinde. In totaal zijn 101 vrijwilligers actief in de dorpshuizen. Dit is buiten de mensen van het verenigingsleven. In alle accommodaties hebben vrijwilligers een rol in het bestuur. In de meeste accommodaties zijn daarnaast vrijwilligers actief achter de bar en bij het organiseren van activiteiten. In Noordeinde werken ze uitsluitend met vrijwilligers.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
11
Dorpshuis Aantal vrijwilligers (totaal) Bar Inkoop en planning Schoonmaak Bestuur Activiteiten Incidenteel
Hattemerbroek 5
X X
’t Loo Noordeinde 20
Oldebroek
Oosterwolde
50
12
X X
X X
X
X X X X
X X X X
Wezep 5
9
X
X X X
X X
X X X X
Vrijwilligersregelingen De meeste dorpshuizen zijn op de hoogte van de collectieve verzekering die de gemeente Oldebroek heeft afgesloten. Alleen Oosterwolde meldt dat ze geen verzekering hebben lopen. Ze werken daar ook nauwelijks met vrijwilligers. Alleen als er ad hoc iets moet gebeuren, vragen ze mensen te helpen. Dit komt overeen met de situatie in Hattemerbroek. Wat opvalt, is dat er zeer weinig dorpshuizen iets op papier hebben staan over vrijwilligers. Alleen ’t Loo heeft een vrijwilligersreglement. Oldebroek geeft wel aan dat ze bezig zijn met het ontwikkelen van een beleidsplan, met daarin ook aandacht voor de vrijwilligers. Alle dorpshuizen besteden aandacht aan de waardering van haar vrijwilligers. Ze hebben een vrijwilligersavond, een kerstpakket, geven bloemen of gaan samen eten. In Noordeinde, Wezep en Oldebroek werken ze daarnaast nog met vrijwilligersvergoedingen, waarbij Wezep aangeeft een verruiming van deze vergoeding toe te juichen. Wezep investeert ook in de kwaliteit van de vrijwilligers door middel van opleidingen (BHV, defibrillator en dergelijke). ’t Loo is eigenlijk het enige dorpshuis dat expliciet aangeeft moeite te hebben met het werven van vrijwilligers. 3.2.4 Beheer Bij vijf dorpshuizen is een (assistent) beheerder in loondienst, met het bestuur als werkgever. De aanstellingen variëren van 12 uur in ’t Loo tot 40 uur in Hattemerbroek. Alleen Noordeinde werkt volledig met vrijwillige beheerders. Zij krijgen wel een vergoeding. De taken van de betaalde beheerder laten zich samenvatten met de term ‘alle voorkomende werkzaamheden’. Afhankelijk van de situatie is de beheerder verantwoordelijk voor: • Gastheerschap. • Sleutelbeheer (openen en sluiten van het gebouw). • Voorraadbeheer, bestellingen doen, barbeheer en kasbeheer. • Post doornemen en doorgeven aan bestuur. • Planning en begeleiding van de vrijwilligers. • Aansturen van personeel op 0-urencontract (Oldebroek) of 1-urencontract (Oosterwolde). • Aanwezig zijn bij bestuursvergadering. • Schoonmaak.
12
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
Dorpshuis Aantal uur betaald beheer (per week) Werkgeverschap CAO Gesprekscyclus
Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek Oosterwolde Wezep 40 12 0 36 20 36
Taak- en functieomschrijvi ng Aanvullende werkzaamheden Schoonmaak
Bestuur Horeca Ja
Bestuur Welzijn Nee
Nvt Nvt Nvt
Bestuur Welzijn Ja
Nee
Nee
Nvt
Ja
Nvt
Nvt
Nvt
0-uren
Beheerder Beheerd er
Vrijwilligers
Bedrijf
Bestuur Horeca Niet structureel Ja
Bestuur Horeca Ja Ja
1-uren Vrijwillig ers 1-uren Beh + vrijw
Zoals in het schema te zien is, werken twee beheerders onder de CAO-Welzijn (Oldebroek en ’t Loo) en drie onder de Horeca-CAO (Hattemerbroek, Oosterwolde en Wezep). Het aansluiten bij een CAO maakt dat je voor veel regelingen niet meer afzonderlijk afspraken hoeft te maken met je werknemer. Het neemt het bestuur dus een heleboel werk uit handen. Nadeel is dat met name de CAO-Welzijn een relatief dure CAO is. De besturen van Oldebroek en Wezep nemen hun taak als werkgever serieus. Er is een taak- en functieomschrijving en ze voeren functioneringsgesprekken met de werknemer. In Oosterwolde kennen ze wel een soort ‘afsprakengesprek’, maar dit wordt niet structureel ingezet. Ook in ’t Loo bespreken ze het functioneren van de werknemer niet structureel. Een taak- en functieomschrijving ontbreekt in Hattemerbroek en ’t Loo. Geen enkel dorpshuis heeft een P&O beleid op papier. In Wezep is onlangs een conflict geweest rondom de hoofdbeheerder. Omdat er momenteel geen geld is voor een nieuwe hoofdbeheerder, gaan ze werken met een model waarbij vrijwilligers de assistentbeheerder ondersteunen. In Oldebroek hebben ze naast de beheerder een aantal mensen met een 0-urencontract op de loonlijst staan. Deze worden opgeroepen bij grotere activiteiten. In Oosterwolde hebben ze voor de bediening bij grotere activiteiten ongeveer 15 personen met een 1-urencontract op de loonlijst. Ook voor de schoonmaak hebben ze 4 personen. Het is voor een vrijwillig bestuur een behoorlijke kluif om een goede werkgever te zijn. Met name bij langdurige ziekte van de werknemer of arbeidsconflicten kan dit tot ernstige gevolgen leiden. 3.2.5 Gebouw In Oosterwolde, Oldebroek, Wezep en Hattemerbroek is het gebouw volledig in eigendom van de stichting of vereniging. Hierbij hoort ook dat al het onderhoud ten laste van de vereniging komt. Dit is momenteel een probleem voor dorpshuis Wezep. Zij kunnen vanwege de financiële situatie niet reserveren voor het groot onderhoud en beseffen dat ze hiermee een toekomstig knelpunt genereren. De dorpshuizen in Noordeinde en ’t Loo zijn eigendom van de gemeente. Hier is de gemeente verantwoordelijk voor de buitenboel, terwijl het kleine onderhoud door de vereniging of stichting wordt gedaan. ’t Loo heeft moeite dit onderhoud te bekostigen.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
13
Dorpshuis Aantal inwoners Aantal m² Aantal m² per inwoner Eigendom
Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek Oosterwolde Wezep 1.525 1.245 225 5.630 2.045 12.130 335 0,220
215 0,173
176 0,782
1200 0,213
560 0,274
440 0,036
Vereniging
Gemeente
Gemeente
Vereniging
Vereniging
Stichting
