Zaaknummer BVJL09 Onderwerp Zienswijze jaarverantwoording en resultaatverdeling 2010 Veiligheidsregio BrabantNoord
Raadsvoorstel Inleiding Ter uitvoering van artikel 10.4 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord stelt het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio de deelnemende gemeenten in de gelegenheid over de jaarverantwoording 2010 en resultaatverdeling 2010 hun zienswijze kenbaar te maken. De gemeenten worden verzocht om uiterlijk 14 juni 2011 een reactie kenbaar te maken. De jaarverantwoording en de resultaatverdeling worden vastgesteld tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 29 juni 2011. Gelet op de uiterste reactiedatum hebben wij de voorgestelde zienswijze reeds, onder voorbehoud van instemming door uw raad, aan het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio ter kennis gebracht.
Feitelijke informatie De Veiligheidsregio Brabant-Noord bestaat uit de Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC). Exploitatiesaldo 2010 De jaarrekening 2010 sluit met een positief saldo van in totaal € 1.079.000. Het batig saldo van de BBN ad € 227.000 is voornamelijk ontstaan door een hogere BDURuitkering (brede doeluitkering Rampenbestrijding) voor convenantsgelden (€ 124.000), lagere kosten oefenen (€ 37.000) en onderhoudskosten verbindingen (€ 60.000) en een voordeel op de kosten van materieel (€ 55.000). Het voordelig resultaat van de GHOR ad € 292.000 kan worden toegeschreven aan met name een gunstiger afgesloten Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) (€ 88.000) en lagere kosten voor opleidingen (€ 92.000) en kapitaallasten (€ 35.000). Het positieve saldo van het GMC ad € 560.000 wordt veroorzaakt door lagere kosten van verbindingen en automatisering als gevolg van uitgestelde investeringen. Resultaatbestemming Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio stelt voor om bovengenoemd resultaat als volgt te bestemmen: Onderdeel Brandweer: a. € 103.000 toevoegen aan de algemene reserve van de brandweer; b. het incidentele voordeel op de van het rijk ontvangen convenantgelden storten in een nieuw te vormen een bestemmingsreserve Risico- en Crisiscommunicatie van € 124.000. Dit om maatregelen te kunnen nemen voor verbetering van de communicatie bij een calamiteit aan betrokkenen, omwonenden en de media. Onderdeel GHOR: a. vormen van een algemene bedrijfsreserve als buffer voor het opvangen van risico’s in algemene zin met € 183.000; b. het incidentele overschot ad € 109.000 restitueren aan de deelnemende gemeenten.
1
Zaaknummer BVJL09 Onderwerp Zienswijze jaarverantwoording en resultaatverdeling 2010 Veiligheidsregio BrabantNoord Onderdeel GMC: a. van het batig exploitatiesaldo GMC 2010 50% (€ 251.000) reserveren voor informatievoorziening ten behoeve van aansluiting op een aantal landelijke projecten, nl: 1. Netcentrisch werken 2. Vernieuwing geïntegreerd meldkamersysteem 3. Aansluiting op basisregistraties van gemeenten en 4. Doorontwikkeling en verbeteringen C2000 b. de overige 50% van het batig exploitatiesaldo GMC 2010 (€ 251.000) met het batig exploitatiesaldo van C2000 (€ 58.000) conform de verdeelsleutels aan gemeenten (€ 148.000) en politie (€ 161.000) terugbetalen. Door bovenstaande reserveringen te vormen kan nu aan (noodzakelijk) nieuw beleid worden voldaan. Het gaat niet om kosten die structureel op de begroting zullen drukken. In de toekomst zal dit echter, samen met eventueel ander nieuw beleid, dienen te worden afgewogen bij het Beleidskader.
Afweging Zienswijze Voorgestelde resultaatbestemming is conform eerder ingezet beleid en leidt niet tot inhoudelijke wijzigingen hiervan. Resultaatbestemming GMC Tegen de bestemming van het positieve resultaat van de het onderdeel GMC bestaat geen bezwaar. Resultaatbestemming GHOR Tegen het terugstorten van het positieve resultaat ad €109.000 aan de deelnemende gemeenten bestaat geen bezwaar. Het dagelijks bestuur stelt voor het overige gedeelte van het positieve resultaat van de GHOR (€ 183.000,-) toe te voegen aan de algemene reserve van de GHOR. De algemene reserve bevindt zich daarmee binnen de brandbreedte die door het bestuur is vastgesteld op 5% tot 7% van het exploitatietotaal (€130.000 tot 182.800). Wij adviseren u hier tegen bezwaar te maken. Op dit moment worden gemeenten namelijk geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen. Wij achten het onwenselijk om tegelijkertijd bij gemeenschappelijke regelingen tot het maximale bedrag een algemene reserve aan te houden. Bij voorkeur wordt daarom slechts een bedrag van € 130.000 aan de algemene reserve toegevoegd. De reservestand voldoet daarmee aan de bandbreedte die door het bestuur is vastgesteld. Het resterende bedrag van € 53.000 kan naar de deelnemende gemeenten terugvloeien.
2
Zaaknummer BVJL09 Onderwerp Zienswijze jaarverantwoording en resultaatverdeling 2010 Veiligheidsregio BrabantNoord Resultaatbestemming BBN Tegen het vormen van een bestemmingsreserve ad € 124.000 voor Risico- en Crisiscommunicatie bestaat geen bezwaar. Het dagelijks bestuur stelt voor een gedeelte van het positieve resultaat van de BBN ad € 103.000 te storten in de algemene reserve. De algemene reserve zal na storting € 745.964 bedragen. Wij adviseren u hier bezwaar tegen te maken. Zeker gezien de regionalisering van de brandweer achten wij het noodzakelijk om voldoende weerstandcapaciteit te hebben om financiële risico`s op te vangen. De algemene reserve van de BBN bevindt zich op dit moment echter al ruim binnen de brandbreedte die door het bestuur is vastgesteld op 5% tot 7% van het exploitatietotaal (€564.000 tot €790.000). Daarbij vinden wij het ook hier onwenselijk om bedragen te reserveren, terwijl gemeenten fors moeten bezuinigen. Bij voorkeur wordt het bedrag van € 103.000 daarom uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten.
Inzet van middelen De veiligheidsregio stelt voor om een bedrag van € 257.000 van het rekeningresultaat 2010 aan de gemeenten terug te betalen. Volgens de bestaande verdeelsleutels ontvangt de gemeente Heusden daardoor € 17.250 in 2011. Als wordt tegemoetgekomen aan de voorgestelde zienswijze wordt dit bedrag verhoogd tot € 27.720. Het terug te ontvangen bedrag wordt toegevoegd aan de post incidenteel onvoorzien 2011.
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering:
3
Zaaknummer BVJL09 Onderwerp Zienswijze jaarverantwoording en resultaatverdeling 2010 Veiligheidsregio BrabantNoord
BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 14 juni 2011; gezien het voorstel van het college van 24 mei 2011, BVJL09 gelet op Gemeentewet; besluit:
aan het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord de volgende zienswijze kenbaar te maken met betrekking tot de verdeling van het resultaat 2010; - tegen de bestemming van het positieve resultaat van de het onderdeel GMC bestaat geen bezwaar; - tegen de vorming van een bestemmingsreserve voor risico- en crisiscommunicatie brandweer Brabant-Noord bestaat geen bezwaar; - het overige deel van het positieve resultaat van de brandweer Brabant-Noord dient bij voorkeur terug te vloeien naar de deelnemende gemeenten en niet te worden aangewend voor het verhogen van de algemene reserve; - het positieve resultaat van de GHOR dient bij voorkeur voor een bedrag van € 53.000 terug te vloeien naar de deelnemende gemeenten en niet te worden aangewend voor het verhogen van de algemene reserve.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
4
AGP x
Bijlage 1
Jaarverantwoording 2010 Veiligheidsregio Brabant-Noord
De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer Brabant-Noord, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 21 gemeenten, de Regionale Ambulancevoorziening en de Politie Brabant-Noord met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen.
Colofon
Titel
:
Jaarverantwoording 2010
Subtitel
:
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Auteur(s)
:
Project
:
Opdrachtgever
:
Rapportstatus
:
Concept 30-04-2011
©2011, Brandweer Brabant-Noord. Auteursrecht voorbehouden. Bronvermelding verplicht.
2
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding ............................................................................................................................................4 Terugblik op ontwikkelingen in 2010 ................................................................................................5
1.1 1.2
Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio .................................................................................5 Brandweer Brabant-Noord ...........................................................................................................5
1.3 1.4
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen........................................................................6 Gemeenschappelijk Meldcentrum................................................................................................7
2. 2.1
Algemene uitgangspunten................................................................................................................8 Technische uitgangspunten Jaarrekening 2010 ..........................................................................8
2.2 2.3
Inwonerbijdrage 2010...................................................................................................................8 Compensabele BTW 2010 .............................................................................................. 8
3. 3.1
Programma’s ....................................................................................................................................9 Brandweer Brabant Noord ...........................................................................................................9
3.2 3.3
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen .......................................................31 Gemeenschappelijk Meldcentrum..............................................................................................39
4. 4.1
Paragrafen......................................................................................................................................48 Weerstandsvermogen ................................................................................................................48
4.2 4.3
Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................ 49 Financiering................................................................................................................................49
4.4 5.
Bedrijfsvoering ............................................................................................................ 52 Jaarrekening...................................................................................................................................53
5.1 5.2
Programmarekening...................................................................................................................54 Balans ........................................................................................................................................55
5.3
Toelichtingen Programmarekening en Balans ................................................................. 59
Bijlage 1: Accountantsverklaring ...............................................................................................................78 Bijlage 2: Single information single audit...................................................................................................79 Bijlage 3: BBN - Kengetallen .....................................................................................................................80 Bijlage 4: GHOR - inzetten ........................................................................................................................84 Bijlage 5: GMC - Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening ........................85 Bijlage 6: Lijst met afkortingen ..................................................................................................................87
3
Inleiding In dit verslag vindt de verantwoording plaats over de uitvoering van de Programmabegroting 2010 Veiligheidsregio Brabant-Noord. Hierin is per programma beleidsmatig, op het niveau van producten en diensten en met betrekking tot de inzet van financiële middelen, aangegeven in hoeverre de gestelde doelen zijn bereikt en voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd. Afwijkingen worden hierbij toegelicht. Daarnaast is zichtbaar gemaakt in welke mate de ontwikkelingen in het afgelopen jaar overeenkwamen met de uitgangspunten die door de organisatie vooraf zijn bepaald. De Jaarrekening 2010 vindt u in hoofdstuk 5. Hierin zijn een programmarekening en balans opgenomen met een uitgebreide toelichting. In deze toelichting wordt nader ingegaan op de omvang en samenstelling van de verschillende posten. Tevens is er een analyse gemaakt van de afwijkingen tussen de begroting en de rekening. Presentatie Begroting 2010 Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 17 november 2010 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2010 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd. De programmarekening, zoals gepresenteerd in hoofdstuk 5.1, geeft conform BBV inzicht in baten, lasten, algemene dekkingsmiddelen, dotaties en onttrekkingen aan reserves en het resultaat voor en na resultaatbestemming. Dit document bevat dus zowel de verantwoording over de uitgevoerde programma’s (Jaarverslag 2010) als de Jaarrekening 2010. Het verschaft daarmee inzicht in de mate waarin de Veiligheidsregio BrabantNoord erin slaagt binnen de door het bestuur gestelde kaders de opgedragen doelstellingen te verwezenlijken.
4
1.
Terugblik op ontwikkelingen in 2010
Vanuit het perspectief van de Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) en de gezamenlijke veiligheidspartners wordt in dit hoofdstuk op hoofdlijnen teruggekeken op ontwikkelingen in 2010.
1.1
Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio
Op 1 oktober 2010 zijn de Wet veiligheidsregio’s en de Besluiten Veiligheidsregio’s en Personeel Veiligheidsregio’s in werking getreden. De Brandweerwet 1985, de Wet Rampen en Zware Ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen en zware ongevallen zijn hiermee vervallen. De Wet veiligheidsregio’s draagt de zorg voor brandweer, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening op aan de colleges van burgemeester en wethouders. De voorbereiding en uitvoering van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de voorbereiding en organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en het voorzien in de meldkamerfunctie voor de brandweer, de ambulancehulpverlening en in samenwerking met het regionaal college voor de politie is opgedragen aan de veiligheidsregio. In het vierjaarlijks regionaal beleidsplan stelt het bestuur van de veiligheidsregio het beleid vast over de taken van de veiligheidsregio. Colleges van burgemeesters en wethouders zullen hierover worden geraadpleegd in 2011. Grondslag van het regionaal beleidsplan vormt het regionaal risicoprofiel dat eind 2010 ter consultatie aan de gemeenteraden is voorgelegd. De gemeentelijke rampenplannen zullen in 2011 worden vervangen door één regionaal crisisplan. De minister van Veiligheid en Justitie heeft het initiatief van de vorige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overgenomen om te komen tot één landelijke meldkamer voor politie, brandweer en ambulancehulpverlening op drie locaties. De veiligheidsregio’s in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland onderzoeken de mogelijkheid één van deze locaties te vormen. In het kader van de herziening van het politiebestel is het kabinet van plan om het aantal politieregio’s per 1 januari 2012 terug te brengen tot 10. De politieregio’s Brabant-Noord en Zuidoost-Brabant zijn van plan om op korte termijn verdergaande samenwerking aan te gaan welke afhankelijk van de wijziging van het politiebestel uiteindelijk tot de inmiddels door de minister van Veiligheid en Justitie bepleitte fusie zou kunnen leiden. Onduidelijk zijn de gevolgen van de voorgestelde schaalvergroting en nationalisering van de politie voor de samenwerking tussen veiligheidsregio’s en politie, de schaal en de bestuursvorm van de veiligheidsregio’s.
1.2
Brandweer Brabant-Noord
Regionalisering brandweer
Op 17 december 2009 hebben de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de gemeenten in Brabant-Noord de besluitvorming over de regionalisering van de brandweer afgerond. Op 1 januari 2011 zijn de gemeentelijke brandweerkorpsen en het regionaal bureau opgegaan in de geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord. Halverwege 2010 is door het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio een besluit genomen over de inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie. Door de uit leidinggevenden en medewerkers van de bestaande gemeentelijke brandweerkorpsen en regionale brandweer, enkele gemeentesecretarissen en anderen gevormde bouwteams van de projectorganisatie zijn daartoe voorstellen voor de fijnstructuur (detailontwerp) voorbereid. Hierin worden voor elk taakgebied en organisatieonderdeel de producten en diensten, processen, personeelsformatie, middelenbeslag en randvoorwaarden beschreven. In samenhang met het detailontwerp voor de nieuwe geregionaliseerde brandweer is ook een voorstel gedaan voor inrichting van de multidisciplinaire coördinatiestructuur en organisatie van de veiligheidsregio. Deze voorstellen zijn voor advies aan de Bijzondere Ondernemingsraad voorgelegd. De vrijwillige en beroepsmedewerkers van de brandweer kregen in klankbordgroepen gelegenheid hun opvattingen naar voren te brengen. Op 7 juli 2010 heeft het Algemeen Bestuur de eindrapportage fijnstructuur waarin deze voorstellen waren opgenomen vastgesteld. De arbeidsvoorwaardelijke aspecten zijn vastgesteld in de Bijzondere Commissie voor Georganiseerd Overleg. In juni 2010 is de commandant van de geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord benoemd. Op basis van het formatieplan en met in achtneming van het Sociaal Plan zijn de benoemingen voor de sleutelfuncties en de plaatsingen van de medewerkers in de tweede helft van 2010 ingevuld. 5
1.3
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen
Nieuwe wetgeving De vereisten voortkomend uit de Wet Veiligheidsregio’s (WVR) en de Wet Publieke Gezondheid (WPG) zijn in 2010 aanleiding geweest voor een heroriëntatie van het GHOR bureau. De nieuwe wetgeving geeft de GHOR een nog sterkere positie als linking-pin tussen zorgaanbieders, veiligheidpartners en openbaar bestuur. Vanuit deze regiefunctie heeft de GHOR de taak ervoor te zorgen dat de reguliere zorg zich voorbereidt op rampen en crises zodat er naadloos kan worden overgeschakeld van dag-dagelijkse zorg naar opgeschaalde zorg. De veranderende wetgeving heeft in 2010 geleid tot visievorming en het opnieuw bepalen van de richting van de organisatie. In 2011 zal de organisatie naar aanleiding van deze heroriëntatie worden heringericht zodat de GHOR Brabant-Noord functioneert als een efficiënte én effectieve netwerkorganisatie om uitvoering te geven aan haar taken. Naast de heroriëntatie van het GHOR bureau waren er in 2010 de volgende ontwikkelingen: Operationele inzet De GHOR Brabant-Noord is in 2010 actief geweest met de afronding- en evaluatie van de grootschalige casuïstiek in 2009: Mexicaanse griep, Q-koorts en de zedenzaak. Opvallend was de toename van het aantallen inzetten van PSHI (psychosociale hulpverlening) bij een aantal incidenten in 2010. Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) Door uitval en inwerken van vervangend personeel heeft het OTO-team de nodige vertraging opgelopen in zowel de doorontwikkeling van het productenaanbod van de GHOR, als in de uitvoering van een aantal OTO-activiteiten. Eind 2010 zijn er met het team een aantal structurele oplossingen gevonden welke begin 2011 zullen worden uitgewerkt. Samenwerking De GHOR Brabant-Noord heeft binnen het Veiligheidsbureau een actieve rol gespeeld in een aantal multidisciplinaire samenwerkingsprojecten en werkgroepen, te weten: het Regionaal Risicoprofiel, Multidisciplinair Opleiden-Trainen-Oefenen (MOTO), Hoogwater, Multidisciplinaire Evenementenadvisering en Informatiemanagement. De GHOR Brabant-Noord investeert daarnaast in de samenwerking met partners in de zorgketen. De basis voor dit overleg is in 2009 gelegd met een structuur om de Mexicaanse griep gezamenlijk aan te pakken. Deze structuur is in 2010 uitgebouwd en heeft geleid tot de facilitering van een Platform Zorgcontinuïteit waar zorgaanbieders bijeenkomen om zowel de eigen zorgcontinuïteit te organiseren als contacten te onderhouden met de GHOR Brabant-Noord. Deze contacten zijn noodzakelijk om als regisseur in de voorbereiding én ten tijden van een ramp of crisis de coördinatie te kunnen voeren met liaisons vanuit het gehele netwerk van zorgaanbieders. Deze liaisons kunnen indien nodig bij een operationele inzet zitting nemen in het Actiecentrum GHOR. Naast het uitbouwen van het netwerk in de Veiligheidsregio Brabant-Noord gaat de GHOR ook bovenregionale samenwerkingsverbanden aan. Zo is er nauwe samenwerking met de GHOR MiddenWest Brabant om knelpunten vanuit de discongruentie van de GGD-regio’s op te lossen. Ook met de andere omliggende GHOR-regio’s wordt de samenwerking gezocht in het kader van efficiency, continuïteit en eventuele bijstand. Brabantbreed is er met betrekking tot het Traumacentrum Brabant sprake van een verschuiving van verantwoordelijkheden op basis van de nieuwe wetgeving. Het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) krijgt hierbij steeds meer verantwoordelijkheden toebedeeld. Op landelijk niveau werkt de GHOR Brabant-Noord mee aan modelconvenanten die in 2011 zullen worden afgesloten tussen zorgaanbieders en de GHOR.
6
1.4
Gemeenschappelijk Meldcentrum
Het Gemeenschappelijk Meldcentrum heeft in 2010 actief bijgedragen aan de stroomlijning van de hulpverlening en de efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten. Op basis van de programmabegroting 2010 GMC zijn stappen gezet in de realisatie van onze opdracht. In deze jaarverantwoording wordt in vogelvlucht inzicht geboden in de vorderingen en resultaten. Het jaar 2010 kan voor het Gemeenschappelijk Meldcentrum worden gekenmerkt als een jaar dat in het teken heeft gestaan van de oplevering van een aantal infrastructurele en logistieke zaken: afronding van de verbouwing van de ROC-ruimte, vervanging van het ICT platform en de audiovisuele infrastructuur en implementatie van de fall-back voorziening C2000. Ook is een vervolg gegeven op de in 2009 gestarte verkenningen met betrekking tot schaalvergroting van het meldkamerdomein binnen de zuidelijke 6 veiligheidsregio’s. In afstemming met de landelijk projectleider schaalvergroting meldkamerdomein is een uitwerking gemaakt van de mogelijke scenario’s om te groeien naar de eindsituatie Tijdens een derde strategische conferentie op 14 juli 2010 zijn de resultaten besproken. Besloten is om het voorstel en de aanbevelingen verder uit te laten werken in een Business Case en deze Business Case ter besluitvorming voor te leggen aan de veiligheidsdirecties Zuid 6. Eind 2010 is opdracht gegeven aan Twynstra Gudde voor het uitwerken van deze Business Case. De resultaten hiervan zijn tijdens een strategische conferentie op 13 april 2011 gepresenteerd.
7
2.
Algemene uitgangspunten
In dit hoofdstuk worden de algemene uitgangspunten ten aanzien van de wijze van begroting en resultaatbepaling in 2010 geformuleerd.
2.1
Technische uitgangspunten Jaarrekening 2010
Voor 2010 is uitgegaan van de volgende technische uitgangspunten: • de rekenrente voor in 2010 geplande nieuwe investeringen is 4%. Het GMC hanteert geen rekenrente; • afschrijvingen: Investeringen beneden € 5.000,- worden niet geactiveerd. Investeringen boven € 5.000,- worden op grond van economische levensduur tegen historische aanschafwaarde lineair afgeschreven; • betaalde compensabele BTW wordt doorgeschoven naar gemeenten.
2.2
Inwonerbijdrage 2010
De gemeentelijke bijdrage voor 2010 is na indexering en de verhoging voor structureel nieuw beleid vastgesteld op € 10,201 per inwoner. Dit is opgebouwd uit € 5,943 voor de BBN, € 1,988 voor de GHOR en € 2,270 voor het GMC. Uitgaande van 633.723 inwoners (CBS 01-01-2009) bedraagt de totale inwonersbijdrage € 6.465.000. Dat betekent voor de BBN € 3.766.000, de GHOR € 1.260.000 en het GMC € 1.439.000.
2.3
Compensabele BTW 2010
De Veiligheidsregio heeft gekozen voor het ’transparantiemodel’ c.q. de doorschuifregeling, waarbij het samenwerkingsverband haar voorbelasting kan doorschuiven (het samenwerkingsverband wordt als het ware ‘transparant’ gemaakt). Daarvan uitgaande houdt het samenwerkingsverband, onderdeel brandweer, in de administratie de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting bij en wordt deze door de brandweer via een schriftelijke opgave ‘doorgeschoven’ naar de aangesloten gemeenten. Door de per 1oktober 2010 ingevoerde wet op de Veiligheidsregio’s zijn niet langer alle door de Veiligheidregio gemaakte kosten compensabel voor de gemeenten, alleen nog de brandweerkosten. Oorzaak hiervan is dat brandweer een gemeentelijke taak blijft en dat GHOR, meldkamer en crisisbeheersing (multidisciplinaire taken) taken worden van de Veiligheidsregio. De BTW in de overheadkosten is hiermee niet langer volledig, maar slecht partieel compensabel, naar rato van de brandweertaken in het geheel. Om de Veiligheidsregio’s en de gemeenten te compenseren voor dit verlies zal het ministerie van Veiligheid en Justitie een structurele extra bijdrage aan de BDUR toevoegen. De Veiligheidsregio zal deze bijdrage, naar verwachting om en nabij de € 550.000 doorbetalen aan de deelnemende gemeenten. Voor 2010 was het bedrag aan compensabele BTW voor BBN en GMC geraamd op € 0,71 per inwoner: Voor BBN € 0,61 en het GMC € 0,10 per inwoner. De werkelijke compensabele BTW voor BBN en GMC bedroeg in 2010 € 0,82 per inwoner: Voor BBN € 0,68 en het GMC € 0,14 per inwoner. Voor de GHOR vindt de compensatie plaats via de GGD Hart voor Brabant.
8
3.
Programma’s
Achtereenvolgens beschrijven BBN, GHOR en GMC in dit hoofdstuk Programma’s wat zij wilden bereiken in 2010 (doel) en hoe hieraan is gewerkt (activiteiten). Per doel zijn, waar van toepassing, ook de ontwikkelingen eromheen aangegeven.
3.1
Brandweer Brabant Noord
3.1.1 Risicobeheersing Risicobeheersing behelst het complete pakket aan maatregelen dat genomen moet worden om onnodige veiligheidsrisico’s voor de burger te voorkomen. Hierin zijn verschillende taken te onderkennen: proactie, preventie en preparatie. Ook het Veiligheidsbureau en de meldkamer hebben hierbij een belangrijke rol.
1. Proactie De proactieve taken zijn erop gericht om de fysieke veiligheid binnen de regio te optimaliseren door kennisoverdracht, advisering en toetsing van (gemeentelijke) plannen op het gebied van ruimtelijke ordening, milieuvergunningen en transportroutes. Hiervoor worden maatregelen geadviseerd die gericht zijn op het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Goed werkend netwerk voor kennisoverdracht naar gemeentelijke (of districts) brandweerkorpsen.
