Kadernota Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2010 e.v.
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1500 XB Zaandam Tel.: 075-6811811 Fax: 075-6174141 E-mail adres:
[email protected] Internetsite: www.vrzw.nl versie 1.0 27 maart 2009 versiebeheer: versie 0.1 werkversie versie 0.2 op 03-02-2009 behandeld in MT versie 0.3 op 10-02-2009 behandeld in MT versie 0.4 werkversie versie 0.5 op 17-02-2009 behandeld in MT versies 0.6, 0.7 en 0.8 werkversies versie 0.9 eindversie MT 24 februari 2009, verzonden aan SORR, CT, Platform AOV, RMT versie 0.10 versie MT na sessie taakstelling, besproken in CT versie 0.11 eindversie versie 0.12 eindversie na agendabespreking bestuur versie 1.0 vastgesteld door het Veiligheidsbestuur op 27 maart 2009
Inhoud 1
Inleiding ....................................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Procedure................................................................................................ 4 Verantwoording ....................................................................................... 4 Beleidsconsequenties per programma na taakstelling.................................... 5 Financiële consequenties voor en na taakstelling .......................................... 6 Leeswijzer ............................................................................................... 9
Toelichting Programma Veiligheidsbureau.................................................. 11 2.1 2.2
Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012.....................11 Beleidsvoornemens sectie gemeenten........................................................13
3
Piketten ...................................................................................................... 15
4
Toelichting Programma RBZW .................................................................... 20 Product RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding.................................20 4.1 4.1.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 .................20 4.1.2 Overige beleidsvoornemens product RBZW/C&R ......................................25 4.2 Product RBZW/Opleidingen.......................................................................26 4.2.1 Beleidsvoornemen 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012...................26 4.3 Product RBZW/Alarmcentrale & Verbindingen .............................................27 4.3.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 .................27 4.3.2 Overige beleidsvoornemens product Alarmcentrale & Verbindingen ............27
5
Toelichting Programma GHOR..................................................................... 29 5.1 5.2
6
Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012.....................29 Overige beleidsvoornemens programma GHOR ...........................................29
Toelichting Programma VrZW Algemeen ..................................................... 31 6.1 Beleidsvoornemens GMK ..........................................................................31 6.1.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 .................31 6.2 Beleidsvoornemens Bedrijfsvoering ...........................................................32 6.2.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 .................32 6.2.2 Overige beleidsvoornemens Bedrijfsvoering ............................................35
7
Risicoparagraaf........................................................................................... 37
Bijlagen ............................................................................................................ 40
pagina 3 van 40
1 Inleiding Eind 2008 is het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 vastgesteld. Dit plan vormt het beleidsmatig en financieel kader voor die periode. Als afgeleide hiervan wordt deze kadernota aan de gemeenten gestuurd, waarin het nieuwe beleid en het bijbehorende financieel kader voor het begrotingsjaar 2010 is weergegeven en waarin een meerjarig financieel perspectief wordt geboden voor de periode daarna. De gekozen inhoudelijke richtingen (met daaraan gekoppeld de financiële randvoorwaarden) die bij de kadernota zijn bepaald, worden vervolgens vertaald in de begroting 2010. In 2010 bouwt de VrZW verder aan de verbetering van de kwaliteit van de voorbereiding en bestrijding van rampen en crises, de regionale brandweer en de GHOR. Met het tekenen van het convenant met de minister van BZK heeft de VrZW voorgesorteerd op de nieuwe Wet veiligheidsregio’s die kaderstellend zal zijn voor deze kwaliteit en daarmee op de toekomst van de veiligheidsregio. Met het in deze kadernota opgenomen beleids- en financieel kader geeft de veiligheidsregio invulling aan de eigen ambities en eisen van de toekomst. Na vertaling in de begroting zetten we zo ‘voor elkaar en met elkaar’ de volgende stap in de richting van een veiliger Zaanstreek-Waterland.
1.1
Procedure
Nadat bestuurlijk is besloten over het financiële kader voor de begroting 2010 zal de vastgestelde kadernota ter informatie aan de gemeenten worden gezonden. Op basis van de kadernota wordt de begroting 2010 opgesteld. De conceptbegroting wordt vervolgens aangeboden voor bestuurlijke behandeling en voorlopige besluitvorming in de vergadering van het Veiligheidsbestuur van 8 mei 2009. Na voorlopige vaststelling van de begroting wordt deze voor zienswijze naar de raden gezonden. De zienswijzen worden betrokken bij de definitieve besluitvorming over de begroting 2010 in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 26 juni 2009. De begroting dient ten slotte vóór 15 juli 2009 te worden toegestuurd aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.
1.2
Verantwoording
De directeur VrZW dient een kadernota op te stellen waarin de beleidsvoornemens die financiële gevolgen hebben voor de jaren 2010 t/m 2013 worden beschreven. Gegeven het Beleidsplan VrZW 2009-2012, de te maken kwaliteitsslag en het anticiperen op de aankomende wet- en regelgeving heeft het bestuur van veiligheidsregio ZaanstreekWaterland de directeur daarbij nadrukkelijk gevraagd een meerjarenperspectief te bieden. Op basis van deze opdracht heeft de directeur VrZW een kadernota opgesteld. Het bestuur heeft daarop verzocht de uitvoering van de voorgestelde beleidsvoornemens zo te plannen dat de kosten over meerdere jaren worden gespreid. Uitgangspunt is daarbij om in 2010 met name die plannen uit te voeren die niet uitgesteld kunnen worden, zoals de maatregelen om te voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn afgesproken in de bestuursovereenkomst inzake de kwaliteitsfoto. In de voorliggende kadernota zijn de consequenties van deze opgelegde taakstelling inzichtelijk gemaakt. De kosten voor nieuw beleid zijn anders gefaseerd en geprioriteerd waardoor op korte termijn de toename van de inwonerbijdrage wordt beperkt. De financiële consequenties van de gemaakte keuzes worden hiermee vergeschoven naar de periode 2011 e.v. Daarbij wordt overigens niet gesneden in de autonome kosten. pagina 4 van 40
De aanleiding voor de taakstelling is dat als gevolg van de huidige kredietcrisis de inkomsten van gemeenten zullen teruglopen. Daarnaast zal in opdracht van het Veiligheidsbestuur een verkennend onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheden van schaalvergroting. Het Veiligheidsbestuur wil nu geen investeringen doen die in het licht van de mogelijke uitkomsten van dat onderzoek overbodig zouden blijken te zijn.
1.3
Beleidsconsequenties per programma na taakstelling
De diverse beleidsvoornemens verdeeld over de programma’s zijn gefaseerd en geprioriteerd naar aanleiding van de taakstelling. In deze paragraaf wordt per programma nader ingegaan op de overwegingen die daarbij zijn gemaakt. Als basis voor deze overwegingen is de volgende prioritering aangehouden. 1 ontwikkelingen op basis van de kwaliteitsfoto 2008 2 ontwikkelingen op basis van (toekomstige) wet- en regelgeving 3 ontwikkelingen op basis van (eerder genomen) bestuurlijke besluiten Programma Veiligheidsbureau Als gevolg van de taakstelling is voorrang gegeven aan het beleidsvoornemen Organisatie Veiligheidsbureau. De organisatorische versterking van het bureau wordt als onmisbaar ervaren gelet op de toenemende noodzaak om (huidige) multidisciplinaire activiteiten en beleid op een goede wijze uit te voeren en te organiseren. De ervaringen in 2008 wijzen uit dat het ontbreken hiervan op dit moment ten koste gaat van de slagvaardigheid, efficiëntie en kwaliteit van het bureau. De overige beleidsvoornemens (zoals bijv. zelfredzaamheid en multidisciplinair inzichtelijk maken materieel/materiaal) zijn gefaseerd omdat deze vooral geënt zijn op kwaliteitsimpulsen die volgen uit eerder genomen bestuurlijke besluiten, maar waar (vooralsnog) geen directe wettelijke verplichting voor aanwezig is. Programma Piketten Ten opzichte van de oorspronkelijk opgevoerde piketten wordt voorrang gegeven aan de piketten Hoofd Stafsectie Brandweer, twee van de drie piketten informatiemanagement en een algemene voorziening om de overige benodigde (piket)functies te kunnen faciliteren, waardoor de huidige kwetsbaarheid van deze operationele functies verkleind kan worden. De overige piketten, die weliswaar wettelijk voorgeschreven (gaan) worden en/of gewenst zijn vanuit de praktijk, worden niet onmiddellijk ingevoerd. De voorgestelde selectie van piketten is voornamelijk gebaseerd op de huidige praktijkervaringen bij incidenten en noodzaak tot versterking van deze sleutelfuncties. Programma RBZW PRODUCT C&R Bij het product C&R is voorrang gegeven aan de doorontwikkeling operationele leiding. Dit project is reeds gestart en vraagt aanvullende investeringen in 2010 om de ingezette lijn te kunnen vervolgen. De overige beleidsvoornemens met bijbehorende investeringen en/of personele versterking zijn gefaseerd in de jaren na 2010 of worden vooralsnog niet uitgevoerd omdat, op grond van de taakstelling, andere afspraken worden gemaakt met gemeenten over de uitvoering van deze voornemens (bv. normvergoeding en stallingruimte). PRODUCT OPLEIDINGEN De kosten die volgen uit het opgevoerde beleidsvoornemen zijn gefaseerd waardoor de verwachting is dat het gewenste kwaliteitsniveau later bereikt wordt. Voor een nadere inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4.2.1.
pagina 5 van 40
PRODUCT ALARMCENTRALE EN VERBINDINGEN De oorspronkelijk opgevoerde beleidsvoornemens worden deels opgevangen in de extra capaciteit die vanuit een ander beleidsvoornemen (de calamiteitencoördinator) wordt verkregen en deels doordat de uitvoering op een andere wijze in samenwerking met de gemeentelijke korpsen wordt uitgevoerd. Hiermee kunnen de oorspronkelijke beleidsvoornemens alsnog gestart worden in 2010. Programma GHOR De opgevoerde beleidsvoornemens voor 2010 (onderzoek positionering GHOR en vergunning regionale ambulancevoorziening) zijn aangehouden in verband met het verkennende onderzoek naar schaalvergroting. De opgevoerde kosten voor de basisdienstverlening GHOR zijn blijven staan, maar dan vanaf 2011. Programma VRZW Algemeen GMK Het beleidsvoornemen calamiteitencoördinator is als gevolg van de taakstelling gewijzigd in een groeimodel, waarbij uitgegaan is van aansluiting door de politie in dit model. Met het groeimodel zijn de kosten in 2010 verlaagd maar zullen deze stijgen in de jaren 2011 en verder. BEDRIJFSVOERING Een aantal beleidsvoornemens is gefaseerd wat een beperking betekent in de ontwikkeling van de kwaliteit van de ondersteunende processen van de organisatie. Voorrang is gegeven aan beleidsvoornemens die noodzakelijk zijn vanwege de uitkomsten van de kwaliteitsfoto (MIT office) enerzijds en ontwikkelingen in het kader van mogelijke regionalisering en -schaalvergroting (beheerder CMS, Begeleiding BOR) anderzijds.
1.4
Financiële consequenties voor en na taakstelling
Hieronder is het totaal van alle kosten voor het jaar 2010 die zijn gemoeid met de beleidsvoornemens vóór de taakstelling en ná de taakstelling schematisch weergegeven en is aangegeven wat dit betekent voor de regiobijdrage. De financiële consequenties van de beleidsvoornemens zijn in absolute bedragen weergegeven. Tevens is het totaalbedrag omgezet naar een regiobijdrage die ten laste van de gemeenten komt. Op basis van inwoneraantallen worden de kosten over de gemeenten verdeeld. In bovenstaande tabel zijn de meest recente gegevens (bron: CBS) weergegeven. De autonome salarisstijgingen zijn opgebouwd uit 1,5% looncompensatie en 2,5% periodieke verhoging. De prijscompensatie voor het jaar 2010 is gesteld op 1%. Deze percentages zijn gebaseerd op de cijfers van het CPB.
