Veiligheidsregio

Regionaal crisisplan - Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2012-2016 deel 1

1 Kop 1.1 Kop

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2012-2016 1.1 Kop

Om redenen van de gerichte profilering van VrZW-medewerkers


en hun werk in brandweercontext is besloten juist te kiezen voor


profilering met de ‘rode’ brandweerhuisstijl – zij het met een dui-


delijke verwijzing naar de ‘moederorganisatie’ VrZW. De afspraken


hierover staan in hoofdstuk ‘VrZW en huisstijl Brandweer Zaan-


stad’.

stad’.

Tussenkop

Tussenkop

De coördinatie en bewaking van de huisstijl is in handen van de


huisstijlcoördinator van VrZW. Bij twijfel over de juiste invulling van


de basisregels kunt u bij deze persoon nadere informatie verkrij-


gen.

Deel 1

gen.

Brandweer Zaanstreek-Waterland, GHOR bureau Zaanstreek-Waterland, Politie Zaanstreek-Waterland, Gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad, Zeevang

Opsteller Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. veiligheidsbureau Versie 1.2 Ingangsdatum N.t.b. Status Definitief Vaststelling door/ datum Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland/ 7 oktober 2011

Projectgroep Mevr. Baardwijk, Viola van

Projectgroep (t/m 30 juni ’11)

Gemeente

Dhr. Hendriks, Dirk-Jan

Projectgroep (v.a. 30 juni ’11)

Gemeente

Dhr. Butter, Stefan

Projectgroep

Politie

Mevr. Cools, Christel

Projectleider

VrZW

Dhr. Groot, Jasper

Projectgroep

GHOR

Mevr. Marijnissen, Inge

Projectgroep/ plv. projectleider

VrZW/ Sectie gemeenten

Dhr. Schaap, Iwan

Projectgroep

Brandweer

Dhr. Tjin-Asjoe, Sherwin

Projectgroep

Politie

Advies Mevr. Bell, Roos

Communicatieadviseur

VrZW

Aldus besloten door het Algemeen Bestuur VrZW in de vergadering van 7 oktober 2011, namens deze, voorzitter,

secretaris,

mr. G.H. Faber

ing. G.J.M. Ruijs

1.1 Kop

1.1 Kop











stad’.

stad’.

Tussenkop

Tussenkop







gen.

gen.

Regionaal Crisisplan - Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2012-2016 - Deel 1

5

Inhoudsopgave Inleiding

6

Splitsing in twee delen

6

Voor wie?

6

Vaststelling RCP

7

Context RCP

7

Gehanteerde uitgangspunten

8

Leeswijzer

9

1. Organisatie en taken hoofdstructuur

10

1.1 De organieke structuur van de hoofdstructuur

10

1.2 Regionaal Beleidsteam

12

1.3 Gemeentelijk Beleidsteam

12

1.4 Regionaal Operationeel Team

13

1.5 Commando Plaats Incident

14

1.6 Meldkamers

15

2. Organisatie en taken stafsecties

16

2.1 Stafsectie Bevolkingszorg

16

2.2 Stafsectie Brandweerzorg

20

2.3 Stafsectie Geneeskundige zorg

23

2.4 Stafsectie Politiezorg

26

2.5 Stafsectie Informatiemanagement

29

2.6 Stafsectie Resourcemanagement

29

3. Afspraken crisispartners

31

3.1 Kolompartners

31

3.2 Ketenpartners

31

3.3 Nationale crises

32

3.4 Overige beleidsterreinen

32

BIJLAGE 1

33

Afkortingen en begrippen BIJLAGE 2

35

Bereikbaarheid- en beschikbaarheidregelingen BIJLAGE 3 Overzicht afspraken met crisispartners

38


6 Inleiding Volgens de Strategie Nationale Veiligheid (SNV) heeft het instellen

VrZW heeft gekozen voor een splitsing tussen het beschrijven en

van de veiligheidsregio tot doel: “de brandweerzorg, geneeskun-

benoemen van de hoofdstructuur met hoofdprocessen en het

dige hulpverlening, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing,

op detailniveau uitwerken van de processen van de betrokken

met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op

diensten. De hoofdstructuur en hoofdprocessen dienen eerst

regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slag-

benoemd en vastgesteld te zijn voordat de volgende stap van

vaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een

detailuitwerking gemaakt kan worden. Daarnaast is ook een

gecoördineerde voorbereiding”. Analoog aan de in de SNV gedefini-

duidelijke scheiding aan te geven ten aanzien van de relevantie van

eerde doelen heeft de werkwijze van Veiligheidsregio Zaanstreek-

informatie. De hoofdstructuur met hoofdprocessen zijn voor ieder-

Waterland (VrZW) in de kern dus betrekking op de volgende

een die werkt binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing

vragen:

relevant. Uitgewerkte deelprocessen zijn vooral van belang voor de

• Wat bedreigt VrZW en hoe erg is dat?

functionaris die de betreffende taken moet uitvoeren én voor de

• Wat moet VrZW dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig?

medewerkers die opleidingen en trainingen verzorgen. Dit heeft

• Wie doet dan wat en wie informeert wie binnen VrZW?

ertoe geleid het RCP VrZW in twee delen op te stellen, waarbij: • In Deel I de (stuur)organen worden beschreven, inclusief de

Het bestuur van VrZW heeft voor het beantwoorden van de eerste

rollen daarbinnen, en de personele structuur. Daarnaast bevat

twee vragen een risicoprofiel en een beleidsplan vastgesteld.

het de afspraken die zijn gemaakt met partijen die (mogelijk)

Het risicoprofiel geeft een overzicht van risicovolle situaties in

betrokken zijn bij rampen en crises. Hiermee wordt voldaan aan

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het beleidsplan geeft – op basis van het

de minimale wettelijke eisen. • In Deel II de organisatie van de rampenbestrijding en crisis-

risicoprofiel – een beschrijving van de te behalen operationele

beheersing wordt beschreven op basis van de uit te voeren

prestaties van de diensten en organisaties van VrZW in het kader

werkzaamheden. Deel II zal bestaan uit een aantal bijlagen, zoals

van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

processchema’s, werkinstructies, checklisten en formats. Dit deel wordt in een later stadium opgeleverd.

Voor het beantwoorden van de derde vraag is een beschrijving nodig van de onder dergelijke omstandigheden actieve organisatie bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing en de dan geldende

Voor wie?

verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. Het regionaal crisisplan (RCP) geeft deze beschrijving. Tevens bevat het RCP de

Dit document is bestemd voor ‘de werkers in de organisatie’.

afspraken die zijn gemaakt met andere direct betrokken partijen

Hiermee worden bedoeld de crisisfunctionarissen in de Veiligheids-

in het kader van (de voorbereiding op) de rampenbestrijding en de

regio Zaanstreek-Waterland, zoals benoemd in de hoofdstructuur

crisisbeheersing. De verplichting om het RCP te maken komt voort

in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), alsmede de crisispartners die

uit de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Zie figuur 1 voor een schemati-

middels afspraken, convenanten en wettelijke bepalingen betrok-

sche weergave van planvorming binnen VrZW.

ken zijn bij de crisisorganisatie binnen de veiligheidsregio.

Splitsing in twee delen

Daarnaast wordt het document ter vaststelling aangeboden aan het algemeen bestuur van de veiligheidsregio en uitgereikt aan ‘de werkers aan de organisatie’. Met deze laatste doelgroep

Vanuit de wetgeving zijn eisen aan het RCP gesteld (Wvr, artikel

worden de functionarissen van de multidisciplinaire opleidings-,

16) en deze eisen betreffen vooral de opbouw en samenstelling

trainings- en oefenorganisatie en diverse beleidsmedewerkers op

van een functiestructuur en richt zich daarmee vooral op wie wat

het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding in de regio

doet. Wie, wie informeert is hiermee nog niet duidelijk. Om ook

bedoeld. Zij spelen een belangrijke rol bij de implementatie.

dit element helder te krijgen, dienen de processen crisisbeheersing en rampenbestrijding in hun onderlinge samenhang in kaart

Het RCP VrZW wordt digitaal beschikbaar gesteld via internet

gebracht te worden, waarbij de informatiestromen inzichtelijk

van VrZW.

gemaakt worden. De informatievoorziening binnen en tussen de hulpdiensten dient vormgegeven te worden conform de informatieparagraaf in het regionaal beleidsplan (Wvr, artikel 14, lid 2c en artikel 22, lid 1).


7

Vaststelling RCP

Ook de beschrijving van Deel II heeft naar verwachting gevolgen voor Deel I. De vanuit de regelgeving gepresenteerde functie-

De Wet veiligheidsregio’s bepaalt dat het RCP minimaal eenmaal

structuur kent blinde vlekken (onvolledigheid) en spreekt zich op

per vier jaar opnieuw wordt vastgesteld door het Algemeen

een aantal onderdelen onderling tegen (ambiguïteit). De volledige

Bestuur van de veiligheidsregio en ter informatie toegestuurd

omvang hiervan wordt pas duidelijk als de – sturende – processen

wordt aan de Commissaris der Koningin van de Provincie Noord-

beschreven zijn.

Holland. De nieuwe Wet publieke gezondheid stelt dat het deel van het crisisplan dat betrekking heeft op bestrijding van en de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte

Context RCP

behorend tot groep A, alsmede de voorbereiding op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig

Het regionaal crisisplan van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

gevaar voor de volksgezondheid bestaat, vastgesteld moet worden

is gebaseerd op de volgende (landelijke) documenten:

in overeenstemming met het algemeen bestuur van de gemeen-

• Wet Veiligheidsregio’s;

schappelijke gezondheidsdienst1. Het RCP leent zich niet om dit in

• Besluit Veiligheidsregio’s2;

te beschrijven, in plaats daarvan is een verwijzing opgenomen naar

• Besluit en regeling Personeel Veiligheidsregio’s;

het (nog op te stellen) Crisisbestrijdingsplan Infectieziekten.

• Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 (rRCP); • Referentiekader GRIP en de regionale uitwerking hiervan

Veiligheidsregio’s, crisisbeheersing en wet- en regelgeving zijn

(GRIP Zaanstreek-Waterland 2010).

dusdanig in ontwikkeling dat de verwachting is dat het regionaal crisisplan de komende jaren jaarlijks moet worden geactualiseerd

Het RCP is een plan op hoofdlijnen en verwijst naar multi- en

en bijgesteld onder regie van het veiligheidsbureau. Zo zal de

monodisciplinaire plannen binnen Veiligheidsregio Zaanstreek-

invoering van de Wet publieke gezondheid voor wijzigen in de

Waterland. Hieronder een schematische weergave van de

geneeskundige processen in het RCP zorgen.

samenhang tussen de verschillende planfiguren:

Figuur 1. Schematisch overzicht plan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Risicoprofiel Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wat bedreigt de regio en hoe erg is dat? Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wat moeten we dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig?

Plannen Geneeskundige Zorg Plannen Politiezorg

Handboek RBT

Blauwdruk Informatiemanagement

Convenanten/ afspraken ketenpartners RCP’s omliggende regio’s

Rampbestrijdingsplannen Incidentbestrijdingsplannen Coördinatieplannen

Procedures en protocollen

1) Wijziging Wet publieke gezondheid onder meer i.v.m. Wet veiligheidsregio’s (Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 195, A). 2) Het Besluit veiligheidsregio’s codificeert o.a. de Basisvereisten Crisismanagement, de decentrale normen benoemd (LBCB, 2009).