In de tabel is te zien dat het aantal m² dat de besturen kunnen exploiteren erg uiteenloopt. Van 1.200 m² in Oldebroek tot 176 m² in Noordeinde. Deze verschillen laten zich voor het grootste gedeelte verklaren door de functies van deze gebouwen. Als een sport- of gymzaal er onderdeel van uitmaakt, schiet het aantal meters omhoog. In het aantal meters per inwoner is het verschil ook groot. Van 0,036 m² per inwoner in Wezep tot 0,782² per inwoner in Noordeinde. Hier speelt het grote verschil in inwonertal tussen Wezep en Noordeinde natuurlijk flink mee. Nogal wat besturen zien graag aanpassingen aan het gebouw. In ’t Loo gaat het om meer berging. Oosterwolde en Noordeinde zijn toe aan een algehele modernisering van het verouderde pand. Wezep hikt aan tegen het slechte ontwerp van het dorpshuis. Zij betalen elke maand € 2.300,00 aan energielasten en dat is bijna niet op te brengen. Ten slotte geeft ook Oldebroek aan graag aanpassingen te doen aan het gebouw, dat vorig jaar is opgeleverd. De sportzaal en de Rabozaal zijn allebei te klein. Op dit moment hebben alleen Noordeinde en Oosterwolde concrete plannen om aanpassingen aan het gebouw te doen. Noordeinde gaat proberen gebruik te maken van de provinciale regeling ‘Dorpshuizen en sociale cohesie’. Hiervoor hebben ze al contact gezocht met een adviseur van de Federatie van Dorpshuizen Gelderland. Dorpshuis Oosterwolde wil de verbouwing op eigen kracht (met behulp van sociaal cultureel werk van de gemeente Oldebroek en gebruikmakend van fondsen) realiseren, omdat ze vrezen voor de mogelijkheden het dorpshuis in de toekomst commercieel te exploiteren als de gemeente ook een financiële bijdrage levert. Deze angst lijkt niet echt reëel. Het staat een overheid vrij om mee te financieren aan een gebouw, ook als dit later geprivatiseerd wordt. Sterker nog, vaak worden te privatiseren ondernemingen eerst met een eenmalige impuls vanuit de overheid gezond gemaakt. Hierbij is het natuurlijk aan de gemeente of zij voorwaarden willen verbinden aan deze impuls. In Hattemerbroek zijn eigenlijk alleen buiten het dorpshuis wensen. Het aantal parkeerplaatsen zou moeten worden uitgebreid. 3.2.6 Financiën In de tabellen zijn een aantal financiële gegevens onder elkaar gezet. We hebben iedereen gevraagd de jaarrekening 2008 op te sturen. Alleen voor Noordeinde en Hattemerbroek is dit gelukt. Van ’t Loo is die van 2007 gebruikt. Voor Wezep was alleen de begroting 2008 voorhanden en voor Oldebroek is het document dat door de gemeente is gestuurd onduidelijk. Het lijkt de jaarrekening 2007, maar de bedragen zijn onwaarschijnlijk. Zo staat er iets meer dan € 1.700,00 ingeboekt als bruto loonkosten voor de beheerder. Diverse pogingen om achter de juiste cijfers te komen, hebben niet tot resultaat geleid. Waarschijnlijk heeft dit alles te maken met het feit dat het Kulturhus Oldebroek pas vanaf 16 december 2007 is gestart en ze nog geen volledige jaarrekening hebben.
14
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
Ten slotte Oosterwolde. Zij hebben mondeling meegedeeld hoe groot de totale inkomsten en uitgaven over het jaar 2008 zijn geweest. Zij wilden de jaarrekening niet overleggen. De financiële analyse is dus een momentopname en daarbij ook nog eens onvolledig. Ter wille van de vergelijkbaarheid zijn alle inkomsten en uitgaven van de accommodaties geboekt onder een klein aantal posten. De inkomsten zijn verdeeld onder de posten: bar, huur, leden en activiteiten, subsidies en overig (niet weergegeven). De uitgaven zijn verdeeld onder de posten: bar, personeel (inclusief vrijwilligersvergoedingen), activiteiten (inclusief publiciteit), gebouw (inclusief inventaris) en organisatie. Verder is in de tabel weergeven: • Resultaat: de totale inkomsten – de totale uitgaven. • Resultaat van de horeca: dit is berekend door het nettoresultaat (de barinkomsten – de kosten van de bar) te delen door de baromzet en is dus een maat voor de kostenefficiëntie van de bar. Met andere woorden: als het horecaresultaat 60% bedraagt, betekent dit dat er voor elke euro omzet € 0,60 winst gemaakt wordt. Dorpshuis Inkomsten % bar % huur % leden/ activiteit % subsidie
Hattemerbroek ’t Loo Noordeinde Oldebroek Oosterwolde Wezep 138.239 40.873 26.209 14.109 227.000 203.744 97% 67% 91% 12% 64% 3% 2% 2% 57% 36% 0% 0% 3% 0% 0%
Uitgaven % bar % personeel % activiteiten % gebouw % organisatie Resultaat Resultaat horeca
0%
23%
0%
29%
0%
137.033 43% 27% 0% 15% 15%
48.219 32% 27% 7% 14% 20%
26.519 48% 19% 0% 23% 11%
13.214 6% 13% 1% 78% 2%
231.000
248.677 23% 29% 3% 39% 7%
1% 56%
-18% 44%
-1% 47%
6% 52%
-2%
-22% 57%
De volgende zaken springen in het oog: • De totale omzet van de verschillende accommodaties loopt flink uiteen, van € 14.000,00 in Oldebroek tot bijna € 230.000,00 in Oosterwolde. • De baromzet is de kurk waar de accommodaties op drijven. Bij alle accommodaties is meer dan 60% van de omzet afkomstig van de bar. Oldebroek is de uitzondering op deze regel (12%). In Hattemerbroek is de bar verantwoordelijk voor 97% van de omzet. • Vier accommodaties boeken een negatief saldo (’t Loo, Noordeinde, Oosterwolde en Wezep). Voor Noordeinde en Oosterwolde is dit niet schrikbarend, maar voor ’t Loo en Wezep is dit saldo substantieel. Bijna alle dorpshuizen geven aan de oplossing te zien in ruimere mogelijkheden om de bar te exploiteren. Hierbij geeft Noordeinde expliciet aan geen ambitie te hebben om commercieel te worden. Ze wil wel beschikbaar zijn voor begrafenissen en verlengde huiskameractiviteiten voor het dorp. Als dit niet meer kan, komt het dorpshuis € 5.000,00 tot € 10.000,00 te kort. Ook ’t Loo, Wezep en Oldebroek willen verruiming van de mogelijkheden voor een sociale horecafunctie binnen het dorp. Oldebroek noemt hierbij ook nog een mogelijkheid om een beperkt aantal grotere evenementen in De Talter te organiseren.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
15
Hattemerbroek en Oosterwolde hebben meer ambitie en willen ook doorgaan met het faciliteren van bruiloften. In Hattemerbroek is de ervaring dat dit niet op weerstand stuit van de plaatselijke horeca. In Oosterwolde wil het dorpshuis dat het bestemmingsplan wordt aangepast, zodat ze een volledig horecabedrijf kunnen worden. Van alleen sociaal culturele activiteiten kan het dorpshuis niet blijven bestaan. Het bestuur geeft de taken terug als dit toch moet. In Wezep is nog iets anders aan de hand. Het dorpshuis heeft zich bij de start geconfronteerd gezien met een aantal afspraken die een gezonde exploitatie onmogelijk maken. Het gaat hierbij enerzijds over een te laag startkapitaal, zodat het dorpshuis schulden heeft moeten maken en anderzijds over langdurige contracten met een aantal vaste huurders. Deze contracten zijn afgesloten door de gemeente en deze zijn niet kostendekkend. Alleen ’t Loo en Oldebroek krijgen een substantieel bedrag aan