pagina 6 van 40
2010 totale kosten beleidsvoornemens voor taakstelling AUTONOOM Verhoging BDUR Loon-/prijscompensatie en effect herverdeling BDUR Verhoging BDUR
750.832 55.091 805.923
Wegvallen vergoeding P&C vanuit SLA Bedrijfsvoering Stijging verhuur Kubus Stijging vergoeding BZ vanuit SLA Bedrijfsvoering Stijging deelnemersbijdragen Stijging aansluitingen OMS Stijging piketvergoeding Correctie bijdrage Duikersteam Waterland Stijging inkomsten detachering Totaal overige inkomsten
-82.793 2.050 39.572 192.550 7.000 550 28.374 266.624 453.927
Stijging inkomsten autonoom
1.259.850
Stijging salarissen detachering Brandweer Zaanstad (gedekt door inkomsten detachering) Stijging salarissen VrZW Correctie uitkering t.o.v. begroting 2009 Vrijval inhuur t.o.v. 2009 Mutatie Personeelslasten
266.624 160.415 8.775 -74.540 361.274
Effect afschrijving t.o.v. begroting 2009 n.a.v. autonome (vervangings)investeringen
9.233
Bijstelling kosten opleidingen (gedekt door inkomsten) Verhoging kosten GHOR (gedekt door loon-/prijscompensatie) Herverdeling in kosten Projecten (gedekt door subsidie PUEV) Autonome prijsstijging overige kosten Totaal effect autonome mutatie overige kosten
153.661 22.833 21.075 24.966 222.535
Structurele posten vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" 2009
793.450
Stijging kosten autonoom
1.386.492
Mutatie autonoom
-126.642
NIEUW BELEID Nieuw Beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" Nieuw Beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" opgenomen als p.m. Nieuw Beleid niet in beleidsplan
Inc 205.000 0 30.000
Struct 194.500 600.600 298.400
Totaal kadernota 399.500 600.600 328.400
Totaal effect kadernota
235.000
1.093.500
1.328.500
Stijging Regiobijdrage
1.455.142 in euro 1.455.142 4.581.239 6.036.381
Stijging regiobijdrage Bijdrage begroting 2009 Totaal regiobijdrage
per inwoner 4,59 14,46 19,05
V e r d e lin g p e r g e m e e n t e G em e e n t e
B e v o l ki n g 1-1 -2008
R e g io b i j d r ag e 20 09
R e g io b i j d r a g e 2 010
S ti j g in g
p e r 2 0 -2 -0 9
B e e m s te r E d a m -V ol e n d a m L a n ds m e e r O o st z a a n P u rm ere n d W a t e r la n d W o r m e r la nd Z a a n st a d Z e evan g To taa l
8 .4 74 2 8 .4 48 1 0 .1 73 9 .2 05 7 8 .4 34 1 7 .0 26 1 5 .9 01 1 4 2 .8 63 6 .3 06 316.830
1 2 2. 53 1 4 1 1. 34 7 1 4 7. 09 8 1 3 3. 10 1 1 . 1 3 4. 12 5 2 4 6. 18 9 2 2 9. 92 2 2 . 0 6 5. 74 4 9 1. 18 2 4 .5 8 1 .2 3 9
16 1. 45 0 54 2. 00 3 19 3. 82 0 17 5. 37 8 1. 49 4. 35 8 32 4. 38 7 30 2. 95 3 2. 72 1. 88 7 12 0. 14 5 6 .0 3 6 .3 8 1
38 .9 2 0 1 30 .6 5 6 46 .7 2 3 42 .2 7 7 3 60 .2 3 3 78 .1 9 7 73 .0 3 0 6 56 .1 4 3 28 .9 6 2 1 . 4 5 5 .1 4 2
pagina 7 van 40
2010 totale kosten beleidsvoornemens na taakstelling AUTONOOM Stijging kosten autonoom
1.386.492
Mutatie autonoom
-126.642
NIEUW BELEID Incidenteel Structureel Totaal kadernota 10.000 85.000 95.000 0 190.900 190.900 10.000 107.500 117.500
Nieuw Beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" Nieuw Beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" opgenomen als p.m. Nieuw Beleid niet in beleidsplan Totaal effect kadernota
20.000
383.400
Stijging Regiobijdrage
403.400 530.042
in euro 530.042 4.581.239 5.111.281
Stijging Regiobijdrage Bijdrage begroting 2009 Totaal regiobijdrage
per inwoner 1,67 14,46 16,13
Verdeling per gemeente Gemeente
Bevolking 1-1-2008
Regiobijdrage 2009
Regiobijdrage 2010
Stijging
Per 20-2-09
Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang Totaal
8.474 28.448 10.173 9.205 78.434 17.026 15.901 142.863 6.306 316.830
122.531 411.347 147.098 133.101 1.134.125 246.189 229.922 2.065.744 91.182 4.581.239
136.707 458.939 164.117 148.500 1.265.342 274.673 256.524 2.304.747 101.732 5.111.281
14.177 47.592 17.019 15.400 131.216 28.484 26.602 239.003 10.550 530.042
Uitgangspunten 2010 Loonstijging: 4%: 1,5 % CAO plus 2,5 % periodieke salarisverhoging Prijsstijgingen exploitatie: 1% volgens CPB Stijging Regiobijdrage 2010 Autonome stijging Nieuw beleid
in euro 126.642 403.400 530.042
per inwoner 0,40 1,27 1,67
% 2,76 8,81 11,57
pagina 8 van 40
1.5
Leeswijzer
In deze kadernota wordt na de inleiding in de hoofdstukken 2 tot en met 5 voor de programma’s van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (Veiligheidsbureau, RBZW, GHOR en VrZW algemeen en tevens in een hoofdstuk piketten) achtereenvolgens aangegeven: - welke beleidsvoornemens op basis van het Beleidsplan VrZW 2009-2012 in 2010 e.v. tot uitvoering komen; - welke beleidsvoornemens vanaf 2010 starten die niet zijn voorzien in het Beleidsplan 2009-2012, maar die wel noodzakelijk zijn gelet op de aankomende wet- en regelgeving en het minimale kwalitatieve niveau dat door het bestuur afgesproken is. De afzonderlijke beleidsvoornemens zijn uniform in tabelvorm weergegeven. In onderstaande figuur vindt u de legenda. Naam beleidsvoornemen (nummer dat correspondeert met de nummering van de beleidsvoornemens in het beleidsplan VrZW 2009-2012) Programma: Weergave van de naam van het programma. Korte weergave van de inhoud van het beleidsvoornemen. Consequentie taakstelling: Weergave van de wijziging / consequentie van het beleidsvoornemen na taakstelling Risico-analyse: Weergave waar het beleidsvoornemen uit voortkomt, dan wel wat het risico is als het beleidsvoornemen niet wordt uitgevoerd. Kostenindicatie: Weergave van de meerjarige raming van de kosten. Wanneer de kosten structureel zijn (en dus na 2013 zullen doorlopen) is dat aangegeven met de afkorting ‘str.’. In deze kadernota wordt een nieuw programma geïntroduceerd, namelijk het programma VrZW Algemeen. In dit programma worden activiteiten verantwoord die hun weerslag hebben op de gehele organisatie en dus niet direct aan een van de bestaande programma’s kunnen worden toegewezen. De risicoparagraaf is opgenomen in hoofdstuk 7. Hierin zijn de belangrijkste risico’s benoemd. Het betreft zaken waar rekening mee gehouden dient te worden, maar waarvan de eventuele (financiële) consequenties nu nog niet te overzien zijn. Veiligheid staat hoog op de agenda; er zijn en komen veel (landelijke) ontwikkelingen die van invloed zullen zijn op het functioneren van de VrZW. Dat maakt het lastig een meerjarenperspectief neer te zetten en onderstreept het belang van de risicoparagraaf. Ten slotte zijn in bijlage 1 per programma alle soorten kosten weergegeven voor de jaren 2010 t/m 2013. De bijlage bestaat (in deze volgorde) uit de volgende werkbladen: 1. werkblad Nieuw beleid (na bijstelling in maart 2009), met de kosten voor 2010 en 2011 voor nieuw beleid na taakstelling 2. werkblad Totaal beleidsvoornemens 2010-2013, hierop zijn de kosten voor de beleidsvoornemens over vier jaar weergegeven, waarbij ook inzichtelijk is gemaakt wat nog doorlopend is vanuit het nieuw beleid 2009. 3. zeven werkbladen waarin per programma/product de kosten op regelniveau (voor de afzonderlijke beleidsvoornemens) overzichtelijk bijeen zijn gebracht, met de volgende onderverdeling: - kosten vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" 2009; - nieuw beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" voor de periode 2010-2013; - nieuw beleid vanuit Beleidsplan "Voor Elkaar!" opgenomen als p.m. post voor de periode 2010-2013; - nieuw beleid niet in beleidsplan: dit betreft kosten voor beleidsvoornemens in de periode 2010-2013 die niet zijn voorzien in het Beleidsplan VrZW pagina 9 van 40
2009-2012, maar die wel noodzakelijk zijn gelet op de aankomende weten regelgeving en het minimale kwalitatieve niveau dat door het bestuur afgesproken is. Bijlage 2 is een overzicht van alle monodisciplinaire brandweerpiketten en multidisciplinaire piketten. In hoofdstuk 3 en in de risicoparagraaf wordt naar deze bijlage verwezen. In dit document wordt gebruik gemaakt van de afkortingen: str=structureel, inc = incidenteel en inv=investering. Verder wordt met zowel Beleidsplan VrZW 2009-2012 als Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor Elkaar! en Beleidsplan "Voor Elkaar!" het beleidsplan bedoeld dat in november 2008 is vastgesteld voor de komende planperiode.
pagina 10 van 40
2 Toelichting Programma Veiligheidsbureau Het Programma Veiligheidsbureau omvat alle kosten ten behoeve van het functioneren van het veiligheidsbureau, inclusief de sectie gemeenten die zowel mono- als multidisciplinaire werkzaamheden uitvoert op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. 2.1
Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012
Hieronder worden de beleidsvoornemens voor de jaren 2010 en verder toegelicht. Deze zijn te vinden in het Beleidsplan VrZW 2009-2012. 1. Zelfredzaamheid (V10) Programma: Veiligheidsbureau De overheid heeft de verantwoordelijkheid om burgers en bedrijfsleven te informeren over de risico’s die zij lopen en op welke wijze zij zich op incidenten kunnen voorbereiden. Belangrijk speerpunt bij deze aanpak zijn de niet of minder zelfredzame personen. In 2009 en 2010 buigt het veiligheidsbureau zich over het risicoprofiel van de regio. Mede op basis hiervan wordt in 2010 het volgens de Wet veiligheidsregio’s verplichte Beleidsplan Veiligheidsregio opgesteld. Als een onderdeel van dit plan heeft het veiligheidsbureau voorgesteld in 2011 in overleg te treden met de kolommen voor een gezamenlijke visie en aanpak over de wijze waarop in de regio wordt omgegaan met zelfredzaamheid in het algemeen en verminderd zelfredzamen in het bijzonder. Consequentie taakstelling: omdat dit geen wettelijke taak is, zal dit worden verschoven naar 2012. Dit is een afwijking van het Beleidsplan VrZW 2009-2012. Voor 2012 wordt een bedrag geraamd van € 20.000,- waaruit inhuur van externe deskundigheid en voorlichtingsmateriaal worden bekostigd. In de jaren daarna (2013 e.v.) wordt een structureel bedrag gevraagd van € 5.000,- per jaar voor een voorlichtingsbrochure, specifiek gericht op de minder zelfredzamen. Risico-analyse: vooralsnog is dit geen wettelijke taak, maar de aandacht voor zelfredzaamheid kan een grote meerwaarde hebben voor burgers en bedrijven – zij moeten zich in de eigen regio kunnen laten voorlichten over hun veiligheidsrisico’s en wat zij daarin zelf kunnen en moeten betekenen, zowel in preventieve als in repressieve sfeer als de hulpdiensten er niet (op tijd) zijn (zie ook visie Arm in arm voor veiligheid in het Beleidsplan VrZW 2009-2012). Kostenindicatie: 2012: € 20.000,- 2013 en verdere jaren: € 5.000,- (str.) (aanvankelijk gepland in 2010, maar verschuiving naar 2012 voorgesteld) 2. Multidisciplinair inzichtelijk maken materieel/materiaal (V11) Programma: Veiligheidsbureau Op regionale schaal kan een efficiencyslag gemaakt worden wanneer de partners in de rampenbestrijding gebruik maken van elkaars kapitaal (mensen en middelen). Ook het Hoogheemraadschap (en mogelijk ook Rijkswaterstaat) is in dezen een partij met wie afspraken over het gebruik van materieel en materiaal gemaakt kunnen worden. De politie beschikt over een geautomatiseerd systeem waarin voor de regio’s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek-Waterland al het uitleenbare materiaal en materieel is opgenomen. Een dergelijk systeem zou ook binnen en tussen de overige partners in rampenbestrijding van nut kunnen zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de betrokken partners hun zaken op orde hebben. In verband hiermee wordt dit project, in afwijking van het geldende Beleidsplan VrZW 2009-2012, in de tijd gefaseerd. Het veiligheidsbureau buigt zich in 2012 over het multidisciplinair inzichtelijk maken van materiaal en materieel in de regio en trekt hiervoor tijdelijk capaciteit aan van 0,2 fte (€ 15.000,-). pagina 11 van 40
Consequentie taakstelling: fasering zonder consequentie. Risico-analyse: reeds eerder door bestuurders gewenst beleidsvoornemen (zie Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding 2006-2008) en ook in het kader van efficiencymogelijkheden interessant. Dit heeft in het totaal aan beleidsvoornemens echter een mindere prioriteit, vandaar dat fasering wordt voorgesteld. Hiermee loopt de VrZW geen risico in de taakuitvoering. Kostenindicatie: € 15.000,- (inc.) in 2012 (aanvankelijk gepland in 2010, maar verschuiving naar 2012 voorgesteld) 3. Kwaliteitsimpuls rampenbestrijdingspotentieel (V14) Programma: Veiligheidsbureau Doel van het project kwaliteitsimpuls rampenbestrijdingspotentieel is voldoende gekwalificeerde sleutelfunctionarissen GRIP op te leiden. Het vormt een belangrijke schakel in de kwaliteitsverbetering van de crisisbeheersing en rampenbestrijding in de veiligheidsregio. Als basis voor de kwaliteitsverbetering dienen de functie- en competentieprofielen die in 2009 binnen het project Kwaliteitsverbetering GRIP worden opgesteld. Vervolgens zal in een traject van competentieanalyse, matching en plaatsing de juiste persoon op de juiste positie binnen de GRIP-structuur terecht moeten komen. In omvang wordt het project beperkt tot enkele sleutelfuncties (Leider COPI, Operationeel Leider en wellicht enkele bij de gemeenten liggende sleutelfuncties zoals AOV, Voorlichting). De operationele diensten Brandweer, Politie en GHOR werken al met dergelijke profielen of gaan daar op korte termijn mee werken. Voor het eerste jaar zal een aantal sleutelfunctionarissen het traject moeten doorlopen, de jaren daarna zal het om zgn. ‘doorstroomkosten’ gaan in verband met natuurlijk verloop. Consequentie taakstelling: het project Kwaliteitsimpuls rampenbestrijdingspotentieel stond oorspronkelijk gepland voor uitvoering door het veiligheidsbureau in 2011, maar met het oog op de budgettaire taakstelling zal dit worden uitgesteld naar 2012. Hier zit een zeker risico in omdat het verbeteren van de kwaliteit van de sleutelfunctionarissen in de crisisbeheersing en rampenbestrijding in deze regio in het geding is als hier niet structureel aandacht aan kan worden besteed. Bovendien stellen het convenant met de minister en de aanstaande wet- en regelgeving (Wet veiligheidsregio’s, Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s) ook eisen aan de sleutelfunctionarissen. Uitstel betekent in ieder geval ook dat het project qua tijd en inhoud geen goede aansluiting krijgt met het Multidisciplinair Beleidsplan Opleiden, Trainen, Oefenen 2010-2013 (2009 gereed) en het project Kwaliteitsverbetering GRIP (ook 2009 gereed). Risico-analyse: het verbeteren van de kwaliteit van de sleutelfunctionarissen in de crisisbeheersing en rampenbestrijding in deze regio is in het geding is als hier niet structureel aandacht aan kan worden besteed. Kostenindicatie: 2012: € 15.000,- (inc.) (aanvankelijk gepland in 2011, maar verschuiving naar 2012 voorgesteld) 2013 en verdere jaren: € 10.000,- (str.) (i.p.v. incidenteel in 2012 zoals oorspronkelijk geraamd) 4. Organisatie Veiligheidsbureau: coördinatie en uitvoering beheerstaken/ administratie (V2, V13b en nieuw t.o.v. Beleidsplan VrzW 2009-2012) Programma: Veiligheidsbureau Bij de opzet van het veiligheidsbureau is de formatie voor coördinatie van het bureau ingeschat op 0,3 fte en is geen formatie gerekend voor beheerstaken / administratieve ondersteuning. Evaluatie van het functioneren van het veiligheidsbureau in de periode 2007/2008 heeft onder meer opgeleverd dat er goede resultaten zijn behaald maar dat de coördinatie onvoldoende kon worden ingevuld. Ook zijn er tijdens en na afronding pagina 12 van 40
van projecten beheersmatige en administratieve taken die niet aan de lijn kunnen worden overgedragen. Bij een toename van taken en een grotere span of control door formatie-uitbreiding (2,0 fte bestuurlijke voorbereiding, 0,5 fte politie) is uitbreiding van de coördinatie van het bureau van 0,3 fte naar 0,5 fte noodzakelijk, evenals de inzet van 0,5 fte beheersmatige / administratieve ondersteuning voor diverse taken zoals opstellen en beheren van het regionaal crisisplan (V2) en het beheer van de evenementenkalender (V13b). Consequentie taakstelling: geen (ten opzichte van vorige concept-kadernota is de benodigde formatie voor beheersmatige en administratieve taken hier samengenomen). Risico-analyse: het risico van het niet uitbreiden van de bureaucoördinatie is dat er geen of onvoldoende overview is op de voortgang en samenhang van projecten en dat er niet adequaat wordt ingespeeld op nieuwe vragen en ontwikkelingen, aangezien de medewerkers van het bureau volledig zijn volgepland met projecten. Het niet toekennen van beheersmatige en administratieve ondersteuning leidt tot vertraging in de uitvoering van projecten en tot inefficiëntie omdat de (duurdere) bureaumedewerkers zelf de administratieve taken voor hun rekening moeten nemen. Opstellen en beheren crisisplan: het is geen optie om het regionaal crisisplan (de wettelijke opvolger van het rampenplan) niet te maken en te beheren omdat dit een wettelijke verplichting wordt (Wet veiligheidsregio’s) en door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) ook getoetst zal gaan worden. Wat betreft het beheren van de evenementenkalender: het bestuur heeft de behoefte aan afstemming van evenementen erkend; door het beheer van de evenementenkalender niet te beleggen, loopt de VrZW het risico dat het bestuursbesluit niet (goed) kan worden uitgevoerd. Kostenindicatie: 0,2 fte coördinatie en 0,5 fte beheersmat./adm. onderst. 2010: € 30.000,- (str.) en € 15.000,- (str.) 2011: € 31.200,- (str.) en € 15.600,- (str.) 2012: € 32.448,- (str.) en € 16.224,- (str.) 2013: € 33.746,- (str.) en € 16.873,- (str.)
