AGP xx, bijlage
Jaarverantwoording 2012 Veiligheidsregio Brabant-Noord
De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord, de GHOR Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 20 gemeenten, de GGD en de Politie Brabant-Noord met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen.
1
Colofon
Titel
:
Jaarverantwoording 2012
Subtitel
:
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Auteur(s)
:
Project
:
Opdrachtgever
:
Rapportstatus
: Concept AB, 26 juni 2013
©2013, Veiligheidsregio Brabant-Noord. Auteursrecht voorbehouden. Bronvermelding verplicht.
2
INHOUDSOPGAVE Inleiding ......................................................................................................................................................... 4 1.1 Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio ...................................................................................5 1.2
Brandweer Brabant-Noord..............................................................................................................6
1.3
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio ..................................................................6
1.4
Gemeenschappelijk Meldcentrum ..................................................................................................7
2.1
Algemene uitgangspunten ................................................................................................................ 9 Technische uitgangspunten Jaarrekening 2012 ............................................................................9
2.2
Gemeentelijke bijdrage 2012 ..........................................................................................................9
2.3
Compensabele BTW 2012 .............................................................................................................9
3.1
Programma’s .................................................................................................................................. 10 Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord .........................................................................10
3.2
Programma: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio ...........................................27
2.
3.
3.2.1 Lasten en Baten ...........................................................................................................................29 3.3
Programma: Gemeenschappelijk Meldcentrum ...........................................................................31
3.3.1 Lasten en baten ............................................................................................................................34 4. 4.1
Paragrafen ...................................................................................................................................... 36 Weerstandsvermogen ..................................................................................................................36
4.2
Onderhoud kapitaalgoederen .......................................................................................................38
4.3
Financiering ..................................................................................................................................39
4.4
Bedrijfsvoering ..............................................................................................................................42
5.1
Jaarrekening ................................................................................................................................... 44 Programmarekening .....................................................................................................................44
5.2
Balans ...........................................................................................................................................45
5.3
Toelichtingen Programmarekening en Balans .............................................................................49
5.
Bijlage 1: Controleverklaring ....................................................................................................................72 Bijlage 2: Single information single audit .................................................................................................74 Bijlage 3: BBN - Kengetallen ....................................................................................................................75 Bijlage 5: GMC - Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening .......................85
3
Inleiding Voor u ligt de Jaarverantwoording 2012 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Door alle betrokkenen is ook nu weer met veel inzet gewerkt om dit “slotstuk” van de jaarlijkse planningen controlcyclus tot stand te brengen. De jaarverantwoording beschrijft enerzijds de gerealiseerde resultaten op beleidsinhoudelijk vlak, voor zover die bestuurlijk relevant zijn. Anderzijds bevat deze verantwoording ook de financiële resultaten van de veiligheidsregio over 2012. In zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd dat alle kolommen er ook dit jaar weer in zijn geslaagd om, door de bank genomen, te realiseren wat met u als bestuur is overeengekomen. Op een aantal inhoudelijke thema’s is vertraging ontstaan. Met name bij de brandweer leidt de vacaturestop (die al ruim 1 jaar wordt gehanteerd), tot vertraging in de oplevering van resultaten. Voor wat het financiële beeld betreft, kan worden geconcludeerd dat alle kolommen het jaar met een positief resultaat afsluiten. Zowel brandweer, GHOR als GMC hebben ieder een batig saldo van respectievelijk 8%, 10% en 12% van hun begroting. In totaliteit bedraagt het resultaat dan ook 3,4 miljoen euro. Op zich is dit een opmerkelijk resultaat, gegeven de reeds opgelegde taakstellingen. In de jaarverantwoording treft u een (cijfermatige) analyse aan hoe dit resultaat tot stand is gekomen. Zeker ten aanzien van de brandweer kan worden gesteld dat de effecten van de regionalisering op de besteding van middelen nog steeds goed merkbaar zijn. Het inregelen van de organisatie –ook op financieel vlak- kost gewoon veel tijd. En met de zware bezuinigingen in het verschiet, blijken budgethouders over de brede linie terughoudend in hun bestedingsgedrag. Daarbij komt dat er inmiddels een personele “buffer” is gerealiseerd van bijna 23 FTE. Al dit “voorsorteergedrag” leidt thans al tot budgettaire onderuitputting en wordt vanuit beheersingsoogpunt zeker omarmd, gegeven de financiële opgaven waarvoor de veiligheidsregio in het algemeen en de brandweer in het bijzonder, zich gesteld zien.
Drs. N.J.G. Mertens, Controller Veiligheidsregio Brabant-Noord
4
1.
Terugblik op ontwikkelingen in 2012
Vanuit het perspectief van de Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR), het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) en de gezamenlijke veiligheidspartners wordt in dit hoofdstuk op hoofdlijnen teruggekeken op ontwikkelingen in 2012.
1.1
Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio
De vorming van de Nationale Politie en de keuze van de minister van Veiligheid & Justitie om 10 landelijke meldkamers te vormen, zal in meerdere opzichten gevolgen hebben voor de Veiligheidsregio BrabantNoord. De politie en de meldkamer zullen op de schaal van Oost-Brabant, overeenkomend met het grondgebied van de Veiligheidsregio’s Brabant-Zuidoost en Brabant-Noord, worden georganiseerd. Voor het meldkamerdomein is de heer Eenhoorn (waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn) aangewezen als bestuurlijk verkenner. De heer Eenhoorn geeft als voorzitter leiding aan het proces voor een transitieakkoord dat één meldkamerorganisatie gaat opleveren. In november is door de voorzitters van de veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant Zuid-Oost een advies uitgebracht aan de heer Eenhoorn inzake de locatiekeuze voor Oost-Brabant. Op basis van het advies van de heer Eenhoorn is de minister voornemens om in het transitieakkoord ’s-Hertogenbosch als de meldkamerlocatie voor OostBrabant op te nemen. Het transitieakkoord zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 gereed zijn en zal tevens meer duidelijkheid geven over de (rol en taak van de) kwartiermakers. Sinds 2006 is de politie deelnemer aan de gemeenschappelijke regeling betreffende de samenwerking op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing en het beheer van het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC). De Eerste Kamer heeft op 10 juli 2012 ingestemd met de wijzigingen in de Politiewet die de vorming van een Nationale Politie mogelijk maken. Per 1 januari 2013 zijn de Politieregio’s Brabant-Noord en Brabant Zuidoost inmiddels samen gegaan in de nieuwe regionale eenheid Politie Oost-Brabant. Deze fusie zal effecten hebben op de samenwerking tussen politie en veiligheidsregio. In combinatie met de Wet veiligheidsregio’s betekent dit dat de politie zal uittreden uit de gemeenschappelijke regeling en de samenwerkingsrelatie met de politie in een convenant zal worden vastgelegd. Er zal een voorstel tot aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de deelnemende gemeenten worden voorgelegd. In samenhang met de gevolgen van de internationale kredietcrisis voor de samenleving en overheid in het algemeen hebben deze ook hun weerslag op de door gemeenten en rijksoverheid beschikbaar te stellen financiële middelen aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord. In het najaar van 2012 hebben er twee bestuursconferenties plaatsgevonden waarin het Algemeen Bestuur richtinggevende besluiten heeft genomen over de organisatieveranderingen en bezuinigingsvoorstellen van en binnen de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Onderdeel van deze keuzes vormde ook het realiseren van een extra bezuiniging van 5% (€ 1,5 miljoen) op de gemeentelijke bijdrage aan de veiligheidsregio met ingang van 2014. In de bestuursconferentie is daartoe een richtinggevend besluit genomen over het verdelen van de financiële lasten hiervan over de gemeenten. De definitieve besluiten vallen in april 2013 bij het vaststellen van het beleidskader. Met het inwerking treden van de Wet en Besluit veiligheidsregio’s in 2010 heeft de veiligheidsregio de verplichting een aantal planfiguren vast te stellen. De veiligheidsregio heeft hier in 2012 extra inspanningen verricht:
Het risicoprofiel en crisisplan (deel 1) zijn reeds in 2011 vastgesteld. Het beleidsplan veiligheidsregio en bijbehorende dekkingsplan brandweer zijn op 27 juni 2012 vastgesteld. Uit het dekkingsplan blijkt dat de brandweer alle objecten binnen de maximale wettelijke opkomsttijd van 18 minuten haalt. Echter, bij het merendeel van de objecten in onze regio, namelijk 69%, komt de brandweer later dan de (per objectcategorie vastgestelde) normtijd. De communicatie over het dekkingsplan is door het bestuur als belangrijk speerpunt benoemd. De regionaal commandant zal in de komende maanden de aard en de ernst van de overschrijdingen onderzoeken en bij het bestuur aangeven voor welke objecten aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om risico’s met een grote impact te voorkomen of te beheersen.
5
1.2
Ter vervanging van het bestaande rampenbestrijdingsplan heeft het Algemeen Bestuur tevens op 27 juni 2012 een nieuw Rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel vastgesteld. Dit ligt in lijn met de meerjarenplanning van operationele plannen (rampenbestrijdings- en coördinatieplannen) die op 23 mei 2011 in de Veiligheidsdirectie zijn vastgesteld. Op 4 april 2012 heeft het Algemeen Bestuur de regionale organisatiestructuur van de crisiscommunicatie vastgesteld. Het regionaal crisisplan deel 2 is op 7 november 2012 door het bestuur vastgesteld.
Brandweer Brabant-Noord
Bij de implementatie van de regionalisering van de brandweer zijn eind 2011/begin 2012 afwijkingen vastgesteld tussen de door de gemeenten aan de veiligheidsregio overgedragen financiële middelen en de daadwerkelijke kosten van overgedragen materieel en uitrusting en enkele andere posten. In overleg met de betrokken gemeenten is naar een oplossing gezocht. In de bestuursconferentie is daartoe een richtinggevend besluit genomen over het afronden van het ‘schoon door de deur’ principe. Een definitief besluit valt in april 2013 bij het vaststellen van het beleidskader 2014. Met het oog op de evaluatie van de organisatiestructuur van Brandweer Brabant-Noord mede afgezet tegen de financiële taakstellingen heeft het management in het zogenaamde MVSO-traject (Missie-VisieStrategie-Organisatie) zich beraden op de taken en organisatiestructuur van het korps. De voorstellen tot verbeteringen in en van de organisatie en voorstellen tot bezuinigingen welke gevolgen hebben voor de taakuitvoering en fundamentele organisatiewijzigingen zijn besproken in de eerder genoemde bestuursconferenties (24 oktober en 5 december). Op basis van de richtinggevende besluiten zal de brandweer de lijnen verder uitwerken en in 2013 ter besluitvorming voorleggen aan het Algemeen Bestuur. Met het oog op de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten in 2013 (of 2014) bereidt Brandweer Brabant-Noord de samenwerking op het gebied van brandveiligheidsadvisering, toezicht en handhaving van omgevingsvergunningen voor. Begin april 2012 is korpsbreed een nieuw ICT-systeem en een nieuw telefoniesysteem voor Brandweer Brabant-Noord doorgevoerd. Hiermee is een einde gekomen aan het gebruik maken van grotendeels gemeentelijke voorzieningen op de 39 uitrukposten en kantoorlocaties van Brandweer Brabant-Noord. De doorvoering van met name het telefoniesysteem ging en gaat gepaard met problemen die afbreuk doen aan de bereikbaarheid van Brandweer Brabant-Noord. Voor operationele toepassingen zijn noodmaatregelen genomen. In samenspraak met de leverancier zijn bestaande knelpunten verholpen of zullen deze in de loop van 2013 worden verholpen.
1.3
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio
Kern van de koers in 2012 was de doorontwikkeling van het GHOR Bureau naar een ‘professionele netwerkorganisatie voor opgeschaalde zorg’. Bewegingen van GGD, Veiligheidsregio en Politie maken dat de GHOR zich aan het herpositioneren is. 2012 stond met name in het teken van enerzijds deze herpositionering en anderzijds de implementatie van de gevolgen van de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Publieke Gezondheid. Implementatie Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) Sinds 1 oktober 2010 is de Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) van kracht. De Wvr betekent een veranderde rol voor de GHOR. De veranderde rol van de GHOR houdt in dat de GHOR de positie inneemt van adviseur en regisseur van het inmiddels uitgebreide netwerk van zorginstellingen (van 6 zorgpartners naar 17 koepels van zorginstellingen met elk tientallen locaties in Brabant-Noord). Deze uitbreiding is het gevolg van wijzigingen in wetgeving. Waar de GHOR voorheen met name een aanbieder/uitvoerder was op het vlak van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) bij zorginstellingen, heeft zij nu de adviserende rol en een regisserende taak. Zorginstellingen zijn voortaan zelf verantwoordelijk voor de mate waarin zij zijn voorbereid op rampen en crises. Dit onder regie en advies van de GHOR.
6
Implementatie Wet Publieke Gezondheid (Wpg) Implementatie van de gevolgen van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) betekent onder andere dat de directeur GGD tevens directeur GHOR is. Hiertoe is per 1 januari 2012 de Directeur Publieke Gezondheid (DPG) benoemd in de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Door in 2012 de GGD en GHOR verder met elkaar te verbinden, brengen we de reguliere en opgeschaalde zorg samen, brengen we daarmee de DPG in positie en versterken we de gehele geneeskundige keten. Daarnaast maakt de gestelde congruentie in de Wpg dat er een verregaande samenwerking noodzakelijk is tussen de GHOR Brabant-Noord en de GHOR Midden West Brabant. De GHOR Brabant-Noord oriënteert zich op deze beweging en versterkt daarnaast de contacten met de GHOR Brabant Zuid Oost in verband met de regio-indeling naar aanleiding van de vorming van de nationale politie. Een derde gevolg van de WPG is dat bevoegdheden in de bestrijding van zogenaamde A-infectieziekten zijn overgeheveld van de Burgemeester naar de Voorzitter van de Veiligheidsregio. Dit gegeven dient nog verder te worden uitgewerkt in het Regionaal Crisisplan, nieuwe draaiboeken en procedures. Vervolgens dienen deze wijzigingen te worden geïmplementeerd. In alle ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden staat voorop dat er een juiste balans is tussen aandacht en focus op veiligheidspartners, zorgaanbieders en openbaar bestuur.
1.4
Gemeenschappelijk Meldcentrum
Het Gemeenschappelijk Meldcentrum heeft in 2012 actief bijgedragen aan de stroomlijning van de hulpverlening en de efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten. Op basis van de programmabegroting 2012 GMC zijn stappen gezet in de realisatie van onze opdracht. In deze jaarverantwoording wordt in vogelvlucht inzicht geboden in de vorderingen en resultaten. Naast onderstaande ontwikkelingen zijn in 2012 de realisatie van de 112-centrale, de invoering van ProQA en de ontwikkeling van landelijke meldingsclassificatie afgerond. Schaalvergroting meldkamers Ook in het jaar 2012 is een vervolg gegeven op de in 2009 gestarte verkenningen met betrekking tot schaalvergroting van het meldkamerdomein binnen de zuidelijke veiligheidsregio’s. In 2012 is volledige aansluiting gezocht bij het project 'Meldkamer van de Toekomst' van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In februari 2012 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen van minister Opstelten waarin staat dat er landelijk gemeenschappelijke meldkamers komen met daarin een multidisciplinaire aanname. In december 2012 is het besluit genomen inzake de locatie. Op korte termijn wordt een besluit verwacht ten aanzien van financiën en governance van de nieuwe meldkamer. Het gehele traject staat onder regie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Voor het meldkamerdomein is de heer Eenhoorn (waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn) aangewezen als bestuurlijk verkenner. De heer Eenhoorn gaat als voorzitter leiding geven aan het proces voor een transitieakkoord dat één meldkamerorganisatie gaat opleveren. In oktober is door de voorzitters van de veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant Zuid-Oost een advies uitgebracht inzake de locatiekeuze aan de heer Eenhoorn. De minister van V&J heeft vervolgens besloten, dat de nieuwe meldkamer voor Oost Brabant gevestigd wordt in ’s-Hertogenbosch. Netcentrisch werken Het Veiligheidsberaad heeft in oktober 2009 ingestemd met het voorstel tot uitvoering van het project netcentrisch werken. Daartoe is in april 2010 LCMS 1.0, een integraal systeem ten behoeve van de operationele en bestuurlijke informatievoorziening, in Brabant-Noord uitgerold. Brabant-Noord was als pilot-regio voor LCMS 2.0 aangewezen. Landelijk is echter besloten om deze pilot geen doorgang te laten vinden aangezien het systeem niet voldeed aan de functionele specificaties, die in het bestek genoemd werden. Daarom is in april 2012 besloten om voorlopig LCMS 1.0 te handhaven. RTIC Het Real Time Intelligence Centre (RTIC) heeft in 2012 vastere vormen aangenomen. Het RTIC is vanuit de meldkamer in ’s-Hertogenbosch zowel de regio Brabant-Noord als Brabant Zuid-Oost van dienst op het gebied van informatievoorziening. LiveView LiveView is een systeem waarmee videobeelden van een Particuliere Alarmcentrale (PAC) en beelden vanuit de tele-heli naar de meldkamer van de politie kunnen worden gestuurd. De beelden worden verstuurd via de Nood Communicatievoorziening (NCV). Het LiveView systeem is per 31-12-2012 volledig 7
operationeel. Ontvangst van videobeelden vanuit de helikopter via LiveView was reeds vanaf eind augustus 2012 mogelijk. Daarnaast wordt in 2013 ook voorzien in een koppeling van de PAC-melding met het Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS). Met deze koppeling wordt de melding automatisch vastgelegd in GMS. De videobeelden blijven daarbij aanvullend als extra, separate informatiestroom via Liveview beschikbaar. RTR/Criminee! In 2012 zijn verdere stappen gezet in de aansluiting op het netwerk RTR/CrimiNee! platform ZuidNederland. De RTR is het Video voorportaal met directe hoogwaardige beeldverbindingen met alle GMK’s in heel Zuid Nederland (Zeeland, Brabant, Limburg). In de RTR worden de beelden van meerdere locaties zoals bedrijventerreinen, binnensteden, verzorgingsplaatsen en truck stops live uitgekeken, waardoor er cross checks mogelijk worden bijvoorbeeld met kentekeninformatie, die gekoppeld is aan de landelijke black list van het KLPD. Dit vergroot de pakkans van criminelen aanzienlijk. Het beheer van de RTR ligt bij de Stichting Criminee. Deze stichting, waarin publieke en private partijen vertegenwoordigd zijn, regelt het dagelijks functioneren van de toezichtcentrale. De RTR staat onder regie van de politie. Voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio naar aanleiding van de Wet Veiligheidsregio’s In de Wet veiligheidsregio’s (Wvr), die per 1 oktober 2010 in werking is getreden, is een termijn van orde opgenomen van drie maanden voor het in overeenstemming brengen van de gemeenschappelijke regeling met de wet. De wet bepaalt verder dat het bestuur van de veiligheidsregio een convenant moet sluiten met het Regionaal College van de politie aangaande de samenwerking op het gebied van de meldkamer en rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dientengevolge is in de vergadering van de veiligheidsdirectie van 27 oktober 2010 dan ook besloten de uittreding van de politie uit de gemeenschappelijke regeling voor te bereiden. In Brabant-Noord wordt momenteel al uitvoering gegeven aan een aantal belangrijke doelstellingen van de wetgever. De huidige gemeenschappelijke regeling (vastgesteld eind 2009 en in werking getreden op 1 januari 2011) is aangepast als gevolg van het regionaliseringproces van de brandweer. Daarbij komt dat door het bestuur ook reeds praktisch invulling is gegeven aan de bepalingen van de Wvr over deelname van de Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf en de Commissaris van de Koningin. In overeenstemming met het Ministerie van Veiligheid en Justitie is begin 2012 besloten om de uittreding van de politie uit de gemeenschappelijke regeling uit te stellen en dientengevolge ook de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling vooralsnog niet te effectueren. Reden hiervan is dat men de vorderingen omtrent de vorming van de Nationale Politie wil afwachten. Ook het convenant dat ten gevolge van deze uittreding van kracht gaat worden is derhalve aangehouden. Eind 2012 is besloten om het proces tot uittreden te gaan uitvoeren.
8
2.
Algemene uitgangspunten
In dit hoofdstuk worden de algemeen gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van de wijze van begroting en resultaatbepaling in 2012 geformuleerd.
2.1
Technische uitgangspunten Jaarrekening 2012
Voor 2012 is uitgegaan van de volgende technische uitgangspunten: - de rekenrente voor in 2012 geplande nieuwe investeringen is 4,5%. Het GMC hanteert geen rekenrente. De GHOR bezit géén activa; - afschrijvingen: Investeringen beneden € 5.000 worden niet geactiveerd. Investeringen boven € 5.000 worden op grond van economische levensduur tegen historische aanschafwaarde lineair afgeschreven; - de door Brandweer Brabant-Noord betaalde compensabele BTW wordt doorgeschoven naar gemeenten.
2.2
Gemeentelijke bijdrage 2012
De veiligheidsregio ontvangt in het totaal een bijdrage van € 31.595.000. Hiervan is € 6.463.000 afhankelijk van het aantal inwoners. Jaarlijks vindt er een correctie plaats als de nieuwe inwoneraantallen bekend worden. Onderstaande tabel bevat de bijgestelde bedragen.
bijdrage per inwoner vast bedrag: ontvlechting -/- taakstelling inwoners afhankelijk bedrag* totaal
BBN € 6,057
GHOR € 1,899
GMC € 2,148
totaal € 10,104
€ 25.132.569 € 25.132.569 € 3.874.178 € 1.214.638 € 1.373.904 € 6.462.720 € 29.006.747 € 1.214.638 € 1.373.904 € 31.595.289
* Gebaseerd op het inwonersaantal van 1 januari 2011, zijnde 639.620 inwoners.
2.3
Compensabele BTW 2012
De Veiligheidsregio heeft gekozen voor het ’transparantiemodel’ c.q. de doorschuifregeling, waarbij het samenwerkingsverband zijn voorbelasting kan doorschuiven naar de aangesloten gemeenten. Voor 2012 was het bedrag aan compensabele BTW voor BBN geraamd op € 2,65 per inwoner. De werkelijke compensabele BTW voor BBN bedroeg in 2012 € 2,32. Dit verschil wordt veroorzaakt door: - De achterstand in de uitvoering van de geplande investeringen waardoor er minder btw betaald is 2012. Naar schatting is dit zo’n € 0,11 per inwoner. - Ook het voordelige resultaat verklaart dat er minder btw betaald is. Naar schatting is dit € 0,22 per inwoner.