subsidie van de gemeente. Noordeinde krijgt enkel een kleine tegemoetkoming voor Koninginnedag, omdat ze ook oranjecomité zijn. In Wezep heeft de gemeente wel al een aantal leningen verstrekt om faillissement te voorkomen. Oldebroek en Wezep ontvangen een substantieel bedrag aan huurinkomsten. In de uitgaven van de besturen voor het gebruik van de gebouwen zitten zaken als: nutskosten, belastingen, kosten van klein onderhoud en inventaris. Oldebroek en Wezep zitten relatief gezien in dure gebouwen. Ze besteden respectievelijk 78% en 39% aan het gebouw, terwijl ’t Loo en Noordeinde rond de 15% zitten. Het bestuur van dorpshuis Wezep klaagt ook over de veel te hoge energiekosten van € 27.600,00 per jaar. Uit eerdere onderzoeken bij dorpshuizen is gebleken dat het resultaat van de horeca in de meeste gevallen rond de 60% ligt. Dat betekent dat van elke euro baromzet € 0,60 wordt overgehouden, die dan weer te gebruiken is om bijvoorbeeld de beheerder te betalen. De Oldebroekse dorpshuizen presteren op dit gebied met percentages tussen de 44% voor ’t Loo en 57% voor Wezep minder goed. Dit kan twee redenen hebben; een dure inkoop of een lage verkoopprijs. Een hoge consumptie van actieve vrijwilligers kan de gemiddelde opbrengst natuurlijk ook drukken.
•
• •
•
3.2.7 Rol gemeente De meeste besturen zijn redelijk tevreden over het contact dat ze met de gemeente Oldebroek hebben. Dit contact is wel zeer wisselend. Pas als er problemen zijn, wordt aan de bel getrokken. Dorpshuis Noordeinde wil graag wat structureler overleg met de gemeente. De enige kritische noot over de gemeente kwam van het dorpshuis Wezep. Zij worden achtervolgd door het verleden en kunnen op dit moment niet voldoen aan hun maandelijkse betalingsverplichtingen. Het bestuur heeft voorstellen gedaan bij de gemeente om hier iets aan te doen, maar daar is nooit een reactie opgekomen. Ze voelen zich niet voldoende gehoord. Over een bijzonder onderdeel van de gemeente, het sociaal cultureel werk, is iedereen tevreden. Hattemerbroek en ’t Loo maken hier momenteel geen gebruik van, omdat ze geen problemen ervaren.
16
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
3.3 Digitale paspoorten Met behulp van de aangeleverde gegevens heeft Spectrum voor elke accommodatie een digitaal paspoort opgesteld. Op dit paspoort staan de kerngegevens van de accommodatie bij elkaar op één A4. Het paspoort is aantrekkelijk opgemaakt, maar biedt de gemeente Oldebroek wel de mogelijkheid om zelf een jaarlijkse update uit te voeren. Voor afdrukken van de digitale paspoorten zie bijlage 2.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
17
18
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
4. Knelpunten en dilemma’s
4.1 Horeca in dorpshuizen Veruit het grootste knelpunt ligt op het gebied van de horeca in de dorpshuizen. Dorpshuizen zijn paracommerciële accommodaties en ondervinden daarom een aantal beperkingen in het verkopen van alcoholische dranken (artikel 4 lid 1 t/m 4, Drank- en Horecawet). Deze beperkingen laten zich met name voelen in het organiseren van bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen. In de ‘nota paracommerciële horeca’ van het college van burgemeester en wethouders (voorjaar 2009) wordt gesteld: ‘In beginsel worden aan alle vergunningen van paracommerciële instellingen, de volgende voorschriften verbonden: Het is verboden in de inrichting bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden, waarbij alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse worden versterkt.’ Verderop in de notitie staat: ‘In principe wordt geen ontheffing verleend van de voorschriften en beperkingen aan vergunningen van paracommerciële instellingen’. Dit vormt voor de dorpshuizen een probleem op twee verschillende niveaus. Ten eerste is de horecaomzet de kurk waarop de exploitatie van de dorpshuizen drijft. Als deze wordt weggenomen, zal er een andere kurk voor in de plaats moeten komen. Ten tweede heeft het faciliteren van horeca-activiteiten van persoonlijke aard ook een duidelijke sociale functie. Veel besturen geven aan een verlengde huiskamer te willen bieden voor verjaardagen en voor een aantal dorpen is het belangrijk om binnen het dorp een plaats te hebben voor bruiloften en begrafenissen. 4.2 Activiteiten en bezettingsgraad De dorpshuizen staan voor een flink deel van de tijd leeg. De bezetting is met name overdag en in het weekend laag, maar ook in de avonduren is er meer dan voldoende ruimte. De programmering is redelijk traditioneel van aard en hangt sterk op het verenigingsleven. De dorpshuizen zouden breder ingezet kunnen worden om de leefbaarheid in de dorpen te ondersteunen. Zo wordt ook de koppeling met de Wmo sterker gemaakt. Een grotere diversiteit aan activiteiten vergroot ook het bereik. Meer groepen dorpsbewoners vinden iets van hun gading in het dorpshuis. Voor ’t Noorderhuukien speelt dit wellicht wat minder. Zij zijn zeer goed in staat om het hele dorp aan zich te binden. 4.3 Bestuur en bestuursondersteuning Binnen de besturen heerst geen beleidscultuur. De lijnen zijn kort en veel problemen worden ad hoc opgelost. Dit gaat in de regel helemaal niet slecht. Toch zijn er bepaalde risico’s aan te wijzen, die op zijn minst in beeld moeten worden gebracht. De meeste besturen vervullen een rol als werkgever. Het valt niet mee om als vrijwilliger deze rol op een goede manier in te vullen. Het feit dat alle werknemers zijn aangesloten bij een CAO geeft aan dat de besturen het werkgeverschap serieus nemen, maar het ontbreken van taak- en functieomschrijvingen (Hattemerbroek en ’t Loo), functioneringsgesprekken (Oosterwolde en ’t Loo) en P&O-beleid (allen), baart toch wat zorgen. Daarnaast is het financiële risico van het werkgeverschap bijna niet te dragen door zo’n kleine organisatie. Bij geval van ziekte is de werkgever verplicht het loon twee jaar lang door te betalen. Bij arbeidsongeschiktheid moet de werkgever mee betalen aan
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
19
trajecten voor reïntegratie Voor beide risico’s zijn verzekeringen voor handen, maar deze zijn erg prijzig. De besturen zoeken momenteel veelal pas ondersteuning als een situatie nijpend wordt. Om de ondersteuning van de besturen te versterken is een meer pro-actieve houding van zowel bestuur als gemeente (inclusief sociaal cultureel werk) belangrijk.