2.2
Beleidsvoornemens sectie gemeenten
In het beleidsplan zijn geen kosten geraamd voor de uitvoering van beleidsvoornemens van de sectie gemeenten in het veiligheidsbureau. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot een extra aanvraag in deze kadernota. 1. Training Gemeentelijk Managementteams Programma: Veiligheidsbureau In 2009 wordt een monodisciplinair meerjarenbeleidsplan voor opleiden, trainen en oefenen voor de gemeentelijke processen ontwikkeld. Op basis daarvan wordt jaarlijks een programma voor opleiden, trainen en oefenen opgesteld. Dit gebeurt door de sectie gemeenten van het veiligheidsbureau in samenwerking met de gemeenten. In 2010 wordt gestart met trainingen voor gemeentelijke managementteams (GMT’s). De kosten hiervoor zijn niet opgenomen in het budget voor opleiden en oefenen van de gemeentelijke actiecentra. In de Kwaliteitsfoto en het Convenant Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2008-2009 is opleiden van de gemeentelijke managementteams als aandachtspunt benoemd zonder hiervoor een specifiek budget te alloceren. Hiervoor is echter een bedrag benodigd van € 12.500,- per jaar. Consequentie taakstelling: het opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke processen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid die de VrZW coördineert en faciliteert. De VrZW zal het benodigde bedrag voor de trainingen van GMT’s niet begroten; er wordt vanuit gegaan dat er bij de gemeenten voldoende geld is voor de financiering en dat dit na organisatie door de sectie gemeenten kan worden afgerekend.
pagina 13 van 40
Risico-analyse: het opleiden en oefenen van de GMT’s is een gemeentelijke verantwoordelijkheid; de VrZW hoeft hier dus niet iets in te betekenen, maar stelt juist om efficiencyredenen voor om dit regionaal op te pakken (via de sectie gemeenten in het veiligheidsbureau). Kostenindicatie: € 0,- (str.) vanaf 2010 (aanvankelijk 12.500,- voor geraamd, maar financiering door gemeenten via aparte afrekening)
pagina 14 van 40
3 Piketten Onder de programma’s Veiligheidsbureau, RBZW en VrZW vallen diverse piketten. Om deze informatie overzichtelijk aan te bieden, is in deze kadernota gekozen voor het invoegen van een hoofdstuk piketten. Meer informatie is ook te vinden in hoofdstuk 6 en in bijlage 2. 1. Piketten brandweer: Hoofd stafsectie brandweer en Veiligheidsfunctionaris (zie Doorontwikkeling operationele leiding (B5) in hoofdstuk 4) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Doel van het project Kwaliteitsimpuls Operationele Leiding is om uiteindelijk in voldoende mate gekwalificeerde operationele brandweerfunctionarissen, zoals (hoofd)officieren van dienst en officieren gevaarlijke stoffen, beschikbaar te hebben en te ondersteunen. Zie ook de toelichting in het Beleidsplan VrZW 2009-2012. Het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel (herziening van dit besluit in het Besluit personeel veiligheidsregio's is aanstaande) stelt eisen aan het repressieve brandweerpersoneel in Nederland en is dus ook medebepalend voor de eisen die in Zaanstreek-Waterland gesteld worden aan de functionarissen belast met operationele leiding. Dit betekent dat vanaf 2010 een uitbreiding van harde piketten noodzakelijk is om gegarandeerde beschikbaarheid van operationele functionarissen te waarborgen. Het betreft in ieder geval de piketten: Hoofd stafsectie brandweer en Veiligheidsfunctionaris. Voorgesteld wordt om de invulling van de stafsectie brandweer door middel van piket te garanderen en de stafsectie bovendien te vormen met twee functionarissen (in plaats van één); hiermee wordt de stafsectie brandweer in het ROT zowel qua omvang als qua gegarandeerde opkomst gelijkgetrokken met die van de andere diensten (politie en GHOR). Oefeningen en incidenten hebben uitgewezen dat dit de kwaliteit van de bijdrage van de brandweer in het ROT zal verhogen en dat dit kan leiden tot een betere crisisbeheersing en rampenbestrijding. (zie ook hoofdstuk 6 en bijlage 2). Vanwege deze uitbreiding in piketten stijgt tevens het benodigde budget voor oefenen en bijscholen vanaf 2011. Consequentie taakstelling: de operationele functie Veiligheidsfunctionaris zal voorlopig niet met een piket worden ingevuld. Onderzocht zal worden of deze functie op een andere wijze gegarandeerd kan worden. Risico-analyse: Piketuitbreiding: het niet piketteren (en dus niet of niet tijdig opkomen) van benodigde, gekwalificeerde sleutelfunctionarissen in de operationele leiding van de brandweer betekent een risico in het slagvaardig (grootschalig) optreden en dus een afbreukrisico als het gaat om de kwaliteit van de prestaties - waarmee de veiligheid van slachtoffers en brandweermedewerkers in het geding is. Oefenen/bijscholen: alle functionarissen die een piketfunctie vervullen in de operationele leiding van de brandweer dienen voldoende geoefend en bijgeschoold te worden. Het huidige oefen-/bijscholingsbudget is gebaseerd op het huidige aantal piketten/piketfunctionarissen. In het geval van uitbreiding van piketten dienen deze kosten evenredig mee te stijgen (onvermijdelijk). Kostenindicatie: 2010: € 25.000,- (str.) 2011: € 26.100,- (str.) en 25.000,- (str.) oefenkosten 2012: € 27.040,- (str.) en 25.000,- (str.) oefenkosten 2013: € 28.122,- (str.) en 25.000,- (str.) oefenkosten
pagina 15 van 40
2. Piketten brandweer: Duikcoördinator (zie ook Regionale aanpak specialisme waterongevallen (B19) in hoofdstuk 4) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding De regio Zaanstreek-Waterland heeft twee korpsen met duikteams, namelijk Brandweer Purmerend en Brandweer Zaanstad. Van oudsher bedient het Purmerendse korps het gebied Waterland en het Zaanse korps de Zaanstreek. Dit gebeurt ‘om niet’. Hoewel de samenwerking tussen beide gemeenten ten aanzien van de waterongevallenbestrijding steeds beter wordt, is het wenselijk om voor een regionale aanpak te kiezen. Vooruitlopend op de planvorming wordt voorgesteld rekening te houden met een piketfunctie Duikcoördinator. Consequentie taakstelling: er zal nog geen piket Duikcoördinator worden ingericht. De commandanten stellen voor om voor de korte termijn voor een (budgetneutrale) oplossing binnen de korpsen Purmerend en Zaanstad te kiezen. Onderzocht zal worden of deze functie in de toekomst op een andere wijze gegarandeerd kan worden. Risico-analyse: het niet verhogen van de kwaliteit van de waterongevallenorganisatie veroorzaakt een verhoogd veiligheidsrisico van de operationele brandweerfunctionarissen en is tevens een bestuurlijk afbreukrisico gelet op de adviezen van de ArbeidsInspectie, de IOOV en de branchevereniging NVBR. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 0,2013: € 0,(aanvankelijk 20.000,- structureel geraamd) 3. Piketten rampenstaven: Operationeel leider en Leider COPI Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding / Veiligheidsbureau De RBZW zorgt namens de brandweer bij incidenten, crises en rampen voor invulling van de sleutelfuncties Operationeel Leider (ROT) en Leider COPI. Dit is momenteel geregeld door de vrije instroom van de Hoofdofficier van Dienst (HOvD) van de brandweer. Na diverse GRIP incidenten en oefeningen leert de ervaring echter dat het werken met vrije instroom een groot afbreukrisico heeft. Het alarmeren kost relatief veel tijd en heeft een negatief effect op de opkomsttijd. Zonder een piketregeling kan niet voldaan worden aan de Basisvereisten Crisismanagement (vereisten hebben o.a. betrekking op alarmeringstijden en opkomsttijden van diverse teams). Op grond van de nieuwe wet- en regelgeving, de dringende adviezen van de Inspectie OOV en de eigen ervaringen komt de VrZW vanuit het project Kwaliteitsverbetering GRIP tot het volgende advies: de functies Operationeel Leider en Leider COPI “ontkleurd” in te vullen, d.w.z. dat dit functies worden die door brandweer, politie, GHOR en evt. ook gemeenten worden ingevuld. De piketkosten worden dan over de verschillende diensten verdeeld. In de nieuwe wet- en regelgeving wordt al uitgegaan van “ontkleurde” functionarissen. De leiding in het ROT is straks niet meer voorbehouden aan de brandweer; de regel dat de brandweer de operationele leiding heeft tenzij de burgemeester anders bepaalt, zal komen te vervallen. Vooruitlopend op nadere besluitvorming wordt gevraagd rekening te houden met een extra kostenpost van € 50.000,- aan vaste* piketkosten voor Operationeel Leider en Leider COPI, waarbij – op het moment dat het advies wordt overgenomen – een deel van de piketkosten lager uit kunnen vallen als de andere diensten mee gaan draaien in deze piketten. * zie voor toelichting hoofdstuk 6 en bijlage 2 Consequentie taakstelling: door prioriteitstelling zal het invullen van deze sleutelfuncties voorlopig niet gebeuren door middel van hard piket; er blijft gewerkt worden met vrije instroom vanuit de brandweer, waarbij met politie, GHOR en evt. gemeenten bekeken wordt of zij op termijn ook op basis van vrije instroom mensen kunnen leveren voor deze sleutelfuncties. pagina 16 van 40
Risico-analyse: gegarandeerde opkomst en bezetting zijn een noodzakelijk gevolg van regelgeving (Basisvereisten Crisismanagement) en aanstaande wetgeving (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s). Het blijven hanteren van het vrije instroomprofiel voor deze functies heeft risico’s voor de (tijdige) alarmering en opkomst en is daarmee een afbreukrisico voor het tijdig aanvangen van het ROT tijdens incidenten, crises en rampen en het goed functioneren ervan. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 0,2013: € 0,(aanvankelijk 50.000,- structureel geraamd) 4. Piketten rampenstaven: informatiemanagement Programma: VrZW Algemeen Het werkveld van de multidisciplinaire informatievoorziening bestaat uit een groot aantal onafhankelijke organisaties die informatie moeten ontsluiten, samenbrengen en delen ten behoeve van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het proces informatiemanagement voorziet in de meest elementaire behoefte van alle andere processen, namelijk de informatie over de aard en omvang van het incident, de effecten, de wijze van bestrijden en het aanwezige en nog komende bestrijdingspotentieel. Het alarmeren van de sleutelfunctionarissen 24/7 en (grootschalige) eenheden, die voor het vereiste niveau van opschaling noodzakelijk zijn, start zo snel mogelijk nadat is voldaan aan de criteria voor een grootschalig incident (starttriggers) en wordt, met inbegrip van de spontaan aangeboden bijstand, voortdurend gemonitord naar aantal, verwachte aankomsttijd en –locatie. De alarmering en opkomst van de sleutelfunctionarissen dient voldoende bedrijfszeker te zijn en te geschieden binnen de daarvoor vastgestelde tijdsnormen. Voor de sectie informatiemanagement geldt hierbij een normtijd van 40 minuten. Om aan deze vereisten te voldoen, dient er een piket voor deze nieuwe functionaris binnen de rampenstaven ingericht te worden. In de GRIP-structuur dient er voor Copi, ROT en RBT een informatiemanager op te komen in de sectie informatiemanagement. Op dit moment zijn deze drie nieuwe sleutelfuncties dus nog niet ingevuld, terwijl dat volgens de nieuwe wet- en regelgeving wel zou moeten. Dit leidt in 2010 tot het instellen van: - Piket Copi: 25.000,- Piket ROT: 16.800,- Piket RBT: 16.800,Dit is een totaal van € 58.600,- per jaar, als ervoor wordt gekozen dat de VrZW de invulling van de piketten volledig voor haar rekening neemt. Consequentie taakstelling: om budgettaire redenen en het feit dat er minder vaak sprake is van de inzet van een RBT, zal het piket in 2010 gefaseerd worden in gevoerd en wordt nog afgezien van het instellen van een hard piket voor de sectie informatiemanagement in het RBT. Risico-analyse: gevolg van regelgeving (Basisvereisten Crisismanagement) en aanstaande wetgeving (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s). Toetsingskader Inspectie is hier al op ingericht. Het niet invullen van de sectie informatiemanagement leidt ertoe dat er geen verbeterslag kan worden gemaakt in het ontsluiten, samenbrengen en delen van informatie in de diverse (operationele) teams. Kostenindicatie: 2010: € 20.900,- (str.) 2011: € 43.472,- (str.) + 17.472,- (str.) 2012: € 45.211,- (str.) + 18.171,- (str.) 2013: € 47.019,- (str.) + 18.898,- (str.)