• Onderhouden van en participeren in landelijke en regionale netwerken. • Doorvertalen van kennisbelangen naar de multidisciplinaire aspecten van de veiligheidsregio. • Systematisch inspecteren van Brzo-plichtige bedrijven binnen de eigen maatlatregio (BBN en Midden- en West-Brabant) én op Zuid-Nederlandse schaal systematisch inspecteren van Brzo-plichtige bedrijven. • Uitvoeren van inspecties volgens het daartoe opgestelde kwaliteitsmanagementsysteem. • Leveren van een gekwalificeerde BRZOinspecteur bij elke inspectie. • Toetsen en inspecteren van de BRZO-inrichtingen, waarbij de bedrijfsbrandweerrapportage én de rampenbestrijdingscenario’s worden afgestemd met het lokale bevoegde gezag. • Maken van beleid bij landelijke regelgeving ten behoeve van regionale besluitvorming en indien nodig de implementatie hiervan.
• Aan alle landelijke en regionale netwerkactiviteiten wordt volgens planning geparticipeerd en teruggekoppeld • Proactie is in de regiegroep risicobeheersing belegd • Verloopt overeenkomstig de vastgestelde planning en gemaakte (kwaliteits) afspraken
Brzo-plichtige bedrijven (Besluit risico’s zware ongevallen 1999): • hebben de wettelijk verplichte veiligheidsmaatregelen in acht genomen. • zijn geïnspecteerd volgens de nieuwe inspectiemethodiek (NIM). • Brzo-inrichtingen hebben betrouwbare veiligheidsrapporten. • Uitvoering artikel 13 Aanwijzing bedrijfsbrandweren, Brandweerwet 1995 en Herziening Besluit aanwijzing bedrijfsbrandweren.
• Idem
• Idem • Gemeenten worden ondersteund en wederzijdse verwachtingen worden gemanaged met bedrijven met eigen brandweer • Waar nodig is hier invulling aan gegeven
9
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Gemeenten zijn bekend met het: • Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); • Besluit transport externe veiligheid (Btev); • Besluit buisleidingen.
Er wordt actief informatie verstrekt: • via het regionaal overleg netwerk proactie; • door gerichte informatievoorziening aan gemeenten; • via informatiebijeenkomsten.
De nationaal ontwikkelde handreiking “verantwoorde brandweeradvisering” wordt gevolgd
De gemeenten bieden al hun ROplannen, milieuvergunning- dan wel trajectaanvragen aan voor advisering door de regionaal commandant.
Tijdig adviseren van gemeenten op risicoaspecten als groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en de te nemen maatregelen bij risicovolle situaties, objecten of activiteiten.
De intern afgesproken adviestermijn van 4 weken wordt gehaald
• Proactief beoordelen van risicovolle situatie op basis van de Handreiking Regionaal Risicoprofiel. • Multidisciplinair afstemmen van het risicoprofiel met de partners binnen het veiligheidsbureau. • Analyseren van de effecten. • Adviseren van beheersmaatregelen. Uitvoering hiervan vindt in 2010 niet plaats. Deze is voorwaardelijk gekoppeld aan een meerjarige subsidie van de provincie. Vooralsnog heeft de provincie deze voor 2010 niet verleend. Bijdragen aan de ontwikkeling van een systeem voor structurele risicocommunicatie binnen de Veiligheidsregio Brabant-Noord, waarbij er afstemming is met de Provincie en de veiligheidsregio’s binnen Brabant.
Verloopt volgens planning waarbij ook aansluiting wordt gezocht bij het regionaal risicoprofiel
Gemeenten hebben binnen 6 weken na de aanvraag op basis van het Bevi, Btev, Besluit buisleidingen, de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer een adequaat advies. Het krijgen van inzicht in de aard en omvang van de risicovolle situaties in de regio.
Gemeenten weten zich ondersteund bij het opstellen van beleidsvisies Externe Veiligheid en geadviseerd ten aanzien van milieuvergunningen op het aspect veiligheid. Burgers van Brabant Noord zijn geïnformeerd over aanwezige risico's, zodat zij enerzijds tijdens een calamiteit beter te benaderen zijn door gemeenten en hulpdiensten en anderzijds zich zelf beter kunnen redden.
Van de provincie is ook in 2010 een beperkte subsidie ontvangen. Dat betekent dat de werkzaamheden i.v.m. de beschikbare tijd zeer beperkt zijn. Hierbij is samengewerkt met de VR West- en Midden-Brabant. Vanuit het team Bestuur en Beleid wordt hieraan uitvoering gegeven.
10
2. Preventie De preventieve taken zijn erop gericht om door middel van kennisoverdracht, toetsing en advisering gevaarlijke situaties, ongevallen en incidenten te voorkomen. Voor het repressieve optreden wordt beoogd de risico’s voor het personeel op een aanvaarbaar niveau te brengen.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Het voorkomen van slachtoffers bij brand en het beperken van milieu- en economische schade.
Stimuleren, ontwikkelen en implementeren van actueel preventiebeleid binnen de regio. Ontwikkelen van richtlijnen en leidraden, in nauwe samenwerking met de gemeentelijke preventieadviseurs en deze voor implementatie aanbieden aan de gemeenten. Regievoering bij gelijkwaardigheidsoplossingen bij bouwregelgevingsvraagstukken.
De activiteiten verlopen volgens verwachting; er worden geen bijzondere afwijkingen verwacht.
Op 1 januari 2010 is de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voorzien. De consequenties voor de werkzaamheden van Brandweer Brabant-Noord zijn nog niet te bekend en afhankelijk van bestuurlijke keuzes bij de invoering. Het versterken van de basisvaardigheden en de bestaande expertise van de gemeentelijke preventisten door scholing en kennisoverdracht. Het versterken van specialistische kennis binnen de regio en zorgen voor goede spreiding van expertise binnen de regio.
Adequate specialistische advisering voor complexe vraagstukken en het voorzien in verplichte adviezen
Initiëren van bijscholingen basisvaardigheden, themabijeenkomsten en seminars en voorlichting brandpreventie. Op basis van een in 2009 uitgevoerde inventarisatie naar specialisatie onder de preventieadviseurs: • Scholing ter versterking specialistische kennis; • Vormen van specialistische clusters binnen de regio, voor zover mogelijk en relevant; • Opzetten systeem van collegiale advisering. • Voorzien in specialistische advisering zoals bij complexe bouwwerken en complexe brandveiligheidsinstallaties. • Verzorgen van de verplichte advisering inzake ontwerp van aanrijdroutes, bereikbaarheid en bluswatervoorziening.
Toelichting op onderdelen: • Ten aanzien van grote veestallen is er in een regionale werkgroep een handleiding opgesteld. • Er is een aanvang gemaakt om te komen tot een beleidsrichtlijn ten aanzien van de doormelding van brandmeldingen vanuit zorgcluster woningen en zorg groepswoningen voor 24 uurs zorg. • Ten aanzien van de veiligheid tijdens (grote) evenementen heeft regionale werkgroep een regionale handleiding opgesteld. Deze handleiding wordt in januari 2011 door de regiegroep vastgesteld. In maart en juli hebben goed bezochte bijscholingsbijeenkomsten plaats gehad. Aan deze dagen hebben per keer 35 preventisten meegedaan. De uitvoering hiervan is vertraagd i.v.m. de regiovorming omdat het doelmatiger is te wachten totdat de bemensing van de nieuwe districtelijke teams risicobeheersing bekend is
De activiteiten verlopen volgens verwachting; er worden geen bijzondere afwijkingen verwacht. Toelichting op onderdelen: • Voor alle gemeenten meerdere malen geadviseerd ten aanzien van complexe bouwplannen zoals onder meer grote opslag gebouwen, verpleeg en zorg instellingen, bijeenkomstgebouwen en ziekenhuizen. 11
Doelen 2010
De wettelijke taken voortvloeiend uit het Vuurwerkbesluit zijn adequaat uitgevoerd.
Het in stand houden van het Openbaar brandMeldSysteem (OMS).
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Toetsen van: • aanvragen voor het opslaan van vuurwerk aan de regelgeving en het adviseren van de provincie en/of de betreffende gemeenten; • meldingen voor het afsteken van zowel professioneel als theatervuurwerk en hierover advies uitbrengen aan de provincie.
• zorgen voor een adequate registratie van klantgegevens en uitrukprocedures; • onderhouden van contacten met het bevoegde gezag (gemeenten) ten aanzien van de certificering van brandmeldinstallaties. • Voorbereiding op nieuwe aanbesteding per 31-12-2012
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang • Voor alle gemeenten meerdere malen geadviseerd ten aanzien van opslagen voor grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. De activiteiten verlopen volgens verwachting; er worden geen bijzondere afwijkingen verwacht. Toelichting: In 2010 zijn er aan de provincie 46 adviezen uitgebracht ten aanzien van het tot ontbranding brengen van vuurwerk waarbij een vergunning in het kader van het Vuurwerkbesluit noodzakelijk was. Er zijn in het afgelopen jaar ook 68 meldingen gezien met betrekking tot het ontbranden van vuurwerk waarvoor geen vergunning noodzakelijk was (<100 kg). In alle gevallen is er met de betreffende districten overleg geweest. Er zijn voor 8 opslagplaatsen >10.000kg adviezen gegeven (Wettelijke taak VR) uitgevoerd door de specialisten in de districten onder regionale regie. Er zijn 15 toetsen uitgevoerd in het kader van de 5 jaarlijkse cyclus (beoordeling P.V.E) • De in 2009 beschikbaar gekomen internet tool voor het aan – en afmelden van klanten en het bijwerken van de voor de repressieve dienst noodzakelijke gegevens (waarschuwingsadressen) is geïmplementeerd en werkt naar tevredenheid. • De sector Risicobeheersing blijft uiteraard wel de regie en controle uitoefenen om het OMS op de juiste wijze te laten functioneren.
12
3. Preparatie Preparatie is gericht op de voorbereiding op het grootschalig en bijzonder optreden van de brandweer en de coördinatie van de voorbereiding van het gezamenlijk bestuurlijk en multidisciplinair optreden bij crisissituaties en rampen door middel van planvorming en oefening/training.
Doelen 2010 Monodisciplinaire planvorming Een planmatig goed voorbereide en functionerende brandweerorganisatie ten behoeve van de bestrijding van branden en ongevallen: • monodisciplinaire plannen zijn actueel; • operationele procedures en protocollen zijn actueel en preparatieve voorzieningen zijn up to date.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen Beheren en actualiseren van: • de Regionale Operationele Procedures voor de brandweer; • het Regionaal Dekkingsplan Basisbrandweerzorg; • de Regeling Operationele Leiding brandweer; • het deelplan Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen;
• Coördinatieplannen: o natuurbrandbestrijding; uniforme afspraken maken met Staatsbosbeheer, natuurmonumenten, Brabants Landschap e.d.; o autosnelwegen; o spoorwegen;
• Oefenjaarplannen voor de Meldkamer Brandweer en monodisciplinaire oefeningen (specialismen, grootschalig
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang • De activiteiten met betrekking tot de ROP verlopen volgens planning. • Het regionaal dekkingsplan is levend document in die zin dat wijzigingen in specifieke situaties zoals het verplaatsen van een brandweerkazerne of het besluit tot een dagdienstbezetting, leidt tot aanpassingen. • De ROL functioneert naar behoren en is geactualiseerd. • Coördinatieplannen o Natuurbrandbestrijding: plan is 2010 geactualiseerd. Bosgebied Maashorst beschikt momenteel over uniform sleutelplan. Met ingang van 1 mei 2010 is Staatsbosbeheer uitgerust met pagers en worden zij opgeroepen bij natuurbranden. o Autosnelwegen: Per 1 september 2010 volledig operationeel. Tevens zijn de korpsen ingelicht met betrekking tot nieuwe richtlijnen incident management 2010. o Spoorwegen: met de 3 VR’s in Noord-Brabant is in overleg met de provincie en NS een format voor het coördinatieplan opgesteld dat bij de actualisatie in 2011 gebruikt zal worden. Daarnaast wordt er voor zowel spoorwegen als autosnelwegen uniform kaartmateriaal ontwikkeld, realisatie in 2010. Overleg met Prorail over het ter beschikking stellen van hun kaartmateriaal. • De oefenjaarplannen zijn gemaakt en worden uitgevoerd 13
Doelen 2010
Oefenen Zorgdragen voor een adequaat functionerende brandweerorganisatie bij de bestrijding van branden en ongevallen door middel van oefenen en trainen. Om dit te ondersteunen wordt vooral gestreefd naar: • adequate ondersteuning en advisering van brandweerkorpsen ten aanzien van de organisatie, uitvoering en registratie van oefeningen; • adequate uitvoering van het regionale monodisciplinaire oefenprogramma.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen optreden en operationele leiding); • participeren in interregionale en landelijke kennis- en werkgroepen om de plannen, procedures en protocollen aan te laten sluiten bij de actuele landelijke inzichten en ontwikkelingen. Regionale kennis actief inbrengen bij de ontwikkeling van landelijke producten. Adviseren en ondersteunen van: • het regionaal netwerk oefencoördinatoren ten behoeve van de kennisdeling en kennisontwikkeling bij gemeentelijke brandweerkorpsen en het vertalen van landelijke ontwikkelingen naar regionale (beleids)adviezen en producten; • de gemeentelijke brandweerkorpsen ten aanzien van het taakveld oefenen (implementatie Leidraad Oefenen, registratie, opstellen jaarplannen etc.). Conform het Meerjaren oefenbeleidsplan brandweer 2007-2010 organiseren van: • oefeningen voor specialistische brandweertaken (ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen, grootschalige technische hulpverlening en watertransport etc.); • oefeningen voor de operationele leiding brandweer (OvD, HOvD, CvD en AGS); • oefeningen voor de Meldkamer Brandweer; • operationele trainingen bevelvoerders in Zweden. • continue kwaliteitsverbetering van het oefenen onder andere door implementatie van nieuwe (landelijke) inzichten (bijvoorbeeld competentiegericht oefenen) en tools (oefen- en evaluatiesystemen).
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
• Kennis- en werkgroepen: o Preparatie Zuid6 overleg o Provinciaal overleg Spoorwegen o Communicator gebruikersoverleg
• De activiteiten verlopen volgens planning
• Idem
• De activiteiten verlopen volgens planning
• In 2009 was het meerjaren beleidplan afgelopen. Een pilot om met complete TS in Zweden te gaan oefenen is wegens ontbreken budget niet doorgevoerd.
14
Doelen 2010
Het borgen van de kwaliteit van de specialismen Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen en Waarschuwings- en Verkenningsdienst
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Het ontwikkelen van een meerjaren oefenbeleidsplan 2011 -2014 met input van de regionale regiegroep oefenen. Afstemming van het monodisciplinair oefenbeleid met het multidisciplinair oefenbeleid.
• Het ontwikkelen is uitgesteld (met instemming RMT) om de nieuwe organisatie binnen team vakbekwaamheid afstemming te gunnen in de nieuwe ontwikkelingen. Bovendien zal dan meer over de samenstelling van de nieuwe organisatie bekend zijn
Het vervolmaken en verfijnen van het personeels- en oefenregistratiesysteem AG5 met gegevens van oefenen en uitrukken.
• AG5 wordt voorbereid op een beter rapportage functie. Tevens eenduidige afstemming in vastleggen gegevens als voorbereiding op een database. Koppeling met Decos is gemaakt. AG5 is voorbereid voor de regionalisatie. Beheerplan AG5 2011 is geaccordeerd. • De activiteiten verlopen volgens planning.
• Doelmatig oefenen en trainen van de OGS/WVD organisatie • Nieuwe ontwikkelingen monitoren en zonodig implementeren
4. Veiligheidsbureau Het veiligheidsbureau heeft tot taak om het beleid ten aanzien van crisisbeheersing en rampenbestrijding op projectbasis integraal te ontwikkelen, voor te bereiden, uit te voeren (d.m.v. planvorming en oefenen) en te evalueren.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Een planmatig goed voorbereide en functionerende crisismanagementorganisatie ten behoeve van de bestrijding van crises en rampen.
• Opstellen, beheren en actualiseren van multidisciplinaire plannen. Door de invoering van de Wet Veiligheidsregio’s verandert de planstructuur ten aanzien van rampenbestrijding (gemeentelijke rampenplannen worden vervangen door een regionaal crisisplan).
• Het opstellen van het regionaal risicoprofiel is gereed. Het concept risicoprofiel is eind 2010 ter consultatie aangeboden aan de gemeenteraden. • Eind 2010 is een start gemaakt met het opstellen van een plan van aanpak voor het opstellen van het regionaal crisisplan. Het plan van aanpak zal naar verwachting in februari ter besluitvorming worden aangeboden. De vaststelling is voorzien in het vierde kwartaal 2011. • Project implementatie netcentrisch werken verloopt volgens planning.
• Afronden van de in 2009 begonnen implementatie van netcentrisch werken ten behoeve van de operationele
15
Doelen 2010
Het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting, het borgen van de continuïteit van de dienstverlening bij maatschappelijke ontwrichting. Op de bestrijding van specifieke crisissituaties met risico’s op grote maatschappelijke ontwrichting (uitval vitale voorzieningen, terreur etc.) goed voorbereide organisaties.
Adequaat functionerende crisismanagementorganisatie voor de bestrijding van crises en rampen door middel van opleiden, oefenen en trainen.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen informatievoorziening bij crises en rampen. Tevens optimalisatie en onderhoud hiervan. • Afronden van de in 2009 ingezette kwaliteitsverbetering organisatie gemeentelijke processen, conform de aanbevelingen van de Taskforce gemeentelijke processen. Opstellen, beheren en actualiseren van multidisciplinaire coördinatieplannen voor crises met risico’s op grote maatschappelijke ontwrichting (stroomuitval, hoogwater De Maas, terreur, dierziekten). Hierbij actief interregionaal en landelijk samenwerken om kennis en inzichten te delen. Hierdoor voldoet de planvorming aan de laatste inzichten en ontwikkelingen waardoor de multidisciplinaire voorbereiding kwalitatief verbetert. Verbetering van de coördinatie en kwaliteit van het oefenbeleid door de stroomlijning van het monodisciplinaire en multidisciplinaire oefenen. Daarbij zorgen wij voor integraliteit in de planvorming én een verbinding met de beleids- en beheerscyclus. Conform het Meerjaren multidisciplinair oefenbeleidsplan organiseren van trainingen/oefeningen voor: • burgemeesters, regionale en gemeentelijke beleidsteams, gemeentelijke managementteams en het Operationeel Team (OT); • Commando Plaats Incident (COPI); • Officieren van Dienst brandweer, politie en GHOR; • Vliegbasis Volkel, Schering Plough etc. in het kader van de rampbestrijdingsplannen; • rampbestrijdingsteams gemeentelijke processen (voorlichting, CRIB, directe zorg, termijnzorg en milieu). Daarnaast: • organiseren van
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
• Alarmeringsvoorstellen zijn in juli 2010 geïmplementeerd en operationeel.
Vastgestelde plannen: • Coördinatieplan spoorwegen (nieuw plan) • Coördinatieplan Hoogwater De Maas (geactualiseerd plan) • Multidisciplinair Protocol Verdachte Objecten (PVO)
Meerjaren multidisciplinair beleidsplan opleiden, trainen en oefenen is vastgesteld.
Uitgevoerde oefeningen: • 2 basisopleidingen rampenbestrijding voor nieuwe functionarissen • 5 (virtuele) oefeningen voor officieren van dienst • 2 tweedaagse trainingen voor CoPI-leden • 1 RBT-OT oefening met als thema hoogwater • 1 (virtuele) oefening in het kader van het rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel • 1 regionale bestuurlijke workshop in het kader van de binationale afspraken omtrent de Vliegbasis Volkel
16
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
basisopleidingen rampenbestrijding voor gemeentelijke functionarissen; • adviseren aan gemeenten ten aanzien van de planvorming en het oefenen; • continue kwaliteitsverbetering van het oefenen onder implementatie van nieuwe (landelijke) inzichten (bijvoorbeeld competentiegericht oefenen) en tools (oefen- en evaluatiesystemen).
Het voorkomen van onnodige veiligheidsrisico’s voor de burger.
Meerjarenvisie veiligheidsbureau
Bij de organisatie van het trainen/ oefenen is goed afgestemd met de monodisciplinaire oefenprogramma’s van de gemeenten en operationele diensten. Multidisciplinair adviseren ten aanzien van evenementen, (gemeentelijke) rampbestrijdingsplannen en relevante landelijke ontwikkelingen. Implementatie van de in 2009 genomen besluiten over de organisatie van het veiligheidsbureau.
Conform planning.
Ontwikkeling is geïntegreerd in de visievorming over het veiligheidsbureau “nieuwe stijl” dat onderdeel uitmaakt van het project regionalisering brandweer.
5. Meldkamer De Meldkamer Brandweer maakt op basis van een melding een inschatting van de noodzakelijke hulp, kwalificeert de melding, alarmeert de benodigde hulpdiensten, stuurt deze aan en coördineert de inzet. Indien noodzakelijk draagt de meldkamer zorg voor verdere opschaling en begeleiding.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Een doelmatige, effectieve ondersteuning van burgers en bedrijven bij hulpvragen en doelmatige en effectieve alarmering en ondersteuning van operationele brandweereenheden.
• Realisatie van 2.190 meldtafeldiensten op jaarbasis. • Alarmering van brandweereenheden en coördineren en ondersteunen van brandweerinzetten door opschaling, informatieverstrekking en het waarschuwen van de noodzakelijke instanties / sleutelfunctionarissen. • Coördineren van mobilofoonverkeer, de toepassing van de verbindingsschema’s en als netcontrolestation het
• Het aantal noodzakelijke meldtafeldiensten is in 2010 zonder noemenswaardige problemen gerealiseerd. • De in oktober 2010 geplande kwaliteitsslag van het regionale dekkingsplan is met een kleine vertraging in november ingevoerd in het GMS systeem. Een zorgvuldige voorbereiding heeft geresulteerd in een soepele implementatie zonder noemenswaardige overlast voor de korpsen.
Een op grootschalige incidenten voorbereide meldkamer door middel van het voorbereiden van inzetvoorstellen en het implementeren van rampbestrijdingsplannen en coördinatieplannen.
17
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
• •
•
•
•
•
•
•
Op de ondersteuning bij monoen multidisciplinaire incidenten goed voorbereide medewerkers meldkamer.
•
•
bewaken van het verbindingsproces. Bewaken van de paraatheid in de regio (restdekking bij grootschalige incidenten). Actueel houden van de informatie in de verschillende informatie- en communicatiesystemen, het optimaliseren en toetsen van de systemen en het ondersteunen van de klanten bij het werken ermee. Samenwerking met de andere partners voor het optimaal en effectief kunnen benutten van multidisciplinaire meldkamersystemen. Verstrekken van rapportages met betrekking tot operationele inzetten (uitrukprestaties, meldrapporten en maandoverzichten). Vertalen van rampbestrijdings- en coördinatieplannen naar inzetvoorstellen, werkinstructies en procedures en deze informatie verwerken in de verschillende informatieen communicatiesystemen. Afstemmen met andere op het GMC aanwezige operationele diensten bij reguliere meldingen en in de opgeschaalde situatie. Afstemming van procedures en planvorming waarbij een multidisciplinaire inzet noodzakelijk is. Aannemen van spoedeisende hulpvragen (112) en - buiten kantoortijden - van meldingen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale, Waterschap De Dommel en Waterschap Aa en Maas. structureel oefenen van kennis en vaardigheden van centralisten brandweer volgens het Mono- en Multidisciplinaire oefenjaarplan 2010. Oefenen van centralisten door het opstellen van oefenkaarten ten behoeve van zelfinstructie.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang • De maandrapportages zijn verder verbeterd met onder andere de prestaties in- en exclusief OMS meldingen. De rapportages zijn inmiddels ook online op het ROP raadpleegbaar. • De implementatie van het Verbeterplan Gemeentelijke Processen heeft een ombouw van de Communicator alarmering tot gevolg gehad. De ombouwwerkzaamheden zijn volgens plan verlopen. • De invoer van de rampbestrijdingsplannen Unipol en Gasunie is voorbereid binnen de meldkamer. De plannen waren op 1 januari 2011 echter nog niet vastgesteld. • De implementatie van het coördinatieplan autosnelwegen is volgens plan verlopen. • Alle overige activiteiten lopen volgens planning.
• Zowel het mono- als multidisciplinaire oefenjaarplan zijn conform de planning uitgevoerd. • Door de brandweer centralisten werden in 2010 acht oefencasussen gemaakt.