4.4 Exploitatie Het knelpunt exploitatie is een direct gevolg van de andere knelpunten. In feite zijn er twee oplossingsrichtingen mogelijk: zorgen voor meer inkomsten of snijden in de uitgaven. De belangrijkste inkomstenbronnen van accommodaties zijn baromzet, zaalhuur, gemeentelijk subsidie en lidmaatschaps- en activiteitsgelden. De belangrijkste uitgaven: barinkoop, personeel, gebouw, activiteiten en organisatie. Dorpshuis Wezep heeft een bijzondere positie in deze. Het dorpshuis wordt achtervolgt door afspraken die in het verleden zijn gemaakt en die een gezonde exploitatie op dit moment onmogelijk maken.
4.5 Gebouwen De meeste dorpshuizen hebben plannen om aanpassingen te doen aan het dorpshuis. Soms om het gebouw te moderniseren, soms om beter ruimte te kunnen bieden aan huidige of nieuwe activiteiten en soms om te hoge energielasten te kunnen drukken.
4.6 Conclusie Kijkend naar de 6 dorpshuizen van de gemeente Oldebroek valt een soort van driedeling te maken. Dorpshuis Wezep en De Talter in Oldebroek vallen op door het multifunctionele karakter. In Wezep vinden een aantal vaste huurders (ROC, Vluchtelingenwerk, Stichting Welzijn Ouderen en de Muziekschool) een plek in het dorpshuis en in Oldebroek is sprake van een Kulturhus, waar naast de sociaal-culturele en sportactiviteiten ook de ouderen en de jongeren gehuisvest zijn. Het feit dat dit niet goed meegenomen is in het overzicht van deelnemers en bezoekers, zegt wel iets over de verbeterslagen die hier nog gemaakt kunnen worden. De Heerdt in Oosterwolde en De Bouwakker in Hattemerbroek vallen op door hun commerciëlere instelling. Veel feesten en partijen stuwen de baromzet op en zorgen ervoor dat de dorpshuizen exploitabel zijn, zonder subsidie van de gemeente. Tenslotte hebben ’t Noorderhuukien en ’t Grinthuus het karakter van een dorpshuis in een kleine kern. Zij vormen de spil van het dorp en zorgen ervoor dat dorpsgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ’t Noorderhuukien deze rol met meer verve speelt. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de hele kleine gemeenschap en de directe betrokkenheid van de Belangen Gemeenschap Noordeinde. Zo bezien hebben alle dorpshuizen hun eigen specifieke problematiek, maar ook haar bestaansrecht. Om de sociale cohesie van de dorpen te versterken is de uitspraak van het college om in elke kern een dorpshuis in stand te houden, goed te verdedigen. Het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van inwoners past prima binnen de Wmo.
20
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
Bij deze keuze past het model van vrijwillige dorpshuisbesturen met een redelijke autonomie. Dit kan soms op gespannen voet staan met het sociale rendement dat de gemeente voor ogen heeft. Met een flinke investering van de ondersteuning is de programmering van accommodaties Wmo-proof te maken. Hierbij speelt het dilemma van de betaalbaarheid van deze voorzieningen. In hoofdstuk 5 wordt hier dan ook nadrukkelijk aandacht aan besteed.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
21
22
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
5. Oplossingen
In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste knelpunten weergegeven. Deze punten vragen om een nadere beschouwing. In hoofdstuk 5 wordt dit gedaan en wordt er tevens gekeken naar mogelijke oplossingen voor de knelpunten. Tot slot van elke paragraaf worden concrete aanbevelingen gedaan. 5.1 Horeca in dorpshuizen De dorpshuizen maken zich grote zorgen over de toekomstige mogelijkheden die zij hebben om hun horecafunctie uit te voeren. Dit heeft te maken met een aantal rechtszaken rondom de horeca-activeiten in Dorpshuis ’t Heerdt in Oosterwolde en de naar aanleiding daarvan geschreven nota paracommerciële horeca. Zoals in hoofdstuk 4.1 al uitgewerkt gaat deze notitie uit van de nullijn in het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard in paracommerciële instellingen. Het niet meer organiseren van dit soort bijeenkomsten heeft grote gevolgen voor de exploitatie van de dorpshuizen. Hoewel de barinkomsten uit bijeenkomsten van persoonlijke aard niet los zijn gekoppeld van de overige barinkomsten, blijkt uit de gesprekken dat dit met name in Oosterwolde en Hattemerbroek een probleem zal geven. De andere dorpshuizen leggen meer nadruk op de sociale functie voor het dorp die de horeca in het dorpshuis vervult. Senioren die in hun huiskamer de verjaardagsvisite niet kwijt kunnen en daarom willen uitwijken naar het dorpshuis, bruiloften en koffietafels van mensen uit het eigen dorp, een inloopfunctie, een aantal grotere elementen om meer dynamiek in het dorp te brengen. Deze functies worden lang niet in elk dorp opgepakt door de reguliere horeca, omdat het niet winstgevend genoeg is, omdat de zaal niet groot genoeg is of simpelweg omdat er geen andere horeca in het dorp aanwezig is. Er zijn diverse oplossingen te bedenken voor dit dilemma. Als de gemeentelijke nota paracommerciële horeca onverkort wordt overgenomen door de raad kunnen de dorpshuizen geen feesten van persoonlijke aard meer organiseren tenzij ze het dorpshuis of de horecavoorziening in het dorpshuis privatiseren. Privatiseren zorgt ervoor dat het dorpshuis geen paracommerciële instelling meer is en het probleem is dan dus opgelost. Belangrijk hierbij is dat er ook echt op commerciële basis wordt gewerkt. De Landelijke Coördinatiecommissie Paracommercialisme heeft in samenwerking met Horeca Nederland een aantal voorwaarden op een rijtje gezet: 1. inschrijving Bedrijfschap Horeca; 2. toepassing Horeca CAO; 3. niet werken met vrijwilligers; 4. geen subsidie ontvangen in welke vorm dan ook; 5. prijsniveau vergelijkbaar met soortgelijke horecabedrijven in de plaats of de omgeving; 6. de onderneming moet worden gedreven voor rekening en risico van de ondernemer; 7. de onderneming moet passen in het bestemmingsplan; 8. er moet een reële huur- of pachtprijs worden overeengekomen conform de marktwaarde.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
23
