Dorpshuizen in Noord-Holland een stand van zaken – 2012
Een uitgave van:
februari 2013
1
Colofon Dit rapport is tot stand gekomen uit een gezamenlijk initiatief van
© Platform Dorpshuizen Noord-Holland, 2013 Internet: pdnh.nl E-mail:
[email protected] Overname of openbaarmaking van (gedeelten) van deze uitgave is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van PDNH Financier Dit onderzoek en deze publicatie zijn mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Holland Auteur Anita Blijdorp | Schrijfwerk! www.anitablijdorpschrijfwerk.nl Onderzoek Anita Blijdorp | Schrijfwerk!, onderzoek en rapport I & O Research Enschede, online enquête en databewerking Afbeeldingen omslag (v.l.n.r.) Dorpshuis te Obdam, Hippolytushoef, Kolhorn, Stroet, Jisp, Oosterend
2
Dorpshuizen in Noord-Holland een stand van zaken - 2012
3
Inhoudsopgave
1
Introductie ........................................................................................................................................... 7 1.1. Tien jaar Platform Dorpshuizen Noord-Holland ............................................................................... 7 1.2. Actualisatie gewenst ......................................................................................................................... 7
2
Doelstelling, probleemstelling en methode ...................................................................................... 11 2.1. Doelstelling, afbakening en definitie ‘dorpshuis’ ........................................................................... 11 2.2. Onderwerpen in de vragenlijst ....................................................................................................... 12 2.3. Methode ......................................................................................................................................... 13
3
Samenvatting..................................................................................................................................... 15 3.1. Groepsportret ................................................................................................................................. 15 3.2. Het gebouw..................................................................................................................................... 15 3.3. De organisatie ................................................................................................................................. 16 3.4. Functies en activiteiten ................................................................................................................... 16 3.5. Activiteiten gaan en komen ............................................................................................................ 16 3.6. Communicatie ................................................................................................................................. 17 3.7. Exploitatie en beoordeling financiële positie ................................................................................. 17 3.8. Concurrentie en paracommercie .................................................................................................... 17 3.9. Onderhoud van het gebouw ........................................................................................................... 17 3.10. Relatie met de gemeente ............................................................................................................. 18 3.11. Perspectieven ............................................................................................................................... 19 3.12. Over de dienstverlening van PDNH .............................................................................................. 19
4
Resultaten schriftelijke enquête ....................................................................................................... 21 4.1. Welke besturen hebben de vragenlijst ingevuld? .......................................................................... 21 4.2. Over de respons .............................................................................................................................. 22 4.3. Waarin onderscheiden de dorpshuizen zich van elkaar? ............................................................... 25 4.4. De exploitatie en financiële positie van het dorpshuis ................................................................... 35 4.5. Onderhoud van het gebouw ........................................................................................................... 39 4.6. Relatie met de gemeente ............................................................................................................... 41 4.7. Perspectieven ................................................................................................................................. 46
5
Platform Dorpshuizen Noord-Holland ............................................................................................... 49 5.1. Bekendheid met en dienstverlening door PDNH ............................................................................ 49
6
Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................................ 53
Geraadpleegde documenten en websites ................................................................................................. 56 Bijlage 1
Dorpshuizen in Noord-Holland per regio ............................................................................. 57
Bijlage 2
Webadressen dorpshuizen ................................................................................................... 61
4
Voorwoord
Als bestuur van het Platform Dorpshuizen Noord-Holland zijn wij blij dat dit onderzoek heeft plaatsgevonden. Het onderzoek geeft duidelijk aan welke belangrijke posities de verschillende dorpshuizen hebben in de kernen van Noord-Holland. Dorpshuizen zijn vaak de spil in de gemeenschap en het belang hiervan neemt alleen maar toe. De vrijwilliger, daar valt of staat het mee. Duidelijk is dat zonder betrokken vrijwilligers veel dorpshuizen wel kunnen sluiten. Contacten met gemeentebesturen moeten in veel gevallen worden aangehaald, met daarbij de wens dat de aanbevelingen uit dit rapport worden overgenomen. Voor het PDNH zijn die signalen belangrijk, die door de dorpshuizen zijn afgegeven over wat zij in de toekomst van ons verwachten en waardoor de positie van de dorpshuizen in de kernen kan worden versterkt. Wij bedanken het bestuur van de provincie Noord-Holland voor het financieel mogelijk maken van dit onderzoek. En tot slot bedanken wij alle dorpshuisbesturen die tijd hebben vrijgemaakt om de enquête in te vullen. Ik spreek de wens uit dat ook zij met de uitkomsten van dit onderzoek hun voordeel zullen doen. Samen staan we sterker. Nico Bijman Voorzitter PDNH
>Dorpshuis ’t Centrum, Venhuizen (Drechterland)
<mfa Kreileroord (Hollands Kroon)
5
> Cultureel Centrum Pancratius Oosterblokker (Hoorn)
< De Waldhoorn , Den Hoorn (Texel)
> De Stek, Grootebroek (Stede Broec)
< De Blaercom, Blaricum
6
1
Introductie
1.1. Tien jaar Platform Dorpshuizen Noord-Holland Stichting Platform Dorpshuizen Noord-Holland (PDNH) is het steunpunt voor de ruim 120 dorps- en gemeenschapshuizen in Noord-Holland. In 2013 bestaat het PDNH tien jaar. Het Platform heeft als doel om onderlinge samenwerking, ondersteuning, belangenbehartiging en pleitbezorging van en voor dorpshuizen te realiseren. Individuele dorpshuizen kunnen zich aansluiten bij dit Platform, eind 2012 waren dit 70 dorpshuizen. Een van de aanleidingen voor de oprichting in 2003 van het PDNH was een twee jaar eerder verschenen publicatie: ‘Het dorpshuis, huis van het dorp? Het gebruik en de functies van dorpshuizen in Noord-Holland’1. Aan de basis van deze publicatie lag een inventariserend onderzoek dat in het jaar 2000 was uitgevoerd onder een groep van 125 Noord-Hollandse dorpshuizen. In dit rapport kwamen allerlei onderwerpen aan bod: de dorpen met een dorpshuis, de organisatie, het gebruik van de ruimten, de exploitatie en ook de staat van onderhoud van de gebouwen. Verder was er aandacht voor de vraag hoe dorpshuizen van elkaar kunnen leren; en wat een passende vorm van ondersteuning van alle dorpshuizen in Noord-Holland zou kunnen zijn. Direct volgend op dit onderzoek is door de voorlopers van het advies- en kenniscentrum PRIMO nh2 een voorzet gegeven voor een Noord-Hollands platform van en voor dorpshuizen. In 2003 was de oprichting van het PDNH een feit. In de beginjaren gaf het rapport uit 2001 richting aan het beleid van het PDNH. Een voorbeeld is het onderwerp groot onderhoud. Uit het onderzoek was gebleken dat bij nogal wat dorpshuizen sprake was van achterstallig groot onderhoud. Geld om dit probleem lokaal op te lossen was er veelal niet. Gesteund door de onderzoeksgegevens pleitte het PDNH daarom voor tijdelijke steun door de provinciale overheid. Die steun kwam er. De uitvoeringsregeling ‘Groot onderhoud en verbouw van dorpshuizen, 2006 – 2009’ was een succesvolle subsidieregeling van de Provincie Noord-Holland. In totaal hebben 49 dorpshuizen (40 procent van alle dorpshuizen) van deze regeling gebruik gemaakt.
1.2. Actualisatie gewenst Na de eerste inventarisatieronde uit het jaar 2000 zijn twaalf jaar verstreken. Het PDNH is uitgegroeid tot een zelfstandig3, klein maar gerespecteerd advies- en ondersteuningsorgaan dat
1
Ellen van Baar, Het dorpshuis, huis van de dorp? Het gebruik en de functies van dorpshuizen in Noord-Holland, afstudeerscriptie Universiteit van Utrecht, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, 2001. Dit onderzoek bestond uit drie onderdelen: een schriftelijke enquête, uitgezet onder 125 dorpshuizen; acht open interviews met direct betrokkenen (bestuursleden, beheerders, wethouders); en een discussieavond voor 50 bestuurders namens 19 dorpshuizen. 2 PRIMO nh is in 2005 ontstaan uit een fusie van twee Noord-Hollandse provinciale steunfuncties: IMCO en NPI. 3 Het PDNH voert per 1-1-2011 zelfstandig het ondersteuningsprogramma voor dorpshuizen uit. De Provincie Noord-Holland maakt dit werk mede mogelijk.
7
zowel door dorpshuizen als gemeenten geraadpleegd wordt. De belangrijkste co-financier is de Provincie Noord-Holland. Als organisatie van en voor de dorpshuizen wil het PDNH alert en adequaat kunnen reageren op ontwikkelingen en veranderingen. Goede advisering begint bij het kunnen beschikken over actuele gegevens: cijfers, meningen, trends. Sinds de start van het PDNH in 2003 staan de ontwikkelingen niet stil. De omgeving waarin dorpshuizen opereren is een dynamische. Er zijn allerlei maatschappelijke, economische, beleidsmatige en bestuurlijke ontwikkelingen waar dorpshuizen mee te maken hebben. Een aantal noemen we hier. [ --- ] Na afloop van de regeling ‘Groot onderhoud dorpshuizen’ heeft de provincie Noord-Holland de verantwoordelijkheid voor het onderhoud teruggelegd waar die hoort: bij de dorpshuisbesturen en bij de lokale overheid, de gemeenten. Omdat financiering van groot onderhoud voor ieder dorpshuis een steeds terugkerend onderwerp is, rijst de vraag hoe de dorpshuisbesturen anno 2012 dit onderwerp agenderen en aanpakken. Met welke partijen zijn zij hierover in gesprek? Is dit de gemeente? Welke andere partijen zijn eventueel in beeld? [ --- ] In het afgelopen decennium is multifunctioneel gebruik van gemeenschapsgebouwen door overheden extra gestimuleerd. Onder andere dorpsservicepunten, wijksteunpunten en (para)medische diensten kregen als vaste huurder een plek in dorpshuizen. Maar in recente jaren hebben gemeenten minder geld en bezuinigen. Met als gevolg dat (voorheen) gesubsidieerde diensten het dorpshuis verlaten of inkrimpen, bijvoorbeeld peuterspeelzalen en bibliotheken. Door het vertrek van vaste huurders lopen sommige dorpshuizen huuropbrengsten mis. Hoe gaan bestuurders om met de financiële risico’s die zij lopen? [ --- ] In het afgelopen decennium zijn meerdere woningbouwverenigingen als eigenaar van het dorpshuispand aangetreden. Een nieuw fenomeen, voortvloeiend uit het verruimen van de missie en taakopvatting. ‘Bijdragen aan de leefbaarheid van dorp of kern’ werd voor veel corporaties vanaf circa 2002 een thema. Met in sommige dorpen de aankoop van vastgoed (bijvoorbeeld een dorpswinkel, een dorpshuis) als uitvloeisel van dat beleid. Het is van belang om te peilen bij hoeveel dorpshuizen het gebouw inmiddels in eigendom is van een woningcorporatie. [ --- ] In 2006 is de wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd. Gemeenten krijgen geld van het Rijk om deze wet uit te voeren. Kort gezegd is de intentie van deze wet dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en kunnen meedoen aan de samenleving. Gemeenten zetten daarop in. Vanuit hun hoofddoelstelling – het op een laagdrempelige manier aanbieden van ruimten aan allerlei maatschappelijke en vooral aan sociaal-culturele initiatieven van het dorp – zijn dorpshuizen in theorie een ideale partij om de bedoelingen van de WMO concreet in praktijk te brengen 4. Zes jaar na invoering van deze wet rijst de vraag wat er in praktijk zichtbaar is van deze in theorie ideale match. Zoeken gemeenten de dorpshuizen op? Wat merken dorpshuizen van het WMO-beleid? Zijn er dorpshuisbesturen die concreet afspraken maken met de gemeente over hun rol in de uitvoering van deze wet? [ --- ] Een periode van twaalf jaar brengt ook allerlei veranderingen in het lokaal bestuur met zich mee. Tal van gemeentelijke herindelingen zijn in deze periode gepasseerd of gaande. Tientallen dorpshuizen hebben te maken gehad met een reorganiserende gemeente. En alle dorpshuizen 4
In het woordgebruik van de WMO: dorpshuizen kunnen prima een rol vervullen als concretisering van prestatieveld 1 en 5. Prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid in dorp, wijk en buurt. Prestatieveld 5: het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of psychisch-sociaal probleem. Voor een toelichting op alle negen WMO-prestatievelden: zie www.invoeringwmo.nl
8
hebben voortdurend te maken met nieuw of veranderend beleid. Sommige dorpshuizen zien de rechtstreekse subsidie slinken of verdwijnen, de overheidsfinanciën staan immers onder druk. In een aantal gevallen, daar waar de gemeente eigenaar van het gebouw was, is er sprake van het afstoten van de gebouwen. Wat betekent de privatisering van het dorpshuis voor de relatie met de gemeente? [ --- ] Het aantal dorpshuizen dat qua horeca of in zijn geheel verpacht wordt lijkt de afgelopen jaren gegroeid te zijn. Maar is dit ook zo? Om hoeveel gevallen gaat het? Gezien de reeks van ontwikkelingen rijst de vraag: Hoe staan de dorpshuizen in Noord-Holland er anno 2012 voor? Wat is het effect van deze en andere ontwikkelingen op het functioneren van dorpshuizen anno 2012? En wat betekent dit voor de advies-, ondersteunings- en belangenbehartigingstaak van het PDNH? Deze en andere vragen zijn verwerkt in een kort onderzoek gericht op alle dorpshuizen in NoordHolland en dat in het najaar van 2012 is uitgevoerd. In het volgende hoofdstuk leest u meer over doel, aanpak en afbakening.
9
>De Kern, Castricum (Castricum)
>Dorpshuis Oost-Knollendam (Wormerland)
10
2
Doelstelling, probleemstelling en methode
2.1 Doelstelling, afbakening en definitie ‘dorpshuis’ Dit onderzoek is gericht op dorpshuisbestuurders in Noord-Holland. Het doel laat zich samenvatten als ‘het verzamelen van actuele informatie onder besturen van dorpshuizen in Noord-Holland’. Vijf onderwerpen hebben de speciale belangstelling van het PDNH: -
De gebruiksfuncties van dorpshuizen op dit moment en verwachtingen daarover voor de nabije toekomst; De exploitatie en financiële positie van dorpshuizen; De relatie tussen dorpshuizen en de gemeente; De onderhoudssituatie van dorpshuizen en de verwachtingen over de financiering van groot onderhoud, verbouwing of renovatie op korte en langere termijn; Hoe beoordelen dorpshuisbesturen het dienstenaanbod van het PDNH?
Via een geactualiseerde vragenlijst brengen we de stand van zaken bij de Noord-Hollandse dorpshuizen in kaart. Onderwerpen zoals de functies en het gebruik van ruimtes in het dorpshuis, de organisatie, de exploitatie, financiële positie, onderhoud van het gebouw en financiering van groot onderhoud zijn overgenomen van de vragenlijst uit 20005 en waar nodig aangepast. Actuele onderwerpen zijn toegevoegd, zoals vragen over het dienstenaanbod van het PDNH, de relatie met de gemeente en perspectieven voor de toekomst. Om de gewenste informatie boven tafel te krijgen is een online enquête uitgezet onder 120 dorpshuizen van de adreslijst Dorpshuizen oktober 2012. Op deze lijst staan accommodaties in Noord-Holland die een rol en functie als openbare ontmoetingsplaats voor dorpsbewoners hebben.
Definitie dorpshuis Namen als ontmoetingscentrum, cultureel centrum, verenigingsgebouw, dorpshuis en multifunctionele accommodatie (MFA) zijn de benamingen die in de praktijk veel voorkomen. Gemeenschappelijke noemers zijn: Dorpshuizen hebben een sociaal-culturele functie voor iedereen in het dorp. Het zijn openbare ontmoetingsplaatsen, bieden in de eerste plaats onderdak aan het verenigingsleven en verder aan allerlei initiatieven en groepen uit de dorpssamenleving. De verscheidenheid aan soorten activiteiten en voorzieningen die je in dorpshuizen kunt aantreffen is groot: vergaderingen, cursussen, uitvoeringen, sportbeoefening, muziek, theater, enzovoort. Sommige dorpshuizen leveren daarnaast ook onderdak aan bedrijven en dienstverlenende organisaties. Geen twee dorpshuizen zijn gelijk. Toch hebben dorpshuizen wel een aantal kenmerken met elkaar gemeen.
5
Zie Ellen van Baar, 2000.
11
Definitie (vervolg) In dit onderzoek verstaan we onder een dorpshuis een gebouw in een dorpskern met de volgende kenmerken6: - het gebouw is een openbare gelegenheid, in beginsel toegankelijk voor iedereen; - met een of meer ruimten die multifunctioneel inzetbaar zijn; - de nadruk ligt op het aanbieden van ruimte(n); - de rechtsvorm is er een ‘zonder winstoogmerk’; - het besturen van een dorpshuis is een taak van vrijwilligers.