18
Lasten en baten Risicobeheersing Lasten Salarissen Pro-actie/preventie Preparatie en Veiligheidsbureau, Planvorming Preparatie en Veiligheidsbureau, Oefenen Preparatie en Veiligheidsbureau, Repressie Meldkamer Totaal lasten Baten Salarissen Pro-actie/preventie Preparatie en Veiligheidsbureau, Planvorming Preparatie en Veiligheidsbureau, Oefenen Preparatie en Veiligheidsbureau, Repressie Meldkamer Totaal baten
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2009
Begroting 2010 Begroting 2010 Werkelijk 2010 primair na wijziging 2.159 2.055 2.044 2.081 39 55 54 42 62
96
96
71
628 412 25
486 491 31
260 388 31
221 318 24
3.325
3.214
2.872
2.757
37 123
13 127
13 115
21 115 1
230 20 193
248
24
23
221
200
202
602
609
353
362
Het programma risicobeheersing levert ten opzichte van de begroting een voordelig resultaat (voor bestemming) op van € 124.000. De belangrijkste afwijkingen komen voor op de posten van preparatie en repressie. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.3.2 van de jaarrekening op bladzijde 60.
19
3.1.2 Operationele voorbereiding Operationele voorbereiding draagt zorg voor opleidingen en ondersteuning. Daarmee wordt het gehele opleidingsveld en de materiële voorziening voor de brandweer gewaarborgd. 1. Opleidingen Opleidingen verzorgt brandweeropleidingen (van manschap tot en met het niveau van brandmeester en alle daarbij behorende specialismen), bijscholingen, herhalingen, virtuele trainingen, brandweerwedstrijden en trajectbegeleiding van officiersopleidingen. Maximale kwaliteit, service en maatwerk zijn hierbij leidend. Opleidingen levert input in landelijke ontwikkelingen op relevante beleidsterreinen, vertaalt landelijk beleid naar regionale en lokale projecten in samenwerking met partners uit de veiligheidsketen.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Kwalitatief goed opgeleide brandweerfunctionarissen.
• Verzorgen van circa 40 verschillende opleidingsmodulen, voor circa 500 modulecursisten. • Verzorgen van virtuele (met informatie- en simulatietechnologie ondersteunde) bijscholingen voor bevelvoerders. • Aanbieden van bijscholing en herhalingscursussen. • Organiseren van alle brandweer theorie- en praktijkexamens. • Organiseren van de online theorie-examens • Ontwikkelen en onderhouden van een digitaal instructeurvolgsysteem. • Laten evalueren van instructeurs door cursisten. • Houden van voortgangsgesprekken met en observeren van de instructeurs.
• Is gerealiseerd
Verzorgen van theorie- en praktijk(her)examens.
Kwaliteit van de opleidingen is op het gewenste niveau, door goede instructeurs en goede lessen.
• Structureel aanbieden aan instructeurs van groepsgebonden en individuele bijscholing. • Digitaal verzamelen en toegankelijk maken van lesstof. • Instructeurs worden minimaal één keer per jaar persoonlijk begeleid en gecoacht.
Service en maatwerk voor cursist en opdrachtgever.
• Opleidingen worden op locatie gegeven. Met minimale reistijden voor cursist.
• Is gerealiseerd.
• Is waar nodig gerealiseerd • Is waar nodig gerealiseerd • Is waar nodig gerealiseerd • Is dit jaar niet gerealiseerd
• Is structureel in het bedrijfsproces opgenomen. • Elke geplande instructeur krijgt max. 1 maand na laatste les een voortgangsgesprek. Observaties worden door Team Opleidingen en externe coaches gedaan. • Alleen aangeboden indien noodzakelijk. • Is gerealiseerd • 75% van alle geplande instructeurs zijn bezocht en gecoacht. Door planningsperikelen is 100% niet gerealiseerd. Wordt in 2011 voortgezet. • Is gerealiseerd. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met reistijden van 20
Doelen 2010
Alle partners, betrokken bij het opleiden binnen de regio, zijn voorbereid op het competentiegericht opleiden voor manschappen en onderofficieren vanaf eind 2009.
Trajectbegeleiding officieren. Actuele kennis van en betrokkenheid bij landelijke ontwikkelingen.
Verzorgen van het wedstrijdseizoen.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen • Opleidingen worden buiten oefenavonden om gegeven. • (Her)examens worden in overleg met cursist en opdrachtgever ingepland. • Voorlichten van alle betrokkenen. • Trainen van alle betrokkenen. • Organiseren van voldoende leerwerkplekbegeleiders. • Aanpassen van interne processen bij team opleidingen. Faciliteren van het leerproces van de officieren in opleiding. • Deelnemen aan landelijke werk- en ontwikkelgroepen voor initiëren van en meedenken over nieuwe ontwikkelingen. • Invoeren van vernieuwingen binnen de regio door middel van informatieverstrekking en bijscholingen. Organiseren van voldoende wedstrijddagen voor alle deelnemende ploegen.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang cursisten. • Is gerealiseerd. • Is gerealiseerd. Er is een implementatieplan opgesteld waar deze acties in ondergebracht zijn. De activiteiten verlopen volgens planning. De pilot Manschap A is in september 2010 gestart.
Is gerealiseerd. Teamleider Opleidingen is vertegenwoordigd in LOBO en verschillende ontwikkelgroepen. Teamleden zijn betrokken bij verschillende werkgroepen (m.n. op Zuid-Nederlandniveau) om actief mee te denken. Per district zijn –zoals afgesproken- brandweerwedstrijden georganiseerd samen met Opleidingen. De wedstrijden zijn goed verlopen.
2. Ondersteuning Ondersteuning verzorgt de logistiek, beheert en onderhoudt het regiomateriaal en -materieel, het opleidingsmateriaal en de verbindingen in het veld. Ondersteuning adviseert en begeleidt de aankoop van materieel en uitrustingen en faciliteert bij Europese aanbestedingen. Tenslotte faciliteert ondersteuning de medewerkers van BBN en GHOR op het gebied van middeleninkoop, schoonmaak, klein onderhoud, etc.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Kwalitatief goed materieel dat adequaat en veilig operationeel in te zetten is.
• Verwerven, beheren, onderhouden, afstoten en vervangen van regionaal en landelijk materieel waaronder een 30–tal voertuigen, een 20-tal containers, 3 dompelpompunits, materieel en uitrusting voor 3 OGSteams en 8 WVD-teams.
In augustus zijn drie haakarmchassis afgeleverd die via een landelijke aanbesteding zijn ingekocht. De nieuwe haakarmchassis zijn geplaatst in Oss, Veghel en Vught. In december is er een Haakarmchassis vervangen door BZK die geplaatst is in Sint Antonis. De HOVD- voertuigen zijn geleverd in oktober.
• Het administratief beheer van het materieel in IMS (Internet Materieel Systeem), een geautomatiseerd
Met het oog op de regionalisering is het beheersysteem verder uitgezet in de districten. BZK heeft toegezegd dat de 21
Doelen 2010
Uniformiteit in materieel / materiaal en een efficiënt inkoopbeleid.
Het leveren van goed materiaal t.b.v. opleidingen en oefeningen.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
onderhoudsprogramma. • • • • Ondersteuning bij het uitzetten van materieel / materiaal bij thema- en Open dagen en wedstrijden. • Adviseren van het management van gemeentelijke brandweerkorpsen bij de aanschaf van materiaal en materieel. • Verzorgen en begeleiden van de Europese aanbesteding bij de gezamenlijke inkoop van materiaal en materieel. • Houden van toezicht op het correct verlopen van het proces van aanbesteding. • Evalueren van afgesloten mantelovereenkomsten / raamcontracten
eenmalige subsidie voor het realiseren van een up-date opgestart kan worden.
• Faciliteren van cursussen/praktijkexamens die worden georganiseerd door team Opleidingen. • Inspelen op nieuwe ontwikkelingen en ervoor zorgen dat het materiaal up to date is. • Onderhoud van specifiek opleidingsmateriaal in een 30tal rolcontainers en een Hulpverleningscontainer.
Verzorgen van een goed werkklimaat in kantoor “Orthenpoort”
Verbindingen
• Het faciliteren van ruim 300 vergaderingen in diverse ruimten. • Inkoop kantoorartikelen en communicatiemiddelen. • Plannen van de interne logistiek. • Organiseren van klein onderhoud en interieurverzorging. • Beheer en onderhoud van 170 mobilofoons incl. touchscreens.
Op een 5-tal open dagen en alle regionale wedstrijden is gebruik gemaakt van het materieel. Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar het gebruik van een drukluchtschuimsysteem (DLS). Van de nieuwe mantelovereenkomst voor de aanschaf van nieuwe tankautospuiten wordt veelvuldig gebruik gemaakt. Met de oefencoördinatoren van de div. districten is een overeenkomst tot stand gekomen voor het trainen van brandweerchauffeurs. Alle bestaande overeenkomsten (12 st.) zijn zo nodig aangepast / verlengd. De landelijke overeenkomst voor de aanschaf van het nieuwe brandweeruniform is regionaal uitgezet. Stagnatie in de uitleveringen heeft organisatorisch voor het team de nodige extra werkdruk opgeleverd. In overleg met het team opleidingen wordt vooral bij de praktijk- opleidingen / examens gefaciliteerd. Zowel met materieel als met menskracht. Gerealiseerd. Voor opleidingen is nieuw materiaal aangeschaft wat in de nieuwe opleidingen is opgenomen. Tijdens het “zomer reces” is aan het opleidingsmateriaal preventief onderhoud gepleegd en in gereedheid gebracht voor de keuringen. Gerealiseerd.
In alle mobilofoons is nieuwe soft-ware geïnstalleerd. De koppeling van de melding aan de 22
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
• Beheer en onderhoud van 650 portofoons en 1300 pagers. • Beheer en onderhoud van 170 navigatiesystemen. • Beheer van de telefooncentrale (het onderhoud ligt bij KPN).
navigatie is volbracht.
Lasten en baten Operationele Voorbereiding Lasten
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2009
Begroting 2010 Begroting 2010 Werkelijk 2010 primair na wijziging 703 673 682 680 847 850 666 664 612 526 523 511 537 505 457
Salarissen Opleiden Ondersteuning materieel Ondersteuning facilitair Ondersteuning verbindingen
707 1.057 589 530 620
Totaal lasten
3.504
3.112
3.213
3.112
Baten Salarissen Opleiden Ondersteuning materieel Ondersteuning facilitair Ondersteuning verbindingen
69 1.131 3 67 889
69 734
47 775
68 919
67 889
38 748 9 66 900
Totaal baten
2.158
1.790
1.778
1.761
Het programma operationele voorbereiding levert ten opzichte van de begroting per saldo een voordelig resultaat (voor bestemming) op van € 84.000. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.3.2 van de jaarrekening op bladzijde 60.
23
3.1.3 Bestuur- en Managementondersteuning Bestuurs- en managementondersteuning Bestuurs- en managementondersteuning ondersteunt en adviseert het bestuur en de Veiligheidsdirectie van de Veiligheidsregio Brabant-Noord en het management en de organisatie van BBN op het gebied van beleid, bedrijfsvoering, personeel en organisatie, informatie- en procesmanagement, kwaliteitszorg en communicatie en voorlichting.
1. Bestuurs- en beleidsadvisering Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Bestuur, management en projectleiders van Brandweer en Veiligheidsregio Brabant- Noord weten zich ondersteund door resultaatgerichte beleidsadvisering.
• Voorbereiding, afhandeling en voortgangsbewaking van bestuurs- management- en commandantenvergaderingen • Advisering bestuur en directie bij deelname aan strategisch landelijk overleg; • Juridische en beleidsmatige adviezen bestuur, management en gemeenten; • Intersectorale (beleids)ondersteuning; • Bijdrage leveren aan de (strategische) beleidsontwikkeling; Opstellen van het Beleidsplan Veiligheidsregio Brabant-Noord 2010-2013. Uitvoering is afhankelijk van het wetgevingstraject Wet Veiligheidsregio’s.
Implementatie Wet Veiligheidsregio’s per 1 juli 2009 of 1 januari 2010.
Samen één brandweer in 2011, Het Algemeen Bestuur heeft op 25 juni 2008 besloten zich sterk te maken voor de vorming van één gezamenlijk brandweerkorps voor heel Brabant-Noord.
Leveren van de gevraagde bijdrage aan de extern aangestelde projectleider, die de opdracht heeft een organisatieplan op te stellen. Afhankelijk van de besluitvorming in colleges eind 2009 wordt een implementatieplan opgesteld
Optimale samenwerking tussen Veiligheidsregio, Politie BrabantNoord, het Korps landelijke politiediensten (KLPD), de Koninklijke marechaussee (Kmar) en het ministerie van BZK bij branden, rampen en crises.
Inbrengen van de regionale aandachtspunten van BrabantNoord in de voorbereiding van een landelijk convenant ter uitvoering van de Wet Veiligheidsregio’s tussen de besturen van de Veiligheidsregio’s, de Regionale Colleges van de politie en de minister van BZK als korpsbeheerder Korps Landelijke Politiediensten en de minister van Defensie als korpsbeheerder Korps Koninklijke Marechaussee.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang De nadruk van de advisering heeft gelegen bij het project regionalisering Brandweer en ondersteuning van het bestuur op regionaal en landelijk niveau (vooral Dagelijks Bestuur) Veiligheidsberaad en hieronder ressorterende Bestuurscommissies Brandweer en Informatievoorziening.
De voorbereidingen op de doorvoering van de consequenties zijn gestart, waaronder de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling. De werkzaamheden voor het Beleidsplan Veiligheidsregio 2011 – 2014 zijn het vierde kwartaal van 2010 gestart. Activiteiten zijn conform planning gerealiseerd en binnen het project regionalisering verder vorm gegeven. Doorvoering nieuwe geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord is gepland op 1 januari 2011.
Het Veiligheidsberaad bereidt een model-convenant voor tussen de veiligheidsregio, de Politie Brabant-Noord en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
24
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Landelijk uniforme informatie- en communicatievoorziening bij de veiligheidsregio’s en de hierin samenwerkende veiligheidspartners.
Inbrengen van de wensen en verwachting van Brabant-Noord bij het opstellen van een landelijke gemeenschappelijke regeling tussen de besturen van de veiligheidsregio’s waaraan zij de behartiging van taken ten behoeve van de inrichting van een landelijk uniform informatieen communicatievoorziening overdragen. Dit is een onderdeel van de invoering van de Wet Veiligheidsregio’s.
In verband met de uitgestelde behandeling van het wetsvoorstel voor de veiligheidsregio’s in de Eerste Kamer, is de voorbereiding van bedoelde landelijke gemeenschappelijke regeling door het Veiligheidsberaad nog niet ter hand genomen. Ten aanzien van landelijk project netcentrisch werken heeft Brabant-Noord als pilotregio gefunctioneerd. Begin 2010 is het convenant voor deelname aan het landelijk project netcentrisch werken ondertekend.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
BBN is in staat om de haar opgedragen doelen te realiseren, waarbij de taakuitvoering kwalitatief voldoet aan de eisen en verwachtingen van haar belanghebbenden.
Voortzetten van de kwaliteitszorg bij de brandweer Brabant-Noord ter uitvoering van het Beleidsplan Kwaliteitszorg Brandweer Brabant-Noord 2006-2010 en de Wet op de veiligheidsregio’s waarin de wettelijke verplichting tot kwaliteitszorg is opgenomen. Hiervoor wordt aangesloten bij het landelijke project Cicero waardoor kwaliteitszorg wordt ingebed in de reguliere bedrijfsvoering en verbetering en vernieuwing van de brandweerprocessen. Opschorten van audits bij 21 gemeentelijke brandweerkorpsen en het regionaal bureau voor 2009 en 2010 als gevolg van het project regionalisering brandweer in Brabant-Noord. De inmiddels bij brandweermanagers opgebouwde kennis wordt onderhouden ten behoeve van de implementatie van het Beleidsplan kwaliteitszorg 20062010. Hiervoor worden de volgende activiteiten ontplooid: • opleiden en in stand houden van een pool van competente auditors; • organiseren van masterclass ter verbreding van het kwaliteitsgericht denken en handelen;
Om capaciteit vrij te maken voor het Project regionalisering brandweer in Brabant-Noord heeft het Dagelijks Bestuur besloten in 2009 en 2010 geen nader beleid te ontwikkelen of activiteiten te ontplooien op het terrein van kwaliteitszorg. Verdere vormgeving van de kwaliteitszorg is uitgewerkt in het project regionalisering brandweer.
Kwaliteitszorg
De uitvoering van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding is in overeenstemming met de eisen en verwachtingen van bestuur en samenleving.
In de eindrapportage fijnstructuur is voorzien in het bij district 2 (Boxtel, Sint-Michielsgestel, Schijndel en Sint-Oedenrode) plaatsen van het domein Kwaliteitszorg, Innovatie en Onderzoek. Vanuit dit domein zal kwaliteitszorg regiobreed bij de brandweer worden georganiseerd. Ter uitvoering van het medio 2008 met de minister van BZK gesloten convenant wordt in Brabant-Noord gewerkt aan het op orde krijgen en houden van de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. Op 25 juni 2010 heeft een voortgangsgesprek over het convenant veiligheidsregio plaatsgevonden tussen de Veiligheidsdirectie en een 25
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
• verbeteren van de kwaliteit van taakuitvoering en dienstverlening via de normale bedrijfsvoering; • evalueren, samen met politie, GHOR en gemeenten van multidisciplinaire inzetten; • adviseren van bestuur en management op het gebied van verbetering en vernieuwing van de dienstverlening en organisatie.
vertegenwoordiging van BZK.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen De volgende activiteiten worden voor de Veiligheidsregio (VR) en/of Brandweer Brabant-Noord (BBN) ontplooid: • advisering bestuur en management op het gebied van communicatiebeleid; • doorvoering en contentbeheer intranet, extranet, website; • organisatie van presentaties, evenementen en representatie; • redactie beleidsdocumenten, nieuwsbrieven, folders, populaire versie jaarverslag en dergelijke • beheer huisstijl; • ondersteuning risico- en crisiscommunicatie; • coördinatie multidisciplinaire voorlichterpool; • communicatie Veiligheidsregio.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang De reguliere communicatieactiviteiten zijn uitgevoerd. Nadruk heeft gelegen op de interne en externe (bestuurlijke) communicatie over het project regionalisering ‘Samen één brandweer in 2011’. Ingezette communicatiemiddelen: digitale nieuwsbrieven, website www.bbnsamen.nl en diverse personeelsbijeenkomsten.
Communicatie en voorlichting Doelen 2010 Corporate communicatie • gemeentebesturen, brandweermedewerkers, andere overheden en veiligheidspartners weten wie Brandweer Brabant-Noord is en wat zij doet; • de interne en externe communicatieprocessen in de organisatie verlopen in systematische samenhang. Interne communicatie Er is voorzien in structurele, digitale informatievoorziening. Externe communicatie Het externe relatiebeheer is systematisch georganiseerd. Communicatie Veiligheidsregio • de samenwerkingspartners hebben een eenduidig beeld van rol en taken van de Veiligheidsregio BrabantNoord; • de interne en externe communicatieprocessen verlopen in systematische samenhang.
Eind 2010 is één intranet voor nieuwe brandweerorganisatie gelanceerd. Risicocommunicatie De samenwerking met de Brabantse veiligheidsregio’s binnen het provinciale project Brabant Veiliger, die vorig jaar is gestart, is voortgezet. Binnen dit door de provincie gefinancierde project is het publieksonderzoek risicobeleving uitgevoerd. In november is gestart met voorbereiding van een publiekscampagne 2011 rondom de rampenzender. Crisiscommunicatie Voorstel voor doorontwikkeling van het rampbestrijdingsteam voorlichting is in november 2010 door het AB voor kennisgeving aangenomen. Gestart met implementatie van het voorstel. 26
Bedrijfsvoering Doelen 2010 Bestuur en management weten zich doelmatig en effectief ondersteund op het gebied van financieel beleid en beheer en de administratieve organisatie.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen Opstellen van: • beleidskader 2011; • programmabegroting 2011; • jaarverantwoording 2009; • bestuursrapportage 2010; • managementinformatie • financiële adviezen bestuur en management. Verzorgen van: • administratief beheer; • juridische kwaliteitszorg; • ondersteuning bestuur en management; • dienstverlening op het gebied van financiële administratie voor het district Land van Cuijk;
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Het beleidskader 2011, de jaarverantwoording 2009 en de bestuursrapportage 2010 zijn conform planning gerealiseerd. De programmabegroting 2011 heeft vertraging opgelopen ivm de regionalisering van de brandweer. Het gevolg is dat de Veiligheidsregio met ingang van 2011 door de provincie NoordBrabant onder preventief toezicht is gesteld. het AB is hierover op 7 april 2010 geïnformeerd.
Herinrichten van de product- en programmabegroting op basis van de landelijke voorstellen uit het Project Aristoteles. Door de producten SMART te formuleren kunnen deze gemakkelijker tussen veiligheidsregio’s vergeleken worden (benchmarking).
De uitrol van het project Aristoteles in Brabant-Noord was in de landelijke planning voorzien in het laatste kwartaal van 2010. Landelijk heeft het project vertraging opgelopen, waardoor de uitrol is doorgeschoven naar 2011.
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Klantgerichte ondersteuning van bestuur en management op het gebied van informatiebeleid en procesmanagement.
• Uitlijnen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. • Ontwerpen, beschrijven en beheren van werk-, ondersteunende en besturingsprocessen; • Opstellen nieuw Informatiebeleidsplan. • Adviseren bestuur en management op het gebied van informatiebeleid en procesmanagement. • Doorontwikkelen en technisch beheer intranet, extranet en website. • Doorontwikkelen en beheren gedigitaliseerd archief. • Ondersteunen en beheren kantoorinformatie- en
• De acties zoals vastgelegd in de programmabegroting 2010 worden conform planning uitgevoerd. De implementatie van Decos is afgesloten. Het fysieke archief voldoet aan de Archiefwet door inhuur van externe deskundigheid. • Doorontwikkeling van het huidige ICT systeem is niet opgepakt met het oog op de komende regionalisering. Wel is het intranet opnieuw opgepakt om dit breder weg te zetten. Hierdoor is de informatievoorziening naar alle medewerkers regiobreed m.b.t. de regionalisering gewaarborgd. • Het opstellen van een nieuw informatiebeleidsplan is 27
Informatie & Procesmanagement
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen communicatiesystemen. • Doorontwikkelen en beheren huidige systemen.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang opgeschoven naar 2011/2012 wanneer daadwerkelijk duidelijk is wat de richting is m.b.t. informatiemanagement.
Personeel & organisatie Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Eigentijds HRM-beleid gericht op ontwikkeling en begeleiding van medewerkers in een gezonde werkomgeving om een professionele en doelmatige dienstverlening te realiseren.
• Actualiseren RIE 2009 (Risico Inventarisatie en Evaluatie) en effectueren jaarplan arbobeleid. • Vaststellen van een actueel bestand aan functiebeschrijvingen en – waarderingen. • Voorbereiden invoering 2e loopbaanbeleid voor de nieuwe organisatie (CAOverplicht). • Voorbereiden personeelsbeheer voor de nieuwe regionale organisatie, waaronder verdergaande digitalisering.
• De RIE en het jaarplan zijn in concept grotendeels gereed; i.v.m. de regionalisering en de landelijke ontwikkeling t.a.v. de arbo-catalogus vindt de definitieve afronding in 2011 plaats. • Voor alle functies zijn vastgestelde functiebeschrijvingen en – waardering gereed. • Invoering van het 2e loopbaanbeleid zal in de nieuwe regionale organisatie ter hand worden genomen. • Er is een plan van aanpak opgesteld voor de realisatie van het personeelsbeheer voor de nieuwe organisatie. Voor de uitvoering zal de dienstverlening plaatsvinden door de afdeling personeelsbeheer van de gemeente ’s-Hertogenbosch. • De dienstverlening aan het Land van Cuijk heeft gedurende 2010 plaatsgevonden door p&o van het regiokantoor. Vanaf 1 januari 2011 zal dit geïncorporeerd worden in de nieuwe organisatie.
• Dienstverlening op het gebied van personeelbeleid en – beheer voor het district Land van Cuijk.
• Adviseren management op het gebied van personeelsbeleid en organisatieontwikkeling. • Uitvoeren werving en selectie
• Verstrekken van managementinformatie.
Op diverse onderwerpen heeft advisering plaatsgevonden.
• Vacatures werden conform vastgesteld beleid ingevuld. Tevens werden voor de nieuwe organisatie een aantal sleutelfuncties ingevuld. • In de managementrapportages is inzicht gegeven in o.a. verzuim, opleidingenbeleid en de beoordelingscyclus. 28
Lasten en baten Bestuurs- en managementondersteuning Lasten
bedragen x € 1.000
Werkelijk 2009
Begroting 2010 Begroting 2010 Werkelijk 2010 primair na wijziging 2.104 2.079 2.387 174 172 154 200 245 271 222 221 209 89 88 54 27 2 1 2.395 893 1 142
Salarissen Overige personeelskosten Overige bedrijfskosten I&A Communicatie Kwaliteitszorg Veiligheidsregio Rente en bankkosten Restitutie compensatie btw aan gemeenten
2.081 270 226 190 22 11 384 1
Totaal lasten
3.184
2.816
5.201
4.112
789 125
772 175
762 175
854 231
7 128 184
156
984 156
990 158
1.232
1.103
2.078
2.233
Baten Salarissen Overige bedrijfskosten I&A Communicatie Kwaliteitszorg Veiligheidsregio Rente en bankkosten Totaal baten
Het programma bestuur- en managementondersteuning levert ten opzichte van de begroting een voordelig resultaat (voor bestemming) op van € 1.244.000. De belangrijkste oorzaak hiervan is echter het verloop van de uitgaven van de convenantgelden van BZK voor de regionalisering van de brandweer. Deze post is opgenomen bij het onderdeel veiligheidsregio en de uitgaven hiervoor zijn € 1.502.000 lager dan geraamd. Omdat de lasten van de regionalisering van de brandweer ten laste van een bestemmingsreserve worden gebracht heeft deze lagere uitgave voor 2010 geen gevolgen voor het uiteindelijke resultaat. De post salarissen levert een nadeel op van € 217.000 mede door stortingen in de voorziening personeel om aan de verplichtingen in de komende jaren te kunnen voldoen. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.3.2 van de jaarrekening op bladzijde 60.