Voor de dorpshuizen die nu al op een relatief bedrijfsmatige manier te werk gaan, zoals Oosterwolde en Hattemerbroek, hoeven deze voorwaarden geen grote belemmering te vormen. Het horecabedrijf staat al los van de vrijwilligers en de werknemers werken volgens de Horeca CAO. Het grootste struikelblok is dan nog het aanpassen van het bestemmingsplan. Dit kan op bezwaren stuiten. Bezwaren van de politiek die zich kan afvragen of een extra horecabedrijven midden in het dorp wenselijk is en of het sociaal culturele niet dermate belangrijk is dat het ook in bestemming zo moet blijven. Maar ook de omwonenden zouden bezwaren kunnen hebben. Een horecabestemming maakt de weg vrij naar meer bruiloften en partijen en dergelijke feesten geven overlast. Een ander nadeel van deze oplossing is dat je in feite het dorpshuis kwijt bent en er een horecagelegenheid voor terugkrijgt. Het sociaal culturele belang staat soms op gespannen voet met het commerciële belang. Dit geldt overigens ook voor de sociale horeca functie. Ook de kleine feestjes en de inloopfunctie is lang niet altijd rendabel. Verder wordt het lastiger om de gemeentelijke doelen (bijvoorbeeld in het kader van de prestatievelden van de Wmo) via deze instellingen te realiseren. Natuurlijk blijft het mogelijk om bij deze ondernemers maatschappelijke diensten in te kopen. Voor de andere dorpshuizen is privatisering eigenlijk geen serieuze oplossing. Het multifunctionele karakter van Dorpshuis Wezep en De Talter staat volledige privatisering in de weg, hoewel het natuurlijk wel mogelijk is de horeca-exploitatie te privatiseren. De baromzetten van Noordeinde en ’t Loo zijn te klein om commercieel te exploiteren. Als deze vier dorpshuizen de mogelijkheid ontnomen wordt om persoonlijke bijeenkomsten te houden, zal het gat in de exploitatie op een andere manier moeten worden gevuld. Het bestuur van ’t Noorderhuukien schat in dat dit voor hun exploitatie neerkomt op een negatief resultaat van tussen de € 5.000 en de € 10.000 per jaar. Natuurlijk is het ook goed denkbaar om de sociale horecafunctie te combineren met activiteiten die binnen de doelstelling passen. Het inrichten van een leestafel in het dorpshuis verschaft de mogelijkheid om een open inloop te realiseren, waarbij een drankje geschonken kan worden. Ook diverse soosactiviteiten voor doelgroepen bieden deze mogelijkheden. De voorgenomen wijzigingen in de Drank- en Horecawet (DHW) bieden kansen voor de gemeente Oldebroek om een andere uitweg te vinden. In november 2007 heeft Minister Klink alle gemeenten geïnformeerd over het voornemen de DHW te wijzigen. Aan deze wetswijziging ligt de wens ten grondslag om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen en om de administratieve lasten, die uit de wet voortvloeien, terug te dringen. Het voorontwerp is besproken met de VNG, Horeca Nederland, NOC-NSF en het landelijke platform Dorpshuizen.nl, waarin ook de Federatie van Dorpshuizen Gelderland zitting heeft en ligt momenteel bij de Raad van State. Het is de bedoeling dat de Tweede Kamer in het najaar 2009 over deze wijziging besluit. Een van de wijzigingen heeft betrekking op de paracommercie. Gemeenten krijgen de verplichting lokaal regels op te stellen en ook het toezicht op de naleving van deze regels wordt gedecentraliseerd. Niet de Voedsel- en Warenautoriteit, maar de gemeente zelf gaat controleren. De beleidsruimte die gemeenten krijgen in het opstellen van deze lokale regels is op dit moment nog niet goed in te vullen, maar hoogstwaarschijnlijk is er meer ruimte dan dat er in de huidige nota paracommerciële horeca wordt gegeven. De gemeente wordt in staat gesteld de belangen van de dorpsgemeenschappen af te wegen tegen de belangen van individuele horecaondernemers. Deze gedachte wordt ondersteund door een uitspraak van de rechtbank in Leeuwarden (4 september 2008, AWB 07/2326). Hierin geeft de rechtbank uitdrukkelijk aan dat er in het geval dat een
24
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
dorpshuis (of andere paracommerciële instelling) de enige horecavoorziening van een dorp is, er geen reden is om beperkende voorwaarden aan de horecavergunning te verbinden. Hiermee wordt het afstandscriterium van 15 kilometer dat door de BEM wordt gehanteerd (naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van Staten: 4 juli 2007, LJN:BA8746) ontkracht. Conclusie Gezien de onzekerheid die de wijziging van de DHW met zich meebrengt, lijkt het onverstandig om nu verregaande beslissingen te nemen. Dit geldt ook voor het in werking laten treden van de nota paracommerciële horeca. Het lijkt verstandig de ruimte die de landelijke wetgever biedt te benutten, zodat de dorpshuizen in staat worden gesteld hun sociaal-culturele functie, op een financieel gezonde manier in relatieve zelfstandigheid uit te voeren. Bij het maken van beleid rondom paracommerciële horeca, is het aan te bevelen extra aandacht te besteden aan de sociale horecafuncties. Voor inwoners van dorpen is het belangrijk een plek te hebben om elkaar te ontmoeten, om belangrijke gebeurtenissen te vieren en om samen te rouwen. Als de reguliere horeca dit niet biedt, is een dorpshuis een prima alternatief voor deze functie.
5.2 Activiteiten en bezettingsgraad De bezetting van de accommodaties is niet optimaal. Dit geldt met name overdag en in de weekenden, maar ook in de avonduren zijn er in de meeste centra nog mogelijkheden. Deze niet optimale bezetting hangt samen met het eenzijdige activiteitenaanbod vanuit de centra, dat niet alle bewoners aanspreekt. Dit betekent tegelijkertijd dat dit dilemma niet gemakkelijk is op te lossen door enkel gebruik te maken van de tot nu toe gangbare methodieken. Ten eerste moet het doel en de functie van de accommodatie opnieuw worden gedefinieerd. Een dorpshuis is bedoeld voor het hele dorp. Niet alleen voor bepaalde groepen binnen het dorp die er momenteel toevallig gebruik van maken. De kunst is dus om een programmering op te zetten waarin het hele dorp zich kan herkennen en waarbij iedereen iets van zijn gading vinden kan. Voor dat je dit kan doen is het essentieel dat de behoefte van het dorp/de kern bekend is. Het gaat hierbij om activiteiten, maar ook zeer duidelijk om voorzieningen die vanuit het dorpshuis kunnen worden aangeboden. Deze behoefte is te achterhalen in een aantal stappen. 1. Vooronderzoek a. In een uitgebreide analyse kan gekeken worden wie er wonen in het verzorgingsgebied. Wat is de leeftijdsopbouw, welke risicogroepen zijn aanwezig, welke leefstijlen houdt men er op na? b. Daarnaast kan het aanbod in de wijk of het dorp onderzocht worden, met behulp van de sociale checklist. Deze checklist is ontworpen door Spectrum in samenwerking met de provincie Gelderland (zie www.socialechecklist.nl). c. Voordat met de bureau-analyse gewerkt gaat worden is het goed deze te bespreken met betrokken professionals van de gemeente.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
25
2. Burgerraadpleging Nadat het beeld van het dorp of de wijk helder is kan een ontwerp gemaakt worden voor de burgerraadpleging. Deze kan op verschillende manieren vorm krijgen: papieren vragenlijsten aan alle huishoudens in een gebied of een steekproef; digitale vragenlijsten; panelgesprekken, algemeen of per doelgroep. Een combinatie van bovenstaande methoden is natuurlijk mogelijk. 3.