9
3.
Programma’s
Achtereenvolgens beschrijven BBN, GHOR en GMC in dit hoofdstuk Programma’s wat zij wilden bereiken in 2012 (doel) en hoe hieraan is gewerkt (activiteiten). Vervolgens is aangegeven wat er daadwerkelijk in 2012 aan resultaat is opgeleverd.
3.1
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord
In het voorgaande jaar omvatte de Brandweer Brabant-Noord (inclusief het Veiligheidsbureau) nog zeven sub programma’s. Conform de vastgestelde begroting 2012 zal de jaarrekening van de Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord vanaf 2012 zes sub programma’s bevatten. De programma’s Proactie en Preventie zijn samengevoegd onder het programma Risicobeheersing. De vergelijkende cijfers over het jaar 2011 zijn in de sub programma’s van de Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord samengevoegd, volgens indeling van de programmabegroting 2012. 3.1.1. Veiligheidsbureau Het veiligheidsbureau heeft tot taak om het beleid ten aanzien van crisisbeheersing en rampenbestrijding op projectbasis integraal te ontwikkelen, voor te bereiden, uit te voeren (door middel van planvorming en oefenen) en te evalueren.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
1. Inzicht in de mate van helderheid en uitvoerbaarheid van de aan de veiligheidsregio opgedragen gemeentelijke taken op het gebied van fysieke veiligheid.
Eind 2012 zijn aan het Algemeen Bestuur en de Colleges van burgemeester en wethouders de uitkomsten van de onderzoeken gerapporteerd.
Onderzoek is door capaciteitsgebrek en de ontwikkelingen rondom de nationale politie nog niet gestart. Herbezinning op nut en noodzaak van het onderzoek dient in samenspraak met het Dagelijks Bestuur nog plaats te vinden.
Eind 2012 heeft het Algemeen Bestuur het Risico- en crisiscommunicatiebeleidsplan 2012 – 2015 vastgesteld.
In zijn vergadering van 4 april 2012 heeft het Algemeen Bestuur de regionale organisatiestructuur voor de crisiscommunicatie vastgesteld. Deze structuur wordt thans geïmplementeerd.
Onderzocht wordt op welke wijze gemeenten opdrachten verstrekken aan de veiligheidsregio op het gebied van fysieke veiligheid. Onderzocht wordt in 2012 tevens in hoeverre deze gemeentelijke opdrachten helder en uitvoerbaar zijn.
2. Helder beleid over communicatie naar burgers over risico’s op het ontstaan van rampen en crises die de regio kunnen treffen en in geval zich een daadwerkelijke ramp of crisis heeft voorgedaan. Onder voorwaarde van het beschikbaar komen van capaciteit voor het uitvoeren van taken op het gebied van risico- en crisiscommunicatie zal een Risico- en crisiscommunicatiebeleidsplan worden opgesteld. Dit moet
De benodigde capaciteit is toegewezen en wordt in 2013 ingevuld. Daarmee kan het risico-communicatiebeleidsplan in 2013 worden opgesteld.
10
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) gericht zijn op doelmatige, effectieve en multidisciplinair afgestemde uitvoering, rekening houdend met actuele ontwikkelingen op het gebied van massacommunicatie en moderne media. 3. Samenvoeging van meldkamers teneinde kostenbesparingen te realiseren.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
De beschikbaarheid van een gedragen bestuurlijke opvatting m.b.t. de samenvoeging van meldkamers.
In 2012 heeft het Veiligheidsbureau het bestuurlijke proces binnen BrabantNoord bij de locatiekeuze van de nieuwe meldkamer met Brabant ZuidOost begeleid. Het landelijk streven is om begin 2013 het transitieakkoord gereed te hebben. Op basis hiervan zal er nader invulling worden gegeven aan enerzijds de nieuwe inrichting (landelijk) en anderzijds de ontvlechting (veiligheidsregio)
Participatie in overleg, deelname aan platforms, zowel op landelijk als interprovinciaal niveau.
Lasten en baten BBN Veiligheidsbureau
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
406 278 684
421 347 182 950
72 72 -612
-950
515 349
467 260
864
727
42 42 -822
-727
Het programma Veiligheidsbureau levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 95.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
Salarissen en sociale lasten: voordeel € 47.000. Het vacature voordeel (1,4 fte) verminderd met € 35.000 kosten van inhuur personeel resulteert een salarisvoordeel van € 47.000. Goederen en diensten: voordeel € 90.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald ad € 90.000. Dit wordt veroorzaakt door een voordeel op de multidisciplinaire taken van het Veiligheidsbureau ad € 48.000. Daarnaast treedt een voordeel op van € 42.000 doordat binnen het project NUCDEF het opleidingsprogramma nog niet van start is gegaan als gevolg van vertraagde besluitvorming op landelijk niveau. Als in mei 2013 een verdrag getekend kan worden door het 11
Ministerie van V&J, dan hopen we dat het programma eind 2013 van start kan gaan. Het voordeel op de kosten wordt teniet gedaan door een even groot nadeel op de baten (zie hierna). Inkomens- en vermogensoverdrachten: nadeel € 42.000. Op de baten van Inkomens- en vermogensoverdrachten is een nadeel behaald ad € 42.000. Dit betreft de subsidie NUCDEF, Nuclear Defense (nucleaire verdediging) waaruit de gemaakte kosten van project NUCDEF zouden worden vergoed; aangezien er geen kosten gemaakt zijn heeft de brandweer nog geen subsidie ontvangen. Onderdeel van de landelijke besluitvorming is ook een meer structurele financiering.
3.1.2. Risicobeheersing Risicobeheersing houdt in het wegnemen van structurele oorzaken van fysieke onveiligheid en het voorkomen van het ontstaan daarvan. Daarnaast is het geheel aan zorg voor het voorkomen van de directe oorzaken van brand, kortom de zorg voor brandveiligheid de taak van risicobeheersing.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Brandveilig leven stimuleren teneinde de veiligheid te vergroten (minder slachtoffers) en de repressieve inzet te verminderen. Te realiseren door het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en het stimuleren van zelfredzaamheid.
2. Terugdringen van het aantal loze OMS-meldingen om de paraatheid te optimaliseren, kosten te besparen en de motivatie van brandweermedewerkers in stand te houden.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Medio 2012 is een concreet voorstel (inclusief randvoorwaarden) beschikbaar t.b.v. gemeenten om het veilig leven te implementeren. Dit mede op basis van afspraken met relevante maatschappelijke actoren (corporaties, zorginstellingen, bedrijven, etc.).
Een concreet voorstel t.b.v. gemeenten om het veilig leven te implementeren is niet gerealiseerd. In 2012 zijn echter wel per district verschillende brandveilig-leven thema’s aan de orde geweest. Tevens is het voor de gehele regio het project dat in 2011 is gestart onder de naam “professor Blussemans” verder uitgebreid. Brandveilig leven is onderdeel geworden van de organisatieontwikkeling in het kader van MVSO, zodat het thema een geborgde plaats krijgt in de bedrijfsvoering van risicobeheersing.
Een voorstel in 2012 van een eerste afname van het aantal loze OMS-meldingen conform de normstelling die landelijk nog volgt waarbij het jaar 2010 als vertrekpunt geldt (0-meting).
In 2012 is nieuw OMS beleid vastgesteld. Aangesloten objecten zijn gescreend op een verplichte of vrijwillige aansluiting, waarna de keus gemaakt kon worden om zich af te melden. Het aantal aansluitingen is daardoor met ca. 10% gereduceerd. Hierdoor is ook het aantal loze alarmeringen gedaald. Verdere reductie wordt bereikt doordat het bestuur er voor heeft gekozen om het terugdringen van het uitrukken op niet geverifieerde meldingen als bezuinigingsdoelstelling aan te merken. In 2013 is een project gestart om deze doelstelling te realiseren.
12
Lasten en baten BBN Risicobeheersing
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten
2.790
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten
2.999
2.955
95
3.451 30 72
118
113
2.885
3.553
3.117
3.068
8
174
100 108 -3.009
101 275 -2.793
10
saldo
170 180 -2.705
75 75 -3.478
Het programma Risicobeheersing levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 216.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: Salarissen en sociale lasten: voordeel in de kosten € 44.000. Het vacaturevoordeel verminderd met de inhuur personeel levert een voordeel van € 44.000. Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 166.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt totaal bedrag € 150.000. Het restant ad € 16.000 wordt verklaard door de ontvangen bedragen met betrekking tot het opgebouwde en gestorte spaarbedragen inzake het flo van de medewerkers die al voor 1 januari 2011 in dienst waren.
3.1.3. Preparatie Preparatie omvat al die (voorbereidende) taken en maatregelen die leiden tot een goed repressief optreden. De doelstellingen en activiteiten zijn erop gericht voorwaarden te creëren dat de repressieve taakuitvoering op een veilige en volgens heersende kwaliteitseisen en –normen kan plaatsvinden. Meldkamer De Meldkamer Brandweer maakt op basis van een melding een inschatting van de noodzakelijke hulp, kwalificeert de melding, alarmeert de benodigde hulpdiensten, stuurt deze aan en coördineert de inzet. Indien noodzakelijk draagt de meldkamer zorg voor verdere opschaling en begeleiding.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
1. Verwerkingstijd optimaliseren om zo de opkomsttijden daar waar nodig te verbeteren teneinde de hulpvragers effectiever te kunnen helpen.
De beschikbaarheid van een bestuurlijk voorstel medio 2012 t.b.v. het (normatief) vaststellen van de verwerkingstijden in relatie tot onderkende risicoprofielen.
De uitwerking van een bestuurlijk voorstel m.b.t. het dekkingsplan heeft in 2012 niet plaatsgevonden. Zie paragraaf 3.1.4. onderdeel repressie. In 2012 is 81,3% van de prioriteit 1 meldingen binnen 1m30sec verwerkt. Dit is 3,7% onder de norm. Het derde 13
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Hiervoor zullen we de verwerkingstijden monitoren en analyseren.
Voortgang van de uitvoering kwartaal laat een daling van het gemiddelde zien. Dit is te wijten aan de invoer van de landelijke meldingsclassificaties en is in de lijn met de landelijke trend. In het laatste kwartaal is weer een stijgende lijn waarneembaar.
Materieel De afdeling Materieelbeheer en Logistiek voorziet in de materiële behoeften van de brandweer om aan de eisen m.b.t. paraatheid en slagkracht te kunnen voldoen en in het structureel in stand houden van deze behoefte.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en activiteit) 1. Samenstellen van een sluitend meerjarig materieelinvesteringsplan. De behoefte aan materieel (vanwege vereiste slagkracht en paraatheid) wordt afgezet tegen het aanwezige materieel en beschikbaar gestelde middelen. 2. Het materieelbeheer is structureel in control.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Begin 2012 moet er een meerjarig investeringsplan (2012-2014) voor materieel beschikbaar zijn met financiële effecten dat ter besluitvorming kan worden voorgelegd aan het bestuur.
Om tot een goed meerjarig investeringsplan te komen moeten de effecten van het MVSO traject worden meegenomen. Zodra de repressieve doctrine en spreidingsplan in 2013 zijn gerealiseerd kan het meerjarig materieelinvesteringsplan worden opgesteld.
Medio 2012 is IMS volledig uitgerold.
In het tweede kwartaal is de nieuwe versie van IMS, genaamd OBSV, uitgerold. Het materieel van BBN is ingevoerd in OBSV. Verder worden de interne werkprocessen hierop afgestemd en is een project gestart om de benodigde KPI’s door het systeem te laten genereren.
Door een gefaseerde implementatie van het landelijke materieelbeheersysteem IMS.
Vakbekwaamheid repressief personeel De vakbekwaamheid van het repressieve personeel wordt op peil gehouden door middel van opleiden en oefenen. Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Structureel opgeleid en geoefend personeel. Samenstelling van een meerjarig opleidings- en oefenbeleidsplan.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
De beschikbaarheid per november 2012 van een meerjarig opleidings- en oefenbeleidsplan (voor de jaren 2013-2015) op basis waarvan de jaarlijkse opleidings- en oefenplannen kunnen worden gemaakt.
Het door Vakbekwaamheid opgestelde Beleidsplan omvat een meerjarig opleidings- en oefenplan voor de jaren 2013 – 2015.
14
Lasten en baten BBN Preparatie
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
6.780 3.345 2.975
6.244 3.193 3.166
7.213 3.244 3.671
6.960 2.991 3.136
13.100
12.603
14.128
13.087
272
4 362
272 -12.331
366 -13.762
87 474 54 615 -12.472
5 730 201 936 -12.164
Het programma Preparatie levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 1.290.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
Salarissen en sociale lasten: voordeel in de kosten € 253.000. Het voordeel van € 142.000 wordt veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie en de geëxtrapoleerde kosten op basis van het eerste halfjaar, waarbij er geen rekening is gehouden met het zomer- en kerstreces van de opleiden en oefenen. Ook waren er nog onvoldoende ervaringscijfers beschikbaar om een goede inschatting te kunnen maken. Daarnaast zijn de 1,5 fte vacatures op de meldkamer niet ingevuld in verband met de schaalvergroting naar één landelijk meldkamerorganisatie, verminderd met de inhuur is het voordeel € 66.000. Het restant is een voordeel dat ontstaat op basis van de vacatures verminderd met de inhuur van personeel. Rente en afschrijvingen: voordeel € 253.000. In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herverdeling van het bestaande materieel in de regio zijn alle investeringen dan ook kritisch beoordeeld, wat tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 heeft geleid. Hierbij is een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen waardoor een incidenteel voordeel op de kapitaallasten ad € 253.000 is ontstaan. Goederen en diensten: voordeel in de kosten € 535.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald ad € 535.000. Het grootste deel hiervan ad € 440.000 is toe te schrijven aan achterblijvende uitvoering van opleiden en oefenen. Omdat na het doorlopen van nieuwe aanbestedingsprocedures de oefencentra reeds lang bleken volgeboekt te zijn, is het nog niet mogelijk gebleken de realistische oefeningen te organiseren. De belangrijkste overige verschillen zijn: Op de kosten van brandstof, onderhoud en reparatie van het materieel is een voordeel ontstaan ad € 36.000. Ten opzichte van het totaalbudget is dit een afwijking van 3%. Het overschot op de budgetten voor repressieve informatievoorziening (RIV) ad € 26.000 wordt veroorzaakt doordat er minder bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen zijn besteld in afwachting van de implementatie van de Digitale Operationele Informatie Voorziening. Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 83.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt, totaal 15
bedrag € 75.000. Het restant ad € 8.000 wordt verklaard door de ontvangen bedragen met betrekking tot het opgebouwde en gestorte spaarbedragen inzake het flo van de medewerkers die voor 1 januari 2011 in dienst waren. Goederen en diensten: voordeel bij de baten € 112.000. Op de baten van goederen en diensten is een voordeel behaald ad € 112.000 dat veroorzaakt wordt door de opbrengsten van externe cursisten die niet in de begroting waren opgenomen. De tarieven voor 2012 zijn pas laat in 2012 vastgesteld. Vanaf 2013 zullen de tarieven op voorhand bekend zijn. Inkomens- en vermogensoverdrachten: voordeel € 54.000. Op deze post is een voordeel ad € 54.000 ontstaan door ontvangen subsidies (met name ESF gelden) ter verbetering van de kwaliteit van het brandweeronderwijs. Het moment en de omvang van de te ontvangen ESF-gelden zijn niet op voorhand bekend (€ 47.000). De ontvangen subsidie wordt gedoteerd aan de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs.
3.1.4 Repressie Planvorming Planvorming heeft als taak het goed voorbereid zijn op het inzetten van de brandweer.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
1. Brandweerinzet ondersteunen met behulp van de toepassing van digitale bereikbaarheidskaarten teneinde de eigen veiligheid te vergroten en de inzet effectiever te maken.
De beschikbaarheid per eind 2012 van informatie ten behoeve van de repressieve inzet die ontsloten wordt met behulp van (mobiele) informatiesystemen die de kaart als onderlegger hebben.
Alle informatie ten behoeve van de repressieve inzet wordt verzameld in een database. Het opzetten van deze database wordt aanbesteed op basis van landelijke specificaties zodat het uitwisselen van operationele informatie tussen regio’s mogelijk is. Om aankooptechnische redenen is de aanbesteding eerder dit jaar vertraagd. Inmiddels is de aanbesteding zo goed als afgerond. e In het 1 kwartaal 2013 wordt de database operationeel. De operationele gegevens zijn daarna voor alle eenheden beschikbaar. De keuze van de techniek ten behoeve van het ontsluiten van de data met behulp van mobiele dataterminals volgt in de loop van 2013.
In 2012 ligt er een voorstel voor een alternatieve methode van bluswatervoorziening.
Besloten is een pilot uit te voeren m.b.t. een locatie onafhankelijk bluswatervoorziening door middel van een zogenaamde waterwagen. Bij een positieve uitkomst van de pilot in de loop van 2013 kunnen brandkranen deels gefaseerd worden afgestoten.
Gefaseerde implementatie van de landelijke projectresultaten, waaronder het ontsluiten van gegevens met behulp van bijvoorbeeld mobiele dataterminals.
2. Minder drinkwater gebruiken als bluswater teneinde bij te dragen aan de duurzaamheid van water. Alternatieven onderzoeken voor het gebruik van kraanwater als blusmiddel.
en? (Resultaat) Hoe gaan we het o meten we het resultaat?)
Repressie Repressie behelst het feitelijk optreden van de brandweer bij brand, ongevallen en andere hulpverleningen.
16
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
1. Evaluatie dekkingsplan operationele grenzen teneinde tot effectieve inzet te komen.
Medio 2012 is het nieuwe dekkingsplan bestuurlijk vastgesteld.
Het dekkingsplan is op 27 juni door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Daarbij is een vervolgopdracht gegeven om de lokale risico’s verder in beeld te brengen en om op basis van de handreiking van de minister verder invulling te geven aan het zogenaamde beargumenteerd afwijken. De uitwerking van deze opdracht (dekkingsplan 2) zal medio 2013 aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd.
De beschikbaarheid van een bestuurlijk voorstel per medio 2012 tot het desgewenst bijstellen van de operationele slagkracht en de vertaling daarvan in financiële middelen.
In het kader van de financiële ontwikkelingen is door het bestuur een voorgenomen besluit genomen tot inkrimping van het aantal operationele voertuigen. De uitwerking van dit besluit vindt binnen het MVSO-traject plaats en zal medio 2013 worden opgeleverd.
De uitvoering in 2012 van minimaal 2 pilots m.b.t. de toepassing van nieuwe, innovatieve technieken en de beschikbaarheid per pilot van een evaluatierapport met advies over de invoering/uitrol (zowel qua inhoud als proces).
Ten behoeve van het testen van innovaties op het gebied van incidentbestrijding zijn er in 2012 2 pilots gestart en is er 1 onderzoek afgerond. Op de post Veghel vindt een pilot variabele voertuigbezetting en het optreden met een snel interventie voertuig (SIV) plaats. Deze pilot loopt door tot medio 2013. In het district Leijgraaf is eind 2012 een pilot gestart t.b.v. locatie onafhankelijk bluswatervoorziening dmv een tankwagen. Het onderzoek naar nut en noodzaak van Drukluchtschuim (DLS) is afgerond. De uitkomsten van deze pilots dienen als input voor het programma van eisen voor de aanbesteding van nieuwe tankautospuiten.
Heroriëntatie op de huidige grenzen mede aan de hand van berekeningen van het programma “Care” en de mogelijke toepassing van preventieve voorzieningen die kunnen leiden tot aanpassing van de opkomsttijden. 2. Operationele slagkracht en beschikbaar gestelde financiële middelen structureel op elkaar afstemmen. Heroriëntatie op de huidige en de gewenste operationele slagkracht binnen de regio in totaliteit met vertaling naar financiële middelen, afgezet tegen de beschikbaar gestelde middelen. 3. Innovatieve repressieve technieken toepassen teneinde het rendement van de eigen inzet te verbeteren en de veiligheid van manschappen te vergroten. De uitvoering van een aantal pilots m.b.t. innovatieve technieken.
Kwaliteit, innovatie en onderzoek Kwaliteit, innovatie en onderzoek richt zich op systematisch vakinhoudelijk doorontwikkelen van de brandweer zodat de brandweerzorg die wordt geboden, afgestemd is op de eisen die de complexe omgeving waarin zij opereert, haar stelt.
17
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Lerend vermogen versterken. We gaan het lerend vermogen versterken, opdat de kwaliteit van het brandweerwerk verbetert.
2. Lerend vermogen versterken. We gaan het lerend vermogen versterken door middel van het inrichten van een leeragentschap. Dit leeragentschap zal binnen de regio BBN analyses maken van (bijna-)ongevallen om zo de leermomenten voor BBN vast te stellen. 3. Transparantie vergroten m.b.t. de invulling van de brandweerzorg t.b.v. onze opdrachtgevers en de eigen organisatie. Inzichtelijk maken (door monitoring en analyse) van wat de brandweer doet op alle onderdelen van de veiligheidsketen in relatie tot onder meer vereisten vanuit wet- en regelgeving, bestuurlijke besluiten, dienstverleningsovereenkomst en, etc. en wat we daarvan kunnen leren.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Tussen medio 2011 en medio 2012 wordt op elk onderdeel van de veiligheidsketen minimaal één initiatief ontwikkeld om te komen tot innovatie. Dit initiatief voldoet aan vooraf geformuleerde randvoorwaarden die medio 2011 beschikbaar zijn. Vóór eind 2012 vindt evaluatie plaats van de resultaten van de initiatieven, zowel voor wat betreft de inhoudelijke aspecten als de wijze waarop de organisatie kan leren van deze initiatieven.
Er zijn in 2012 diverse innovatieve initiatieven ontwikkeld. Dit varieert van het bedenken van alternatieve bluswatervoorzieningen tot het anders omgaan met de aansluitvoorwaarden van het Openbaar Meldsysteem. Sommige initiatieven zijn volledig afgerond, andere zijn in ontwikkeling.
De leermomenten worden in gezamenlijkheid vertaald naar verbeterde procedures, informatievoorziening e.d.
Het leeragentschap is ingericht en ook is een aantal inzetten (zoals de grote branden in Erp, Veghel en bij Unipol in Oss) geanalyseerd en geëvalueerd. Aanbevelingen hiervan zijn weggezet in de organisatie.