Opleiden en oefenen

Handboek ROT

Bestuurlijke netwerkkaarten

Operationele plannen

Plannen Brandweerzorg

Handboek CoPI

Samenwerking ketenpartners

Plannen Bevolkingszorg

Multidisciplinaire handboeken

Inrichting Monodisciplinaire crisisorganisatie

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wie doet wat en wie informeert wie en met welke kwaliteit? - Beschrijving van de multidisciplinaire crisisorganisatie - Beschrijving van de sturende, uitvoerende en ondersteunende processen - Beschrijving van de samenwerking met de ketenpartners Multidisciplinair oefenbeleid

Multidisciplinair oefenjaarplan

Monodisciplinair oefenjaarplan


8

Gehanteerde uitgangspunten

binnen het operationele en bestuurlijke netwerk. GRIP geeft duiding aan het incident: een GRIP-fase zorgt ervoor dat betrok-

‘Koud’ versus ‘warm’

kenen een beeld hebben van de omvang en complexiteit van een

De beschrijving van de organisatie voor rampenbestrijding en

incident. Door een vooraf gedefinieerde (kern)bezetting van de

crisisbeheersing in het regionaal crisisplan is gebaseerd op de ge-

verschillende teams is GRIP geschikt voor de vlotte opschaling van

dachte dat de planvorming in de ‘koude’ fase plaatsvindt en voor

de klassieke vier kolommen (brandweer, Geneeskundige Hulp-

alle mogelijke (risicovolle) situaties toepasbaar is. De uitvoering

verleningsorganisatie in de Regio (GHOR), politie en gemeenten)

van het plan in de ‘warme’ fase is daarmee de toepassing van het

bij zich snel ontwikkelende incidenten.

crisisplan in één specifiek geval, waarbij afgeweken kan worden van de algemene regels om zo adequaat mogelijk te handelen in

Het knoppenmodel kent een functionele en procesgerichte

die specifieke situatie. Deze relatie kan ook getypeerd worden als

benadering, waarbij leidinggevenden, op basis van inzetbehoefte,

het starten van een ‘project’ door de veiligheidsregio. Als continue

de eigen organisatie opschalen door bepaalde processen te acti-

organisatie levert de veiligheidsregio veel diensten en producten.

veren. Het knoppenmodel in het RCP beschrijft de maximale (mo-

Per crisis is dan de ‘projectorganisatie’ de structuur die opgezet

gelijke) omvang crisisorganisatie van elke discipline. Het knoppen-

wordt om het specifieke doel (bijvoorbeeld hulpverlenen bij een

model komt tot zijn recht bij ontluikende crises met (relatief) lage

ongeval met een vliegtuig) te realiseren. Aangezien die ‘project-

tijdsdruk, voorziene crises, evenementen, bij het afschalen van een

organisatie’ gericht is op het eenmalig realiseren van één doel, in

incident en in de herstelfase. Bij dergelijke incidenten is het goed

een unieke situatie, in een beperkte tijd en met gebruikmaking van

denkbaar dat niet alle crisispartners (in gelijke mate) opgeschaald

alle benodigde, (externe) capaciteit voldoet het aan de voorwaar-

hoeven te zijn. Daarnaast kan de methodiek van het knoppenmodel

den die gesteld worden aan de definitie van een project. Alleen

toegepast worden voor het vooraf definiëren van ‘inzetvoorstellen’

de (hulp)organisaties die een bijdrage leveren aan het behalen van

voor de scenario’s uit het regionaal risicoprofiel.

het doel worden betrokken in de ‘projectorganisatie’. Focus op sturen Multidisciplinair knoppenmodel

De betrokken (hulp)diensten en organisaties voeren in tijden van

Het selectief inzetten van hulporganisaties is ook de essentie van

rampen en crises over het algemeen hun reguliere kerntaken

het zogenaamde ‘multidisciplinaire knoppenmodel’. Afhankelijk van

(dagelijkse werkzaamheden) in een opgeschaalde situatie uit. In die

de te behalen prestaties worden uitvoerende processen geacti-

zin ‘meer van hetzelfde (reguliere werk)’ in een dreigende, urgente

veerd en ontrolt zich een structuur voor het (integraal) besturen en

en onzekere situatie. Het RCP gaat ervan uit dat vakvolwassen

ondersteunen daarvan. Een knop verbeeldt hierbij de capaciteit

professionals deze kerntaken uitvoeren op basis van vakman-

en dat is het vermogen een bepaalde prestatie te behalen binnen

schap. Vakmanschap ontstaat door het aanstellen en inwerken van

een bepaalde omgeving, binnen een bepaalde tijd en continuering

medewerkers die voldoen aan de kwalificatieprofielen en wordt in

daarvan over een bepaalde periode. Afhankelijk van de aard en

stand gehouden door opleiden, trainen en oefenen. Het RCP van

omvang van het grootschalige of bijzondere incident kunnen deze

VrZW focust zich daarom niet op het uitvoeren van taken, maar

knoppen behoeftegericht worden geactiveerd. Het RCP is voor een

op het sturen c.q. faciliteren van deze professionals in de hiervoor

belangrijk deel gebaseerd op het multidisciplinair knoppenmodel.

bedoelde situaties. Hiertoe behoren ook informatie- en resourcemanagement. Sturing kan op strategisch, tactisch en operationeel

Relatie met de Gecoördineerde Regionale

niveau zijn en richt zich op de processen genoemd in de tabel op

Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP)

pagina hiernaast.

GRIP en het multidisciplinaire knoppenmodel worden naast elkaar gebruikt. GRIP is de multidisciplinaire opschalingsprocedure, die in de kern draait om de multidisciplinaire coördinatie- en afstemmingsbehoefte. Hiertoe kent elke GRIP-fase eenhoofdige leiding


9

Hoofdprocessen crisisbeheersing en rampenbestrijding Bevolkingszorg

• Communicatie • Publieke zorg • Omgevingszorg

Geneeskundige zorg

• Acute Gezondheidszorg • Publieke Gezondheidszorg

Brandweerzorg

• Brand- en ongevalbestrijding

Politiezorg

• Ordehandhaving • Opsporing

Informatiemanagement

• Informatievoorzieningen rampenbestrijding en crisisbeheersing

Resourcemanagement

• P ersonele voorzieningen rampenbestrijding en crisisbeheersing • Facilitaire voorzieningen rampen bestrijding en crisisbeheersing

Rollen, functies en functionarissen

Deze beschrijving begint met een organogram voor de meest

In de alledaagse praktijk gebruikt men de termen rol, functie en

opgeschaalde situaties. Per organiek onderdeel (bijvoorbeeld regio-

functionaris veelal door elkaar en wordt ook hetzelfde bedoeld. De

naal beleidsteam of commnando plaats incident) wordt vervolgens

crisisorganisatie maakt wel een onderscheid in deze benamingen:

in het organogram de positie in het geheel aangegeven, wat de

• Een rol is gericht op het vervullen van specifieke taken in een

taken zijn, welke rollen er in voorkomen en wat de relatie met

specifieke omgeving (‘warme’ situatie); • Een functie is gericht op de medewerker en de plaats in het functiehuis van een organisatie (de ‘koude’ situatie).

de GRIP-regeling is. Het tweede hoofdstuk beschrijft dit voor de stafsecties Bevolkingszorg, Brandweerzorg, Geneeskundige zorg, Politiezorg, Informatiemanagement en Resourcemanagement.

Een functionaris heeft meestal één functie en kan meerdere rollen

Het derde en laatste hoofdstuk geeft de afspraken weer die met

vervullen (een beleidsmedewerker kan bijvoorbeeld zowel officier

crisispartners gemaakt zijn. Aan het einde van het document treft u

van dienst als stafsectiemedewerker Informatiemanagement in het

tenslotte bijlagen aan met overzichten van gehanteerde afkortingen

ROT zijn). Soms zijn rol en functie gelijk (bijvoorbeeld de voorzitter

en begrippen, bereikbaarheid- en beschikbaarheidregelingen en de

veiligheidsregio).

bestaande afspraken met crisispartners.

Leeswijzer Om planfixatie te voorkomen is bij het opstellen van het regionaal crisisplan constant voor ogen gehouden dat het document moet leiden tot een kort en overzichtelijk document. Waar mogelijk wordt dan ook verwezen naar bestaande documenten. Ook is ervoor gekozen achtergrond- en verantwoordingsinformatie op te nemen in een factsheet die samen met het RCP wordt uitgegeven. In dit document treft u hierna als eerste een weergave van de organisatie van en taken binnen de hoofdstructuur op basis van de wetgeving en het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009.


10 1. Organisatie en taken hoofdstructuur • Relatie van deze organieke en functionele entiteiten met de

Zoals in de inleiding is toegelicht, wordt het RCP in twee delen gesplitst. Het voorliggende Deel I bevat de organieke, functionele

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP)

en personele structuur op basis van de regelgeving en bestaande

Zaanstreek-Waterland.

inzichten. In dit hoofdstuk wordt de hiervoor beschreven besturingsstructuur uitgewerkt tot en met de meest opgeschaalde

Voor wat betreft de elementen ‘werkzaamheden en vaardigheden’

situatie. In de meeste gevallen zal deze mate van opschaling niet

wordt verwezen naar de beschikbare kwalificatiedossiers, waarin

nodig zijn. De feitelijk benodigde structuur wordt gerealiseerd

de werkzaamheden (kerntaken), vaardigheden en competenties

door het multidisciplinaire knoppenmodel te gebruiken. Tegen de

worden beschreven van de kernfuncties binnen de hoofdstruc-

achtergrond van de beschreven uitgangspunten is dit hoofdstuk

tuur3. De personele structuur voor het binnen de wettelijke termijn

als volgt opgebouwd:

bemensen van de rollen binnen de hoofdstructuur is gebaseerd

• Schematische weergave van de onderdelen van de

op ‘bereikbaarheid- en beschikbaarheidregelingen’ van Veiligheids-

hoofdstructuur;

regio Zaanstreek-Waterland (zie bijlage 2).

• Korte beschrijving van de taken van elk onderdeel; • Functienamen van de kernbezetting en facultatieve bezetting van elk onderdeel, gebaseerd op het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009;

1.1 De organieke structuur van de hoofdstructuur Figuur 2. De hoofdstructuur conform het Besluit veiligheidsregio’s

Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam

Regionaal operationeel team Sectie Sectie Informatie- Bevolkingsmanagement zorg

Sectie Brandweerzorg

Sectie Geneeskundige Zorg

Sectie Politiezorg

Sectie Overige partners

Sectie Resourcemanagement

Taakorganisaties Bevolkingszorg

Taakorganisaties Brandweerzorg

Taakorganisaties Geneeskundige Zorg

Taakorganisaties Politiezorg

Taakorganisaties overige partners

(Coördinerend) Commandoplaats incident

Meldkamers Brandweer, Politie, Ambulancezorg

Uitvoeren Bevolkingszorg

Uitvoeren Brandweerzorg

Uitvoeren Geneeskundige Zorg

Uitvoeren Politiezorg

Uitvoeren Ketenpartners

Uitvoeren Incidentbestrijding

Uitvoeren Calamiteitencoördinatie

Ondersteunen Bevolkingszorg

Ondersteunen Brandweerzorg

Ondersteunen Geneeskundige Zorg

Ondersteunen Politiezorg

Ondersteunen Ketenpartners

Ondersteunen Incidentbestrijding

Ondersteunen Calamiteitencoördinatie

3) Deze dossiers zijn gebaseerd op het Besluit en de Regeling personeel veiligheidsregio’s (multidisciplinair, brandweer en GHOR), de resultaten van het project GROOT (Opleiden, Trainen en Oefenen binnen de Gemeentelijke Rampenbestrijding en crisisbeheersing) en het Referentiekader Conflict- en Crisisbeheersing 2002 (politie).


11

Het referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 werkt de hoofd-

geactiveerde processen. Binnen het ROT ondersteunt een (of structuur verder uit en onderscheidt binnen elke kolom stafsecties

enkele) sectiemedewerker(s) elke AC, samen vormen zij de en taakorganisaties. De algemeen commandanten (AC’s) in het

sectie. Een taakorganisatie bestaat uit een hoofd, teamleiders en ROT zijn verantwoordelijk voor de processen Brandweerzorg,

uitvoerenden van de (ingezette) deelprocessen binnen een kolom. Geneeskundige zorg, Politiezorg, Bevolkingszorg. Zij hebben

De samenhang tussen de onderdelen is in figuur 3 schematisch een stafsectie ter beschikking, die bestaat uit de hoofden

informatie (Hin) en ondersteuning (Hon) en de hoofden van de

weergegeven.