29
3.1.4 Recapitulatie Brandweer Brabant Noord Brandweer Brabant Noord
Bedragen x € 1.000
Werkelijk 2009 BBN Risicobeheersing Operationele voorbereiding Bestuur Middelen en Organsatie Totaal lasten
3.325 3.504 3.184 10.013
Begroot 2010 primair 3.214 3.112 2.816 9.142
Risicobeheersing Operationele voorbereiding Bestuur Middelen en Organsatie Totaal baten
602 2.158 1.232 3.992
609 1.790 1.103 3.502
353 1.778 2.078 4.209
362 1.761 2.233 4.356
6.021-
5.640-
7.077-
5.625-
1.789 3.751 5.540
1.745 3.799 5.544
2.831 3.751 6.582
3.095 3.766 6.861
Saldo BDUR Inwonerbijdrage Totaal Algemene dekkingsmiddelen
2.757 3.112 4.112 9.981
481-
Dotatie aan reserves
525
187
2.211
2.152
1.033
283
2.706
1.143
508
96
495
1.009-
Saldo dotaties/onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
27
0
495-
Werkelijk 2010
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
96-
Begroot 2010 na wijziging 2.872 3.213 5.201 11.286
0
1.236
227
Na dotaties en onttrekkingen aan reserves resteert een voordelig resultaat voor Brandweer Brabant-Noord ad € 227.000. Dit bedrag is inclusief een bijdrage vanuit de BDUR (zie BZK circulaire 06-12-2010) ad € 124.000 ten behoeve van de convenantgelden voor de uitvoering van het convenant tussen de Veiligheidsregio en het ministerie van Binnenlandse zaken.
30
3.2
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
Algemene doelstelling GHOR De GHOR draagt ten behoeve van de gezondheid van (potentiële) slachtoffers van rampen en zware ongevallen samen met de geneeskundige keten en in afstemming met de brandweer, politie en gemeenten zorg voor drie processen: de Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH), de Publieke Gezondheid (PG) en de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR). Daarnaast heeft de GHOR als taak afspraken te maken met de zorginstellingen in de regio over hun voorbereiding op- en inzet bij zware ongevallen, rampen en crisissituaties (Zorgcontinuïteit). Anders gezegd: Onder het motto ‘Veiligheid met zorg geregeld’, zorgt de GHOR ervoor dat iedereen binnen de geneeskundige sector erop voorbereid is om slachtoffers goed te helpen als zich een calamiteit voordoet.
Doelen 2010 Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH) Het adequaat inzetten van zorg als de hulpverlening de normale capaciteit overschrijdt. Het proces SMH bouwt voort op de hulpverlening vanuit de dagelijkse zorg.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen a. Samenwerken, afstemmen en toetsen van afspraken met partners uit de geneeskundige kolom: afspraken met (Meldkamer) Ambulancezorg, ziekenhuizen, mobiel medische team, Nederlandse Rode Kruis (NRK) zijn schriftelijk vastgelegd. Afspraken worden getoetst door Inspectie gezondheidszorg. b. Op peil houden van een geneeskundige combinatie. c. 360 Inzetten sleutelfunctionarissen1) (in hoofdzaak bij: grote verkeersongevallen, stand-by en inzet bij brand, ondersteuning en stand-by bij bijzonder politieoptreden). d. Inzetbaar zijn volgens GRIP. e. Relatiebeheer sleutelfunctionarissen (informatievoorziening, overleg, nieuwsbrieven). f. Coördinatie en communicatie met kolompartners, uitvoeren en aansturen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang a. Met de meldkamer wordt overleg gevoerd over de uitwerking C2000 en SMH. In het najaar is overleg gevoerd met NRK. Met de ziekenhuizen zijn de ZiROP oefeningen voor 2010 en 2011 vastgelegd. b. Het bestuur van GHOR Nederland heeft besloten dat de methodiek van de Geneeskundige combinatie (GNK-c) tot 2015 gehandhaafd blijft. Er komen in 2011 afspraken betreffende bijstand door een extra GNK-c en/of Haakarmbak uit andere veiligheidsregio’s. Momenteel is de GNK-c in Brabant-Noord volledig operationeel inzetbaar.
c. In 2010 zijn er 395 inzetten van sleutelfunctionarissen geweest (zie bijlage). Dit is een lichte toename ten opzichte van 2009 (377). d. De matrix opschaling GHOR heeft enkele wijzigingen gekregen, alarmering conform. e. Er zijn twee overleggen tussen GHORbureau en OvDG’en geweest. Daarnaast werken een aantal OvDG’en mee aan projecten t.b.v. de GHOR. f. Zie a en d. g. De functie OMaC is vanaf voorjaar 2010 op hard piket gezet zodat beschikbaarheid gegarandeerd is bij calamiteiten.
1
Sleutelfunctionarissen: De GHOR is voor haar functioneren in crisissituaties afhankelijk van sleutelfunctionarissen, op wie zij een beroep doet bij opschaling. Omdat het GHOR-bureau over te weinig menskracht beschikt en niet alle expertise in huis heeft om alle functies zelf in te vullen, schakelt het bureau medewerkers in van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV), de Meldkamer Ambulancevoorziening, de GGD Hart voor Brabant en van instellingen voor psychosociale hulpverlening. Sleutelfunctionarissen maken deel uit van de parate organisatie van de GHOR.
31
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
geneeskundige kolom. g. Een 24 uurs beschikbaarheid, op piketbasis, van 4 sleutelfunctionarissen in de regio. h. De sleutelfunctionarissen hebben in totaal 5 piketvoertuigen tot hun beschikking. i. Ontwikkelen en in stand houden van een continuïteitsplan met een overzicht van 72 partners in de zorg en dienstverlening. Hierbij wordt de continuïteit van zorg bij disbalans in beeld gebracht, planvorming daarop geborgd en beoefend.
h. Er zijn 5 piketvoertuigen aanwezig ten behoeve van de inzetbaarheid voor Officieren van Dienst – Geneeskundig (OvDG); 2 voor regio ’s-Hertogenbosch/Oss en 2 voor regio Uden/Veghel/Haps. 1 voertuig is beschikbaar voor de volledige regio en kent als primaire taak continuering van inzetbaarheid in beide regio’s.
j.
Preventieve Openbare Gezondheidszorg Zo min mogelijk schade aan de volksgezondheid bij milieucalamiteiten of uitbraak van infectieziekten.
Overzicht invoeren in een digitaal systeem GHOR4ALL. Dit maakt het mogelijk dat de GHOR bij een calamiteit direct inzicht heeft in noodzakelijke gegevens en vervolgens actie kan uitzetten.
a. 75 keer multidisciplinaire advisering (afstemming met kolompartners per adviesaanvraag). b. Opstellen van 15 GHORdraaiboeken voor grote evenementen. c. Digitale registratie binnen evenementenkalender. De evenementenkalender
i. Zorgcontinuïteit: • Intensieve samenwerking tussen de 3 GHOR bureaus op het onderwerp zorgcontinuïteit, 1x per maand overleg met andere regio’s gerealiseerd; • Brabant brede leidraad zorgcontinuïteit gerealiseerd, voor uniforme afspraken; • In 2010 is er verder gebouwd aan het opbouwen van het netwerk van zorgaanbieders. In plaats van met individuele zorgaanbieders afspraken te maken is ervoor gekozen om op koepel niveau te gaan werken. Dit is efficiënter én effectiever. Het netwerk op koepelniveau bestaat uit 42 partners in de zorg. • Brabant breed is er het format zorgcontinuïteitsplan gerealiseerd en verzonden onder alle 42 ketenpartners, voor uniforme planvorming; • Platform Zorgcontinuïteit is sinds de start in oktober 2010 2x bij elkaar geweest; • Alle 42 ketenpartners zijn 4x aangeschreven voor informatie en het aanleveren van een vast contactpersoon, zowel op directie- als management niveau; j. GHOR4ALL • Update van de vragenlijsten heeft plaatsgevonden en de accounts zijn aangemaakt. Vulling vindt plaats in 2011; • GHOR BN is voorzitter van de landelijke redactieraad en heeft zitting in de stuurgroep, totaal 2x redactieraad bijgewoond en 2x stuurgroep; • Prioritering in de vulling van GHOR4ALL is aangebracht. a. In 2010 zijn in totaal 159 evenementenadviezen uitgebracht aan in totaal 16 gemeenten (zie bijlage). Dit is een toename van 35% ten opzichte van 2009. Er is een trend te zien in de toename van het aantal evenementenadviezen en de multidisciplinaire afstemming tussen de veiligheidspartners bij risicovolle evenementen. 32
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen wordt gevuld door gemeenten (In een richtlijn voor de gemeenten is bepaald bij welke soort evenementen en bezoekersaantallen er een advies aangevraagd dient te worden).
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang b. GHOR heeft 2 draaiboeken volledig uitgewerkt (TROS muziekfeest ’sHertogenbosch en doorkomst 4-daagse Cuijk). Tevens hebben er 32 multidisciplinaire afstemmingsoverleggen plaatsgevonden met gemeenten, brandweer en politie. Hierbij zijn de calamiteitenplannen afgestemd en waar nodig aangepast. c. De Digitale Multidisciplinaire Activiteitenkalender (DigiMAK) wordt steeds beter gevuld door de gemeenten, er is daarentegen nog steeds ruimte voor verbetering. Dit is bekend bij het Veiligheidsbureau en wordt opgepakt door de projectgroep Regionaal Multidisciplinair Evenementenbeleid (RME). Bij dit project is tevens vertegenwoordiging van gemeenten (AOV’ers en vergunningverleners) aanwezig. Begin 2011 zullen de verdere technische verbeteringen voor de DigiMAK plaats vinden.
Onderhouden en toetsen van rampbestrijdingsplannen:
Onderhouden en toetsen van rampenbestrijdingsplannen:
a. afstemming met kolompartners; b. het updaten van de medische paragraaf in de plannen; c. onderhouden en toetsen van 5 draaiboeken Infectieziekten (SARS, grieppandemie, pokken, generiek draaiboek, dierziekten); d. afstemmen met kolom- en ketenpartners. Jaarlijks checken of alle gegevens (onder andere locaties, personen, bevolkingsgegevens en telefoonnummers) nog kloppen. e. Onderhouden van het actiecentrum. Volgens procedure nemen functionarissen hun plaats in binnen het actiecentrum. De Communicator biedt ondersteuning in het alarmeren:
d. Slachtofferberekeningen worden momenteel aangepast en zullen naar verwachting begin 2011 gereed zijn;
Deelnemen in Veiligheidsbureau:
e. Het project Harmonisatie gezondheidskundige paragraaf (i.s.m. bureau GMV en GHOR’en Midden- en West Brabant en Brabant Zuidoost) zal naar schatting begin 2011 gereed zijn; f. In verband met landelijke ontwikkelingen en vernieuwde wetgeving (Wet PG en Wet veiligheidsregio’s) zal actualisatie op een later tijdstip plaatsvinden; g. In verband met landelijke ontwikkelingen en vernieuwde wetgeving (Wet PG en Wet veiligheidsregio’s) zal actualisatie op een later tijdstip plaatsvinden; h. Het Actiecentrum GHOR is volledig operationeel.
Deelnemen in Veiligheidsbureau: 33
Doelen 2010
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen is beschikbaar.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
a. opstellen van jaarlijks werkplan gezamenlijk met teamleiders BBN en Politie; b. volgens werkplan Veiligheidsbureau projecten uitvoeren. Het werkplan is bestuurlijk vastgesteld; c. Inhuur van 280 advies uren medische milieukunde en contract voor parate diensten.
a. Jaarlijks werkplan is opgesteld.
• Uitvoeren afgesloten convenant met GGZ, Maatschappelijk Werk, SENSOOR telefonische hulpdienst en Slachtofferhulp (sleutelfuncties in dit proces zijn beschreven, toebedeeld en beoefend); • Periodiek overleg met de stuurgroep (participanten vanuit instellingen).
• 2 overleggen stuurgroep PSHOR (participanten vanuit instellingen);
b. GHOR levert bijdrage zoals vastgesteld in het werkplan. c.
3 lesdagen GAGS’en georganiseerd in 2010. 1 oefening GAGS (assistentie) bij CoPI oefeningen in okt. 2010 en 1 decontaminatie oefening in oktober 2010. 3 maal gevraagde casuïstiek (beleid gezondheidsonderzoek, bereikbaarheid GAGS, deelname nucleair defensiemateriaal). 10 maal GAGS operationeel ingezet. Vier projecten worden begin 2011 afgerond i.s.m. bureau GMV en GHOR’en Midden- en West Brabant en Brabant Zuidoost: - Protocol Decontaminatie; - Harmonisatie gezondheidskundige paragraaf; - Slachtofferberekeningen RBP’s; - Procedure overdracht GHOR naar bureau GMV.
• Dit jaar heeft in het teken gestaan of vorming van 1 PSHOR-expertteam voor de hele regio mogelijk is. Dit plan is in de stuurgroep voorjaar 2010 besproken en werd gedragen. In het najaar 2010 is samen met een afvaardiging van de stuurgroepleden gezocht hoe de invulling van zo’n team er in de praktijk uit zou kunnen komen te zien en welke consequenties dit zou hebben; voor zowel de GHOR als de ketenpartners. Onderzocht werd ook of PSHI in dit zelfde model georganiseerd zou kunnen worden. Voor het plan is vanwege financiële redenen en discongruentie m.b.t. de werkgebieden / uiteindelijk onvoldoende draagvlak gevonden; • De samenwerking met GHOR Brabant ZuidOost is verder geïntensiveerd. Er is gewerkt aan een gezamenlijk OTO-plan en OTOmodel voor leden kernteam, leiders opvangteam en leden opvangteam. In het najaar 2010 zijn de 1e pilottrainingen nieuw model gehouden worden voor de leden kernteam en leiders opvangteam. De basistraining lid opvangteam nieuw model bestond al, maar is verder aangepast; • Voor alle medewerkers van Bureau Slachtofferhulp is een minitraining PSHOR gehouden. Deze is goed ontvangen; 34
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang • Met Bureau Slachtofferhulp is afgesproken dat er een vaste pool van 45 vrijwilligers samengesteld wordt die allen PSHOR-proof opgeleid zijn, dan wel -worden; • 1 keer uitgave van de Nieuwsflits PSHI/PSHOR; • De missie/visie/ uitgangspunten en doelen voor PSHOR zijn geherformuleerd en aangepast aan de landelijke ontwikkelingen; • Er zijn voortganggesprekken gevoerd met de stuurgroepleden; • In het najaar 2010 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een operationele handleiding PSHOR i.s.m. GHOR-bureau Brabant Zuidoost; • In het najaar 2010 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een PSH folder voor getroffenen i.s.m. GHOR-bureau Brabant Zuidoost en GGD Midden West Brabant; • In het najaar 2010 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een opschalingsflash PSHOR voor professionals i.s.m. GHORbureau Brabant Zuidoost; • In het najaar 2010 is een start gemaakt met de voorbereidingen voor een symposium Brabant Breed i.s.m. GHOR en GGD Brabant Zuidoost en GHOR en GGD Midden West Brabant en de GGD hart voor Brabant.
Een inzet is digitaal te volgen.
a. Implementatie van Incident Master (GHOR Digitaal) bij de ketenpartners; b. Bieden van een helpdesk.
Adequaat opgeleide, getrainde en beoefende GHOR-
a. Opstellen en uitvoeren van competentiegericht opleidingsbeleid
a. GHOR DIGITAAL is in 2010 verder ontwikkeld: - functionaliteiten: simultaan loggen en lezen via beeld, oordeel en besluit-doctrine; - registraties van acties; - aansluiting bij netcentrisch werken (landelijk/multi); - OvDG zal in 2010, uitgerust met PC tablet, GHOR digitaal vanaf Plaats Incident hanteren. - voorbereiden crisiscoördinatoren ziekenhuizen en andere ketenpartners (GGD); - proces PSHOR en PSHI, SMH en POG worden gefaseerd ingevoerd in Incident Master; - opnemen in OTO-planning. b. Loopt volgens plan. a. Dit is nog niet geheel afgerond en zal doorlopen in 2011. 35
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
functionarissen zowel in mono- als in multidisciplinair verband.
(registratie in digitaal systeem en persoonlijke registratie in portfolio voor officieren van dienst); b. Opstellen van jaarplan. De 127 activiteiten (gepland 1.000 cursisten) worden deels door GHORmedewerkers en deels door externe docenten uitgevoerd. Beheren van computersysteem Crisis on line:
Innovatie en flexibiliteit zijn ingebouwd. Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen is uitgevoerd.
Herkenbare GHORfunctionarissen.
Het proces Geneeskundige Hulpverlening is gedigitaliseerd en alle betrokken functionarissen kunnen ermee werken.
Geneeskundige combinatie (GNK) volgens de vernieuwde richtlijn van BZK hanteren.
Invoeren van regionaal beleidsplan en regionaal crisisplan.
a. uitvoeren helpdeskfunctie; b. 4x per jaar uitbrengen van een nieuwsflits; c. Uitvoeren fall back procedure via de Meldkamer Ambulancezorg. d. Digitaal afgeven van 300 inbewaringstellingen. Deze dienst is op verzoek van het Algemeen Bestuur ondergebracht bij de GHOR. Functionarissen voorzien van juiste herkenbare kleding.
Implementeren in Incident Master van het proces Geneeskundige Hulpverlening en het hierin opleiden van betrokken functionarissen. In de toekomst is het waarschijnlijk mogelijk deze gegevens te koppelen met het ISIS-systeem (Integrated Staff Information System). Landelijke richtlijnen volgen; Afstemmen binnen GHOR Nederland.
Inbreng leveren aan de multidisciplinaire werkgroep vanuit het Veiligheidsbureau die de voorbereiding en invoering verzorgt.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
b. In 2010 hebben er 112 OTO activiteiten plaatsgevonden met 753 cursisten. Dit is minder dan gepland. Dit komt door tijdelijke uitval van medewerkers i.v.m. zwangerschap en ziekte. a. Vanaf 15-07-2010 is de bereikbaarheid van de helpdesk aangepast naar maandag tot en met vrijdag van 08:30 – 18:00 uur. Dit was voorheen de gehele week, inclusief weekend van 08:00-23:00 uur; b. In februari 2009 is uit de tevredenheidsmeting gebleken dat er geen behoefte bestaat aan een nieuwsflits; c. De fall back procedure wordt uitgevoerd via de Meldkamer Ambulancezorg. In 2010 waren er 8 fallbacks; d. In 2010 is er 189 keer een digitale IBS afgegeven. Dit is minder dan in 2009 (217). Alle operationele medewerkers zijn in 2010 voorzien van de nieuwe kleding. Deze uniformen zijn conform de richtlijnen en in een andere kleurstelling dan de uniformen van de RAV (verbetering gelet op herkenbaarheid van hulpverleners). Zie boven bij ‘GHOR DIGITAAL’
Er zijn diverse aanbevelingen gedaan vanuit de regio Brabant-Noord aan de vertegenwoordiging van Cluster Zuid (Brabant + Limburg) t.b.v. de inhoud van de GNK-c. Deze worden begin 2011 voorgelegd aan de landelijke werkgroep. De spreiding van de GNK-c is voorlopig goedgekeurd door het bestuur van GHOR Nederland. De GHOR levert hier een bijdrage aan met de expertise vanuit de witte kolom. In 2010 is het Regionaal Risicoprofiel ontwikkeld wat de basis zal zijn voor het Regionaal Beleidsplan. Om invulling te gaan geven aan het Regionaal Beleidsplan heeft de GHOR Brabant-Noord in 2010 een start gemaakt met de ontwikkeling 36
Doelen 2010
Een op rampen goed voorbereide witte keten.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
a. Extra opleidingsactiviteiten in samenwerking met het Traumacentrum en de Brabantse GHOR bureaus;
van een Meerjarenbeleidsplan GHOR waarin ook de vereisten uit de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s (WVR) en Wet Publieke Gezondheid (WPG) worden geïntegreerd. a. Brabant breed is het budget OTO stimuleringsgelden vanuit het Traumacentrum in 2010 voor 70% benut door de drie Brabantse veiligheidsregio’s. De opleidingsactiviteiten bestonden uit 10 x deelname kernteam, 3x Zirop platform, 15 x afstemming op het specifieke terrein van ZIROP, HAROP en GROP.
b. Relatiebeheer, met als belangrijkste punt de continuïteit van zorg, is een kerntaak. Jaarlijkse bestuurlijke rapportage over voorbereiding witte kolom in de regio.
Goed opgeleide sleutelfunctionarissen.
Beoefende sleutelfunctionarissen in multidisciplinair verband. Piketfunctionaris Informatie voorziening.
Sleutelfunctionarissen GHOR zijn opgeleid conform de competentieprofielen en de opleidingen van de GHORacademie. Dit op basis van de verplichting in de Wet Veiligheidsregio’s Aansluiten bij de oefenweken van de brandweer.
Leveren van een multidisciplinair inzetbare functionaris voor het piket.
b. Alle zorgaanbieders zijn persoonlijk bezocht en gesproken. 60% van de zorgaanbieders hebben deelgenomen aan het platform ketenzorg. De lijst van contactpersonen van de zorgaanbieders die noodzakelijk is in de warme fase in het Actiecentrum GHOR is gereed. Loopt volgens afspraak
Loopt volgens jaarplan MOTO
Volgens afspraak levert het GHOR bureau een piketfunctionaris operationele Informatievoorziening die multidisciplinair inzetbaar is. Op tactisch niveau wordt op dit moment het Netcentrisch Werken geïmplementeerd in de regio Brabant-Noord. Daarnaast is het GHOR bureau, gezien het toenemend belang van informatiemanagement in de rampen- en crisisbeheersing, de rol van een informatiekundige binnen het GHOR bureau uit aan het werken om de complexe informatiestromen in een breed netwerk van zorgaanbieders te gaan organiseren en te beheren.
37
Lasten en baten GHOR Lasten
bedragen x € 1.000
Begroting 2010 na wijziging 939 120 227 768 135 423
Werkelijk 2010
756 126 292 715 158 412
Begroting 2010 primair 858 120 227 600 157 423
2.459
2.385
2.612
2.404
Baten Overige baten / Projecten / Bopz Online
287
94
126
178
Totaal baten
287
94
126
178
Saldo programma's
-2.172
-2.291
-2.486
-2.226
Algemene dekkingsmiddelen BDUR Inwonersbijdrage
1.030 1.263
1.005 1.286
1.082 1.254
1.107 1.260
Totaal algemene dekkingsmiddelen
2.293
2.291
2.336
2.367
121
0
-150
141
Personeelskosten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Overhead incl. bestuursondersteuning Totaal lasten
Resultaat voor bestemming
Werkelijk 2009
853 85 196 697 147 426
Dotaties aan reserves
0
Onttrekkingen aan reserves Saldo dotaties en onttrekkingen Resultaat na bestemming
150
151
0
0
150
151
121
0
0
292
Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.3.2 van de jaarrekening op bladzijde 60.
38
3.3
Gemeenschappelijk Meldcentrum
Algemene doelstelling GMC Het GMC heeft tot doel het in stand houden van een gemeenschappelijk meldcentrum voor het stroomlijnen van de hulpverlening in het werkgebied door politie, brandweer en ambulancevoorziening. Het gemeenschappelijk meldcentrum draagt bij aan een efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten en van onderlinge communicatie- en informatiemogelijkheden en – voorzieningen. De taken van het GMC zijn als volgt te omschrijven: 1. Het beheer van het gemeenschappelijk meldcentrum dat de exploitatie omvat van het gebouw en de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. 2. Het aanbieden, in stand houden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatieen informatiemogelijkheden en –voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen. 3. Het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid van de onder 1 en 2 genoemde taakgebieden. 4. Het zorg dragen voor de inrichting van de controlfunctie van het GMC, de uitvoering van de controlling van de aan haar opgedragen taken en werkzaamheden en de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de programmabegroting van het GMC. Het GMC staat voor wat betreft het beheer onder leiding van de korpschef Politie Brabant-Noord. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De korpschef Politie Brabant-Noord behartigt namens de Veiligheidsdirectie de portefeuille GMC. In het managementteam van het GMC vindt de coördinatie van de meldkamers van de drie disciplines plaats. Het hoofd van de Meldkamer Politie is voorzitter van dit managementteam. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De inhoudelijke verantwoordelijkheid van de meldkamers - voor de organisatie, operationele aansturing en wijze van invulling van operationele prestaties - ligt in de lijn van de verschillende moederorganisaties. Met betrekking tot deze verantwoordelijkheid hebben de Veiligheidsregio, de politieregio en de Regionale Ambulance Voorziening een verplichting zich in te spannen voor een zo groot mogelijke integrale samenwerking van de meldkamers. Er werden in 2010 op het GMC door de meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancezorg en het meldcentrum van de politie 135.281 meldingen verwerkt. In 91% van de meldingen leidde dit tot een vervolgactie van één van de hulpverleningsdiensten. Het GMC is verantwoordelijk voor het systeem- en netwerkbeheer, telefonie, radioverkeer (C2000) en het functioneel applicatiebeheer. In dit kader programmeert, repareert en beheert het GMC bijvoorbeeld 3620 mobilofoons, portofoons en pagers (alarmontvangers).