Medio 2012 is periodieke regio-brede rapportage beschikbaar die inzicht biedt in kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de inzet van de brandweer op alle onderdelen van de veiligheidsketen in relatie tot de (opgedragen) opgave voor de brandweer.
In 2012 is een pilot gestart met een aantal brandweerzorg-indicatoren. Hierover is op managementniveau per kwartaal gerapporteerd. De komende jaren wordt deze rapportagevorm geëvalueerd en doorontwikkeld tot een volwaardige managementtool, die ook als basis kan dienen voor bestuurlijke rapportages.
18
Lasten en baten BBN Repressie
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten totaal lasten
5.667 630 6.297
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten saldo
95 8 8 111 -6.186
6.372 188 879 7.439
6.177
6.243
854 7.031
773 7.016
23
56 9
135 13
23 -7.416
65 -6.966
148 -6.868
Het programma Repressie levert een nadelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 98.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
Salarissen en sociale lasten: nadeel in de kosten € 66.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De gemaakte kosten in 2011 en 2012 zijn pas in het najaar 2012 correct verwerkt. De sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers waren ten onrechte bij de salariskosten van het beroepspersoneel, op het programma repressie geboekt. Eind 2012 heeft een correctie plaatsgevonden. Per saldo levert dit een nadeel van € 66.000 op. Goederen en diensten: voordeel € 81.000. Op de lasten van goederen en diensten is een voordeel behaald ad € 81.000. Dit bedrag is inclusief een overschot ad € 51.000 op de budgetten van de vrijwilligers die postcommandanten hebben voor de activiteiten van vrijwilligers. Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 79.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt, totaal bedrag € 112.000. Daarnaast wordt € 12.000 verklaard door de ontvangen bedragen met betrekking tot het opgebouwde en gestorte spaarbedragen inzake het flo van de medewerkers die al in dienst waren voor 1 januari 2011. Een nadeel ad € 46.000 is ontstaan omdat er minder bijstand is verleend en de inkomsten navenant achtergebleven zijn.
3.1.5 Nazorg Het doel van nazorg is erop gericht om na een incident weer zo snel mogelijk terug te keren naar de normale of oorspronkelijke situatie. Dit richt zich primair op de zorg na het personeel na een incident.
19
Personeel Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. De personele zorg optimaliseren daar waar het gaat om ervaringen met agressie tijdens de dienstuitoefening. Dit om als werkgever een gezonde en veilige werkomgeving te bieden (ook in relatie tot werkgevers van vrijwilligers). Het ontwikkelen en implementeren van protocollen die bijdragen aan meer veiligheid. 2. De personele zorg optimaliseren daar waar het gaat om het verwerken van traumatische ervaringen Het optimaliseren van processen en procedures en het (voortgaand) trainen van het Bedrijfs Opvang Team (BOT)
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
De beschikbaarheid van deze protocollen medio 2012 en de toepassing ervan vanaf dat moment.
Er is een protocol beschikbaar voor incidenten vanwege externe bedenkingen. Dit protocol wordt verder uitgebouwd en aangevuld ten behoeve van het omgaan met “ongewenst gedrag” in meer brede zin van het woord.
De beschikbaarheid van actuele processen en procedures die in praktijk effectief worden toegepast; de regionale beschikbaarheid van een goed functionerend BOT, monitoring van de werking en resultaten alsmede jaarlijkse evaluatie van de bedrijfsopvang, voor het eerst per ultimo 2012.
Het organisatieplan nazorg is volledig geïmplementeerd. Het BOT is op sterkte gebracht en aanvullend opgeleid. De jaarlijkse evaluatie over de inzet van het BOT wordt uitgevoerd.
Lasten en baten BBN Nazorg
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten totaal lasten
134 85 219
Baten Salarissen en sociale lasten Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal baten
182 93 275
3
saldo
3 -216
-275
148 95 243
150 98 248
2
44
2 -241
44 -204
Het programma Nazorg levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 37.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
20
Salarissen en sociale lasten: voordeel bij de baten € 42.000. Bij de overname van medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding in 2011 en 2012 is pas in het najaar correct verwerkt, totaal bedrag € 37.000.
3.1.6 Overhead Strategie, beleid en communicatie Strategie, beleid en communicatie is gericht op de ondersteuning van bestuur Veiligheidsregio, veiligheidsdirectie, management brandweer bij ontwikkeling, afstemming en uitvoering van (strategisch) beleid evenals in- en externe communicatie.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Transparantie aangaande de overeengekomen dienstverlening Gemeenten zijn opdrachtgevers van de veiligheidsregio en daarmee ook van de brandweer. In 2011 is een eerste aangezet gemaakt om de door de gemeenten gevraagde diensten op het gebied van risicobeheersing (w.o. brandveiligheidsadvisering omgevingsvergunningen, brandveiligheidscontroles e.d.) vast te leggen in dienstverleningsovereenkomsten. 2. Helder beleid over in- en externe communicatie door de veiligheidsregio. Ter uitwerking van het in 2011 door het Algemeen Bestuur vast te stellen Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015 veiligheidsregio is het noodzakelijk om in 2012 het in- en externe communicatiebeleid van de veiligheidsregio vast te stellen. Hiermee moet zowel naar burgers, instellingen, bedrijven, bestuur en politiek als naar de eigen medewerkers eenduidig de toegevoegde waarde van de Veiligheidsregio BrabantNoord worden uitgedragen.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Eind 2012 zijn er dienstverleningsovereenkomsten ter vaststelling aan de gemeenten aangeboden.
De dienstverleningsovereenkomsten zijn in samenspraak met de gemeenten tot stand gekomen. In samenspraak met de Kring van gemeentesecretarissen is besloten de dienstverleningsovereenkomsten met de gemeenten vooralsnog te beperken tot de producten in het kader van risicobeheersing.
Eind 2012 is er een door het Algemeen Bestuur vastgesteld Communicatiebeleidsplan Veiligheidsregio BrabantNoord 2012 – 2015.
Op basis van de keuzes in de bestuursconferentie (december 2012) over de doelstellingen, taken, middelen en organisatie van de veiligheidsregio, zal er al in 2013 een Communicatiebeleidsplan worden opgesteld.
21
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering ondersteunt de primaire processen zodat deze ongestoord voortgang vinden. Daarnaast zorgt zij voor de uitvoering en ondersteuning van de planning- en controlcyclus.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. De basis op orde brengen. Op grond van de uitkomst van een “scan” van de huidige bedrijfsvoering en te formuleren eisen (mede op basis van het inrichtingsplan “Fijnstructuur”) die aan de nieuwe bedrijfsvoering moeten worden gesteld, wordt per bedrijfsvoeringsonderdeel een transitieplan gemaakt met als uitgangspunt: first things first. De aandacht richt zich eerst op personeel- en budgetbeheersing en de kritische bedrijfsvoeringsprocessen (bijv. ICT). Elk plan kent zijn eigen doorlooptijd met als deadline: eind 2012. 2. Nieuwe verdeelsleutel ontwikkelen voor de bijdragen door de afzonderlijke gemeenten
Hoe meten we het resultaat? (Prestatie-indicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Ultimo 2012 is de bedrijfsvoering in al zijn facetten in control: de begrotings- en verantwoordingscyclus wordt conform planning doorlopen; de begroting is sluitend, er zijn geen overschrijdingen, personele en materiële uitgaven zijn in balans met toegekende budgetten, relevante/kwetsbare processen zijn beschreven en uitvoering geschiedt conform, de accountant geeft over het jaar 2012 een getrouwheidsen rechtmatigheidsverklaring af.
Hoewel de basis steeds meer op orde komt, is het eindpunt zoals dat was voorzien, nog niet bereikt. Met name vanwege de beperkte personele sterkte zijn er langere doorlooptijden. De processen van Bedrijfsvoering zijn grotendeels beschreven en afronding daarvan vindt plaats in het eerste kwartaal 2013. Met name de Planning- en controlcyclus is vanuit kwaliteitsoogpunt sterk verbeterd. De sturing op (materiële en personele) budgetten wordt steeds effectiever. De organisatie komt meer en meer in control.
De bestuurlijke accordering van een nieuwe verdeelsleutel uiterlijk per ultimo 2012.
In 2012 is een bestuurlijk voorstel geformuleerd om de huidige verdeelsleutel (een percentuele verdeling op basis van de huidige verhouding in de bijdragen van de diverse gemeenten) te handhaven. Het DB heeft hiertoe op 19 december 2012 een besluit genomen.
De bestuurlijke accordering per ultimo 2012 van een niveau van brandweerzorg voor de komende jaren dat overeenstemt met de beschikbare middelen.
Eind 2012 heeft het Algemeen bestuur op voordracht van en in interactie met de brandweer richtinggevende besluiten kunnen nemen om de brandweerzorg meerjarig in overeenstemming te brengen met de beschikbare middelen. Formele besluitvorming hierover vindt plaats in het AB van april 2013.
Bestuurlijke besluitvorming medio 2012 m.b.t. de invulling van de randvoorwaarden aangaande de 2e loopbaan en de dekking van de daaruit voortvloeiende (structurele) lasten.
Medio 2012 is een plan van aanpak samengesteld dat voorziet in de ontwikkeling van instrumenten om e het 2 loopbaanbeleid (dat wordt gezien als onderdeel van zogenoemd employability-beleid dat voor alle medewerkers moet gaan gelden) te faciliteren. Besluitvorming hierover vindt in de loop van 2013 plaats. De uitloop wordt veroorzaakt door capaciteitsgebrek.
Voorstel ontwikkelen op basis van analyse en monitoring. 3. Brandweerzorg die in overeenstemming is met de beschikbaar gestelde middelen Voorstel ontwikkelen op basis van analyse en monitoring
4. Opstap naar 2e Loopbaan desgewenst faciliteren Ontwikkelen van de randvoorwaarden om daarvoor in aanmerking komende medewerkers te faciliteren in het toewerken e naar een 2 loopbaan.
22
Lasten en baten BBN Overhead
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten Baten Salarissen en sociale lasten Rente en afschrijvingen Goederen en diensten Inkomens- en vermogensoverdrachten *) totaal baten saldo
2.955
2.679
2.877
2.643
887 4.043 570 8.455
91 4.723 941 8.434
756 5.191 624 9.448
222 4.632 574 8.071
526 739 180
96 134 67
75 777 68
82 745 89
1.445 -7.010
297 -8.137
920 -8.528
916 -7.155
Het programma Overhead levert een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 1.373.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
Salarissen en sociale lasten: voordeel € 234.000. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat exmedewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er van de voorziening personeel € 131.000 vrij. Het niet invullen van de formatieplaatsen (9,3% van de totale beroepsformatie) werkte door in de aan personeel gerelateerde kosten zoals: gratificaties, jubilea, werving & selectie van personeel en vrijwilligers, totaal voordeel € 44.000. Ten slotte bleek het afwikkelingsverschil met betrekking tot nagekomen kosten inzake de functiewaardering € 52.000 (voordeel) te bedragen. Kapitaallasten/betaalde rente: voordeel in de kosten € 534.000. De investering bij Beheer en huisvesting voor uitgaanskleding ad € 348.000 zal in 2013 afgerond worden. De bestellingen lopen en in 2013 zullen alle korpsen voorzien zijn van het nieuwe uitgaanstenue. Daarnaast is vooruitlopend op de uitkomsten van een inventarisatie van de inventaris op de kazernes een investeringsbudget ad € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen zal in 2013 plaatsvinden waardoor over 2012 een incidenteel overschot is ontstaan ad € 98.000. Op de kapitaallasten van ICT is een incidenteel voordeel ad € 138.000 ontstaan door de vertraagde invoering van het nieuwe netwerk. De betaalde rente is € 75.000 hoger dan geraamd doordat de betaling van de overgedragen activa aan de gemeenten later plaatsvond dan voorzien en de gemeenten hiervoor rente gecompenseerd kregen. Conform het BBV wordt de betaalde rente ad € 373.000 verantwoord bij saldo financieringsfunctie onder de algemene middelen. Het budget was nog niet aangepast. Voordeel € 373.000. Goederen en diensten: voordeel in de kosten € 559.000. Het grootste deel hiervan wordt veroorzaakt door voordelen bij Strategie, beleid en communicatie ter hoogte van € 143.000 als gevolg van de achterstanden in de uitvoering van communicatieplannen in verband met de besluitvorming rond de invulling van de benodigde capaciteit. Bij Financiën en control is een voordeel ter hoogte van € 110.000 ontstaan, doordat onder andere de implementatie van de digitalisering van de facturenstroom en de bijbehorende rapporten vertraagd is. Daarnaast zijn de accountants- en advieskosten lager uitgevallen en is de voorziening dubieuze debiteuren vrijgevallen. Bij Beheer en Huisvesting is een voordeel ontstaan op diverse budgetten van de gehele regio ad € 57.000. Belangrijkste oorzaak is het doorschuiven van aanpassingen op de kazernes en aanschaf van inventaris in afwachting van de definitieve inventarisatie van de inventaris op de kazernes.
23
Rente en afschrijvingen: nadeel bij de baten € 32.000. Kapitaallasten nadeel bij de baten € 32.000 door lagere interne renteopbrengsten omdat de kapitaallasten lager zijn dan geraamd in verband met later realiseren van geplande investeringen. Goederen en diensten: voordeel bij de baten € 21.000. Het behaalde voordeel ad € 21.000 ontstaan door onvoorziene inkomsten uit hoofde van sommenverzekeringen.
24
3.1.7 Totale kosten Brandweer en Veiligheidsbureau
Lasten en baten BBN + VB Totaal
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Veiligheidsbureau Risicobeheersing Preparatie Repressie Nazorg Overhead Frictie- en implementatiekosten/Taakstelling totaal lasten
864 3.117 14.128 7.031 243 9.448
727 3.068 13.087 7.016 248 8.071
31.640
950 3.553 12.603 7.439 275 8.434 101 33.355
34.831
32.217
72 180 936 111 3 1.445 2.747
75 272 23 297 667
42 108 366 65 2 920 1.503
275 615 148 44 916 1.998
Saldo Programma's
-28.893
-32.688
-33.328
-30.219
Algemene middelen BDUR Inwonerbijdrage Saldo financieringsfunctie
3.715 29.356
3.600 28.991
3.588 29.011
3.990 28.939 -306
Totaal algemene middelen
33.071
32.591
32.599
32.623
4.178
-97
-729
2.404
1.026 70 -956
50 147 97
73 802 729
523 725 202
3.222
-
-
2.606
Baten Veiligheidsbureau Risicobeheersing Preparatie Repressie Nazorg Overhead totaal baten
Resultaat voor bestemming Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves Resultaat na bestemming
684 2.885 13.100 6.297 219 8.455
25
Algemene middelen: Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)/Inwonerbijdragen De Algemene Middelen zijn opgebouwd uit de bijdragen uit de Brede DoelUitkering Rampenbestrijding vanuit het Ministerie van V&J en de Inwonerbijdragen vanuit de gemeenten. Hierop is een voordeel ontstaan van in totaal € 330.000 ten opzichte van de begroting. Dit heeft de volgende oorzaken: Het Ministerie van V&J heeft beschikt dat uit haar niet benutte budgetten in 2012 een incidentele bijdrage BDUR aan elke Veiligheidsregio werd toegekend ter hoogte van € 400.000. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000. Op de inwonerbijdragen van een aantal gemeenten zijn in 2012 structurele correcties toegepast in verband met niet overgenomen bluswatervoorzieningen. Hierdoor is een nadeel ter hoogte van € 72.000 ontstaan. Conform het BBV wordt de betaalde rente ad € 373.000 verantwoord bij saldo financieringsfunctie onder de algemene middelen. Het budget was nog ondergebracht bij het programma overhead. Nadeel € 373.000. Dit nadeel wordt deels gecompenseerd door de een voordeel hogere rente-inkomsten van € 67.000.
Dotaties en onttrekkingen reserves Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en onttrekkingen tot verschillen hebben geleid: In de decembercirculaire BDUR 2012 signaleerde het Ministerie van V&J dat men inzag dat de regionalisering van de gemeentelijke brandweer voor de veiligheidsregio’s een ingrijpend proces is dat flinke incidentele kosten met zich meebrengt. Men schatte in dat deze kosten ongeveer 7 jaar voor de verwachte structurele besparingen uitgaan. Om hierin tegemoet te komen, heeft het Ministerie in 2012 aan alle veiligheidsregio’s een éénmalige bijdrage van € 400.000 toegekend. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000. Aan de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs werden de niet begrote ontvangsten van ESF-gelden ter hoogte van € 48.000 gedoteerd. Het moment en de omvang van deze ontvangsten zijn niet vooraf bekend. De uitgaven ten laste van de Convenantgelden zijn lager uitgevallen, doordat de in 2012 voorziene activiteiten traag van start zijn gegaan. Hierdoor is de onttrekking aan de reserve Convenantgelden € 203.000 lager dan geraamd. In 2012 is voor een bedrag van € 152.000 aan de bestemmingsreserve onttrokken en betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen hebben. In 2012 is een bedrag van € 24.000 onttrokken aan de Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs, hetgeen niet geraamd was. Dit betreft een bijdrage aan de NVBR ten behoeve van de aanvraag van ESF-gelden. Net als bij de inkomsten, is de hoogte van de bijdrage niet vooraf bekend. Een onttrekking ter hoogte van € 50.000 uit de Reserve Risico- en crisiscommunicatie was geraamd voor 2012. Maar er zijn in 2012 echter nog geen van de geplande activiteiten gestart die tot kosten hebben geleid. Deze zullen vanaf 2013 plaatsvinden. Daarom heeft er in 2012 geen onttrekking uit deze reserve plaatsgevonden. Na dotaties en onttrekkingen aan reserves resteert een voordelig resultaat voor Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord ad € 2.606.000.
26
3.2
Programma: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio
De GHOR Brabant-Noord (dit is de Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) draagt ten behoeve van de gezondheid van (potentiële) slachtoffers van rampen en zware ongevallen samen met de geneeskundige keten en in afstemming met de brandweer, politie en gemeenten zorg voor drie processen: de Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH), de Publieke Gezondheid (PG) en de Psychosociale Hulpverlening (PSH). Daarnaast heeft de GHOR als taak afspraken te maken met de zorginstellingen in de regio over hun voorbereiding op- en inzet bij zware ongevallen, rampen en crisissituaties (Zorgcontinuïteit). Anders gezegd: Onder het motto ‘Veiligheid met zorg geregeld’, zorgt de GHOR ervoor dat iedereen binnen de geneeskundige sector erop voorbereid is om slachtoffers goed te helpen als zich een calamiteit voordoet.
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 1. Voldoen aan de vereisten uit de Wet Veiligheidsregio’s en Wet Publieke Gezondheid Relatiebeheer en advies m.b.t. alle schakels van de veiligheidsketen op vier werkterreinen: Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH); Publieke Gezondheid (PG), inclusief evenementenadvisering; Psychosociale Hulpverlening (PSH); Zorgcontinuïteit (ZC).
2. De GHOR Brabant-Noord is in staat als gezaghebbende regisseur binnen de witte kolom haar wettelijke taken uit te voeren. Sterke positionering als ‘linking-pin’ in het brede netwerk van OOV-partners enerzijds en zorgaanbieders anderzijds door actief relatiebeheer, advisering en implementatie van producten (vb. informatievoorziening en OTO aanbod).
Hoe meten we het resultaat? (Prestatieindicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Op 31-12-12 is het beleid van de GHOR geborgd in het Regionaal Beleidsplan en het Regionaal Crisisplan van de Veiligheidsregio.
Input van de GHOR is geborgd in het Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio en Regionaal Crisisplan. De consequenties van het Regionaal Crisisplan zijn deels doorgevoerd en worden in 2013 verder vertaald in beleid.
Meting op basis van landelijke prestatie-indicatoren ‘Aristoteles’. Op 31-12-12 zijn de normen behorende bij de indicatoren vastgesteld.
Over de resultaten van de GHOR wordt twee keer per jaar gerapporteerd middels de Aristoteles rapportage. Het grootste deel van de normen is vastgesteld, een aantal normen worden in 2013 bepaald.
Uitvoeren nulmeting t.a.v. positionering GHOR in het netwerk. Op 31-12-12 is de nulmeting uitgevoerd.
Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant is er in 2012 geen nulmeting uitgevoerd. Het regisseursschap, vanuit het strategisch accountmanagement zal in 2013 verder in gezamenlijkheid worden vormgegeven.
27
Wat gaan we doen en hoe? (Resultaat en Activiteiten) 3. Adequaat opgeleide, getrainde en beoefende GHOR-functionarissen en zorgaanbieders, zowel in mono- als in multidisciplinair verband. De relatiebeheerders genereren bij zorgaanbieders, na bewustwording, vragen op het gebied van (ondersteuning bij) OTO. Zo mogelijk faciliteert de GHOR de zorgaanbieders met een passend OTO-aanbod.
4. Informatievoorziening en ondersteuning op orde brengen. Opbouwen van informatieknooppunt GHOR als verbinding tussen zorgaanbieders en OOVpartners.
Hoe meten we het resultaat? (Prestatieindicatoren)
Voortgang van de uitvoering
Het beleid hieromtrent zal in 2012 nog verder vorm krijgen, mede afhankelijk van landelijke modelconvenanten met bijbehorende TBV’s. Op 31-12-12 is hier beleid op ontwikkeld inclusief bijbehorende helderheid over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen GHOR en zorgaanbieders.
De landelijke modelconvenanten zijn geëvalueerd. Een aantal van deze modelconvenanten zijn bijgesteld. De GHOR Brabant-Noord gaat de regionale vertaling van deze convenanten samen met de GHOR Midden-West Brabant oppakken. De daadwerkelijke tekening van de convenanten kan derhalve pas plaatsvinden na de formele intensievere samenwerking tussen beide bureaus in 2013. Het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg) krijgt een steeds bepalender rol als het gaat om het voorbereiden van de acute partners op rampen en crises. Hierdoor is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen GHOR-zorgaanbieder-ROAZ nog niet helemaal helder. De ‘nieuwe rol’ van de DPG (Directeur Publieke Gezondheid) speelt een belangrijke rol in het verder ontwikkelen van beleid op dit vlak.
Per 31-12-12 zijn de benodigde informatieproducten in kaart gebracht en is er een prioriteitenlijst met planning gemaakt.
Medio maart 2012 is een Informatiemanager aangesteld bij de GHOR. De Informatiemanager heeft een rapportage opgesteld waarin de informatieproducten van de GHOR in beeld zijn gebracht en er een advies ligt over de toekomst van deze informatieproducten. In oktober heeft de Informatiemanager afscheid genomen van de GHOR. Zijn opvolger start in 2013 met het opgeleverde advies,
Per 31-12-12 zijn de benodigde ondersteuningsafspraken in kaart gebracht en is er een prioriteitenlijst met planning gemaakt.