pagina 17 van 40
5. Piketten rampenstaven: journaalschrijver en ondersteuner voor ROT en RBT Programma: Veiligheidsbureau Na diverse GRIP 2 incidenten in de regio blijkt dat een vrije instroom van de journaalschrijvers en ROT-ondersteuners een groot afbreukrisico kent. Het alarmeren kost daardoor relatief veel tijd en heeft een negatief effect op de opkomsttijd. Bovendien staat de beschikbaarheid –net als bij andere vrijwillige functies buiten kantoortijd- onder druk, terwijl de inzet tijdens kantoortijd ten koste gaat van beleids- en ondersteunende capaciteit van de VrZW. Net als andere sleutelfunctionarissen dienen journaalschrijvers en ROT ondersteuners 24/7 beschikbaar en bereikbaar te zijn. Om deze bedrijfszekerheid te waarborgen zal er sprake dienen te zijn van een piketregeling voor deze functionarissen. Zonder een piketregeling kan niet voldaan worden aan de Basisvereisten Crisismanagement en de nieuwe wet- en regelgeving (vereisten hebben o.a. betrekking op alarmeringstijden en opkomsttijden van diverse teams). Dringende adviezen om meer zekerheid te creëren in beschikbaarheid van ondersteunende functionarissen komen bovendien van de externe waarnemers bij bestuurlijke oefeningen (o.a. de negen GRIP-oefeningen najaar 2008) en van de beoordelaars van de Inspectie OOV. Bij de landelijke oefening i.h.k.v. TMO was voor het eerst een RBT operationeel. Hieruit bleek dat een ondersteuner RBT noodzakelijk is voor het functioneren van het RBT (o.a. treffen van voorbereidingen in de vergaderruimte en uitvoeren van allerhande hand- en spandiensten). Op dit moment kent de VrZW geen piketregeling voor deze functionarissen. Kosten piketvergoeding € 16.800,00 per piket (ROT journaalschrijver, ROT ondersteuner en RBT ondersteuner). Totale vaste* piketkosten € 50.400,- per jaar, als de invulling van de piketten volledig voor rekening blijft van de VrZW. Het ligt voor de hand om de kosten met alle vier de kolommen te dragen en dus tot een andere kostenverdeling te komen. * zie voor toelichting hoofdstuk 6 en bijlage 2 Consequentie taakstelling: deze functies zullen voorlopig niet door middel van een hard piket worden ingevuld. Risico-analyse: gegarandeerde opkomst is een noodzakelijk gevolg van regelgeving (Basisvereisten Crisismanagement) en aanstaande wetgeving (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s). Het blijven hanteren van het vrije instroomprofiel voor deze functies heeft risico’s voor de (tijdige) alarmering en opkomst. Omdat deze functionarissen faciliterend zijn aan ROT en RBT heeft dat ook een direct gevolg voor het tijdig aanvangen van deze teams tijdens incidenten, crises en rampen en het goed functioneren ervan. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 0,2013: € 0,(aanvankelijk 50.400,- structureel geraamd) 6. Voorziening operationele sleutelfuncties brandweer en rampenstaven Programma: Veiligheidsbureau / RBZW De ervaring leert dat een vrije instroom van sleutelfunctionarissen bij ongevallen, crises en rampen een groot afbreukrisico kent. Vanuit de wetgever en Inspectie wordt er op aangedrongen om de vereiste opkomst zo goed mogelijk te organiseren. Landelijke trend is dan ook dat steeds meer regio’s steeds meer functionarissen op hard piket zetten. In Zaanstreek-Waterland is dat tot op heden steeds tot het minimum beperkt gebleven. Hoewel er voldoende argumenten zijn om veel meer piketten in te gaan stellen – en dit in eerste instantie ook het voorstel was – stelt de VrZW voor om vooralsnog een bepaald aantal piketten in te voeren en met een voorstel voor de langere termijn te komen. In deze gewijzigde kadernota zijn nu om budgettaire redenen keuzes gemaakt. Dit neemt niet weg dat verbetering in de opkomst nodig is en er daarom andere pagina 18 van 40
maatregelen zoals consignatie nodig zijn. Ook dienen inzeturen vergoed te worden. Kortom, het vooralsnog beperken van de uitbreiding van piketten vraagt om extra budget voor tussenmaatregelen. Risico-analyse: gegarandeerde opkomst is een noodzakelijk gevolg van regelgeving (Basisvereisten Crisismanagement) en aanstaande wetgeving (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s). Het blijven hanteren van het vrije instroomprofiel voor sleutelfuncties heeft risico’s voor de (tijdige) alarmering en opkomst en heeft daarmee ook een direct gevolg voor het tijdig aanvangen van deze teams tijdens incidenten, crises en rampen en het goed functioneren ervan. Kostenindicatie: 2010: € 25.000,2011: € 26.100,2012: € 27.040,2013: € 28.122,(bedrag kan mogelijk omlaag op het moment dat piketten verder worden uitgebreid)
pagina 19 van 40
4 Toelichting Programma RBZW Onder het Programma RBZW vallen alle kosten van de regionale brandweer. Deze zijn in een vijftal producten onderverdeeld: Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, Opleidingen, Alarmcentrale & Verbindingen, Projecten en Lokale Brandweerzorg. Deze laatste blijft in dit document buiten beschouwing. Hieronder volgen per product de nieuwe beleidsvoornemens met bijbehorende kosten.
4.1
Product RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding
4.1.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 Hieronder worden de beleidsvoornemens voor de jaren 2010 en verder toegelicht. 1. Beleidsplan Risicobeheersing (B1) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Onder risicobeheersing worden de taakvelden proactie en preventie gezamenlijk opgepakt. In het verleden zijn deze taken meer los van elkaar bezien, maar gezien de nauwe verwevenheid is dat niet meer wenselijk. Voor risicobeheersing wordt per definitie door de RBZW samengewerkt met de gemeenten in de regio. In 2008 is gestart met het gezamenlijk bepalen van de speerpunten voor de komende jaren en te onderzoeken welke werkwijze daar het best bij past. In 2009 wordt een visie ontwikkeld die is terug te vinden in het beleidsplan risicobeheersing. In 2010 zal naar verwachting 1 fte extra moeten worden ingezet om de beleidsvoornemens ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Aan de orde is onder andere de uitbreiding van het takenpakket (nieuwe wetgeving). Het betreft hier nieuwe vaste formatie en de middelen hiervoor lopen door in 2011 en verder. Consequentie taakstelling: gelet op de budgettaire beperkingen en andere prioriteiten wordt dit, in afwijking van het Beleidsplan VrZW 2009-2012, met een jaar uitgesteld. Risico-analyse: risicobeheersing is een complex taakveld dat ontzettend in ontwikkeling is. Er komt onder andere nieuwe wetgeving aan. Het is noodzakelijk om in deze regio een visie op risicobeheersing te formuleren en daar vervolgens uitvoering aan te geven. Risico van niet toekennen van formatie-uitbreiding is stilstand: er zal niet adequaat kunnen worden ingespeeld op ontwikkelingen. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 65.000,- (str.) 2012: € 68.000,- (str.) 2013: € 71.000,- (str.) (aanvankelijk gepland in 2010, maar verschuiving naar 2011 voorgesteld) 2. Regionaal materieel spreidingsplan (B4) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding De VrZW stelt een regionaal monodisciplinair materieel spreidingsplan op waarin een helder beeld wordt gegeven van het beschikbare materieel in de regio en waarin wordt aangeven hoe en wanneer het verschillende materieel in de regio kan worden ingezet. Zowel de regionale brandweer als de gemeentelijke brandweerkorpsen beschikken over eigen materieel. Het regionale materieel bestaat voornamelijk uit door het ministerie van BZK beschikbaar gesteld materieel voor grootschalig optreden en bijzondere bijstandsverlening, aangevuld met piketvoertuigen en andere dienstvoertuigen. De combinatie van een dekkingsplan en een spreidingsplan geeft de commandanten en de bestuurders een goed beeld van de mogelijkheden en optimale inzet van personeel en materieel. Daarnaast is het uit oogpunt van kwaliteit, uniformiteit en efficiency pagina 20 van 40
gewenst om één plan te hebben, zodat met inachtneming van de eigen regionale en gemeentelijke (financiële) verantwoordelijkheden gestreefd kan worden naar optimale samenwerking in aanschaf en beheer van materieel. In 2009 vindt een inventarisatie van het materieel binnen de regio plaats en wordt een plan van aanpak met als aandachtspunten het spreidingsplan, het materieel beleidsplan en samenwerkingsafspraken opgesteld. In 2010 zal een aanvang worden gemaakt met het uitvoeren van het plan van aanpak. Vanaf 2011 zal een extra fte moeten worden aangetrokken om verder uitvoering aan de plannen te geven. In de planvorming en uitvoering zullen de nodige (vervangings)investeringen uiteraard worden meegenomen. Reeds bekend is dat het zware hulpverleningsmateriaal is afgeschreven en verouderd. Door de teruggang van twee naar één compagnie (rijksbeleid) dient de regio zelf zorg te dragen voor materieel dat in stand gehouden wordt vanwege (een) regiospecifieke behoefte(n). In 2011 wordt één van de haakarmvoertuigen vervangen en in 2012 wordt één van de dompelpompen gereviseerd. In 2013 dient het andere haakarmvoertuig vervangen te worden. Consequentie taakstelling: Hierboven is het ideale scenario geschetst. Gezien echter de budgettaire taakstelling en de mogelijkheden die de commandanten zien om vanuit samenwerking tot de eerste resultaten te komen, wordt het volgende voorgesteld: - 2009-2010: inventarisatie en planvorming met inzet van huidige regionale én gemeentelijke capaciteit - 2011: starten met investeren; dit leidt tot kapitaallasten voor de jaren 2012 en verder - 2012: formatieuitbreiding 1 fte voor verdere uitvoering van de plannen Risico-analyse: Een sterke en veilige regio vraagt ook om een optimale samenwerking in aanschaf en beheer van materieel. De VrZW kan hier geen uitvoering aan geven zonder de benodigde capaciteit. Risico is geen kwaliteitsverbetering, uniformiteit en efficiency te kunnen bewerkstelligen. Niet investeren betekent bovendien teruggang in huidige kwaliteit grootschalig optreden (slagkracht, snelheid in opschaling bij grote calamiteit) Kostenindicatie kapitaallasten investeringen: 2011: € 0, 2012: € 12.000,- (inv. 120.000,- in 2011, afschr. 10 jaar) 2013: € 12.000,- + € 7.500,- (inv. 150.000,- in 2012, afschr. 20 jaar) (aanvankelijk gepland vanaf 2010, herkomst kosten: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012; verdere investeringen: 30.000 in 2013, 150.000 in 2014) Kostenindicatie formatieuitbreiding: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 68.000,- (str.) 2013: € 71.000,- (str.) (aanvankelijk gepland vanaf 2011, herkomst: Beleidsplan VrZW 2009-2012) 3. Doorontwikkeling operationele leiding (B5) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Doel van het project Kwaliteitsimpuls Operationele Leiding is om uiteindelijk in voldoende mate gekwalificeerde operationele brandweerfunctionarissen, zoals (hoofd)officieren van dienst en officieren gevaarlijke stoffen, beschikbaar te hebben en te ondersteunen. Zie ook de toelichting in het Beleidsplan VrZW 2009-2012. Het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel (herziening van dit besluit in het Besluit personeel veiligheidsregio's is aanstaande) stelt eisen aan het repressieve brandweerpersoneel in Nederland en is dus ook medebepalend voor de eisen die in Zaanstreek-Waterland gesteld worden aan de functionarissen belast met operationele leiding. In 2008 en 2009 zijn de nodige inhaalslagen gemaakt voor een stabiele basis in de operationele leiding. In 2010 lopen met name incidentele opleiding- en ontwikkelkosten door die gestart zijn in 2009. In 2010 zal tevens uitvoering worden pagina 21 van 40
gegeven aan het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel (straks volledig in Besluit personeel veiligheidsregio’s). Deze werkzaamheden kunnen binnen de reguliere personeelscapaciteit niet worden opgepakt en daarom worden extra middelen aangevraagd voor de jaren 2010 en verder. Consequentie taakstelling: geen. Risico-analyse: kwaliteitsslag operationele leiding kan niet worden afgerond en verder geborgd als hier geen extra capaciteit voor beschikbaar komt. Kostenindicatie: 2010: € 60.000,- (str.) 2011: € 63.000,- (str.) 2012: € 66.150,- (str.) 2013: € 69.458,- (str.) 4. Gecoördineerde aanpak realistisch oefenen (B11) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding De verhoging via de kadernota 2009 betekende een belangrijke reparatieslag voor de jaren 2009 en 2010. Echter op basis van de kwaliteitsfoto in 2008 is geconstateerd dat de gemeenten bij hun verantwoordelijkheden op dit vlak tevens ondersteund willen worden door de veiligheidsregio. Eind 2009, begin 2010 komt een plan van aanpak gereed waarin het nieuwe beleid realistisch oefenen voor officieren is uitgewerkt. In de jaren 2011 en 2012 zijn extra middelen nodig om zowel de uitbreiding van de piketfunctionarissen op te kunnen vangen, alsmede de hogere kosten van de oefencentra. Consequentie taakstelling: geen Risico-analyse: vooruitlopend op nadere besluitvorming inzake het beleid realistisch oefenen worden de kosten hier in beeld gebracht; het niet toekennen van benodigde middelen leidt ertoe dat het beleid niet (volledig) tot uitvoering kan komen. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 15.000,- (str.) 2012: € 15.000,- (str.) 2013: € 25.000,- (str.) 5. Regionale coördinatie oefenen (B12) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding De verantwoordelijkheid voor het geoefend houden van de medewerkers van de gemeentelijke brandweerkorpsen ligt bij de korpsen zelf. De regionale brandweer is verantwoordelijk voor het organiseren van grootschalige oefeningen. In het recente verleden was het voor veel korpsen moeilijk om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen in de herziene Leidraad Oefenen. In 2008 is daarom geïnvesteerd in zowel gemeentelijke oefenfunctionarissen als in een regionale oefencoördinator; dit maakt het mogelijk om de geoefendheid van het brandweerpersoneel naar een hoger niveau te tillen. De regie vanuit de VrZW is van belang om de gemeenten te ondersteunen ten aanzien van afstemming en kwaliteitsbewaking. In het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor Elkaar! waren de kosten nog niet gespecificeerd. Op basis van de huidige inzichten wordt verwacht dat er in de toekomst zowel gemeentelijk als regionaal nog extra functionarissen / oefencoördinatoren nodig zijn1 met ondersteunende middelen voor het organiseren van de vele oefeningen. 1