2.2. Onderwerpen in de vragenlijst De vragenlijst is opgebouwd rond een zestal onderwerpen Dorpen en kleine kernen In de vragenlijst zijn vragen opgenomen over het verzorgingsgebied van het dorpshuis: inwoneraantal, naam van de dorpskern en de gemeente waartoe het dorp behoort. De meeste dorpshuizen op de adreslijst van het PDNH staan in de kleinere bevolkingskernen van Noord-Holland. Hiertoe rekenen we kernen en dorpen tot 5000 inwoners. Er staan ook dorpshuizen in dorpen met meer dan 5000 inwoners. Vaak zijn het dorpen die in de recente geschiedenis zijn gegroeid in inwoneraantal, maar nog zeker het dorpse karakter koesteren. Kenmerken van dorpshuizen Dorpshuizen zijn er in verschillende soorten en maten. Aan de hand van een zestal kenmerken zijn vragen opgenomen die iets duidelijk maken over (de leeftijd van) het gebouw; het eigendom; de organisatie: wie neemt er deel aan het bestuur, hoeveel vrijwilligers zijn betrokken bij het beheer, organiseert het dorpshuis ook eigen activiteiten? Verder zijn er vragen opgenomen over het gebruik van de ruimtes in het dorpshuis, veranderingen in de functie van het dorpshuis, bezoekersaantallen en de manier waarop het dorpshuis contacten onderhoudt met de inwoners van het dorp. Exploitatie en onderhoud Dorpshuizen bieden onderdak aan uiteenlopende organisaties en initiatieven. Het beheren en onderhouden van een aantrekkelijk gebouw is tegelijkertijd de belangrijkste troef en een zorg. Het verhuren van ruimten en de omzet van de bar zijn het fundament voor de exploitatie. De draagkracht van de primaire doelgroepen (verenigingen, ouderen, jongeren) maakt een puur commerciële uitbating onmogelijk. In de enquête zijn vragen opgenomen over de exploitatie, de financiële positie en de financiering van het groot onderhoud. Welke inkomstenbronnen heeft het dorpshuis? Hoe beoordelen de besturen de financiële positie op dit moment? Hoe zit het met de financiering van het groot onderhoud? Relatie dorpshuis en gemeente Dorpshuizen hebben op heel verschillende manieren te maken met de gemeente. De gemeente is soms de eigenaar van het gebouw. De gemeente is ook de instantie die vergunningen afgeeft. De gemeente ziet idealiter het dorpshuis – juist vanwege de belangrijke functies die dorpshuizen hebben – als een partner bij het realiseren van maatschappelijke doelen. De relatie die dorpshuizen hebben 6
Een dorpshuis is niet hetzelfde als een wijkcentrum of een buurthuis in de stad. Van oudsher lag het accent bij een dorpshuis op het faciliteren van plaatselijke verenigingen door het beschikbaar stellen van ruimten. In buurthuizen, later ook in wijkcentra in de steden, was er veel aandacht voor het organiseren van activiteiten door daarvoor aangestelde beroepskrachten. Zie verder Van Baar, 2000.
12
met de lokale overheid is per gemeente verschillend. In de enquête zijn vragen opgenomen over gemeentelijk beleid. Heeft de gemeente beleid gemaakt voor dorpshuizen? Hoe zit het met de rol van dorpshuizen in de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)? Hoe tevreden zijn dorpshuisbesturen over het contact en de communicatie met de gemeente? Perspectieven Hoe kijken dorpshuisbestuurders naar de toekomst? Zien zij die toekomst als positief, neutraal of verschijnen er donkere wolken aan de horizon? In de enquête zijn hierover drie open vragen gesteld. Platform Dorpshuizen Noord-Holland Tot slot komt stichting PDNH en haar programma aan bod. Sinds de oprichting in 2003 biedt het Platform verschillende diensten: advies, ondersteuning en belangenbehartiging. De enquête is een goede gelegenheid om alle dorpshuisbesturen, aangesloten en niet-aangesloten bij het Platform, om een beoordeling van de dienstverlening te geven. In de enquête zijn vragen opgenomen over het aanbod. Hoe waarderen de respondenten het aanbod en op welke onderwerpen denken dorpshuizen in de komende jaren advies nodig te hebben?
2.3. Methode Bovengenoemde zes onderwerpen zijn opgenomen in een schriftelijke enquête met 46 vragen. We hebben gewerkt met een combinatie van: * gesloten vragen * de mogelijkheid aanvullende informatie te geven (op een aantal gesloten vragen). * open vragen bij een drietal onderwerpen. Eind oktober 2012 is de vragenlijst naar 120 adressen gestuurd. Iedere geadresseerde ontving een unieke inlogcode en kon tot eind november de vragenlijst invullen. Met behulp van een statistisch programma7 zijn de gegevens verwerkt. De analyse is verder aangevuld met materiaal uit de open vragen.
Leeswijzer In hoofdstuk 3 presenteren we eerst de samenvatting. In de hoofstukken 4 en 5 volgen de enquêteuitslagen. En in hoofdstuk 6 presenteren we conclusies en aanbevelingen.
7
Met behulp van het programma SPSS, Statistical Program for Social Sciences.
13
>Dorpshuis De Nieuwe Haven, Abbekerk (Medemblik)
< Dorpshuis De Nesse, Nes aan de Amstel (Amstelveen)
> Dorpshuis De Klimop, Sint Maarten (Harenkarspel)
< Dorpshuis De Nuûwe Skool, Twisk (Medemblik)
14
3
Samenvatting
3.1. Groepsportret Het fenomeen ‘dorpshuis’ is in Noord-Holland al bijna een eeuw bekend. In veel dorpen en kleine kernen op het platteland is het dorpshuis sinds jaar en dag een belangrijke, soms zelfs dé belangrijkste openbare voorziening die onderdak biedt aan het verenigingsleven en andere dorpsactiviteiten. Dorpshuizen zijn er in soorten en maten, de diversiteit is groot. Geen twee dorpshuizen zijn gelijk. Gemeenschappelijke kenmerken zijn het openbare karakter, multifunctioneel gebruik van de beschikbare ruimtes en het besturen van een dorpshuis gebeurt door vrijwilligers. Behoefte aan actuele gegevens over de Noord-Hollandse dorpshuizen was de aanleiding voor dit onderzoek. Hoe staat het met de dorpshuizen in Noord-Holland anno 2012? is kortgezegd het onderwerp van dit rapport. De antwoorden zijn afkomstig uit een schriftelijk enquête die is uitgezet onder de besturen van 120 Noord-Hollandse dorpshuizen. Van 58 dorpshuizen is de informatie verwerkt in dit rapport. Respons en representativiteit De uitslagen van de online enquête zijn in beperkte mate representatief voor de totale categorie van 120 dorpshuizen. Althans als we afgaan op de aantallen en op wat statistisch gezien nodig is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Met enige voorzichtigheid kunnen we wel zeggen dat de verscheidenheid aan inhoudelijke aspecten onder alle dorpshuizen voldoende aanwezig is in de responsgroep. Kleine en grote dorpen Dorpskernen tot 2500 inwoners zijn met twee derde vertegenwoordigd in deze enquête. Tellen we de dorpen tot maximaal 4000 inwoners ook mee, dan vertegenwoordigen zij samen ruim driekwart van alle dorpen uit de respons. De 58 dorpshuizen staan in 56 dorpen; deze dorpen hoorden in 2012 bij 24 gemeenten. Daarbij zitten typische plattelandsgemeenten met veel dorpen en kleine kernen op hun grondgebied: Haarlemmermeer, Harenkarspel, Hollands Kroon, Koggenland, Medemblik, Stede Broec, Texel, Waterland en Wormerland.
3.2. Het gebouw Drie dorpshuizen zijn sinds de vroege jaren vijftig van de twintigste eeuw gehuisvest in hetzelfde gebouw. 33 dorpshuizen zijn nog altijd gehuisvest in het oorspronkelijke gebouw waar de dorpshuisfunctie sinds de jaren zestig en zeventig begon; sommige van deze dorpshuizen zijn sindsdien wel uitgebreid en vernieuwd – een enkele zelfs spectaculair! – exacte aantallen uitbreidingen en vernieuwingen bij deze groep zijn niet bekend. Acht dorpshuizen zijn sinds de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw gehuisvest in hetzelfde gebouw. En nog eens negen dorpshuizen vinden sinds de millenniumwisseling onderdak op hun huidige adres.
15
3.3. De organisatie 45 gebouwen zijn in eigendom van een stichting of vereniging, 7 gebouwen zijn in eigendom van een gemeente en 6 zijn van een woningbouwvereniging. De stichting is de meest populaire rechtsvorm (97%) voor het dorpshuisbestuur. Doelstelling - Iets minder dan een derde van de besturen ziet ‘het verhuren van ruimtes’ als het hoofddoel. Twee derde van de besturen noemt de combinatie van én de verhuur van ruimtes én het organiseren van activiteiten als doelstelling. Samenstelling bestuur - Iets minder dan de helft van de besturen vraagt kandidaten om op persoonlijke titel deel te nemen in het bestuur. Voor 40% van de besturen is bij de samenstelling van het dorpshuisbestuur de combinatie van kandidaten uit de groep gebruikers én kandidaten op persoonlijke titel de praktijk. Werven bestuursleden - Meer dan de helft van de dorpshuizen heeft moeite met het werven van bestuursleden. Verpachte dorpshuizen - bij 14 dorpshuizen is er sprake van verpachting van de horeca; voor een onbekend aantal van deze 14 geldt dat het dorpshuis in zijn geheel is verpacht. Uitvoering dagelijks beheer - In 15 dorpshuizen doen uitsluitend vrijwilligers alle voorkomende taken in het dagelijks beheer, denk hierbij aan barwerkzaamheden, schoonmaken, klein onderhoud, agendabeheer, inkoop; hoe kleiner het dorp, hoe vaker uitsluitend vrijwilligers het dagelijks beheer doen. In 18 dorpshuizen verdelen een beheerder in loondienst en vrijwilligers de taken. In 9 dorpshuizen is dagelijks beheer uitsluitend een taak voor de beheerder. Met het werven van vrijwilligers voor taken in het dagelijks beheer heeft een derde van de besturen moeite. Bij de helft van de dorpshuizen gaat het om maximaal 10 vrijwilligers die het dagelijks beheer uitvoeren.
3.4. Functies en activiteiten De sociaal-culturele functie van dorpshuizen staat fier overeind: alle dorpshuizen verhuren ruimtes aan verenigingen en groepen uit het dorp. Verder verhuurt 90% aan een of meer maatschappelijke organisaties ruimte(s). Ruim twee derde rekent een aangepast (lees: lager) huurtarief voor gebruik van de zalen door niet-commerciële verenigingen en organisaties. Activiteiten organiseren - Twee derde van de dorpshuisbesturen organiseert zelf ook activiteiten, naast de verhuur van ruimten. Sport en bewegen - De helft van alle dorpshuizen heeft een of meer ruimtes voor sport of andere bewegingsactiviteiten die door verenigingen worden georganiseerd. Er zijn geen gegevens over de precieze inrichting van de ruimtes, uitspraken over het aantal volwaardige sporthallen kunnen we niet doen. Gymnastiekles - Het basisonderwijs kan in ruim twee derde van de dorpshuizen terecht voor de gymnastiekles. (Para)medische dienstverleners - In iets minder dan een derde van de dorpshuizen wordt ruimte verhuurd aan een of meer (para)medische voorzieningen.
3.5. Activiteiten gaan en komen Verdwenen activiteiten – 23 respondenten geven aan dat er geen activiteiten verdwenen zijn in de afgelopen vijf jaar en bij in 35 dorpshuizen is dit wel het geval. Gym of een andere sportieve activiteit, voorzieningen voor jonge kinderen en culturele verenigingen worden het meest genoemd als verdwenen activiteit. 16
Nieuwe activiteiten - In driekwart van de dorpshuizen zijn in de afgelopen vijf jaar een of meer nieuwe activiteiten gestart. Opvallende trends in nieuwe vormen van gebruik zijn niet aan te geven, de voorbeelden zijn heel divers en de aantallen te klein om uitspraken voor de totale groep te kunnen doen.
3.6. Communicatie Website - Bijna driekwart van de dorpshuizen heeft een eigen website in de lucht waarop zij de organisatie en de activiteiten bekend maakt. Peiling wensen en behoeften - 86% peilt bij de vaste gebruikers naar wensen en verwachtingen. En nog eens twee derde heeft aanvullend contact via een periodiek gebruikersoverleg. Het informele contact is de meest gebruikte methode om bewoners te vragen naar hun mening over het dorpshuis. Regelmatig overleg met de dorpsraad is geen vanzelfsprekendheid. In een kwart van de dorpen uit de respons bestaat deze vorm van bewonersoverleg helemaal niet. In dorpen met een dorpsraad overlegt een derde wel één of meer keer per jaar. Twee derde van de dorpshuisbesturen overlegt nooit of alleen ad hoc met de dorpsraad.
3.7. Exploitatie en beoordeling financiële positie De meest genoemde soorten inkomstenbronnen in de afgelopen drie jaar zijn inkomsten uit verhuur van ruimtes, barinkomsten, subsidie van de gemeente en geld van fondsen. Een derde van de dorpshuisbesturen heeft in de afgelopen twee jaar nieuwe inkomstenbronnen gevonden: meer zaalverhuur en meer eigen activiteiten organiseren zijn het meest genoemd. Beoordeling financiële positie op dit moment – 31 besturen beoordelen de exploitatie op dit moment als voldoende tot goed. 26 besturen beoordelen de financiële situatie op dit moment als matig tot slecht. 6 dorpshuizen noemen de lagere financiële bijdrage van de gemeente op dit moment als een groot probleem; het voortbestaan van het dorpshuis staat op het spel. Voor nog eens 11 andere dorpshuizen is de lagere financiële bijdrage van de gemeente een op te lossen probleem. Verwachtingen over de financiële positie: een ruime meerderheid – 36 besturen – heeft hierover geen informatie gegeven. Ons vermoeden is dat dit vooral te maken heeft met een beperkt inzicht van de respondent in de finesses van de financiële situatie. 10 besturen verwachten verbetering in de financiële situatie op termijn van een jaar en 13 verwachten op deze termijn geen verbetering.
3.8. Concurrentie en paracommercie Concurrentie - In 12 dorpen is het dorpshuis de enige openbare accommodatie en ontbreekt om die reden concurrentie. Bij twee derde van de dorpshuizen speelt concurrentie in potentie wel een rol, omdat er een of meer andere zaalverhuurders in het dorp aanwezig zijn. Het vaakst genoemd zijn: een horecagelegenheid, een verenigingsgebouw , een sportaccommodatie, of meerdere van dit type zaalverhuurders tegelijkertijd. De helft van de dorpshuisbesturen die te maken heeft met andere zaalverhuurders, ziet deze als een concurrent van het dorpshuis. De andere helft geeft aan van niet. Paracommercie – Twee derde van de dorpshuisbesturen en in dorpen waar ook horecabedrijven aanwezig zijn, zegt dat zij geen afspraken maken met de horeca in het dorp. Een derde doet dit wel.
3.9 Onderhoud van het gebouw Op dit moment - Driekwart van de dorpshuizen beoordeelt de onderhoudssituatie van het gebouw op dit moment als goed. Volgens een kwart is er sprake van achterstallig onderhoud. 17
Noodzaak tot onderhoud op termijn - Bij een derde van de dorpshuizen is verbouwing, renovatie of groot onderhoud binnen vijf jaar nodig. Een derde schat dit in op een termijn van vijf jaar of langer. En nog eens een derde plant groot onderhoud op een termijn van meer dan tien jaar. Financiering groot onderhoud - Slechts 40 respondenten hebben informatie gegeven. 20 dorpshuizen zien de financiering van groot onderhoud als een beperkt probleem en 9 zien dit als een groot probleem. 11 dorpshuizen beoordelen de financiering als geen probleem. Bronnen voor financiering groot onderhoud - 18 dorpshuizen menen dat uit de huidige exploitatie voldoende kan worden gereserveerd. 9 dorpshuizen noemen de gemeente als participant in de financiering van groot onderhoud. En nog eens 5 dorpshuizen hebben andere, aanvullende financiële bronnen.