Het Regionaal Crisisplan vormt de verbinding tussen de Veiligheidsregio en de afspraken met partners (in het geval van de GHOR afspraken met de zorgaanbieders). In lijn met de ontwikkeling van het Regionaal Crisisplan wordt in beeld gebracht met welke aangrenzende regio’s nog onvoldoende afspraken zijn gemaakt ten aanzien van ondersteuning. Aan de hand van deze inventarisatie zal de GHOR gaan prioriteren.
28
3.2.1 Lasten en Baten GHOR
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz
Lasten Personeelslasten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Overhead incl. bestuurskosten totaal lasten
995 112 243 605 95 438 2.488
1.032 110 210 664 148 400 2.564
1.032 110 240 634 148 400 2.564
1.006 98 232 472 104 400 2.312
210 210
62 62
62 62
69 69
Saldo Programma's
-2.278
-2.502
-2.502
-2.243
Algemene middelen: BDUR Gemeentelijke bijdrage (inwonerbijdrage)
1.340 1.266
1.292 1.210
1.292 1.210
1.285 1.215
Totaal algemene middelen
2.606
2.502
2.502
2.500
328
-
-
257
-
-
-
-
328
-
-
257
Baten Overige baten totaal baten
Resultaat voor bestemming Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves Resultaat na bestemming
Uit de tabel blijkt dat er, na wijzigingen en voor bestemming, een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 is van € 257.000.
Personeelskosten: voordeel ad € 26.000 Er is een incidenteel voordeel ad € 56.000,- op de loonkosten doordat niet alle vacatures zijn opgevuld en er is geen gebruik gemaakt van geraamde kosten voor uitzendkrachten. Daarnaast is er een voordeel ad € 19.000,- op ontvangen ziektegelduitkeringen. Tegenover deze voordelen staat een nadeel ad € 27.000,- voor extra piketkosten voor het waarborgen van de opkomst van de operationele functie OMAC en het inroosteren van schaduwdiensten voor de nieuwe medewerkers met een operationele functie. Ook is er een nadeel ad € 22.000,- door hoger dan geraamde kosten voor symposia, cursussen en netwerkbijeenkomsten met de zorg- en veiligheidssector.
29
Bedrijfskosten: voordeel ad € 161.000 Het voordeel ad € 161.000 op de bedrijfskosten bestaat uit lagere kosten voor opleiding, training en oefening (OTO) van GHOR medewerkers met een operationele functie (€ 38.000) en minder operationele inzet en OTO activiteiten bij partners als gevolg van wetswijzigingen (€ 175.000). Ook zijn er lagere kosten voor het voertuigenpark van de GHOR (ad € 14.000). Hier tegenover staat een nadeel ad € 66.000 voor de uitvoering van een aantal projecten waaronder het herzien van het kwaliteitssysteem, implementatie van projectmatig werken en de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant. Administratiekosten: voordeel ad € 45.000 Op de administratiekosten is er vanwege het nog niet doorontwikkelen van de website door de herpositionering een voordeel van € 20.000. Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt dan begroot op drukwerk en voorlichtingsmateriaal (ad. € 25.000).
30
3.3
Programma: Gemeenschappelijk Meldcentrum
Het GMC heeft tot doel het in stand houden van een gemeenschappelijk meldcentrum voor het stroomlijnen van de hulpverlening in het werkgebied door politie, brandweer en ambulancevoorziening. Het gemeenschappelijk meldcentrum zal bijdragen aan een efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten en van onderlinge communicatie- en informatiemogelijkheden en –voorzieningen. De taken van het GMC zijn als volgt te omschrijven: 1. Het beheer van het gemeenschappelijk meldcentrum dat omvat de exploitatie van het gebouw en de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. 2. Het aanbieden, in stand houden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en –voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen. 3. Het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid van de onder 1 en 2 genoemde taakgebieden. 4. Het GMC draagt zorg voor de inrichting van de controlfunctie van het GMC, de uitvoering van de controlling van de aan haar opgedragen taken en werkzaamheden en de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de programmabegroting van het GMC. Het GMC staat voor wat betreft het beheer onder leiding van de korpschef Politie Brabant-Noord. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De inhoudelijke verantwoordelijkheid van de meldkamers voor de organisatie, operationele aansturing en wijze van invulling van operationele prestaties is opgedragen aan het management van de verschillende moederorganisaties. Met betrekking tot deze verantwoordelijkheid hebben de veiligheidsregio (Brandweer en GHOR) de regiopolitie en de regionale ambulancevoorziening de verplichting zich in te spannen voor een zo groot mogelijke integrale samenwerking van de meldkamers. Het GMC is verantwoordelijk voor het systeem- en netwerkbeheer, telefonie, radioverkeer (C2000) en het functioneel applicatiebeheer. In dit kader programmeert, repareert en beheert het GMC bijvoorbeeld meer dan 3.400 mobilofoons, portofoons en pagers (alarmontvangers).
Wat gaan we doen? (Resultaat) Klant- en resultaatgericht beheer van het GMC ter ondersteuning van het doelmatig en effectief functioneren van politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant-Noord.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Adequate communicatie- en informatievoorzieningen voor politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant-Noord.
Exploiteren van gebouw en technische infrastructuur. Genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. Ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid met betrekking tot de exploitatie van gebouw, technische infrastructuur en managementinformatie. Inrichten en uitvoeren van de controlefunctie van het GMC gericht op de doelmatige en rechtmatige uitvoering van de aan het GMC opgedragen taken. Aanbieden, in stand houden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en -voorzieningen voor de doelmatige en effectieve
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Sinds 2012 is het geprotocolleerd uitvraagsysteem 'ProQA' binnen de meldkamer ambulancezorg operationeel.
Alle portofoons en pagers van de RAV zijn vervangen. Alle mobilofoons en portofoons van de politie en brandweer zijn opnieuw geprogrammeerd; Het Nationaal Noodnet is 31
Wat gaan we doen? (Resultaat)
Geplande activiteiten en ontwikkelingen inzet en aansturing van de hulpverleningsdiensten.
Multidisciplinair opleiden en oefenen op orde
In 2009 is een multidisciplinair oefenbeleidsplan centralisten vastgesteld. Tot 2012 is financiële dekking gevonden binnen de bestaande begroting.
Kwaliteit meldkamers
Borgen van de kwaliteit conform de aanbevelingen van het project ‘Integratie meldkamerprocessen’. Bezien (kwalitatieve) invulling functies ihkv. opschaling meldkamer.
Inzicht in de mogelijkheden van schaalvergroting
Onderzoeken van de mogelijkheden van schaalvergroting Verkennen van samenwerkingsmogelijkheden met naburige meldkamers. Participeren in landelijke ontwikkelingen
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang vervangen. Dit traject is eind 2012 afgerond; LiveView is een systeem waarmee videobeelden van een Particuliere Alarmcentrale (PAC) en beelden vanuit de tele-heli naar de meldkamer politie kunnen worden gestuurd. Dit systeem is sinds augustus 2012 operationeel; Het RTIC is in gebruik genomen; Sinds 2012 is Burgernet binnen Brabant-Noord operationeel. Dit geldt tevens voor NL-Alert, dat ook een communicatiemiddel ten opzichte van de burger is; Sinds 2012 wordt gebruik gemaakt van Landelijke Meldingsclassificaties. Hiermee opererren alle landelijke meldkamers in Nederland binnen GMS op dezelfde wijze. Financiële dekking is gevonden binnen de begroting van het GMC. In 2013 zijn geen oefeningen geweest gezien het drukke programma van de RAV met onder andere de invoering van ProQA. In 2013 wordt het oefenen gecontinueerd. Met de komst van de Nationale Politie moet de rol van calamiteitencoördinator (caco) worden ingevuld door een Meldkamer Officier van Dienst. Alle Meldkamer Officieren van Dienst die vóór 2011 aangesteld zijn hebben de opleiding met goed gevolg afgerond. Ook de MOvD’s die in 2011 aangesteld zijn gaan deze opleiding volgen. De Brigadieren van dienst (BvD’s) zijn hiermee in een afrondende fase. In 2012 heeft de minister aangegeven dat er in Nederland 11 meldkamers komen. De minister heeft besloten om de meldkamers Brabant Zuid-Oost en Brabant-noord te vestigen aan de Gruttostraat te ’s-Hertogenbosch.
32
Wat gaan we doen? (Resultaat) De informatiebeveiliging en de kwaliteit van de informatievoorziening borgen.
Geplande activiteiten en ontwikkelingen
Binnen de bestaande formatie- en budgettaire ruimte: implementatie en borging van het informatiebeveiligingsplan; implementatie en borging van het regionaal beleid Special Coverage Locations; verbetering van de operationele en managementinformatievoorziening.
Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang
Implementatie en borging van het informatiebeveiligingsplan is voltooid. Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld; Implementatie en borging van het regionaal beleid Special Coverage Locations is voltooid. De loketfunctie is ingericht op het GMC; Inrichting dataware house is voltooid.
33
3.3.1 Lasten en baten GMC
bedragen * € 1.000
Werkelijk Begroting 2012 Begroting 2012 Werkelijk 2012 2011 Primair na wijz Lasten Huidig personeel Rente Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen & automatisering Operationeel Beheer Overige lasten totaal lasten Baten Huidig personeel Rente Huisvesting Operationeel Overige baten totaal baten
1.063
1.150
1.150
1.124
27 524 8 1.032 4 49 23 2.730
50 530 16 1.206 5 55 97 3.109
50 530 16 1.206 5 152
20 526 12 1.014 2 58 22 2.778
3.109
18 90
Saldo Programma's Algemene middelen: Gemeentelijke bijdrage (Inwonerbijdrage) RAV Politie Saldo financieringsfunctie Totaal algemene middelen Resultaat voor bestemming Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo dotaties en onttrekkingen Saldo resultaat na bestemming
5 90
90
90
7 115
90
90
4 99
-2.615
-3.019
-3.019
-2.679
1.343 126 1.651 -158 2.962
1.368 127 1.684 160 3.339
1.368 127 1.684 160 3.339
1.375 127 1.690 -143 3.049
347
320
320
370
-
-
-
-
347
320
320
370
Uit de tabel blijkt dat er een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2012 na wijzigingen en voor bestemming op van € 370.000. De belangrijkste afwijkingen zijn:
34
Structurele voordelen (€ 180.000). Onderstaande voordelen hebben een structureel karakter: o Lagere opleidingskosten; € 10.000. o Lagere ICT-kosten van totaal € 120.000. Door een andere invulling van het nieuwe beleid rondom uitwijk en het vervallen van de landelijke bijdrage (van € 60.000) aan het landelijke project MUST (Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Taakondersteuning) alsmede ICT vervangingsvoordelen van € 60.000. o Lagere personele lasten door minder inhuur en doelmatiger beheer door de politie als gevolg van onder meer digitalisering van de inkoopfacturen van totaal € 50.000. Incidentele voordelen (€ 190.000) De belangrijkste incidentele voordelen zijn het uitstel van het multidisciplinair oefenen in 2012 (€ 40.000), verder uitstel van vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000), lagere opleidingskosten (€ 20.000), hogere baten als gevolg van incidenten en een hoger aantal inwoners (€ 22.000), lagere rentelasten (€ 15.000) en overige voordelen van per saldo € 23.000.
35
4.
Paragrafen
De in art. 9 tot en met 21 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voorgeschreven onderwerpen worden in onderstaande paragrafen puntsgewijs toelicht.
4.1
Weerstandsvermogen
4.1.1
Weerstandscapaciteit
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Het weerstandsvermogen van de Brandweer Brabant Noord geeft aan hoe goed de brandweer in staat is om financiële tegenvallers (risico's) op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen wordt ingegeven door hoogte van de weerstandscapaciteit (o.a. de algemene reserve) in verhouding tot de potentiële risico’s. Tot op heden had BBN nog geen duidelijk zicht op het weerstandsvermogen. Inmiddels is er een nota opgesteld over de inrichting van het weerstandsvermogen van de BBN. Hiervoor zijn de risico’s en de weerstandscapaciteit van de BBN geïnventariseerd en zijn er normen voor de hoogte van het weerstandsvermogen geformuleerd. Conclusie van deze nota is dat de Algemene Reserve, gezien de risico’s, voldoende weerstandsvermogen biedt als deze tussen de €1,2 miljoen en €1,7 miljoen ligt. Op 3 april 2013 jl. heeft het algemeen bestuur daarom de ondergrens van de Algemene Reserve van de brandweer op €1,2 miljoen (3,6% van het exploitatietotaal) en de bovengrens op €1,7 miljoen (5,1% van het exploitatietotaal) vastgesteld. Iedere 4 jaar wordt de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen herzien, of eerder als onverwachte grote wijzigingen in de risicosfeer hiertoe aanleiding geven. De Algemene Reserve bedraagt per 31 december 2012 € 1.666.000, dat is € 34.000 lager dan de vastgestelde bovengrens. Een voorstel om de reserve aan te vullen met € 34.000 tot aan de bovengrens zal bij het voorstel tot resultaatbestemming 2012 worden meegenomen. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De GHOR beschikt over een algemene reserve ad € 182.800 om de onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2011 en bedraagt 7,1% ten opzichte het exploitatietotaal van 2012. Daarmee bevindt de omvang van de reserve zich aan de bovenkant van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal). Gemeenschappelijk Meldcentrum De algemene reserve van het GMC bedraagt € 226.000. Ten opzichte van het begrotingstotaal (2012; inclusief financieringslasten) is dit 7%. Daarmee bevindt de reserve zich aan de bovenkant van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal).
4.1.2
Risico’s
Algemeen Schaalvergroting van meldkamers Nederland kent op dit moment 25 meldkamers waarvan 22 regionale meldkamers werkzaam zijn ten behoeve van politie, brandweer en de ambulancevoorzieningen. De schaalvergroting wordt geëffectueerd middels een transitieakkoord waarin de samenvoeging tot één landelijke meldkamerorganisatie (met maximaal 10 locaties) die onder leiding komt te staan van het ministerie van Veiligheid & Justitie. Welke financiële risico’s dat met zich meebrengt voor onze Veiligheidsregio met betrekking tot het Gemeenschappelijke Meldcentrum en de meldkamer van de Brandweer is nog niet bekend. Fiscaal risico De Belastingdienst heeft tot op heden -ondanks het feit dat de GHOR nog onderdeel is van de GGD en het GMC administratief nog een onderdeel van de politie is- vanwege de herstructurering goedgekeurd om het GMC en de GHOR als onderdeel van de Veiligheidsregio voor de omzetbelasting als één entiteit te behandelen. Deze goedkeuring dateert vanaf de vorming van de Veiligheidsregio (1 juli 2006) en is formeel voor het eerst verleend op 29 september 2009, waarbij de Belastingdienst de Veiligheidsregio tot 31 december 2010 de tijd geeft om de herstructurering te realiseren. In verband met diverse ontwikkeling -de regionalisering van de brandweer, de positionering van de GHOR en de samenvoeging van de meldkamers- heeft de belastingdienst tot twee keer toe uitstel verleend. De belastingdienst verleent nu uitstel tot 31 december 2013 en geeft tevens aan dat verdere verlenging niet zal worden verleend! 36
Als de huidige situatie blijft bestaan worden vanaf 1 januari 2014 de onderlinge prestaties tussen de GGD (met betrekking tot de GHOR), de politie (met betrekking tot het GMC) en de Veiligheidsregio fiscaal belaste prestaties, waardoor de kosten voor de Veiligheidsregio belangrijk zullen stijgen.
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Ontwikkelingen compensabele BTW met betrekking tot de kazernes In beginsel hebben de gemeenten bij het besluit tot regionalisering van de Brandweer besloten de onroerende zaken niet over te dragen aan de regionale Brandweer. De fiscale consequenties hiervan waren toen nog niet volledig in beeld. Op 10 juni 2009 is de wet Omzetbelasting en compensatie van omzetbelasting bij publiekrechtelijke lichamen aangepast, waardoor op voorwaarde dat de gemeente de kazerne overdraagt aan de veiligheidsregio, herziening van reeds gecompenseerde btw achterwege kon blijven. Begin 2011 heeft staatssecretaris Weekers van Financiën hierop aanvullend laten weten dat, mits de kazernes om niet ter beschikking werden gesteld aan de Veiligheidsregio, de gemeenten geen terugbetaling hoefde te doen aan het btw-compensatiefonds betreffende investeringen in de kazernes. Hiermee konden de gemeenten dus eigenaar blijven van de kazernes, zonder dat daar fiscale consequenties aan verbonden waren. Inmiddels heeft de Tweede Kamer op 14 februari 2012 ingestemd met een wijziging van de wet Veiligheidsregio’s, hierdoor zijn brandweerzorgtaken per 1 januari 2014 niet langer een gemeentelijke taak, maar een taak voor de Veiligheidsregio. De btw met betrekking tot brandweerzorgtaken is hierdoor niet langer compensabel. Hierdoor is herziening van reeds gecompenseerde btw opnieuw aan de orde. Op 25 januari 2012 heeft staatssecretaris Weekers van Financiën hierover een besluit genomen. Herziening van reeds gecompenseerde btw kan achterwege blijven mits: Het gebouw dat wordt overgedragen is als brandweerkazerne in gebruik en blijft ook na de overdracht als brandweerkazerne in gebruik. De gemeente draagt de brandweerkazerne vóór 1 januari 2014 aan de veiligheidsregio over. Op het moment van de overdracht van de brandweerkazerne bestaan geen plannen om de kazerne aan een derde te verkopen. Begin 2013 is de regionale brandweer gestart met een onderzoek omtrent nut en noodzaak van een mogelijke overdracht van kazernes vanuit de gemeenten aan de brandweer. Directe aanleiding daarvoor is het hiervoor genoemde risico op herziening van reeds door de gemeenten gecompenseerde btw met betrekking tot de kazernes. Maar voor de beoordeling van de vraag of, en zo ja: welke kazernes dan, overgedragen moeten worden, is ervoor gekozen om het vraagstuk van de overdracht in een breder perspectief te plaatsen. Wellicht zijn er meer argumenten te benoemen of factoren aan te wijzen, die van invloed zijn op de uiteindelijke keuze. En tevens zal voor besluitvorming ook helder moeten zijn wat bijvoorbeeld de materiële, personele, fiscale en organisatorische consequenties zijn van deze keuze en welke risico’s hieraan zijn verbonden. Wet schatkistbankieren De wet schatkistbankieren verplicht gemeenten, maar ook gemeenschappelijke regelingen om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. De brandweer voert ondanks de lage rentestand momenteel een actief treasurybeleid, wat de precieze gevolgen zijn voor het begrote financiële rendement is nog onduidelijk. Wet Houdbaarheid overheidsfinanciën ( Wet Hof) De Wet Hof bepaalt dat het rijk en decentrale overheden samen tekenen om het begrotingstekort (het emutekort) volgens Europese afspraken terug te dringen en beknot daarmee de investeringsruimte. Aanvankelijk wilde het rijk de tekortnorm voor de decentrale overheden vanaf 2014 terugschroeven naar 0,3 procent en vanaf 2016 naar 0,2 procent. In het begin 2013 gesloten financieel (concept)onderhandelaarsakkoord tussen kabinet en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen is vastgelegd dat de tekortnorm tot in ieder geval 2015 op het huidige peil van 0,5 procent blijft, dat deze vanaf 2016 trapsgewijs wordt teruggeschroefd naar 0,2 procent in 2017 en dat er deze kabinetsperiode geen boetes worden opgelegd als de tekortnorm wordt overschreden. Duidelijk is dat gemeenschappelijke regelingen ook gehouden zijn uitvoering te geven aan de wet Hof, wat de gevolgen en risico’s zijn is nog niet duidelijk. Ook niet hoe gemeenten richting gemeenschappelijke regelingen hiermee om willen gaan. Wel is het een feit dat door het uitstellen van investeringen, de brandweer in de komende jaren haar investeringsachterstand wil inlopen en daarbij wellicht met de grenzen van de wet Hof zal worden geconfronteerd.
37
Bezuinigingen 2014 Eind 2012 heeft het algemeen bestuur voorgenomen besluiten genomen met betrekking tot bezuinigingen van 5% op de gemeentelijke bijdrage, het realiseren van een sluitende begroting en de implementatie van de uitkomsten van het MVSO-traject. De regionale brandweer staat nu voor de uitdaging deze voorgenomen besluiten tijdig en volledig te realiseren. Stagnatie of het niet realiseren van onderdelen binnen dit traject brengt financiële risico’s met zich mee. Werkkostenregeling (WKR) Aanvankelijk zou de werkkostenregeling met ingang van 1 januari 2014 van kracht worden. De werkkostenregeling bepaalt dat een werkgever maximaal 1,5% van het totale fiscale loon aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemer mag geven. Bij het overschrijden van dit maximum wordt het meerdere belast met een eindheffing van 80% loonbelasting. Bij de vrijwilligers zal het maximum snel bereikt worden, gezien het grote aantal vrijwilligers waar naar verhouding een kleine loonsom tegenover staat. Becijferd is dat het landelijk om een verhoging van € 5 miljoen aan vrijwilligerskosten zou gaan, voor de Brandweer Brabant Noord zal dit naar schatting € 300.000 bedragen. In verband met de op te lossen knelpunten is de invoeringsdatum met één jaar vooruitgeschoven. In 2013 zal er beleid worden geformuleerd hoe om te gaan met de Werkkostenregeling met het voornemen om tot een budgetneutrale beleidswijziging te komen. Detachering medewerkers Er zijn vanuit de Brandweer 2 medewerker voor 50% gedetacheerd bij het GMC waarvan de detacheringscontracten eenzijdig beëindigd kunnen worden. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio Risico’s voor de GHOR bestaan uit mogelijke maatregelen in personele en materiële zin die genomen moeten worden om eventuele toekomstige bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage en op de Brede Doeluitkering Rampen (BDUR) op te vangen. Daarnaast is de eerder genoemde fiscale belasting van onderlinge dienstverlening een risico. Gemeenschappelijk Meldcentrum Zoals bij het weerstandsvermogen vermeld bedraagt de algemene reserve 7% van het begrotingstotaal (inclusief financieringslasten). Bij de interpretatie hiervan is het van belang te beseffen dat de marktwaarde van het GMC-pand substantieel lager is dan de boekwaarde (indicatief € 1,5 miljoen). Dit verschil heeft een negatief effect op het weerstandsvermogen. Zolang het GMC in de huidige vorm bestaat is dit potentiële verlies geen risico.