De regio Zaanstreek-Waterland beschikt grofweg over 600 repressief actieve brandweermensen. Gemiddeld genomen hoort er 1 fte oefencoördinator tegenover 50 brandweermensen te staan. Daarnaast behoort er regionaal 1 fte tegenover 3 gemeentelijke oefencoördinatoren te staan. Dat betekent voor deze regio dat er op gemeentelijk niveau verspreid in de regio ca. 12 fte en bij de RBZW ca. 4 fte aan oefencoördinatoren zou moeten zijn. Het oefenplan en nader onderzoek moeten uitwijzen of pagina 22 van 40
Consequentie taakstelling: oefenen is één van de kerntaken van de brandweer. De afgelopen periode is hier al veel in geïnvesteerd. Hoewel de hierboven voorgestelde uitgaven nodig zijn voor het op peil houden en verder verbeteren van de geoefendheid, zullen de kosten in het licht van de budgettaire taakstelling meer worden getemporiseerd. Ook zal worden bezien of de voorgenomen uitbreiding volledig noodzakelijk is door te onderzoeken of voordeel te behalen is door (1) de samenwerking van de gemeentelijke oefencoördinatoren en (2) eventuele extra inzet van capaciteit, kennis en kunde vanuit de gemeentelijke korpsen. Risico-analyse: geen of onvoldoende coördinatie mogelijk met als gevolg dat afstemming en kwaliteitsbewaking beperkt zullen zijn. Dat komt de geoefendheid van de medewerkers niet ten goede. Kostenindicatie: 2010 2011 2012 2013 oefencoördinator 1 fte 79.000 82.202 oefencoördinator 1 fte 82.202 ensceneringmiddelen en exploitatie 10.000 12.000 14.000 16.000 ondersteuningsmaterialen (bedragen voor benodigde materialen oplopend gefaseerd; formatieuitbreiding aanvankelijk gepland vanaf 2011; herkomst kosten beleidsvoornemen: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012 6. Evaluatie brandweeroptreden (B16) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Op het moment dat de brandweer uitrukt voor een brand, redding of hulpverlening kan er door opschaling al gauw sprake zijn van een multidisciplinaire inzet, bijvoorbeeld als de politie wordt opgeroepen voor de handhaving van de openbare orde. De regionale afspraak is dat multidisciplinair optreden altijd multidisciplinair wordt geëvalueerd. Binnen de brandweer is echter behoefte om daarnaast ook het brandweeroptreden apart te evalueren, met als doel het zelflerende vermogen te ontwikkelen en versterken. Het gaat hierbij niet alleen om het leren van grote incidenten zoals in Haarlem en de Punt, maar vooral ook om het leren van het eigen optreden. De VrZW wil door middel van evaluaties zorgen dat alle medewerkers met een repressieve taak bepaalde (gevaarlijke) situaties leren herkennen en dat zij in staat zijn om het geleerde in de praktijk te brengen. Op die manier kunnen fouten worden voorkomen en kan de brandweerfunctionaris zowel zichzelf als mogelijke slachtoffers beter beschermen. Om die reden zal er een plan van aanpak worden gemaakt voor uitvoering vanaf 2010. In het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor Elkaar! is reeds de verwachting uitgesproken dat monodisciplinair evalueren zowel van de gemeenten als van de regionale brandweer extra capaciteit vraagt. In het laatste kwartaal van 2008 is hiermee ervaring opgedaan (Schiermonnikoogbrand). Op basis van deze ervaring kan worden gesteld dat de huidige capaciteit niet toereikend is voor het goed evalueren. Om die reden wordt een aanvullende 0,5 fte aangevraagd. Consequentie taakstelling: voorgesteld wordt om de brandweeroptredens tot en met 2010 nog met bestaande capaciteit te evalueren. Verwachte consequentie is dat dit ten koste gaat van de inzet voor andere beleidsvoornemens. Op het moment dat dit tot daadwerkelijke afwijking leidt van geplande resultaten zal dit in de bestuursrapportage gemeld worden (burap). Risico-analyse: zonder voldoende capaciteit is het niet goed mogelijk alle incidenten te evalueren en daarmee alle medewerkers met een repressieve taak in staat te stellen bepaalde (gevaarlijke) situaties te leren herkennen en het geleerde in de praktijk te brengen. De VrZW en de gemeenten dienen vanuit goed werkgeverschap hun de extra uitbreiding in deze regio nodig is; een onderbouwd voorstel volgt. N.B. Dit is de onderbouwing van de benodigde fte oefencoördinator; dit zegt niets over het aantal functionarissen dat verder nog benodigd is voor het goed voorbereiden, uitvoeren en registreren van oefenen op zowel regionale als lokale schaal. pagina 23 van 40
werknemers zo goed mogelijk te beschermen en van fouten te laten leren om deze in het vervolg te voorkomen. Bij incidenten met foute afloop zal de ArbeidsInspectie hierover oordelen. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 35.000,2012: € 36.400,2013: € 37.856,(aanvankelijk gepland vanaf 2010, herkomst kosten beleidsvoornemen: pm in Beleidsplan VrzW 2009-2012) 7. Regionale aanpak specialisme OGS/WVD (B18) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding In de Wet veiligheidsregio's wordt de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen als taak volledig belegd bij de veiligheidsregio. In het bijbehorende Besluit veiligheidsregio’s worden de (verhoogde) eisen ten aanzien van OGS/WVD vastgelegd. De minister van BZK beoogt hiermee de kwaliteit van uitvoering te verbeteren. De resultaten van recent onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV, maart 2008) ondersteunen de opvatting van de minister. In 2009 gaat de VrZW met de adviezen van de IOOV aan de slag, voor zover deze passen binnen de eigen bestuurlijke ambities en noodzakelijk zijn om aan de wetgeving te voldoen. In het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor Elkaar! is aangegeven dat aanvankelijk nog onduidelijk was hoeveel (financiële) middelen hiervoor nodig zijn. Inmiddels is duidelijk dat er, aanvullend op de in paragraaf 4.1 van het beleidsplan genoemde activiteiten, verder moet worden geïnvesteerd in opleidingen, bijscholen, oefenen en interregionale convenanten. Om de ontwikkeling van de OGS-organisatie voort te kunnen zetten, is tevens aanschaf voorzien van twee snelle interventie voertuigen (SIE) in 2010. Met deze interventievoertuigen kan de operationele dekking in gemeenten geoptimaliseerd worden. In het op te stellen organisatieplan in 2009/2010 wordt de inrichting verder vormgegeven in relatie tot de bestaande situatie en wordt tevens in kaart gebracht welke financiële voordelen dit oplevert voor de gemeentelijke organisaties. Consequentie taakstelling: met bovenstaande heeft de VrZW een beeld gegeven van de nabije toekomst van OGS/WVD. Gezien de gevraagde prioritering stelt de VrZW voor om dit beleidsvoornemen aan te houden tot 2010 en dan met een plan te komen. De daarbij benodigde uitgaven/investeringen zullen aanvangen in 2011. Hieronder volgt een kostenindicatie. Risico-analyse: Het niet verhogen van de kwaliteit van de OGS-organisatie veroorzaakt een verhoogd veiligheidsrisico van de operationele brandweerfunctionarissen en is tevens een bestuurlijk afbreukrisico gelet op de adviezen uit het IOOV-rapport. Kostenindicatie: 2011: € 20.000,- (str.) 2012: € 20.800,- (str.), 37.143,- (kap. lasten inv. 260.000,- in 2011 voor 2 voertuigen incl. inventaris) en 26.000,- (str. voor onderhoud, beheer, brandstof) 2013: € 21.632,- (str.), 37.143,- en 26.000,(aanvankelijk gepland vanaf 2010, herkomst kosten beleidsvoornemen: pm in Beleidsplan VrzW 2009-2012) 8. Regionale aanpak specialisme waterongevallen (B19) Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding De regio Zaanstreek-Waterland heeft twee korpsen met duikteams, namelijk Brandweer Purmerend en Brandweer Zaanstad. Van oudsher bedient het Purmerendse korps het gebied Waterland en het Zaanse korps de Zaanstreek. Dit gebeurt grotendeels ‘om niet’. Hoewel de samenwerking tussen beide gemeenten ten aanzien van de waterongevallenbestrijding steeds beter wordt, is het wenselijk om voor een regionale pagina 24 van 40
aanpak (incl. financiering) te kiezen, omdat daarmee: • uniformiteit in kwaliteit, beleid en uitvoering kan worden gerealiseerd onder regionale regie; • schaalvoordelen mogelijk zijn (meer efficiëntie en effectiviteit); • een zuivere, evenredige kostenverdeling over alle betrokken partijen mogelijk is. In het kader van de informatievoorziening en –uitwisseling is in 2008 een regionaal duikoverleg in de regio Zaanstreek-Waterland ingesteld. Ook wordt gezorgd voor regionale afvaardiging naar het landelijke Platform Bestrijding Waterongevallen. Concrete resultaten in de planperiode zijn een voorstel voor regionale aanpak van de waterongevallenbestrijding en het opstellen c.q. actualiseren en uniformeren van de nodige beleidsdocumenten en procedures. Hierin worden uiteraard de (recente) dringende adviezen ten aanzien van de duikveiligheid van de ArbeidsInspectie, de IOOV en de branchevereniging NVBR betrokken. De kwaliteitseisen van de waterongevallenbestrijding stijgen jaarlijks vanwege het hoge ongevalrisico van dit specialisme. Vooruitlopend op het besluit omtrent de invulling van specialistische taken en in het bijzonder waterongevallen is het nodig te investeren in een regionaal duikvoertuig. Consequentie taakstelling: de beoogde investering in een regionaal piketvoertuig wordt met twee jaar uitgesteld (NB. Deze investering hangt samen met het instellen van een piket Duikcoördinator, dit zal in het voorstel voor de regionale aanpak van de waterongevallenbestrijding terugkomen). Risico-analyse: Het niet verhogen van de kwaliteit van de waterongevallenorganisatie veroorzaakt een verhoogd veiligheidsrisico van de operationele brandweerfunctionarissen en is tevens een bestuurlijk afbreukrisico gelet op de adviezen van de ArbeidsInspectie, de IOOV en de branchevereniging NVBR. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 0,2013: € 2.857,- (kap. lasten inv. 20.000,- in 2012 voor 1 voertuig incl. inventaris) en 6.000,- (str. voor onderhoud, beheer, brandstof) (aanvankelijk investering gepland in 2010, met onderhoudskosten en kapitaallasten vanaf 2011; herkomst kosten beleidsvoornemen: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012)
4.1.2 Overige beleidsvoornemens product RBZW/C&R In deze paragraaf zijn beleidsmatige ontwikkelingen beschreven die los staan van het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor Elkaar! Het betreft beleidsvoornemens die voortkomen uit de reguliere taakuitvoering. 1. Optische en geluidssignalen operationele voertuigen Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding In november 2008 is de nieuwe regelgeving aangenomen met betrekking tot de optische en geluidssignalen voor voorrangsvoertuigen. Dit houdt in dat per 1 april 2009 alle nieuwe voorrangsvoertuigen voorzien moeten zijn van gecertificeerde apparatuur. De huidige voertuigen voldoen hier niet aan. Hiervoor geldt een overgangstermijn van vijf jaar. Voorgesteld wordt om deze wijziging per 2011 gefaseerd in drie jaar door te voeren. Consequentie taakstelling: deze wijziging wordt in 2013 en 2014 doorgevoerd. Risico-analyse: Herkomst: Besluit van 26 november 2008 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement in verband met het gebruik van optische en geluidssignalen; Brancherichtlijn Optische en pagina 25 van 40