3.10. Relatie met de gemeente Contact met ambtenaren en bestuur - Een grote meerderheid, 48 besturen, kent het ambtelijk aanspreekpunt. 51 besturen zeggen minimaal een keer per jaar contact te hebben met het gemeentebestuur. Financiële relatie - Ruim een derde (22 dorpshuizen) heeft helemaal geen financiële relatie met de gemeente. Bijna twee derde (35 dorpshuizen) heeft dat wel. Financiële bijdrage van de gemeente - Voor 17 dorpshuizen viel de financiële bijdrage in 2012 lager uit dan die in 2011. Bij 16 dorpshuizen bleef in 2012 de bijdrage gelijk. Hoe goed kennen de respondenten het gemeentelijk beleid? De uitslagen geven aan wat bekend is bij de respondenten over welk beleid de gemeente voert richting de dorpshuizen. Er zijn in een aantal gevallen zowel feitelijke als interpretatieverschillen over welk beleid de gemeente voert tussen dorpshuizen uit een zelfde gemeente. De verschillen zijn goed te verklaren: na een gemeentelijke herindeling is er tijdelijk sprake van een overgangsperiode, de nieuwe gemeente gaat aan de slag met opnieuw afspraken maken en vaststellen van beleid. Geen beleid - Een kwart van de respondenten meent dat er geen gemeentelijk beleid is voor dorpshuizen, er is volgens deze groep alleen sprake van incidenteel overleg. Accommodatiebeleid - Voor nog een kwart is er sprake van een algemeen accommodatiebeleid waar ook de dorpshuizen onder vallen. Subsidieverordening voor dorpshuizen - Nog eens een kwart meent dat er alleen een subsidieverordening voor dorpshuizen is. Een rol voor dorpshuizen in de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning? Bijna de helft van de dorpshuisbestuurders weet niet of in het gemeentelijk WMO-beleid een rol voor het dorpshuis staat omschreven. Een andere helft zegt dat dit niet het geval is. Slechts één dorpshuis weet te melden dat zijn rol in het WMO-beleid concreet is vastgelegd. De tevredenheid over het contact met de gemeente is ongeveer fiftyfifty, de helft is tevreden en de andere helft is dat niet. Deze score geldt zowel voor de contacten met het ambtelijk aanspreekpunt als voor de contacten met het gemeentebestuur. Als verbetering in het contact en de relatie met de gemeente noemen dorpshuisbesturen: 1. Erkenning en waardering voor de rol van het dorpshuis in de gemeenschap en het vrijwilligerswerk waarmee dit tot stand komt;
18
2. Een duidelijk visie op en een consistent beleid richting dorpshuizen, inclusief duidelijkheid over de gemeentelijke subsidie; 3. Het functioneren van het gemeentelijk apparaat: zaakdeskundigheid bij ambtenaren, snellere besluitvorming, een betere bereikbaarheid van het college en het nakomen van afspraken; 4. In de communicatie: kom met eenduidige en betrouwbare informatie.
3.11. Perspectieven Planmatig werken - 22 dorpshuizen geven aan dat het bestuur in een beleidsplan of ondernemingsplan aandacht heeft voor de toekomst. Gesprekken voeren met de huidige gebruikers is voor twee derde van de besturen een belangrijke informatiebron. Een derde doet dat ook met potentiële gebruikers. 12 respondenten zagen de vraag over hoe men bezig is met de toekomst van het dorpshuis als niet van toepassing op de eigen situatie. Bedreigingen - Bijna de helft van de dorpshuizen ziet een verslechterende financiële positie als een bedreiging voor het voortbestaan. De vergrijzing en daaraan gekoppeld een terugloop van vrijwilligers wordt ook vaker genoemd als een bedreiging. Kansen - Een aantal dorpshuisbesturen ziet ook kansen. Bijvoorbeeld via verbetering van de interne organisatie en via het zelf actiever zijn in het organiseren of het binnenhalen van meer en andersoortige activiteiten en evenementen. Ook in het aantrekken van nieuwe huurders verenigingen en commerciële dienstverleners - zien een aantal dorpshuizen tot nu toe onbenutte mogelijkheden.
3.12. Over de dienstverlening van PDNH Van de 58 dorpshuizen in deze enquête zijn er 42 aangesloten bij het Platform. Maar ook daarbuiten kennen respondenten het PDNH goed. Twee derde is tevreden over het huidige dienstenaanbod. Men is ook positief over de verschillende soorten diensten: 4 van de 6 aangeboden diensten worden beoordeeld als relevant voor de eigen praktijk. Als onderwerpen voor advies op maat scoren het hoogst: de exploitatie; en daarna de ontwikkeling van een toekomstvisie of beleidsplan; bijna de helft van de dorpshuizen denkt in de komende twee jaar advies op maat nodig te hebben. Uitwisseling met andere dorpshuizen - Driekwart van de dorpshuisbesturen heeft behoefte aan uitwisseling met collega’s. De twee meest genoemde onderwerpen voor uitwisseling zijn: de relatie met de gemeente; en financiële zaken.
Leeswijzer – vervolg In hoofdstuk 4 en 5 zijn de details van de enquête-uitslagen weergegeven. Wie direct door wil naar de conclusies en aanbevelingen kan terecht in hoofdstuk 6.
19
>De Nieuwe Horn, Kolhorn (Hollands Kroon)
< het Rijperhuis, De Rijp (Graft – De Rijp)
>De Brink, Obdam (Koggenland)
20
4
Resultaten schriftelijke enquête
In dit hoofdstuk geven we resultaten van de enquête weer op zes onderdelen. In hoofdstuk 5 presenteren we de uitslagen over het dienstenaanbod van het PDNH. Hier presenteren we de volgende resultaten: 1. De dorpshuizen die hebben meegedaan aan de enquête 2. Een typering van deze dorpshuizen aan de hand van kenmerken als het inwoneraantal van het verzorgingsgebied, de organisatie, de gebruiksfuncties en de communicatie 3. De exploitatie en financiële positie van het dorpshuis 4. Onderhoud van het gebouw en financiering groot onderhoud 5. Relatie dorpshuis en gemeente 6. Perspectieven voor de toekomst
4.1 Welke besturen hebben de vragenlijst ingevuld? De enquête is digitaal verstuurd naar 120 dorpshuisbesturen. Van 58 besturen zijn de antwoorden op de vragenlijst verwerkt (zie verderop bij respons). Dit zijn de respondenten, op alfabetische volgorde (naam dorpskern gevolgd door naam dorpshuis): Abbekerk – De Nieuwe Haven; Abbenes – ’t Praatpunt; Andijk – Cultura; Andijk – Centrum; Andijk – Sarto; Beinsdorp - Het Eiland; Benningbroek - De Vang; Berkhout - De Ridder Sint Joris; Blaricum – dorpshuis Blaercom; Buitenkaag – De ontmoeting; Callantsoog – Kolfweid; Castricum – De Kern; Cruquius – Stichting Dorpshuis; De Rijp – Het Rijperhuis; Den Hoorn (Texel) – De Waldhoorn; Dirkshorn – De Kastanjeboom; Egmond aan den Hoef – De Hanswyk; Grootebroek – De Stek; Haringhuizen – De Oude Stal; Hauwert – De Werf; Hippolytushoef – Hippo; Hobrede – De Zwaan; Ilpendam – Dorpshuis Ilpendam; Jisp –De lepelaar; Katwoude – Dorpshuis Katwoude; Kolhorn – De Nieuwe Horn; Kreileroord – multifunctionele accommodatie; Krommeniedijk – De Horn; Kudelstaart – Podium; Landsmeer – Dorpshuis Landsmeer; Lutjebroek - Verenigingingsgebouw De Wurf; Marken - ’t Trefpunt; Midwoud – Sport en Cultuur; Nes aan de Amstel – De Nesse; Obdam – De Brink; Onderdijk – De Onderdijk; Oosterblokker – Cultureel Centrum Pancratius; Oosterend (Texel) – Gemeenschapscentrum; Oost-Knollendam – Dorpshuis Oost-Knollendam; Opperdoes – De Torenschouw; Oude Niedorp – Dorpshuis Oude Niedorp; Oudendijk – dorpshuis in Historische kerk Oudendijk; Rijsenhout – De Reede; Sint Maarten – De Klimop; Sint Maarten/Stroet – Verenigingsgebouw ’t Centrum; Spaarndam – Dorpscentrum; Twisk – De nuuwe Skoôl; Uitdam – Onder de Pannen; Uitgeest – Dorpshuis De Zwaan; Venhuizen – Dorpshuis ’t Centrum; Vogelenzang – Dorpshuis Vogelenzang; Waarland – Waarlands Dorpshuis; Warmenhuizen – Het Dorpshuis; Westwoud – De Schalm; Westzaan – De Kwaker; Wijdewormer – ’t Posthuis; Zwaagdijk-Oost – Over de Leek; Zwaanshoek – De Oase.
21
4.2. Over de respons Totale en bruikbare respons Aan 120 dorpshuizen is per mail een uitnodiging gestuurd. In totaal 73 dorpshuizen hebben ingelogd op de online vragenlijst. 15 vragenlijsten waren niet of te onvolledig ingevuld en vielen daarom af voor verwerking. Het aantal bruikbare enquêtes bedroeg 58 (dit is 48% van het totaal aantal aangeschreven dorpshuizen). De hoogte van de respons is een mooie score. Het online invullen van de schriftelijke enquête was de enige mogelijkheid om mee te doen. Aangeschreven dorpshuisbesturen deden op vrijwillige basis mee. Dan is 48% een goed resultaat en kunnen we zeggen dat de actie om een schriftelijke, online enquête uit te zetten geslaagd is. Tabel 1 RESPONSOVERZICHT ONLINE ENQUETE *
Geldige respons Ongeldige respons Non respons Totaal aantal aangeschreven dorpshuizen Niet aangeschreven op eigen verzoek *referentiedatum oktober 2012
58 15 47 120 7
% 48 13 39 100
Beperkt representatief Wat zegt deze respons over de betrouwheid van de uitslagen voor de totale categorie van dorpshuizen? Daarvoor zou een geldige respons van 80% nodig zijn geweest (minimaal 96 geldige vragenlijsten). Die respons is niet gehaald en daarom kunnen we de uitslagen van deze enquête alleen duiden als in beperkte mate representatief voor de totale categorie van 120 dorpshuizen. In kwalitatieve zin is het beeld iets gunstiger. De 58 dorpshuizen in de geldige respons vertegenwoordigen wel in redelijke mate de variatie in kenmerken die voorkomt onder alle 120 aangeschreven dorpshuizen.
Oorzaken van non respons Er is wel iets te zeggen over mogelijke oorzaken van non respons. De volledige lijst met dorpshuizen van het PDNH omvat 127 adressen. Zeven dorpshuizen hebben aangegeven geen digitale post te willen ontvangen. Aan deze groep is de uitnodiging voor deelname aan de online enquête dan ook niet verstuurd. Van de 120 verstuurde uitnodigingen hebben er 62 niet geleid tot een (geldige) respons (52%). 15 respondenten hebben wel met de unieke inlogcode de digitale vragenlijst geopend, maar hebben deze vervolgens niet of onvoldoende ingevuld. Mogelijk is de vorm, een digitale vragenlijst, een drempel geweest. Een andere verklaring voor non respons kan zijn dat een aantal accommodaties op de adreslijst zich onvoldoende herkennen in de titel ‘dorpshuis’. Voor de overige non respons kunnen diverse redenen zijn, van ‘gebrek aan tijd’, of ‘geen prioriteit’, tot ‘vergeten hebben’ de vragenlijst in te vullen.
22
Verdeling respons over gemeenten In dit onderzoek is een van de aandachtspunten hoe besturen aankijken tegen hun relatie met de gemeente. We laten in twee tabellen per gemeente de respons en de non respons zien voor de totale groep van 120 dorpshuizen. Tabel 2 geeft aan dat de totale respons (58 bruikbare enquêtes) afkomstig is uit 24 gemeenten. Ook is per gemeente aangegeven hoeveel dorpshuizen er in totaal bekend zijn bij het PDNH. Samen hebben deze 24 gemeenten 106 dorpshuizen op hun grondgebied. De gemeenten uit tabel 2 die bestaan uit meerdere dorpskernen en een (groot) buitengebied zijn: Drechterland, Graft – de Rijp, Haarlemmerliede, Harenkarspel, Hollands Kroon, Koggenland, Medemblik, Stede Broec, Texel, Waterland, Wormerland, Zeevang, Zijpe. Haarlemmermeer is met enkele zeer grote kernen, vele kleine kernen en buitengebied een combinatie van een verstedelijkte en een plattelandsgemeente. Tabel 2 RESPONS UIT 24 GEMEENTEN EN 56* DORPEN Gemeente
Aantal
Dorp met dorpshuis waarvan vragenlijst is ontvangen
Aalsmeer
1 van 1
Kudelstaart
Amstelveen
1 van 1
Nes aan de Amstel
Bergen
1 van 3
Egmond aan den Hoef
Blaricum
1 van 1
Blaricum
Bloemendaal
1 van 2
Vogelenzang
Castricum
1 van 3
Castricum
Drechterland
2 van 4
Venhuizen, Westwoud
Graft - de Rijp
1 van 2
De Rijp
Haarlemmerliede
1 van 1
Haarlemmermeer
6 van 14
Spaarndam Abbenes, Beinsdorp, Buitenkaag, Cruquius, Rijsenhout, Zwaanshoek
Harenkarspel
5 van 6
Dirkshorn, Sint Maarten, Sint Maarten/Stroet, Waarland, Warmenhuizen
Hollands Kroon
5 van 12
Haringhuizen, Hippolytushoef, Kolhorn, Kreileroord, Oude Niedorp
Hoorn
1 van 2
Oosterblokker
Koggenland
3 van 6
Berkhout, Obdam, Oudendijk
Landsmeer
1 van 3
Stede Broec
Landsmeer 11 van 14 Abbekerk, Andijk (3x), Benningbroek, Hauwert, Midwoud, Onderdijk, Opperdoes, Twisk, Zwaagdijk-Oost 2 van 3 Grootebroek, Lutjebroek
Texel
2 van 6
Den Hoorn, Oosterend
Uitgeest
1 van 1
Uitgeest
Waterland
4 van 7
Ilpendam, Katwoude, Marken, Uitdam
Wormerland
3 van 4
Jisp, Oost-Knollendam, Wijdewormer
Zaanstad
2 van 3
Krommeniedijk, Westzaan
Zeevang
1 van 3
Hobrede
Zijpe
1 van 3
Medemblik
Totaal
Callantsoog 58 van 104 dorpshuizen hebben vragenlijst ingevuld
n = 104 * In Andijk staan drie dorpshuizen, de totale respons is afkomstig uit 56 dorpen
23
Non respons Tabel 3 geeft de non respons weer van dorpshuizen uit de overige 16 Noord-Hollandse gemeenten op de adreslijst van PDNH (referentie oktober 2012). Dit betekent: in genoemde gemeenten en dorpen is wel een dorpshuis gevestigd, maar er is geen (geldige) respons van deze dorpshuizen ontvangen. Plattelandsgemeenten uit deze lijst - en die ontbreken in de respons - zijn: Beemster, Opmeer, Schermer, Wijdemeren. Dat is jammer, de uitslagen van zeven dorpshuisbesturen uit deze vier gemeenten leveren in potentie een belangrijke bijdrage aan de vraag hoe dorpshuizen op het platteland van Noord-Holland er voor staan. Tabel 3 NON RESPONS EN ONGELDIGE RESPONS UIT 22 DORPEN EN 16 GEMEENTEN non respons van dorpshuis in dorp(en)* Koedijk Sloten Driemond Westbeemster, Zuidoostbeemster Wijk aan Zee Huisduinen Enkhuizen De Noord, Veenhuizen Oudkarspel, Sint Pancras Muiderberg Hoogwoud Duivendrecht Grootschermer, Oterleek, Zuidschermer De Kwakel, Uithoorn Driehuis Kortenhoef *n = 22
Naam gemeente Alkmaar Amsterdam Sloten Amsterdam Zuid-Oost Beemster Beverwijk Den Helder Enkhuizen Heerhugowaard Langedijk Muiden Opmeer Ouder Amstel Schermer Uithoorn Velsen Wijdemeren
24
4.3. Waarin onderscheiden de dorpshuizen zich van elkaar? Het ene dorpshuis is het andere niet. Aan de hand van enkele kenmerken proberen we een beeld te schetsen van de verscheidenheid. Overeenkomsten zijn er ook. Gekeken is naar kenmerken als: • • • •
Inwoneraantal van de dorpskern (of verzorgingsgebied) Vanaf welk jaar is het huidige gebouw in gebruik als dorpshuis Organisatie: eigendom gebouw, rechtspersoon, bestuur en vrijwilligers Functies en gebruik van de ruimtes in het dorpshuis
Inwoneraantal Dorpen zijn er in soorten en maten. Het aantal inwoners van de dorpskern en bijbehorend buitengebied is een belangrijk kenmerk voor het typeren van de dorpshuizen in de respons. De kleinere dorpen (< 1500 inwoners) zijn met ruim een derde vertegenwoordigd in de uitslagen. Daarna de dorpen tussen 1500 en 2500 inwoners met ruim een kwart. 6 dorpen tellen tussen de 4000 – 6000 inwoners. Grote dorpen (meer dan 6000 inwoners) doen met 7 respondenten mee in de uitslagen. Tabel 4 INWONERAANTAL DORPSKERN PLUS BUITENGEBIED
minder dan 500 501 tot 1500 1501 tot 2500 2501 tot 4000 4001 tot 6000 meer dan 6000 n = 58
Aantal dorpen 6 16 16 7 6 7
% 38 28 12 22 100
Het gebouw De dorpshuisfunctie is in ieder dorp weer anders onderdak gebracht. Soms is een oud schoolgebouw in gebruik genomen, in een ander dorp is het een historisch kerkgebouw, een café, of voormalige sporthal. Ook zijn er voorbeelden bekend van nieuwbouw of een ingrijpende verbouwing. En er zijn in enkele dorpen multifunctionele gebouwen verrezen, waarin de dorpshuisfunctie gehuisvest, samen met bijvoorbeeld een basisschool en (para)medische dienstverleners. Tabel 4 geeft weer vanaf welk jaar de huidige functie van dorpshuis is ondergebracht in het gebouw. Dit zegt niets over een eventueel eerder gebruik van het gebouw als onderdak voor verenigingen of als gemeenschapsvoorziening. Door overname, verbouw of renovatie kunnen bestaande gebouwen in de loop van de tijd de status van ‘voor iedereen openbaar toegankelijk dorpshuis’ verkregen hebben.