Monitoring Om permanent een vinger aan de pols te kunnen houden en de mogelijkheid te kunnen krijgen in te spelen op ontwikkelingen in het dorp/de wijk is monitoring zeer geschikt. Ook hier zijn verschillende mogelijkheden voor.
Op het gebied van bevolkingsonderzoek en dorpsanalyse hoeft de gemeente Oldebroek niet helemaal bij nul te beginnen. Ze kan hier goed aansluiten op trajecten die al in gang zijn gezet, zoals de dorpsgesprekken en de dorpscontactambtenaren. Verder kan er natuurlijk gebruik gemaakt worden van de kennis die aanwezig bij de dorpsbelangenverenigingen. Als eenmaal bekend is wat de behoefte van de bewoners is, moet die behoefte natuurlijk ook nog bevredigd worden. Ook dit hoeven de besturen niet alleen te doen. Ze kunnen hiervoor nadrukkelijker kijken naar professionele organisaties. In het kader van de Wmo zijn veel organisaties zich aan het bezinnen over hun wijkgerichte aanbod. Denk hierbij aan de SWO of het ROC. Soms zijn accommodaties niet geschikt voor nieuwe activiteiten en moeten er eerst aanpassingen worden gedaan. De keuken moet worden uitgebreid om het mogelijk te maken kookgroepen te starten, of een zaal moet worden ingericht voor het geven van een cursus kunstgeschiedenis. In dergelijke gevallen kan er een beroep worden gedaan op de provinciale subsidieregeling dorpshuizen en sociale cohesie. De provincie betaalt maximaal € 100.000 en nooit meer dan 50% van de totale projectkosten. Daar waar vroeger de meeste Gelderse dorpshuisbesturen enkel bezig waren met de instandhouding van het gebouw (de verenigingen zorgden voor de activiteiten), zie je momenteel steeds meer besturen hun taakvelden verleggen. Het stimuleren van de leefbaarheid binnen het dorp en de sociale samenhang tussen de dorpsbewoners wordt een steeds belangrijker thema. Een bestuur dat deze stap zet, gaat meer werken volgens de methode die hier beschreven staat. Eerst kijken naar de behoefte van het dorp en dan kijken hoe je deze behoefte kunt bevredigen. Natuurlijk altijd met een schuin oog naar de exploitatie. Het moet wel uitkunnen. Soms heeft een bepaalde ontwikkeling tijd nodig. Sommige activiteiten hebben even nodig om tot ontwikkeling te komen. Om vernieuwing van programmering mogelijk te maken zou de gemeente een ontwikkelfonds in het leven kunnen roepen. Conclusie De activiteiten van de centra is datgene waar het eigenlijk om gaat. Het hele dorp moet iets van haar gading weten te vinden. Het voorgestelde traject is nogal uitgebreid en het verdient aanbeveling om met name aan te sluiten bij de ontwikkelingen die al in gang gezet zijn. Geef activiteiten en programmering van dorpshuizen expliciet aandacht bij de
26
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
dorpsgesprekken, maak de dorpscontactambtenaren alert op de mogelijkheden en neem een paragraaf over programmering op in de nota’s over het dorp. Verder is het goed om, waar mogelijk, gebruik te maken van de kennis die aanwezig is bij de lokale dorpsbelangenvereniging. In Noordeinde is te zien hoe goed een dergelijke samenwerking kan werken. Hierbij moet natuurlijk worden opgemerkt dat het in beeld krijgen van de behoefte in een gemeenschap van 225 inwoners aanmerkelijk gemakkelijker is dan in een gemeenschap van meer dan 12.000 inwoners. Verder is het goed om na te denken over de sturingsmogelijkheden van de gemeente. De besturen van de dorpshuizen hebben de mogelijkheid om betrekkelijk autonoom te werk te gaan. In de gevallen waar subsidie wordt verstrekt en in gevallen waar de gemeente financieel te hulp is geschoten, kan de gemeente natuurlijk wat meer voorwaarden stellen dan in Oosterwolde, Hattemerbroek of Noordeinde. De dorpshuizen zijn in potentie een uitermate geschikt instrument om invulling te geven aan een aantal prestatievelden van de Wmo. Om hier meer op te kunnen sturen zou het instellen van een bredere activiteitensubsidie (bijvoorbeeld voor bepaalde doelgroepen, of voor vernieuwing van activiteiten) een oplossing kunnen bieden. Natuurlijk kan de gemeente er ook voor kiezen om bepaalde diensten in te kopen.
5.3 Bestuur en ondersteuningsstructuur Bij de meeste besturen heerst geen beleidscultuur. Ze zijn gewend om ad hoc te reageren op knelpunten die zich aandienen. Er is amper sprake van toekomstgericht handelen en pas als de situatie heel nijpend wordt, wordt er naar ondersteuning gezocht. Om dit te doorbreken is een pro-actiever houding van de ondersteuning nodig. Je moet bij de besturen aan tafel zitten, voordat de besturen doorhebben dat ze een probleem hebben. Om deze pro-actieve rol van de ondersteuning vorm te kunnen geven is een soort van servicecontract met de besturen aan te bevelen. Eén professional die een paar keer per jaar bij alle besturen aan de start van een reguliere bestuursvergadering langskomt. De stand van zaken wordt doorgesproken en eventuele knelpunten worden opgelost. Het voordeel van een dergelijke aanpak is dat het besturen weinig extra’s kost en dat je het hele bestuur bij elkaar krijgt. Je kunt veel problemen voor zijn bij een dergelijke aanpak, je gaat van het blussen van brandjes, naar een degelijke op maat gesneden ondersteuning. De sectie Sociaal Cultureel Werk zou deze rol kunnen vervullen. Een van de onderwerpen die in ieder geval aan bod moet komen, gaat over het risicomanagement van het werkgeverschap. Hoe om te gaan met ziekte, of arbeidsongeschiktheid van de beheerder. Besturen kunnen ook veel van elkaar leren. Om dit te faciliteren verdient het aanbeveling om een tweejaarlijkse bijeenkomst te organiseren rondom een bepaald thema. Deze bijeenkomsten kunnen in de centra zelf gehouden worden. Het zien van elkaars accommodatie helpt bij het onderlinge begrip. Ook hier is SCW een geschikte partij om de organisatie op zich te nemen. Als thema’s hier aanleiding toe geven kan input van andere afdelingen van de gemeente, waaronder de dorpscontactambtenaren, of externe instanties als de FDG worden gevraagd.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
27
De besturen kunnen daarnaast nog ondersteuning krijgen door zich aan te sluiten bij de Federatie van Dorpshuizen. Naast de eerder genoemde administratieve ondersteuning biedt de FDG: • Collectieve kortingen op verzekeringen (Interpolis) en afdrachten auteursrechten (Buma). • Informatie via de nieuwsbrief, de website en de Vraagbaak over wet- en regelgeving. • Adviseurs die kunnen helpen bij de meest uiteenlopende zaken, ook juridisch en over P&O-zaken. • Belangenbehartiging bij landelijke, provinciale en gemeentelijke instanties. • Deskundigheidsbevordering in de vorm van workshops (ondernemingsplan, visieontwikkeling, dorpshuizen en Wmo, financieel beleid). • Een netwerk van meer dan 130 dorpshuizen en wijkcentra in de provincie Gelderland. Besturen kunnen zelf bepalen of ze lid willen worden van de FDG, maar als de gemeente Oldebroek een collectief lidmaatschap afsluit geeft de FDG 10% korting. Aangezien 4 van de 6 dorpshuizen nu al lid zijn, is dit het overwegen waard. Conclusie Om een groter sociaal rendement uit de dorpshuizen te krijgen, is het aan te bevelen te gaan investeren in de ondersteuning. Door op regelmatige basis bij de dorpshuizen op bezoek te gaan, de dorpshuizen met elkaar in contact te brengen en aansluiting te zoeken bij de FDG wordt een kwaliteitsslag bereikt, die niet opweegt tegen de kosten van deze maatregelen.