4.2
Onderhoud kapitaalgoederen
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord De aanschaf en het onderhoud van materieel is ondergebracht in de nieuwe regionale organisatie. Er is een start gemaakt in 2011 met het onderbrengen van alle materieel in een beheerssysteem om het onderhoud planmatig uit te gaan voeren. In 2012 is dit project afgerond en wordt een deel van het onderhoud en keuringen in eigen beheer uitgevoerd. In navolging van 2011 is ook in 2012 terughoudend omgegaan met nieuwe investeringen in afwachting van de uitkomsten van het MVSO traject. Hierdoor is een aantal investeringen doorgeschoven is naar 2012 of later. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De activa van de GHOR worden onderhouden volgens de planning van de GGD Hart voor Brabant. Gemeenschappelijk Meldcentrum Voor het onderhoud van het GMC-pand is de meerjaren onderhoudsplanning geactualiseerd. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze planning is de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vanaf 2011 met € 9.000 verhoogd. Deze verhoging is gebaseerd op de geplande hogere uitgaven voor groot onderhoud voor de komende jaren.
38
4.3
Financiering
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Liquiditeitspositie Per 1 januari 2011 zijn de brandweeractiva (exclusief de kazernes) overgenomen van de deelnemende gemeenten. Eind 2011 is besloten dat Brandweer Brabant-Noord zelf een geldlening zou aantrekken. Begin 2012 is de eerste geldlening daadwerkelijk aangetrokken en zijn de boekwaarden van de overgedragen activa uitgekeerd aan de gemeenten. Momenteel wordt de liquiditeitspositie continue gemonitord en indien de financieringsbehoefte daartoe aanleiding geeft zal een nieuwe lening worden afgesloten. Kasgeldlimiet Op grond van de wet Fido dient de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt. bedragen * € 1.000
Berekening kasgeldlimiet 2012 BBN + VB €
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Overzicht kasgeldlimiet
€ 1e kwartaal 2012
33.405 8,2% 2.735 2e kwartaal 2012
3e kwartaal 2012
4e kwartaal 2012
Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen
14.689 36.868
4.407 20.723
2.414 11.199
2.830 4.035
Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet
22.179 2.735
16.316 2.735
8.785 2.735
1.205 2.735
Ruimte onder kasgeldlimiet
24.914
19.051
11.520
3.940
Vlottende schulden: Het hoge saldo van de vlottende schuld in het eerste kwartaal van 2012 bestaat grotendeels uit aan de gemeenten te betalen boekwaarden van overgedragen activa. In het tweede kwartaal heeft de betaling plaatsgevonden en is het saldo aanzienlijk gedaald. Vlottende middelen: Het hoge saldo van de vlottende middelen in het eerste kwartaal van 2012 ontstaat doordat aan het begin van het kalenderjaar de inwonerbijdrage aan de gemeenten wordt gefactureerd terwijl de betaling in 12 maandelijkse termijnen plaatsvindt. Het debiteurensaldo daalt hierdoor in de loop van het jaar. Met de huisbank is een kasgeldlimiet van € 1.500.000 vastgelegd voor de kortlopende negatieve saldi in rekening courant. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt blijven we ruim onder de kasgeldlimiet.
39
Renterisiconorm
Berekening Renterisiconorm BBN + VB Jaar 2013 Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm Overzicht renterisiconorm
34.072 20,0% 6.814 2013
bedragen * € 1.000
2014 36.191 20,0% 7.238 2014
2015 34.687 20,0% 6.937 2015
2016 34.561 20,0% 6.912 2016
Renteherzieningen Aflossingen Renterisico
150 1.000 1.150
261 2.000 2.261
453 3.000 3.453
500 3.000 3.500
Renterisiconorm
6.814
7.238
6.937
6.912
Ruimte onder renterisiconorm
5.664
4.977
3.484
3.412
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het renterisico ruim onder de renterisiconorm blijft.
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De GHOR heeft geen aparte liquiditeitspositie. De kas- en bankmutaties lopen volledig via de rekeningen van de GGD Hart voor Brabant.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Liquiditeitspositie Uit de balans kan worden afgeleid dat het GMC een schuld in rekening-courant bij de politie heeft van € 326.000 ultimo 2012. De achtergrond van deze schuld is dat eind 2010 een lening van € 1.000.000 geheel diende te worden afgelost. Gezien de actuele ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort lopend vreemd vermogen. Hierdoor is in onderstaand overzicht een vlottende schuld gepresenteerd. Kasgeldlimiet en renterisiconorm Op grond van de wet Fido dienen de begroting en de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt.
40
bedragen * € 1.000
Berekening kasgeldlimiet 2012 GMC €
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Overzicht kasgeldlimiet
€ 1e kwartaal 2012
Gem vlottende schuld Gem vlottende middelen
3.269 8,2% 268
2e kwartaal 2012
2.114 1.576
3e kwartaal 2012
1.435 1.146
4e kwartaal 2012
1.146 617
578 167
Gem overschot vlottende middelen Kasgeldlimiet
538268
289268
529268
411268
Ruimte onder kasgeldlimiet
270-
21-
261-
143-
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat het GMC gedurende 2012 een negatieve liquiditeitspositie heeft. De achtergrond hiervan is hiervoor toegelicht. Volledigheidshalve wordt vermeld dat het GMC onderdeel is van de veiligheidsregio en de kasgeldlimiet van de gehele veiligheidsregio dient te worden beoordeeld. Zoals vermeld, gezien de actuele ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, investeringsvoordelen en de marktrente is vooralsnog gekozen voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. Hierdoor zijn de kortlopende schulden hoger dan de kortlopende middelen. Voor de exploitatie betekent dit een financieel voordeel in de vorm van lagere rentelasten. bedragen * € 1.000
Berekening Renterisiconorm GMC Jaar Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm Overzicht renterisiconorm
2013 € €
2014
3.283 € 20,0% 657 € 2013
2015
3.283 € 20,0% 657 € 2014
2016
3.283 € 20,0% 657 € 2015
3.283 20,0% 657 2016
Renteherzieningen Aflossingen
2.818 224
184
184
184
Renterisico
3.042
184
184
184
657
657
657
657
2.385-
473
473
473
Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm
In 2013 wordt de renterisiconorm voor het GMC overschreden. Ook hierbij wordt verwezen naar de eerdergenoemde motieven om geen langlopende lening aan te trekken en de beoordeling van dit risico op concernniveau. Voor eind 2013 dient een nieuwe langlopende lening te worden aangetrokken.
41
4.4
Bedrijfsvoering
4.4.1
Personeel
Mobiliteit Mobiliteit, (aantal personen) Personeel in dienst (instroom) Personeel uit dienst (uitstroom) Personeel intern andere functie Personeel per 31 december 2012
BBN + VB 7,0 6,0 3,0
GHOR 3,0 2,0 1,0
GMC 0,0 0,0 0,0
263,0
19,0
17,0
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio Een stagiaire is ingestroomd en uitgestroomd. De informatiekundige GHOR is in maart in dienst gekomen en in oktober uitgestroomd. Een Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG) is in 2012 in dienst gekomen bij de GHOR. Gemeenschappelijk Meldcentrum In totaal zijn 2 medewerkers op langdurige detacheringbasis voor 50% vanuit Brandweer Brabant Noord (tegen kostprijs) en 1 medewerker voor 100% vanuit een marktpartij bij het GMC werkzaam. Deze medewerkers zijn in dit overzicht meegenomen. De overige medewerkers van het GMC hebben een dienstverband bij de politie.
4.4.2
Ziekteverzuim
Ziekteverzuim Soort verzuim in % ziekteverzuimpercentage meldingsfrequentie gemiddeld verzuimduur in dagen
BBN + VB 3,36% 0,96 16 dgn
GHOR 2,32% 1,17 9,04 dgn
GMC 5,38% 0,71 32,5 dgn
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Het ziekteverzuim is lager dan het landelijk gemiddelde (4,2% in 2011). In 2012 is het dienstverband met een langdurig zieke medewerker beëindigd. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio We zien een verdere daling van het ziekteverzuim bij de GHOR ten opzichte van afgelopen jaren. 2010: 7,12%, 2011: 3,95%, 2012: 2,32%. Gemeenschappelijk Meldcentrum Het ziekteverzuimpercentage is vooral beïnvloed door langdurige ziekte van 4 medewerkers dit blijkt ook uit de gemiddelde verzuimduur.
42
4.4.3
Formatie in fte’s
Beroepsformatie per kolom per 31.12.2012 BBN + VB GHOR GMC Totaal Brandweervrijwilligers per 31.12.2012 District 's-Hertogenbosch e.o. District Meierij District Maasland District Leijgraaf District Land van Cuijk Totaal
Totaal Bezetting Vacatures FTE's FTE's FTE's 259,25 237,90 21,35 12,30 11,57 0,73 14,50 14,72 286,05 264,19 22,08 Bezetting 221,0 163,0 222,0 158,0 216,0 980,0
Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord Per 31 december 2012 bedraagt de totale formatie 259,25 fte, inclusief de secretaris veiligheidsbureau. De twee medewerkers die voor 50% gedetacheerd zijn bij het GMC, zijn tevens voor 50% in de formatietelling meegenomen. In verband met de voorgestelde inlevering van 25 formatieplaatsen per 1 januari 2014 zijn de vacatures niet opengesteld. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio De bezetting van de GHOR is nagenoeg op orde. Vacatureruimte wordt enerzijds veroorzaakt door uitstroom van de informatiekundige en anderzijds door het niet volledig invullen van de vacature van projectmedewerker. Gemeenschappelijk Meldcentrum Bij het GMC zijn 2,0 fte’s, die via langdurige detachering vanuit Brandweer Brabant-Noord en een marktpartij worden ingevuld, opgenomen in het overzicht. De overige medewerkers van het GMC hebben een dienstverband bij de politie. Momenteel zijn er binnen het GMC geen vacatures. Opmerking: Dit is incl. 3 medewerkers, dei zijn gedetacheerd (2 vanuit de brandweer, 1 vanuit een commerciële IT dienstverlener).
4.4.4
Rechtmatigheid
BBN, GHOR en GMC Het controleprotocol 2012 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord Brandweer is op 7 november 2012 vastgesteld door het Algemeen bestuur. Hierin is opgenomen waaraan de accountant bij zijn controle over het jaar 2012 specifiek aandacht besteedt en welke rapporteringtoleranties hij hierbij dient te hanteren. Het controleprotocol is tevens de basis voor specifieke interne controles die door BBN, de GHOR en het GMC worden gedaan om de werkprocessen en de genomen interne controlemaatregelen te toetsen. De uitkomsten van deze controles worden door de accountant bij de jaarrekeningcontrole betrokken.
43
5.
Jaarrekening
5.1
Programmarekening
Totaaloverzicht Veiligheidsregio Brabant-Noord
bedragen * € 1.000
Werkelijk 2011
Begroting 2012 Primair
Begroting 2012 na wijz
Werkelijk 2012
Lasten BBN en VB GHOR GMC totaal lasten
31.640 2.488 2.730 36.858
33.355 2.564 3.269 39.188
34.831 2.564 3.269 40.664
32.217 2.312 2.778 37.307
Baten BBN en VB GHOR GMC totaal baten
2.747 210 115 3.072
667 62 90 819
1.503 62 90 1.655
1.998 69 99 2.166
-33.786
-38.369
-39.009
-35.141
33.071 2.606 3.120
32.591 2.502 3.179
32.599 2.502 3.179
32.929 2.500 3.192 -306 -143
38.639
38.272
38.280
38.172
Resultaat voor bestemming Dotatie aan reserves BBN en VB GHOR GMC subtotaal dotaties Onttrekking aan reserves BBN en VB GHOR GMC subtotaal onttrekkingen Saldo verrekening reserves
4.853
-97
-729
3.031
1.026
50
73
1.026
50
73
523 523
70
147
70 -956
147 97
802 802 729
725 725 202
Netto resultaat na resultaatbestemming
3.897
-
-
3.233
Saldo Programma's Algemene Dekkingsmiddelen BBN en VB GHOR GMC BBN, Saldo financieringsfunctie GMC, Saldo financieringsfunctie Totaal algemene middelen
-158
44
5.2
Balans
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De GHOR heeft geen complete balans, het saldo is als sluitpost opgenomen. bedragen * € 1.000
Samengestelde balans Veiligheidsregio BALANS 2012 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
31-12-2011
31-12-2012
19.541
19.870
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
31-12-2011
31-12-2012
1.155 3.766 3.897
2.075 4.238 3.233
516
299
3.306 12.640
7.332 17.177
552 1.191
439 901
Overige passiva Totaal vlottende passiva
17.819 19.562
3.693 5.033
Totaal generaal
32.202
22.210
-Voorzieningen
Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen -Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
19.541
19.870
314
359
-41 121
148
1 10.687
107
-Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa Totaal vlottende activa
1.579 12.661
29 1.697 2.340
Totaal generaal
32.202
22.210
-Schulden > 1 jaar Langlopende schulden Totaal vaste passiva Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi Overige schulden
-Overlopende passiva
45
Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel Brandweer en Veiligheidsbureau. bedragen * € 1.000
BBN + VB BALANS 2012 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
31-12-2011
14.313
31-12-2012
15.063
-Financiële vaste activa Bijdrage aan activa in
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
31-12-2011
31-12-2012
746 3.353 3.222
1.666 3.825 2.606
361
125
Totaal vaste passiva
7.682
4.250 12.472
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi, rek crt Overige schulden
1.119
113 774
-Overlopende passiva Voorschotten op specifieke uitkeringen Overige overlopende passiva Totaal vlottende passiva
17.506 18.625
3.501 4.388
Totaal generaal
26.307
16.860
-Voorzieningen -Schulden > 1 jaar
eigendom van derden Totaal vaste activa Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen -Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
Langlopende schulden
14.313
15.063
314
390
-41 40
70
1 10.612
51
-Overlopende activa Vorderingen op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa Totaal vlottende activa
1.068 11.994
1.257 1.797
Totaal generaal
26.307
16.860
29
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: Huurcontract, huur pand Orthenseweg 2b ad € 175.079 met een looptijd van 15 jaar (tot 1 januari 2020). Huurcontract brandkranen. Voor de bluswatervoorziening maakt Brandweer Brabant-Noord gebruik van brandkranen die op het waterleidingnetwerk zijn aangesloten. De leverancier is verantwoordelijk voor het aanleggen en onderhoud van deze brandkranen. Voor het gebruik van de brandkranen wordt € 587.747 per jaar aan huur in rekening gebracht. Per 1 januari 2011 is dit budget overgedragen aan Brandweer Brabant-Noord. Er is sprake van langlopende overeenkomsten tussen de individuele gemeenten en de leverancier. ICT Netwerk/werkplek contract met een looptijd van 3 jaar (tot 1 april 2015) naar schatting € 550.000. Telefonie (mobiele telefoons, onderhoud en beheer, gesprekskosten), looptijd 3 jaar, naar schatting € 225.000. Uitbesteding salarisadminstratie contract tot 31.12.2013 ter waarde van € 265.000. 46
GHOR Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GHOR. bedragen * € 1.000
GHOR BALANS 2012 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
Totaal vaste activa
31-12-2011
31-12-2012
-
-
-
-
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
31-12-2011
31-12-2012
183
183
328
Totaal vaste passiva
511
257 440
-
-
511
440
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar
-Liquide middelen -Overlopende activa Balanssaldo GHOR
-Overlopende passiva 511
440
Totaal vlottende activa
511
440
Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
511
440
Totaal generaal
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: 1. Huurcontract pand Gruttostraat te Den Bosch. Bijdrage in de kapitaallasten van het pand varieert door mogelijke nieuwe investeringen. De bijdrage bedroeg € 85.555 in 2012. De looptijd eindigt 31 december 2015. 2. Overeenkomst bijdrage in jaarlijkse exploitatiekosten van het pand Gruttostraat te Den Bosch, afrekening op basis van een verdeelsleutel van de werkelijke kosten. Bijdrage 2012 € 78.399,-,met looptijd tot 31 dec 2015;
47
GMC Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GMC. bedragen * € 1.000
GMC BALANS 2012 Activa Vaste activa -Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut
31-12-2011
5.228
31-12-2012
4.807
Passiva Vaste passiva -Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Te verdelen resultaat
5.228
4.807
Vlottende activa -Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen, rek crt. Overige vorderingen
81
78
-Liquide middelen Kas Bank- en girosaldi
75
56
-Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
156
134
5.384
4.941
31-12-2012
226 413 347
226 413 370
155
174
3.306 4.447
3.082 4.265
Vlottende passiva -Schulden < 1 jaar Bank- en girosaldi, rek crt Overige schulden
552 72
326 158
-Overlopende passiva Totaal vlottende passiva
313 937
192 676
5.384
4.941
-Voorzieningen
Totaal vaste activa
31-12-2011
-Schulden > 1 jaar Langlopende schulden Totaal vaste passiva
Totaal generaal
De schuld in rekening courant met de politie ad € 326.222 per 31 december 2012 is opgenomen onder de kortlopende schulden conform de BBV voorschriften.
48
5.3
Toelichtingen Programmarekening en Balans
5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling BBN + VB De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en daarom lineair. Rente en afschrijving worden berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen:
Materiele Activa omschrijving Bouw- en verbouwingskosten Meubilair en Inventaris ICT bekabeling ICT hardware ICT telefonie Voer- en vaartuigen - Tankautospuit, Redvoertuig, Hulpverleningsvoertuig, Vrachtauto, Haakarmvoertuig Voer- en vaartuigen - Dienstauto's, Dienstbussen en Duikwagen met boot Bepakking - OGS/WVD, oefen & wedstrijdmateriaal, warmtebeeldcamera en redgereedschap Werkmaterieel - Haakarmbakken, Heftrucks, Aanhangers en overig materieel Persoonlijke beschermingsmiddelen - Ademluchttoestellen, Ademluchtflessen, Gelaatstukken, Helmen en bluskleding Werkplaatsgereedschap, materialen en hefkolommen Verbindingsmiddelen - Portofoons, Mobilofoons, Semafoons/Pagers, Headsets en Navigatie apparatuur
Afschrijvingsduur in jaren 15 5-10 15 5 3 15-20 8-10-12 7-7,5-10-12-15 10-15 6-7-8-10-15 7-10-12-15 5-7
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat FLO-onttrekkingen jaarlijks verschillen van volume is het geoorloofd daarvoor een FLO-voorziening te treffen. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, wordt geen voorziening getroffen. Om de financiële gevolgen van oninbaarheid op te kunnen vangen, is er een voorziening voor dubieuze debiteuren gevormd.
GMC De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en derhalve lineair. Afschrijving wordt berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, is geen voorziening getroffen. Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is (indicatief € 1,5 miljoen) dan de boekwaarde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMC-pand zijn aangebracht. De balans is opgesteld op basis van het continuïteitsprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet in de balans tot uitdrukking is gebracht. 49
Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen:
Omschrijving activa Grond Gebouw Installaties Inventaris Vervoersmiddelen ICT-middelen
afschrijvingsduur in jaren 0 40 15 10 8 3-10
50
5.3.2 Toelichting Programmarekening Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 7 november 2012 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2012 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd.
De resultaten worden hierna toegelicht. De bedragen worden gevolgd door een I of S, die aangeven of het incidentele of structurele afwijkingen ten opzichte van de begroting betreft. BBN+VB
Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting BBN + VB bedragen x € 1000
Nadeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Opleiden en oefenen Salarissen Kapitaalslasten BDUR Convenantsgelden Overige personeelskosten Multidisciplinaire taken Voorzieningen Vrijwilligersvergoedingen Strategie, Beleid en Communicatie Materiaal en materieel Beheer en huisvesting Extern advies Verzekeringen Activiteitenbudgetten vrijwilligers Arbo Kleding Vakbekwaam blijven Kwaliteit, innovatie en ontwikkeling Dotaties en onttrekkingen Inwonerbijdragen Bijstandsverlening Energie ICT en Telefonie Duiken Gebouwen Meldkamer Subsidies Rente Overig Totaal analyse BBN Per saldo na verrekening reserves
Voordeel 582 631 456 402 203 155 140 135 123 89 76 74 67 53 51 38 28 26 20
526 72 46 40 39 35 23 14 11 8 814
71 3.420
I/S I S I I I I/S I/S I I/S S I/S I I I I S I I I I S I I/S I S I I I I I/S
2.606
51
Toelichting Voordelen: 1. Opleiden en Oefenen en Overige personeelskosten: voordeel € 582.000. Het grootste deel hiervan ad € 427.000 is toe te schrijven aan achterblijvende uitvoering van opleiden en oefenen van brandweerpersoneel. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat, na het doorlopen van nieuwe aanbestedingsprocedures, de oefencentra reeds lang volgeboekt bleken te zijn. Het is daardoor nog niet mogelijk gebleken de realistische oefeningen te organiseren. Na de nulmeting die in 2013 plaats zal vinden, zal overigens een exactere inschatting van de oefenbehoefte gemaakt kunnen worden. Verder is een voordeel ad € 111.000 ontstaan doordat de inkomsten uit het opleiden van externe cursisten ten onrechte niet in de begroting waren opgenomen. Door het vooraf vaststellen van cursustarieven vanaf 2013, zal deze informatie voortaan eerder beschikbaar zijn. Daarnaast wordt een extra voordeel van € 44.000 veroorzaakt doordat niet alle reguliere opleidingen van vast (niet-brandweer) personeel volgens plan van start zijn gegaan. Vooralsnog worden deze voordelen als incidenteel beschouwd. 2.
Salarissen: voordeel € 631.000. De post salarissen laat een voordeel zien van € 631.000. Het belangrijkste verschil zijn de sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers, groot € 573.000. Deze waren ten onrechte bij de salariskosten van het beroepspersoneel, in het programma repressie opgenomen. De omissie is eind 2012 gecorrigeerd. De bijstelling van de budgetten ten tijde van de bestuursrapportage was gebaseerd op de realisatie waarbij deze lasten nog in het programma repressie opgenomen waren. Bij de overname van de medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor jaarlijks een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding voor 2011 en 2012 zijn pas in het najaar correct verwerkt. De opbrengsten voor 2011 laten een voordeel zien, hiertegenover staan de kosten die versnipperd zijn over de diverse programma’s. Ten slotte bleek het afwikkelingsverschil met betrekking tot nagekomen kosten inzake de functiewaardering € 52.000 (voordeel) te bedragen.