25
Tabel 5 HET HUIDIGE GEBOUW IN GEBRUIK ALS DORPSHUIS NAAR JAARTAL Naam dorpshuis
Gebouw in gebruik als dorpshuis sinds
Dorpshuis Sarto (Andijk)
1950
Dorpshuis Cultura (Andijk)
1951
Podium (Kudelstaart)
1952
Dorpshuis Centrum (Andijk)
1960
Dorpshuis Oost-Knollendam
1961
De Schalm (Westwoud), De Horn (Krommeniedijk)
1962
Verenigingsgebouw Stroet
1963
‘t Rijperhuis (de Rijp), Dorpshuis Landsmeer, De Nesse (Nes a/d Amstel) De Nuuwe Skoôl (Twisk), dorpshuis Warmenhuizen
1965
Kolfweid (Callantsoog)
1968
De Ridder Sint Joris (Berkhout), De Hanswyk (Egmond aan de Hoef), De Werf (Hauwert), De Lepelaar (Jisp), De Nieuwe Horn (Kolhorn), dorpshuis Waarland, De Vang (Benningbroek), De Torenschouw (Opperdoes), De Reede (Rijsenhout) De Brink (Obdam)
1966
1970 1971 1972
De Kastanjeboom (Dirkshorn), De Klimop (Sint Maarten)
1973
‘t Praatpunt (Abbenes), Blaercom (Blaricum),
1974
‘t Post-Huijs (Wijdewormer)*, De Oase (Zwaanshoek)
1975
De Ontmoeting (Buitenkaag), De Oude Stal (Haringhuizen)
1977
Dorpshuis Oude Niedorp, dorpshuis Spaarndam, Onder de Pannen (Uitdam) Dorpshuis Katwoude
1978
Verenigingsgebouw Lutjebroek
1980
Dorpshuis Ilpendam
1981
De Kwaker (Westzaan)
1984
De Kern (Castricum)
1985
De Zwaan (Hobrede)
1991
Dorpshuis Hippolytushoef
1996
Dorpshuis Vogelenzang, Sport en Cultuur Midwoud
1997
Pancratius (Oosterblokker)
2004
‘t Centrum (Andijk)
2005
De Zwaan (Uitgeest), mfa Kreileroord
2006
Dorpshuis Cruquis
2007
De Stek (Grootebroek)
2009
‘t Trefpunt (Marken), Dorpshuis De Onderdijk
2010
Mfa Over de Leek (Zwaagdijk-Oost)
2011
Overig (3 respondenten)
1979
Weet jaartal niet
n = 58 *) ’t Post-Huijs te Neck, Wijdewormer wordt medio 2013 gehuisvest in een multifunctionele accommodatie, deze mfa vervangt het oude gebouw uit 1975.
26
Samenvattend: twee derde van de dorpshuizen is 30 jaar of langer gehuisvest in hetzelfde gebouw. 10 dorpshuizen zijn in de afgelopen tien jaar (opnieuw) gehuisvest in een nieuw of (gedeeltelijk) vernieuwd gebouw.
De organisatie Eigenaar van het gebouw Bijna driekwart (74%) van de dorpshuizen is in eigendom van een stichting of vereniging (43 keer). 7 dorpshuizen zijn eigendom van een gemeente (14% van de respons). En 6 dorpshuizen zijn eigendom van een woningbouwvereniging. Tabel 6 EIGENAAR VAN HET GEBOUW
Stichting dorpshuis/verenigingsgebouw Dorpscommissie of Veren. Dorpsbelang Gemeente Woningbouwvereniging Anders, wel stichtingsvorm n = 58
Aantal dorpshuizen 41 2 7 6 2
% 74 12 11 3 100
Gebouwen die eigendom zijn van de gemeente staan in: Abbenes, Beinsdorp, Rijsenhout, Zwaanshoek (Haarlemmermeer); Kreileroord (Hollands Kroon); Vogelenzang (Bloemendaal); Grootebroek (Stede Broec). nb. In Neck (dorpskern in Wijdewormer, Wormerland) zal medio 2013 de dorpshuisfunctie worden ondergebracht in een nieuw te bouwen multifunctionele accommodatie. Gebouwen eigendom van een woningbouwvereniging staan in: Marken (Waterland); Onderdijk (Medemblik); Uitdam (Waterland); Venhuizen (Drechterland); Westzaan (Zaanstad); Zwaagdijk-Oost (Medemblik). Historische kerken In Oosterblokker(Hoorn) en in Oudendijk (Koggenland) is de dorpshuisfunctie ondergebracht in een historisch kerkgebouw. In beide dorpen is een aparte stichting eigenaar van het gebouw. Rechtsvorm bestuur Bijna alle dorpshuisbesturen hebben de stichting als rechtsvorm (97%). Tabel 7 RECHTSPERSOON BESTUUR DORPSHUIS
Stichting Vereniging Anders n = 58
56 0 2
% 97 0 3 100
Statutaire doelstelling Iets minder dan een derde (29%) van de besturen geeft aan dat de verhuur van ruimte(s) aan derden 27
de hoofddoelstelling is. Ruim een derde geeft aan dat zowel verhuur van ruimte als het aanbieden van activiteiten samen de belangrijkste doelstellingen zijn. 28% van de besturen legt de volgorde net andersom: het aanbieden van activiteiten staat voorop, daarna komt de verhuur van ruimtes. Voor een minderheid (5%) is het aanbieden van activiteiten de hoofddoelstelling. Tabel 8 STATUTAIRE DOELSTELLING
Alleen verhuur van ruimte(s) aan derden Verhuur van ruimtes plus aanbieden activiteiten Aanbieden van activiteiten plus verhuur ruimtes Aanbieden van activiteiten is hoofddoelstelling n = 58
% 29 38 28 5 100
17 22 16 3
Aanstelling van bestuursleden Bij de aanstelling van bestuursleden geldt dat bijna de helft (45%) van de dorpshuizen vraagt aan mensen om op persoonlijke titel plaats te nemen in het bestuur. Voor 40% geldt een combinatie: bestuursleden worden gevraagd uit de groep gebruikers én op persoonlijke titel. Slechts voor 3 dorpshuizen is vertegenwoordiging namens gebruikers de hoofdregel. Tabel 9 AANSTELLING BESTUURSLEDEN
Op persoonlijke titel Combinatie van vertegenwoordiging en op persoonlijke titel Vertegenwoordiging namens gebruikers Anders N = 58
% 45 40 5 10 100
26 23 3 6
Werven bestuursleden Bijna de helft (45%) van de besturen zegt veel moeite te moeten doen voor het werven van nieuwe bestuursleden. Bij een derde kost de werving wel moeite, maar niet al te veel. Nog eens 12% moet bijzonder veel moeite doen om bestuursleden te werven. Voor de overige 12% kost het werven weinig of geen enkele moeite. Tabel 10 WERVEN BESTUURSLEDEN
Veel moeite Niet veel, maar ook niet weinig moeite Bijzonder veel moeite Weinig moeite Geen enkele moeite n = 58
26 18 7 6 1
28
% 45 31 12 10 2 100
Dagelijks beheer Onder dagelijks beheer vallen taken zoals agendabeheer, barwerkzaamheden, inkoop, schoonmaken, klein onderhoud of het organiseren van aktiviteiten. Kijken we naar alle dorpshuizen dan geeft een kwart (26%) van de besturen aan dat deze taken door uitsluitend vrijwilligers gedaan worden. Nog eens een kwart (24%) geeft aan dat dit taken voor de pachter zijn. In bijna een derde (31%) van de dorpshuizen is dit een gedeelde taak voor de betaalde beheerder en vrijwilligers samen. Kijken we naar de 22 dorpshuizen die staan in woonkernen tot 1500 inwoners, dan zien we dat het vrijwilligerswerk verhoudingsgewijs toeneemt. In deze categorie is het aantal verpachte dorpshuizen klein (in absoluut aantal slechts drie van de 22). Tabel 11 UITVOERING DAGELIJKS BEHEER
combinatie betaald beheerder én vrijwilligers uitsluitend door vrijwilligers uitsluitend door de pachter uitsluitend door de betaalde beheerder(s) door dagelijks bestuur
Alle dorpen 18 15 14* 9 2 n =58
% 31 26 24 16 3 100
Dorpen <1500 inwoners 6 9 3 3 1 22
Dorpen waar de horeca van het dorpshuis of het dorpshuis in zijn geheel is verpacht : Andijk (Cultura; Sarto); Berkhout (de Ridder Sint Joris); Callantsoog (Kolfweid); De Rijp (Rijperhuis); Dirkshorn (de Kastanjeboom); Hauwert (de Werf); Ilpendam (dorpshuis Ilpendam); Katwoude (dorpshuis Katwoude); Kreileroord (mfa Kreileroord); Opperdoes (de Torenschouw); Warmenhuizen (Het Dorpshuis); Westwoud (de Schalm); Wijdewormer (’t Post-Huijs). Aantal vrijwilligers De meeste dorpshuizen (52%) hebben een groep van 1 tot 10 vrijwilligers die taken horend bij het dagelijks beheer uitvoert. Bij nog eens negen dorpshuizen (16%) is er een groep van 11 tot 20 vrijwilligers die klussen in het dagelijks beheer doet. En bij 4 dorpshuizen gaat het om nog grotere aantallen (lees: meer dan 20) vrijwilligers. Tabel 12 AANTAL VRIJWILLIGERS EN DAGELIJKS BEHEER % 14 24 30 52 9 16 3 5 1* 2 0 0 1 2 n = 58 100
Geen 1 tot 10 11 tot 20 21 tot 50 51 tot 100 Meer dan 100 Weet niet *Dorpshuis De Horn te Krommeniedijk
29
<1500 inwoners 4 15 2 1* n = 22
Werven van vrijwilligers Voor 29 dorpshuisbesturen kost het werven van vrijwilligers enige moeite. 13 besturen zeggen dat het werven veel moeite kost. Bij 7 dorpshuizen kost het werven weinig moeite. En 5 besturen zijn van mening dat het werven bijzonder veel moeite kost. 4 besturen omschrijven het werven van vrijwilligers als ‘geen enkele moeite’. Voor de kleinere woonkernen blijken deze cijfers niet veel anders te zijn. De categorie veel moeite is hier lager (14%) en de categorie weinig moeite is hoger (18%). Voor de andere categorieën liggen de scores ongeveer gelijk met de totale groep woonkernen. Tabel 13 WERVEN VRIJWILLIGERS % 29 50 13 22 7 12 5 9 4 7 n = 58 100
Niet veel, maar ook niet weinig moeite Veel moeite Weinig moeite Bijzonder veel moeite Geen enkele moeite
< 1500 inwoners 12 3 4 2 1 n = 22
Functies en activiteiten Gebruik van de ruimtes Aan besturen is gevraagd welke activiteiten, voorzieningen en functies hun plek vinden in het dorpshuis. Alle 58 respondenten noemen de verhuur aan verenigingen en groepen uit het dorp. Ook voor allerlei sociaal-culturele activiteiten is er volop plaats in bijna alle dorpshuizen (56 van de 58). Verder scoren hoog de zaalverhuur aan maatschappelijke organisaties (52 van de 58); en ook het dorpshuis als plek voor ontmoeting op bijzondere feestdagen als de Nieuwjaarsborrel en Koninginnedag (52 van 58). De verhuur voor bruiloften en partijen gebeurt in 70% van de dorpshuizen (41 van 58). De helft van alle dorpshuizen heeft één of meer ruimtes voor sportbeoefening door verenigingen. Het basisonderwijs kan in ruim twee derde van de dorpshuizen terecht voor de gymnastiekles. In iets minder dan een derde van de dorpshuizen is ruimte verhuurd aan (para)medische voorzieningen als logopedie, fysiotherapeut, huisarts. Een voorziening als het wijksteunpunt, met voornamelijk ouderen als gebruikers, wordt 13 keer genoemd. Tabel 14 ACTIVITEITEN EN VOORZIENINGEN IN HET DORPSHUIS *)
Verhuur aan verenigingen en groepen uit het dorp Sociaal-cultureel: (muziek- en toneel)uitvoeringen, voorstellingen, oefenruimte, biljartruimte Open Huis, nieuwjaarsborrel, Koninginnedag voor het dorp Verhuur voor bruiloften en partijen Verhuur voor vergaderingen, cursussen, evenementen aan organisaties van buiten het dorp 30
Aantal dh 58 56
15 14
52 41 52
13 11 13
%
Bibliotheekvestiging of –steunpunt Kinderopvang Peuterspeelzaal Buitenschoolse opvang Sportzaal voor verenigingen Sportzaal voor gymnastiek basisonderwijs Consultatiebureau (peuters) of Centrum voor Jeugd en Gezin WMO-loket Dagbesteding voor mensen met een beperking Commerciële voorziening: bank, servicepunt PostNL, schoonheidssalon Vestiging (para)medische voorziening: arts, fysiotherapeut, overig Wijksteunpunt / dorpssteunpunt / spreekuur ouderenadviseur Anders: condoleance/uitvaart, stembureau, spreekuur College B&W Totaal *) meerdere antwoorden waren mogelijk; dh = dorpshuizen
12 4 9 4 29 22 4 4 5 3 18 13 4 N = 390
3 1 2 1 8 6 1 1 1 1 5 3 1 100
Bezoekersaantallen Aan de besturen is gevraagd naar aantallen bezoekers. Over het algemeen zijn dorpshuizen geopend van maandag tot en met vrijdag. Daarnaast zijn dorpshuizen soms ook in het weekend geopend, bijvoorbeeld voor uitvoeringen, exposities, evenementen of feesten. De meeste (sociaal-culturele) activiteiten vinden plaats in het najaar, in de winter en in het voorjaar. Bijna driekwart (74%) zegt niet aan registratie van bezoekersaantallen te doen. En 14% houdt alleen een registratie bij op type huurder (de toneelclub, de vrouwenvereniging, bedrijf X, enzovoort) en niet op aantallen deelnemers of bezoekers. Bij deze uitslagen is een kanttekening op zijn plaats. De categorie ‘geen registratie’ is in deze respons hoog. Onze verwachting is dat de onder de pachters en betaalde beheerders een aantal zijn die wel een vorm van bezoekersregistratie bijhouden. Hier zijn geen uitslagen van te geven. Tabel 15 REGISTRATIE BEZOEKERSAANTALLEN
Geen registratie Registratie alleen op type huurder Een schatting per week Registratie per type huurder, inclusief aantal personen N = 57
Aantal 43 8 4 2
% 74 14 8 4 100
Veranderingen in gebruik van de ruimtes Hoe de ruimtes in het dorpshuis gebruikt worden, door wie en voor welke activiteit, dit verandert telkens door de tijd heen. Aan de dorpshuisbesturen is gevraagd om over de afgelopen vijf jaar verdwenen én nieuwe activiteiten te noemen. Uit het dorpshuis verdwenen activiteiten 23 dorpshuizen geven aan dat er geen activiteiten verdwenen zijn in de afgelopen vijf jaar, dat is bijna 40%. 35 dorpshuizen (60%) noemen wel één of meer verdwenen activiteiten. 31
Tabel 16 VERDWENEN ACTIVITEITEN Aantal keer genoemd gym of andere sportieve activiteit activiteiten specifiek voor ouderen toneel, muziek, hobby, carnaval aanbod voor jonge kinderen (speel-o-theek, BSO, peuterspeelzaal, basisschoolgym)
19 2 9 9
(para)medisch en commerciële dienstverleners Overig: brandweer, ondernemersvereniging, Rotary, plattelandsvrouwen (elk 1 keer genoemd)
6 4
Totaal 51 activiteiten *) meerdere antwoorden waren mogelijk. Negentien besturen noemen één verdwenen activiteit, twee besturen noemen er twee; en veertien besturen noemen drie verdwenen activiteiten. Nieuwe activiteiten 18 besturen (31%) geven aan dat er in de afgelopen vijf jaar maar liefst 3 nieuwe huurders of activiteiten zijn bij gekomen. 16 dorpshuizen (28%) geven één nieuwe activiteit of huurder op. En bij 9 dorpshuizen (15%) zijn dat er2. In 15 dorpshuizen (26%) is geen enkele nieuwe activiteit of huurder aangetreden. Tabel 17 NIEUWE ACTIVITEITEN OF HUURDERS % Een nieuwe activiteit of nieuwe huurder Twee nieuwe activiteiten of nieuwe huurders Drie nieuwe activiteiten of nieuwe huurders Niet van toepassing, geen nieuwe activiteit of huurder n = 58
16 9 18 15
28 15 31 26 100
Welke activiteiten worden zoal genoemd? Er is geen duidelijke categorie die eruit springt voor meerdere dorpshuizen. Onderstaande voorbeelden zijn daarom alleen te lezen als illustratie van een nieuwe activiteit of nieuwe huurder in het dorpshuis. PARAMEDISCH - In de sfeer van (para)medisch, organisaties vanuit de zorg zijn genoemd : logopedie, fysiotherapie, bloedprikpost, wijksteunpunt, wmo-loket, GGD/Centrum voor Jeugd en Gezin, dagopvang voor ouderen, GGZ, opvang geestelijk gehandicapten, een kapsalon. SOCIAAL-CULTURELE ACTIVITEITEN - Voorbeelden van sociaal-culturele activiteiten of dienstverlening
gericht op volwassenen zijn: oefenruimte voor muziekgroep of zangkoor, toneel/theater/filmvoorstelling, bridgen en biljarten, kookworkshop, senioren die samen eten, muziekles, steunpunt bibliotheek, diverse cursussen. KINDEREN - Als activiteit (of organisatie met een aanbod voor kinderen) zijn genoemd: kinderopvang
(3 keer), kinderballet, -streetdance, jeugdsoos, activiteiten door de jeugdraad, quizavond.