Figuur 3: S chematische weergave onderverdeling hoofdstructuur in secties, stafsecties en taakorganisaties

ROL

Secties

AC

Stafsecties

H

Ordehandhaving

Bewaken en beveiligen

Mobiliteit

Interventie

T T T T

T

T

T

T

T T T

T T T

T T T

T T T T

T T T T T

T

T T T T T T T

T T

T T T

T T T

Persvoorlichting

Publieksvoorlichting

Verwanteninformatie

Opvang

Milieubeheer

Ruimtebeheer

Bouwbeheer

Brand- en ongevalbestrijding

Technische Hulpverlening

Ontsmetten mens en dier

Triage

Psychosociale hulpverlening

Crowdmanagement

Tactische opsporing

Technische forensische opsporing

Bewaking en Beveiliging Personen

Dynamische verkeersgeleiding

Specialistische operaties

Aanhouding en ondersteuning (AT en DSI)

Pulbieke gezondheidszorg

T

Brand- en ongevalbestrijding

Omgevingszorg

Publieke zorg

Communicatie

Technisch ongevalonderzoek

Statische verkeersgeleiding

Bewaking en Beveiliging Objecten/ Diensten

Aanhouding en ondersteuning

Specialistische forensische opsporing (LTFO)

Speciale observatie en recherchetoepassingen

Politioneel onderhandelen

Recherchemaatregelen

Intelligence

Handhaven overige netwerken en emergentgroups

Handhaven maatschappelijke netwerken

Riotcontrol

Crowdcontrol

Medische milieukunde

Infectieziektebestrijding

Gezondheidsonderzoek

Vervoeren

Behandelen

Ontsmetten infrastructuur

Ontsmetten voertuigen

Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen

Specialistische redding

Verplaatsen mens en dier

Bijzondere uitvaartzorg

Voorzien in primaire levensbehoeften

Deelprocessen

Taakorganisaties

Hoofdprocessen

Explosievenverkenning

Acute gezondheidszorg

T

Opsporing

Ontsmetting

T

H

H H H H H H H H H H

Hon Hin Hon Hin Hon Hin Hon Hin

Vz H

AC AC ms ms AC ms AC ms AC ca ms

RM

ROT IM


12

1.2 Regionaal beleidsteam

• Strategisch adviseur Politiezorg; • Strategisch adviseur Bevolkingszorg; • Strategisch Communicatieadviseur.


Uitbreiding van het RBT kan (o.b.v. Wvr, artikel 39) met:




Sectie Politiezorg


• Rijksheren


• Overige functionarissen.






















Het RBT wordt ondersteund door: • Procesadviseur Bevolkingszorg; • Informatiecoördinator RBT (ingevuld door de strategisch adviseur en procesadviseur Bevolkingszorg); • Notulist.

Inleiding Het regionaal beleidsteam (RBT) is een bestuurlijke entiteit.

Relatie GRIP

Opschaling naar een RBT vindt plaats bij een bovenlokale ramp of

Het RBT is de organieke verschijningsvorm bij GRIP 4, naast het

crisis, onder voorzitterschap van de voorzitter van het bestuur van

ROT en (eventueel) het CoPI. Bij opschaling naar een RBT is niet

de veiligheidsregio.

langer sprake van een GBT.

Het RBT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: • Samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen

1.3 Gemeentelijk beleidsteam

van veiligheidsrisico’s; • Samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen


van te behalen prestaties; • Het integraal plannen en monitoren van voorbereiden, uitvoeren en ondersteunen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het RBT is belast met scenariodenken op de lange termijn (> 12 uur). De leden van het RBT hebben als taak de voorzitter veiligheidsregio daarbij te ondersteunen door hem of haar te voorzien van strategisch advies. Afhankelijk van het incident vervult de




Sectie Politiezorg
























hoofdofficier van justitie zijn rol als adviseur of als bevoegd gezag. Samenstelling RBT4

Inleiding

De samenstelling van het RBT wordt bepaald door de voorzitter

Het gemeentelijk beleidsteam (GBT) is een bestuurlijke entiteit.

veiligheidsregio en bestaat tenminste uit de volgende

Opschaling naar een gemeentelijk beleidsteam vindt plaats bij

functionarissen:

een lokale ramp of crisis, waarbij de burgemeester optreedt als

• Voorzitter veiligheidregio (of zijn vervanger);

voorzitter.

• Burgemeesters van gemeenten die bij de ramp of crisis betrokken zijn of dreigen te worden; • Hoofdofficier van justitie; • Voorzitter Waterschap (dijkgraaf); • Regionaal operationeel leider (ROL); • Strategisch adviseur Brandweerzorg; • Strategisch adviseur Geneeskundige zorg;

Het GBT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: • Samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van veiligheidsrisico’s; • Samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van te behalen prestaties; • Het integraal plannen en monitoren van voorbereiden, uitvoeren en ondersteunen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

4) Op grond van het veiligheidsbestuurbesluit (d.d. 1 oktober 2010) is de wettelijke samenstelling van het RBT (Wvr, artikel 39) aangevuld met de strategisch adviseurs en procesadviseur Bevolkingszorg. Tevens is bepaald dat de rol van informatiecoördinator wordt uitgevoerd door de strategisch adviseur en de procesadviseur Bevolkingszorg.


13

Het GBT is belast met scenariodenken op de lange termijn

1.4 Regionaal operationeel team

(> 12 uur). De leden van het GBT hebben als taak de burgemeester (of diens vervanger) te ondersteunen door hem of haar te voorzien


van strategisch advies. Afhankelijk van het incident vervult de officier van justitie zijn rol als adviseur of als bevoegd gezag. Samenstelling GBT5 De samenstelling van het GBT wordt bepaald door de voorzitter van het GBT. Het team bestaat tenminste uit de volgende functionarissen (of plaatsvervangers): • Burgemeester van de betrokken gemeente;




Sectie Politiezorg
























• Officier van justitie; • Strategisch adviseur Brandweerzorg; • Strategisch adviseur Geneeskundige zorg;

Inleiding

• Strategisch adviseur Politiezorg;

Het regionaal operationeel team (ROT) is een operationele entiteit.

• Strategisch adviseur Bevolkingszorg;

Binnen het ROT is sprake van de secties Bevolkingszorg, Brand-

• Strategisch Communicatieadviseur.

weerzorg, Geneeskundige Zorg, Politiezorg en eventueel van andere bij de rampenbestrijding of crisisbeheersing betrokken sectoren.

Uitbreiding van het GBT kan bijvoorbeeld met:

Daarnaast worden in organieke zin twee ondersteunende secties

• Rijksheren;

onderscheiden: Informatiemanagement en Resourcemanagement.

• Overige adviseurs. Het ROT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: Het GBT wordt ondersteund door:

• Samen met kolom- en ketenpartners verzamelen en verwerken

• Procesadviseur Bevolkingszorg;

van veiligheidsinformatie: het sturen op het verwerven, verwer-

• Informatiecoördinator GBT (ingevuld door de strategisch

ken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van

adviseur en procesadviseur Bevolkingszorg); • Notulist.

effectbestrijding. • Signaleren, adviseren en samen met kolom- en ketenpartners bepalen van de aanpak: het maken van afspraken over ieders

Relatie GRIP

bijdrage in het behalen van bepaalde operationele prestaties

Het GBT is de organieke verschijningsvorm bij GRIP 3 naast het

binnen een bepaalde omgeving, binnen een bepaalde tijd en

ROT en (evtentueel) het CoPI.

continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het, op basis van gesignaleerde problemen, adviseren van kolom- en ketenpartners. • Samen met kolom- en ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein van effectbestrijding en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. Ook de monitoring daarvan maakt hier deel van uit. Het ROT geeft leiding aan de beheersing van het incident en heeft daartoe de volgende taken: • Inzetten, coördineren en aansturen totale operationele inzet; • Bewaken continuïteit multidisciplinaire operationele inzet;

5) Door bestuurlijke besluitvorming is de wettelijke samenstelling van het GBT (Bvr, artikel 2.1.5) aangevuld met de officier van justitie (d.d. 12 november 2010), de procesadviseur en de strategisch communicatieadviseur (d.d. 12 mei 2010). Ook is bepaald (1 oktober 2010) dat de strategisch adviseur en de procesadviseur Bevolkingszorg de rol van informatiecoördinator uitvoeren en is besloten ‘leidinggevende’ uit het Bvr te vervangen door ‘strategisch adviseur’.


14

• Beslissen over verdelen van schaarse operationele middelen;

1.5 Commando plaats incident

• Regie op het totaalbeeld; • Scenariodenken op de middellange termijn (4-12 uur);


• Adviseren Gemeentelijk of Regionaal beleidsteam; • Het voorbereiden van bestuurlijke besluitvorming voor bijstandsaanvraag. De werkzaamheden en vaardigheden van actoren binnen het ROT worden nader beschreven in de kwalificatiedossiers. Samenstelling ROT




Sectie Politiezorg
























De samenstelling van het ROT wordt bepaald door de regionaal operationeel leider en bestaat tenminste uit de volgende functionarissen:

Inleiding

• Regionaal operationeel leider (voorzitter);

Een commando plaats incident (CoPI) is een operationele entiteit

• Algemeen commandant Brandweerzorg;

en is belast met de operationele leiding ter plaatse (niet per se

• Algemeen commandant Geneeskundige zorg;

het brongebied; dit kunnen ook plaatsen zijn in het effectgebied),

• Algemeen commandant Politiezorg;

de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren

• Algemeen commandant Bevolkingszorg;

van het regionaal operationeel team bij opschaling daartoe. Bij

• Communicatieadviseur ROT;

meerdere CoPI’s bij de plaats van het incident, treedt één CoPI op

• Informatiemanager ROT.

als coördinerend CoPI.

Uitbreiding van het ROT kan bijvoorbeeld met:

Het CoPI is verantwoordelijk voor en bevoegd tot:

• Liaisons van Defensie, Provincie, Openbaar Ministerie,

De kernactiviteiten binnen het (coördinerend) CoPI hebben

Waterschap, Rijkswaterstaat of van publiek/ private

betrekking op het tactisch en operationeel sturen van de incident-

organisaties c.q. crisispartners.

bestrijding ter plaatse van het incident c.q. inzetvak daarbinnen en het scenariodenken op de korte termijn (< 4 uur).

Het ROT wordt ondersteund door: • Journaalschrijver;

Op tactisch niveau gaat het over de volgende kernactiviteiten:

• ROT-ondersteuner;

• Samen met ketenpartners verzamelen en verwerken van

• Resourcemanager ROT (nog niet ingevuld binnen VrZW).

veiligheidsinformatie: het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van

Secties ROT In het ROT kent VrZW secties die de algemeen commandanten

incidentbestrijding. • Signaleren, adviseren en samen met ketenpartners bepalen van

en informatiemanager ondersteunen. De secties bestaan uit

de aanpak: het maken van afspraken over ieders bijdrage in het

één of meer sectiemedewerkers. Tot de sectie Bevolkingszorg

behalen van bepaalde operationele prestaties op de plaats van

behoren ook de communicatieadviseur en sectiemedewerker

het incident c.q. inzetvak, binnen een bepaalde tijd en continu-

communicatie.

eren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners.

Relatie GRIP Het ROT is de organieke verschijningsvorm bij GRIP 2 en hoger.

• Samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op de plaats van het incident c.q. inzetvak. Ook de monitoring daarvan maakt hier deel van uit.


15

Op operationeel niveau gaat het over de volgende

Relatie GRIP

kernactiviteiten:

Het CoPI is de organieke verschijningsvorm bij GRIP 1.

• Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken voor

Bij GRIP 2 is naast het CoPI sprake van een ROT.

uitvoerend en ondersteunend werk;

Bij GRIP 3 is naast het CoPI sprake van een ROT en GBT.

• Verdelen en monitoren van het uitvoerend werk:

Bij GRIP 4 is naast het CoPI sprake van een ROT en RBT.

- Brandweerzorg op de plaats van het incident c.q. inzetvak;

Bij GRIP 2, 3 of 4 hoeft niet per definitie sprake te zijn van

- Geneeskundige Zorg op de plaats van het incident c.q. inzetvak;

een CoPI.

- Politiezorg op de plaats van het incident c.q. inzetvak; - Bevolkingszorg op de plaats van het incident c.q. inzetvak; • Uitvoerend werk overige sectoren op de plaats van het incident

1.6 Meldkamers

c.q. inzetvak; • Verdelen en monitoren van ondersteunend werk:


- Resourcemanagement: - Personele voorzieningen (sturen) incidentbestrijding ter plaatse; - Facilitaire voorzieningen (sturen) incidentbestrijding ter plaatse; - Informatiemanagement: - Informatievoorzieningen (sturen) incidentbestrijding ter plaatse.




Sectie Politiezorg
























De werkzaamheden en vaardigheden van actoren binnen het CoPI worden nader beschreven in de kwalificatiedossiers.