3.
Kapitaallasten: voordeel € 456.000. MBL In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herverdeling van het huidige materieel in de regio zijn alle investeringen kritisch beoordeeld, wat tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 heeft geleid. Zoals eerder in de bestuursrapportage gemeld is hierbij een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen. Hierdoor is bij de afdeling MBL een incidenteel voordeel op de kapitaallasten ad € 252.000 ontstaan. B&H De investering bij Beheer en huisvesting voor uitgaanskleding ad € 348.000 zal in 2013 afgerond worden. De bestellingen lopen en in 2013 zullen alle korpsen voorzien zijn van het nieuwe landelijke uitgaanstenue. Daarnaast is vooruitlopend op de uitkomsten van een opname van de inventaris op de kazernes een investeringsbudget ad € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen zal eveneens grotendeels in 2013 plaatsvinden waardoor over 2012 bij de afdeling B&H een incidenteel overschot is ontstaan ad € 98.000. ICT-DIV Op de kapitaallasten van ICT is een incidenteel voordeel ad € 138.000 ontstaan door de vertraagde invoering van het nieuwe netwerk. Doordat de kapitaallasten lager zijn dan geraamd is ook de interne renteopbrengst € 32.000 lager.
4.
BDUR - Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding: voordeel € 402.000. In de decembercirculaire BDUR 2012 signaleerde het Ministerie van V&J dat men inzag dat de regionalisering van de gemeentelijke brandweer voor de veiligheidsregio’s een ingrijpend proces is dat flinke incidentele kosten met zich meebrengt. Men schatte in dat deze kosten ongeveer 7 jaar voor de verwachte structurele besparingen uitgaan. Om hierin tegemoet te komen, heeft het Ministerie in 2012 aan alle veiligheidsregio’s een éénmalige bijdrage van € 400.000 toegekend. Daarnaast is éénmalig € 2.000 bijgedragen om de kosten te dekken van een zendmast ten behoeve van DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Services). Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan ter hoogte van € 402.000. 52
5.
Convenantsgelden: voordeel € 203.000. De uitgaven ten laste van de convenantgelden laten een voordeel ad € 203.000 zien, doordat de in 2012 voorziene activiteiten traag van start zijn gegaan. Hierdoor is ook de onttrekking aan de reserve Convenantgelden € 203.000 lager dan geraamd. Het plan voor de besteding van de convenantsgelden wordt begin 2013 heroverwogen. Door de onttrekking ad € 397.000 uit de reserve convenantsgelden (zie punt 20) die even groot is als bovengenoemde uitgaven is dit per saldo uiteindelijk budget-neutraal.
6.
Overige personeelskosten: voordeel € 155.000. Er is € 155.000 minder uitgegeven aan overige personeelskosten zoals gratificaties, jubilea, werving & selectie van personeel, de salarisadministratie en de personeelsvereniging. Het niet invullen van de formatieplaatsen (9,3% van de totale beroepsformatie) werkt door in bovenstaande posten.
7.
Multidisciplinaire taken: voordeel € 140.000. Dit voordeel wordt enerzijds veroorzaakt door een voordeel op de multidisciplinaire taken van het Veiligheidsbureau ad € 48.000. De verwachting is dat dit voordeel incidenteel zal blijken naarmate de invulling van de multidisciplinaire taken vordert. Het resterende voordeel van € 92.000 wordt gecompenseerd door een even groot nadeel op de inkomsten. Namelijk een voordeel ad € 42.000 dat wordt veroorzaakt doordat project NUCDEF in afwachting van landelijke besluitvorming is vertraagd. Dit heeft ook tot gevolg dat voorziene subsidie-inkomsten voor een overeenkomstig bedrag nog niet zijn ontvangen. En verder een voordeel ad € 50.000 dat is ontstaan doordat de organisatie van Risico- en Crisiscommunicatie als gevolg onderbezetting later van start gaat. Hierdoor heeft ook de onttrekking van dit bedrag niet plaatsgevonden.
8.
Voorzieningen: voordeel € 135.000. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat ex-medewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er uit de voorziening personeel € 131.000 vrij.
9.
Vrijwilligersvergoedingen: voordeel € 123.000. Zoals bij het vorige punt 2 vermeld zijn hier de sociale lasten en jaarvergoedingen van de vrijwilligers alsnog verwerkt, € 573.000 nadelig. Het restant € 696.000 voordelig wordt veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie en de geëxtrapoleerde kosten op basis van het eerste halfjaar, waarbij er geen rekening is gehouden met het zomer- en kerstreces van het opleiden en oefenen (+ 8 weken). Ook zijn er nog onvoldoende ervaringscijfers beschikbaar om een goede inschatting te kunnen maken. Per saldo levert dit een voordeel van € 123.000 op.
10. Strategie, Beleid en Communicatie: voordeel € 89.000. Een voordeel ter hoogte van € 89.000 bij Strategie, Beleid en Communicatie is enerzijds het gevolg van de achterstanden in de uitvoering van communicatieplannen in verband met de besluitvorming rond de invulling van de benodigde capaciteit; anderzijds wordt een belangrijk deel van dit voordeel als structureel beschouwd, hetgeen in het kader van het MVSO-traject heeft geleid tot een voorgenomen bezuiniging op deze posten. 11. Materiaal en materieel: voordeel € 76.000. Het overschot op de budgetten ad € 26.000 wordt veroorzaakt doordat er minder bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen zijn besteld in afwachting van de implementatie van de Digitale Operationele Informatie Voorziening. Het resterende overschot is het saldo van alle budgetten in de regio voor onderhoud, reparatie en aanschaf van materiaal en materieel. In het kader van het MVSO-traject worden de budgetten voor materieel structureel met € 50.000 per jaar verlaagd. 12. Beheer en huisvesting: voordeel € 74.000. Op dit moment wordt een opname van de inventaris op de kazernes uitgevoerd en worden de kosten van de kazernes (bij duo-kazernes in overleg met de gemeenten) in beeld gebracht. Het voordelige verschil dit jaar ad € 74.000 wordt tot een bedrag ad € 47.000 veroorzaakt door de vrijval van teveel opgenomen kosten voor 2011. Het voordeel op dit budget heeft een incidenteel karakter. 13. Extern advies: voordeel € 67.000. Naast het voordelige afwikkelingsverschil uit 2011 zijn de accountantskosten lager en zijn er minder adviezen gevraagd op het gebied van financiën en inkoop. Dit resulteert in een voordeel ad € 67.000. 14. Verzekeringen: voordeel € 53.000. De post verzekeringen bevat een incidenteel voordeel ad € 23.000 als gevolg van lagere premies door minder personeel en minder materieel. Daarnaast is een incidenteel voordeel ad € 30.000 ontstaan door 53
minder claims uit het eigen risicobudget en een voordeel op de verkregen daggelduitkeringen van de verzekeraar en de vergoedingen van loonkosten aan de werkgevers. 15. Activiteitenbudgetten vrijwilligers: voordeel € 51.000. De activiteitenbudgetten van de vrijwilligers zijn niet geheel benut. Conform het vrijwilligersreglement zal dit overschot toegevoegd worden aan het budget voor 2013. 16. Arbo: voordeel € 38.000. Het afsluiten van een nieuw arbo-contract levert een structureel voordeel van € 38.000 op. 17. Kleding: voordeel € 28.000. De kosten voor onderhoud en aanschaf van kazernekleding en aanvullingen op het uitgaanstenue vallen incidenteel € 28.000 lager uit dan geraamd. In 2013 zullen alle korpsen het nieuwe tenue ontvangen en zal het budget voor het onderhoud van de kleding opnieuw bezien worden. 18. Vakbekwaam blijven: voordeel € 26.000. Op de budgetten voor vakbekwaam blijven van de 5 districten is een incidenteel voordeel ontstaan van € 26.000. Dit hangt samen met het beperkte aantal beschikbare oefencentra dat veelal ver vooruit volgeboekt is. Op sommige posten is daarom noodgedwongen het oefenprogramma anders ingevuld, met deze kostenbesparing als bijkomstigheid. 19. Kwaliteit, innovatie en ontwikkeling: voordeel € 20.000. De organisatie is nog niet geheel ingebed vandaar dat er in 2012 geen audits gehouden zijn, voordeel € 20.000. In het kader van het kwaliteitszorgtraject van de Veiligheidsregio worden de auditors in 2013 opgeleid. Daarna worden de audits voorbereid en deels al in 2013 uitgevoerd. Nadelen: 20. Dotaties en onttrekkingen: nadeel € 526.000. Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en onttrekkingen tot verschillen hebben geleid: Het grootste deel van dit nadeel wordt veroorzaakt door enerzijds een hogere dotatie aan de reserve Convenantsgelden (n.a.v. een extra bijdrage BDUR ad € 402.000, toegelicht onder punt 4) en anderzijds een lagere onttrekking van uitgaven ten laste van de reserve Convenantsgelden (toegelicht onder punt 5); tezamen een nadeel ad € 605.000. Daarnaast is een nadeel ter hoogte van € 50.000 ontstaan doordat de onttrekking uit de reserve Crisisen risicocommunicatie achterwege kon blijven (toegelicht onder punt 8). Een kleiner nadeel ad € 24.000 hangt samen met de niet begrote dotatie van onvoorziene inkomsten uit ESF-gelden (toegelicht onder punt 28). Er is eind 2012 voor een bedrag van € 153.000 betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen hebben. Op basis hiervan is het zelfde bedrag aan de bestemmingsreserve onttrokken. Per saldo levert dit een nadeel van € 526.000 op. 21. Inwonerbijdragen: nadeel € 72.000. Op de inwonerbijdragen van een aantal gemeenten zijn in 2012 structurele correcties toegepast in verband met niet overgenomen bluswatervoorzieningen. Hierdoor is een nadeel ter hoogte van € 72.000 ontstaan. Deze structurele correctie is vanaf 2013 in de begroting verwerkt. 22. Bijstandsverlening: nadeel € 46.000. Een nadeel ad € 46.000 is ontstaan omdat er minder bijstand is verleend en de inkomsten navenant achtergebleven zijn. 23. Energie: nadeel € 40.000. Op dit moment bestaat er nog onvoldoende inzicht in de energiekosten van alle kazernes o.a. door de doorberekeningen van de kosten van duo-kazernes. In 2013 dient het budget voor energiekosten opnieuw bepaald te worden.
54
24. ICT en Telefonie: nadeel € 39.000. Het nadeel ter hoogte van € 39.000 op de kosten van ICT en telefonie wordt enerzijds veroorzaakt doordat de migratie naar het nieuwe netwerk langer heeft geduurd en doordat de vervanging van mobiele telefoons noodzakelijk bleek. Hierdoor vielen de eenmalige implementatiekosten € 90.000 hoger uit dan voorzien. Anderzijds is een voordeel ontstaan van € 31.000, doordat de herinrichting van Intranet recent pas van start is gegaan. Dientengevolge zijn beide verschillen incidenteel van aard. 25. Duiken: nadeel € 35.000. In het vierde kwartaal is in overleg met domein vakbekwaamheid besloten om de kosten van opleidingen voor duikers en duikploegleiders ten laste van district ’s Hertogenbosch en omgeving te brengen. Het budget is vanaf begrotingsjaar 2013 hierop aangepast. Voor 2012 is een incidenteel nadeel op deze post ontstaan. 26. Gebouwen: nadeel € 23.000. Het incidentele voordeel op deze post is het saldo van diverse afwijkingen in de realisatie van kosten met betrekking tot het gebruik en onderhoud van de kazernes en het pand van centraal aan de orthenseweg in ’s-Hertogenbosch. 27. Meldkamer: nadeel € 14.000. Het incidentele nadeel wordt met name veroorzaakt doordat bleek dat een deel van de inkomsten Openbaar meldsysteem betrekking had op 2013 en daarom ten gunste van 2013 is verwerkt. 28. Subsidies: nadeel € 11.000. Dit nadeel is samengesteld uit nadelen enerzijds en voordelen anderzijds. Het nadeel wordt grotendeels verklaard door het uitblijven van de subsidie voor NUCDEF (€ 42.000), zoals toegelicht onder punt 8. Daartegenover staat een voordeel van € 24.000 door een niet begrote inkomst uit ESF-gelden voor kwaliteitsverbetering van brandweeronderwijs. Deze subsidie-inkomsten uit ESF-gelden zijn normaal gesproken niet vooraf bekend. Het restant voordeel ad € 7.000 bestaat uit een incidentele subsidie voor de implementatie van digitale bereikbaarheidskaarten. 29. Rente: nadeel € 8.000. Door overtollige liquiditeiten op de bankrekening tijdig over te boeken naar de spaarrekening werd een rentevoordeel behaald ad € 67.000. De betaalde rente is echter € 75.000 hoger dan geraamd doordat de betaling van de overgedragen activa aan de gemeenten later plaatsvond dan voorzien en de gemeenten hiervoor in 2012 rente gecompenseerd kregen.
55
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 BBN en VB Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering.
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 BBN + VB bedragen x € 1000
2 3 4 5 8 20 29
Salarissen Kapitaalslasten BDUR Convenantsgelden Voorzieningen Dotaties en onttrekkingen Rente Totaal analyse (> € 50.000) BBN Per saldo
Nadeel Voordeel 153 141 456 402 397 131 402 652 75 67 1.027 1.849
I/S I I I I I I I
822
Toelichting De nummering per onderdeel verwijst naar de nummers in de toelichting boven deze tabel. Dit geldt niet voor punt 2 Salarissen en punt 20 Dotaties en onttrekkingen, die hieronder toegelicht worden. 2.
Salarissen. Bij de overname van de medewerkers vanuit de gemeenten hebben zij het recht op flo (functioneel leeftijdsontslag) behouden. De brandweer ontvangt hiervoor jaarlijks een vergoeding ter dekking van de kosten. De ontvangen vergoeding voor 2011 en 2012 zijn pas in het najaar correct verwerkt. De opbrengsten voor 2011 laten een incidenteel voordeel zien, hiertegenover staan de flo-kosten 2011 die versnipperd zijn over de diverse programma’s en eveneens een incidenteel nadeel veroorzaken. Het nadeel is € 12.000 hoger door de flo kosten van de medewerkers die al voor 1 januari 2011 in dienst waren.
20. Dotaties en onttrekkingen. Onderstaande opsomming geeft weer welke dotaties en onttrekkingen het betreft: Het nadeel wordt veroorzaakt door een hogere dotatie aan de reserve convenantsgelden (n.a.v. een extra bijdrage BDUR ad € 402.000, toegelicht onder punt 4). Door de onttrekking ad € 397.000 uit de reserve convenantsgelden (zie punt 5) die even groot is als de uitgaven convenantsgelden. Er is eind 2012 voor een bedrag van € 153.000 betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen hebben. Op basis hiervan is het zelfde bedrag aan de bestemmingsreserve onttrokken. Het in 2011 extra gedoteerde bedrag ad € 102.000, om in 2012 de achterstand in de geoefendheid van het personeel in te lopen, is niet meer nodig en is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie.
56
GHOR
Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting GHOR bedragen * € 1.000
Nadeel 1 2 3 4 5 6
Personeelskosten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Administratiekosten Baten Totaal analyse GHOR Per saldo
Voordeel 26 12 8 161 45 5 257
I/S I I I I I I
257
Toelichting 1. Personeelskosten: voordeel ad € 26.000,Er is een incidenteel voordeel ad € 56.000,- op de loonkosten doordat niet alle vacatures zijn opgevuld en er is geen gebruik gemaakt van geraamde kosten voor uitzendkrachten. Daarnaast is er een voordeel ad € 19.000,op ontvangen ziektegelduitkeringen. Tegenover deze voordelen staat een nadeel ad € 27.000,- voor extra piketkosten voor het waarborgen van de opkomst van de operationele functie OMAC en het inroosteren van schaduwdiensten voor de nieuwe medewerkers met een operationele functie. Ook is er een nadeel ad € 22.000,- door hoger dan geraamde kosten voor symposia, cursussen en netwerkbijeenkomsten met de zorg- en veiligheidssector. 2. Kapitaalslasten: voordeel ad € 12.000,Er is een voordeel ad € 12.000,- door minder uitgevoerde investeringen. 3. Huisvestingskosten: voordeel ad € 8.000,Op de huisvestingskosten is een voordeel ad € 8.000,- als gevolg van een lager dan geraamde afrekening 2012 van het pand aan de Gruttostraat. 4. Bedrijfskosten: voordeel ad € 161.000,Het voordeel ad € 161.000,- op de bedrijfskosten bestaat uit lagere kosten voor opleiding, training en oefening (OTO) van GHOR medewerkers met een operationele functie (€ 38.000,-) en minder operationele inzet en OTO activiteiten bij partners als gevolg van wetswijzigingen (€ 175.000,-). Ook zijn er lagere kosten voor het voertuigenpark van de GHOR (ad € 14.000,-). Hier tegenover staat een nadeel ad € 66.000,- voor de uitvoering van een aantal projecten waaronder het herzien van het kwaliteitssysteem, implementatie van projectmatig werken en de intensivering van de samenwerking met de GHOR Midden-West Brabant. 5. Administratiekosten: voordeel ad € 45.000,Op de administratiekosten is er vanwege het nog niet doorontwikkelen van de website door de herpositionering een voordeel van € 20.000,- . Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt dan begroot op drukwerk en voorlichtingsmateriaal (ad. € 25.000,-). 6. Baten: voordeel ad totaal € 5.000,Het voordeel ad € 5.000,- op de baten bestaat uit een hoger dan geraamde gemeentelijke bijdrage (€ 5.000,-) en hoger dan geraamde opbrengsten Netwerk Acute Zorg Brabant (€ 7.000,-). Daar tegenover stond een lager dan geraamde rijksbijdrage BDUR (€ 7.000,-).
57
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GHOR Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre deze het resultaat beïnvloeden.
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GHOR bedragen * € 1.000
Nadeel 1 4
Personeelskosten Bedrijfskosten Totaal analyse (> € 50.000) GHOR
Voordeel 56 66 175 66 231
Per saldo
I/S I I
165
Toelichting De nummering per onderdeel verwijst naar de nummers in de toelichting boven deze tabel. GMC
Analyse resultaat 2012 ten opzichte van begroting GMC bedragen * € 1.000
Nadeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Personeel Rente (zie financieringsfunctie) Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbinding en automatisering Operationeel Beheer Overige Opbrengsten Beschikking reserve Totaal analyse GMC financieringsfunctie Per saldo
Voordeel 26
I/S I/S
30 4 4 192 3
I/S I I I/S I I I I
3 75 22
3
356 17 370
I
Toelichting A. Algemeen De laatste jaren zijn binnen het GMC processen en systemen verder geoptimaliseerd en is het merendeel van de ICT investeringen geleidelijk vervangen. De financiële effecten hiervan zijn in de laatste verantwoordingen (jaarrekeningen en bestuursrapportages) tot uitdrukking gebracht in de vorm van batige saldi. De gerealiseerde doelmatigheidswinsten zijn vooral gerealiseerd door de volgende factoren: 1. Langer technisch gebruik van faciliteiten en ICT vervangingsvoordelen. Bij de vervanging van ICT is integraal gekeken naar aspecten zoals hardware, firmware, systeem- en toepassingssoftware 2. Een goedkopere oplossing voor uitwijk 3. Financieringsvoordelen als gevolg van een lager investeringsvolume en doordat uitgaven zijn gefinancierd met eigen middelen/vermogen en goedkoper kort vreemd vermogen 4. Meer inwoners die niet leiden tot meer kosten
58
B. Exploitatie 2012 De jaarrekening GMC sluit met een batig saldo van € 370.000. Dit batige saldo houdt met name verband met: Structurele voordelen van totaal € 180.000. Door een doelmatiger inzet van middelen zijn deze voordelen ontstaan en vanaf 2013 in de begroting verwerkt. Incidentele voordelen van totaal € 190.000. De belangrijkste incidentele voordelen zijn het uitstel van het multidisciplinair oefenen in 2012 (€ 40.000), verder uitstel van vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000), lagere opleidingskosten (€ 20.000), hogere baten als gevolg van incidenten en een hoger aantal inwoners (€ 22.000), lagere rentelasten (€ 15.000) en overige voordelen van per saldo € 23.000. Bij het opstellen van de begroting 2012 respectievelijk 2013 was er nog geen duidelijkheid over de financiële effecten van de verdere optimalisering van het GMC en de 2e ICT vervangingsronde. Daarnaast is gesignaleerd dat het GMC met diverse ontwikkelingen heeft te maken. Enerzijds algemene organisatorische ontwikkelingen rondom schaalvergroting en anderzijds operationele functionele ontwikkelingen rondom de dienstverlening zoals bijvoorbeeld informatievoorziening naar burgers bij crisissituaties en rampen. Tevens is aandacht gevraagd voor het renterisico. Bij het opstellen van de begroting 2012 waren - binnen het financieel kader - enkele voordelen voorzien waarvan de hardheid nog onzeker was. In dit kader zijn in de begroting kostenverschuivingen doorgevoerd waarbij de post overige lasten is verhoogd en andere kostengroepen zijn verlaagd. C. Toelichting per kostengroep Personeel De personele lasten vallen € 26.000 (2 %) lager uit dan geraamd. Dit voordeel houdt met name verband met: Doelmatiger beheer door de politie als gevolg van digitalisering van inkoopfacturen en personeelsmutaties voor totaal € 18.000 Geen kosten van multidisciplinair oefenen van bijna € 40.000 Tegenover deze voordelen van € 58.000 stond een nadeel van € 32.000 doordat de kosten van externe inhuur hoger waren dan geraamd. Deze hogere lasten houden verband met de advisering rondom de vervanging van de telefooncentrale, informatiebeveiliging en de BTW-verhoging. Rente De rentelasten zijn € 17.000 (10 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit een combinatie van het niet herfinancieren van een langlopende lening ultimo 2010 en de lage marktrente. Een deel van de activa wordt momenteel gefinancierd met goedkoop rekening courant krediet van de politie. De ontwikkeling van de toekomstige rentelasten wordt bepaald door de herfinanciering ultimo 2013.