32
SPORT EN BEWEGEN - Activiteiten gericht op sport en bewegen: tafeltennis, ballet, yoga, zumba,
streetdance, fitness, sport voor senioren 55+, volleybal, kolfsport. OVERIG - verhuur voor bedrijven, voor (familie)feesten, spreekuur burgemeester en wethouders,
huwelijksvoltrekking.
Communicatie Een eigen website Een ruime meerderheid van de dorpshuizen (71%) maakt haar organisatie en activiteiten bekend op een website (41 keer). De overige dorpshuizen (29%) doen dit niet. In Bijlage 2 vindt u een overzicht van de webadressen van de dorpshuizen in de respons. Contact met de vaste gebruikers Vrijwel alle dorpshuizen hebben te maken met een groep ‘vaste’ gebruikers: de verenigingen, organisaties en initiatieven die het hele jaar door, of gedurende een vaste periode, één of meer ruimtes in het dorpshuis huren. Er is gevraagd naar de wijze waarop het bestuur in 2012 bij deze vaste gebruikers heeft gevraagd naar wensen, verwachtingen en tevredenheid. Twee derde (66%) heeft contact via een periodiek gebruikersoverleg. Slechts 12% peilt via een schriftelijke vragenlijst de wensen en verwachtingen. En 86% gebruikt ook het informele contact om informatie te verkrijgen van de gebruikers. Tabel 18 CONTACT EN OVERLEG MET VASTE GEBRUIKERS * Ja
%
Nee
%
In een periodiek gebruikersoverleg
38
66
20
34
Via een schriftelijke vragenlijst
7
12
51
88
Op informele wijze, in een persoonlijk contact
50
86
8
14
n = 58 *meerdere antwoorden waren mogelijk Nog eens 6 besturen geven een andere, aanvullende wijze van contact en overleg aan. 3 besturen noemen de jaarvergadering als moment voor contact. Eén dorpshuis noemt het jaarlijks overleg met de raad van toezicht. En 2 besturen doen oproepen in een lokale dorpskrant. Ideeën peilen Er is ook gevraagd naar de manier waarop het dorpshuis onder de dorpsbewoners de wensen en ideeën inventariseert over het aanbod aan activiteiten. De meest gebruikte methode (81%) is via het informele contact. Ruim een derde (38%) van de dorpshuizen doet ook oproepen in de krant of op de eigen website. De ideeënbus is in 12% van de dorpshuizen aanwezig. Minder gebruikt zijn vragenlijsten via de eigen website (9%) of huis-aan-huis (5%). 11% van de besturen zegt nooit te vragen naar ideeën en meningen.
33
Tabel 19 PEILING IDEEËN EN WENSEN * Ja
%
Nee
%
Informeel, geen vaste werkwijze of regelmaat
47
81
11
19
Via een huis-aan-huis schriftelijke vragenlijst
3
5
55
95
Via de ideeënbus die in ons dorpshuis hangt
7
12
51
88
Via een online vragenlijst op onze website
5
9
53
91
Via een oproep in (dorps)krant of op de website
22
38
36
62
Wij vragen nooit naar ideeën en meningen
11
19
47
81
Anders
6
10
52
90
n = 58 *Meerdere antwoorden waren mogelijk Bij de categorie Anders zijn genoemd: via de Facebook pagina; op de vergadering van het Algemeen Bestuur; tijdens keukentafelgesprekken; op het gebruikersoverleg; artikelen in lokale kranten; tijdens de jaarvergadering. Contact met de dorpsraad In ruim 100 dorpen in Noord-Holland bestaat een vorm van bewonersvertegenwoordiging, met namen zoals dorpsraad, vereniging dorpsbelang, contactcommissie. Er is gevraagd of er een dorpsraad bestaat, en zo ja wat de frequentie van overleg met dit orgaan is. In 15 dorpen is geen dorpsraad aanwezig. In de 43 dorpen waar wel een dorpsraad bestaat, zegt bijna de helft (19 besturen) alleen op adhocbasis overleg te voeren met de dorpsraad. 14 dorpshuisbesturen overleggen een of meer keer per jaar met de dorpsraad. 10 besturen geven aan dat er nooit overleg is met de dorpsraad. Tabel 20 OVERLEG MET DORPSRAAD % Er is alleen overleg op ad-hocbasis Niet van toepassing, er is geen dorpsraad Een keer per jaar of meer Er is een dorpsraad, maar we hebben nooit overleg n = 58
34
19 15 14 10
33 26 24 17 100
4.4. De exploitatie en financiële positie van het dorpshuis Inkomstenbronnen Aan de besturen is gevraagd welke inkomstenbronnen het dorpshuis had in de afgelopen drie jaar. Bijna alle dorpshuizen (95%) noemen inkomsten uit de verhuur van ruimte(s). Ruim twee derde (71%) noemt barinkomsten, maar vermoedelijk geeft dit cijfer niet de echte situatie weer. Uit tabel 11 blijkt immers dat in 14 dorpshuizen de horeca verpacht is. Ons vermoeden is dat een aantal respondenten geen inzicht heeft in deze inkomstenbron juist vanwege de omstandigheid van verpachte horeca; wij nemen aan dat dit de reden is dat de score op ‘barinkomsten’ lager is dan verwacht zou mogen worden. Nog eens 60% zegt uit een subsidie van de gemeente inkomsten te hebben (gehad). Een kwart (26%) had inkomsten uit sponsorgelden. Dorpsacties leverden bij 19% ook nog inkomsten op. Tabel 21 INKOMSTENBRONNEN
Verhuur van ruimte Barinkomsten Subsidie van de gemeente Geld via fondsen Sponsoring Dorpsacties: bewonersbijdrage, veiling, loterij, etc via Vrienden van het dorpshuis Anders: inkomsten uit verpachten dorpshuis in totaliteit (1x); of alleen van horecagedeelte (3x); entreegelden evenementen (2x); gelden uit plaatsing antennes op het dak (1x) n = 58
Ja
%
Nee
%
55 41 35 26 15 11 8 6
95 71 60 45 26 19 14 10
3** 17 23 32 43 47 50 52
5 29 40 55 74 81 86 90
* meerdere antwoorden waren mogelijk
**Van Buitenkaag, Kreileroord en Zwaanshoek is in deze categorie geen score ontvangen.
Onderscheid huurprijs naar aard en doel van de activiteit Dorpshuizen bieden in de eerste plaats onderdak aan verenigingen en sociaal-culturele initiatieven uit het dorp. Deze organisaties en groepen werken over het algemeen zonder winstoogmerk en zijn niet-commercieel. Vaak zijn zij voor de uitvoering van hun programma en activiteiten - naast vrijwilligerswerk - zelf afhankelijk van subsidies, sponsoring en fondsen. Ruim twee derde (69%) van de besturen maakt voor het vaststellen van de huurprijs een onderscheid tussen de niet-commerciële gebruikers en de commerciële gebruikers. Iets minder dan een derde (31%) doet dit niet. In de kleinere woonkernen (< 1500 inwoners) rekent het bestuur in bijna driekwart (73%) van de gevallen een andere huurprijs bij niet-commercieel gebruik van de ruimte. Tabel 22 ONDERSCHEID MAKEN NAAR SOORT HUURDER OF GEBRUIK % Ja Nee n = 58
40 18
35
69 31 100
Nieuwe inkomstenbronnen Twee derde (65%) van de besturen heeft sinds 2011 geen nieuwe inkomstenbronnen gevonden. Een derde (35%) heeft dit wel. Tabel 23 NIEUWE INKOMSTENBRONNEN % Niet van toepassing, geen nieuwe inkomstenbron Aantal dorpshuizen met 1 tot 3 nieuwe inkomstenbronnen n = 58
38 20
65 35 100
6 besturen noemen fondsenwerving als extra inkomstenbron (waarvan twee via de Stichting Vrienden van het dorpshuis). In 10 dorpshuizen is het gelukt om de aanwezige ruimtes vaker voor losse vergaderingen of aan een vaste (commerciële) organisatie te verhuren. 9 dorpshuizen organiseren zelf meer activiteiten (feesten, evenementen, Koninginnedag, culturele avonden) die extra inkomsten opleveren. 7 besturen noemen sponsoring door lokale bedrijven als extra bron. Verder zijn genoemd: een eenmalige subsidie van de provincie Noord-Holland, een kostenreductie op de energienota na aansluiting bij Dorpsstroom; of door het combineren en delen van de kosten met het kerkbestuur. Financiële positie Aan besturen is gevraagd hoe zij de financiële positie van het dorpshuis op dit moment (oktober 2012) beoordelen. Een derde (19 respondenten, dit is 33%) beoordeelt deze als voldoende. Nog eens 19 besturen (33%) beoordelen de financiële positie als matig. En 12 respondenten (21%) beoordelen deze als goed. Bij 7 dorpshuizen ( 12%) beoordeelt het bestuur de financiële positie als slecht. Tabel 24 BEOORDELING FINANCIËLE POSITIE
Goed Voldoende Matig Slecht Weet niet n = 58
12 19 19 7 1
% 21 33 33 12 1 100
Verwachtingen over financiële positie Aan besturen is ook gevraagd of zij verwachten dat er in de komende twaalf maanden verbetering zal komen in de financiële positie van hun dorpshuis. 61% van de respondenten heeft op deze vraag geen antwoord gegeven of zegt dit niet te weten. Een flink aantal (33) respondenten blijkt niet op de hoogte te zijn van de details van de financiën. Een verklaring hiervoor kan zijn dat veelal de secretaris, en niet de penningmeester, de enquête heeft ingevuld. 13 dorpshuizen verwachten geen verbetering in de financiële positie. En 10 dorpshuizen verwachten dit wel. Vermoedelijk moeten deze antwoorden als een gemaakte schatting beoordeeld worden, en in mindere mate als een hard gegeven.
36
Tabel 25 VERWACHTINGEN OVER FINANCIËLE POSITIE
Ja, wij verwachten verbetering 10 Nee 13 Weet niet 3 Geen antwoord gegeven 33 n = 58 nb. 36 besturen hebben géén antwoord gegeven of weet het antwoord niet
% 17 22 4 57 100
De groep dorpshuizen die wel verbetering in de financiële positie verwacht, geeft als toelichting: het dorpshuis is sinds kort verpacht (2 keer genoemd); men verwacht meer inkomsten uit nieuwe of extra verhuur en activiteiten (5 keer genoemd); na een verbouwing is het dorpshuis beter geschikt voor verhuur (1 keer genoemd); door een bijdrage van de gemeente zal de financiële positie verbeteren (1 keer genoemd). De groep die geen verbetering verwacht noemt als redenen: de afbouw of het stopzetten van de subsidie door gemeente (6 keer genoemd); gelijkblijvende of minder (bar- of huur)inkomsten (3 keer genoemd); op korte termijn verwacht men meer onderhoudskosten (3 keer genoemd).
De relatie met andere zaalverhuurders in het dorp Meerdere dorpshuizen staan in dorpen waar ook andere accommodaties ruimtes verhuren voor het verenigingsleven of (dorps)evenementen. Denk hierbij aan horeca (hotels, restaurants, cafés), aan verenigingsgebouwen, inclusief kerken; aan sportaccommodaties, aan buurt- of wijkcentra en aan schoolgebouwen. Aan de besturen is gevraagd welke andere openbare accommodaties mét zaalverhuur er zijn in het dorp. Bij een ruime meerderheid (bijna 60% of meer) is er andere accommodatie met zaalverhuur: horeca, verenigingsgebouwen en sportkantines scoren het vaakst. 12 besturen geven aan dat er geen enkele andere accommodatie in het dorp is. In deze groep is het percentage ‘kleinere dorpen tot 1500 inwoners’ hoger. Tabel 26 ANDERE OPENBARE ACCOMMODATIES MET ZAALVERHUUR aantal keer genoemd % Horecagelegenheid met zaalverhuur 38 65 Verenigingsgebouw, inclusief kerkgebouw 38 65 Sportkantine of sporthal 34 59 Multifunctionele Accommodatie of Brede School 5 Wijkcentrum/wijksteunpunt 4 Er zijn geen andere accommodaties met zaalverhuur 12 21* Anders: meerdere dorpshuizen in één dorp 3 N = 58 meerdere antwoorden waren mogelijk *Van de dorpen tot 1500 inwoners is deze antwoordmogelijkheid door 9 van de 21 respondenten in deze subcategorie aangekruist.
37
Concurrentie Voor 23 dorpshuizen geldt dat zij een of meer aanbieder(s) van zaalverhuur in hetzelfde dorp als een concurrent ervaren. Nog eens 23 dorpshuizen zien andere aanbieders niet als concurrent. En 12 dorpshuizen kunnen hier geen beoordeling van geven. Tabel 27 CONCURRERENDE AANBIEDERS VAN ZAALRUIMTE
Ja Nee Weet niet n = 58
23 23 12
20 respondenten geven een toelichting, te lezen als illustratie. Een enkele noemt een concrete accommodatie waarmee het dorpshuis concurreert als zaalverhuurder. ‘De sportverenigingen hebben het moeilijk, zij bieden onze klanten die bij ons komen voor dart, sjoelen, bridge en zang ook hun ruimte aan.’ Het plaatselijke café biedt ook te huren ruimtes aan. Verder is er nog een cultureel centrum, dat dit ook doet. Mensen, die een feest op het dorp willen houden hebben een keuze tussen het partycentrum en het dorpshuis. De cafés ronselen onder de leden van zumba en de biljartclub. In verband met volledige bezetting van onze sportaccommodatie in de avond wijkt bijvoorbeeld een sportclub uit naar het gymlokaal/aula van een school ‘Zorgbedrijf Evean verhuurt ruimten in het bejaardencentrum.’ Paracommercie Dorpshuizen hebben over het algemeen een beperkte drank- en horecavergunning, passend bij hun niet-commerciële doelstelling. Reguliere, commerciële horeca-activiteiten zijn voorbehouden aan cafés, restaurants, enzovoort. Voor bestuur en beheerder of pachter en is het belangrijk dat er geen onduidelijkheden of klachten ontstaan over de horeca in het dorpshuis8. Dit kan voorkomen worden, bijvoorbeeld door het maken van afspraken tussen dorpshuis en commerciële horeca. In de enquête is hierover een vraag gesteld. Bijna de helft (28 besturen, 48%) heeft géén afspraken en een kwart (15 dorpshuizen) doet dit wel. Voor 15 dorpshuizen is de vraag niet van toepassing, er is geen commerciële horeca in het dorp. Tabel 28 AFSPRAKEN MET HORECA
Nee Ja Niet van toepassing
% 48 26 26
28 15 15
100
n = 58
11 besturen geven een toelichting. De goede verstandhouding met horeca is 5 keer genoemd.
8
De gemeente of het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) van Horeca Nederland ziet toe op de naleving van de regels rond drank- en horecavergunning.
38
Eén dorpshuis meldt dat het bargedeelte van het dorpshuis als commerciële horeca is erkend en men doet mee aan gemeentelijk horeca-overleg. 4 dorpshuizen melden dat de horeca is verpacht. Eén dorpshuis geeft aan dat de horeca in het dorp het dorpshuis ziet als een concurrent, ‘de relatie is als water en vuur’.
4.5. Onderhoud van het gebouw Aan de besturen is gevraagd hoe zij de staat van onderhoud van het gebouw (referentiejaar 2012) beoordelen. Een ruime helft (33 dorpshuizen) beoordeelt deze als goed. Volgens 22 besturen is het onderhoud redelijk te noemen. En 3 besturen beoordelen de staat van onderhoud als slecht. Tabel 29 STAAT VAN ONDERHOUD VAN HET GEBOUW
Goed Redelijk Slecht n = 58
33 22 3*
% 57 38 5
*inclusief huidig dorpshuis van Wijdewormer; voor 2013 staat hier de oplevering van een nieuw mfa gepland.