Inleiding De Wvr gaat uit van één gemeenschappelijke meldkamer (GMK)

Samenstelling CoPI

die zorgdraagt voor de alarmering van de benodigde eenheden

De samenstelling van het CoPI wordt bepaald door de leider CoPI

voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. VrZW kent echter

en bestaat tenminste uit de volgende functionarissen:

geen GMK, maar drie afzonderlijke meldkamers: meldkamer

• Leider CoPI (voorzitter);

Politie Zaanstreek-Waterland (MK-P), de meldkamer Brandweer

• Officier van dienst (OvD)-Brandweerzorg;

Zaanstreek-Waterland (MK-B) en de meldkamer Ambulancezorg

• OvD-Geneeskundige zorg;

Amsterdam-Amstelland (MK-A).

• OvD-Politiezorg; • OvD-Bevolkingszorg6;

De meldkamers zijn verantwoordelijk voor en bevoegd tot:

• Voorlichtingsfunctionaris CoPI;

• Het binnen twee minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan

• Informatiecoördinator CoPI.

aan de criteria voor grootschalige alarmering alarmeren van de

benodigde onderdelen van de crisisorganisatie, zoals beschreven

Het CoPI kan afhankelijk van een incident worden uitgebreid met:

in dit crisisplan (Bvr, artikel 2.2.3);

• Andere OvD’en (o.a. Waterzorg, KLPD, Pro-Rail);

• Het binnen vijf minuten, nadat is vastgesteld dat is voldaan

• (Gezondheidskundig) Adviseur Gevaarlijke Stoffen (G)AGS);

aan de criteria voor grootschalige alarmering, op grond van de

• Overigen (bijvoorbeeld externe deskundigen).

beschikbare gegevens een zo volledig mogelijke beschrijving van

het incident geven aan de onderdelen van de crisisorganisatie en

Het CoPI wordt ondersteund door:

aan andere functionarissen en eenheden (Bvr, artikel 2.2.4);

• Plotter; • Resourcemanager (coördinerend) CoPI (nog niet ingevuld binnen

• De activering van de Waarschuwing- en Alarmeringsstelsel (WAS) bij acute situaties (MK-B).

VrZW). Samenstelling meldkamers De meldkamers kennen, naast centralisten, de opschalingsfunctie: • Calamiteitencoördinator (CaCo) (nog niet ingevuld binnen VrZW). 6) 12 mei 2010 heeft het veiligheidsbestuur ingestemd met het toevoegen van de OvD-Bz aan de wettelijke samenstelling van het CoPI.


16 2. Organisatie en taken stafsecties 2.1 Stafsectie Bevolkingszorg

• Verdelen en monitoren van het uitvoerend werk: - Communicatie; - Publieke zorg;


- Omgevingszorg; • Verdelen en monitoren van ondersteunend werk:




Sectie Politiezorg


- Informatiemanagement;


- Resourcemanagement.






















Bij opschaling naar een (coördinerend) CoPI betreft dit primair de tactische en operationele sturing in het effectgebied. In dat geval is de stafsectie Bevolkingszorg, indien geactiveerd, faciliterend aan de officier van dienst Bevolkingszorg binnen het (coördinerend) CoPI. De werkzaamheden en vaardigheden van actoren binnen de

Inleiding

stafsectie worden nader beschreven in de kwalificatiedossiers.

Binnen elke stafsectie worden (afhankelijk van de opschaling) in organieke zin bepaalde taakorganisaties onderscheiden. De onder-

Samenstelling stafsectie Bevolkingszorg

liggende activiteiten binnen de stafsectie hebben betrekking op

De samenstelling van de stafsectie Bevolkingszorg wordt bepaald

tactische en operationele sturing bij incidenten, rampen of crises.

door de algemeen commandant Bevolkingszorg en bestaat tenmin-

De stafsectie Bevolkingszorg wordt in het Besluit veiligheidsregio’s

ste uit de functionarissen:

Team Bevolkingszorg genoemd.

• Algemeen commandant Bevolkingszorg; • Hoofd stafsectie Bevolkingszorg;


• Hoofd Communicatie7;


• Hoofd Publieke zorg;

veiligheidsinformatie: het sturen op het verwerven, verwerken,

• Hoofd Informatie (informatiemanagement).

veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van de bevolkingszorg in de regio; • Signaleren, adviseren en met ketenpartners bepalen van de

De stafsectie Bevolkingszorg kan eventueel worden uitgebreid: • Hoofd Ondersteuning (resourcemanagement).

aanpak: het maken van afspraken over ieders bijdrage in het

• Hoofd Omgevingszorg;

behalen van bepaalde operationele prestaties binnen de regio,

• Hoofd Evacuatie;

binnen een bepaalde tijd en continueren daarvan over een

• Diverse adviseurs stafsectie Bevolkingszorg.

bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners; • Samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoe-

De stafsectie Bevolkingszorg wordt ondersteund door: • Verslaglegger.

rend en ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op

De sectie Bevolkingszorg ondersteunt de algemeen commandant

het terrein van de bevolkingszorg in de regio en welke personele

en bestaat uit:

en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. Ook de

• Sectiemedewerker Bevolkingszorg;

monitoring daarvan maakt hier deel van uit.

• Sectiemedewerker Communicatie.


Relatie GRIP

kernactiviteiten:

De Sectie Bevolkingszorg wordt, bij opschaling daartoe op basis


van GRIP 2, 3, of 4, binnen het ROT vertegenwoordigd door de


algemeen commandant Bevolkingszorg.

7) Deze rol wordt in het Besluit veiligheidsregio’s Coördinerend Voorlichter Team Bevolkingszorg genoemd. De functionaris die deze rol uitvoert, maakt wel in organieke zin uit van de stafsectie, maar niet in fysieke zin. Hij voert zijn taken uit in het team Voorlichting.


17

Taken Communicatie De deelprocessen vallen onder verantwoordelijkheid van het Hoofd Communicatie. De taakorganisatie Communicatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende deelprocessen: Publieks- en persvoorlichting

• Betekenisgeving: het duidelijk maken wat de crisis betekent voor de samenleving; • Schadebeperking: het beperken van materiële en immateriële schade door het verstrekken van communicatie adviezen aan RBT/ GBT en door het doorgeven van gedrags- en handelingsadviezen/ -instructies aan burgers; • Informatieverstrekking: het verzorgen van de algemene informatieverstrekking, openbaarmaking, verklaring en toelichting van het beleid van de burgemeester op de bestrijding van de crisis (uitvoeren van de Wet Openbaarheid van Bestuur).

Verwanteninformatie

Het verstrekken van geautoriseerde informatie aan familieleden en verwanten.

Publieke zorg De deelprocessen vallen onder verantwoordelijkheid van het Hoofd Publieke zorg. Indien nodig kan het Hoofd Publieke zorg de verantwoording voor het verplaatsen van mens en dier overdragen aan het hoofd Evacuatie. De taakorganisatie Publieke zorg is verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende deelprocessen: Opvang

Het opvangen en verzorgen van onder andere daklozen, evacués, behandelde gewonden en dieren voor de periode dat de getroffenen van een ramp/ crisissituatie niet kunnen terugkeren naar hun huizen.

Verplaatsen van mens en dier

Het op last van de overheid verplaatsen van groepen personen en dieren, teneinde de mogelijke schadelijke gevolgen van een incident/ calamiteit of dreiging daarvan, voor de betrokkenen zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.

Voorzien in primaire levensbehoefte

Het treffen van maatregelen om voedsel, drinkwater, kleding, geld en medicijnen te verstrekken en tijdelijke huisvesting te regelen.


Het treffen van maatregelen voor bijzondere uitvaartverzorging, zoals zorgen voor de mogelijkheid tot (gemeenschappelijke) rouwverwerking, stille tochten, herdenkingsdiensten en uitvaartdiensten.

Omgevingszorg De deelprocessen vallen onder verantwoordelijkheid van het hoofd Publieke Zorg. Indien nodig kan het Hoofd Publieke zorg de verantwoordelijkheid overdragen aan het Hoofd Omgevingszorg. De taakorganisatie Omgevingszorg is verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende deelprocessen: Milieubeheer

Het nemen van maatregelen met als doel milieuschade te voorkomen of te beperken. Het gaat hierbij ook om afvalverwerkingstaken en taken op het gebied van de Wet bodembescherming en de Wet Luchtkwaliteit.

Ruimtebeheer

Het nemen van maatregelen voor het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het gaat om taken op het gebied van rioleringen, wegen, water, groen, etc..

Bouwbeheer

Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen met als doel het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving. Het gaat hierbij ook over het beheer van cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken, e.d..


18

Informatiemanagement Het Informatieproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Informatie (Hin) en omvat het verzamelen, vastleggen en doorgeven van (operationele) informatie ten behoeve van beeld-, oordeels- en besluitvorming. De verkregen informatie dient primair ter ondersteuning van de besluitvorming in het aansturingproces van de bevolkingszorg en indien relevant ook ter ondersteuning van de andere kolommen. Informatiemanagement omvat daarnaast de volgende deelprocessen: CRIB (Centraal Registratieen Informatiebureau)

Het verzamelen, registreren en verifiëren van alle van belang zijnde gegevens over slachtoffers van een crisis of mensen en dieren die worden opgevangen als gevolg van een crisis.

CRAS (Centrale Registratie en Afhandeling Schaden)

Het verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de schade en de registratie en coördinatie van schademeldingen.

Interne informatie

Het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken en verstrekken van informatie voor de stafsectie Bevolkingszorg. Het bijhouden van het monodisciplinair beeld in Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS).

Resourcemanagement Het ondersteuningsproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd ondersteuning (Hon) en omvat het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit ter beschikking stellen van materiaal en facilitaire en personele voorzieningen ten behoeve van de bevolkingszorg. Ook het regelen van aflossing valt onder dit proces. VrZW heeft ervoor gekozen het proces ondersteuning te laten vallen onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Informatie. Resourcemanagement omvat daarnaast de volgende deelprocessen: Preparatie Nafase

Het starten van de preparatie op de zogenaamde nafase. In de nafase wordt een (project-) organisatie ingericht voor het halen van bepaalde prestaties c.q. het continueren daarvan. De activiteiten zijn gericht op specifieke behoeften aan nazorg bij de slachtoffers.

Bestuursondersteuning

Het verzorgen van onder andere de juridische, financiële en protocollaire advisering en ondersteuning van de crisisbeheersingsorganisatie. Het vastleggen en archiveren van gegevens om inzicht te krijgen in de stand van zaken tijdens de bestrijdingsfase en tijdens de nafase van een crisis valt ook onder dit deelproces.


19

Figuur 4. De organisatiestructuur van de stafsectie Bevolkingszorg

Algemeen Commandant Bevolkingszorg

Hoofd Stafsectie Bevolkingszorg

Hoofd Publieke zorg

Hoofd Evacuatie

Hoofd Omgevingszorg

Hoofd Communicatie

Hoofd Informatie

CRIB CRAS Interne Informatie

Hoofd Ondersteuning

Personele en facilitaire voorzieningen Preparatie Nafase Bestuursondersteuning

Verplaatsen mens en dier

Milieubeheer

Publieks- en Persvoolichting

Primaire levensbehoeften

Ruimtebeheer

Verwanteninformatie


Bouwbeheer

Opvang


20

2.2 Stafsectie Brandweerzorg

Bij opschaling naar een (coördinerend) CoPI betreft dit primair de tactische en operationele sturing in het effectgebied. In dat geval is de stafsectie Brandweerzorg, indien geactiveerd,


faciliterend aan de officier van dienst Brandweerzorg binnen het (coördinerend) CoPI. De werkzaamheden en vaardigheden




Sectie Politiezorg


van actoren binnen de stafsectie worden nader beschreven in


de kwalificatiedossiers.






