5.4 Exploitatie Veel dorpshuizen geven aan dat het telkens weer rond krijgen van de exploitatie een belangrijk knelpunt is. Meestal is dit een direct gevolg van andere knelpunten, een te lage bezettingsgraad, of een niet goed uitgewerkte beheerstructuur, of in het geval van Wezep, vastzitten aan niet rendabele afspraken. Het is dus in wezen een afgeleid knelpunt. In feite zijn er twee zaken die kunnen helpen een gat in de exploitatie te dichten. De inkomsten kunnen omhoog en de uitgaven kunnen naar beneden. Het is aan de afzonderlijke besturen om hier keuzes in te maken. De gemeente en de Federatie van Dorpshuizen kunnen hier natuurlijk wel bij ondersteunen. Inkomsten De belangrijkste inkomstenbronnen van de accommodaties zijn bar, zaalhuur en gemeentelijke subsidie. Een nadere beschouwing van deze inkomstenbronnen. • Bar De meeste accommodaties zien veel heil in het verhogen of op zijn minst in stand houden van de inkomsten uit de bar. In hoofdstuk 5.1 is hier al de nodige aandacht aan besteed. Kort gezegd kunnen de inkomsten uit de bar stijgen naarmate men meer drank verkoopt, of naarmate men de winstgevendheid van de verkoop vergroot.
28
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
• Zaalhuur Ook hier zijn grofweg twee manieren om de inkomsten te laten stijgen. Het verhogen van de bezettingsgraad heeft een direct positief resultaat, maar een ander aspect dat zeker aandacht verdient is een kostendekkende zaalhuur. De meeste besturen hebben geen enkel idee wat de kostprijs van een zaal per uur is. De huurprijzen zijn vaak op historie gebaseerd. Het inzichtelijk maken van de kostprijs van een zaal houdt niet automatisch in dat elke gebruiker de kostprijs ook zal moeten betalen. Een lagere huur kan worden gecompenseerd door de opbrengst aan de bar, of een bestuur kan vanuit zijn sociale functie besluiten toe te leggen op een bepaalde gebruikersgroep. Dit kan dan worden rechtgetrokken door een hogere opbrengst elders (bijvoorbeeld een commercieel tarief voor bedrijven die komen vergaderen) of door subsidie van de gemeente. In ieder geval is het zo dat er zonder inzicht, niet gestuurd kan worden. • Subsidie Eigenlijk is de gemeente Oldebroek de enige instantie die structurele subsidie kan geven aan Oldebroekse dorpshuizen. In het algemeen zal de gemeente geneigd zijn subsidie te geven aan die instellingen die meehelpen aan het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente. Het is dus voor de besturen belangrijk op de hoogte te blijven van het beleid van de gemeente. Uitgaven De belangrijkste kostenposten van de dorpshuizen zijn de barinkoop, personeel, het gebouw, de inventaris en de organisatie. Bij al deze kostenposten is het natuurlijk goed om te kijken waar bezuinigen mogelijk zijn. Opnieuw onderhandelen met de brouwer kan soms veel opleveren. Daarnaast is er vaak veel te besparen op energiekosten. Het laten doorlichten van de energiehuishouding van de accommodatie is in een aantal gevallen het overwegen waard. Dit past ook prima in de klimaatdoelstellingen van de Nederlandse overheid. Dorpshuis Wezep Dit algemene verhaal gaat ook op voor dorpshuis Wezep. Hier is echter wel een bijzondere omstandigheid. Omdat het bestuur steeds achtervolgd wordt door slechte afspraken uit het verleden, is het momenteel niet goed mogelijk een gezonde exploitatie te draaien. Enerzijds gaat dit om een te laag startkapitaal, waardoor het dorpshuis momenteel met te hoge kapitaallasten wordt geconfronteerd en anderzijds gaat het om langlopende niet rendabele huurcontracten die zijn afgesloten door de gemeente. Het is logisch dat je gesubsidieerde instellingen minder huur wilt laten betalen, omdat je dan minder subsidie hoeft te betalen, maar dan zou daar een financiële compensatie voor de verhuurder (het dorpshuis) tegenover moeten staan. Momenteel worden de problemen steeds ad hoc opgelost door financiële injecties te verlenen, en door te bezuinigen op de reserveringen voor onderhoud. Een structurele oplossing is wenselijk, ook om het zeer betrokken en kwalitatief sterke bestuur van het dorpshuis gemotiveerd te houden. Ambtelijk is deze zaak bekeken en er zijn drie mogelijke structurele oplossingen voorgesteld: a. structurele jaarlijkse subsidie (activiteitensubsidie zoals bij Talter). b. eenmalige financiële injectie om schulden in één keer af te lossen en verder voor onderhoud van het gebouw en afschrijven inventaris reserves te kunnen creëren. c. een tussenvorm: gemeente wordt volledig verantwoordelijk voor gebouwenbeheer en inventaris en ondersteunt daarnaast passend.
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
29
Gezien de tweeledigheid van de financiële problematiek in Wezep ligt het voor de hand ook voor een tweeledige oplossing te zorgen. Voor het te kleine startkapitaal is een eenmalige financiële injectie een logische oplossing, terwijl de oplossing voor de niet rendabele huurcontracten meer in de sfeer van de activiteitensubsidies kan worden gezocht. Dit laatste geeft de gemeente ook in de toekomst de mogelijkheid om de programmering van het dorpshuis sturing mee te geven en het daarbij goed te laten aansluiten op de gemeentelijke beleidsdoelen.