39
Doelen 2010 Klant- en resultaatgericht beheer van het GMC ter ondersteuning van het doelmatig en effectief functioneren van politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant-Noord.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting
• Exploiteren van gebouw en technische infrastructuur. • Genereren van managementinformati e ten behoeve van een adequate taakuitoefening. • Ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid met betrekking tot de exploitatie van gebouw, technische infrastructuur en managementinformati e. • Inrichten en uitvoeren van de controlefunctie van het GMC gericht op de doelmatige en rechtmatige uitvoering van de aan het GMC opgedragen taken.
Het GMC maakt gebruik van een eigen technische infrastructuur. Binnen het rekencentrum wordt de technische infrastructuur voor het GMC geëxploiteerd. Ondersteuning wordt gegeven aan het LANbeheer, het telecommunicatiebeheer binnen het GMC en het volledige C2000 beheer voor de partners RAV, Brandweer Brabant Noord en Politie Brabant Noord. Deze ondersteuning wordt zowel bij het dagelijks gebruik van vaste en mobiele telefonieapparatuur als bij operationele acties verzorgd. Bij calamiteiten, grip en andere opschalingsituaties wordt 24uurs ondersteuning op de GMC-locatie verzorgd. • •
•
•
• •
•
• •
De mobilofoons in de voertuigen van de huisartsenposten zijn opnieuw geprogrammeerd. In verband met de start van de 24-uurs infodesk politie op de meldkamer en de herschikking van de politiedistricten in de regio is een begin gemaakt met de herprogrammering van 1200 politie portofoons en mobilofoons. De upgrade is eind september 2010 afgerond. De programmatuur van de portofoons en mobilofoons van de brandweer (820) is aangepast. De apparatuur is voorzien van een nieuwe menustructuur. De locatiegegevens van de plaats incident worden vanuit de meldkamer via P2000 naar de brandweervoertuigen gestuurd en daar automatisch in het GPS systeem ingelezen. De RAV is gestart met het gebruik van P2000. Hiervoor zijn 48 pagers geprogrammeerd. Er is een begin gemaakt met de vervanging van de portofoons van de RAV. De RAV heeft de bestaande Sepura portofoons vervangen door Motorolla apparatuur en darmee gekozen voor dezelfde lijn als politie en brandweer. In juni is het extra opstelpunt in gebruik genomen. De ontvangst van vooral het portofoonverkeer in Grave e.o. is hiermee aanmerkelijk verbeterd. Het aantal werkstations in de ROC ruimte is uitgebreid. De werkstations zijn opnieuw gedefinieerd en ingericht. De audiovisuele voorzieningen zijn vervangen. Er is rekening gehouden met de introductie van netcentrisch werken en met de doorgifte en ontvangst van camerabeelden uit het publieke domein in Brabant-Noord vanuit de Regionale Toezichtruimte (RTR) in Eindhoven. 40
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting • •
•
•
Adequate communicatie- en informatievoorzieninge n voor politie, brandweer en ambulancehulpverleni ng in Brabant-Noord.
Aanbieden, in stand houden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en -voorzieningen voor de doelmatige en effectieve inzet en aansturing van de hulpverleningsdiensten.
•
•
•
De NAWP-server, die de adresgegevens automatisch bij de 112-meldingen koppelt is vervangen. Door de herindeling van de politiedistricten was een aanpassing van het roepnummerplan noodzakelijk. De wijzigingen zijn in GMS doorgevoerd. De toepassing van de servicemanagement applicatie (Topdesk) wordt uitgebreid. De toepassing wordt aangepast, zodat naast ICT-meldingen ook alle facilitaire meldingen kunnen worden vastgelegd en gevolgd. De verwachting is dat deze uitbreiding in de eerste periode van 2011 is afgerond. Managementinformatie: Het bedrijfsbureau verzorgt managementinformatie voor verschillende diensten. Het accent wordt gelegd op informatiemanagement voorziening. Met het oog hierop wordt een datawarehouse ingericht. Gegevens uit verschillende informatie-bronnen, zoals GMS, telefonie en C2000 worden in dit datawarehouse op een gestructureerde manier opgeslagen. Dit betekent, dat informatie beter benaderbaar is en eenduidiger kan worden ontsloten. Hiermee kan gericht worden ingespeeld op vraagstellingen en kunnen trendmatige ontwikkelingen eerder worden onderkend. Naar verwachting wordt de datawarehouse in de eerste periode in 2011 voltooid. Nadat in 2009 het GMS-cluster is vervangen is in 2010 gestart met de vervanging van de rest van het ICTplatform. Omdat het aantal toepassingen, dat via het internet wordt aangeboden toeneemt, wordt ook een snelle internetverbinding van groot belang. Bij de vervanging wordt hierin voorzien. Ook is afgestemd op de implementatie van netcentrisch werken, volgens de voorwaarden zover deze in april 2010 bekend waren. Het nieuwe platform is eind oktober 2010 opgeleverd. Begin maart 2010 is de verbouwing van de ROC-ruimte afgerond. Hierdoor is huisvesting van alle functionele eenheden en partners in het GMC in een opgeschaalde situatie mogelijk geworden. Bij de verbouwing is qua huisvesting ook rekening gehouden met de introductie van netcentrisch werken; de informatiemanager heeft een centrale plaats gekregen. Fall Back In februari 2010 is de Fall Back voor het radiosysteem C2000 in gebruik genomen. 41
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting
•
•
•
•
•
•
Dit betekent, dat bij uitval van het C2000 netwerk radiocommunicatie tussen meldkamer en hulpverleners op straat en hulpverleners onderling, mogelijk blijft. Uitwijk De uitwijk van de meldkamers is sinds eind 2008 reeds geregeld met de buddyregio Brabant-Zuid Oost, waarbij de medewerkers van de meldkamers van BN hun eigen systemen vanuit Eindhoven kunnen benaderen. In Eindhoven is de recent opgeleverde en volledig uitgeruste opleidingsruimte ter beschikking van Brabant-Noord gesteld in geval van gedwongen uitwijk. Het uitwijkprotocol is aan de nieuwe situatie aangepast. 24 uurs infodesk politie Per 1 mei 2010 heeft de 24 uurs infodesk van de politie zijn intrek genomen op de meldkamer. De infodesk vergaart informatie uit politiesystemen t.b.v. de eenheden op straat. Doorgifte camerabeelden. Eind 2009 is een eerste verkennend onderzoek gestart naar de mogelijkheid om camerabeelden vanuit de Regionale Toezichtruimte in Eindhoven te kunnen ontvangen en uitlezen op het GMC. Bij de implementatie van de audiovisuele architectuur is rekening gehouden met doorgifte en display van deze beelden. De mogelijkheden van ontvangst van de beelden vanuit Eindhoven op het GMC wordt op dit moment onderzocht. Het is de verwachting, dat hierover in het eerste kwartaal 2011 mee bekend is. Netcentrisch werken. Zoals eerder vermeld is bij de verbouwing van het ROC rekening gehouden met de introductie van netcentrisch werken wat betreft huisvesting; en heeft de informatiemanager een prominente plaats gekregen. De inrichting van het ROC is m.b.t. de audiovisuele en ICT- voorzieningen afgestemd op de implementatie van netcentrisch werken, volgens de voorwaarden zover deze in april 2010 bekend waren. C2000 – Renatus Het landelijke, multidisciplinaire en digitale communicatie netwerk C2000 is in 2006 opgeleverd. Het netwerk moet onderhouden worden. Naast het dagelijkse onderhoud en kleine verbetertrajecten moet rekening gehouden worden met gedeeltelijke vervanging en toevoeging van functionaliteiten. In 2009 is het project Renatus gestart; een 42
Doelen 2010
(Kwalitatieve) doorontwikkeling GMC, (multidisciplinaire front- en monodisciplinaire backoffice).
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Implementatie van de in loop van 2009 genomen besluiten over de verdergaande samenwerking van de meldkamers op basis van de uitkomsten van een onderzoek van KPMG.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting grootschalige softwarerelease. Het totale project is eind 2010 afgerond. Dit project vormt de opmaat voor twee andere projecten; de landelijke rol uitrol van nieuwe apparatuur (radiobediening) en de ombouw van de huidige C2000 infrastructuur van 15 naar 7 schakelcentrales. Hierna wordt dan, zo is het plan, met de overblijvende 8 schakelcentrales een tweede infrastructuurlaag gebouwd, die als back up voor de eerste kan functioneren. De uitrol van het tweede project (nieuwe apparatuur) zal naar verwachting minimaal 2 jaar duren. De besluiten over de laatste twee projecten worden nog voorgelegd aan het Veiligheidsberaad. De benodigde werkzaamheden in het kader van het project Renatus zijn voor de regio Brabant-Noord in juni op het GMC met succes uitgevoerd. De impact voor de gebruikers was minimaal. Eind januari is door KPMG de eindrapportage 'Naar een verdergaande gemeenschappelijke samenwerking; rapportage fase III' opgeleverd. In dit rapport wordt een objectief beeld gegeven van de, kwalitatieve en kwantitatieve, beperkingen en mogelijkheden van een nieuwe inrichting van de meldkamer. In het eindrapport wordt geconcludeerd, dat in een situatie van front- en backoffice de meldingen afgehandeld en de inzet geborgd kunnen worden met tenminste dezelfde functionaliteit en binnen minimaal hetzelfde tijdsbestek Bovendien wordt een kwaliteitsverbetering verwacht bij afhandeling van de melding (gebruikmaking van een gestandaardiseerd uitvraagprotocol) en naar de burger (niet de vraag “wie wilt u spreken”, maar: “wat is er aan de hand”). KPMG geeft aan, dat de genoemde voordelen in geval van schaalvergroting alleen maar beter tot zijn recht komen en adviseert in het rapport een beperkte pilot te starten op regionaal niveau. De veiligheidsdirectie heeft op 1 maart 2010 kennisgenomen van het rapport en besloten een startdocument voor een pilot voor de meldkamer politie uit te laten werken. Er is een voorstel ontwikkeld door de manager beheer GMC. In januari 2011 is dit voorstel aangeboden aan de veiligheidsdirectie. In dit voorstel staat dat gelet wordt op de onduidelijkheid en stand van zaken van landelijke en interregionale ontwikkelingen, geadviseerd wordt om vooralsnog geen pilot te starten. Een zinvolle inrichting van een pilot met aanvullende meerwaarde op landelijke en interregionale ontwikkelingen, minimale kans 43
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Multidisciplinair opleiden en oefenen op orde
In samenhang met de besluiten over verdergaande samenwerking van de meldkamers invoeren van een multidisciplinair oefenbeleidsplan voor het GMC. Besluitvorming hierover is voorzien medio 2009
Op kwaliteit gecertificeerde meldkamers.
• Borgen van de kwaliteit conform de aanbevelingen van het project ‘Integratie meldkamerprocessen’. • Certificering van de meldkamers.
Inzicht in de mogelijkheden van schaalvergroting.
• Onderzoeken van de mogelijkheden van schaalvergroting • Verkennen van de samenwerkingsmogelijkheden met naburige meldkamers.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting op desinvestering en met uitzicht op regionale (en mogelijk bredere) toepasbaarheid van de resultaten is thans immers niet te voorzien. Begin 2009 is een multidisciplinair oefenbeleidsplan centralisten ontwikkeld. Tot 2012 is financiële dekking gevonden binnen de bestaande begroting van het GMC De financiering van het multidisciplinair oefenen vanaf 2012 wordt in de loop van 2010 bezien. Het oefenbeleidsplan wordt begin 2011 geëvalueerd. Deze evaluatie wordt in april 2011 aangeboden aan de veiligheidsdirectie. Aan de hand van deze evaluatie zal een voorstel gedaan worden over een structurele financiering voor 2012. In juni 2010 is een multidisciplinair oefenblok centralisten verzorgd door een extern bureau. In december volgt een tweede oefenblok. Voor 2012 zijn drie oefenblokken voorzien. In 2009 is gestart met een inventarisatie van de huidige kwaliteitsborging. De meldkamer ambulancevoorziening heeft een kwaliteitscertificering. Een vervolgonderzoek vindt plaats nadat een besluit over een (beperkte) pilot geprotocolleerde aanname is genomen. De resultaten hiervan zijn kunnen invloed hebben op de procesindeling en daarmee op de in te richten kwaliteitsborging. Op 25 november 2009 heeft, op initiatief van de regio Brabant Zuid Oost, een eerste multidisciplinaire conferentie schaalvergroting meldkamerdomein plaats gehad. Tijdens deze bijeenkomst hebben de directeuren aangegeven mogelijke voordelen van schaalvergroting binnen het meldkamerdomein te zien. De hoofden meldkamers Zuid 6 hebben toen de opdracht gekregen een nadere verkenning te doen naar de samenwerkingsmogelijkheden. Tijdens een tweede conferentie, d.d. 3 maart 2010, is het resultaat van deze nadere verkenning besproken. Concluderend is gesteld dat voor de zes zuidelijke regio's schaalvergroting kansen biedt in relatie tot kwaliteit en financiën. Besloten is om ten aanzien van de gewenste omvang van de schaalvergroting gezamenlijk een traject in te gaan. In dit kader heeft ook afstemming plaatsgevonden met de landelijk projectleider schaalvergroting meldkamerdomein. Mede op basis van dit gesprek is een uitwerking gemaakt van de mogelijke scenario’s om te groeien naar de eindsituatie. Tijdens een derde strategische conferentie op 14 juli 2010 zijn de resultaten besproken. Besloten is om het voorstel en de aanbevelingen verder uit te laten werken in een Business Case en deze Business Case ter besluitvorming voor te leggen aan de 44
Doelen 2010
De informatiebeveiliging en de kwaliteit van de informatievoorziening borgen.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Binnen de bestaande formatie- en budgettaire ruimte: • implementatie en borging van het informatiebeveiligingsplan; • implementatie en borging van het regionaal beleid Special Coverage Locations; • verbetering van de operationele en managementinformati evoorziening.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting veiligheidsdirecties Zuid 6. Eind 2010 is opdracht gegeven aan Twynstra Gudde voor het uitwerken van deze Business Case. De resultaten hiervan worden tijdens een strategische conferentie op 13 april 2011 gepresenteerd. • Informatiebeveiliging Voor een goed verloop van de bedrijfsprocessen van het GMC, en daarmee voor de ondersteuning van de hulpverleningsdiensten, is beveiliging en borging van de kwaliteit van de informatievoorziening noodzakelijk. Begin 2009 is het informatiebeveiligingsplan opgeleverd. Hierin zijn beschreven het gewenste beveiligingsniveau, een inventarisatie van de bestaande maatregelen en de nodige aanvullende maatregelen (en gefaseerde invoering). De functie van informatiebeveiligingscoördinator is binnen de formatie geborgd. Met de realisatie van de aanbevelingen is een begin gemaakt. • Special Coverage Locations (SCL) Hulpverleningsdiensten maken voor hun radiocommunicatie gebruik van het digitale radiocommunicatiesysteem C2000. Het netwerk is vooral gebouwd voor radiodekking buitenshuis. Binnendekking kan beperkt zijn. Wetgeving bepaalt, dat voor alle publiek toegankelijke bouwwerken onderzocht moet worden of radiodekking noodzakelijk is. De beslissing, dat in een object binnenhuisdekking aanwezig moet zijn en daarmee de aanwijzing als zgn. Special Coverage Location (SCL) is voorbehouden aan het bevoegd gezag: het college van B&W. Uitgangspunt daarbij is, dat de eigenaar van de locatie voor een structurele oplossing zorg draagt. Een voorstel tot aanwijzing van SCL’s volgens uniforme, regiobrede richtlijnen en inrichting van een SCL-loketfunctie op het GMC voor begeleiding, coördinatie en registratie is door de veiligheidsdirectie en dagelijks bestuur van de veiligheidsregio vastgesteld. Er is besloten een adviescommissie SCL op te richten. De inrichting van de adviescommissie SCL wordt in de eerste periode van 2011 voltooid. • Onderzoek naar de informatiebehoeften op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Het resultaat is een beschrijving van welke informatie op welk tijdstip en in welke vorm op welke plaats nodig is. Van een aanbodgerichte informatievoorziening naar een vraaggerichte 45
Doelen 2010
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang t.o.v. de programmabegroting
•
informatievoorziening. De gewenste informatie wordt vervolgens door ondersteunende informatiesystemen (Cedric) verwerkt. Vaststelling en realisatie van de informatiebehoeften wordt afgestemd met het regionale veiligheidsbureau. Met het oog op een meer adequate managementinformatie is een datawarehouse ontwikkeld. Gegevens uit verschillende informatiebronnen, zoals GMS, telefonie, C2000, worden in dit datawarehouse op een gestructureerde manier opgeslagen. Dit betekent, dat informatie beter benaderbaar is en eenduidiger kan worden ontsloten. Hiermee kan gericht worden ingespeeld op vraagstellingen en kunnen trendmatige ontwikkelingen eerder worden onderkend.
46
Lasten en baten GMC Lasten
bedragen x € 1.000
Huidig personeel Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen & automatisering Operationeel Beheer Overige lasten
1.175 24 585 16 870 3 87 15
Begroting 2010 primair 1.120 50 541 16 1.366 5 55 18
Totaal lasten
2.775
3.171
3.482
2.894
91
90
54 90 7
204
91
90
151
Saldo programma's
-2.571
-3.080
-3.392
-2.743
Algemene dekkingsmiddelen Inwonerbijdrage Bijdrage RAV Bijdrage Politie Saldo financieringsfunctie Totaal algemene dekkingsmiddelen
1.432 126 1.756 -194 3.120
1.446 127 1.771 -264 3.080
1.439 126 1.761 -264 3.062
1.433 126 1.756 -183 3.132
Saldo resultaat voor bestemmingen
549
0
-330
389
330
171
Baten Huidig personeel Huisvesting Operationeel Overige baten Totaal baten
Werkelijk 2009
12 93 94 5
Begroting 2010 na wijziging 1.160 50 701 16 1.307 5 225 18
Werkelijk 2010 1.173 53 671 7 897 1 69 23
Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves
134
Saldo dotaties en onttrekkingen
134
0
330
171
Saldo resultaat na bestemmingen
683
0
0
560
Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.3.2 van de jaarrekening op bladzijde 60.
47
4. Paragrafen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten vast te leggen. In dit hoofdstuk worden deze beleidslijnen beschreven.
4.1
Weerstandsvermogen
4.1.1
Weerstandscapaciteit
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord De algemene reserve dient om onvoorziene risico’s op te vangen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2010 € 643.024. Conform besluit wordt een minimum- en maximumniveau aangehouden van 5% tot maximaal 7% van het exploitatietotaal. Dat betekent dat de bandbreedte tussen de € 564.000 en € 790.000 (gebaseerd op het exploitatietotaal van € 11,29 miljoen in de beleidsbegroting 2010 ná wijzigingen) bedraagt.
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen De GHOR beschikt niet over een eigen balans. Deze maakt deel uit van de balans van GGD Hart van Brabant.
Gemeenschappelijk Meldcentrum De algemene reserve van het GMC bedraagt € 226.000. Ten opzichte van het begrotingstotaal (2010) is dit 6 %. Daarmee bevindt de reserve zich in het midden van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal).
4.1.2
Risico’s
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Detachering medewerkers Er is 1 medewerker voor 50% gedetacheerd bij het GMC van hem kan het detacheringcontract eenzijdig beëindigd worden. Hier ligt het risico bij Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord.
Ontwikkelingen compensabele BTW In beginsel hebben de gemeenten bij het besluit tot regionalisering van de Brandweer besloten de onroerende zaken niet over te dragen aan de regionale Brandweer. Gemeenten zullen deze onroerende zaken aan de veiligheidsregio om niet ter beschikking stellen. Ter beschikking stellen om niet wordt in de wet op de omzetbelasting als “ondernemerschap” aangemerkt. Dit is echter een van BTW vrijgestelde prestatie, waardoor de BTW die de gemeente betaalt op aanschaf, onderhoud- en beheerskosten niet kan worden gecompenseerd. Deze BTW is dan een kostenpost. Enig eerder geclaimde compensatie bij kazernes die na 1 januari 2003 zijn gebouwd zal dan moeten worden herzien. De belastingdienst heeft tot 1 oktober 2011 uitstel verleend. Staatsecretaris Weekers van Financiën heeft inmiddels laten weten dat er bij het ‘gratis’ beschikbaar stellen van de kazernes geen herziening hoeft plaats te vinden. Er is echter nog geen duidelijkheid over de BTW-kosten van nieuw- en verbouw en (groot) onderhoud van de kazernes.
Regionalisering In 2009 is de bestuurlijke besluitvorming afgerond om te komen tot volledige regionalisering van de Brandweer in Brabant-Noord. Er zijn nu werkgroepen van start gegaan om verder vorm te geven aan de structuur en inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie. Hierbij zullen we geconfronteerd worden met frictiekosten, ontvlechtingskosten en verborgen gebreken waar we nu nog onvoldoende zicht op hebben.
48
Rechtmatigheid Op dit moment zijn werkgroepen actief om verder vorm te geven aan de structuur en inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie. Hiertoe dienen alle werkprocessen en procedures opnieuw vastgesteld te worden. De implementatie van deze werkprocessen en de overgang naar de nieuwe organisatie zal zeker in het eerste jaar (2011) een enorme werkbelasting zijn zodat we keuzes moeten maken en prioriteiten dienen te stellen. Hierdoor zal niet alles tijdig en volledig operationeel zijn en zullen we er rekening mee moeten houden dat we over 2011 wellicht geen verklaring van rechtmatigheid zullen krijgen van de accountant. Het betreft met name het overzetten van contracten van gemeenten naar regionale brandweer. De regionale brandweer is niet in staat om met ingang van 2011 alle contracten aan te besteden conform de inkoop- en aanbestedingsregels, daarom is ervoor gekozen lopende contracten vooralsnog over te nemen en op termijn de inkoop volgens de correcte regels aan te besteden. Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Risico’s voor de GHOR bestaan uit mogelijke maatregelen in personele en materiële zin die genomen moeten worden om eventuele toekomstige bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage en op de Brede Doeluitkering Rampen (BDUR) op te vangen. Gemeenschappelijk Meldcentrum Zoals hiervoor vermeld bedraagt de algemene reserve 6,6 % van het begrotingstotaal. Bij de interpretatie hiervan is het van belang te beseffen dat de marktwaarde van het GMC-pand substantieel lager is dan de boekwaarde. Dit verschil heeft een negatief effect op het weerstandsvermogen. Zo lang het GMC in de huidige vorm bestaat is dit potentiële verlies geen risico.
4.2
Onderhoud kapitaalgoederen
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Voor het onderhoud van het (brandweer) materieel wordt het jaarplan uitgevoerd. Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen De activa van de GHOR worden onderhouden volgens de planning van de GGD Hart voor Brabant. Gemeenschappelijk Meldcentrum Voor het onderhoud van het GMC-pand is de meerjaren onderhoudsplanning geactualiseerd. De dotatie aan de voorziening groot onderhoud is gebaseerd op een planning uit het verleden. Bij het opstellen van de jaarrekening 2010 was nog niet duidelijk of de actuele meerjaren onderhoudsplanning aansluit bij de financiële planning van het meerjaren onderhoud.
4.3
Financiering
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Liquiditeitspositie Momenteel is er sprake van een gunstige liquiditeitspositie. Dit is mede het gevolg van het beheer van de convenantgelden voor de regionalisering van de brandweerorganisatie in de regio Brabant-Noord. Kasgeldlimiet en renterisiconorm Op grond van de wet Fido dient de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt. Met de huisbank is een kasgeldlimiet van € 750.000 vastgelegd voor kortlopende negatieve saldi in rekening courant. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt blijven we ruim onder de kasgeldlimiet.