Samenstelling stafsectie Brandweerzorg De samenstelling van de stafsectie Brandweerzorg wordt bepaald door de algemeen commandant Brandweerzorg en bestaat tenminste uit de functionarissen: • Algemeen commandant Brandweerzorg;

Inleiding

• Hoofd Brand- en ongevalbestrijding;

Binnen elke stafsectie worden (afhankelijk van de opschaling) in

• Hoofd Informatie (informatiemanagement).

organieke zin bepaalde taakorganisaties onderscheiden. De onderliggende activiteiten binnen de stafsectie hebben betrekking op

De Stafectie Brandweerzorg kan eventueel worden uitgebreid


met adviseurs, zoals: • Hoofd Ontsmetting;


• Hoofd Ondersteuning (resourcemanagement);


• Veiligheidscoördinator Brandweerzorg (o.a. ARBO/ opvang

veiligheidsinformatie: het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van de

en nazorg personeel); • Adviseur Gevaarlijke Stoffen (regionaal officier).

brandweerzorg in de regio; • Signaleren, adviseren en met ketenpartners bepalen van de

De sectie Brandweerzorg ondersteunt de algemeen commandant

aanpak: het maken van afspraken over ieders bijdrage in het

en bestaat uit:


• Sectiemedewerker Brandweerzorg.

binnen een bepaalde tijd en continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren

Relatie GRIP

van ketenpartners;

De stafsectie Brandweerzorg wordt, bij opschaling daartoe op

• Samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein van de brandweerzorg in de regio en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. Ook de monitoring daarvan maakt hier deel van uit. Op operationeel niveau gaat het over de volgende kernactiviteiten: • Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken voor uitvoerend en ondersteunend werk; • Verdelen en monitoren van het uitvoerend werk: - Brand- en Ongevalbestrijding; • Verdelen en monitoren van ondersteunend werk: - Informatiemanagement; - Resourcemanagement.

basis van GRIP 2, 3, of 4, binnen het ROT vertegenwoordigd door de algemeen commandant Brandweerzorg.


21

Taken Brand- en ongevalbestrijding Het hoofdproces brand- en ongevalbestrijding wordt verdeeld in de onderstaande deelprocessen. Het basispeloton brandweer biedt extra slagkracht bij de bestrijding van basisincidenten. Indien er voor de bestrijding een specialistische behoefte ontstaat kan het basispeloton worden aangevuld met specialistische eenheden voor grootschalige watervoorziening, haakarmvoertuigen en bemensing voor specialistische blussing, redding en technische hulpverlening. Brandbestrijding

Het beëindigen of voorkomen van uitbreiding van een incident, waardoor de toename van het aantal slachtoffers en de toename van schade wordt voorkomen of beperkt.

Technische hulpverlening en (specialistische) redding

Hulpbehoevende mensen en dieren bevrijden uit levensbedreigende of benarde situaties. Door middel van technische hulpverlening en redding krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverleningsketen, waar (eerste) hulp wordt geboden. Het toegankelijk maken voor de andere hulpverleners behoort dus ook tot dit deelproces.

Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS)

Het voorkomen van uitbreiding van de emissie van gevaarlijke stoffen naar de lucht, bodem of het water, waardoor toename van het aantal slachtoffers en toename van schade aan het milieu en economie wordt voorkomen of beperkt.

Ontsmetting

Ontsmetting is een deelproces van OGS en betreft het ontsmetten van mensen, dieren, voertuigen en infrastructuur. Afhankelijk van de omvang kan dit deelproces uitgroeien tot een taakorganisatie met een hoofd ontsmetting. In aanvulling op het basispeloton beschikt Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland over een gaspakkenteam en een ontsmettingscontainer. Deze eenheden hebben als taak het inzetten bij een emissie van gevaarlijke stoffen en de ontsmetting van eigen eenheden en kleine aantallen slachtoffers (tot 10 personen). Indien de taakstelling de eigen capaciteit overstijgt kan het peloton CBRN (chemische, biologische, radioactieve of nucleaire stoffen) worden gealarmeerd. Het peloton CBRN (zes landelijke steunpunten) levert in aanvulling op de eigen eenheden een grootschalige ontsmetting tot maximaal 200 burgers en eventuele ondersteuning bij redding en bronbestrijding bij het vrijkomen van gevaarlijke stoffen.

Informatiemanagement Het informatieproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Informatie (Hin) en omvat het verzamelen, vastleggen en doorgeven van (operationele) informatie ten behoeve van beeld-, oordeels- en besluitvorming. De verkregen informatie dient primair ter ondersteuning van de besluitvorming in het aansturingproces van de brandweerzorg en indien relevant ook ter ondersteuning van de andere kolommen. Informatiemanagement omvat daarnaast de volgende deelprocessen: Waarnemen en meten

Het inzichtelijk brengen van de omvang van een emissie in de lucht, bodem en/ of het water. Geografisch opgestelde meetploegen meten met behulp van hun zintuigen en een meetkoffer met meetapparatuur de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de lucht, bodem en/ of het water. Deze meetgegevens geven zij door aan de meetplanleider (MPL), die de meetgegevens in kaart brengt. Een leider meetplanorganisatie of een adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) stuurt de meetploegen aan.

Waarschuwen bevolking

Het waarschuwen van de bevolking als de meetwaarden boven de toegestane gezondheidsgrenzen zijn. Door middel van het in de regio aanwezige Waarschuwing- en Alarmering Systeem (WAS) worden de sirenes geactiveerd of bij kleinschalige incidenten door functionarissen die van deur tot deur mensen waarschuwen. Momenteel wordt onderzocht of andere technische middelen en media ingezet kunnen worden om de bevolking te waarschuwen.

Interne informatie

Het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken en verstrekken van informatie voor de stafsectie Brandweerzorg. Het bijhouden van het monodisciplinair beeld in LCMS.


22

Resourcemanagement Het ondersteuningsproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Ondersteuning (Hon) en omvat het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit ter beschikking stellen van materiaal en facilitaire en personele voorzieningen ten behoeve van de brandweerzorg. Ook het regelen van aflossing valt onder dit proces. Middelen die ter beschikking staan zijn onder andere: haakarmbak verzorging, haakarmbak ademlucht, haakarmbak verlichting en eventuele tankwagens.

Figuur 5. De organisatiestructuur van de stafsectie Brandweerzorg

Algemeen Commandant Brandweerzorg

Hoofd Brand- en ongevalbestrijding

Hoofd Ontsmetting

Hoofd Informatie

Meetplanorganisatie AGS WAS Interne informatie

Hoofd Ondersteuning

Personele en facilitaire voorzieningen

Brandbestrijding

Ontsmetting

Technische Hulpverlening

Specialistische redding

Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen


23

2.3 Stafsectie Geneeskundige zorg

Op operationeel niveau gaat het over de volgende kernactiviteiten: • Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken


voor uitvoerend en ondersteunend werk; • Verdelen en monitoren van het uitvoerend werk:




Sectie Politiezorg


- Acute Gezondheidszorg;


- Publieke Gezondheidszorg;






















• Verdelen en monitoren van ondersteunend werk: - Informatiemanagement; - Resourcemanagement. Bij opschaling naar een (coördinerend) CoPI betreft dit primair de tactische en operationele sturing in het effectgebied. In dat

Inleiding

geval is de stafsectie Geneeskundige zorg, indien geactiveerd,


faciliterend aan de officier van dienst Geneeskundige zorg binnen

organieke zin bepaalde taakorganisaties onderscheiden. De onder-

het (coördinerend) CoPI. De werkzaamheden en vaardigheden


van actoren binnen de stafsectie worden nader beschreven in


de kwalificatiedossiers.

De geneeskundige zorg tijdens crisissituaties wordt geleverd door

Samenstelling stafsectie Geneeskundige zorg

zorginstellingen, zoals de regionale ambulancevoorziening (RAV),

De samenstelling van de stafsectie Geneeskundige zorg wordt

de gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD), het Nederland-

bepaald door de algemeen commandant Geneeskundige zorg en

se Rode Kruis, traumacentra en ziekenhuizen. De Geneeskundige

bestaat tenminste uit de functionarissen:

Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) vormt een schakel

• Algemeen commandant Geneeskundige zorg;

tussen die organisaties.

• Hoofd Acute Gezondheidszorg; • Hoofd Publieke Gezondheidszorg;


• Hoofd Informatie (informatiemanagement);

• Met ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsin-

• Hoofd Ondersteuning (resourcemanagement).

formatie: het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van de geneeskundige

De stafsectie Geneeskundige zorg kan eventueel worden uitge-

zorg in de regio;

breid met de volgende adviseurs, zoals:

• Signaleren, adviseren en met ketenpartners bepalen van de aanpak: het maken van afspraken over ieders bijdrage in het

• Veiligheidscoördinator Geneeskundige zorg (o.a. ARBO, opvang en nazorg personeel);


• Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS);


• Adviseur Hygiëne- en Infectiepreventie;

bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren

• Adviseur Gezondheidsonderzoeken.

van ketenpartners; • Met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en

De sectie Geneeskundige zorg ondersteunt de algemeen comman-

ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteu-

dant en bestaat uit:

nende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein

• Sectiemedewerker Geneeskundige zorg.

van de geneeskundige zorg in de regio en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. Ook de

Relatie GRIP

monitoring daarvan maakt hier deel van uit.

De stafsectie Geneeskundige zorg wordt bij opschaling daartoe op basis van GRIP 2, 3, of 4, binnen het ROT vertegenwoordigd door de algemeen commandant Geneeskundige zorg.


24

Taken Acute Gezondheidszorg Het hoofdproces Acute Gezondheidszorg heeft tot doel het gecoördineerd en adequaat organiseren van geneeskundige hulp ten behoeve van gewonden als gevolg van rampen en zware ongevallen. Uitgangspunt hierbij is dat de geneeskundige hulp een keten van samenhangende handelingen vormt vanaf het opsporen en redden van gewonden, eerste hulp en transport tot het moment dat verdere behandeling (in ziekenhuis of elders) gestart kan worden. De RAV, het Nederlandse Rode Kruis en traumacentra voeren de deelprocessen uit. Verdere behandeling is primair de verantwoordelijkheid van ziekenhuizen en huisartsen(posten). De primaire informatielijn met de stafsectie Geneeskundige zorg loopt via de crisiscoördinatoren van de instellingen. Triage

Bepalen zorgbehoefte en prioritering slachtoffers

Behandelen

Stabiliseren en vervoersgereed maken van slachtoffers

Vervoeren

Vervoeren en spreiden van slachtoffers volgens gewondenspreidingsplan

Publieke Gezondheidszorg De GGD is primair verantwoordelijk voor het uitvoeren van de deelprocessen. In geval van een epidemie van een infectieziekte behorend bij de groep A, alsmede de voorbereiding op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat, is niet het college van burgemeester en wethouders, maar het bestuur van de veiligheidsregio verantwoordelijk voor en (de voorbereiding op) de bestrijding. Dit is conform de Wet Publieke Gezondheid (paragraaf 3, artikel 6, lid 3). De voorzitter van de veiligheidsregio geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door het, in overeenstemming met het algemeen bestuur van de GGD, vaststellen van het nog op te stellen crisisbestrijdingsplan infectieziekten waarin de organisatie, taken en bevoegdheden worden beschreven. Psychosociale Hulpverlening (PSH)

Getroffenen het gevoel van zelfcontrole terug te laten krijgen na een schokkende gebeurtenis (al dan niet collectief en door middel van professionele begeleiding). Het deelproces wordt verdeeld in de volgende taken: • Bevorderen natuurlijk herstel; • Signaleren, doorverwijzen en zo nodig behandelen van getroffenen. De taken worden onder leiding van de GGD uitgevoerd door instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ), Algemeen Maatschappelijk Werk en Slachtofferhulp Nederland. In de herstelfase is ten aanzien van de signalering en doorverwijzing een belangrijke rol weggelegd voor de reguliere (huisartsen)zorg.


Het leveren van nader inzicht in de gezondheidskundige gevolgen van een crisis en het daardoor kunnen bijdragen aan het herstel van fysieke en psychologische gevolgen.


Het voorkomen of beperken van besmetting met virussen en bacteriën via lucht, voedsel en lichamelijk contact.

Medische Milieukunde

Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers door het contact met milieuverontreinigde en gevaarlijke stoffen te beperken. Speciaal voor acute situaties wordt door de GGD voorzien in een gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen.

Crisiscoördinatoren zorginstellingen

de desbetreffende zorginstellingen. De betrokken crisis-

De processen Geneeskundige zorg worden uitgevoerd door opera-

coördinatoren worden hierbij ondersteund door de sectie

tionele teams. Ze worden ter plaatse aangestuurd door de officier

Geneeskundige zorg en de crisisorganisatie van de

van dienst en daarbuiten door de crisiscoördinatoren van

zorginstelling zelf.