Geluidssignalen Brandweer van december 2003 (Ministerie van BZK). Voldoen aan de gewijzigde regelgeving is onvermijdelijk, maar binnen de overgangstermijn is fasering mogelijk. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 0,2013: € 30.000,- (inc.) en 2014: € 20.000,- (inc.) (oorspronkelijke voorstel was te beginnen in 2011) 2. Normvergoedingen stallingsruimte Programma: RBZW/Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Voor het rijks- en regiomaterieel maakt de regio gebruik van lokale korpsen voor stalling en inzet. Vanuit de historie krijgt een beperkt aantal korpsen hier een vergoeding voor en is hier nog geen regionale uniforme regeling voor getroffen. Ook is de relatie met de uitvoering van de taken die bij het materieel horen hier niet in verwerkt (opleidingen/oefenen etc.) In 2009 wordt een regeling uitgewerkt waarin normvergoedingen worden vastgesteld, opdat alle korpsen die stalling en inzet garanderen hiervoor worden vergoed. Vooruitlopend op bestuurlijk vastgesteld beleid hierover wordt voorgesteld 50.000,- te reserveren voor het deugdelijk regelen van de stalling en inzet door de korpsen. Consequentie taakstelling: de VrZW stelt voor om dit beleidsvoornemen aan te houden; de commandanten zullen richting Veiligheidsbestuur met een voorstel komen. Risico-analyse: rechtzetten ongelijke situatie. Alternatieven: 1) de huidige situatie te laten voortbestaan en met elkaar te accepteren dat vergoedingen niet evenredig zijn, 2) als korpsen in het vervolg helemaal geen kosten meer in rekening te brengen bij de regio voor stalling en inzet van rijks- en regiomaterieel. Kostenindicatie: € 0,(aanvankelijk gepland 50.000,- str. vanaf 2010)
4.2
Product RBZW/Opleidingen
4.2.1 Beleidsvoornemen 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 Het product Opleidingen heeft in het Beleidsplan VrZW 2009-2012 een beleidsvoornemen ten aanzien van competentiegericht opleiden. Bij publicatie van het beleidsplan waren de kosten hiervoor nog niet inzichtelijk; hieronder wordt het kostenplaatje toegelicht: 1. Implementatie van competentiegericht opleiden (B8) Programma: RBZW/Opleidingen Voor de implementatie van het competentiegericht opleiden dient in ieder geval het volgende te gebeuren: • starten projectgroep ter ontwikkeling van beleid voor de (complexe) invoering van de competentiegerichte brandweeropleidingen; • voorwaarden (laten) invullen ter voorbereiding en invoering van het competentiegericht opleiden d.m.v. het (didactisch) opleiden van docenten (Leergang Instructeur (+PDA) € 7.000,- 7x), het didactisch bijscholen van praktijkinstructeurs (bijscholing didactisch € 2.000,- 45x), het werven/selecteren/didactisch opleiden van werkplekbegeleiders (opleiding/bijscholing werkplekbegeleiders € 1.600,- 48x). Aanvullend moeten deze personen voor hun specifieke vakonderdeel de vakinhoudelijke bijscholingen volgen. Voor de berekening van de didactische en vakinhoudelijke opleidingen/bijscholingen is uitgegaan van de door het NIFV aangeboden mogelijkheden. Genoemde/benodigde aantallen actoren zijn gebaseerd op de huidige aantallen cursisten en opleidingen zoals nu georganiseerd door RBZW/Opleidingen. (vakinhoudelijke bijscholing(en) - die nu aangeboden worden/aantal nog in ontwikkeling - € 1.651,- 52x)
Medio april 2009 zal de Raad van Regionale Commandanten (RRC) op basis van het dan pagina 26 van 40
gereed zijnde “Cebeon”rapport (financiële onderbouwing brandweeronderwijsvernieuwing) en de landelijke visie op de consequenties van het herziene Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel (hBKB), uitspraak doen of en hoe de vernieuwingen in het brandweeronderwijs vorm moeten krijgen. Op dit moment zijn dus niet alle effecten van de invoering hBKB bekend en wordt hier een inschatting gemaakt. N.B. herzieningen Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel krijgen hun beslag in het Besluit personeel veiligheidsregio's, dat gekoppeld wordt aan de Wet veiligheidsregio’s. Consequentie taakstelling: omdat het tijdstip van de landelijke invoering nog altijd niet bekend is, stelt de VrZW voor om in de loop van 2010 te starten en de kosten te spreiden over drie jaar, met de mogelijke consequentie dat de medewerkers in Zaanstreek-Waterland later op het gewenste niveau zijn. Risico-analyse: gevolg vernieuwingen brandweeronderwijs; Besluit personeel veiligheidsregio’s moet bij inwerkingtreding door alle regio’s ingevoerd worden. Het risico van het niet beschikbaar stellen van extra budget is dat de medewerkers in de regio Zaanstreek-Waterland niet competentiegericht kunnen worden opgeleid en derhalve aan kwaliteit gaan inboeten ten opzichte van de collega’s in het land (onvoldoende gekwalificeerd). Kostenindicatie: 2010: € 50.000,- (inc.) 2011: € 100.000,- (inc.) 2012: € 150.000,- (inc.) (aanvankelijk spreiding over twee jaar, waarbij 200.000,- was gepland in 2010; herkomst kosten beleidsvoornemen: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012) 4.3
Product RBZW/Alarmcentrale & Verbindingen
4.3.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 In 2010 staat er voor het product Alarmcentrale & Verbindingen het volgende te gebeuren: 1. Project omnummering voertuigen (B7b) Programma: RBZW/Alarmcentrale & Verbindingen In 2010 dient er op last van het Rijk een omnummering plaats te hebben gevonden van alle apparatuur, voertuigen etc. Doel is dat alle disciplines een unieke maar uniforme identificatie hebben. Alle regio’s zijn verplicht hieraan mee te werken. Dit houdt in dat softwarematige wijzigingen moeten plaats vinden in de mobilofoons en portofoons. Dit gedeelte zal door tijdelijk in te huren personeel gedaan worden. Tevens dienen de voertuigen en overig materieel (containers, vaartuigen etc.) fysiek een ander nummer en de juiste striping te krijgen. In 2009 zal bij materieel dat door schade of vervanging van een nieuwe striping wordt voorzien, al vooruitlopend op de definitieve uitvoering, het roepnummer gewijzigd worden volgens het nieuwe systeem. In 2010 zijn dan alle voertuigen etc. voorzien van een uniek nummer en striping volgens de richtlijnen van BZK. Consequentie taakstelling: in het CommandantenTeam (CT) is afgesproken om vanuit de samenwerkingsgedachte met z’n allen capaciteit beschikbaar te stellen om de nummering en striping bij de technische diensten van Purmerend en Zaanstad uit te voeren. Risico-analyse: gevolg Rijksbeleid (onvermijdelijk) Kostenindicatie: € 10.000,- (inc.) in 2010 (aanvankelijk 80.000,- geraamd) 4.3.2 Overige beleidsvoornemens product Alarmcentrale & Verbindingen Op het product Alarmcentrale & Verbindingen is er een beleidsontwikkeling vanuit de reguliere taakuitvoering. pagina 27 van 40
1. LARA 2 landelijk inkoopbeleid C2000 (functioneel adm. beheer LARA 2) Programma: RBZW/Alarmcentrale & Verbindingen De politie en brandweer hebben in 2007 een raamovereenkomst Landelijke Aanbesteding Randapparatuur (LARA2) getekend. Dit betekent dat de VrZW sinds december 2008 aangesloten is bij het landelijk beleid en verplicht is gebruik te maken van de diensten van de VtsPN (Voorziening tot samenwerking Politie Nederland). De VtsPN was al gemachtigd door alle (landelijk) betrokkenen om een nieuwe Europese procedure ter vervanging van LARA1 te realiseren. Dit heeft geresulteerd in LARA2. Uniformiteit en efficiencywinst zijn de twee belangrijkste pijlers waarop deze landelijke samenwerking rust. Voordeel van LARA2 is dan ook dat de gemeenten niet meer zelf hun bestellingen incl. administratie van randapparatuur en accessoires voor C2000/P2000 (alarmontvangers, portofoons en/of mobilofoons, tasjes etc.) hoeven te regelen omdat dit nu regionaal gaat. Dit levert de gemeenten een besparing, maar leidt bij de VrZW tot een verzwaring van taken. De afdeling Alarmcentrale & Verbindingen beheert en controleert de bestellingen, zet deze door bij de leveranciers, onderhoudt de daarvoor ingerichte website en handelt de bestellingen en facturen af voor alle gemeenten van de VrZW. Om deze taken adequaat uit te kunnen voeren, is 0,3 fte administratief-financieel medewerker noodzakelijk. Consequentie taakstelling: binnen kantoororganisatie opvangen (taak budgettair neutraal uitvoeren). Tevens komt er enige capaciteit beschikbaar op het moment dat er 24 uur per dag een calamiteitencoordinator op de alarmcentrale aanwezig is; hij/zij kan, indien er geen sprake is van operationeel optreden, ook administratieve taken uitvoeren. Risico-analyse: gevolg landelijke raamovereenkomst – een eerste evaluatie hiervan heeft pas na vaststelling van het Beleidsplan VrZW 2009-2012 plaatsgevonden. Kostenindicatie: 2010: € 0,(oorspronkelijk geraamd 18.000,- str.)
pagina 28 van 40
5 Toelichting Programma GHOR Het Programma GHOR bevat de beleidsvoornemens en financiële consequenties daarvan voor de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen.
5.1
Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012
Hieronder zijn de beleidsvoornemens voor de jaren 2010 en verder weergegeven. 1. Basisdienstverlening GHOR (GH1) Programma: GHOR De uitvoering van de dienstverlening op het terrein van de GHOR vindt plaats op basis van een convenant. Voor de jaren na afloop van het convenant (2011 en volgende) wordt een structureel hoger bedrag geraamd. Dit bedrag is bedoeld ter compensatie van de niet toegepaste inflatiecorrectie gedurende de jaren 2008-2010 en is geraamd op € 13.000,- per jaar. Consequentie taakstelling:geen Risico-analyse: het betreft de minimale te verwachte kosten bij voortzetting van het bestaande convenant met de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland; bij het niet budgetteren van deze kosten is het onmogelijk het volledige takenpakket van de GHOR Zaanstreek-Waterland vanaf 2011 uit te besteden aan Amsterdam-Amstelland. Kostenindicatie: 2011: € 13.000,2012: € 13.000,2013: € 13.000,2. Onderzoek positionering GHOR per 1-1-2011 (GH3) Programma: GHOR Op 1 januari 2011 loopt het bestuurlijk convenant inzake de dienstverlening GHOR met de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland af. In 2010 zal op basis van evaluatie van de wijze van dienstverlening bepaald worden of de convenant constructie wordt voortgezet of dat voor een andere organisatorische en financiële opzet gekozen wordt. Dit onderzoek is niet in eigen beheer uit te voeren, maar wordt extern belegd. Hiervoor is een bedrag van € 40.000,- geraamd. Consequentie taakstelling: in het licht van de interregionale ontwikkelingen (schaalvergroting) stelt de VrZW voor dit onderzoek aan te houden of onderdeel te laten zijn van het verkennende onderzoek dat in 2009 in gang wordt gezet. In de huidige begroting is hiervoor geen geld beschikbaar. Risico-analyse: onderzoek is noodzakelijk om te kunnen beoordelen wat kwalitatief en financieel de beste oplossing is voor de toekomst; uitstel hiervan is niet mogelijk omdat het convenant eind 2010 afloopt. Kostenindicatie: € 0,(aanvankelijk € 40.000,- incidenteel gepland in 2010)
5.2
Overige beleidsvoornemens programma GHOR
Voor de GHOR is er een beleidsmatige ontwikkeling die nog niet bekend was bij het opstellen van het Beleidsplan VrZW 2009-2012. Het betreft advisering inzake de (meldkamer) ambulancezorg. In de tabel op de volgende pagina wordt dit toegelicht.
pagina 29 van 40
1. Vergunning Regionale Ambulancevoorziening Programma: GHOR Het Veiligheidsbestuur heeft eind 2008 besloten naar de (on)mogelijkheden van een eigen meldkamer ambulancezorg een onderzoek te starten. Dit gebeurt door het uitvoeren van een quickscan naar de kosten van meldkamerapparatuur en – programmatuur in relatie tot de opbrengsten. In het onderzoek worden tevens alternatieven van het organiseren van de meldkamerfunctie ambulancezorg in de regio meegenomen. Een hiermee samenhangende ontwikkeling is de inwerkingtreding van de wet Ambulancezorg. Als de wet op 1 januari 2011 in werking treedt, ontstaat er in Zaanstreek-Waterland één Regionale Ambulancevoorziening (RAV) die een vergunning krijgt tot het verrichten van ambulancezorg (instandhouden meldkamer en uitvoeren ambulancevervoer). Over de eisen die de minister in de vergunning opneemt, krijgt het Veiligheidsbestuur een zwaarwegende adviserende stem. Dit proces van advisering in 2010 vergt een personele inspanning die niet binnen de VrZW/GHOR beschikbaar is. De benodigde personele capaciteit hiervoor wordt geraamd op € 20.000,-. Consequentie taakstelling: in het licht van de interregionale ontwikkelingen (schaalvergroting) stelt de VrZW voor deze advisering aan te houden of onderdeel te laten zijn van het verkennende onderzoek dat in 2009 in gang wordt gezet. In de huidige begroting is hiervoor geen geld beschikbaar. Risico-analyse: de Waz (Wet ambulancezorg) biedt het Veiligheidsbestuur de mogelijkheid de minister te adviseren over de eisen die aan de vergunninghouder worden gesteld met betrekking tot de meldkamer ambulancezorg en de voorbereiding en het daadwerkelijk optreden in het kader van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Indien hiervan geen gebruik wordt gemaakt, is het dus niet mogelijk op de eisen (aanvullend) regionaal invloed uit te oefenen (kwaliteitsaspecten meldkamer, aanrijdtijden ambulances) door middel van een uit te brengen (zwaarwegend) advies. Kostenindicatie: € 0,(aanvankelijk € 20.000,- incidenteel gepland in 2010)
pagina 30 van 40
6 Toelichting Programma VrZW Algemeen Onder het nieuwe programma VrZW Algemeen worden alle kosten gevat die programmaoverstijgend ofwel organisatiebreed gedragen worden (zie ook hoofdstuk 10 Bedrijfsvoering in het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 Voor elkaar!). Bovendien wordt, in afwachting van de invoering van de Wet veiligheidsregio’s en de consequentie daarvan voor de meldkamers, het onderdeel gemeenschappelijke meldkamer (GMK; zie hoofdstuk 7 beleidsplan) in dit programma ondergebracht.