49
Berekening kasgeldlimiet 2010 BBN
bedragen * € 1.000
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet
€ €
Overzicht kasgeldlimiet
1e kwartaal 2010
9.142 8,2% 750 2e kwartaal 2010
3e kwartaal 2010
4e kwartaal 2010
Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen
1.468 3.008
1.050 2.544
1.369 4.277
1.533 3.267
Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet
1.540 750
1.494 750
2.908 750
1.734 750
Ruimte onder kasgeldlimiet
2.290
2.243
3.658
2.484
Berekening Renterisiconorm BBN
bedragen * € 1.000
Jaar Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm Overzicht renterisiconorm Renteherzieningen Aflossingen
2011 € €
2012
33.598 € 20,0% 6.720 € 2011
2013
33.354 € 20,0% 6.671 € 2012
2014
33.243 € 20,0% 6.649 € 2013
33.233 20,0% 6.647 2014
-
-
-
-
Renterisico
3.339
3.338
3.336
3.335
Renterisiconorm
6.720
6.671
6.649
6.647
Ruimte onder renterisiconorm
3.381
3.333
3.312
3.311
Omdat er nog geen meerjarig investeringsplan en liquiditeitsplanning is zijn de rente en aflossingen onbekend. Voorlopig is uitgegaan van het beschikbare budget voor kapitaallasten in de betreffende jaren. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het renterisico naar alle waarschijnlijkheid ruim onder de renterisiconorm ligt. Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen De GHOR heeft geen aparte liquiditeitspositie. De kas- en bankmutaties lopen volledig via de rekeningen van de GGD Hart voor Brabant.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Liquiditeitspositie Eind 2010 diende een lening geheel te worden afgelost. In dit kader en gezien de investeringen zou gedurende 2010 een langlopende lening van € 1.000.000 moeten worden aangetrokken. Gezien de actuele ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. In onderstaand overzicht is het tegoed in rekeningcourant van € 470.000 dan ook gedurende 2010 omgeslagen in een schuld van € 688.000. 50
Kasgeldlimiet en renterisiconorm Op grond van de wet Fido dient de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt.
Berekening kasgeldlimiet 2010 GMC
bedragen * € 1.000
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet
8,2% -
€
Overzicht kasgeldlimiet
1e kwartaal 2010
Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen
2e kwartaal 2010
3e kwartaal 2010
4e kwartaal 2010
1.516 1.941
969 1.542
749 1.244
1.066 532
Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet
425 307
573 307
494 307
534307
Ruimte onder kasgeldlimiet
732
880
801
227-
Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat de liquiditeitspositie gedurende het 2e halfjaar is afgenomen. Deze daling houdt verband met de terugbetaling van het batige saldo over 2009, de investeringen en de aflossing van een geldlening. Zoals hiervoor vermeld is vooralsnog niet gekozen voor het afsluiten van een langlopende lening. In dit kader is in het 4e kwartaal de kasgeldlimiet overschreden. Bij de interpretatie van deze overschrijding is naast het hiervoor genoemde motief tevens van belang te beseffen dat deze limiet voor de gehele veiligheidsregio moet worden beoordeeld. Op concernniveau ontstaat dan ook een ander beeld.
Berekening Renterisiconorm GMC
bedragen * € 1.000
Jaar Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm Overzicht renterisiconorm
2011 € €
2012
3.195 € 20,0% 639 € 2011
2013
3.265 € 20,0% 653 € 2012
2014
3.265 € 20,0% 653 € 2013
3.265 20,0% 653 2014
Renteherzieningen Aflossingen
224
224
2.898 184
184
Renterisico
224
224
3.082
184
Renterisiconorm
639
653
653
653
Ruimte onder renterisiconorm
415
429
2.429-
469
In 2013 zal de renterisico norm voor het GMC worden overschrijden. Ook hierbij wordt verwezen naar de eerdergenoemde motieven om geen langlopende lening aan te trekken en de beoordeling van dit risico op concernniveau.
51
4.4
Bedrijfsvoering
4.4.1
Personeel
Mobiliteit Personeel per 1-1-2010 Personeel in dienst Personeel uit dienst Personeel intern andere functie Personeel per 31 december 2010
BBN 52,3 1,0 1,0 1,0 52,3
GHOR 12,8 2,0 2,0
GMC 14,0
12,8
14,0
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Deze tabel is exclusief 7,5 fte gedetacheerden binnen de regio en 1 persoon bij BZK. Daarnaast zijn 3 personen tijdelijk in dienst voor de regionalisering en het veiligheidsbureau.
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen • de projectleider grieppandemie is conform de tijdelijke aanstelling per 1 januari 2010 weer uit dienst getreden; • een netwerkfunctionaris zorgcontinuïteit is op 1 april 2010 in dienst getreden; • in de vacature van een beleidsmedewerker die per 1 september 2010 van FPU ging genieten, is per medio augustus voorzien. In de tabel zijn de volgende tijdelijke medewerkers niet meegenomen: • vanwege een gecompliceerde zwangerschap en bevalling is een tijdelijk medewerker aangetrokken voor Opleiding, Training en Oefening; • een projectmedewerker is per 9 augustus tot 1 december 2010 aangesteld om invulling te geven aan het generiek draaiboek evacueren.
Gemeenschappelijk Meldcentrum In totaal zijn 3 medewerkers op langdurige detacheringbasis (tegen kostprijs) vanuit Brandweer Brabant-Noord en vanuit VtsPN bij het GMC werkzaam. Deze medewerkers zijn in dit overzicht meegenomen.
4.4.2
Ziekteverzuim
Ziekteverzuim Soort verzuim in % Kort verzuim (0 t/m 7 dagen) Middellang verzuim (8 t/m 42 dagen) Lang verzuim (43 t/m 365 dagen) Langdurig verzuim (366 t/m 999 dagen) Verzuim totaal (exclusief zwangerschap)
BBN 1,07% 1,01% 1,61%
GHOR 1,40% 1,80% 3,92%
3,69%
7,12%
GMC 0,55% 0,21% 2,15% 8,56% 11,47%
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Bovengenoemde cijfers zijn exclusief zwangerschapsverlof. Inclusief zwangerschapsverlof zou het verzuim 4,35% bedragen. Het ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof is met 3,69 % laag en vraagt geen bijzondere aandacht.
52
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Het relatief hoge verzuimpercentage van 7,12 % is voornamelijk toe te rekenen aan een aantal lange ziekteverzuim casussen waarvan één medewerker met een gecompliceerd verloop van zwangerschap en bevalling.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Binnen het GMC is 1 medewerker langdurig ziek.
4.4.3
Formatie in fte’s
Formatie omvang Fte's Begroot Gerealiseerd per 31-12-2010 Verschil
BBN 56,72 52,35 4,37
GHOR 11,26 10,17 1,09
GMC 14,50 14,00 0,50
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Deze tabel is exclusief 7,5 fte gedetacheerden binnen de regio en 1 persoon bij BZK. Daarnaast zijn 3 personen tijdelijk in dienst voor de regionalisering en het veiligheidsbureau. Op dit moment staat er 4,37 fte open bij de brandweer en het veiligheidsbureau. In verband met de regionalisering van de brandweer werden vacatures niet ingevuld of via externe inhuur bezet. Inmiddels is iedereen geplaatst.
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Vanwege een gecompliceerde zwangerschap en bevalling is een tijdelijk medewerker aangetrokken voor Opleiding, Training en Oefening. Er is vacatureruimte voor een drietal functies die beschikbaar kwamen in de laatste drie maanden van 2010 en nog niet zijn opgevuld. Dit betreft een secretarieel medewerker, functionaris ketenzorg en een informatiekundige.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Bij het GMC zijn 2,0 fte’s, die via langdurige detachering vanuit Brandweer Brabant-Noord en VtsPN worden ingevuld, opgenomen in het overzicht.
4.4.4
Rechtmatigheid
BBN, GHOR en GMC Het controleprotocol 2010 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord Brandweer is op 17 november 2010 vastgesteld door het Algemeen bestuur. Hierin is opgenomen waaraan de accountant bij zijn controle over het jaar 2010 specifiek aandacht besteedt en welke rapporteringstoleranties hij hierbij dient te hanteren. Het controleprotocol is tevens de basis voor specifieke interne controles die door BBN, de GHOR en het GMC worden gedaan om de werkprocessen en de genomen interne controlemaatregelen te toetsen. De uitkomsten van deze controles worden door de accountant bij de jaarrekeningcontrole betrokken.
53
5. Jaarrekening 5.1
Programmarekening bedragen * € 1.000
Totaaloverzicht Financiën Lasten BBN RISICOBEHEERSING BBN OPERATIONELE VOORBEREIDING BBN BEST.- EN MANAG.ONDERSTEUNING GHOR GMC Baten BBN RISICOBEHEERSING BBN OPERATIONELE VOORBEREIDING BBN BEST.- EN MANAG.ONDERSTEUNING GHOR GMC
Saldo programma's Algemene Dekkingsmiddelen -BBN Inwonerbijdrage -BBN BDUR -GHOR Inwonerbijdrage -GHOR BDUR -GMC Inwonerbijdrage -GMC Bijdrage GGD -GMC Bijdrage Politie -Saldo financieringsfunctie
Resultaat voor bestemming Dotatie aan reserves BBN RISICOBEHEERSING BBN OPERATIONELE VOORBEREIDING BBN BEST.- EN MANAG.ONDERSTEUNING GHOR GMC subtotaal dotaties Onttrekking aan reserves BBN RISICOBEHEERSING BBN OPERATIONELE VOORBEREIDING BBN BEST.- EN MANAG.ONDERSTEUNING GHOR GMC subtotaal onttrekkingen Saldo resultaatbestemming Netto resultaat na resultaatbestemming
Werkelijk 2009
Begroting 2010 primair
Begroting 2010 na wijziging
Werkelijk 2010
3.325 3.504 3.184 2.459 2.775 15.247
3.214 3.112 2.816 2.385 3.171 14.698
2.872 3.213 5.201 2.612 3.482 17.380
2.757 3.112 4.112 2.404 2.894 15.279
602 2.158 1.232 287 204 4.483
609 1.790 1.103 94 91 3.687
353 1.778 2.078 126 90 4.425
362 1.761 2.233 178 151 4.685
10.764-
11.011-
12.955-
10.594-
3.751 1.789 1.263 1.030 1.432 126 1.756 -194 10.953
3.799 1.745 1.286 1.005 1.446 127 1.771 -264 10.915
3.751 2.831 1.254 1.082 1.439 126 1.761 26411.980
3.766 3.095 1.260 1.107 1.433 126 1.756 18312.360
189
-96
975-
1.766
149 248 128
125 62
123 62 2.026
123 3 2.026
525
187
2.211
2.152
360 289 384
137 117 29
134 1.167 642
283 96
136 174 2.396 150 330 3.186 975
124 126 893 151 171 1.465 687-
831
0
0
1.079
54
5.2
Balans
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De GHOR heeft geen complete balans, het saldo is als sluitpost opgenomen. bedragen * € 1.000
Geconsolideerde balans Veiligheidsregio BALANS 2010 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut -Financiële vaste activa Bijdrage aan activa in eigendom van derden
Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen -Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi -Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
31-12-2009
31-12-2010
8.324
8.605
147
136
8.471
1.031
8.741
178
50
221
2 1.106
1 2.311
165
155
279 2.633
463 3.329
11.104
12.070
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat -Voorzieningen -Schulden > 1 jaar Langlopende schulden Totaal vaste passiva Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi Overige schulden
-Overlopende passiva Voorschotten op specifieke uitkeringen Overige passiva Totaal vlottende passiva Totaal generaal
31-12-2009
31-12-2010
842 1.626 831
869 2.434 1.079
815
950
4.319 8.433
3.531 8.863
921
688 628
255
31
1.495 2.671
1.860 3.207
11.104
12.070
55
BBN Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel brandweer. bedragen * € 1.000
BBN BALANS 2010 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut -Financiële vaste activa Bijdrage aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen -Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
31-12-2009
31-12-2010
2.673
2.629
147
136
2.820
2.765
542
174
49
110
2 1.057
1 2.268
-Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa Totaal vlottende activa
165
155
279 2.094
Totaal generaal
4.914
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
31-12-2009
-Voorzieningen Totaal vaste passiva Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Overige schulden
31-12-2010
616 1.263 27
643 2.272 227
674
814
2.580
3.956
871
503
255
31
463 3.171
-Overlopende passiva Voorschotten op specifieke uitkeringen Overige overlopende passiva Totaal vlottende passiva
1.208 2.334
1.446 1.980
5.936
Totaal generaal
4.914
5.936
Niet uit balans blijkende contracten per 31 december 2010 met een contractwaarde > € 10.000 per jaar Organisatie Taak ADMS Drie oefensystemen NIFV Centraal beheer Achmea Verzekeringen Deloitte Accountantscontrole Dolmans Facilitaire dienst Schoonmaakwerkzaamheden Gemeente Den Bosch Salarisadm. incl pay rolling GGD Hart voor Brabant DVO Veiligheidsregio Innova investments Huur pand Orthenseweg 2b Juvans Inkoop receptiediensten KPN Contract vaste telefonie Ricoh Onderhoud printcopiërs TNT Portikosten Vodafone Mobiele telefoons Zenitel Onderhoud C2000
Contractwaarde per jr Loopptijd € 53.400 3 jaar € 365.000 1 jaar € 16.780 1 jaar € 15.085 1 jaar € 290.000 3 jaar € 65.153 1 jaar € 175.079 5 jaar € 10.335 1 jaar € 14.594 < 1jaar € 22.083 1 jaar € 17.786 < 1jaar € 42.622 1 jaar € 28.598 < 1 jaar
Einddatum 01-09-2012 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2013 31-12-2011 31-12-2014 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011
Centraal beheer Achmea betreft een contract voor 1 jaar met optie 3 x stilzwijgende verlenging
56
GHOR Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GHOR. bedragen * € 1.000
GHOR BALANS 2010 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
Totaal vaste activa
31-12-2009
227
227
31-12-2010
343
343
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
31-12-2009
31-12-2010
29 121
292
150
292
-Overlopende passiva Balanssaldo GHOR bij GGD
77
51
Totaal vlottende passiva
77
51
227
343
Totaal vaste passiva Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar
-Liquide middelen -Overlopende activa
Totaal vlottende activa Totaal generaal
0
0
227
343
Totaal generaal
De boekwaarde van de activa GHOR Brabant-Noord bedraagt per 31-12-2010 € 342.981. Evenals voorgaand jaar zijn geen balansgegevens van de GHOR beschikbaar. Omdat GHOR Brabant-Noord administratief gezien onderdeel uitmaakt van de GGD Hart voor Brabant zijn de balansposten niet af te leiden.
57
GMC Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GMC. bedragen * € 1.000
GMC BALANS 2010 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
31-12-2009
31-12-2010
5.424
5.633
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen, rek crt. Overige vorderingen -Liquide middelen Kas Bank- en girosaldi -Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
5.424
5.633
489
4
1
111
49
43
539
158
5.963
5.791
31-12-2010
226 334 683
226 162 560
141
136
4.319 5.703
3.531 4.615
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi, rek crt Overige schulden
50
688 125
-Overlopende passiva Totaal vlottende passiva
210 260
363 1.176
5.963
5.791
-Voorzieningen
Totaal vaste activa
31-12-2009
-Schulden > 1 jaar Langlopende schulden Totaal vaste passiva
Totaal generaal
Het tegoed in de rekening courant met de politie ad € 470.250 per 31 december 2009 is opgenomen onder de vorderingen op openbare lichamen. De schuld ad € 688.166 per 31 december 2010 is opgenomen onder de kortlopende schulden volgens BBV voorschriften.
58
5.3
Toelichtingen Programmarekening en Balans
5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling BBN De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en daarom lineair. Rente en afschrijving worden berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief.
Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen: Activa omschrijving Bouwkosten Meubilair en Inventaris Hard- en Sofware Redgereedschap / Ademluchttoestellen / Dienst – en Bluskleding / Communicator / Mobilofoons / Portofoons / Kazernebesturingen en AVLS Accu’s portofoons Headsets (In 2012 termijn naar 5 jaar) en Pagers (In 2014 termijn naar 5 jaar) Verbindingsmiddelen (auto’s) en meetpalen planvorming Waterkaarten OGS/WVD diverse materialen en gereedschappen Vorkheftruck en Dienstbus Verzorgingsunit Dienst- en personenauto’s Vrachtauto en Financiële activa in bijdragen HV opwaardering Haakarm voertuigen/bakken
Afschrijvingsduur in jaren 15 10 3-4-5-6 7 3 3 5 10 5-7-8-15 8-10 10 6 15 10-15-20
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat FLO-onttrekkingen jaarlijks verschillen van volume is het geoorloofd daarvoor een FLO-voorziening te treffen. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, wordt geen voorziening getroffen. GMC De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en derhalve lineair. Afschrijving wordt berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, is geen voorziening getroffen. Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is (indicatief € 2 miljoen) dan de boekwaarde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMCpand zijn aangebracht. De balans is opgesteld op basis van het continuïteitsprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet in de balans tot uitdrukking is gebracht.
59
5.3.2 Toelichting Programmarekening Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 17 november 2010 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2010 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd. De resultaten worden hieronder toegelicht. De bedragen worden gevolgd door een I of S, die aangeven of het incidentele of structurele afwijkingen ten opzichte van de begroting betreft.
Analyse resultaat 2010 ten opzichte van begroting BBN bedragen x € 1000
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
RB RB RB RB RB OV OV OV BMO BMO BMO BMO BMO BMO AM AM
Salarissen Proactie Preventie Planvorming Oefenen Repressie Meldkamer Salarissen Materieel Verbindingen Salarissen Personeel- en bedrijfskosten I&A Communicatie Diversen Doorbetaling gemeente compensatie BTW BDUR Inwonerbijdrage
Nadeel Voordeel 21 37 37 50 9 18 55 60 217 48 11 34 6 143 264 15 399
Per saldo na verrekening reserves
I/S I I I I/S I I I I I I I I/S I I/S I/S I
626 227
1. Salarissen De post salarissen laat een nadeel zien ad € 256.000 totaal. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door stortingen in de voorziening personeel om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen die voortvloeien uit afspraken die met (ex-) personeelsleden zijn gemaakt. 2. Proactie Preventie Planvorming In 2010 is € 37.000 minder uitgegeven aan werkgroepen van proactie, preventie, risicocommunicatie, documentatie voor planvorming en informatievoorziening. De regionalisering is mede de oorzaak van het doorschuiven van een aantal activiteiten op dit gebied. 3. Oefenen Het overschot ad € 37.000 bij oefenen wordt zowel veroorzaakt door lagere kosten als door de frequentie van mono- en multidisciplinair oefenen. Voorts zijn er minder activiteiten verricht voor gemeentelijke processen en rampenbestrijdingsteams. Dit wordt nog nader onderzocht. 4. Repressie De kosten op de post repressie kunnen sterk fluctueren en zijn afhankelijk van de bijstandsverlening die in een bepaald jaar is verleend. Er is in 2010 sprake van een voordeel ad € 52.254 dat mede het gevolg is van lagere declaraties door gemeenten over 2008 dan bij de jaarrekening was geraamd. 60
5. Meldkamer In 2010 zijn de uitgaven voor de meldkamer € 9.000 lager dan geraamd. Dit heeft diverse kleine oorzaken. 6. Salarissen Zie toelichting bij punt 1. 7. Materieel Het voordeel ad € 55.000 bij materieel wordt veroorzaakt door lagere kapitaallasten. In verband met de regionalisering en om aan te sluiten bij landelijke aanbestedingen zijn een aantal investeringen doorgeschoven naar 2011 en later. 8. Verbindingen Op de post verbindingen is een voordeel ontstaan ad € 60.000. Dit is het gevolg van lagere onderhoudsuitgaven en minder vervanging van apparaten en accu’s. Dit is mede het gevolg dat veel accu’s in 2009 zijn vervangen. Voorts heeft er geen update van de navigatiesystemen plaatsgevonden. 9. Salarissen Zie toelichting bij punt 1. 10. Personeel- en bedrijfskosten Op deze post is een voordeel ontstaan ad € 48.000. Dit wordt veroorzaakt door een besparing op de wervingen selectiekosten voor personeel ( € 20.000) en het doorberekenen van diensten aan derden ( € 28.000). 11. Informatisering en automatisering Incidenteel voordeel ad € 11.000 door kritisch vervangen en uitbreiden met het oog op een nieuw op te zetten ICT systeem voor de geregionaliseerde brandweer. 12. Communicatie Bij Communicatie is een voordeel ontstaan ad. € 34.000 doordat de kosten van een aantal communicatie instrumenten lager waren dan geraamd. In verband met de regionalisering zijn er minder nieuwsbrieven voor de veiligheidsregio opgesteld en is er geen sociaal jaarverslag gemaakt. Verder zijn er dit jaar geen open dagen georganiseerd. 13. Diversen Voordelig saldo van diverse posten ad. € 6.000. 14. Doorbetaling BTW gemeenten Vanaf 1 oktober 2010 is de nieuwe Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Hierdoor is vanaf 1 oktober 2010 geen compensatie meer mogelijk voor de betaalde BTW voor de Meldkamer, de GHOR, Multidisciplinaire activiteiten en Crisisbeheersing. Dit levert een nadeel op wat via de BDUR gecompenseerd wordt ad € 143.000. Dit bedrag zal aan de gemeenten worden doorbetaald omdat zij BTW kunnen compenseren. 15. BDUR De hogere BDUR volgt uit een verhoging in de decembercirculaire ad € 267.105. In dit bedrag is naast de BTW compensatie ad € 142.519 een bedrag ad € 124.586 opgenomen ten gunste van de convenantgelden. 16. Inwonerbijdrage Hogere ontvangst inwonerbijdrage door stijging van het aantal inwoners in de regio.
61
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2010 > € 50.000 BBN Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering.
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2010 > € 50.000 BBN bedragen x € 1000
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
RB RB OV OV OV BMO BMO BMO BMO BMO BMO BMO AM AM
Nadeel Voordeel Repressie 52 Onttrekking reserve rampenbestrijding 94 Kapitaallasten materieel 59 Verbindingen 60 Onttrekking reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs 73 Dotatie voorziening P&O beëindiging dienstverbanden 304 Vrijval voorziening FLO beëindiging dienstverbanden 64 Dotatie voorziening Convenantgelden 2.026 Uitgaven convenantgelden 893 Inkomsten convenantgelden 984 Doorbetaling gemeente compensatie BTW 143 Onttrekking reserve Convenantgelden 893 BDUR compensatie BTW en Convenantgelden 264 BDUR stijging overdracht taken BZK 1.042 3.366 Per saldo
I/S I I I I I I I I I I I I I I
3.585 219
Toelichting Het betreft hier voornamelijk de dotaties aan voorzieningen en de verrekeningen met de reserves. Voor een toelichting van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.2 en 5.3.3.
62
Analyse resultaat 2010 ten opzichte van begroting GHOR bedragen x € 1000
Nadeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Overhead incl. bestuursondersteuning Baten inwonerbijdrage Baten BDUR Baten overige
12 3 6 25 53 15
Per saldo
Voordeel 86 35 31 71
I/S I/S I I/S I/S I S I I I
307 292
Toelichting 1. Personeelskosten Het voordeel ad € 86.000,- ontstaat uit de volgende oorzaken: incidenteel is een voordeel op de totale personeelslasten behaald ad € 40.000,- door het later invullen van beschikbare vacatures. Vacatures worden gefaseerd ingevuld om de functies inhoudelijk goed aan te laten sluiten bij de nieuwe visie en werkwijze van de GHOR. Tegenover dit voordeel staat een nadeel van € 27.000,- voor de opleidingskosten van de nieuwe medewerkers en tijdelijke extra inhuur van een communicatieadviseur ad € 15.000,-. Structureel is er een voordeel behaald ad € 88.000,- door een gunstiger afgesloten overeenkomst met de RAV. 2. Kapitaallasten De lagere kapitaallasten ad € 35.000,- zijn te verklaren door de goedkopere en latere vervanging van een aantal voertuigen in 2010 ad € 10.000,- en uitgebleven investeringen € 25.000,- in verband met het tijdelijk zo min mogelijk aangaan van nieuwe financiële verplichtingen. 3. Huisvestingskosten Het voordeel bestaat uit het incidentele voordeel van € 9.000,- op het saldo voor lagere werkelijke huurpenningen dan geraamd versus hogere overige huisvestingskosten. Structureel is er een voordeel ad € 22.000,- op de afgekochte huur voor het pand Uden. 4.Bedrijfskosten Het voordeel bestaat voor een groot deel (€ 92.000,-) uit vervangingskosten opleidingsplan RAV doordat er door onderbezetting in het OTO-team als gevolg van zwangerschapsverlof en ziekte in 2010 minder trainingen zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn de wel uitgevoerde trainingen zoveel als mogelijk buiten werktijd van het RAV personeel ingeroosterd waardoor vervanging niet nodig was. De verwachting is dat door het efficiënt blijven inroosteren € 20.000,- van het voordeel ad € 92.000,- structureel is. Een voordeel ad € 32.000,- was er op de FLO kosten 2010, daar tegenover stond echter een nadelig saldo van € 36.000,- aan nagekomen berekende FLO-kosten uit 2008 en 2009. Verder waren er lagere kosten ad € 11.000,- voor dienstverlening derden omdat opleidingen en trainingen door eigen personeel verzorgd werden. Een ander voordeel was er op operationele inzet en medische verbruiksgoederen ad € 16.000,-. Op algemene projectkosten en trainingsmateriaal was er een voordeel van € 9.000,-. Een voordeel ad € 27.000,was er ook op het digitaal project BOPZ-online waar wel minder baten tegenover stonden. Tegenover deze voordelen stond een nadeel van € 80.000,- op het Project GHOR4ALL. Dit wordt hieronder verder toegelicht. Project GHOR4ALL* Onder de hogere projectkosten ad € 80.000,- op het digitale project GHOR4LL , dat landelijk wordt uitgerold vanuit de GHOR Brabant-Noord, is een bedrag ad € 43.000,- als nog te betalen posten opgenomen voor de financiële afwikkeling van de opstartfase in 2007 door de 6 GHOR-regio’s van dit project in 2010 en 2011 en voor de verdere doorontwikkeling van dit project in 2011. Hier tegenover stonden extra baten van € 82.000,- en is daarmee een budgettair neutraal project. 63
5.Administratiekosten Het incidentele nadeel van € 12.000,- bestaat uit de afwikkeling van reeds in 2009 geraamde PC-tablets voor OVDG'en ad € 8.000,-, doorontwikkelkosten GHOR Digitaal ad € 28.000,- en inbouwkosten Citygis communicatieapparatuur in de nieuwe OVDG voertuigen ad € 7.500,-. Daar tegenover staan minder kosten op voorlichtingsmateriaal ad € 7.500,-, lagere kosten drukwerk ad € 7.000,- en door vertraging nog niet uitgevoerde ontwikkeling van de nieuwe website GHOR ad € 17.000,-. 6.Overhead incl. bestuursondersteuning Dit structurele nadeel van € 3.000,- bestaat uit een indexering op de ondersteunende diensten. Deze waren niet begroot. 7.Baten inwonerbijdrage Dit voordeel ad € 6.000,- zijn extra ontvangen baten vanuit de gemeentelijke bijdrage. Op de gemeentelijke bijdrage is in de komende jaren echter een taakstelling te verwachten. 8.Baten BDUR Dit voordeel ad € 25.000,- zijn extra ontvangen baten vanuit de BDUR. Ook op deze baten zal in de komende jaren een taakstelling worden toegepast. 9.Baten overige Na het samenstellen van de begroting 2010 werd in de loop van het jaar door de deelnemende gemeenten voor de applicatie BOPZ-online een lagere bijdrage vastgesteld ad € 24.000,-. ( begroot € 68.134, werkelijke bijdragen € 44.110,-). Geraamde projectopbrengsten vanuit de GGD HvBrabant inzake het Incident Master project ad € 7.000,- zullen pas in 2011 worden gerealiseerd. Tot slot was er nog een voordeel van € 1000,- op overige opbrengsten. Daarnaast waren er extra baten ad € 82.000,- inzake het Project GHOR4ALL. Hieronder meer info over dit project. *Project GHOR4ALL Doordat in de loop van 2010 nog een vijftal andere GHOR Bureaus deelnemer aan het project zijn geworden en er een aanvullende subsidie vanuit de GHOR Nederland werd ontvangen ontstond er een bedrag ad € 82.000,- aan extra baten op de applicatie GHOR4ALL.