Opleidingen Gedurende 2012 bleven de opleidingskosten bijna € 30.000 (59 %) binnen de begroting. Van dit voordeel is vooralsnog € 10.000 als structureel voordeel ingeboekt. Gezien de voorziene mutaties de komende jaren wordt de resterende € 20.000 voorzichtigheidshalve als incidenteel voordeel beschouwd. Huisvesting Terugblikkend zijn de huisvestingskosten € 4.000 (1 %) lager uitgevallen dan in de begroting voorzien. Dit voordeel heeft een incidenteel karakter. Vervoer Dankzij de vervanging van de 2 voertuigen zijn de kosten van vervoer € 4.000 (23 %) lager dan geraamd. Dit voordeel vloeit met name voort uit lagere onderhoudskosten gedurende de eerste gebruiksjaren en zuiniger voertuigen. Dit voordeel wordt als incidenteel voordeel beschouwd, gezien de te verwachten hogere onderhoudskosten en de verhoging van de BTW en assurantiebelasting.
Verbindingen en automatisering De ICT-lasten zijn ruim € 190.000 (16 %) lager uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel houdt met name verband met: Verder uitstel van de vervanging van de telefooncentrale (€ 70.000) . Een doelmatiger oplossing voor de uitwijk, het landelijke project MUST (Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Taakondersteuning) van € 60.000. 59
Een doelmatiger netwerkverbinding met de landelijke ICT-infrastructuur waardoor de kosten met € 25.000 zijn teruggebracht. Uitstel van ICT-vervangingen waardoor gedurende 2012 een voordeel is ontstaan in de vorm van lagere afschrijvingen van totaal € 20.000. Overige ICT kostenvoordelen van totaal € 15.000.
Van bovenstaande voordelen is € 120.000 als structureel voordeel ingeboekt. Beheer/overige Als gevolg van de inflatie zijn de beheerkosten beperkt hoger dan geraamd, € 1.000 (2 %). De overige lasten waren totaal € 75.000 ( 75 %) lager dan geraamd. Dankzij terughoudend beleid zijn de kosten lager dan voorzien. Dit voordeel heeft mogelijk voor een deel een structureel karakter. Naast kostenvoordelen zijn echter lastenverhogingen te signaleren in de vorm van met name inflatie, hogere sociale lasten, BTW-verhoging. Baten De baten zijn totaal € 22.000 hoger uitgevallen dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit: De groei van het aantal inwoners (€ 13.000) Personele baten van € 5.000 door inzet van een medewerker elders De boekwinst bij het afstoten van een oud voertuig van € 4.000 Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 GMC Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering.
Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2012 > € 50.000 bedragen * € 1.000
Nadeel 6 9
Voordeel 70 75
Verbinding en automatisering Overige Totaal analyse (> € 50.000) GMC Per saldo
-
I/S I I
145 145
Toelichting Bovenstaand incidentele voordelen hebben betrekking op: ICT Lagere ICT-lasten doordat de vervanging van de telefooncentrale verder is uitgesteld gezien de samenwerking met de meldkamer uit Brabant-zuid-oost. Overige lasten De lagere overige lasten vloeit voort uit diverse lastenvoordelen. In de begroting zijn enkele onzekere mogelijke lastenvoordelen op het terrein van personeel, rente, ICT, overige kosten onder de post overige lasten geraamd. Terugblikkend kan worden geconcludeerd dat deze mogelijke lastenvoordelen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Deze voordelen zijn grotendeels te beschouwen als incidentele voordelen.
60
5.3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2012 ACTIVA De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van meer dan een jaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN + VB In het jaar 2012 zijn activa overgenomen van de gemeenten met een waarde van € 1.044.583 die voor het grootste deel voorvloeien uit het afwikkelen van lopende investeringen in 4 TS-en bij gemeenten. Daarnaast is door BBN zelf € 2.191.356 geïnvesteerd. De investeringen van BBN hebben betrekking op de aanschaf van voer- en vaartuigen € 1.056.788, persoonlijke beschermingsmiddelen € 241.677, werkmaterieel € 66.676, ICT voorzieningen € 799.371 en inventaris ad € 26.844. Vaste activa BBN + VB bedragen * € 1
Boekwaarde Investeringen
Des-
Afschrijvingen
Boekwaarde
/ overnames investeringen gronden en terreinen bedrijfsgebouwen vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa Materiële vaste activa
31-12-2011 10.291.509 3.557.849 463.607
2012
2012
31-12-2012
2.035.594 1.173.501 26.844
-1.414 -17.500
1.446.885 947.051 73.078
10.878.804 3.766.799 417.373
14.312.965
3.235.939
-18.914
2.467.014
15.062.976
Investeringskredieten BBN + VB Omschrijving Investerings- Wijzigingen Investerings Uitgaven Restant Krediet bij Berap Krediet Realisatie (na wijziging) 1-1-2012 2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 MBL 4.128.017 4.128.017 1.767.706 2.360.311 Beheer en huisvesting 348.000 150.000 498.000 68.334 429.666 ICT-DIV 1.001.559 -131.914 869.645 799.372 70.273 Totaal
5.477.576
18.086
5.495.662
2.635.412
2.860.250
Vrijval
2012 -48.405
bedragen * € 1 Restant krediet
-12.776
2013 e.v. 2.408.716 429.666 83.049
-61.181
2.921.431
Materieel Beheer en Logistiek (MBL) In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject is een aantal grote investeringen, met name de vervanging van tankautospuiten, uitgesteld. Door nieuw regionaal beleid en herschikking van het huidige materieel in de regio zijn alle investeringen dan ook kritisch beoordeeld, wat tot aanpassingen van het oorspronkelijke investeringsplan voor 2012 heeft geleid. Hierbij zijn een aantal investeringen uitgesteld of geheel vervallen. Omdat voor een aantal grote investeringen een levertijd van enkele maanden geldt worden deze pas in 2013 afgerond. Informatie- en communicatietechnologie – Digitale informatievoorziening (ICT-DIV) Formeel is het nieuwe ICT netwerk op 11 december 2012 opgeleverd. Voorzien was april 2012. Deze verlenging van 8 maanden heeft een aantal ontwikkelingen naar achteren geschoven waardoor de investeringen pas in 2013 worden afgerond. Denk hierbij aan het ondersteunen van de diverse locaties met multimedia pc’s, aanschaf van bedrijfslicenties en aanpassingen van bestaande bedrijfsapplicaties. In 2012 is € 799.372 geïnvesteerd op het gebied van ICT. De investeringen met betrekking tot het LAN netwerk zijn € 35.000 meegevallen omdat slechts op 1 locatie ingrijpende aanpassingen nodig waren. De investering in telefonie is € 55.000 hoger uitgevallen vanwege de vervanging van eerdere aangeschafte mobiele telefoons omdat deze toestellen niet aan de operationele eisen voldeden. 61
Beheer en huisvesting De investering voor uitgaanskleding ad € 348.000 zal in 2013 afgerond worden. De bestellingen lopen en in 2013 zullen alle korpsen voorzien zijn van het nieuwe uitgaanstenue. Vooruitlopend op de uitkomsten van een inventarisatie van de inventaris op de kazernes is een investeringsbudget ad € 150.000 beschikbaar. De realisatie van deze investeringen zal in 2013 plaatsvinden. Vaste activa GMC Gedurende 2012 is voor € 139.000 (2011 € 245.000) geïnvesteerd. De investeringen vallen lager uit dan geraamd. Er is een terughoudend beleid gevoerd en niet alle voorgenomen investeringen zijn gerealiseerd. De telefooncentrale zal na een advies van een extern bureau mogelijk opgewaardeerd worden voor drie jaar. Met het oog op lopende (landelijke) ontwikkelingen ligt een duurdere investering waarschijnlijk minder voor de hand. De aanschaf van c-fase apparatuur is wegens verlengd gebruik nog uitgesteld. Het verloop kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa GMC bedragen * € 1
Boekwaarde Investeringen/ 31-12-2011 desinvesteringen 247.257 3.186.954 60.117 785.502 947.894 139.032
gronden en terreinen bedrijfsgebouwen vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa totaal
5.227.724
139.032
Afschrijvingen
101.276 7.136 118.581 332.595
Boekwaarde 31-12-2012 247.257 3.085.678 52.981 666.921 754.331
559.588
4.807.168
Investeringskredieten en investeringen GMC bedragen * € 1.000
A Toegekend krediet Onderwerp 3.33 Opleiding en vorming 3.34 Huisvesting - Grond - Gebouwen - Installaties - Inventaris - Onderhanden werk 3.35 Vervoer 3.36 Verbindingen & automatisering - ICT vervangingen - ICT vervangingen - verv. Koppeling GMS-KPN - uitbreiding i.v.m. netcentr.werken - vervanging telefooncentrale 3.37 Geweldmiddelen en uitrusting 3.38 Operationele aktiviteiten 3.39 Beheer 3.310 Overige vaste activia TOTAAL
614 94 520 614
B Besteed t/m voorgaand boekjaar -23 -23
C Restant krediet begin boekjaar -23 501 140 276 48 37 478
D E Besteed Totaal bedrag in besteed t/m boekjaar boekjaar
139 139 139
-23 139 139 116
F Restant krediet
976 140 231 48 37 520 976
62
Vlottende activa De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Vlottende activa BBN + VB bedragen * € 1
Soort vordering Vorderingen openbare lichamen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen Totaal
Saldo per 31-12-2011 313.924 -41.295 40.569 313.198
Saldo per 31-12-2012 389.745 70.522 460.267
Vlottende activa GMC bedragen * € 1
Soort vordering
Saldo 31-12-2011
Vorderingen openbare lichamen Overige vorderingen Totaal
81.112 81.112
Saldo 31-12-2012 72.837 72.837
Er zijn geen oninbare vorderingen. De vooruitbetaalde posten hebben betrekking op telematicaposten, ICT support en aanbetalingen voor te activeren ICT.
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen kent de volgende componenten:
Liquide middelen BBN + VB bedragen * € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi Totaal
Saldo 31-12-2011 759 10.611.729 10.612.488
Saldo 31-12-2012 341 50.477 50.818
Het credit banksaldo is opgenomen bij de toelichting op de passiva.
Liquide middelen GMC bedragen * € 1
Soort saldo Kassaldi Banksaldi Totaal
Saldo 31-12-2011 500 75.101 75.601
Saldo 31-12-2012 500 55.248 55.748
Overlopende activa Onderstaande specificatie geeft de opbouw van de saldi weer:
63
Overlopende activa BBN + VB, Specifieke uitkeringen bedragen * € 1
Specifieke uitkeringen Subsidie Brabant Veiliger Totaal vorderingen specifieke uitkeringen
Saldo 31-12-2011 -
Vermindering Vermeerdering 2012 2012 90.672 119.339 90.672 119.339
Saldo 31-12-2012 28.667 28.667
Overlopende activa BBN + VB, Overige activa bedragen * € 1
Nog te ontvangen Rente Brandmeldinstallaties Doorbelasting Openbare lichamen Afrekening gas/electra/water Overig Diversen (incl. tussenrekeningen)
BTW rekening te vorderen Vooruitbetaald inzake investeringen Vooruitbetaald Diverse verzekeringen Kantoorhuur ICT, telefonie e.d. Communicator Doormelding openbaar meldsysteem Energie Abonnementen Overig
Tussenrekening verzekeringen Vooruitbetaald opleidingen Examenkosten
Totaal overige activa
Saldo 31-12-2011 88.551 39.959 62.235 15.501 634 206.880
Saldo 31-12-2012 65.257 42.000 43.944 302
9.900
3.654
413.214
444.055
320.844 44.802 27.842 14.537 8.575 6.254 3.235 11.030 437.118
339.457 45.869 211.859 14.408 3.442 5.440 15.834 20.448 656.757
1.341 152.844
1.103
182 182
-
1.068.397
1.257.310
Overlopende Activa GMC Niet van toepassing.
64
PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:
Eigen vermogen BBN + VB bedragen * € 1
Soort saldo
Saldo 31-12-2011 745.964 3.353.015 3.221.660 7.320.639
Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Totaal
Saldo 31-12-2012 1.665.964 3.824.866 2.605.855 8.096.685
Eigen vermogen GMC bedragen * € 1
Soort saldo Algemene reserve, 21 gemeenten Algemene reserve, Politie Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat GMC, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat GMC, Politie Nog te bestemmen resultaat C2000, 21 gemeenten Nog te bestemmen resultaat C2000, Politie Totaal
Saldo 31-12-2011 101.999 124.666 412.570 122.842 150.140 44.480 29.653 986.350
Saldo 31-12-2012 101.999 124.666 412.570 137.094 167.559 39.431 26.287 1.009.606
Analoog aan de begroting is bij het GMC onderscheid gemaakt tussen het GMC sec en C2000. Het batig saldo ad € 370.000 bestaat voor € 65.000 uit C2000 en € 305.000 GMC en is, analoog aan de verdeelsleutels in de begroting (45/55 respectievelijk 60/40 gemeenten/politie) verdeeld. Reserves Reserves BBN + VB bedragen * € 1
Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012 Bestemmingsreserves: Risico- en crisiscommunicatie Huisvesting Repressie Bijstand (GWT/THV/OGS/COH) Realistisch oefenen Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs BZK Materieel haakarmvoertuig Convenantsgelden veiligheidsregio Verlofuren Subtotaal Totaal reserves
Saldo 31-12-2011 745.964 745.964 3.221.660
124.586 315.706 125.000 304.015 119.532 132.070 2.232.107
Dotaties 920.000 920.000
Onttrekkingen -
Resultaat
Saldo 31-12-2012 1.665.964 1.665.964 -3.221.660 2.605.855 2.605.855
3.353.016
402.000 674.364 1.197.239
101.903 24.279 7.465 397.131 152.278 725.389
-
124.586 273.373 125.000 275.112 143.128 124.605 2.236.976 522.086 3.824.866
7.320.640
2.117.239
725.389
-615.805
8.096.685
42.333 73.000 47.875
65
Algemene reserve BBN De algemene reserve dient om onvoorziene risico’s op te vangen. Conform het besluit van het algemeen bestuur van 3 april 2013 bedraagt de ondergrens van de algemene reserve van de brandweer €1,2 miljoen en de bovengrens €1,7 miljoen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2012 € 1.666.000, dat is € 34.000 lager dan de vastgestelde bovengrens.
Bestemmingsreserves BBN Reserve risico- en crisiscommunicatie Volgens besluit van het Algemeen Bestuur (AB 29-06-2011) is de Bestemmingsreserve Risico- & risicocommunicatie gevormd, waarin in 2011 € 124.586 is gestort. Uit deze reserve dienen de kosten van inrichting van de organisatie, activiteiten, opleiding, training en oefening met betrekking tot risico- & risicocommunicatie te worden gedekt voor de jaren 2011-2013. Gedurende 2012 zijn nog geen geplande activiteiten gestart die tot kosten hebben geleid. Deze zullen vanaf 2013 plaatsvinden. In 2012 heeft daarom geen onttrekking uit deze reserve plaatsgevonden. Reserve huisvesting BBN Deze reserve is in 2007 gevormd ter dekking van de kapitaallasten van de huisvestingskosten van het pand Orthenseweg ‘s Hertogenbosch (AB 23 06 2004). De reserve is toereikend voor de dekking van deze kapitaallasten. In 2012 werd € 42.640 onttrokken, waarmee het nieuwe saldo € 273.373 is geworden. Aan het einde van de afschrijvingstermijn in 2020 resteren er geen middelen in de reserve. Reserve repressie bijstand (GWT/THV/OGS/COH) Het bestuur heeft in 2008 ingestemd met de vorming van de bestemmingsreserve repressie vergoedingen bijstand om de lasten gelijkmatig over de jaren te kunnen verdelen. Als gevolg van de regionalisering zijn de budgetten grootschaliger en is de noodzaak van deze reserve niet meer aanwezig. Reserve realistisch oefenen BBN Deze reserve is bedoeld voor de vierjaarlijkse operationele training officieren. Jaarlijks wordt één vierde van het benodigde bedrag (€ 73.000 in 2012) gedoteerd aan de reserve. Eenmaal in de vier jaar wordt de reserve aangewend ter dekking van de werkelijke uitgaven. De eerstvolgende vierjaarlijkse training moet in 2013 plaatsvinden. De (extra) gerealiseerde oefeningen in 2012 konden geheel door het exploitatiebudget van 2012 gedekt worden. Het in 2011 extra gedoteerde bedrag hiervoor ad € 101.903, om deze achterstand in de geoefendheid van het personeel in te lopen, is niet meer nodig en is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Hiermee resulteert een nieuw saldo ter hoogte van € 275.112. Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs Voor de periode september 2005 tot en met december 2007 heeft Brandweer Brabant Noord, via de NVBR, een aanvraag ingediend voor ESF subsidie. Daarnaast kan er jaarlijks tot en met 2013 een nieuwe aanvraag voor ESF subsidie worden ingediend. De gelden die hierbij beschikbaar komen worden besteed aan de verbetering van het brandweeronderwijs. Binnen vakbekwaamheid is een werkgroep belast met het opstellen van een plan voor de besteding van deze gelden. Hiervoor zijn in 2012 geen kosten gemaakt. In 2012 werd er een wel bijdrage aan de NVBR gedaan van € 24.279. Daarnaast werden ontvangsten van ESF-gelden ter hoogte van € 47.876 gedoteerd. De stand van de reserve per 31 december 2012 is € 143.128. Reserve BZK materieel haakarmvoertuig Ter vervanging van materieel brandweercompagnieën is in 2010 een vaststellingsbeschikking van € 142.645 van BZK ontvangen. Deze middelen zijn bestemd voor de vervanging van een haakarmvoertuig uit de compagnie in 2010. BZK hanteert een afschrijftermijn van 20 jaar. De investering zal worden geactiveerd. Ter dekking van de afschrijving valt jaarlijks 1/20e deel van reserve vrij ten gunste van de exploitatie. Voor het laatst zal dit in 2030 gebeuren. Reserve convenantgelden Veiligheidsregio Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve Convenantgelden Veiligheidsregio en de reserve in te zetten ten behoeve van de regionalisering. Deze reserve is gevuld met specifieke uitkeringen van het ministerie van Veiligheid en Justitie. In 2012 is een plan gevolgd voor de besteding van de resterende convenantgelden, waarvan de kosten van de totstandkoming van de bezuinigingsvoorstellen, de kosten van het transitieplan om de bedrijfsvoeringsprocessen op orde te krijgen en waarvan de kosten voor de Secretaris veiligheidsregio voor de eerste twee jaar deel uitmaken. De in 2012 gerealiseerde uitgaven zijn lager uitgevallen dan voorzien en 66
bedragen € 397.131. In 2012 is verder een is een storting gedaan van € 402.000 naar aanleiding van een incidentele uitkering uit hoofde van de BDUR. Hiermee bedraagt de stand van de reserve per 31 december 2012 € 2.236.975. In het eerste kwartaal van 2013 wordt het plan voor de besteding van de resterende convenantgelden herzien. Reserve verlofuren Het uit de 20 deelnemende gemeenten overgenomen personeel had het recht om de opgebouwde verlofuren mee te nemen naar de nieuwe organisatie. De ontvangen bijdrage van de gemeenten en het saldo van het oude regiopersoneel per jaarultimo 2011 is middels de resultaatbestemming in de reserve verlofuren gestort. De bestemmingsreserve dient als dekking voor de afbouw van de verlofuren. We zijn voornemens deze in drie jaar af te bouwen. In 2012 is voor een bedrag van € 152.278 aan de bestemmingsreserve onttrokken en betaald aan medewerkers die verlof hebben verkocht dan wel opgenomen hebben. In 2013 zal opnieuw actie ondernomen worden om de betreffende medewerkers zoveel mogelijk verlof te laten inzetten dan wel te verkopen. Resultaat BBN Het resultaat over 2011 bedroeg € 3.221.660 voordelig. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met een toevoeging van € 920.000 van dit resultaat aan de algemene reserve, met een toevoeging aan de reserve verlofuren van € 674.364 en met een restitutie van € 1.627.296 aan de deelnemende gemeenten. Een voorstel voor de voordelige resultaatbestemming 2012 ad € 2.605.855 zal aan het bestuur worden voorgelegd.
Reserves GHOR bedragen * € 1
Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012 Bestemmingsreserves:
Saldo 31-12-2011 182.800 182.800 328.230 -
Dotaties
Onttrekkingen -
-
-
-
Resultaat
Saldo 31-12-2012 182.800 182.800 -328.230 257.507 257.507 -
Subtotaal Totaal reserves
-
-
-
-
257.507
511.030
-
-
-70.723
440.307
Resultaat GHOR Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 ad € 257.507 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd. Algemene reserve De GHOR beschikt over een algemene reserve ad € 182.800 om de onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2011 en bedraagt 7,1% ten opzichte het exploitatietotaal van 2012. Als we de reserve berekenen over het exploitatietotaal van 2013 dan bedraagt de reserve 7,2%. Aan het bestuur wordt separaat voorgesteld om € 4.800,- te restitueren aan de gemeenten waardoor de omvang van de reserve binnen de bandbreedte blijft.
67
Reserves GMC bedragen * € 1
Omschrijving Algemene reserve: Te verdelen resultaat 2011 Te verdelen resultaat 2012 Bestemmingsreserves: Incidentele uitgaven (2006) Doorontwikkeling GMC (2007) Doorontwikkeling huisvesting (2008) Informatievoorziening (2010) Subtotaal
Saldo 31-12-2011 226.665 226.665 347.115
Totaal reserves
Onttrekkingen
Dotaties
Resultaat 2012
-
-
-347.115 370.371
250.783 759.685
-
-
23.256
Saldo 31-12-2012 226.665 226.665 370.371 161.787 250.783 782.941
986.350
-
-
23.256
1.009.606
161.787
Resultaat GMC Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 ad € 370.371 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd. Algemene reserve GMC De algemene reserve is opgebouwd uit de voordelige saldi over 2001 t/m 2003. Deze reserve wordt binnen de doelstellingen van het GMC aangewend ter dekking van onvoorziene kosten. Ultimo 2004 is besloten dat de omvang van de algemene reserve maximaal 7% van het lastenvolume (inclusief financieringslasten) mag bedragen. Bestemmingsreserves Naast deze algemene reserve zijn bij de behandeling van de jaarrekeningen bestemmingsreserves gevormd. Deze bestemmingsreserves zijn gevormd in verband met de discussie rondom financiële dekking van nieuw beleid zoals opgenomen in het (concept)beleidsplan 2008, de implementatiemogelijkheden van een front- en back office alsmede incidentele uitgaven ten gevolge van aanbevelingen voortvloeiende uit de algemene doorlichting rampenbestrijding en de informatievoorziening. Deze bestemmingsreserves worden aangewend ter dekking van incidentele projectuitgaven. Gelet op de ontwikkelingen rondom schaalvergroting etc. is de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd met het (verder) aanwenden van deze bestemmingsreserves. Overigens hebben deze bestemmingsreserves tevens een financieringsfunctie en hebben deze bijgedragen tot lagere rentelasten. Resultaat GMC Een voorstel voor de resultaatbestemming 2012 ad € 370.371 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd.