25

Informatiemanagement Het informatieproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Informatie (Hin) en omvat het verzamelen, vastleggen en doorgeven van (operationele) informatie ten behoeve van beeld-, oordeels- en besluitvorming. De verkregen informatie dient primair ter ondersteuning van het besluitvorming in het aansturingproces van de geneeskundige zorg en indien relevant ook ter ondersteuning van de andere kolommen. Informatiemanagement omvat daarnaast de volgende deelproces: Interne informatie

Het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken en verstrekken van informatie voor de stafsectie Geneeskundige Zorg. Het bijhouden van het monodisciplinair beeld in LCMS.

Resourcemanagement Het ondersteuningsproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Ondersteuning (Hon) en omvat het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit ter beschikking stellen van materiaal en facilitaire en personele voorzieningen ten behoeve van de geneeskundige zorg. Ook het regelen van aflossing valt onder dit proces.

Figuur 6. De organisatiestructuur van de stafsectie Geneeskundige zorg Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg

Hoofd Publieke Gezondheidszorg

Hoofd Acute Gezondheidszorg

Hoofd Informatie

Interne informatie

Hoofd Ondersteuning


Triage

Psychosociale Hulpverlening

Behandelen


Vervoeren


Medische milieukunde/ GAGS


26

2.4 Stafsectie Politiezorg Bij opschaling naar een (coördinerend) CoPI betreft dit primair de


tactische en operationele sturing in het effectgebied. In dat geval is de stafsectie Politiezorg, indien geactiveerd, faciliterend aan




Sectie Politiezorg


de officier van dienst Politiezorg binnen het (coördinerend) CoPI.


De werkzaamheden en vaardigheden van actoren binnen de






















stafsectie worden nader beschreven in de kwalificatiedossiers. Samenstelling stafsectie Politiezorg De samenstelling van de stafsectie Politiezorg wordt bepaald door de algemeen commandant Politiezorg en bestaat tenminste uit de functionarissen:

Inleiding

• Algemeen commandant Politiezorg;


• Hoofd Ordehandhaving;

organieke zin bepaalde taakorganisaties onderscheiden. De onder-

• Hoofd Opsporing;


• Hoofd Informatie (informatiemanagement);


• Hoofd Ondersteuning (resourcemanagement).


De stafsectie Politiezorg kan eventueel worden uitgebreid met de

• Met ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsin-

volgende functionarissen:

formatie: het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen

• Hoofd Mobiliteit;

en verstrekken van informatie op het terrein van de politiezorg

• Hoofd Bewaken en Beveiligen;

in de regio;

• Hoofd Interventie.

• Signaleren, adviseren en met ketenpartners bepalen van de aanpak: het maken van afspraken over ieders bijdrage in het

De sectie Politiezorg ondersteunt de algemeen commandant


en bestaat uit:


• Sectiemedewerker Politiezorg.

bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners; • Met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en

Relatie GRIP De stafsectie Politiezorg wordt bij opschaling daartoe op basis

ondersteunend werk: bepalen welke uitvoerende en ondersteu-

van GRIP 2, 3, of 4, binnen het ROT vertegenwoordigd door de

nende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein

algemeen commandant Politiezorg.

van de politiezorg in de regio en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. Ook de monitoring daarvan maakt hier deel van uit.

Taken


Ordehandhaving

kernactiviteiten:

Het hoofdproces Ordehandhaving wordt onderverdeeld in de


volgende deelprocessen:


• Crowdmanagement (scheppen van gewenste orde);

• Verdelen en monitoren van het uitvoerend werk:

• Crowdcontrol (handhaven van bestaande orde);

- Ordehandhaving;

• Riotcontrol (herstel van niet bestaande orde).

- Opsporing; • Verdelen en monitoren van ondersteunend werk: - Resourcemanagement; - Informatiemanagement.


27

Handhaven netwerken

Mobiliteit

Het hoofdproces Handhaven netwerken heeft als doel het bunde-

Het hoofdproces Mobiliteit heeft tot doel de mobiliteit over weg,

len van kennis en mensen rondom een bepaald (dreigend) incident,

water en spoor te bevorderen of in stand te houden. Het proces

bijvoorbeeld middels inzet van wijkagenten. Dit proces is onder-

wordt onderverdeeld in de volgende deelprocessen:

verdeeld in de volgende deelprocessen:

• Dynamische verkeersgeleiding;

• Handhaven maatschappelijke netwerken;

• Statische verkeersgeleiding;

• Handhaven overige netwerken en emergent groups.

• Technisch ongevalonderzoek.

Gezien de raakvlakken met het hoofdproces Ordehandhaving, is

Bewaken & Beveiligen

het Hoofd Ordehandhaving verantwoordelijk voor dit hoofdproces.

Het hoofdproces Bewaken en Beveiligen behelst het observeren, signaleren en afslaan van een (dreigende) aantasting van de

Opsporing

integriteit van personen, objecten en diensten. Dit hoofdproces is

Het hoofdproces Opsporing wordt onderverdeeld in de volgende

onderverdeeld in de volgende deelprocessen:

deelprocessen:

• Bewaken en beveiligen van personen;

• Tactische opsporing;

• Bewaken en beveiligen van objecten en diensten.

• Technische forensische opsporing; • Intelligence;

Interventie

• Recherchemaatregelen.

Het hoofdproces Interventie heeft als doel het voorkomen van een (dreigende) aantasting van de integriteit van subjecten (personen),

Opsporingsexpertise

objecten en/ of diensten, door handelend optreden, in een situatie

Het hoofdproces Opsporingsexpertise wordt onderverdeeld in

met meer dan normaal afbreukrisico. De hoofdproces kent de

de volgende deelprocessen:

volgende deelprocessen:

• Politioneel onderhandelen;

• Specialistische operaties;

• Specialistische observatie;

• Explosievenverkenning;

• Specialistische recherchetoepassingen;

• Aanhouding en Ondersteuning (Arrestatieteam (AT) en Dienst

• Specialistische forensische opsporing (Landelijk Team Forensische Opsporing);

Speciale Interventies (DSI)); • Relevante processen op het gebied van opsporingsexpertise (m.u.v. Specialistische forensische opsporing).

• Aanhouding en Ondersteuning. Gezien de raakvlakken met het hoofdproces Opsporing, is het

Bij activering van dit hoofdproces wordt de rol van hoofd

Hoofd Opsporing verantwoordelijk voor dit hoofdproces.

Interventie ingevuld door een leidinggevende van het AT of de DSI.

Informatiemanagement Het informatieproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Informatie (Hin) en omvat het verzamelen, vastleggen en doorgeven van (operationele) informatie ten behoeve van beeld-, oordeels- en besluitvorming. De verkregen informatie dient primair ter ondersteuning van het besluitvorming in het aansturingproces van de politiezorg en indien relevant ook ter ondersteuning van de andere kolommen. Informatiemanagement omvat daarnaast de volgende deelproces: Interne informatie

Het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken en verstrekken van informatie voor de stafsectie Politiezorg. Het bijhouden van het monodisciplinair totaalbeeld in LCMS.

Resourcemanagement Het ondersteuningsproces valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Ondersteuning (Hon) en omvat het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit ter beschikking stellen van materiaal en facilitaire en personele voorzieningen ten behoeve van de politiezorg. Ook het regelen van aflossing valt onder dit proces.


28

Figuur 7. De organisatiestructuur van de stafsectie Politiezorg

Algemeen Commandant Politiezorg

Hoofd Ordehandhaving

Hoofd Opsporing

Hoofd Mobiliteit

Bewaken en Beveiligen

Hoofd Interventie

Hoofd Informatie

Interne informatie Verkenners

Hoofd Ondersteuning


Crowd management

Tactische opsporing

Dynamische verkeersgeleiding

Bewaken en beveiligen van personen

Specialistische operaties

Crowdcontrol

Technische forensische opsporing

Statische verkeersgeleiding

Bewaken en beveiligen van objecten en diensten

Explosievenverkenning

Riotcontrol

Intelligence

Technisch ongevalonderzoek

Handhaven maatschappelijke netwerken

Recherchemaatregelen

Handhaven overige netwerken en emergent groups

Politioneel onderhandelen

Specialistische observatie en recherche toepassingen

Specialistische forensische opsporing (LFTO)

Aanhouding en ondersteuning

Aanhouding en ondersteuning (AT en DSI)


29

2.5 Stafsectie Informatiemanagement

• Calamiteitencoördinator; • Informatiecoördinator CoPI; • Informatiecoördinator GBT/ RBT;


• Algemeen commandant (AC) of Hoofd Informatie (Hin) Bevolkingszorg;




Sectie Politiezorg


• AC of Hin Brandweerzorg;


• AC of Hin Geneeskundige Zorg;






















• AC of Hin Politiezorg; • Communicatieadviseur ROT; • Hoofden Informatie van externe secties (GGD, Waterschap, etc.).

2.6 Stafsectie Resourcemanagement Inleiding Een goede informatievoorziening is cruciaal voor een effectieve


bestrijding van incidenten. Daarom is de informatieorganisatie in 2011 heringericht en is een digitaal platform voor informatieuitwisseling en communicatie (LCMS) in gebruik genomen . 8

Informatievoorzieningen



Sectie Politiezorg
























Het proces Inzetten van informatievoorzieningen zorgt voor de tijdige beschikbaarheid van informatie aan alle processen.


Samenstelling stafsectie Informatiemanagement De samenstelling van de stafsectie Informatiemanagement

Inleiding

bestaat tenminste uit de volgende functionarissen:

Multidisciplinaire aansturing van de ondersteuning met mensen

• Informatiemanager ROT (zie ROT);

en middelen vindt binnen Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

• Sectiemedewerkers Informatiemanagement;

nog niet plaats. Iedere discipline regelt zijn eigen ondersteuning

• Plotter (multidisciplinair).

en heeft daarvoor in de stafsectie een hoofd Ondersteuning (Hon) opgenomen.

Regie op totaalbeeld Een regiefunctie is nodig om te zorgen dat het beeld niet

Personele voorzieningen

alleen goed leesbaar en begrijpelijk is maar ook integer en waar

Het proces Inzetten van personele voorzieningen zorgt dat de

mogelijk gevalideerd. Gedurende de ontwikkeling van een incident

vakvolwassen c.q. competente medewerker op het juiste tijdstip

verschuift de regie:

inzetbaar en beschikbaar is, zodat alle processen voorzien zijn van

• Calamiteitencoördinator: in aanloop van een groot incident

medewerkers om het proces uit te voeren. Het gaat hierbij om:

(nog niet georganiseerd binnen VrZW); • Informatiecoördinator CoPI: GRIP 1; • Informatiemanager ROT: GRIP 2, 3 en 4.

• Personeelsbeheer: het in kwantitatieve en kwalitatieve zin op peil houden van ingezette personeel; • Personeelszorg: het zorgdragen voor de lichamelijke, geestelijke en sociale belangen van ingezet personeel.

Samenwerking informatierollen Om de leden van het ROT te kunnen laten beschikken over alle

Facilitaire voorzieningen

relevante, geactualiseerde en geverifieerde informatie, moet de

Het proces Inzetten van facilitaire voorzieningen zorgt voor de

Informatiemanager ROT kunnen terugvallen op een aantal

tijdige beschikbaarheid van huisvesting, service & middelen en

personen die hun werkzaamheden uitvoeren binnen de verschil-

ICT voor alle processen. Het gaat bijvoorbeeld om:

lende organisatieonderdelen. Het betreft de volgende rollen:

• Bevoorrading; • Onderhoud;

8) Zie ook de “Blauwdruk Informatieorganisatie “Met Open Vizier’ (2010)” voor de beschrijving van de netcentrische informatieorganisatie van VrZW.


30

• Geneeskundige verzorging (afvoer, behandeling en verzorging van gewond personeel); • Transport personeel; • Materiële dienstverlening (o.a. geld, energie, brandstof, waterwinning); • Infrastructurele ondersteuning. Resourcemanager CoPI Op CoPI-niveau kan multidisciplinaire coördinatie van ondersteuning noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld als tijdens de inzet meerdere tenten en containers neergezet worden, regelmatig voeding verzorgd wordt of schema’s voor aflossing van eenheden afgestemd moeten worden. Ook de levering van brandstof, tolken, toiletvoorzieningen en dergelijk kan multidisciplinair worden opgepakt. De inzet van een type “floormanager” kan dan nuttig zijn. Een dergelijke functie is in de regio niet standaard ingevuld. Resourcemanager ROT Bij grootschalige incidenten, waarbij veel logistieke aspecten een rol spelen, kunnen de monodisciplinaire hoofden ondersteuning onderling afstemmen of en welke taken verdeeld worden. Als over deze afspraken multidisciplinaire coördinatie gewenst is kan een resourcemanager toegevoegd worden aan het ROT. Een dergelijke functie is in de regio niet ingevuld. Aanvragen bijstand Het aanvragen van grootschalige bijstand via het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) moet ook multidisciplinair gecoördineerd worden tot één gezamenlijke aanvraag van alle disciplines in de regio. Dit zou de taak kunnen zijn voor de resourcemanager in het ROT.