6.1
Beleidsvoornemens GMK
6.1.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 In het beleidsplan is aangekondigd dat er voor wat betreft het multidisciplinaire meldkamerdomein het een en ander staat te gebeuren. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) heeft in de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR) enkele knelpunten geconstateerd. Met het project informatiemanagement wordt hier vanaf 2009 op ingespeeld. Er is echter meer nodig; een goede crisisbeheersing en rampenbestrijding begint bij de meldkamer en omdat elke minuut telt, gaat de nieuwe wet- en regelgeving harde eisen stellen aan de alarmering en informatievoorziening. Inmiddels is bij de VrZW beter in beeld wat dit betekent voor de organisatie. In de volgende tabellen wordt dit nader toegelicht. 1. Calamiteitencoördinator Programma: VrZW Algemeen De opschaling onder rampenomstandigheden dient multidisciplinair te verlopen. De regio kent op dit moment geen multidisciplinaire coördinerende functionaris op de meldkamer die met een dergelijke check belast is. Deze functionaris, de calamiteitencoördinator, dient conform de basisvereisten crisismanagement binnen 2 minuten operationeel te zijn binnen de GMK. Het proces op- & afschaling wordt binnen 5 minuten – nadat is voldaan aan de criteria voor een grootschalig incident (starttriggers) – multidisciplinair en eenhoofdig aangestuurd door een calamiteitencoördinator. De GMK heeft geen multidisciplinaire calamiteitencoördinator en kan deze niet uit de bestaande formatie beschikbaar stellen. Vooruitlopend op nadere besluitvorming wordt verwacht dat 6,4 fte formatieuitbreiding op de GMK nodig is om de calamiteitencoördinatie 24 uur per dag te kunnen waarborgen. Uitgaande van een 50-50% verdeelsleutel met de politie betekent dit 3,2 fte voor de VrZW. Consequentie taakstelling: kiezen voor een groeimodel, startende met 1 fte calamiteitencoordinator in 2010 en uitbreiding met de tweede fte in 2011. Daarna toewerken naar 3,2 fte. Er wordt van uitgegaan dat de politie in dit groeimodel mee gaat; mocht dit niet het geval zijn dan kan er in gezamenlijkheid niet aan de eisen worden voldaan. Risico-analyse: gevolg van regelgeving (Basisvereisten crisismanagement) en aanstaande wetgeving (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s). Toetsingskader Inspectie is hier al op ingericht. Het niet invullen van de calamiteitencoördinatie heeft als consequentie onvoldoende aansturing op de meldkamer bij crises en rampen en een onvoldoende beoordeling van de Inspectie bij (praktijk)toetsing. Kostenindicatie: 2010: € 60.000,- (str.) 2011: € 62.400,- + 60.000,- (str.) 2012: € 64.896,- + 62.000,- (str.) + 72.000,- (str.) 2013: € 67.492,- + 64.896,- (str.) + 74.880,- (str.) (aanvankelijk gepland 192.000,- vanaf 2010; herkomst kosten: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012) pagina 31 van 40
6.2
Beleidsvoornemens Bedrijfsvoering
6.2.1 Beleidsvoornemens 2010 e.v. uit Beleidsplan VrZW 2009-2012 In de volgende tabellen worden de beleidsvoornemens uit het meerjarenbeleidsplan en daaruit voortvloeiende kosten nader toegelicht. 1. Managementrapportages structureel binnen P&C cyclus – implementatie Aristoteles (Bv3) Programma: VrZW Algemeen Eind 2008 is de pilot van het project Aristoteles van start gegaan onder de coördinatie van de NVBR. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een instrument waarmee de prestaties van de veiligheidsregio's kunnen worden gemeten. Dit te ontwikkelen dashboard geeft met een aantal niet-financiële en financiële meters (KPI’s) de “gezondheid” van de organisatie weer. Na het afronden van de pilot in 2009 zal het dashboard worden ingevoerd bij de veiligheidsregio’s die niet in de pilot hebben meegedaan. Het invoeren van dit dashboard vergt naar verwachting grote aanpassingen in de wijze waarop de bedrijfsadministratie wordt gevoerd en de managementinformatie wordt vastgelegd. Om dit proces uit te voeren en te ondersteunen is tijdelijke externe inhuur nodig. Consequentie taakstelling: later starten met uitrol en kosten spreiden over twee jaar betekent voorlopig geen dashboard voor het eenvoudig genereren van sturingsinformatie. Risico-analyse: gevolg van besluit Veiligheidsberaad implementatie Aristoteles; een goede uitvoering van dit project is nodig om het instrument bij de VrZW te kunnen toepassen, om vergelijking met andere regio’s mogelijk te maken (benchmarking) en om zonder al te veel moeite (efficiënt) te voldoen aan de landelijke en interregionale sturings- en informatiebehoefte. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 20.000,- (inc.) 2012: € 30.000,- (inc.) 2013: € 0,(aanvankelijk eenmalige uitgave gepland in 2010) 2. MIT-office ten behoeve van beheer sjablonen (Bv4d) Programma: VrZW Algemeen Door de groei van de organisatie en het veelvuldiger gebruik van ICT-systemen, groeit de behoefte aan programma’s die het beheer vereenvoudigen. Met de aanschaf van MIToffice wordt het beheer en onderhoud van sjablonen vereenvoudigd, hetgeen niet alleen efficiency oplevert, maar tevens eenduidigheid in gebruik sjablonen stimuleert. De gebruiker heeft groot voordeel van het feit dat er template teksten gebruikt kunnen worden, er een integratie met het documentair informatiesysteem zal zijn en er met andere applicaties gekoppeld kan worden. Consequentie taakstelling: geen Risico-analyse: het niet aanschaffen van deze programmatuur zal gaan leiden tot meer personele inzet in beheer, minder efficiënt werken en minder eenduidigheid in uitingen. Kostenindicatie: 2010: € 0,2011: € 0,2012: € 1.000,- (str.) en 3.200,- kapitaallasten (inv. van 16.000,- in 2011) 2012: € 1.000,- (str.) en 3.200,- kapitaallasten 2013: € 1.000,- (str.) en 3.200,- kapitaallasten
pagina 32 van 40
3. Kwaliteitszorg (Bv6) Programma: VrZW Algemeen Ten aanzien van kwaliteitszorg staat er de komende jaren het volgende te gebeuren: 1. Verdere uitrol Kwaliteitmanagementsysteem (KMS). Op basis van het Plan van Aanpak 2009 wordt voortgegaan met de ontwikkeling en implementatie, in lijn met de landelijk ontwikkelde visie op kwaliteitszorg, Cicero (uitrol hiervan in 2010, 23.000,- jaarlijks, landelijk bepaald). Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (3e kwartaal 2009) zullen naar verwachting verbeteracties voortkomen die in de uitvoering door zullen lopen in 2010. Eind 2011 dient het KMS zodanig ontwikkeld te zijn dat de diverse onderdelen (leveranciersbeoordeling ca. € 500,- (in- en extern), intern auditprogramma (ca. € 4500,-), P&C cyclus, AO/IC, documentbeheer, PDCAcycli op diverse niveaus, ed.) de organisatie in staat stellen om ‘continu te verbeteren’ en op beheerste en efficiënte wijze haar primaire processen uit te voeren en adequaat te ondersteunen. In 2012 zal naar verwachting de ontwikkeling worden afgerond en zal het KMS volledig operationeel zijn. De werkzaamheden (en kosten) bestaan dan uit het actueel houden van het KMS met als doel de organisatie naar het gewenste kwaliteitsniveau te brengen dan wel te houden. 2. Regie voeren op de voortgang uitvoering verbeterpunten Kwaliteitsfoto van de RBZW. In het Plan van Aanpak Kwaliteitsverbetering (2008) is gesteld dat in februari 2010 de voortgangsrapportage over de periode tot 1 januari 2010 gereed komt. Verder zal in juli – oktober de eindmeting plaats vinden. Dit gebeurt door een herhaling van de kwaliteitsfoto (ca. € 20.000,-) en het uitvoeren van profchecks (ca. € 5.000,-). De eindrapportage wordt in oktober gemaakt. Op basis van het eindrapport, wellicht aangevuld met nieuwe inzichten en eisen, zullen de eventuele activiteiten voor 2011 worden bepaald. Consequentie taakstelling: voorgesteld wordt om de geplande uitgaven deels uit te stellen; dit betekent in ieder geval dat, in afwijking van de landelijke afspraak, pas in 2011 wordt gestart met de implementatie van Cicero. Risico-analyse: in de Wet veiligheidsregio’s wordt kwaliteitszorg een verplichting en bovendien wil de VrZW zelf ook de kwaliteit kunnen meten en bewaken; deze aanvraag niet honoreren is afbreukrisico kwaliteitsslag VrZW. Kostenindicatie: 2010: € 25.000,- (str.) 2011: € 53.000,- (str.) 2012: € 53.000,- (str.) 2013: € 53.000,- (str.) (in Beleidsplan VrZW 2009-2012 per 2010 structureel 53.000,- begroot) 4. RMD (B15) Programma: VrZW Algemeen De organisatie is nu structureel en gestructureerd bezig met verbeterslagen die nodig zijn om te (blijven) voldoen aan de Wet veiligheidsregio’s en het nieuwe Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel dat begin 2010 van kracht wordt. Hiervoor is een pakket van maatregelen afgesproken. Eén daarvan is het invoeren van Regionaal Management Development (RMD), waarvan in 2009 de aftrap in projectvorm is geweest. RMD, het geheel van die personele activiteiten waarmee een organisatie zich probeert te verzekeren van de tijdige beschikbaarheid van gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers voor sleutelposities, is een instrument dat bijdraagt aan het realiseren van de gestelde strategische doelen. Naast kwaliteitsverbetering, doorontwikkeling van de organisatie en het verstevigen van de positie van de regio is ook het managen en doorontwikkelen van medewerkers een speerpunt. Door RMD trajecten uit te zetten blijven medewerkers vitaal en competent. Dit maakt de VrZW tot een aantrekkelijker werkgever die personeel kan boeien en binden. Het RMD, wat zich in eerste instantie richt op leidinggevenden en medewerkers in specialistische functies op HBO-niveau, kan op een later tijdstip verder uitgerold worden en dienen als opstap/bouwsteen voor een loopbaanmanagentsysteem/competentiemanagementsysteem dat voor meerdere lagen pagina 33 van 40
en/of meerdere partners (als GHOR en politie) in de veiligheidsregio toegankelijk is. In 2009 wordt een aanzet gedaan om ook als brandweertak interregionaal RMD-trajecten met elkaar te delen. Dit wordt in 2010 voortgezet. RMD heeft raakvlakken met het project operationele leiding en tweede loopbaanbeleid voor brandweerpersoneel. Ook vormt RMD een schakel tussen plaatselijk management en het landelijk management (LMD). Voor het voortzetten van de werkzaamheden waarvoor in 2009 incidentele gelden beschikbaar waren gesteld, is informatie-uitbreiding van 1 fte (schaal 10) wenselijk om RMD verder te ontwikkelen, te implementeren en te coördineren in samenwerking met diverse partners. Consequentie taakstelling: kosten in 2011 worden gehalveerd;voorgesteld wordt om de formatieuitbreiding in de loop van 2011 in te laten gaan (i.p.v. begin 2011) en te onderzoeken of de beoogde interregionale samenwerking ook kostenvoordelen met zich mee kan brengen (kosten RMD-coordinator dragen met meerdere regio’s). Risico-analyse: het kapitaal van de VrZW zit in de menskracht. Door geen RMD in te richten, zullen zaken als vinden, binden, managen en doorontwikkelen van medewerkers, kwaliteitsverbetering, doorontwikkeling van de organisatie en het verstevigen van de positie van de regio niet of onvoldoende van de grond komen. In principe is fasering mogelijk, maar in 2009 en 2010 is er subsidie van A+O Fonds verkregen waarmee eerste stappen worden gezet. Als pilotregio wil de VrZW hiermee zijn visitekaartje afgeven en de ingezette ontwikkeling voortzetten. Kostenindicatie: 2010: € 0,- (str.) 2011: € 32.000,- (str.) 2012: € 65.000,- (str.) 2013: € 67.600,- (str.) 5. Facilitair / huisvesting (Bv5) Programma: VrZW Algemeen In het Beleidsplan VrZW 2009-2012 is aangegeven dat in 2009 een facilitair (huisvestings)plan wordt opgesteld. Dat is nodig om alle medewerkers van de organisaties gehuisvest in het gebouw aan het Prins Bernhardplein een werkplek te kunnen bieden die voldoet aan de daarvoor geldende arbo-normen. Voor de VrZW als huurder zal dit gevolgen hebben; de ruimte is schaars en de organisatie is in opbouw. Vooruitlopend op het plan en de keuzemogelijkheden dient rekening te worden gehouden met structurele huisvestingskosten om knelpunten het hoofd te kunnen bieden. Consequentie taakstelling: hiermee voor de jaren 2010 en 2011 nog geen rekening houden, wat mogelijk betekent dat gedurende die periode geconstateerd moet worden dat er toch uitgaven dienen te worden gedaan. Risico-analyse: uitbreidingsmogelijkheden van het pand aan het Prins Bernhardplein versus de verwachte groei van de gehuisveste organisaties worden nader onderzocht en uitgewerkt in een facilitair (huisvestings)plan; zonder financiële middelen zal het plan niet uitgevoerd kunnen worden. Het risico is een onwerkbare situatie voor medewerkers, schending van arbowet-/regelgeving. Kostenindicatie: 2010 € 0,2011 € 0,2012 € 15.000,- (str.) 2013 € 15.000,- (str.) (aanvankelijk gepland vanaf 2010; herkomst kosten: pm in Beleidsplan VrZW 2009-2012)
pagina 34 van 40
6.2.2 Overige beleidsvoornemens Bedrijfsvoering In deze paragraaf worden beleidsvoornemens beschreven die voortvloeien uit eerder genomen bestuursbesluiten of beleidskeuzes. 1. Beheerder CMS Programma: VrZW Algemeen In 2008 is bestuurlijk besloten de website te vernieuwen en een intranet en extranet te ontwikkelen. In 2009 wordt het systeem opgeleverd en dient dan te worden geborgd in de lijnorganisatie. De VrZW heeft echter geen capaciteit om het systeem te kunnen beheren. Ten behoeve van het beheer van het CMS-systeem dient dan ook een beheerder CMS (0,5 fte eindredacteur website, intranet en extranet) te worden aangetrokken. De beheerder draagt zorg voor de continuïteit en de kwaliteit van eerdergenoemde digitale communicatiemiddelen van de VrZW. Consequentie taakstelling: geen. Risico-analyse: komt voort uit bestuursbesluit. Het risico van het niet aantrekken van een beheerder CMS is dat er geen continuïteit en eenheid is in de digitale middelen (website, intranet en extranet). Deze kunnen daardoor niet optimaal worden benut. Kostenindicatie: 2010 € 27.500,- (str.) 2011 € 28.600,- (str.) 2012 € 29.744,- (str.) 2013 € 30.934,- (str.) 2. Reiskosten Programma: VrZW Algemeen De directeur VrZW stelt voor om de reiskostenregeling aan te passen. Aanleiding hiervoor is de wijziging van de reiskostenregeling van de gemeente Zaanstad, waarbij het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer centraal staat – zoals ook landelijk wordt gepropageerd. De VrZW streeft, gezien de aard van de werkzaamheden en de nodige flexibiliteit en mobiliteit van de medewerkers, naar een goede mix van het in redelijkheid vergoeden van woon-werkverkeer openbaar vervoer en gebruik eigen auto. Onlangs is een regeling ontworpen waarin beiden tot hun recht komen, maar het gebruik van openbaar vervoer voor de medewerkers financieel voordeliger is. Vooruitlopend op de bestuurlijke besluitvorming is ten behoeve van de kadernota een berekening gemaakt van de meerkosten inzichtelijk gemaakt. Deze bedroegen € 60.000,- structureel vanaf 2010. Consequentie taakstelling: gelet op de budgettaire beperkingen en andere prioriteiten wordt het voor het aanpassen van de reiskostenregeling in te zetten bedrag verlaagd naar € 35.000,- structureel vanaf 2010. De onlangs ontworpen regeling zal derhalve bijgesteld (moeten) worden. Risico-analyse: het vinden en binden van medewerkers wordt steeds moeilijker; de VrZW ervaart met regelmaat dat vacatures langer openstaan dan gewenst (met vertragingen in de realisatie als gevolg). Belangrijk struikelblok vormen onder andere de reiskosten. Het is zeer ongunstig dat in de huidige regeling de reiskosten voor openbaar vervoer niet vergoed worden. De VrZW kan hier bovendien geen voorbeeldfunctie ten aanzien van milieuvriendelijk vervoersgebruik mee vervullen. Het niet vaststellen van de aangepaste reiskostenregeling met financiële consequentie betekent een toename van het afbreukrisico in het aantrekken van nieuw personeel en behouden van het huidige personeel. Kostenindicatie: € 35.000,- (str.) vanaf 2010 3. Begeleiding/facilitering BOR