64
Analyse resultaat 2010 ten opzichte van begroting GMC bedragen x € 1000
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Personeel Rente (zie financieringsfunctie) Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen en automatisering Operationeel Beheer Overige Opbrengsten Beschikking reserve saldo programma GMC financieringsfunctie Per saldo
Nadeel Voordeel 13 3 30 9 410 4 156 5 54 159 180
663 77
I/S I I I/S I I/S I I I I I
S
560
Toelichting Algemeen Het GMC is een dienstverlenende organisatie met een hoge graad van ICT-faciliteiten. Recent is de eerste vervangingsronde van ICT-faciliteiten doorlopen. Het GMC streeft ernaar om voorzieningen zo doelmatig mogelijk in te zetten. Bij de vervanging van ICT faciliteiten is integraal gekeken naar aspecten zoals hardware, firmware, systeem- en toepassingssoftware. Deze vervangingsronde heeft tot financiële voordelen geleid. Incidentele voordelen zijn ontstaan doordat de bestaande faciliteiten langer konden worden gebruikt. Daarnaast zijn structurele voordelen ontstaan. Deze structurele voordelen zijn gepresenteerd in de programmabegroting 2011 waarin het kostenvolume van het GMC met totaal € 170.000 is verlaagd. Deze lastenverlaging is in de begroting terug te vinden in de vorm van lagere rentelasten en ICT-lasten. Hieronder wordt per kostengroep een korte toelichting gegeven met betrekking tot de belangrijkste afwijkingen tussen de begroting en de jaarrekening. 1. Personeel De personele lasten zijn € 13.000 (1 %) hoger dan geraamd. Dit nadeel houdt met name verband met inhuur van externen als gevolg van een langdurig zieke medewerker. Het nadeel van hogere personele lasten wordt ruimschoots gecompenseerd door personele opbrengsten (totaal € 54.000) in verband met ziekte, ouderschapsverlof en RPU (Regeling Partieel Uittreden). 3. Opleiding en vorming De raming voor opleiding en vorming is met € 3.000 (6 %) overschreden. Deze overschrijding hield verband met het onderzoek in het kader van de verdere integratiemogelijkheden van meldkamerprocessen. 4. Huisvesting De huisvestingslasten zijn € 30.000 (4 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit kostenvoordeel is voor een deel (€ 6.000) een administratief voordeel. De schoonmaak kosten van de drank automaten werd tot en met 2009 verantwoord onder de kostengroep huisvesting. Met ingang van 2010 zijn nieuwe drank automaten aangeschaft en de schoonmaak anders georganiseerd. Hierbij zijn de schoonmaakkosten, evenals de kosten van de automaten, voortaan onder de kostengroep beheer verantwoord. Daarnaast is een financieel voordeel ontstaan doordat het bezwaar van het GMC tegen de WOZ-waarde van het GMC-pand is gehonoreerd waardoor de onroerend zaak belasting met circa € 5.000 is verlaagd. Het resterende voordeel betreft lagere kosten van de herinrichting van het GMC en lagere overige huisvestingskosten van totaal € 20.000. 65
5. Vervoer De kosten van vervoer zijn € 9.000 (56 %) lager dan geraamd. Dit voordeel houdt verband met een financieel afrekeningsvoordeel over voorgaande jaren en het gebruik van 2 oudere voertuigen waardoor de vaste lasten beperkt zijn. 6. Verbindingen en automatisering De kosten van verbindingen en automatisering zijn totaal € 410.000 (31 %) lager dan geraamd. De achtergrond van dit financieel voordeel is divers. De incidentele en structurele voordelen zijn verwerkt in de programmabegroting 2011. In grote lijnen houdt dit voordeel verband met de volgende factoren: 6.a. Implementatie nieuw beleid Het nieuwe beleid met betrekking tot uitwijk van de meldkamer is in de loop der tijd op een andere substantieel goedkopere manier ingevuld. Hierdoor is ten opzichte van de begroting bijna € 60.000 bespaard. Zekerheid omtrent dit financiële voordeel van het landelijke project MUST (Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Taakondersteuning) is eerst medio 2010 ontstaan. 6.b. Vervangingsvoordelen Als gevolg van het doorlopen van de eerste vervangingsronde is een structureel financieel voordeel ontstaan van totaal € 130.000. 6.c. Langer gebruik faciliteiten Gedurende 2010 is een incidenteel voordeel ontstaan van € 150.000 doordat ICT-faciliteiten op een later moment zijn vervangen. Daarnaast is een voordeel ontstaan doordat ultimo 2010 de telefooncentrale nog niet is vervangen. Het voordeel van het langer gebruiken van deze centrale bedraagt circa € 70.000. 7. Beheer/overige De overige- en beheerkosten zijn per saldo € 150.000 (70 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel houdt voornamelijk (voor € 162.500) verband met lagere kosten van doorontwikkeling van het GMC. Voor kosten van doorontwikkeling bedroeg het budget (vanuit de bestemmingsreserve) € 170.000. Aan de doorontwikkeling van het GMC zijn gedurende 2010 beperkte kosten besteed (€ 7.500 aan kosten van externe inhuur). Dit voordeel wordt overigens gecompenseerd door een nadeel door een lagere beschikking uit de bestemmingsreserves (zie 9). Het resterende verschil van € 12.500 betreft voor € 6.000 een administratief verschil (de schoonmaakkosten van de drank automaten zijn onder deze post verantwoord) en voor € 6.000 hogere kosten van met name het verbruik van deze automaten. 8. Opbrengsten De extra opbrengsten bestaan uit personele baten van totaal € 60.000 in verband met ouderschapsverlof, RPU en inkomsten in verband met een langdurig zieke medewerker. Daarnaast is een financieel afrekeningsvoordeel van ICT faciliteiten over voorgaande jaren verantwoord van € 6.000. Tegenover deze voordelen (van € 66.000) staat een nadeel van € 12.000 doordat, conform het bestuursbesluit, geen hogere bijdrage is berekend op basis van de groei van het aantal inwoners. 9. Beschikking bestemmingsreserves In de begroting waren ramingen opgenomen voor incidentele uitgaven ten behoeve van de doorontwikkeling van het pand (€ 160.000) en het GMC (€ 170.000). De werkelijke uitgaven waren over 2010 € 156.000 respectievelijk € 7.500, totaal € 163.500. Deze uitgaven zijn financieel gedekt middels een beschikking over de bestemmingsreserve. Analoog aan de lagere uitgaven is totaal € 166.500 (€ 330.000 - € 163.500) minder over de bestemmingsreserves beschikt dan geraamd. Tegenover dit nadeel van een lagere beschikking staat een financieel voordeel van € 8.000 als gevolg van de vrijval van bestemmingsreserves. Analoog aan het bestuursbesluit zijn de geringe restant saldi van bestemmingsreserves uit vorige jaren van totaal € 8.000 ten gunste van de exploitatie verantwoord. Saldo financieringsfunctie (Rente) Gedurende 2010 is een voordeel ontstaan op de rentelasten van € 77.000 (29 %). Dit voordeel houdt verband met uitstel van investeringen, batige saldi en de financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. In de begroting 2010 was uitgegaan van herfinanciering van een langlopende lening voor € 1 miljoen. Gezien de actuele ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. 66
Incidentele baten en lasten > € 50.000 GMC Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering.
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2010 > € 50.000 bedragen x € 1000
Nadeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Personeel Rente Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen en automatisering Operationeel Beheer Overige Opbrengsten Beschikking reserve
I/S
220
I
156
I
54
I I
159 159
Per saldo
Voordeel
430 271
67
5.3.3 Toelichting op balans per 31 december 2010 ACTIVA De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van meer dan een jaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN Gedurende het boekjaar is voor € 647.622 geïnvesteerd. De grootste investeringen zijn de aanschaf van 3 dienstauto’s en 3 haakarmvoertuigen waarvan 1 haakarmvoertuig met subsidie vanuit BZK. De aanschaf van 3 dienstauto’s is doorgeschoven naar 2011 om aan te sluiten bij een landelijke tender voor dienstvoertuigen die door de KLPD reeds is opgestart. Verder is de aanschaf van 1 vorkheftruck en 1 warmtebeeldcamera doorgeschoven naar 2011 waarbij nut en noodzaak met het oog op de regionalisering kritisch zal worden bezien.
Financiële vaste activa BBN De financiële vaste activa betreft de financiële bijdragen voor het opwaarderen van een hulpverleningsvoertuig van HV2 tot HV1 van de gemeente Heusden en de gemeente Cuijk. Het verloop van de activa in 2010 kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN bedragen * € 1
Boekwaarde
Vervoermiddelen Machines, apparaten, installaties Overige materiële vaste activa Materiële vaste activa
Investeringen/
31-12-2009 desinvesteringen 825.990 1.324.039 86.939 523.258 560.683 2.673.287 647.622
Afschrijvingen
141.110 490.929 60.095 692.134
Boekwaarde 31-12-2010 684.880 920.049 1.023.846 2.628.775
Financiële vaste activa BBN bedragen * € 1
Vervoermiddelen Financiële vaste activa
Totaal vaste activa
Boekwaarde Investeringen/ 31-12-2009 desinvesteringen 146.861 146.861 0
2.820.148
647.622
Afschrijvingen 11.333 11.333
Boekwaarde 31-12-2010 135.528 135.528
703.467
2.764.303
68
Vaste activa GMC De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van meer dan een jaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: Gedurende 2010 is voor bijna € 665.000 (2009 ruim € 490.000) geïnvesteerd. De investeringen vallen lager uit dan geraamd. In 2010 zijn nog niet alle voorgenomen investeringen gerealiseerd. Daarnaast is de aanschaf van enkele ICT-faciliteiten financieel voordeliger geëffectueerd zodat het investeringskrediet niet volledig hoeft te worden besteed. Het verloop kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa GMC bedragen * € 1
gronden en terreinen bedrijfsgebouwen vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa totaal
Boekwaarde 31-12-2009 247.257 3.389.505 644 1.022.663 764.330
Investeringen/ desinvesteringen 663.845
5.424.399
663.845
Afschrijvingen 101.276 644 118.581 234.465
Boekwaarde 31-12-2010 247.257 3.288.229 904.082 1.193.710
454.966
5.633.278
Investeringskredieten en investeringen GMC bedragen * € 1.000
A B Toegekend Besteed t/m krediet voorgaand boekjaar Onderwerp 3.33 3.34
Opleiding en vorming Huisvesting - Grond - Gebouwen - Installaties - Inventaris - Onderhanden werk 3.35 Vervoer 3.36 Verbindingen & automatisering - Infrastructuur GMC - Investeringen C2000 3.37 Geweldmiddelen en uitrusting 3.38 Operationele aktiviteiten 3.39 Beheer 3.310 Overige vaste activia TOTAAL
12
0
C Restant krediet begin boekjaar
15
D Besteed bedrag in boekjaar
14
E Totaal besteed t/m boekjaar
14
13
14
14
15 0 -2
636 636
0 640 563 77
640 563 77
20 438 73 365
17
10
10
7
668
664
664
478
15 12 20 442
0
442
0 474
0
F Restant krediet
69
Vlottende activa De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Vlottende activa BBN bedragen * € 1
Soort vordering Vorderingen openbare lichamen Overige vorderingen Totaal
Saldo per 31-12-2009 541.547 48.882 590.429
Saldo per 31-12-2010 174.565 109.849 284.414
Saldo 31-12-2009 488.841 1.191 490.032
Saldo 31-12-2010 4.195 111.299 115.494
Vlottende activa GMC bedragen * € 1
Soort vordering Vorderingen openbare lichamen Overige vorderingen Totaal
Er zijn geen oninbare vorderingen. De vooruitbetaalde posten hebben grotendeels betrekking op telematicaposten en ICT support.
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen kent de volgende componenten:
Liquide middelen BBN bedragen * € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi Girosaldi Totaal
Saldo 31-12-2009 2.327 1.056.752 192 1.059.271
Saldo 31-12-2010 418 2.268.056 398 2.268.872
Saldo 31-12-2009 250 48.822 49.072
Saldo 31-12-2010 250 42.504 42.754
Liquide middelen GMC bedragen * € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi Totaal
Het tegoed in de rekening courant met de politie ad € 470.250 per 31 december 2009 is opgenomen onder de vorderingen op openbare lichamen. De schuld ad € 688.166 per 31 december 2010 is opgenomen onder de kortlopende schulden volgens BBV voorschriften. 70
Overlopende activa Onderstaande specificatie geeft de opbouw van de saldi weer: bedragen * € 1
Specifieke uitkeringen BZK subsidie opleiding BZK subsidie Haakarmvoertuig Subsidie Brabant Veiliger Totaal vorderingen specifieke uitkeringen
Saldo 31-12-2009 12.500 28.000 124.750 165.250
Vermindering 2010 12.500 124.750 137.250
Vermeerdering 2010 2.645 124.336 126.981
Saldo 31-12-2010 30.645 124.336 154.981
bedragen * € 1
Nog te ontvangen Dubieuze debiteuren Rente Brandmeldinstallaties Doorbelasting Gemeenten Diversen (incl. tussenrekeningen)
Nog te ontvangen opleidingen Gemeente/NVBR/Nibra/BZK
Vooruitbetaald Diverse verzekeringen Diversen
Vooruitbetaald opleidingen Opleidingen modulair Voorfinanciering ESF 3
Totaal overige activa
Saldo 31-12-2009
Saldo 31-12-2010
22.102 35.362 30.158 13.945 101.567
28.409 288.669 38.904 355.982
78.176 78.176
180 180
1.573 563 2.136
1.573 17.235 18.808
93.042 4.000 97.042
84.499 4.000 88.499
278.921
463.469
Overlopende Activa GMC Niet van toepassing.
71
PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:
Eigen vermogen BBN bedragen * € 1
Soort saldo
Saldo 31-12-2009 615.856 1.262.741 27.168 1.905.765
Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Totaal
Saldo 31-12-2010 643.024 2.271.653 227.526 3.142.203
Eigen vermogen GMC bedragen * € 1
Soort saldo
Saldo 31-12-2009 101.999 124.666 333.656 264.772 323.610 56.784 37.856 1.243.343
Algemene reserve, 21 gemeenten Algemene reserve, Politie Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat GMC, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat GMC, Politie Nog te bestemmen resultaat C2000, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat C2000, Politie Totaal
Saldo 31-12-2010 101.999 124.666 161.787 225.704 275.862 34.783 23.188 947.989
Analoog aan de begroting is bij het GMC onderscheid gemaakt tussen het GMC sec en C2000. Het batig saldo ad € 560.000 is, analoog aan de verdeelsleutels in de begroting (45/55 respectievelijk 60/40 gemeenten/politie) verdeeld. Reserves
Reserves BBN bedragen * € 1
Omschrijving Algemene reserve:
Saldo 31-12-2009 615.856 615.856 27.168
Onttrekkingen
Dotaties
-
-
Resultaat
Saldo 31-12-2010 27.168 643.024 27.168 643.024 27.168227.526 227.526
Te verdelen resultaat 2009 Te verdelen resultaat 2010 Bestemmingsreserves: Vervanging regionale voertuigen 5.107 Huisvesting 404.292 Rampenbestrijding 112.899 Repressie Bijstand (GWT/THV/OGS/COH)74.688 Realistisch oefenen 55.928 Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs101.414 BZK Materieel haakarmvoertuig 140.000 Convenantsgelden veiligheidsregio 368.413 Subtotaal 1.262.741
2.645 2.026.133 2.151.962
73.396 3.110 892.517 1.143.050
-
359.346 18.780 94.833 129.112 28.018 139.535 1.502.029 2.271.653
Totaal reserves
2.151.962
1.143.050
227.526
3.142.203
1.905.765
50.000 73.184
5.107 44.946 94.119 29.855
72
Algemene reserve BBN De algemene reserve dient om onvoorziene risico’s op te vangen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2010 € 643.024. Conform besluit wordt een minimum- en maximumniveau aangehouden van 5% tot maximaal 7% van het exploitatietotaal. Dat betekent dat de bandbreedte tussen de € 564.000 en € 790.000 (gebaseerd op het exploitatietotaal van € 11,29 miljoen in de beleidsbegroting 2010 ná wijzigingen) bedraagt. Resultaat BBN Het resultaat over 2009 bedroeg € 27.168 voordelig. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met een toevoeging van dit resultaat aan de algemene reserve waardoor deze per 31-12-2010 € 643.024 bedraagt. Een voorstel voor de resultaatverdeling 2010 ad € 227.526 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd. Bestemmingsreserves BBN Reserve vervanging regionale voertuigen BBN Deze reserve heeft als bestemming gedurende de 10 opeenvolgende jaren tot en met 2010 gefaseerd de kapitaallasten van het chassis incl. schuimblushaakarmbakken te dekken. Dit jaar is het restant ad € 5.107 onttrokken. Reserve huisvesting BBN Deze reserve is in 2007 gevormd ter dekking van de kapitaallasten van de huisvestingskosten van het pand Orthenseweg ‘s Hertogenbosch (AB 23 06 2004). De reserve is toereikend voor de dekking van deze kapitaallasten. Aan het einde van de afschrijvingstermijn resteren er geen middelen in de reserve. Reserve rampenbestrijding BBN Ten laste van deze reserve worden de kosten van de programmamanager voor het veiligheidsbureau gebracht. In 2011 zal het restant aangewend worden. Reserve repressie bijstand (GWT/THV/OGS/COH) Het bestuur heeft in 2008 ingestemd met de vorming van de bestemmingsreserve repressie vergoedingen bijstand om de lasten gelijkmatig over de jaren te kunnen verdelen. In 2008 en 2009 wordt €25.875 incidenteel extra per jaar gestort om een risicobuffer te vormen. De jaarlijkse structurele storting is met ingang van 2008 vastgesteld op €50.000 (geïndexeerd). Het plafond van de voorziening is vastgesteld op €125.000. In 2010 is € 29.855 uitgegeven ten laste van de reserve. Reserve realistisch oefenen BBN Deze reserve is bedoeld voor de vierjaarlijkse operationele training officieren. Jaarlijks wordt € 73.184 (prijsgeïndexeerd) gedoteerd aan de reserve. Eenmaal in de vier jaar wordt de reserve aangewend ter dekking van de werkelijke uitgaven. Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs Voor de periode september 2005 tot en met december 2007 heeft Brandweer Brabant Noord, via de NVBR, een aanvraag ingediend voor ESF subsidie. Daarnaast kan er jaarlijks tot en met 2013 een nieuwe aanvraag voor ESF subsidie worden ingediend. De gelden die hierbij beschikbaar komen worden besteed aan de verbetering van het brandweeronderwijs. Op 2 april 2008 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de vorming van de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs en wel om de volgende drie redenen: • De inkomsten lopen door de jaren heen niet gelijk aan de uitgaven; • Doel is de ESF gelden specifiek te besteden aan Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs; • De hoogte van de middelen en het moment van vaststellen van de subsidie is vooraf niet exact bekend. In 2010 werd € 73.396 uitgegeven ten laste van de reserve. Reserve materieel BZK Ter vervanging van materieel brandweercompagnieën is in 2010 een vaststellingsbeschikking van € 142.645 van BZK ontvangen. Deze middelen zijn bestemd voor de vervanging van een haakarmvoertuig uit de compagnie in 2010. BZK hanteert een afschrijftermijn van 20 jaar. De investering zal worden geactiveerd. Ter dekking van de afschrijving zal jaarlijks 1/20e deel van reserve vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve materieel BZK ter dekking van de afschrijving haakarmvoertuig brandweercompagnie. Daarmee blijft de investering en de bijdrage van BZK zichtbaar over gebruiksduur. De aanschaf van het haakarmvoertuig heeft in 2010 plaatsgevonden.
73
Reserve convenantgelden Veiligheidsregio Naar aanleiding van de ondertekening van het convenant Veiligheidsregio 2008-2009 d.d. 9 juli 2008, heeft BZK de Veiligheidsregio een incidentele bijdrage van € 1.468.765 toegezegd. Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve Convenantgelden Veiligheidsregio en de reserve in te zetten voor de totstandkoming van de in het convenant genoemde doelstellingen. In 2009 is door het AB besloten tot een extra dotatie ad € 127.661 uit vrijgevallen voorzieningen bij BBN. In 2010 is een incidentele bijdrage vanuit BZK toegevoegd ad € 250.000 en een extra storting vanuit de verhoging van de BDUR ad € 1.041.750. Per 31 december 2010 is de stand van de reserve € 1.502.029. In 2010 werd € 892.517 ten laste van de reserve gebracht. In 2011 en 2012 zal dit conform een uitgezet stappenplan voor de regionalisering van de brandweer worden uitgegeven. Reserves GHOR bedragen * € 1
Omschrijving
Saldo 31-12-2009
Dotaties
Resultaat
Subtotaal
150.000
-
150.000
291.739
Saldo 31-12-2010 291.739 291.739
Totaal reserves
150.000
-
150.000
291.739
291.739
Onttrekkingen
Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2009 Te verdelen resultaat 2010 Bestemmingsreserves: Reserve opleiden officieren Reserve actualiseren opschaling en BHV Reserve opleiden GHOR bureau medewerkers Reserve organisatieontwikkelingen Reserve bovenformatieve inzet
120.425
120.425-
-
291.739
29.575 31.500 8.925 50.000 30.000
29.575 31.500 8.925 50.000 30.000
Het resultaat van 2009 is in 2010 besteed aan diverse activiteiten beschreven in een voorstel dat in juli 2010 is goedgekeurd door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio. Een voorstel voor de resultaatverdeling 2010 ad € 291.739 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd.
Reserves GMC bedragen * € 1
Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2007 Te verdelen resultaat 2008 Te verdelen resultaat 2009 Te verdelen resultaat 2010 Bestemmingsreserves: Incidentele uitgaven (2006) Doorontwikkeling GMC (2007) Doorontwikkeling huisvesting (2008)
Saldo 31-12-2009 226.665 226.665 811 18 683.022
Onttrekkingen
Dotaties
-
811 18
Restitutie partners -
Resultaat
-
683.022 559.537
3.739 169.270 159.818
3.739 7.483 159.818
Saldo 31-12-2010 226.665 226.665 559.537 161.787 -
Subtotaal
1.016.678
-
171.869
683.022
559.537
721.324
Totaal reserves
1.243.343
-
171.869
683.022
559.537
947.989
Algemene reserve GMC De algemene reserve is opgebouwd uit de voordelige saldi over 2001 t/m 2003. Deze reserve wordt binnen de doelstellingen van het GMC aangewend ter dekking van onvoorziene kosten. Ultimo 2004 is besloten dat de omvang van de algemene reserve maximaal 7% van het lastenvolume mag bedragen.