31 3. Afspraken crisispartners Bij wet is vastgelegd dat in het regionaal crisisplan van de

Politiezorg

veiligheidsregio afspraken met crisispartners over rampenbestrij-

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en Politie Zaanstreek-

ding en crisisbeheersing worden opgenomen. In dit hoofdstuk

Waterland werken al vele jaren samen op het gebied van crisis-

zijn, tegen de achtergrond van de bestuurlijke netwerkkaarten

beheersing. Politie Zaanstreek-Waterland is een partner van VrZW,

crisisbeheersing , de bestaande afspraken tussen Veiligheidsregio

maar maakt geen onderdeel uit van de gemeenschappelijke

Zaanstreek-Waterland en crisispartners beschreven (zie voor een

regeling. De samenwerking moet nog worden vastgelegd in een

overzicht bijlage 3).

bestuurlijk convenant. Op directieniveau zijn samenwerkings-

9

afspraken wel vastgelegd. De regiopolitie is verantwoordelijk voor

3.1 Kolompartners Bevolkingszorg

de processen Politiezorg.

3.2 Ketenpartners

Op grond van de gemeenschappelijke regeling vormen de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend,

Rijksheren

Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang Veiligheidsregio

Rijksheren zijn bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)

Zaanstreek-Waterland. Deze negen gemeenten werken in onder-

aangewezen of aan te wijzen functionarissen, die in buitengewone

linge samenwerking aan (de voorbereiding van) rampenbestrijding

omstandigheden noodbevoegdheden namens de vakminister

en crisisbeheersing en hebben hier toe het convenant onderlinge

kunnen uitoefenen. Ze komen in beeld als een vitaal belang wordt

bijstandverlening afgesloten. De gemeenten zijn verantwoordelijk

bedreigd en de normale bevoegdheden ontoereikend zijn om

voor de bevolkingszorgprocessen.

die dreiging aan te pakken. Zij oefenen de gemandateerde bevoegdheden zoveel mogelijk uit na overleg met de voorzitter

Brandweerzorg

van de veiligheidsregio.

Brandweer Zaanstreek-Waterland is per 1 januari 2008 onderdeel van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. VrZW kent nog geen

Openbaar Ministerie

geregionaliseerde brandweer. Brandweer Zaanstreek-Waterland is

Het Openbaar Ministerie (OM) vormt samen met de Rechtspraak

samen met negen gemeentelijke brandweerkorpsen verantwoor-

de rechterlijke macht. Eén van de hoofdtaken van het OM is de

delijk voor de brandweerzorgprocessen.

opsporing van strafbare feiten. Als het gaat om een situatie waarin opsporingsbelangen in het geding zijn, heeft de officier van justitie

Geneeskundige zorg

het gezag over de politie en kan hij de politie de nodige aanwij-

De GHOR maakt deel uit van VrZW. Hiertoe is een convenant

zingen geven voor het optreden bij de strafrechtelijke handhaving

afgesloten tussen de regio en GHOR Amsterdam-Amstelland.

van de rechtsorde. Om deze reden heeft de Wet veiligheidsregio’s

De GHOR is verantwoordelijk voor het organiseren van genees-

de hoofdofficier van justitie aangemerkt als lid van het regionaal

kundige hulpverlening in de regio met het oog op zware ongeval-

beleidsteam. Daarnaast heeft VrZW er voor gekozen de officier

len, rampen en crisissituaties. De GHOR heeft daarvoor met de

van justitie standaard deel uit te laten maken van het gemeentelijk

volgende partners convenanten gesloten:

beleidsteam.

• Regionale Ambulancevoorziening Agglomeratie Amsterdam (RAVAA);

Water- en scheepvaartzorg

• Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD);

Waterbeheer en scheepvaartzorg is in Veiligheidsregio Zaanstreek-

• Ziekenhuizen in de regio (in voorbereiding);

Waterland de verantwoordelijkheid van meerdere overheden en

• Traumacentra (in voorbereiding);

organisaties. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,

• Regionale Huisartsenposten;

Rijkswaterstaat, provincie Noord-Holland, Korps Landelijke Politie

• Nederlandse Rode Kruis;

Diensten (KLPD), Kustwacht en Reddingsbrigades hebben een

• PSH-partners (GGZ-instellingen, Maatschappelijke Werk

taak in de stafsectie water- en scheepvaartzorg. De inrichting van

en Slachtofferhulp).

de crisisbeheersingsorganisatie van waterbeheer en scheepvaartzorg staat beschreven in incidentbestrijdingsplannen.

9) Uitgave van de provincie Noord-Holland “Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing” (2011). De bestuurlijke netwerkkaarten crisisbeheersing maken inzichtelijk wie in een crisis verantwoordelijk is op bestuurlijk niveau. Voor 22 verschillende crisistypen is het volledige bestuurlijke netwerk beschreven.


32

Defensie

blokkeren, het treinverkeer of vliegverkeer stilleggen of het

Defensie is een structurele veiligheidspartner. Eén van de hoofd-

telecomverkeer in een bepaalde regio staken. Vanuit het Nationaal

taken van Defensie is het ondersteunen van de civiele partijen bij

Crisis Centrum (NCC) zal de incidentbestrijding, waaronder o.a. het

de openbare orde handhaving en rampenbestrijding. In 2005 is het

LOCC en het Nationaal Voorlichtingscentrum worden aangestuurd

convenant civiel-militaire bestuursafspraken afgesloten tussen de

en gecoördineerd. Tevens voorziet het NCC het Veiligheidsbureau

ministeries van BZK, Justitie en Defensie. In een aanvullend pak-

van VrZW in de dagelijkse informatievoorziening en de situatie-

ket zijn bestuursafspraken gemaakt over de intensivering van de

rapporten bij calamiteiten.

civiel-militaire samenwerking, die zijn vastgelegd in de Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking 2007. Op basis van deze afspraken

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

maakt een Officier Veiligheidsregio deel uit van het veiligheidsbu-

Per 1 juli 2011 zijn de taken op het gebied van nationale veiligheid

reau in de regio.

van het voormalig Directoraat-generaal Veiligheid geïntegreerd met de taken van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. De

Provinciaal bestuurlijk netwerk

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)

De voorzitters van de veiligheidsregio’s in de provincie Noord-

is daarmee één van de vier beleidsclusters van het ministerie van

Holland hebben in 2009 met veiligheidspartners Rijkswaterstaat,

V en J. De aandacht van de NCTV is gericht op het beschermen

de waterschappen en de provincie het convenant breed bestuurlijk

van vitale belangen in onze samenleving, het voorkomen van

overleg ondertekend. Met dit convenant is vastgelegd dat afstem-

maatschappelijke ontwrichting, optimale terrorismebestrijding en

ming wordt gezocht bij elke (dreigende) ramp of crisis die de

slagvaardig optreden bij crises en rampen.

regiogrenzen overschrijdt met als doel te komen tot gezamenlijke beeldvorming, een eenduidige communicatieboodschap aan de bevolking, synchronisatie van maatregelen en de verdeling en

3.4 Overige beleidsterreinen

bundeling van (schaarse) middelen. Risicovolle objecten en scenario’s Vitale Infrastructuur

In het risicoprofiel staat beschreven welke risicovolle objecten

De veiligheidsregio heeft in het kader van risico- en crisisbeheer-

en scenario’s Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland kent.

sing op regionale schaal een regisserende rol ten aanzien van

De operationele maatregelen en afspraken tussen crisisorganisa-

de borging van de continuïteit van de vitale voorzieningen. Het

ties ten aanzien van deze risico’s zijn vastgelegd in de volgende

ministerie van BZK heeft echter aangegeven dat de bescherming

documenten:

van de vitale infrastructuur op regionaal niveau onvoldoende invul-

• Rampbestrijdingsplannen (o.a. LPG-tankstation Edam-Volendam);

ling krijgt en daarom is in 2009 een landelijk project gestart dat

• Incidentbestrijdingsplannen (o.a. IJsselmeergebied en Noordzee-

moet resulteren in een viertal landelijke modelconvenanten tussen de vitale sectoren drinkwater, elektriciteit, gas en ICT/ telecom en de vijfentwintig veiligheidsregio’s. VrZW volgt deze landelijke ontwikkelingen en zal deze modelconvenanten op regionale schaal

kanaal); • Scenariokaarten (o.a. multidisciplinaire scenariokaart luchtvaartongevallen); • Operationele handboeken.

toepassen indien zij gereed zijn. Evenementen

3.3 Nationale crises

In Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland worden risicovolle evenementen multidisciplinair voorbereid. Hierbij wordt aan gesloten bij de werkwijze in de crisisbeheersing. De werkwijze bij

Ministerie van Veiligheid en Justitie

evenementen is vastgelegd in het Kader Evenementenveiligheid in

In situaties waarin de nationale veiligheid in het geding is door-

Zaanstreek-Waterland (2008).

dat één of meer vitale belangen worden aangetast en waarin de reguliere structuren en/ of middelen niet toereikend zijn om de stabiliteit te handhaven, is de minister van Veiligheid en Justitie (V en J) als bevoegd gezag primair aan zet. De minister van V en J is de coördinerend minister voor terrorismebestrijding. Hij heeft doorzettingsmacht, ofwel de bevoegdheid om bij acute terreurdreigingen ook op terreinen van andere ministers maatregelen te nemen. Mogelijkheden zijn dan ontruimingen, wegen


33 Bijlage 1. Afkortingen en begrippen Gebruikte afkortingen AC

Algemeen commandant

AGS

Adviseur Gevaarlijke Stoffen

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur

AT

Arrestatieteam

Bvr

Besluit veiligheidsregio’s

BZK

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CaCo

Calamiteiten Coördinator

CBRN

Chemisch, Biologisch, Radioactief, Nucleair (explosief)

CoPI

Commando Plaats Incident

CRAS

Centrale Registratie Afhandeling Schade

CRIB

Centrale Registratie en Informatie Bureau

CvD

Commandant van dienst

DSI

Dienst Speciale Interventies

GAGS

Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen

GBT

Gemeentelijk Beleidsteam

GGD

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst

GGZ

Geestelijke Gezondheidszorg

GHOR

Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio

GMK

Gemeenschappelijke Meldkamer

GRIP

Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Hin

Hoofd Informatie

Hon

Hoofd Ondersteuning

KLPD

Korps Landelijke Politie Diensten

LCMS

Landelijk Crisis Management Systeem

LOCC

Landelijke Operationeel Coördinatie Centrum

MK-A, -B, -P

Meldkamer Ambulancezorg, Brandweer, Politie

MPL

Meetplanleider

NCC

Nationaal Crisiscentrum

NCTV

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

OM

Openbaar Ministerie

OMAC

Operationeel medewerker actiecentrum

OGS

Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen

OvD-B, -Bz, -G, -P

Officier van dienst-Brandweerzorg, -Bevolkingszorg, -Geneeskundige Zorg, -Politiezorg

PSH

Psycho-Sociale Hulpverlening

RAV(AA)

Regionale Ambulance Voorziening (Agglomeratie Amsterdam)

RBT

Regionaal Beleidsteam

RCC

Regionaal Coördinatie Centrum

(r)RCP

(referentiekader) Regionaal Crisisplan

ROL

Regionaal Operationeel Leider

ROT

Regionaal Operationeel Team

sGBO

Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden

SNV

Strategie Nationale Veiligheid

VrZW

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

V en J

Veiligheid en Justitie

WAS

Waarschuwing- en Alarmeringsstelsel

Wvr

Wet veiligheidsregio’s


34

Gebruikte begrippen (Wet veiligheidsregio’s, artikel 1) Crisis Een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is (of dreigt te worden) aangetast. Crisisbeheersing Het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang met maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen. Ramp Een zwaar ongeval of andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd. Een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Rampenbestrijding Het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp.