pagina 35 van 40
Programma: VrZW Algemeen Voor het uniformeren van beleid en het eenduidig regelen van zaken die de brandweermedewerkers in de regio Zaanstreek-Waterland aangaan, dienen nu tien afzonderlijke ondernemingsraden geconsulteerd te worden. Onlangs heeft het op het dossier operationele leiding geruime tijd geduurd voordat die consultatie rond was. Dat komt de slagvaardigheid van de regionale organisatie niet ten goede. Burgemeesters en gemeentesecretarissen hebben aangegeven voorstander te zijn van het oprichten van een Bijzondere OndernemingsRaad (BOR), die ten aanzien van een aantal regiobrede onderwerpen kan optreden als medezeggenschapsorgaan. Een BOR heeft in principe geen permanent karakter; per onderwerp zal bekeken moeten worden of er een BOR bijeengeroepen wordt. Consequentie taakstelling: geen. Risico-analyse: het slagen van een BOR valt of staat met de inzet van de leden en de mate van ondersteuning die wordt geboden. Deze ondersteuning kan komen vanuit de individuele gemeenten, die dit vaak voor hun eigen OR al heel goed hebben geregeld. Het betreft het houden van bijeenkomsten, deskundigheidsbevordering en de inhuur van externe expertise. Bij het ontbreken van de gevraagde middelen ontstaat het risico dat de BOR niet op goede wijze kan functioneren, met als gevolg dat we in de regio niet de samenwerking op het gebied van medezeggenschap (blijvend) kunnen realiseren en daarmee snel en adequaat tot uniforme afspraken in de regio kunnen komen. Per jaar kan bekeken worden of hier kosten mee zijn gemoeid en hoe hoog deze zijn, ervanuitgaand dat dit budgetneutraal kan als het gaat om de inzet van personeel van de VrZW. Kostenindicatie: € 10.000,- (inc.) in de periode 2010-2013 Kosten ICT vanaf 2013: 4. Uitbreiding Storage omgeving Programma: VrZW algemeen De VrZW beschikt over een SAN (Storage Attached Network), dit is een centraal opslagmedium. Alle digitale gegevens van de organisatie bevinden zich op dit apparaat. Voor het spreiden van risico en het creëren van een uitwijklocatie is het raadzaam om een redundant apparaat aan te schaffen en te plaatsen op een andere locatie (bijvoorbeeld Kazerne Wormerveer). Alle informatie van de primaire SAN zal gerepliceerd worden naar de secundaire (redundant) SAN. Kostenindicatie: € 60.000,- (inv.) in 2013 5. Remote werken / Aanschaf Citrix omgeving Programma: VrZW algemeen De behoefte aan bedrijfsapplicaties en documenten van de VrZW buiten het kantoor neemt steeds verder toe. Door de implementatie van Citrix is toegang voor een aantal medewerkers tot het netwerk vanaf iedere PC (met internetverbinding) op een veilige manier beschikbaar. Kostenindicatie € 50.000,- (inv.) in 2013 6. Upgrade Lijnverbinding Programma: VrZW algemeen De grootte van mailberichten en het gebruik van diverse online applicaties vragen een grotere bandbreedte van het internet. Een upgrade van de lijnverbinding doet voorkomen dat performance problemen ontstaan bij het gebruik van diverse applicaties. Kostenindicatie € 20.000,- (inv.) in 2013
pagina 36 van 40
7 Risicoparagraaf Het beleid ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de Nota “Weerstandvermogen en Risicomanagement”, van de gemeente Zaanstad (mei 2005) dat door de VrZW wordt gevold. In dit hoofdstuk worden de vakinhoudelijke risico’s benoemd waar de komende jaren in ieder geval rekening mee gehouden dient te worden: 1. Regionaal materieel: het Ministerie van BZK is bezig met het aanpassen van het beleid inzake rijksvoertuigen rampenbestrijding: een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de VrZW een haakarmvoertuig moeten vervangen uit de eigen compagnie. Risico: in 2013 een extra investering van € 130.000,- (afschrijvingstermijn 20 jaar). 2. Oefen(beleids)plannen (B10): de brandweer dient zichzelf op vele verschillende terreinen te beoefenen. Het is het beste als dit in samenhang en in samenwerking met elkaar gebeurt. Daarvoor is het van belang én vanzelfsprekend dat er gezamenlijke uitgangspunten zijn geformuleerd en vastgelegd in een breed gedragen beleidsdocument. Op multidisciplinair gebied komt er een Meerjarenbeleidsplan Opleiden Trainen Oefenen (MBOTO) 2009-2012. Voor de brandweer stelt de VrZW een Regionaal Oefenbeleidsplan 2009-2012 op. Daarnaast zijn er op gemeentelijk niveau ook oefenbeleidsplannen brandweer, opgesteld conform de herziene Leidraad Oefenen. Afgeleid van het Regionaal Oefenbeleidsplan 2009-2012 stelt de VrZW jaarlijks een oefenplan op voor het totaal aan door de regionale brandweer te organiseren oefeningen, zowel afgestemd op de multidisciplinaire oefeningen als op de gemeentelijke brandweeroefeningen. Op die manier ontstaat er een logische opbouw in het oefenschema; van het beoefenen van relatief eenvoudige branden en reddingsacties tot complexe incidenten waarin alle hulpverleningsdiensten een rol hebben. Voorts wordt bij het opstellen van oefenscenario’s rekening gehouden met de regiospecifieke veiligheidsrisico’s (voortvloeiend uit het regionale risicoprofiel dat begin 2009 wordt opgesteld). Risico: eventuele aanvullende kosten voor de jaren 2010-2013 zijn nog niet in te schatten en hangen af van beleidskeuzes. 3. Specialistische taken (B17): in 2008 is een aanzet gedaan om te onderzoeken welke specialistische taken regionaal georganiseerd zouden moeten worden en op welke wijze. Hieruit volgt in 2009 een notitie voor de commandanten op basis waarvan deze een gezamenlijk standpunt in kunnen nemen ter advisering aan het bestuur. De visie van de VrZW is dat de specialismen zoveel mogelijk regionaal gecoördineerd moeten worden. Dit houdt in dat de korpsen die al specialistische taken uitvoeren, dit zullen blijven doen, onder regionale vlag en op basis van een regionale kostenverdeling. Risico: de verwachting is dat dit na besluitvorming vanaf 2010 tot hogere kosten zal leiden voor de regionale brandweer, echter mogelijk tot lagere kosten voor de gemeentelijke korpsen die deze taken momenteel uitvoeren. Ook de wijze van financiering moet nog nader onderzocht worden. 4. Verhoging kosten basisdienstverlening GHOR (GH1): de uitvoering van de dienstverlening op het terrein van de GHOR vindt plaats op basis van een convenant met de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Op dit moment is niet bekend wat de uitkomst van het onderzoek naar de positionering van de GHOR per 1-1-2011 zal zijn. Twee scenario’s zijn in ieder geval denkbaar: de uitbesteding van taken aan de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland wordt voortgezet of de taken worden vanaf dat moment door de VrZW in eigen beheer uitgevoerd. In 2006 is naar dit laatste scenario onderzoek verricht. Hieruit bleek dat het zelf uitvoeren van de basisdienstverlening ca. € 0,60 per inwoner zal gaan kosten. Voortzetting van het
pagina 37 van 40
convenant met Amsterdam-Amstelland zal naar verwachting ook tot kostenstijging leiden, meer dan de oorspronkelijk geraamde 13.000,-. Risico: hogere kostenstijging GHOR vanaf 2011 door onderhandelingspositie Amsterdam-Amstelland 5. Piketkosten: de VrZW kent monodisciplinaire (brandweer)piketten2 en multidisciplinaire piketten om opkomst en kwaliteit van de sleutelfunctionarissen in de brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding te kunnen garanderen. De brandweerpiketten zijn geregeld in de Regeling Operationele Leiding (ROL). Aan de multidisciplinaire piketten ligt (nog) geen regeling ten grondslag. Beide soorten piketten kennen een andere financiering: de brandweerpiketten worden ingevuld door medewerkers van zowel de regionale brandweer als de lokale brandweerkorpsen en de totale vaste en variabele kosten worden achteraf versleuteld over alle gemeenten en dus evenredig gedekt. Hieronder vallen nu ook de functies Operationeel Leider en Leider COPI die via vrije instroom door de brandweer worden ingevuld. De multidisciplinaire piketten worden door de diensten zelf, maar grotendeels door medewerkers van de VrZW, ingevuld. Er zijn geen afspraken over een evenredige verdeling van de kosten over de gemeenten en de hulpverleningsdiensten. Dit leidt ertoe dat de kosten niet transparant zijn en dus ook niet duidelijk is in hoeverre de repressieve inzet ten koste gaat van het budget en de capaciteit voor de beleidsmatige kerntaken van de VrZW. De op handen zijnde Wet veiligheidsregio’s, het Besluit veiligheidsregio’s, de daarin verwerkte Basisvereisten Crisismanagement en de toetsing van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (ADR/RADAR) leiden er toe dat steeds meer regio’s harde piketten instellen voor operationele mono- en multidisciplinaire functies. Als specifieke reden worden de verzwaarde eisen voor opkomsttijd en kwaliteit van deze sleutelfuncties genoemd. De VrZW gaat hier ook naar toe. In deze kadernota zijn reeds diverse piketuitbreidingen aangekondigd – overigens nog geen complete vraag omdat er nog diverse beleidskeuzes gemaakt dienen te worden. Het is zeer wenselijk om van alle piketten voor alle betrokkenen een goed overzicht te hebben en hiervoor eenduidige regels af te spreken. Bijvoorbeeld door samen met de partners een optimale spreiding en invulling van piketten te regelen. Dit geldt ook voor de financiering; het is voor de gemeenten en hulpverleningspartners niet prettig om na afloop van een begrotingsjaar nog met een groot aantal kosten te worden geconfronteerd. In 2009 zal de VrZW dan ook met een voorstel komen om alle vaste piketkosten voortaan in de regiobegroting op te nemen en alleen nog de variabele kosten achteraf door te berekenen. Voor de gevraagde piketuitbreidingen vanaf 2010 wordt dit alvast zo uitgevoerd. In 2011 zal dit dan budgettair neutraal (opplussing regiobijdrage, in mindering op de gemeentelijke begroting) ook voor de reeds bestaande piketten worden geregeld. Risico: verhoging regiobijdrage vanaf 2010 als gevolg van a) het toegenomen aantal piketten en b) het voorstel om vaste piketkosten vooruit te financieren in plaats van achteraf door te berekenen. De variabele kosten (inzeturen en oefen-/vergaderuren) zijn sowieso een risico, omdat nooit van tevoren bekend is hoeveel incidenten, rampen en crises zich in een jaar voordoen. Bij een toename van het aantal piketten zullen navenant ook de variabele kosten toenemen en dus dienen de gemeenten rekening te houden met een grotere naheffing ten aanzien van deze kosten (in het geval dat het aantal incidenten e.d. in 2010 gelijk is aan het aantal incidenten e.d. in 2009). Zie ook hoofdstuk 3 en Bijlage 2. In de bijlage is een overzicht opgenomen van álle monodisciplinaire brandweerpiketten en multidisciplinaire piketten binnen de veiligheidsregio. Hierbij is aangegeven welke nieuwe piketten in deze kadernota zijn voorgesteld. 6. Vervolg realiseren afspraken / eisen convenant en project regionalisering: eind 2009 dienen de convenantseisen te zijn gerealiseerd, met als doel dat de kwaliteit van de 2 Piketten GHOR zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. pagina 38 van 40
crisisbeheersing en rampenbestrijding is verbeterd en Zaanstreek-Waterland op weg is om bij vaststelling van de aankomende wet- en regelgeving daaraan te voldoen. De VrZW houdt echter een slag om de arm als het gaat om: • de realisatie binnen de duur van het convenant – sommige zaken zijn complexer dan in eerste instantie lijkt; de quickscan begin 2009 zal hierover uitsluitsel geven; • de mate van voorbereid zijn op de aankomende wet- en regelgeving; immers, hierover moet de regering nog definitief besluiten en dus is nog niet te voorzien wat precies de (financiële) gevolgen zijn van de Wet veiligheidsregio’s en de bijbehorende AMvB’s (Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s). Na het afronden van de uitvoering van het convenant is tevens voor alle betrokkenen inzicht verkregen in de mogelijkheden en beperkingen van regionalisering van de brandweer. In 2009 is een besluitvormingsproces in gang gezet om duidelijkheid te verkrijgen over de nabije toekomst van de brandweer in Zaanstreek-Waterland. De uitkomst van dit besluitvormingsproces is nog niet te voorspellen. Er zijn op voorhand drie scenario’s, namelijk: 1) colleges en raden zijn nog niet tot een besluit gekomen; 2) colleges en raden besluiten om de brandweer niet te regionaliseren; 3) colleges en raden besluiten om de brandweer te regionaliseren - er zijn verschillende varianten mogelijk. In het eerste en laatste geval krijgt het project regionalisering een vervolg in de periode na 2009, ofwel om tot een besluit te komen of om invulling / uitwerking aan het besluit te geven. Afhankelijk van de mate van regionalisering – de gekozen variant – dienen zaken als financiën, personeel en organisatie, medezeggenschap in meerdere of mindere mate te worden geregeld. Hiervoor zal naar verwachting externe expertise nodig zijn. Communicatie is essentieel. Wat het besluit ook zal zijn, de diverse betrokken partijen in de regio dienen hierover geïnformeerd te worden. Middelen die hiervoor worden ingezet zijn: (bestuurlijke) bijeenkomsten, brochures, digitale nieuwsbrieven, enzovoort. Als het besluit voor 1 januari 2010 wordt genomen en dit leidt tot volledige regionalisering (de meest verregaande vorm), kan er aanspraak gemaakt worden op subsidie van BZK (tweede tranche, ca. € 650.000,-) Risico: tussentijdse begrotingswijziging in 2010 als gevolg van bestuurs- en raadsbesluiten over regionalisering. Scenario en eventuele financiële consequenties zijn nu nog niet bekend; bij het raadsvoorstel zullen nadrukkelijk ook de (implementatie)kosten in beeld worden gebracht en gevraagd worden de benodigde middelen extra ter beschikking te stellen (bovenop de begroting).
pagina 39 van 40
Bijlagen Bijlage 1 Tabellen kosten per programma Zie hiervoor de separate excel-bijlage met meerdere (9) werkbladen.
Bijlage 2 Overzicht piketten
piketvergoeding vaste kosten variabele kosten
mono/multi
Overzicht bestaande piketten Commandant van Dienst Hoofdofficier van Dienst Staffunctionaris brandweer Officier van Dienst / West Officier van Dienst / Oost Officier gevaarlijke stoffen Leider Meetplanorganisatie* AC piketofficier Piketcentralist
€ 25.000 € 25.000 € 25.000 € 20.000 € 20.000 € 20.000 € 5.000 € 18.000 € 16.000
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
mono mono mono mono mono mono mono mono mono
Overzicht nieuwe piketten Hoofd stafsectie brandweer Duikcoordinator** Veiligheidsfunctionaris*** Operationeel Leider**** Leider COPI**** Informatiemanager COPI Informatiemanager ROT Informatiemanager RBT** Ondersteuner ROT*** Ondersteuner RBT*** Journaalschrijver ROT***
€ 25.000 €0 €0 €0 €0 € 25.000 € 16.800 €0 €0 €0 €0
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
mono mono mono multi multi multi multi multi multi multi multi
variabele kosten betreffen de kosten voor inzeturen (p.m.), oefen- en vergaderuren, de oefenuren zijn afhankelijk van de oefenbeleidsplannen (in ontwikkeling) * dit piket wordt samen met de buurregio's ingevuld (1/4 totaalkosten) ** met het oog op taakstelling wordt hier voorlopig nog geen invulling aan gegeven *** vanuit taakstelling vooralsnog nog niet met hard piket invullen **** invulling met 'ontkleurde' functionarissen wordt voorlopig uitgesteld
pagina 40 van 40