74
Bestemmingsreserves Naast deze algemene reserve zijn bij de behandeling van de jaarrekeningen 2006 tot en met 2008 bestemmingsreserves gevormd. Deze bestemmingsreserves zijn gevormd in verband met de discussie rondom financiële dekking van nieuw beleid zoals opgenomen in het (concept)beleidsplan 2008, de implementatiemogelijkheden van een front- en back office alsmede incidentele uitgaven tengevolge van aanbevelingen voortvloeiende uit de algemene doorlichting rampenbestrijding. Deze bestemmingsreserves worden aangewend ter dekking van incidentele projectuitgaven. Gelet op de onduidelijkheid omtrent de ontwikkelingen rondom schaalvergroting etc. is gedurende 2010 terughoudend beleid gevoerd met het (verder) aanwenden van deze bestemmingsreserves. Het bestuur heeft reeds ingestemd om een deel van de batige saldi uit voorgaande jaren te bestemmen voor incidentele uitgaven, doorontwikkeling van het GMC en beleidsintensivering. Gedurende 2010 is totaal circa € 163.000 in dit kader uitgegeven. Gelet op de ontwikkelingen rondom schaalvergroting etc. wordt een terughoudend beleid gevoerd rondom de verdere besteding van deze gelden. Analoog aan het bestuursbesluit van 2011 zijn de geringe restantsaldi van bestemmingsreserves uit voorgaande jaren van totaal € 8.000 ten gunste van de exploitatierekening verantwoord. Voorzieningen
Voorzieningen BBN bedragen * € 1
Omschrijving FLO Detacheringen Personeel Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2009 107.746 160.000 406.119 673.865
Dotaties
Uitgaven
9.024 304.221 313.245
Vrijval 63.604
109.501 109.501
63.604
Saldo 31-12-2010 53.166 160.000 600.839 814.005
Voorziening FLO Deze voorziening dient om de kosten van personeel dat met functioneel leeftijdsontslag (FLO) is en/of gaat te kunnen bekostigen. Door voortijdig vertrek van een functionaris kan een bedrag van € 63.604 vrijvallen. Voorziening Detacheringen In 2006 en 2007 zijn er verschillende detacheringscontracten afgesloten. Op de werkelijke salariskosten zat een opslag van 31%. Deze opslag is substantieel hoger dan de werkelijke bijkomende kosten (uitvoeringskosten, opleidingen en dergelijke). In overleg met de inleners, een aantal deelnemende gemeenten, zal de opslag opnieuw worden bezien, waarbij het teveel in rekening gebrachte zal worden gerestitueerd. Het te restitueren bedrag wordt geschat op € 160.000. Begin 2011 zullen deze bedragen worden gerestitueerd. Voorziening personeel Deze voorziening is gevormd op basis van afspraken en latente verplichtingen welke met (ex-)personeelsleden gemaakt zijn en die in de toekomst een betalingsverplichting tot gevolg hebben. De voorziening is toereikend voor bestaande afspraken.
Voorzieningen GMC bedragen * € 1
Omschrijving Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2009 141.276 141.276
Dotaties
Uitgaven
23.000 23.000
28.107 28.107
Vrijval
-
Saldo 31-12-2010 136.169 136.169
Voorziening onderhoud Deze voorziening dient om de kosten van groot onderhoud te kunnen dragen zonder dat de bijdrage per inwoner daardoor gaat fluctueren. De uitgaven in 2010 hebben betrekking op onderhoud rondom toegangsbeveiliging en de no break installatie. 75
Langlopende schulden
Langlopende schulden GMC 1 Nr.
2 Naam geldgever
1 2 3 5
B.N.G.
3 Datum Bestuursbesluit
4 Soort geldlening
onderhands
5 Datum opname geldlening
6 Looptijd
7 Annuïteit
8 9 10 11*) 12 13 14 Oorspr. Restant Nieuw aan Aflossing Restant Rente Rente Bedrag geldlening te trekken 2010 geldlening percentage Boekjaar geldlening Lang. geldlening Lang. Schuld Schuld 01-01-2010 31-12-2010 2010 18-12-03 10 jaar n.v.t. 3.100 2.635 n.v.t. 78 2.557 4,46% 116 18-12-03 10 jaar n.v.t. 1.600 960 n.v.t. 107 853 4,28% 39 18-12-03 10 jaar n.v.t. 400 160 n.v.t. 40 120 4,08% 6 24-12-07 3 jaar n.v.t. 500 500 500 4,63% 23 5.600 4.255 725 3.530 184 Waarvan af te lossen op korte termijn (2011) 225 3.305
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar saldo vermeerdering 31 12 2009 onderhandse leningen 4.319.085 -
aflossingen
saldo 31 12 2010 788.485 3.530.600
In de begroting 2010 was uitgegaan van herfinanciering van een langlopende lening voor € 1 miljoen. Gezien de actuele ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. In dit kader is het saldo in rekening-courant van de politie gedurende 2010 gewijzigd van een vordering van € 470.000 naar een schuld van € 688.000. Ultimo 2010 was de kortlopende rente circa 1 %. Ten opzichte van de rente van bovenstaande langlopende leningen (van 4 tot 4,5 %) bedraagt het rente voordeel van financiering met kortlopende middelen circa 3 tot 3,5 %. Bij een lening van € 1 miljoen bedraagt het jaarlijks financieel voordeel € 30.000 tot € 35.000.
Vlottende passiva
Vlottende passiva BBN Naast de crediteuren per 31 december 2009 € 871.289 en per 31 december 2010 € 502.748 bestaat deze post uit de overlopende passiva.
Vlottende passiva GMC Naast de crediteuren per 31 december 2009 € 50.000 en per 31 december 2010 € 125.000 bestaat deze post uit de rekening courantschuld bij de politie ad € 688.166 en de overlopende passiva.
76
Overlopende passiva bedragen * € 1
Specifieke uitkeringen A&O fonds RMD traject BZK BDUR Incidentele bijdrage 2010 Stimuleringsbijdrage provincie 2010/2011 Totaal voorschotten specifieke uitkeringen
Saldo 31-12-2009 5.408 250.000 255.408
Vermindering 2010 5.408 250.000 13.969 269.377
Vermeerdering 2010
Saldo 31-12-2010
45.385 45.385
31.416 31.416
bedragen * € 1
Nog te betalen algemeen Belastingdienst ABP Salarissen Piketkosten en ROL Personeel Diverse gemeenten Diverse crediteuren Diverse incl BTW GGD
Nog te betalen opleidingen Opleidingen modulair
31-12-2009 187.414 61.673 398.524 138.441 32.928 38.195 3.435 45.532 906.142
31-12-2010 230.777 68.151 1.546 331.498 79.947 143.890 49.741 32.858 29.575 967.983
2.651 2.651
24.528 24.528
0
14.150 27.638 41.788
298.376 298.376
411.360 411.360
521 521
0
1.207.690
1.445.659
Vooruit ontvangen algemeen UWV doorbetalingen Gemeentelijke bijdragen
Vooruit ontvangen opleidingen Opleidingen modulair
Toe te wijzen cash flow Diverse
Totaal overige passiva
Overlopende passiva GMC bedragen * € 1
Overlopende passiva Nog te betalen posten VtSPN
31-12-2009 67.154 142.500 209.654
31-12-2010 173.711 189.470 363.181
77
Bijlage 1: Accountantsverklaring Wordt later door financiën toegevoegd
78
V&J
A2
Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen, artikelen 8 en 10
Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)
Veiligheidsregio's
Besteding 2010
Besluit veiligheidsregio's artikelen 8.3 en 8.4
I&M
E9B
Programma Externe Veiligheid (EV)
Provinciale beschikking en/of verordening
Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage 2: Single information single audit
Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt
Zie Nota baten-lastenstelsel
Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 4.201.649 Besteding 2010 ten laste van provinciale middelen
Eindverantwoording ja/nee
Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
€ 124.336 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Percentage van de verstrekte bijdrage 2010 dat is gebruikt voor het in dienst nemen vast personeel EV
Toelichting afwijking
Aard controle n.v.t.
Aard controle D2
Aard controle n.v.t.
Zie Nota baten-lastenstelsel
1 1620721-C2001930
100,00%
BDUR 2010 BBN Kw 1 Kw 2 Kw 3 Kw 4 CVG BTW
GHOR
Totaal
726.135,00 726.135,00 726.135,00 648.885,00 124.586,00 142.519,00
257.501,00 257.501,00 257.501,00 334.751,00 -
983.636,00 983.636,00 983.636,00 983.636,00 124.586,00 142.519,00
3.094.395,00
1.107.254,00
4.201.649,00
Externe Veiligheid Werkelijke kosten BRZO Externe Veiligheid Risicocommunicatie
Provinciale subsidie
52.151 101.564 16.836
7.500 100.000 16.836
170.551
124.336
79
Bijlage 3: BBN - Kengetallen Proactie: Overzicht BRZO-bedrijven Brabant-Noord in 2010 Bedrijven krijgen te maken met het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO ’99) als er volgens de milieuvergunning een grotere hoeveelheid gevaarlijke stof is dan één van de twee in het BRZO ’99 genoemde drempelwaarden. Als een bedrijf de laagste drempelwaarde in het BRZO ‘99 overschrijdt, moet het een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) hebben en een Veiligheidsbeheersysteem (VBS) voeren. Als een bedrijf ook de tweede, en hoogste, drempelwaarde overschrijdt, moet het naast het hebben van een PBZO-beleid en VBS ook een veiligheidsrapport (VR) opstellen.
BRZO '99 status
Inrichting/bedrijf (per 31 december 2010)
Gemeente
OWTC
Cuijk
PBZO
Koninklijke Sanders
Heusden
PBZO
Gasunie Ravenstein
Oss
VR
Unipol Holland
Oss
VR
Oliecentrale Nederland
‘s-Hertogenbosch
PBZO
Enthone BV
‘s-Hertogenbosch
PBZO
Schering Plough (Organon De Geer)
Oss
VR
Stork Prints
Boxmeer
VR
Schering Plough (Organon Moleneind)
Oss
VR
Cafferata Vuurwerk BV
Uden
PBZO
Alliance BV
Heusden
PBZO
Preventie: Overzicht regionale preventie richtlijnen en leidraden vastgesteld in 2010 Omschrijving Checklist bij de uitvoering van het Gebruiksbesluit Voorbereiding tot richtlijn voor grootschalige evenementen
Preventie: Overzicht bijeenkomsten kennisoverdracht, themabijeenkomsten in 2010 Omschrijving Bijeenkomst “Certificering bestaande Brandmeldinstallaties”
80
Preparatie en Veiligheidsbureau: Oefeningen en inzetten in 2010
Monodisciplinair oefenprogramma aantal groepen/ oefening oefeningen 0 Bevelvoerderstraining 1 week Zweden 12 Virtuele oefening Officier van Dienst 1 Praktijktraining 1 week Officier van Dienst 6 Grootwatertransport 6 Schuimblushaakarm 6 Teams Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen 6 Gecombineerde oefening voor de meetplanleider en de meetploegen 2 Reanimatie OvD/HOvD/CvD 4 Monodisciplinaire oefendag voor meldkamer brandweer 6 Mono doe-het-zelf instructieprogramma 6 Grootschalige hulpverlening
Multidisciplinair oefenprogramma aantal groepen/ oefening oefeningen 2 Basisopleiding rampenbestrijding voor nieuwe (gemeentelijke) functionarissen 1 Bestuurlijke oefening voor regionaal beleidsteam (RBT) 0 Bestuurlijke oefening voor de gemeentelijke beleidsteams (GBT) 6 Bestuurlijke oefening voor de gemeentelijke management teams (GMT) 4 Combinatieoefening Commando Plaats Incident (CoPI) en Operationeel team (OT) 5 Virtuele training voor officieren van dienst brandweer, politie en GHOR 1 Virtuele training in het kader van rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel 2 Multidisciplinaire oefendag voor de meldkamers van brandweer, politie en GHOR
Operationele informatievoorziening Inzetten van het Integrated Staff Information System Aantal Reden van opschaling 2 Middelbrand 6 Grote brand 2 Zeer grote brand 6 Inzet hulpverlening 1 Treinincident 5 Protocol verdachte objecten 3 Openbare orde 4 Technisch grootschalig onderzoek politie 29 Totaal
81
Opleidingen:
Code
Benaming module
204 Hulpverlener
Aantal Slagingsper- Aantal Aantal Slagingsper- Trend geslaagden centage cursisten geslaagden centage 2009-2010 2009-2010 2008-2009 2008-2009 2008-2009 ↑ 60 55 92% 42 42 100% ↑ 31 30 97% 37 37 100% ↑ 53 53 100% 42 42 100%
207 Gaspakdrager
13
13
100%
209 Repressie
45
45
100%
301 Organisatie en leidinggeven
39
38
97%
302 Repressie
36
36
100%
0
0
n.v.t.
8
8
100%
305 Hulpverlening
38
38
401 Verbranding en blussing
30
402 Organisatie
100 Manschappen 203 Pompbediener
Aantal cursisten 2009-2010
0
0
n.v.t.
52
52
100%
↑
36
34
94%
↑
38
36
95%
↑
8
7
88%
↓
0
0
n.v.t.
100%
40
36
90%
↑
100%
12
11
92%
↓
30 29
100%
25
25
100%
↔
29 30
27
100%
27
27
100%
↔
403 Gevaarlijke stoffen
29
28
96%
28
27
96%
↑
404 Repressie
32
32
100%
21
20
95%
↑
405 Sociale vaardigheden
32
32
100%
12
12
100%
↑
406 Materieel 001 Instructeur
17
17
100%
25
24
96%
501 Sociale vaardigheden
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
n.v.t.
502 Organisatie
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
n.v.t.
508 Repressie
0
0
n.v.t.
11
10
91%
17
17
100%
21
21
100%
11
11
100%
↔ n.v.t.
303 Preventiecontrolefunctionaris Verkenner gevaarlijke 304 stoffen
017/008 Brandweerchauffeur Emotionele opvang na EMO traumatische ervaring OL Oefenleider
23
23
100%
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
002 Duiker theorie
0
003 Duiker binnenwater
0
004 Duiker buitenwater
8
0 0
016s-h
Hercertificering DPL
016 Duikploegleider 408 Tankincidenten examen 409 Petrochemie examen Totalen
11 8
8
0
0
0
0
0
0
553
529
↔ ↔
0
n.v.t.
9
7
78%
0
0
n.v.t.
4
4
100%
100%
5
5
100%
↔
n.v.t.
7
5
71%
n.v.t.
n.v.t.
0
0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0
0
n.v.t.
n.v.t.
96%
810
704
87%
↑
100%
11 002s-h Hercertificering duiker
↑
0
n.v.t. n.v.t.
8
n.v.t.
100%
↓
82
Leergangen COO 2009-2010 Aantal cursisten
Aantal 2 geslaagd Percentage
HOVD Hoofdofficier van Dienst
0
0
n.v.t.
OVD
Officier van Dienst
0
0
n.v.t.
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen
1
0
n.v.t.
OM
Operationeel manager
1
0
n.v.t.
TM
Tactisch manager
0
0
n.v.t.
ABB
Adviseur beleid en bestuur
0
0
n.v.t.
SRV
Specialist risico en veiligheid
1
0
n.v.t.
SOO
Specialist opleiden en oefenen
3
0
n.v.t.
SBP
Specialist brandpreventie
2
0
n.v.t.
SPR
Specialist planvorming en rampenbestr.
1
0
n.v.t.
Totalen
Ondersteuning: Overzicht mantelovereenkomsten Tankautospuit 4 x 2 Tankautospuit 4 x 4 Hulpverleningsvoertuig 1 Hulpverleningsvoertuig 2 Helmen & Adembescherming Uitrukkleding Uitruklaarzen Redgereedschap Warmtebeeldcamera Uitgaanskleding Training brandweerchauffeur
9
n.v.t.
n.v.t.
Aantal cursisten 1
Aantal geslaagd 1
Percentage Trend
3
3
100%
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
3
??
n.v.t.
1
1
100%
1
1
100%
1
1
100%
3
3
100%
0
0
n.v.t.
13
??
??
100%
Europees aanbesteed Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee
2
De percentages, die hier weergegeven worden, zijn enigszins gekleurd, omdat een deel van de deelnemers nog geen examen gedaan hebben en dus nog studerend zijn.
83
Bijlage 4: GHOR- Kengetallen Inzetten per gemeente Sleutelfunctionarissen en MMT Heli in 2010 Gemeente binnen subregio 1 s-Hertogenbosch Bernheze Oss Vught Boxtel Heusden Schijndel St. Michielsgestel Haaren Maasdonk Lith
2008 54 23 52 28 21 18 14 13 20 19 11 273
2009 56 17 48 14 24 12 8 8 12 8 9 216
2010 68 25 48 19 16 18 8 9 10 18 4 243
Gemeente binnen subregio 2 Uden Veghel Cuyk St. Oedenrode St. Anthonis Landerd Boxmeer Grave Mill & St. Hubert Boekel
2008 39 43 28 8 10 19 19 7 12 12 197
2009 33 30 12 13 11 9 24 7 2 5 146
2010 26 27 15 13 11 8 17 8 5 17 147
Gemeente buiten regio Totaal
2008 6
2009 15
2010 5
Bijlage: evenementenadviezen In totaal zijn er 159 evenementenadviezen uitgegeven vanuit de GHOR in 2010 aan 16 gemeenten, te weten: Gemeente
Aantal
Bernheze Boekel Boxmeer Boxtel Cuijk Grave Haaren Heusden Landerd Maasdonk Mill & Sint Hubert Oss Schijndel ‘s-Hertogenbosch Sint-Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Uden Veghel Vught
1 12 4 16 7 9 2 47 15 2 8 4 16 10 3 3 -
Totaal
159 84
Bijlage 5: Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening 112-meldingen • De 112 meldingen komen binnen via vaste telefonie en – door tussenkomst van de meldkamer van de KLPD – via mobiele telefonie. De mobiele meldingen gaan rechtstreeks naar de meldtafels van de discipline, waarvan hulp gevraagd wordt. De 112 meldingen via de vaste telefonie worden opgenomen door de meldkamers van Politie en Brandweer. • Met betrekking tot de bereikbaarheid van 112 is in 2010 met een gemiddelde score van 95 % continu voldaan aan de norm om 90 % van de oproepen uit het vaste telefonie netwerk binnen 10 seconden te beantwoorden. • Aantal meldingen (vast en mobiel; voor de drie disciplines): 63.654 Dit is een afname van 5% t.o.v. 2009 Meldkamer politie • Meer geregistreerde prio 1-meldingen (+15 % t.o.v. 2009) • Sturing op de beperking van de overschrijding reactietijd prioriteit 1 meldingen. Het aantal prio 1-meldingen bedroeg 5907 met een gemiddelde reactietijd van 07:51 minuten. Dit is gemiddeld 33 seconden langzamer dan vorig jaar, echter ruim binnen de norm van 15 minuten. Het aantal overschrijdingen is met 5,4% net boven de doelstelling van 5%. Callcenter politie • Service-level voor aantal telefoongesprekken (0900-8844 en intern) is 76,8%. • Vanaf 2003 tot vorig jaar is er een sterke afname van het aantal gesprekken geweest (17%). Deze daling zet zich in 2010 voort (-5% t.o.v. 2009). • Er is een duidelijke tendens waar te nemen dat de gesprekken gecompliceerder worden. In het kader van het project tevredenheidonderzoek laatste politiecontact wordt van een melding steeds meer informatie vastgelegd.
Meldkamer ambulancevoorziening. De Meldkamer Ambulancezorg heeft met de zorgverzekeraars een prestatiecontract afgesloten. De afspraak voor de totale reactietijd bij A1-meldingen voor 2010 bedroeg 6%, er werd 6,8% gerealiseerd. Voor de meldingsverwerkingstijd A1 bedroeg de afspraak 18,5% en was de realisatie 20,8%. De gemiddelde meldingsverwerkingstijd bedroeg 1:33 minuten, gelijk aan 2009. Het aantal spoedritten (A1 en A2) steeg met 4,3% ten opzichte van 2009. Het besteld vervoer nam toe met 1,8%. Meldkamer brandweer • Door de Meldkamer Brandweer werden in 2010 de volgende meldingen aangenomen en - voor zover aan de orde- uitgegeven: Hoofdmeldclassificatie Alarm Brand
Ongeval
Dienstverlening Overige Totaal
Submeldclassificatie Automatische meldingen Overige alarmmeldingen Binnenbrand Buitenbrand Overige brandmeldingen Ongeval verkeer Ongeval te water Ongeval dieren Ongeval gevaarlijke stoffen Ongeval luchtvaart Ongeval spoorvervoer (TIS) Ongeval algemeen Dienstverlening brandweer Overige brandweer
Aantal 3298 173 581 1160 182 261 39 118 170 10 72 114 1679 98 7955 85
Dit is een toename van 5,6% ten opzichte van 2009. De stormen die deze zomer over de regio trokken zijn voor een groot deel debet aan deze stijging. 45 keer werd opgeschaald naar Middelbrand, zeven keer naar Grote brand en vier keer naar Zeer grote brand. De verwerkingstijd van prioriteit 1 meldingen van de meldkamer brandweer voor deze periode was gemiddeld 1m 05 sec. Dit is 25 seconden onder de streeftijd van 1m 30 sec. De verbetering van verwerkingstijden heeft zich in de loop van 2010 doorgezet. De verwerkingstijd van prioriteit 1 meldingen zonder automatische brandmeldingen was gemiddeld 1m 12 sec.
Overige meldingen Naast de reguliere brandmeldingen werden als externe dienstverlening ook meldingen aangenomen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale en de waterschappen AA en Maas en de Dommel. In 2010 werden 2935 milieuklachten aangenomen. Meldingen voor de waterschappen betreffen enkele tientallen op jaarbasis. GRIP opschalingen In 2010 werd 15 keer opgeschaald naar GRIP1, in 5 gevallen werd er opgeschaald naar GRIP2. Uitruk- en opkomsttijden brandweerkorpsen Ten aanzien van de uitruktijden van de verschillende brandweerkorpsen lag deze in 2010 op gemiddeld 4m 07s. Zonder de OMS meldingen was dit 4m 02s. De opkomsttijd was in 2010 gemiddeld 9m 23s. Zonder OMS meldingen was dit 9m 43s. Dit is te verklaren doordat de aanrijdtijd bij OMS objecten die zich meestal in de kom bevinden doorgaans korter is dan meldingen waarbij ook de rest van het verzorgingsgebied bestreken moet worden. Bij het berekenen van deze tijden is alleen uitgegaan van prioriteit 1 meldingen.
Tijden overzicht 2010 00:11:31 00:10:05 00:08:38 00:07:12 00:05:46 00:04:19 00:02:53 00:01:26 00:00:00 verwerkingstijd Januari Juli
Februari Augustus
uitruktijd Maart September
April Oktober
opkomsttijd Mei November
Juni December
86
Bijlage 6: Lijst met afkortingen AVLS BBV BDUR BEVI BTEV BOPZ BOT BRZO BZK COT COO COPI CTPI CvD CRIB DTO ERC ESF FLO GAGS GHOR GMC GMS GPS GRIP GWT HKZ HOvD ISIS LNV MKA MKB MKP Nbbe NIFV NMR NVBR OGS OMS OvD OIV OT OTO OOV PBZO POG PSHOR RADAR RAV RGF RIS RIVM ROGS ROP ROL
Automatisch Voertuigen Locatie Systeem Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Besluit Transport Externe Veiligheid Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (wet) Brandweer Opvang Team Besluit Risico’s en Zware Ongevallen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Instituut voor Veiligheid- en Crisismanagement Competentiegericht Opleiden op Officiersniveau Commando Plaats Incident Coördinatie Team Plaats Incident Commandant van Dienst Centraal Registratie en Informatiebureau Defensie Telematica Organisatie Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie Europees Sociaal Fonds Functioneel Leeftijds Ontslag Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijk Meld Centrum Gemeenschappelijk Meld Systeem Global Position System (navigatie middels satelliet) Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Groot water transport Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Hoofd Officier van Dienst Integrated Staff Information System Landbouw Natuur en Visserij Meldkamer voor Ambulancezorg Meldkamer Brandweer Meldkamer Politie Nederlands bureau brandweer examens Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Officier van Dienst Nationaal Meetnet Radioactiviteit Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen Openbaar brand Meld Systeem Officier van Dienst Officier Informatie Voorziening Operationeel Team Opleiden Trainen Oefenen Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Preventie Beleid Zware Ongevallen Preventieve Openbare Gezondheidszorg Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Rampenbestrijding en Doorlichting Arrangement Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Geneeskundig Functionaris Risico Informatie Systeem Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen Regeling Operationele Procedures Regeling Operationele Leiding
87
SIGMA SMH THV VB VR VWS WABO WMB WPG WRO WRZO WVD ZiROP
Snel Inzetbare Groep voor Medische Assistentie Spoedeisende Medische Hulpverlening Technische Hulpverlening Veiligheidsbureau Veiligheidsregio Volksgezondheid Welzijn en Sport Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht Wet Milieu Beheer Wet Publieke Gezondheid Wet Ruimtelijke Ordening Wet Rampen en Zware Ongevallen Waarschuwings- en Verkennings Dienst Ziekenhuis Rampen Opvang Plan
88