Achterstallig onderhoud Een grote meerderheid (43 besturen, dit is 74%) is van mening dat er op dit moment geen sprake is van achterstallig onderhoud. Bij 14 dorpshuizen (24%) is dit wel het geval. Eén respondent geeft aan niet te weten of er sprake is van achterstallig onderhoud. Tabel 30 ACHTERSTALLIG ONDERHOUD
Ja Nee Weet niet n = 58
% 24 74 2 100
14* 43 1
*inclusief drie dorpshuizen die eigendom zijn van een gemeente, namelijk de dorpshuizen in Abbenes, Kreileroord en Rijsenhout
Noodzaak voor groot onderhoud, renovatie of verbouwing 5 besturen geven aan dat groot onderhoud binnen één jaar noodzakelijk is. 14 besturen geven aan dat dit over 2 tot 5 jaar nodig is. Voor 18 besturen is renovatie of verbouwing nodig over 5 tot 10 jaar. En 21 besturen denken aan groot onderhoud over meer dan 10 jaar. Tabel 31 NOODZAAK VOOR GROOT ONDERHOUD, RENOVATIE OF VERBOUWING Alle respondenten Binnen één jaar Tussen 2 en 5 jaar
5* 14
% 9 24
Tussen 5 en 10 jaar
18
31
Over meer dan 10 jaar n = 58
21
36 100%
Eigenaar is gemeente of woningcorporatie 0 2** 5 6 n = 13
*dorpshuis te Berkhout, Castricum, Midwoud, Nes aan de Amstel, Wijdewormer/Neck **dorpshuis te Rijsenhout en Westzaan
39
Financiering toekomstig groot onderhoud Van 40 dorpshuizen is informatie te geven. 18 dorpshuizen menen voldoende te kunnen reserveren uit de huidige exploitatie (18 van de 40). Bij 9 dorpshuizen draagt de gemeente (nog) bij aan de financiering van groot onderhoud. Slechts 5 dorpshuizen geven aan dat er andere, aanvullende bronnen zijn voor financiering groot onderhoud. 18 dorpshuizen hebben geen informatie gegeven over de financieringsbronnen voor groot onderhoud. Dit is inclusief de 13 dorpshuizen waarvan het gebouw eigendom is van een gemeente of een woningbouwcorporatie. Tabel 32 FINANCIERINGSBRONNEN GROOT ONDERHOUD, RENOVATIE OF VERBOUWING n
Ja
%
Nee
%
geen info
Uit huidige exploitatie kan voldoende worden gereserveerd
40
18
45
22
55
18
De gemeente draagt bij aan toekomstig groot onderhoud, te weten: blaricum, harenkarspel, medemblik, stede broec Wij hebben andere, aanvullende financiële bronnen
40
9
23
31
77
18
40
5
13
35
87
18
n = 58
Financiering van groot onderhoud Aan de besturen is gevraagd hoe zij de financiering van groot onderhoud beoordelen. 40 besturen hebben informatie gegeven. Voor 11 besturen is de financiering geen probleem en 20 zien dit als een beperkt probleem. 9 besturen beoordelen financiering als een groot probleem. Geen van de 40 respondenten noemt dit een onoplosbaar probleem. Tabel 33 BEOORDELING VAN FINANCIERING GROOT ONDERHOUD *) Absoluut aantal
een beperkt probleem geen probleem een groot probleem *) een onoplosbaar probleem n = 40
20 11 9 0
*Dorpshuizen die financiering van groot onderhoud op dit moment beoordelen als GROOT PROBLEEM: De Nieuwe Haven, Abbekerk; Dorpshuis Sarto, Andijk; De Ridder Sint Joris, Berkhout; De Lepelaar, Jisp; De Nieuwe Horn, Kolhorn; Podium, Kudelstaart; Verenigingsgebouw De Wurf, Lutjebroek; De Nesse, Nes aan de Amstel; Dorpshuis Waarland, Waarland.
40
4.6. Relatie met de gemeente Een belangrijk onderwerp in deze enquête is de vraag hoe dorpshuisbesturen aankijken tegen hun relatie met de gemeente. Er is gevraagd naar de contacten met het gemeentebestuur en met de ambtelijke organisatie. Overleg met het gemeentebestuur 51 van de 58 dorpshuisbesturen hebben in de afgelopen twee jaar één of meer keren overleg gehad met een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur. 3 besturen willen graag overleg. En 4 besturen hebben geen behoefte aan contact en overleg. Tabel 34 OVERLEG MET GEMEENTEBESTUUR % 51 88 5 3 7 4
Ja Nee, maar willen dit wel graag Nee en we hebben ook geen behoefte aan overleg n = 58
Aanspreekpunt op ambtelijk niveau 48 respondenten kenden in 2012 het ambtelijk aanspreekpunt voor dorpshuizen bij de gemeente. Bij 7 dorpshuisbesturen is dit niet het geval. Tabel 35 AANSPREEKPUNT OP AMBTELIJK NIVEAU
Ja Nee Anders, vanwege fusie tot grotere gemeente nog niet bekend n = 58
% 83 12 5
48 7 3
Financiële relatie Ruim een derde (38%) van de dorpshuisbesturen geeft aan geen financiële relatie te hebben met de gemeente. De overige dorpshuizen hebben wel een financiële relatie. Bij 17 dorpshuizen is de ondersteuning in 2012 lager uitgevallen dan die in 2011 was. Bij 16 dorpshuizenis de bijdrage gelijk gebleven. En voor 2 dorpshuizen is de bijdrage van de gemeente in 2012 juist hoger. Slechts één dorpshuisbestuur antwoordt met ‘weet niet’. Tabel 36 FINANCIËLE ONDERSTEUNING DOOR DE GEMEENTE
Niet van toepassing, er is geen financiële relatie is lager dan in 2011 is ongeveer gelijk gebleven is hoger dan in 2011 weet niet n = 58
22 17 16 2 1
41
% 38 29 28 3 <2
Gevolgen van lagere financiële ondersteuning A. Lagere financiële steun door de gemeente is genoemd door 17 besturen. 11 daarvan zien dit als een op te lossen probleem voor de exploitatie. En voor 6 besturen betekent de korting een groot probleem, het voortbestaan van het dorpshuis staat op het spel. Tabel 37 LAGERE FINANCIËLE ONDERSTEUNING DOOR DE GEMEENTE
Is een op te lossen probleem Is een groot probleem, voortbestaan staat op het spel n = 17
11 6
B. Lagere inkomsten in algemene zin Voor 25 dorpshuisbesturen zijn de lagere inkomsten een op te lossen probleem. 18 besturen zien minder inkomsten als een bedreiging voor het voortbestaan van het dorpshuis. En bij 15 dorpshuizen is er geen probleem in het sluitend krijgen van de exploitatie. Tabel 38 GEVOLGEN VAN VERMINDERDE INKOMSTEN Gevolgen voor de exploitatie bij minder inkomsten uit alle soorten bronnen is een op te lossen probleem is een groot probleem, voortbestaan staat op het spel is geen probleem n = 58
n 25 18 15
% 43 31 26 100
NB: Vraag 38 is door alle 58 respondenten beantwoord. En daarmee geeft het niet (zoals bedoeld was) een indicatie voor de mate van exploitatieprobleem als gevolg van lagere overheidssteun. Kennelijk hebben de respondenten de vraag ruimer opgevat en moeten we de antwoorden lezen wanneer er sprake zou zijn van lagere financiële bijdrages of inkomsten in het algemeen.
Dorpshuizen en gemeentelijk beleid Zijn de besturen op de hoogte welk beleid hun gemeente voert? De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordcategorieën. De uitslagen - zie tabel 39 op de volgende pagina - laten zien dat respondenten van dorpshuizen in dezelfde gemeente tot verschillende antwoorden komen. Voor het verschil is een verklaring te geven. Gemeentelijke herindelingen waren recent aan de orde in de nieuwe gemeenten Medemblik (2010) en Hollands Kroon (2012). In Hollands Kroon is de tijd te kort geweest om vanuit de bestaande situatie van vier gemeenten te komen tot een nieuw, eenduidig dorpshuizenbeleid. En in gemeente Medemblik is bestaand beleid recent omgegooid.
42
Tabel 39 GEMEENTELIJK BELEID VOOR DORPSHUIZEN*
Er geldt een subsidieverordening voor dorpshuizen
n
%
13
22
15
26
8
14
15
26
7
12
Haarlemmermeer, Harenkarspel, Medemblik, Texel, Zijpe Er is algemeen accommodatiebeleid, ook geldend voor dorpshuizen Bergen, Bloemendaal, Castricum, Hollands Kroon, Koggenland, Medemblik, Waterland Er is een dorpshuizenbeleid Harenkarspel, Medemblik, Stede Broec, Uitgeest, Wormerland Er is alleen incidenteel overleg Amstelveen, Blaricum, Graft-de Rijp, Hollands Kroon, Landsmeer, Stede Broec, Wormerland, Zaanstad Er is geen relatie, anders dan het verstrekken vergunningen Aalsmeer, Koggenland, Medemblik, Wormerland n = 58 *) inschatting van het gemeentelijk beleid naar inzicht van de respondenten
100
Dorpshuizen en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Gemeenten voeren sinds 2006 de wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uit. Deze wet moet er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Dorpshuizen kunnen, als een plek waar ontmoeting en het meedoen aan sociaalculturele activiteiten mogelijk wordt gemaakt, een belangrijke partner zijn in het bereiken van WMOdoelen. In de enquête zijn twee vragen gesteld over het WMO-beleid van de gemeente en in hoeverre dorpshuisbesturen hiervan op de hoogte zijn. Staan dorpshuizen in het WMO-beleid beschreven? 28 respondenten zeggen niet te weten of er een rol voor het dorpshuis is verwoord in het WMObeleid. 25 besturen zeggen dat dit niet het geval is. Slechts 5 besturen geven aan dat de gemeente concreet de rol van het dorpshuis heeft verwoord in haar WMO-beleid. Tabel 40 ROL DORPSHUIS IN WMO-BELEID n 28 25 5*
% 48 43 9
Weet niet Nee Ja n= 58 100 * dorpshuis in Hauwert, Kreileroord, Spaarndam, Egmond a/d Hoef, Landsmeer
43
Zijn er afspraken met dorpshuizen over een rol in de uitvoering van de WMO? Aan dorpshuisbesturen is ook gevraagd of de gemeente concreet afspraken heeft gemaakt met het dorpshuis als partner in de uitvoering van de WMO. Alleen bij het dorpscentrum Spaarndam (gemeente Haarlemmerliede) is dit het geval. 48 besturen zeggen van niet. En nog eens 9 zeggen het niet te weten. Tabel 41 DORPSHUIS IS PARTNER IN UITVOERING VAN DE WMO n 9 48 1
Weet niet Nee Ja n= 58
% 15 83 2 100
Tevredenheid over het contact met het ambtelijk aanspreekpunt 23 respondenten zeggen tevreden te zijn over het contact met het ambtelijk aanspreekpunt. 22 bestuurders zijn niet tevreden, maar ook niet ontevreden. En 7 respondenten zijn niet tevreden. Tabel 42 TEVREDENHEID OVER CONTACT MET AMBTELIJK AANSPREEKPUNT Tevredenheid over contact met het ambtelijk aanspreekpunt Tevreden Niet tevreden, maar ook niet ontevreden Niet tevreden * Geen mening n = 58
23 22 7 6
% 40 38 12 10 100
*Toelichtingen, te lezen als illustratie: ‘je loopt tegen een muur aan’; ‘onduidelijk’; ‘nieuwe gemeente is nog niet aanspreekbaar voor dorpshuiszaken’. ‘geen of slechte communicatie’; ’niets is te bespreken of te realiseren, wij moeten alles zelf; ‘er is zelden contact met de gemeente’; ’ambtenaren lezen en luisteren slecht’.
Tevredenheid over contact met het gemeentebestuur 25 bestuurders zijn tevreden over de contacten met het gemeentebestuur. 17 besturen zijn niet tevreden, maar ook niet ontevreden. En 8 dorpshuisbestuurders zijn niet tevreden. En voor nog eens 8 dorpshuizen is de vraag niet van toepassing. Tabel 43 TEVREDENHEID OVER CONTACT MET GEMEENTEBESTUUR
Tevreden Niet tevreden, maar ook niet ontevreden Niet tevreden * Niet van toepassing n = 58
25 17 8 8
% 43 29 19 19 100
*Toelichtingen door respondenten gegeven: ‘er is een conflict over de WOZ-waarde’; ‘te veel om toe te lichten’; ‘de gemeente is bezig met het opstellen van nieuw accommodatiebeleid en is tot die tijd niet echt aanspreekbaar’; ‘gemeente komt gemaakte afspraken niet na’; ‘direct overleg met de wethouder wordt afgehouden via doorschuiven van overleg naar beleidsambtenaren. Daarin proberen we verandering te brengen’; ‘we hebben een conflict met de gemeente’.
44
Welke verbeterpunten in de relatie met de gemeente zijn belangrijk? Door 36 besturen is gebruik gemaakt van de gelegenheid om in eigen woorden een of meer verbeterpunten in de relatie met de gemeente voor te stellen. Dit zijn de antwoorden op de open vragen. ERKENNING EN WAARDERING - 10 keer is de wens tot meer waardering en erkenning voor de rol van
het dorpshuis voor de gemeenschap genoemd. ‘De gemeente mag zich meer inleven in wat een dorpshuis betekent in een dorp’. De roep om erkenning klinkt ook door in de toelichting dat ‘het dorpshuis veel doet in en voor de gemeenschap, maar daar wordt zo niet naar gekeken’. Meer waardering en begrip zou er mogen zijn ‘voor dorpshuizen die geheel op vrijwilligers draaien’. Een dorpshuis noemt de ‘starre houding als wij met voorstellen voor activiteiten komen.’ Twee dorpshuizen verwijzen naar de uitzonderingspositie die het dorp inneemt in een grotere, verstedelijkte gemeente. Zij wensen meer erkenning van de gemeente voor het feit ‘dat een dorpshuis een andere functie en status heeft dan een wijkcentrum’. VISIE EN BELEID - In 9 reacties verwachten dorpshuisbesturen van de (gefuseerde) gemeente een
‘duidelijke visie’ of ‘een consistent beleid’. Eén dorpshuis verwacht ‘meer sturing in plaats van alleen maar koud en kil de regels hanteren.’ Anderen noemen het een gemiste kans wanneer de gemeente niet of te weinig de ‘ervaringen van het bestuur serieus neemt in het maken van beleid’. Ook de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en jeugdbeleid worden genoemd als onderwerpen waarop het gemeentebestuur en de dorpshuizen kunnen samenwerken. Een kans voor ‘participatie van burgers in deze taken van de gemeente’. VERBETER DE COMMUNICATIE - In 15 toelichtingen zit een wens tot verbetering van de communicatie.
Bijvoorbeeld over de manier waarop er contact is tussen gemeente en dorpshuisbestuur: ‘een vast aanspreekpunt’, ‘graag meer en betere voorlichting’, en: ‘kortere lijnen’ en de wens tot verbetering van de ‘bereikbaarheid van het college’. Dorpshuisbestuurders willen tijdig geïnformeerd worden en weten waar ze aan toe zijn: ‘meer snelheid in de besluiten’ en ‘de vergunningaanvraag voor een 5 mei-activiteit makkelijker maken’. Of: ‘gemeente moet gemaakte afspraken nakomen’. Enkele dorpshuizen noemen concrete onderwerpen zoals de eisen voor brandveiligheid, ARBO, de concurrentie met andere horeca als geschilpunten en waarover zij in gesprek zijn met de gemeente. KWALITEIT VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE - Enkele reacties gaan over verbeteringen die men wenst in de kwaliteit van het gemeentelijk apparaat. De ‘stroperigheid van de besluitvorming, veel afdelingen bemoeien zich met ons, maar werken langs elkaar heen, er is geen aangewezen wethouder die de zaak trekt’. Een dorpshuis noemt het ontbreken van ‘expertise om de financiën van een dorpshuis te snappen’. Een dorpshuis vraagt zich af ‘waar de toegevoegde waarde van de gemeente zit bij het faciliteren van ons dorpshuis’. ‘Laat de gemeente de juiste mensen op de juiste plek zetten’, is de wens van een ander dorpshuisbestuur. NEEM VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DORPSHUIS - 10 dorpshuizen noemen in verschillende
bewoordingen de wens tot meer duidelijkheid over welke verantwoordelijkheid de gemeente neemt in het laten voortbestaan van het dorpshuis. ‘We zouden voor het algemeen belang van ons dorp juist een bijdrage moeten krijgen.’ Sommigen zeggen: ‘We willen duidelijkheid over de toekomstige subsidie’ en ‘graag overleg over subsidie voor de verbouwing’. 3 dorpshuizen verwijzen naar een dreigend exploitatietekort en de wens voor het laten voortbestaan van een subsidierelatie. ‘Afschaffen van de subsidie moet van de baan, zonder dat kunnen we onmogelijk bestaan.’
45
4.7. Perspectieven Hoe kijken dorpshuisbesturen naar de toekomst? Zien zij de toekomst als positief, neutraal of verschijnen er donkere wolken aan de horizon? In de enquête zijn drie open vragen gesteld. Op welke manier houdt het dorpshuisbestuur zich bezig met de toekomst? 39 dorpshuizen doen dit via gesprekken met huidige gebruikersgroepen. Nog eens 19 keer is het voeren van gesprekken met potentiële gebruikers genoemd. In het beleidsplan is bij 16 dorpshuizen aandacht voor de toekomst. 6 bestuurders noemen het ondernemingsplan en nog eens 6 het kwaliteitszorgsysteem. 12 respondenten vinden dat de vraag niet van toepassing is voor hun situatie. Tabel 44 BEZIG ZIJN MET DE TOEKOMST VIA
gesprekken voeren met huidige gebruikers gesprekken voeren met potentiële gebruikers ons beleidsplan ons ondernemingsplan ons kwaliteitszorgsysteem niet van toepassing n = 58 meerdere antwoorden waren mogelijk
39 19 16 6 6 12
Welke kansen ziet het bestuur voor een positieve toekomst voor het dorpshuis? Er is een open vraag gesteld naar mogelijkheden en kansen die het bestuur al benut, of de mogelijkheden waaraan te bestuur zou willen werken. De reacties zijn als volgt te rubriceren: NIEUWE ACTIVITEITEN EN ORGANISATIES BINNENHALEN - Een flink aantal besturen ziet mogelijkheden om
zelf actiever te worden in het organiseren of binnenhalen van meer en andersoortige activiteiten en evenementen. Ook het aantrekken van nieuwe verenigingen en commerciële dienstverleners als gebruikers zien enkele dorpshuizen als mogelijkheid. Voorbeelden in deze categorie zijn 30 keer genoemd door in totaal 22 besturen. RENOVATIE GEBOUW - 7 besturen zien mogelijkheden om via renovatie het gebouw aantrekkelijker te
maken voor nieuwe of meer vaste gebruikers. ONDERSTEUNING DOOR GEMEENTE - 6 besturen noemen het wenselijk dat de gemeente via gericht
beleid het voortbestaan van het dorpshuis blijft ondersteunen, via het in stand houden van de subsidierelatie en ook via het co-financieren van groot onderhoud. ORGANISATIE-ONTWIKKELING - 10 besturen melden dat er nog winst te halen is door verbetering van de eigen, interne organisatie: financiën op orde brengen, aansturen en enthousiasmeren van de vrijwilligers, nieuwe bestuursleden aantrekken, goed overleg met de gebruikers houden. OVERIG – ‘meer dorpshuis willen zijn voor het dorp’, ‘positief blijven’, ‘vergroten van de rol van het
dorpshuis als sociaal middelpunt’, ‘in stand houden van de saamhorigheid tussen oud en jong’.