Conclusie Het rond krijgen van de exploitatie van een wijkcentrum of dorpshuis is altijd een groot knelpunt. De oplossingen, zoals hier beschreven, zijn ter uitvoering van de besturen. In een continu proces moeten besturen steeds blijven kijken waar inkomsten op te krikken zijn en waar eventueel op bezuinigd kan worden. Voor Wezep ligt dit wezenlijk anders. Hier ligt reparatie van de slechte afspraken voor de hand. Voorgesteld wordt om dit op twee manieren te doen. Een deel van de schuldenlast van het dorpshuis wordt verminderd door een eenmalige kapitaalinjectie en de onrendabele afspraken met vaste huurders worden jaarlijks gecompenseerd middels een activiteitensubsidie. In het ambtelijke onderzoek is meer ingegaan op de hoogte van deze bedragen.
5.5 Gebouwen Een aantal besturen geeft aan dat ze ontevreden zijn over het huidige gebouw. Het gaat hierbij soms over renovatie, soms over bergruimte of over het geschikt maken voor nieuwe activiteiten. Onder invloed van de meer pro-actieve ondersteuningsstructuur en de aandacht die gevraagd wordt voor vernieuwing van activiteitenaanbod zullen waarschijnlijk meer accommodaties verbouwingswensen krijgen. De provinciale subsidieregeling gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie die in ieder geval tot 2012 van kracht zal zijn is goed voor dit soort projecten te benutten. De FDG is met de provincie aan het bekijken of een aparte subsidieregeling voor energiebesparing in dorpshuizen gerealiseerd kan worden. Conclusie Alert blijven op provinciale regelingen ten aanzien van de dorpshuizen is belangrijk. Daar de provincie nog meer dan voorheen stuurt op coherentie met het gemeentelijk beleid, zal vaak een gemeentelijke bijdrage gevraagd worden.
30
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
5.6
De aanbevelingen op een rij
5.1
Thema Horeca in dorpshuizen
5.2
Activiteiten en bezettingsgraad
5.3
Bestuur en ondersteuning
5.4
Exploitatie
5.5
Gebouwen
Spectrum, CMO Gelderland
Aanbeveling Wijziging Drank- en Horecawet in de gaten houden Aanhouden nota paracommerciële horeca Aandacht besteden aan sociale-horecafunctie Koppeling maken tussen programmeren in dorpshuizen de dorpsgesprekken en dorpscontactambtenaren Koppeling maken tussen bestuur dorpshuis en bestuur dorpsbelangen. Instellen activiteitensubsidie – dorpshuizen inzetten als instrument binnen de Wmo Sluiten servicecontract voor pro-actieve ondersteuning Instellen halfjaarlijks gemeentelijk dorpshuisoverleg Collectief lidmaatschap van de FDG afsluiten Scherp blijven op inkomsten en uitgaven. Structurele oplossing voor exploitatieproblemen dorpshuis Wezep regelen. Gebruik maken van provinciale regelingen, waaronder subsidieregeling gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie.
Onderzoek Dorpshuizen gemeente Oldebroek
31
32
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 1
Gespreksformat accommodaties gemeente Oldebroek Naam dorpshuis Adres Postcode
: : :
Naam contactpersoon : Telefoonnummer : E-mail :
A. Activiteiten en functies 1. Welke activiteiten vinden plaats in de accommodatie en in welke frequentie (hoe vaak per jaar)? (zie tabel 1) Per activiteit willen we weten: Deelnemers (actief, leden vereniging, vrijwilliger) Aantal deelnemers totaal Aantal deelnemers 0-12 Aantal deelnemers 12-18 Aantal deelnemers 65+ Bezoekers (passief, consumptief, inloop) Aantal bezoekers totaal Aantal bezoekers 0-12 Aantal bezoekers 12-18 Aantal bezoekers 65+ Voor het verschil tussen deelnemers en bezoekers zie de handleiding informatieronde gemeente Oldebroek.
2. Welke (doel)groepen krijg je binnen en welke mis je? Kun je aangeven waardoor dit komt?
3. Wie organiseert de activiteiten?
4. Welke andere functies zijn in het gebouw gehuisvest (in geval van samengestelde accommodatie) Hoe onderhoudt je contact met de anderen en wat is de meerwaarde van het samen in één gebouw zitten? Is deze meerwaarde te versterken?
5. Knelpunten en mogelijke oplossingen
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
33
B. Bestuurszaken 1. Samenstelling bestuur (aantal en afspiegeling van wijk/dorp). Ervaar je dit als de juiste samenstelling? 2. Rechtsvorm (Stichting of Vereniging) 3. Hoe is de verantwoording naar rechtsvorm geregeld? Leden/gebruikers of ook naar het hele dorp? (doorvragen) 4. Beleidsvorming (meerjarenbeleidsplan, ondernemingsplan, toekomstvisie, actualisering doelstelling) 5. Waar klop je aan voor hulp / ondersteuning en hoe bevalt dit? (accountant, gemeente, FDG, externe adviseurs) 6. Knelpunten en mogelijke oplossingen
C. Vrijwilligers 1. Hoeveel vrijwilligers zijn er werkzaam en welke taken hebben ze? 2. Wat heeft het bestuur geregeld voor deze vrijwilligers? Vrijwilligersbeleid Werving en behoud Verzekeringen Waardering Beloning 3. Knelpunten en mogelijke oplossingen
D. Beheer 1. Hoe is het beheer georganiseerd? Hoeveel uur aanstelling (splitsing maken bij samengestelde accommodatie) Vrijwillig, loondienst, pachtconstructie, detachering Taak en functieomschrijving CAO P&O beleid 2. Welke taken heeft de beheerder? 3. Hoe is de schoonmaak geregeld? 4. Relatie bestuur – beheer 5. Knelpunten en mogelijke oplossingen
34
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
E. Gebouw 1. Wie is eigenaar van het gebouw? 2. Aantal verhuurbare ruimtes (zie tabel bezetting) Per ruimte willen we weten? Hoeveel vierkante meters Bezettingsgraad ochtend, middag, avond Weekend Aantal weken per jaar 3. Openingstijden (met en zonder beheerder) 4. Onderhoud Wie betaalt en wie is verantwoordelijk voor wat? 5. Wensen / kansen voor aanpassingen aan het gebouw? 6. Knelpunten en mogelijke oplossingen
F. Financieel 1. Subsidieafspraken met de gemeente 2. Inkomsten en uitgaven op basis van de jaarrekeningen 2008 3. Welke mogelijkheden ziet het dorpshuis als het gaat over horeca, welke beperkingen worden ervaren? Zijn er oplossingen denkbaar? 4. Knelpunten en mogelijke oplossingen
G. Rol gemeente 1. Welke rol ziet u voor de gemeente en hoe tevreden bent u hierover? Subsidiegever Vraagbaak en helpdesk Ondersteuning bij beheer Gebouw en onderhoud 2. Welke rol ziet u voor Sociaal Cultureel Werk en hoe tevreden bent u hierover? 3. Knelpunten en mogelijke oplossingen
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
35
36
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 2
Digitale paspoorten
Spectrum, CMO Gelderland
Onderzoek dorpshuizen gemeente Oldebroek
37