35 Bijlage 2. Bereikbaarheid- en beschikbaarheidregelingen Regionaal of Gemeentelijk beleidsteam Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Voorzitter veiligheidsregio

Gemeente

- (RBT)/ 60 minuten (GBT)

Regeling

Pager

RCC (4.01)

Burgemeester(s) betrokken gemeente(n)

Gemeente


Piket

Pager

RCC (4.01)/ Gemeentehuis

(Hoofd)Officier van Justitie

OM


Vrije instroom

Telefoon


Strategisch adviseur Bevolkingszorg

Gemeente


Piket

Pager


Strategisch adviseur Brandweerzorg10

Brandweer


Vrije instroom/ Piket

Pager


Strategisch adviseur Geneeskundige zorg

GHOR


Piket

Pager


Strategisch adviseur Politiezorg11

Politie


Piket

Telefoon


Strategisch communicatieadviseur

Gemeente


Vrije instroom

Telefoon


Procesadviseur

Gemeente


Piket

Pager


Informatiecoördinator12

Gemeente


N.v.t.

N.v.t.


Journaalschrijver

Gemeente


Vrije instroom

Telefoon


Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Regionaal operationeel leider13

Brandweer

45 minuten

Piket/ Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

Algemeen commandant Bevolkingszorg

Gemeente

45 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Algemeen commandant Brandweerzorg

Brandweer

45 minuten

Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

Algemeen commandant Geneeskundige zorg

GHOR

45 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Algemeen commandant Politiezorg

Politie

45 minuten

Piket

Telefoon

RCC (3.01)

Communicatieadviseur

Gemeente

45 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Informatiemanager

VrZW/ Politie

30 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Resourcemanager ROT

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Sectiemedewerker Bevolkingszorg

Gemeente

60 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Sectiemedewerker Brandweerzorg

Brandweer

60 minuten

Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

Sectiemedewerker Geneeskundige Zorg

GHOR

60 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Regionaal operationeel team

14

10) Deze rol wordt ingevuld door het commandant van dienst (CvD)-piket, dat tevens ingezet kan worden voor het vervullen van de rol van regionaal operationeel leider (ROL). Indien de CvD is ingezet als ROL, kunnen de overige functionarissen o.b.v. vrije instroom de rol van strategisch adviseur Brandweerzorg vervullen. Eén van de CvD’s is niet inzetbaar als ROL en in die CvD-piketweek is de situatie omgekeerd: de strategisch adviseur Brandweerzorg wordt vervult o.b.v. piket en de ROL o.b.v. vrije instroom. 11) Deze rol wordt ingevuld door een lid van het korps managementteam. 12) Ingevuld door strategisch adviseur en procesadviseur Bevolkingszorg. 13) Deze rol wordt ingevuld door het CvD-piket, dat tevens ingezet kan worden voor het vervullen van de rol van strategisch adviseur Brandweerzorg (o.b.v. vrije instroom). Eén van de CvD’s is niet inzetbaar als ROL en in die CvD-piketweek is de situatie omgekeerd: de strategisch adviseur Brandweerzorg wordt dan vervult o.b.v. piket en de ROL o.b.v. vrije instroom. 14) Deze rol wordt ingevuld door een unithoofd.


36

Regionaal operationeel team (vervolg) Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Sectiemedewerker Politiezorg

Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

RCC (3.01)

Sectiemedewerker Communicatie

Gemeente

60 minuten

Vrije instroom

Telefoon

RCC (3.01)

Sectiemedewerker Informatiemanagement

VrZW/ Politie

40 minuten

Vrije instroom/ piket

Pager

RCC (3.01)

Sectiemedewerker Resourcemanagement

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Plotter

Brandweer

40 minuten

Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

Journaalschrijver

VrZW

45 minuten

Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

ROT-ondersteuner

VrZW

45 minuten

Vrije instroom

Pager

RCC (3.01)

Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Leider CoPI

Brandweer

30 minuten

Piket

Pager

Incident

Officier van dienst Bevolkingszorg

Gemeente

30 minuten

Piket

Pager

Incident

Officier van dienst Brandweerzorg

Brandweer

30 minuten

Piket

Pager

Incident

Officier van dienst Geneeskundige zorg

GHOR

30 minuten

Piket

Pager

Incident

Officier van dienst Politiezorg

Politie

30 minuten

24/7

Telefoon/ portofoon

Incident

CoPI-voorlichter

Politie

30 minuten

Piket

Telefoon

Incident

Informatiecoördinator

VrZW/Politie

30 minuten

Piket

Pager

Incident

Plotter

Brandweer

30 minuten

Vrije instroom

Pager

Incident

Resourcemanager CoPI

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Calamiteitencoördinator

Brandweer/ Politie/ GHOR

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Niet ingevuld

Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Voorzitter stafsectie Bevolkingszorg

Gemeente

60 minuten

Piket

Pager

RCC (7.04)

Hoofd Publieke zorg

Gemeente

60 minuten

Vrije instroom

Telefoon

RCC (7.04)

Hoofd Communicatie

Gemeente

30 minuten

Piket

Pager

Gemeentehuis

Hoofd Informatie (Hin)

Gemeente

60 minuten

Vrije instroom

Telefoon

RCC (7.04)

Hoofd Ondersteuning (Hon)16

Gemeente

60 minuten

N.v.t.

N.v.t.

RCC (7.04)

Commando plaats incident

Meldkamer

Stafsectie Bevolkingszorg15

15) Het Besluit veiligheidsregio’s schrijft een opkomsttijd van 90 minuten voor, echter het Veiligheidsbestuur heeft op 12 mei 2010 ingestemd met een opkomsttijd van 60 minuten. 16) Deze rol wordt ingevuld door het hoofd Informatie Bevolkingszorg.


37

Stafsectie Brandweerzorg17 Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Hoofd Brand- en ongevalbestrijding

Brandweer

45 minuten


Pager

Incident/ RCC (3.01)


Brandweer

60 minuten


Pager

Incident/ MK-B

Hoofd Ondersteuning (Hon)

Brandweer

60 minuten


Pager

Incident/ MK-B

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

GHOR

45 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

GHOR

45 minuten

Piket

Pager

RCC (3.01)

Hoofd Informatie (Hin)19

GHOR

60 minuten

Piket

Pager

RCC/ Actiecentrum GHOR

Hoofd Ondersteuning (Hon)19

GHOR

60 minuten

Piket

Pager

RCC/ Actiecentrum GHOR

Team/ functionaris

Kolom

Opkomsttijd

Beschikbaarheid

Alarmeringswijze

Opkomstlocatie

Algemeen commandant sGBO

Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

Guishof, Zaandijk

Hoofd Ordehandhaving

Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

Guishof, Zaandijk

Hoofd Opsporing

Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

Guishof, Zaandijk


Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

Guishof, Zaandijk

Hoofd Ondersteuning (Hon)

Politie

60 minuten

Piket

Telefoon

Guishof, Zaandijk

Stafsectie Geneeskundige zorg Team/ functionaris Hoofd Acute Gezondheidszorg18 Hoofd Publieke Gezondheidszorg

18

Stafsectie Politiezorg

17) Deze rollen van hoofden kent de brandweer nu niet. De rollen worden deels in het veld en deels vanuit de sectie Brandweerzorg in het ROT en meldkamer brandweer ingevuld. 18) De GHOR beschouwt dit (vooralsnog) als een rol en niet als functie, die op termijn door de GGD/ RAV wordt ingevuld. Tot dan wordt de rol belegd bij de algemeen commandant Geneeskundige zorg. 19) De rollen van hoofd Informatie en hoofd Ondersteuning worden voorlopig ingevuld door de sectiemedewerker Geneeskundige zorg in het ROT, dan wel het Hoofd Actiecentrum GHOR als het Actiecentrum operationeel is.


38 Bijlage 3. Overzicht afspraken met crisispartners Multidisciplinair Datum/ status

Geldigheid

VrZW – Provincie Noord-Holland: Breed Bestuurlijk Overleg

27 november 2009

Onbepaalde tijd

VrZW – Nationaal Crisis Centrum : Samenwerkingsprotocol

1 januari 2010

Onbepaalde tijd

VrZW – Veiligheidsregio Noord-Holland Noord : Uitwijk GMK, ROT en RBT

In ontwikkeling

2 jaar

VrZW – Defensie (catalogus civiel-militaire samenwerking)

2007

Onbepaalde tijd

VrZW – SAMIJ

11 februari 2010

Onbepaalde tijd

VrZW – PWN

1 juni 2010 (landelijk), in ontwikkeling (regionaal)

Onbepaalde tijd

VrZW – Liander

In ontwikkeling

Onbepaalde tijd

VrZW – Rijkswaterstaat

In voorbereiding

VrZW – ICT

In voorbereiding

VrZW – ProRail/ NS

In voorbereiding

Bevolkingszorg Datum/ status

Geldigheid

Gemeenten Za-Wa – onderlinge bijstandverlening

2008

Onbepaalde tijd

Gemeenten Za-Wa – RTV Noord-Holland

28 september 2006

5 jaar

Gemeenten Za-Wa – Nederlands Rode Kruis: Opvang & verzorging

1 januari 2006

Onbepaalde tijd

Edam-Volendam Waterland, Zeevang en Beemster – Nederlands Rode Kruis: Verwanteninformatie

Edam-Volendam: 17 oktober 2007 Zeevang: 21 april 2009 Waterland: 5 januari 2010 Beemster: 15 februari 2010

1 jaar (stilzwijgende verlenging)

Edam-Volendam Waterland, Zeevang en Beemster – Verzekeraarshulpdienst

Edam-Volendam 2 augustus 2010 Waterland 6 mei 2010 Zeevang 23 maart 2010


Datum/ status

Geldigheid

14 januari 2008

Onbepaalde tijd

Brandweer Zaanstreek-Waterland – Brandweer Amsterdam-Amstelland: • Faciliteren bijstandsverlening bij cacaobranden • AGS

18 september 2008 2005

1 jaar (stilzwijgende verlenging) 1 jaar (stilzwijgende verlenging)

Brandweer – 5 veiligheidsregio’s in Noord-Holland: Interregionaal Meetplanleider

1 januari 2010


Brandweerzorg

Brandweer Zaanstreek-Waterland – Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten (BOT-mi)


39

Geneeskundige zorg Datum/ status

Geldigheid

GHOR Amsterdam-Amstelland – VrZW: Bestuurlijk convenant samenwerking GHOR Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland

1 januari 2011

Onbepaalde tijd

5 GHOR-regio’s in Noord-Holland en Flevoland: Onderlinge bijstandverlening en aflossing bij grootschalige incidenten

1 november 2008

Onbepaalde tijd

GHOR – Ziekenhuizen • Zaans Medisch Centrum – Zaanstad • Waterland Ziekenhuis – Purmerend

Concept gereed (in ondertekeningstraject)

GHOR – RAVAA: proces Acute gezondheidszorg

Concept gereed, verwachte ingangsdatum 1 januar 2012

GHOR – Huisartsenposten

Start ontwikkelen juli 2011

GHOR – Traumacentra Noord West Nederland

Start ontwikkelen september 2011

GHOR – Nederlands Rode Kruis: SIGMA

2010

Stilzwijgende verlenging

GHOR – GGD Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland: • PSH • Operationeel medewerker actiecentrum (OMAC)

1 februari 2008 1 juli 2008

Stilzwijgende verlenging Stilzwijgende verlenging

GHOR – GGD Zaanstreek-Waterland: Arts infectieziekten

1 februari 2008

Stilzwijgende verlening

GGD Amsterdam en GHOR-regio’s in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht: GAGS

1 januari 2010

Stilzwijgende verlening

Datum/ status

Geldigheid

Politie – Regionale Brandweer (nu: VrZW): Gebruikersovereenkomst GMK

9 november 2007

10 jaar

Politie (regionaal college) – Algemeen bestuur VrZW: Samenwerkingsconvenant

Moet nog ontwikkeld worden

Politiezorg

Colofon Dit is een uitgave van: Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Oktober 2011 Bezoekadres Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB Zaandam Postadres Postbus 150 1500 ED Zaandam Telefoon (075) 681 18 11 Fax (075) 617 41 41 E-mail [email protected] Internet www.vrzw.nl Vormgeving en productie NH Vormgevers, Zaandam

Veiligheidsregio

Recommend Documents