46
Welke bedreigingen ziet het dorpshuis op zich afkomen? Er is tot slot een open vraag gesteld naar de bedreigingen die het bestuur op het dorpshuis ziet afkomen. De reacties zijn als volgt te rubriceren: DEMOGRAFISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN - 22 besturen noemen aspecten die te maken
hebben met demografische veranderingen. De vergrijzing wordt vaak genoemd, evenals de terugloop in vrijwilligers. Niet altijd is duidelijk of daarmee de leden c.q. vrijwilligers van de verenigingen worden bedoeld of de beschikbare vrijwilligers voor beheerstaken in het dorpshuis zelf. Veranderende behoeften van de dorpsbewoners worden ook genoemd. Dorpsverenigingen krijgen minder leden en ‘bewoners die geen binding meer hebben met het dorpshuis’ horen ook bij deze categorie. VERSLECHTERENDE FINANCIËLE POSITIE - 26 besturen noemen de verslechterende financiële positie van
het dorpshuis. Concreet noemen de respondenten: teruglopende omzetten door het vertrek van een vaste huurder (bibliotheek, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal), de afbouw van de subsidie door de gemeente, het feit dat bezoekers of lokale sponsors (bedrijven) minder besteden vanwege de economische crisis; en het gegeven dat andere horeca of moderne zalenaccommodatie als concurrent –aanbieder van ruimte in hetzelfde dorp of de regio opereert. ONDERHOUD GEBOUW – 9 respondenten noemen het (op termijn) niet of nauwelijks kunnen opbrengen van het onderhoud (algemeen) of groot onderhoud als een bedreiging. OVERIG - het vinden van een nieuwe pachter, geen of gebrekkig overleg met de gemeente, het
scenario dat één woningbouwvereniging zich terugtrekt uit de samenwerking , administratieve verplichtingen, gebrek aan visie bij dorpshuisbestuur (elk onderwerp één keer genoemd). 9 besturen hebben bij deze vraag geen informatie gegeven.
47
>Dorpshuis de Lepelaar, Jisp (Wormerland)
>Dorpshuis De Ridder Sint Joris, Berkhout (Koggenland)
48
5
Platform Dorpshuizen Noord-Holland
In dit hoofdstuk presenteren we resultaten over het Platform Dorpshuizen Noord-Holland en de uitwisseling tussen dorpshuizen onderling.
5.1. Bekendheid met en dienstverlening door PDNH In 2013 bestaat het Platform Dorpshuizen Noord-Holland tien jaar. Sinds de start biedt de stichting verschillende diensten aan haar aangesloten dorpshuizen. De belangrijkste zijn: informatie en advies en belangenbehartiging9. Dit onderzoek biedt een mooie gelegenheid om aan alle in Noord-Holland bekende dorpshuizen te vragen of zij het Platform kennen, hoe zij de geboden diensten waarderen en op welke onderwerpen zij welke informatie of advies nodig denken te hebben. We beginnen met enkele feitelijke gegevens. Aangesloten dorpshuizen bij het PDNH Eind 2012 waren 70 Noord-Hollandse dorpshuizen aangesloten bij het Platform op een totaal van 127 door het PDNH verzamelde adressen. Dit zijn alle accommodaties in Noord-Holland die in meer of mindere mate voldoen aan de omschrijving van een dorpshuis. Van de 58 respondenten in dit onderzoek zijn er 42 aangesloten bij het PDNH. De overige 16 zijn dat niet. Tabel 45 VERDELING RESPONS NAAR AANGESLOTEN DORPSHUIZEN
Bij PDNH aangesloten Niet aangesloten n = 58
42 16
% 72,4 27,6 100
Bekendheid PDNH Het PDNH is bij de overgrote meerderheid van de respondenten bekend, 55 bestuurders geven aan dat zij het Platform al kenden voordat ze de vragenlijst ontvingen. Tabel 46 BEKENDHEID MET PDNH
Ja Nee N = 58
55 3*
% 95 5 100
*) de respondenten van de dorpshuizen te Berkhout, Onderdijk, Oudendijk zeggen het PDNH niet te kennen voordat zij de vragenlijst ontvingen.
9
In de brochure Dorpshuizen, Hart van het dorp, ook in Noord-Holland (PDNH, februari 2012) staan de volgende activiteiten en diensten: belangenbehartiging, informatie, advies, kennisdeling en collectieve kortingen. Zie ook de internetpagina www.pdnh.nl
49
Contact met andere dorpshuisbesturen Het Platform organiseert verschillende activiteiten waarbij dorpshuisbesturen of –beheerders elkaar kunnen ontmoeten, informatie kunnen uitwisselen en zo van elkaars praktijk kunnen leren. In de enquête is gevraagd naar de behoefte aan uitwisseling met bestuursleden van andere dorpshuizen. 42 besturen (72%) zeggen behoefte te hebben aan vormen van uitwisseling of overleg met collega dorpshuisbestuurders. 16 besturen (28%) hebben die behoefte niet. Tabel 47 BEHOEFTE AAN OVERLEG EN UITWISSELING
Ja, wel behoefte aan overleg Nee, geen behoefte aan overleg N = 58
42 16
% 72 28 100
Kijken we naar alleen de dorpshuizen die zijn aangesloten bij het PDNH dan geven de uitslagen een vergelijkbaar beeld. 31 van de 42 bij PDNH aangesloten dorpshuizen hebben behoefte aan overleg met collega’s en de overige elf aangesloten besturen hebben dat niet. Van de 16 niet-aangesloten dorpshuizen zeggen er 11 dat zij wel behoefte hebben aan contact en uitwisseling met collega’s. Onderwerpen voor uitwisseling In een open vraag omschreven de respondenten maximaal 3 onderwerpen voor uitwisseling. Deze zijn genoemd: RELATIE MET DE GEMEENTE - 18 dorpshuizen noemen (een aspect van) de relatie met de gemeente om
met collega’s over uit te wisselen: dorpshuizenbeleid, wijze van contact en overleg met, (afbouw van) subsidie of de exploitatiebijdrage, vergunningen door de gemeente. EXPLOITATIE/INKOMSTEN - 14 dorpshuizen noemen onderwerpen die te maken hebben met de
exploitatie(mogelijkheden), hanteren van welke huurprijzen, of financiering. De respondenten noemen: overleg over gezamenlijke inkoop van energie, dranken of de inrichting (7 keer). Btwproblematiek (een keer). Overleg over fondsenwerving of subsidies van overheden (3 keer). Organiseren van (nieuwe) activiteiten (7 keer). BEHEER EN ONDERHOUD - 5 dorpshuizen noemen beheer en onderhoud. RELATIE MET PACHTER - 4 dorpshuizen noemen de relatie met de pachter of verpachting als
onderwerp. BESTUUR - 4 dorpshuizen noemen bestuurlijke zaken of werven van bestuursleden. PUBLICITEIT & PR - 3 noemen als onderwerp en vraag: h’Hoe de publiciteit, pr, imago te verbeteren?’ WET- EN REGELGEVING - Omgaan met regels voor (brand)veiligheid, niet-rokenbeleid (4 keer). OVERIG - Elk 1 keer genoemd zijn: omgang met personeel; met vrijwilligers; overleg met de eigenaar/verhuurder.
50
Dienstenaanbod PDNH Aan dorpshuisbesturen is gevraagd welke diensten uit het bestaande aanbod in de komende twee jaar relevant zouden kunnen zijn. Er is gevraagd naar 6 verschillende diensten. De top 3 is: (1) organiseren van uitwisseling (40 keer genoemd, 69%); (2) telefonisch advies (39 keer genoemd, 67%); (3) cursussen, trainingen, themabijeenkomsten (35 keer genoemd, 60%). Verder vinden 31 besturen (54%) de mogelijkheid voor een gesprek op locatie relevant. Het in 2012 geïntroduceerde kwaliteitszorgsysteem voor dorpshuizen10 wordt ook genoemd: voor 22 bestuurders (38%) is dit aanbod mogelijk relevant. En tot slot: de methode Ondernemingsplan stap voor stap wordt 14 keer genoemd (24%). Tabel 48 RELEVANTIE DIENSTENAANBOD PDNH *) Ja
%
Nee
%
Uitwisseling organiseren tussen besturen van dorpshuizen
40
69
18
31
Advies per telefoon of per e-mail door een professionele adviseur
39
67
19
33
Het aanbod aan cursussen, trainingen en themabijeenkomsten
35
60
23
40
Een gesprek op locatie met een professionele adviseur
31
54
27
46
Gebruikmaken van kwaliteitszorgsysteem
22
38
36
62
Gebruikmaken van methode 'Ondernemingsplan stap voor stap'
14
24
44
76
n = 58 *) Meerdere antwoorden waren mogelijk
Behoefte aan advies op maat Aan besturen is gevraagd voor welk onderwerp er in de komende twee jaar mogelijk behoefte is aan advies op maat. Zie de gegevens in tabel 49 op de volgende pagina. Geen van de genoemde onderwerpen haalt een score van de helft of meer als item voor advies op maat. De top 3 is: (1) de exploitatie; (2) de ontwikkeling van een toekomstvisie; (3) het organiseren en uitvoeren van activiteiten. Elk van deze onderwerpen heeft een score van 40 tot 45% in de totale rij van onderwerpen.
10
De methode heet Goed voor elkaar en is gebaseerd op een degelijk kwaliteitszorgsysteem naar model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Dorpshuizen kunnen met deze methode systematisch nagaan of zij voldoen aan de noodzakelijke wetgeving, veiligheidseisen, aansprakelijkheid en alle andere aspecten van goed bestuur en beheer. Zie verder dorpshuizen.nl, vraagbaak.
51
Verder verwachten 24 besturen (41%) advies nodig te hebben op het onderwerp Relatie met de gemeente. Bijna een derde (18 besturen, 31%) denkt behoefte te hebben aan advies over PR en marketing. En een kwart denkt behoefte te hebben aan advies over Gebouw en materialen (17 besturen, 29%) en Bestuurlijke zaken (14 besturen, 24%). Tabel 49 BEHOEFTE AAN ADVIES OP MAAT *) Ja
%
Nee
%
1 Exploitatie
28
48
30
52
2 Ontwikkeling toekomstvisie of beleidsplan
27
47
31
53
3 Organiseren en uitvoeren activiteiten
26
45
32
55
4 Relatie met de gemeente
24
41
34
59
5 PR en marketing
18
31
40
69
6 Gebouw en materialen
17
29
41
71
7 Bestuurlijke zaken
14
24
44
76
8 Anders, nl: aanvragen subsidie (1x) en energiebeheer (1x)
2
3
56
97
n = 58 *) meerdere antwoorden waren mogelijk
Tevredenheid over aanbod PDNH Er is gevraagd hoe tevreden besturen zijn over het totale aanbod van het Platform. Bijna twee derde (36 besturen, 62%) is in het algemeen tevreden over het dienstenaanbod van PDNH. 12 besturen geven aan geen mening hierover te hebben. En 8 besturen kozen het antwoord ‘niet tevreden, maar ook niet ontevreden’. 2 besturen zeggen niet tevreden te zijn over het aanbod. Tabel 50 TEVREDENHEID DIENSTENAANBOD PDNH Tevredenheid over dienstenaanbod PDNH % Tevreden 36 62 Niet tevreden, maar ook niet ontevreden 8 14 Ontevreden * 2 3 Geen mening 12 21 n = 58 100 * Toelichting: ‘wist niet dat PDNH bestond’; en ‘te weinig nieuwe zaken die zijn afgestemd op de huidige tijd’.
52
6
Conclusies en aanbevelingen
Vooraf We beginnen met een opmerking over reikwijde en representativiteit van de uitslagen. Behoefte aan actuele gegevens over de stand van zaken bij 120 Noord-Hollandse dorpshuizen was aanleiding en doel van dit onderzoek. Het PDNH wil de uitkomsten gebruiken bij haar advies- en ondersteuningswerk. Een schriftelijke enquête gaf de mogelijkheid om over veel verschillende aspecten gegevens te verzamelen. Er is gekozen voor het sturen van een vragenlijst aan de besturen van dorpshuizen. De uitslagen geven feiten, inzichten en meningen weer van 58 besturen. Vanwege het aantal respondenten, 58 van 120, kunnen we de uitslagen alleen lezen als beperkt representatief voor alle dorpshuizen in Noord-Holland. De conclusies en aanbevelingen gaan in op vijf punten: dienstenaanbod van het Platform, gebruiksfuncties, exploitatie en financiële positie, onderhoud van het gebouw, relatie met de gemeente.
Beoordeling dienstverlening Platform Adviseurs en bestuur van het PDNH hebben in de afgelopen tien jaar een groot netwerk aan contacten en veel kennis opgebouwd. Onder de dorpshuizen is het Platform een bekende organisatie. In deze enquête is twee derde van alle respondenten, zowel aangesloten als nietaangesloten dorpshuizen, tevreden over het aanbod. Wij concluderen dat het programma voorziet in een behoefte. Waardering voor het advies- en ondersteuningsaanbod zien we ook terug in het aantal aangesloten dorpshuizen, eind 2012 staat de teller op 70. Daarvan hebben er 42 meegedaan aan deze enquête.
Aanbeveling 1. Wij bevelen aan dat het Platform voor het verkrijgen van feedback over zijn advies- en ondersteuningswerk de vinger aan de pols houdt bij alle aangesloten dorpshuizen. Toelichting: van de 70 dorpshuizen die zijn aangesloten bij het Platform hebben 42 wel en 28 deze enquête niet ingevuld. Dit laatste getal is een aanzienlijk aantal. Voor de inhoud en kwaliteit van de dienstverlening is het van belang om van zo veel mogelijk aangesloten dorpshuizen een beoordeling te krijgen.
Gebruiksfunctie De sociaal-culturele functie van dorpshuizen staat fier overeind, dorpshuizen maken hun doelstelling ‘betaalbare ruimte bieden aan verenigingen en activiteiten voor en door het dorp’ nog steeds waar. Een ruime meerderheid van de besturen zet in op een combinatie van doelen: het verhuren van ruimtes samen met het zelf organiseren van activiteiten. Bij een meerderheid blijkt een dynamische praktijk: er is sprake van nieuwe activiteiten en nieuwe huurders.
53
Aanbeveling 2. Voor het Platform ligt er de uitdaging om de dorpshuisbesturen te blijven enthousiasmeren voor verbetering, ontwikkeling en vernieuwing van het gebruik van het dorpshuis. Daarin past ook het zelf actief en alert aanreiken van voorbeelden van nieuwe functies en activiteiten. Toelichting: Dorpshuizen kunnen blijven voortbestaan zolang zij in staat zijn om aantrekkelijk te blijven voor zowel oude als nieuwe groepen gebruikers. Bijna de helft van de respondenten heeft aangegeven behoefte te hebben aan een advies op het onderwerp ‘Organiseren en uitvoeren van activiteiten’. Daar kan het Platform op inspelen.
Exploitatie De financiële positie van dorpshuizen blijft een punt van aandacht. Om meerdere redenen. Weliswaar meent de helft dat er sprake is van een min of meer gezonde exploitatie. Maar de andere helft van de responsgroep beoordeelt de financiële positie als matig tot slecht. Een minderheid houdt zich via een beleids- of ondernemingsplan bezig met de (financiële) toekomst. Een kleine groep is somber over de financiële toekomst. En bijna twee derde heeft niet de gegevens voorhanden om daarover uitspraken te kunnen doen.
Aanbeveling 3. Advieswerk op dit onderwerp blijft gewenst en noodzakelijk. De aanbeveling is dat het PDNH haar kennis en ervaring op peil blijft houden om de dorpshuizen goed van advies te kunnen dienen. Toelichting: De helft van de respondenten denkt op termijn op de onderwerpen ‘ exploitatie’ en ‘ontwikkeling van een toekomstvisie of beleidsplan’ advies op maat nodig te hebben.
Groot onderhoud De uitkomsten geven geen reden tot alarm, maar vragen wel om aandacht. 14 dorpshuisbesturen (waarbij in 3 gevallen het gebouw eigendom is van een gemeente) geven aan dat er op dit moment sprake is van achterstallig onderhoud. Wij verwachten dat in de totale groep van 120 dorpshuizen dit aantal hoger zal zijn. 19 besturen geven aan dat binnen vijf jaar het gebouw toe is aan groot onderhoud, renovatie of verbouwing; binnen deze groep is één gebouw eigendom van een gemeente en één van een corporatie. Over de financieringsbronnen voor groot onderhoud kunnen 40 van de 58 besturen informatie geven, maar 18 respondenten kunnen dat niet. 9 dorpshuizen noemen de financiering ‘een groot probleem’, de gebouwen in deze groep zijn allemaal eigendom van stichtingen. Over de staat van onderhoud van gebouwen in eigendom van een gemeente of corporatie is onze conclusie: de uitslagen melden geen acute problemen.
Aanbeveling 4. Wij bevelen het Platform aan om alert te blijven op signalen over achterblijvend onderhoud, renovatie of verbouwing, of over problemen bij het vinden van financiering. Daar voegen we aan toe: volg de ontwikkelingen bij dorpshuizen waar een gemeente of corporatie eigenaar van het pand is. Toelichting: Het aantal dorpshuizen waarbij de financiering op dit moment als een groot probleem wordt ervaren kan groter zijn dan de gemelde 9 stichtingen in dit onderzoek. Maar ook dan is er niet direct sprake van een alarmerende situatie. De vindingrijkheid en zelfredzaamheid van 54
dorpshuisbesturen is over het algemeen groot. Nieuwe wegen inslaan en andere, aanvullende financieringsbronnen vinden voor groot onderhoud zal juist een uitdaging kunnen zijn. Het Platform kan hierin een rol vervullen: doorgeven van informatie over geslaagde (nieuwe) fondsenwerving voor renovatie en groot onderhoud. 6 dorpshuizen in de responsgroep zijn eigendom van een woningcorporatie. 7 gebouwen zijn eigendom van een gemeente. We verwachten op de totale groep Noord-Hollandse dorpshuizen meer ‘externe’ eigenaren. We kunnen hier geen uitspraken doen hoe corporaties en gemeenten omgaan met inspraak van dorpshuisbesturen op het onderhoud, wensen voor renovatie of verbouwing, bijvoorbeeld om het gebouw aantrekkelijker te maken voor nieuwe activiteiten en huurders. Hebben deze dorpshuisbesturen voldoende grip op de langetermijnplanning van renovatie, verbouwing of groot onderhoud? Het verzamelen van informatie uit de praktijk is gewenst.
Relatie met de gemeente Over de relatie met de gemeente is met dit onderzoek slechts een tipje van de sluier opgelicht. Lang niet alle dorpshuizen krijgen geld van de gemeente, een derde van de responsgroep geeft aan geen financiële relatie met de lokale overheid te hebben. Bijna twee derde van de responsgroep ontving in 2012 wel een subsidie. Wat er de komende tijd nog aan bezuinigingen (direct of indirect) op dorpshuizen af komt, is met dit onderzoek niet zichtbaar gemaakt. Een meerderheid weet globaal welk beleid de gemeente voert richting dorpshuizen. Bij enkele dorpshuisbesturen, bijvoorbeeld in die situaties waar sprake is van een gemeentelijke herindeling, is er geen eenduidig idee over welk beleid de gemeente voert. De helft van de dorpshuisbesturen weet niet of er een rol voor het dorpshuis is verwoord in het WMO-beleid.
Aanbeveling 5. Voor het Platform blijft het de uitdaging om – naast de besturen en beheerders van dorpshuizen – ook gemeenten te adviseren hoe zij de dorpshuizen kunnen faciliteren en ondersteunen. Wat voor dorpshuizen geldt, gaat ook op voor de lokale overheid: niet twee gemeenten zijn gelijk. Hoe kijken gemeenten naar de functie en rol van het dorpshuis en de functie ervan voor het gemeenschapsleven? Wat zien we hiervan terug in het gemeentelijk beleid, in het bijzonder het WMO-beleid? Heeft de gemeente een verantwoordlijkheid in de financiering van het groot onderhoud? Een inventarisatie van de relatie tussen gemeente en dorpshuizen en bekeken vanuit het perspectief van de gemeente kan een welkome aanvulling zijn op de kennis en expertise die het PDNH nu al heeft. Naar gemeenten toe: We kunnen op deze plek alleen voorzichtig opmerken dat iedere gemeente in het contact en de communicatie met dorpshuisbesturen waardering laat blijken voor het dorpshuis als vrijwilligersorganisatie. Dat begint bij een duidelijke, tijdige en volledige informatievoorziening. Toelichting: Een flink aantal Noord-Hollandse dorpshuizen heeft of krijgt binnenkort te maken met een gemeentelijke herindeling. In een periode van gemeentelijke herindeling is het voor dorpshuizen tijdelijk onduidelijk of diffuus wat zij wel en niet van de lokale overheid kunnen verwachten. Voor alle dorpshuizen geldt: wel of geen subsidierelatie, de gemeente als overheid die het meest dicht bij burgerinitiatieven staat, is een wezenlijke factor voor het goed kunnen functioneren van dorpshuizen. Op thema’s als bijvoorbeeld gemeenschapsopbouw en op (de wet) maatschappelijke ondersteuning geven gemeenten direct of indirect sturing en bepalen zo mede de speelruimte die dorpshuizen krijgen voor het kiezen van een eigen koers, onder andere door de manier waarop de politiek het aanwezige geld verdeelt. 55
Geraadpleegde documenten en websites Documenten -Baar, Ellen van (2001) Het dorpshuis, huis van het dorp? Het gebruik en de functies van dorpshuizen in Noord-Holland. Afstudeerscriptie Universiteit van Utrecht, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. -Dorpshuizen, Hart van het dorp. Ook in Noord-Holland (2012). Dienstenaanbod Platform Dorpshuizen Noord-Holland (PDNH). -Dorpshuizenbeleid op maat, een handreiking voor gemeenten (2012). Brochure uitgegeven door Platform Dorpshuizen Noord-Holland. -Kern & Info, digitale nieuwsbrief van de Vereniging van kleine kernen in Noord-Holland, 9, december 2012.
Internet dorpshuizen.nl noordhollandsplattelandsparlement2012.nl pdnh.nl vvkknh.nl
56
Bijlage 1
Dorpshuizen in Noord-Holland per regio
Toelichting: Uitslagen van dorpshuizen in blauw en cursief zijn meegeteld in de respons Dorpshuizen die - op eigen verzoek – geen uitnodiging voor deelname aan enquête hebben ontvangen zijn onderstreept
enquête 2012 - aangeschreven dorpshuizen per regio uitslagen van dorpshuizen in blauw en cursief zijn meegeteld in de respons
gemeente
dorpshuis
plaats
Kop van Noord-Holland
1 Texel
2 Den Helder 3 Schagen (fusiegemeente van Schagen, Zijpe, Harenkarspel per ) 1-1-2013)
4 Hollands Kroon (fusiegemeente van Niedorp, Wieringen, Anna Paulowna, Wieringermeer per 1-1-2012)
Dorpshuis 't Eierlandse Huis Dorpshuis de Hof Dorpshuis de Bijenkorf Dorpshuis de Wielewaal Dorpshuis ’t Skiltje Dorpshuis de Waldhoorn Dorpshuis Huisduinen Dorpshuis Kolfweid Dorpshuis St. Maartensbrug Dorpshuis De Pettemer Kluft t Centrum Dorpshuis de Klimop Dorpshuis de Kastanjeboom Verenigingsgebouw Ahoy Dorpshuis Warmenhuizen Dorpshuis Waarland Dorpshuis Harmonie Dorpshuis ’t Parochiehuis Dorpshuis het Vikingschip Dorpshuis/sporthal Veerburg Dorpshuis Westerland MFC Kreileroord Dorpshuis de Oude Stal Dorpshuis de Nieuwe Horn Dorpshuis Prins Maurits Dorpshuis de Mafkikker Dorpshuis De Dukdalf Dorpshuis De Santekraam
57
de Cocksdorp de Koog Oosterend de Waal Oudeschild Den Hoorn Huisduinen Callantsoog St. Maartensbrug Petten Sint Maarten / Stroet Sint Maarten Dirkshorn Tuitjenhorn Warmenhuizen Waarland t Veld Hippolytushoef Den Oever Anna Paulowna Westerland Kreileroord Haringhuizen Kolhorn Nieuwe Niedorp Oude Niedorp Wieringerwerf Wieringerwaard
West-Friesland uitslagen van dorpshuizen in blauw en cursief zijn meegeteld in de respons gemeente
5 Opmeer 6 Medemblik
7 Enkhuizen 8 Stede Broec
9 Drechterland
10 Hoorn 11 Koggenland
Dorpshuis
plaats
Dorpshuis de Opstap Dorpshuis de Torenschouw Dorpshuis De Nuuwe Skool Dorpshuis de Nieuwe Haven Dorpshuis de Vang Sport en Cultuur Dorpshuis de Werf Cult. Centrum ’t Trefpunt De Wildebras Dorpshuis De Onderdijk MFA Over de Leek Dorpshuis Cultura Dorpshuis Sarto Dorpshuis Centrum Gemeenshapshuis De Nieuwe Doelen Verenigingsgebouw de Wurf Dorpshuis De Stek Verenigingsgebouw Bovenkarspel Dorpshuis de Schalm Dorpshuis de Dregt Dorpshuis Wiekslag Dorpshuis ’t Centrum Cult. Centrum de Plataan Centrum Pancratius Dorpshuis de Ridder Sint Joris Dorpshuis de Kogge Dorpshuis de Oude School De Brink Dorpshuis Zuidermeer Dorpshuis in Oud-Hollandse kerk Oudendijk
Hoogwoud Opperdoes Twisk Abbekerk Benningbroek Midwoud Hauwert Wognum Zwaagdijk-West Onderdijk Zwaagdijk-Oost Andijk Andijk Andijk Enkhuizen Lutjebroek Grootebroek Bovenkarspel Westwoud Schellinkhout Wijdenes Venhuizen Zwaag Oosterblokker Berkhout Grosthuizen Hensbroek Obdam Zuidermeer Oudendijk
58
Noord-Kennemerland uitslagen van dorpshuizen in blauw en cursief zijn meegeteld in de respons gemeente
12 Bergen
13 Alkmaar 14 Langedijk 15 Heerhugowaard 16 Schermer
17 Castricum
18 Uitgeest 19 Beverwijk
Dorpshuis
plaats
Dorpshuis aan den Hoef Dorpshuis de Schulp Dorpscentrum Schoorl Ontmoetingscentrum de Rietschoot Dorpshuis de Geist Dorpshuis het Behouden Huis Dorpshuis de Noord Dorpshuis Veenhuizen Dorpshuis 't Schooltje De Woeste hoeve t Wavertje Dorpshuis de Kern Dorpshuis de Kemphaan Centrum de Lelie Dorpshuis de Zwaan Dorpshuis de Moriaan
Egmond aan den Hoef Egmond-Binnen Schoorl Koedijk Sint Pancras Oudkarspel De Noord Veenhuizen Zuidschermer Oterleek Grootschermer Castricum De Woude Akersloot Uitgeest Wijk aan Zee
Zaanstreek - Waterland
20 Beemster 21 Zeevang
22 Wormerland
23 Zaanstad
24 Landsmeer
25 Waterland
26 Graft-de Rijp
De Kerckhaen Buurthuis Zuidoost Dorpshuis de Drie hamers Dorpshuis Warder Dorpshuis de Zwaan Dorpshuis 't Posthuijs Dorpshuis de Lepelaar Het Verenigingsgebouw Dorpshuis Ooostknollendam Dorpshuis Krommeniedijk Dorpshuis West-Knollendam Dorpshuis de Kwaker Dorpshuis de Wije Ilp Dorpshuis Landsmeer Dorpshuis de Burcht Dorpshuis Katwoude Dorpshuis Ilpendam Dorpshuis het Trefpunt Dorpshuis Zuiderwoude Dorpshuis Onder de Pannen Het Broeker Huis Dorpshuis de Nieuwe Boet Dorpshuis het Trefpunt Dorpshuis Rijperhuis Zuid-Kennemerland
59
Westbeemster Zuidoostbeemster Beets Warder Hobrede Wijdewormer Jisp Wormer Oostknollendam Krommenie West-Knollendam Westzaan Den Ilp Landsmeer Purmerland Katwoude Ilpendam Marken Zuiderwoude Uitdam Broek in Waterland Watergang Markenbinnen De Rijp
uitslagen van dorpshuizen in blauw en cursief zijn meegeteld in de respons gemeente
27 Velsen 28 Bloemendaal 29 Haarlemmerliede
dorpshuis
plaats
Dorpshuis de Driehoek Dorpshuis Bloemendaal Dorpshuis Vogelenzang Dorpscentrum Spaarndam
Driehuis Bloemendaal Vogelenzang Spaarndam
Amstel- en Meerlanden
30 Haarlemmermeer
31 Aalsmeer 32 Uithoorn 33 Amstelveen 34 Ouder Amstel
Dorpshuis de Olm Dorpshuis de Vluchthaven Het Dorpshuis Dorpshuis de Reede Dorpshuis Marijke Dorpshuis de Kern Dorpshuis het Praatpunt Dorpshuis de Meerkoet Dorpshuis het Eiland Dorpshuis de Oase Dorpshuis Cruquius Vereniging dorp Vijfhuizen De Ontmoeting Dorpshuis Kudelstaart Ontmoetingscentrum Oase Dorpshuis de Quakel Dorpshuis Nes aan de Amstel Dorpshuis Duivendrecht
Zwanenburg Lijnden Badhoevedorp Rijsenhout Burgerveen Weteringbrug Abbenes Lisserbroek Beinsdorp Zwaanshoek Cruquius Vijfhuizen Buitenkaag Kudelstaart Uithoorn De Kwakel Nes aan de Amstel Duivendrecht
t Gooi
35 Muiden 36 Wijdemeren 37 Blaricum
Multifunctioneel centrum de Rijver Dorpshuis de Dobber Dorpshuis de Blaercom
einde tabel
60
Muiderberg Kortenhoef Blaricum
Bijlage 2
Webadressen dorpshuizen
Naam dorpshuis
Gevestigd in:
Webadres (november 2012)
De Nieuwe Haven
Abbekerk
dorpshuis abbekerk.nl
Dorpshuis Centrum
Andijk
dorpshuiscentrum.nl
Dorpshuis Cultura
Andijk
cultura-andijk.nl
Het Eiland
Beinsdorp
beinsdorp.meerseraden.nl
Dorpshuis De Vang
Benningbroek
dorpshuisdevang.nl
Dorpshuis De Ridder Sint Joris
Berkhout
cafederidder.eu
Dorpshuis Blaercom
Blaricum
blaercom.nl
De Kern
Castricum
dekerncastricum.nl
Stichting dorpshuis Cruquius
Cruquius
dorpshuiscruquius.nl
De Waldhoorn
Den hoorn
denhoorntexel.nl
De Stek
Grootebroek
indestek.nl
De Oude Stal
Haringhuizen
haringhuizen.nl
Dorpshuis Hippo
Hippolytushoef
dorpshuis-hippolytushoef.nl
Dorpshuis Ilpendam
Ilpendam
dorpshuisilpendam.nl
Dorpshuis Jisp
Jisp
delepelaarjisp.nl
Dorpshuis Katwoude
Katwoude
hethartvankatwoude.nl
De Horn
Krommeniedijk
krommeniedijk.nl
Podium
Kudelstaart
dorpshuistpodium.nl
Dorpshuis Landsmeer
Landsmeer
dorpshuislandsmeer.nl
’t Trefpunt
Marken
trefpuntmarken.nl
De Brink
Obdam
debrinkobdam.nl
Dorpshuis 'De Onderdijk'
Onderdijk
dorpshuisonderdijk.nl
Cultureel Centrum Pancratius
Oosterblokker
ccp.nu
Gemeenschapscentrum Oosterend
Oosterend
oosterend.com
Dorpshuis Oost-Knollendam
Oost-knollendam
oost-knollendam.nl
De Torenschouw
Opperdoes
torenschouw.nl
SOHK
Oudendijk
kerkoudendijk.nl
Dorpshuis De Reede
Rijsenhout
www.rijsenhout.info/
De Klimop
Sint maarten
http://www.freewebs.com/klimweb/
Verenigingingsgebouw 't Centrum
Sint maarten/stroet
centrumstroet.nl
Dorpscentrum Spaarndam
Spaarndam
dorpshuis-spaarndam.nl
De Zwaan
Uitgeest
dorpshuisdezwaanuitgeest.nl
’t Centrum
Venhuizen
dorpshuis Venhuizen.nl
Dorpshuis Vogelenzang
Vogelenzang
dorpvogelenzang.nl
Waarlands Dorpshuis
Waarland
dorpshuiswaarland.nl
Het Dorpshuis
Warmenhuizen
dorpshuis-warmenhuizen.com
Dorpshuis De Schalm
Westwoud
deschalmwestwoud.nl
De Kwaker
Westzaan
dorpshuis-westzaan.nl
’t Posthuis
Wijdewormer
dorpshuiswijdewormer.nl
MFA Over de Leek
Zwaagdijk oost
dorpshuiszwaagdijk.nl
Dorpshuis De Oase
Zwaanshoek
zwaanshoek.info
61
Dorpshuizen in Noord-Holland, een stand van zaken 2012 © PDNH, februari 2013
62