Voorzieningen
Voorzieningen BBN + VB bedragen * € 1
Omschrijving FLO Personeel Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2011 51.626 309.137 360.763
Dotaties
Uitgaven
7.930 7.930
112.361 112.361
Vrijval
Saldo 31-12-2012 59.556 131.355 65.421 131.355 124.977
Voorziening FLO Deze voorziening dient om de kosten van personeel (uit de BBN organisatie vóór regionalisering) dat met functioneel leeftijdsontslag (FLO) is en/of gaat te kunnen bekostigen. Jaarlijks wordt de noodzakelijke hoogte van het saldo herzien. In 2012 is er € 7.930 bij gestort om het saldo op peil te houden. 68
Voorziening personeel Deze voorziening is gevormd op basis van afspraken en latente verplichtingen welke met (ex-)personeelsleden gemaakt zijn en die in de toekomst een betalingsverplichting tot gevolg hebben. Er is € 112.361 aan de voorziening onttrokken. In 2012 hebben we als eigenrisicodrager minder claims van het UWV ontvangen omdat ex-medewerkers elders het werk hervat hebben. Mede hierdoor valt er € 131.355 vrij.
Voorzieningen GMC bedragen * € 1
Omschrijving Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2011 155.149 155.149
Dotaties Uitgaven 32.200 32.200
-13.797 -13.797
Vrijval
Saldo 31-12-2012 173.552 173.552
Voorziening groot onderhoud Deze voorziening dient om de kosten van groot onderhoud te kunnen dragen zonder dat de bijdrage per inwoner daardoor gaat fluctueren. De uitgaven in 2012 hebben betrekking op het vervangen van het buitenterras en onderhoud van koolstoffilters en de koelmachine serverruimte. Langlopende schulden Langlopende schulden BBN bedragen * € 1.000
1 Naam geldgever
2 Datum opname geldlening
B.N.G.
3 Looptijd
4 5 6 7 8 9 Oorspr. Restant Aflossing Restant Rente Rente Bedrag geldlening 2012 geldlening percentage Boekjaar geldlening Lang. Lang. Schuld Schuld 01-01-2012 31-12-2012 2012 5 jaar 5.000 750 4.250 1,93% 78 5.000 750 4.250 78 Waarvan af te lossen op korte termijn (2013) 1.000 3.250
De aflossingen op de geldlening verlopen volgens het aflossingsplan.
Langlopende schulden GMC bedragen * € 1.000
1 2 Nr. Naam geldgever
1 2 3
B.N.G.
3 Datum Bestuursbesluit
4 Soort geldlening
5 6 7 8 9 10 11*) 12 13 14 Datum Looptijd Annuïteit Oorspr. Restant Nieuw Aflossing Restant Rente Rente opname Bedrag geldlening aan te 2012 geldlening percentage Boekjaar geldlening geldlening Lang. trekken Lang. Schuld geldlening Schuld 01-01-2012 31-12-2012 2012 onderhands 18-12-03 10 jaar n.v.t. 3.100 2.479 n.v.t. 78 2.401 4,46% 109 18-12-03 10 jaar n.v.t. 1.600 747 n.v.t. 106 641 4,28% 30 18-12-03 10 jaar n.v.t. 400 80 n.v.t. 40 40 4,08% 3 5.100 3.306 224 3.082 0 142 Waarvan af te lossen op korte termijn (2013) 224 2.858
Bij de bouw van het GMC zijn onder meer leningen afgesloten met een looptijd van 10 jaar. Ultimo 2013 dienen deze leningen te worden afgelost. Gedurende 2013 zal de herfinanciering moeten worden geregeld.
69
Vlottende passiva Vlottende passiva BBN
Liquide middelen BBN + VB bedragen * € 1
Soort saldo Banksaldi Totaal
Saldo 31-12-2011 -
Saldo 31-12-2012 -133.129 -133.129
De post vlottende activa bevat een rekening-courant schuld per 31 december 2012 van € 133.129, bij de activa is een banksaldo ad € 50.477 verantwoord, per saldo bedraagt de rekening-courantschuld € 62.652. Het crediteurensaldo per 31 december 2011 bedroeg € 1.119.259 en per 31 december 2012 € 774.316. Daarnaast bestaat deze post uit de overlopende passiva. Vlottende passiva GMC Naast de crediteuren per 31 december 2012 € 148.894 en overige post van € 8.444 bestaat deze post uit de rekening courantschuld bij de politie ad € 326.222 en de overlopende passiva. De rekening-courantschuld bij de politie is mede ontstaan doordat in 2010 geen herfinanciering is aangegaan voor een langlopende lening € 1 miljoen. Gezien de ontwikkelingen rondom de veiligheidsregio, meldkamers, de investeringsvoordelen en de marktrente is in 2010 geopteerd voor financiering met goedkoper kort vreemd vermogen. Gedurende 2012 was de kortlopende rente minder dan 1 %. Ten opzichte van de rente van bovenstaande langlopende leningen (van 4 tot 4,5%) bedraagt het rente voordeel van financiering met kortlopende middelen ruim 3 tot 3,5%. Bij een lening van € 1 miljoen bedraagt het jaarlijks financieel voordeel € 35.000.
Overlopende passiva
Overlopende passiva BBN + VB, overige passiva bedragen * € 1
Nog te betalen Loonbelasting en sociale lasten Pensioenen Salarissen Piketkosten en ROL Personeel Diverse gemeenten Diverse gemeenten, overname activa Diverse gemeenten, gecalculeerde rente Contract salarisadministratie 2011 Energie Verzekeringen Opleidingen Diverse crediteuren Diverse incl BTW GHOR
31-12-2011 1.096.244 203.449 448.442 201.045 253.176 77.776 13.675.412 934.272 219.731 118.163 289.522 31.733 -43.137 17.505.828
31-12-2012 1.131.887 448.983 644.660 92.800 29.933 106.444 235.596 115.267 63.387 31.786 304.227 70.092 182.798 3.457.860
-
43.510 43.510
17.505.828
3.501.370
Vooruit ontvangen algemeen OMS bijdrage inzake 2013
Totaal overige passiva
70
De overname van de activa vanuit de deelnemende gemeenten welke in 2012 afgewikkeld zijn, veroorzaken een groot verschil per jaarultimo. Overlopende passiva GMC bedragen * € 1
Overlopende passiva GMC Nog te betalen posten VtSPN
31-12-2011 89.566 223.369 312.935
31-12-2012 191.656 191.656
Onder de nog te betalen posten zijn o.a. de bijdrage voor het GMS-beheer 2012 opgenomen (€ 70.500), infrastructuurkosten IS-9000 voor vier jaar (KPN, € 40.000) en een verplichting voor drie jaren i.v.m. het landelijk functiehuis (€ 15.500).
71
Bijlage 1: Controleverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘sHertogenbosch
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarverantwoording 2012 op pagina Paginanummer tot en met Paginanummer opgenomen jaarrekening 2012 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘s-Hertogenbosch gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede bijlage 2 zijnde de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het op 7 november 2012 door het algemeen bestuur vastgestelde controle- en rapportageprotocol. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. 72
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur op 7 november 2012 en de operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeenschappelijke regeling. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur bij besluit van 7 november 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio BrabantNoord een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Maastricht Airport, ## ## 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC
73
Ontvanger
A2
Juridische grondslag
Nummer
V&J
Specifieke uitkering
Departement
Bijlage 2: Single information single audit
Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T)
Besluit veiligheidsregio's artikelen 8.3 en 8.4 Aard controle R Veiligheidsregio's
Indicatornummer: A2 / 01
€ 5.275.048
bedragen * € 1
BDUR 2012 BBN 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Loonindexering Extra bijdrage TOTAAL
GHOR 753.463 753.463 753.463 753.463
Gemeenten (BTW) Totaal
321.214,95 321.214,95 321.214,95 321.214,95
143.584 143.584 143.584 143.584
1.218.262 1.218.262 1.218.262 1.218.262 402.000
1.284.860
574.337
5.275.048
402.000 3.415.851
De totale bijdrage voor BBN en de GHOR op grond van de BDUR bedraagt € 5.275.048. In december 2012 is een incidentele extra bijdrage ontvangen van € 402.000.
74
Bijlage 3: BBN - Kengetallen Vooraf zij vermeld dat met ingang van 2012 jaarlijks in het kader van de jaarverantwoording zal worden gerapporteerd over met name operationele prestaties, naast bedrijfsvoeringsgegevens. Dit als uitkomst van het (landelijk) project Aristoteles dat ook in de Veiligheidsregio Brabant-Noord is geïmplementeerd.
Risicobeheersing Adviesaanvragen voor evenementen worden ingediend bij de gemeenten. Een gemeente weegt, op basis van gemeentelijk beleid, af bij welke evenementen een brandweer-advies relevant is. De gemeente is verantwoordelijk voor het al dan niet inwinnen van het brandweer-advies. In 2012 werd door de brandweer voor de volgende typen en aantallen evenementen een advies gegeven.
regulier evenement
1.039
aandacht evenement
156
risicovol evenement
44 1.239
Brandweeradvies bij activiteiten of objecten met een hoog risico Risicobedrijven in Brabant Noord (in de zin van WVR hoofdstuk 6 en 7) worden geïnspecteerd samen met inspectiepartners van Wabo bevoegd gezag en de arbeidsinspectie. Hiervoor wordt jaarlijks een gezamenlijke inspectieplanning opgesteld. Toezicht is gericht op Veiligheidsbeheerssystemen (grondslag Brzo), bedrijfsbrandweer en rampenbestrijding. In 2012 zijn 11 van de 12 risicobedrijven in Brabant Noord samen met de andere inspectiepartners bezocht. Het betreft: - OWTC Olieopslag
- Organon - locatie Moleneind
- Unipol Holland
- Stork Prints
- Enthone
- Oliecentrale Nederland Zuid
- Organon - locatie De Geer
- Cafferata Vuurwerk
- Koninklijke Sanders
- Euro Support Advanced Materials
- Alliance Niet bezocht: -Nederlandse Gasunie-TOI Ravenstein-Ravenstein
Opleiden Het repressieve brandweerpersoneel is in 100% van de gevallen opgeleid conform de voor de functie gestelde eisen. Het betreft de repressieve functies: 1 manschap a 8 duikploegleider 2 manschap b 9 bevelvoerder 3 chauffeur 10 meetplanleider 4 voertuigbediener 11 adviseur gevaarlijke stoffen 5 verkenner gevaarlijke stoffen 12 officier van dienst 6 gaspakdrager 13 hoofdofficier van dienst 7 brandweer duiker 14 commandant van dienst
Oefenen 75
Onderstaande tabel toont het gemiddeld aantal gevolgde oefeningen per persoon. 2012
beroeps vrijwilligers
gemiddeld aantal gevolgde oefeningen per persoon 47 32
aantal geregistreerde medewerkers (31-12-2012) 68 980
Op individueel niveau wordt uitgegaan van een aanwezigheid van minimaal 70% op het aantal aangeboden oefeningen. De deelname wordt aangetoond op basis van registratie van algemene en persoonsgebonden oefenkaarten. Domein risicobeheersing: Overzicht BRZO-bedrijven Brabant-Noord in 2012 Bedrijven krijgen te maken met het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO ’99) als er volgens de milieuvergunning een grotere hoeveelheid gevaarlijke stoffen is dan één van de twee in het BRZO ’99 genoemde drempelwaarden. Als een bedrijf de laagste drempelwaarde in het BRZO ‘99 overschrijdt, moet het een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) hebben en een Veiligheidsbeheersysteem (VBS) voeren. Als een bedrijf ook de tweede, en hoogste, drempelwaarde overschrijdt, moet het naast het hebben van een PBZO-beleid en VBS ook een veiligheidsrapport opstellen. De tabel hieronder toont per bedrijf de bijbehorende gemeente en BRZO ’99 status.
Inrichting/bedrijf per 31 december 2012
Gemeente
OWTC Koninklijke Sanders Gasunie Ravenstein Unipol Holland Oliecentrale Nederland Enthone BV Schering Plough (Organon De Geer) Stork Prints Schering Plough (Organon Moleneind) Cafferata Vuurwerk BV Alliance BV
Cuijk Heusden Oss Oss s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch Oss Boxmeer Oss Uden Heusden
BRZO '99 status PBZO PBZO VR VR PBZO PBZO VR VR VR PBZO PBZO
76
Domein vakbekwaamheid
Monodisciplinair leerprogramma Het domein vakbekwaamheid verzorgt de opleidingen voor alle operationele brandweerfuncties tot en met het niveau van bevelvoerder. Deze monodisciplinaire overzichten geven inzicht over: 1a het aantal kandidaten dat in opleiding is (geweest); 1b het aantal kandidaten dat geslaagd is; 2 de verzorgde leergang met de bijbehorende periode; 3 een overzicht van het aantal examens en herexamens. (Een leergang start op het moment dat er een cursusgroep compleet is) 1 Kandidaten
totaal kandidaten per kerntaak in 2012 Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongeval gevaarlijke stoffen en water ongevallen Voertuigbediener chauffeur bevelvoerder verkenners gevaarlijke stoffen oefenleider B
afgerond studerend en geslaagd 44 32 73 36 36 24 29 7 23 23 28 11 5 12
gestopt 1 1
1
2 Leergangen in 2012
Overzicht lopende en afgesloten leergangen in 2012 januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus september oktober
november december
aantal kandidaten
MSA4 BB MSA5 BB MSA6 BB MSA7 BB
>
MSA1 THV MSA2 THV MSA3 THV MSA4 THV MSA5 THV MSA6 THV MSA los THV
> > > >
MSA1 OGS MSA2 OGS MSA3 OGS BEV avond BEV dag
> >
VRTB avond VRTB avond VRTB dag VGS avond
> > >
CHAUF CHAUF OEFL B
>
12 kandidaten/11 geslaagd/1 gestopt 12 kandidaten/11 geslaagd/1 gestopt 8 kandidaten/8 geslaagd 12 kandidaten in opleiding 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten in opleiding 12 kandidaten in opleiding 8 kandidaten in opleiding 5 kandidaten in opleiding 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/12 geslaagd 12 kandidaten/11 geslaagd/1 herex. 15 kandidaten in opleiding/1 gestopt 13 kandidaten in opleiding 7 kandidaten/7 geslaagd 12 kandidaten in opleiding 10 kandidaten in opleiding 11 kandidaten/5 geslaagd/6 herex. 12 kandidaten/12 geslaagd 11 kandidaten/11 geslaagd 12 kandidaten in opleiding
Legenda leergangen 2012 MSA Manschappen A BB kerntaak Brandbestrijding THV kerntaak Technische Hulpverlening OGS kerntaak Ongeval Gevaarlijke Stoffen en water ongevallen BEV opleiding bevelvoerder CHAUF chauffeur VRTB Voertuigbediener VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen OEFL B oefenleider B avond avondopleiding dag dagopleiding 77
3 Examens
Het domein vakbekwaamheid zorgt voor het organiseren van on-line examens (theorie examens) en proeven van bekwaamheid ( praktijk toetsen en examens) Onderstaande overzichten geven het feitelijk aantal examens weer dat in 2012 georganiseerd is. Daarnaast staat het aantal herexamens van kandidaten die in 2011 niet zijn geslaagd.
Overzicht on-line examens 2012 Domein Vakbekwaamheid Onderverdeeld naar leergang/kerntaak Leergang
Kerntaak
Manschap A
Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongevalsbestr.gev.stoffen
On-line on-line examens herexamens 21 33 46
36 35 18
Verkenner gevaarl.stoffen
11
1
Bevelvoerder
13
3
Brandweerchauffeur
42
27
Duikploegleider (hercertificering)
13
1
Overzicht Proeven van Bekwaamheid 2012 Domein Vakbekwaamheid Onderverdeeld naar leergang/kerntaak
Leergang
Kerntaak
Manschap A
Brandbestrijding Technische hulpverlening Ongevalsbestr.gev.stoffen
Aantal Aantal examens herexamens 43 36 36
24 4 4
Verkenner gevaarl.stoffen
11
0
Voertuigbediener
9
1
Voertuigbediener/bediener redvoertuig
2
0
13 13
0 0
32
3
Bevelvoerder
Brandweerchauffeur
Brandbestrijding Computersimulatie THV
78
Overzicht afgesloten en lopende leergangen brandweermanagement in 2012 Het domein vakbekwaamheid begeleidt met trajectbegeleiding kandidaten die een leergang brandweermanagement volgen aan de Brandweeracademie in Arnhem. Dit overzicht geeft inzicht per leergang, per district over het aantal kandidaten dat: 1. is gestart 2. een leergang heeft afgerond 3. of nog bezig is met een leergang die voor 1-1-2012 is gestart Overzicht lopende en afgesloten leergangen brandweermanagement in 2012 Leergangen OVD HOvD AGS
Gestart in 2012
Afgerond in 2012
District 1 District 2 District 3 District 4 District 5 Domein 2
Totaal
Meetplanleider Operationeel Manager
1
Nog lopende in 2012
District 1 District 2 District 3 District 4 District 5 Domein
Totaal
District 1 District 2 District 3 District 4 District 5 Domein
Totaal
2
1
1
1
1
1
2
1
1
Tactisch Manager Adviseur Beleid en Bestuur Specialist Brandpreventie
Specialist Risico's en Veiligheid
Specialist Opleiden en Oefenen
Specialist Operationele Voorbereiding Totaal
1
3
1
3
1 (2011)
1 7
1 5
1 (2010)
1 (2010)
3
3
79
Mono- en multidisciplinair oefenprogramma
Naast het leerprogramma verzorgt het domein Vakbekwaamheid het mono- en gedeeltelijk het multidisciplinair oefenen. De onderstaande overzichten geven inzicht over: 1. 2.
de specialistische oefeningen in 2012; samenwerkingsoefeningen van de regionale ambulancevoorziening met de brandweer
1 De specialistische oefeningen in 2012
Overzicht specialistische oefeningen in 2012 Oefening OvD praktijk OvD praktijk OvD praktijk OvD praktijk
Deelnemers (uitgenodigd)
Afwezig
18-jun-12 19-jun-12 20-jun-12 21-jun-12
6 5 6 3
OVD mono najaar OVD mono najaar
OVD mono OVD mono
7-nov-12 14-nov-12
3 4
OvD praktijk oefening 2012 (Jaarlijkse praktijk oefening OvD 2012)
OVD mono
21-nov-12
6
OVD mono najaar OVD mono najaar OVD mono najaar
OVD mono OVD mono OVD mono
5-dec-12 12-dec-12 19-dec-12
5 4 5
1
OVD multi vliegbasis Volkel
OVD multi
13-mrt-12
5
1
OVD multi OVD multi OVD multi OVD multi OVD multi
27-mrt-12 3-apr-12 10-apr-12 17-apr-12 24-apr-12
4 5 2 4 7
1 5 3 2
OVD themadag OVD themadag
ROL ROL
7-feb-12 14-feb-12
23 18
1 2
322B RE Themadag synthetische drug & hennepkwekkerijen 322B RE Themadag synthetische drug & hennepkwekkerijen
ROL ROL
26-sep-12 3-okt-12
14 15
1
SPE OGS oefening Boxmeer
Spec
15-feb-12
38
2
RDS Vught RDS Vught
Spec Spec
28-feb-12 6-mrt-12
8 8
1 1
VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen VGS Verkenner Gevaarlijke Stoffen
Spec Spec Spec
12-mrt-12 13-mrt-12 14-mrt-12
SPE Oefening BMH -RDS
Spec
29-sep-12
(Teamleren in het (Teamleren in het (Teamleren in het (Teamleren in het (Teamleren in het
oefening OvD 2012) oefening OvD 2012) oefening OvD 2012) oefening OvD 2012)
Datum
OVD mono OVD mono OVD mono OVD mono
OVD multi OVD multi OVD multi OVD multi OVD multi
oefening 2012 (Jaarlijkse praktijk oefening 2012 (Jaarlijkse praktijk oefening 2012 (Jaarlijkse praktijk oefening 2012 (Jaarlijkse praktijk
Wie
motorkapoverleg) motorkapoverleg) motorkapoverleg) motorkapoverleg) motorkapoverleg)
Opmerking
2 2
Districtelijk geregistreerd Districtelijk geregistreerd Districtelijk geregistreerd 12
8
Legenda OVD Officier Van Dienst SPE specialisme RDS Redding Specialisme OGS Ongeval Gevaarlijke Stoffen Mono monodisciplinaire oefening Multi multidisciplinaire oefening
80
2. Samenwerkingsoefeningen van de regionale ambulancevoorziening met de brandweer
Overzicht samenwerkingsoefening Regionale Ambulance Voorziening (RAV) en Brandweer in 2012 datum
district
maandag 19 maart 2012
Haps
maandag 2 april 2012
Uden
maandag 16 april 2012
's Hertogenbosch
maandag 23 april 2012
's Hertogenbosch
maandag 7 mei 2012
's Hertogenbosch
maandag 21 mei 2012
's Hertogenbosch
's maandag 17 september 2012 Hertogenbosch
maandag 8 oktober 2012
Oss
maandag 22 oktober 2012
Haps
dinsdag 23 oktober 2012
Uden
donderdag 25 oktober 2012
Uden
dinsdag 6 november 2012
Oss
dinsdag 27 november 2012
Haps
Kazerne Post Wanroij - Peelstraat 2c 5446 PJ - Wanroij Post Vierlingsbeek - Molenweg 8c - 5821EA Post Haps - Parallelstraat 4a - 5433 AE Post Oeffelt - Schoolstraat 4 - 5441 AM Post Schaijk - Schutsboomstraat 94 - 5374 CD Post Zeeland - Langeboomseweg 71 - 5411 AT Post Uden - Leeuweriksweg 4 - 5402 XD Post Uden - Leeuweriksweg 4 - 5402 XD Post Boxtel - Brederoweg 25 - 5283 HA Post Sint-Oedenrode - Eerschotsestraat 16 - 5491 AC Post Berlicum - Runweg 25 - 5258 BK Post Schijndel - Kerkendijk 57 - 5482 KG Post Cromvoirt - Sint Lambertusstraat 56 - 5266 AG Post Den Bosch - Vogelstraat 45 - 5212 VL Post Helvoirt - Sint Jorisstraat 1 Post Rosmalen - Tuinstraat 4 - 5241 AA Post Boxtel - Brederoweg 25 - 5283 HA Post Sint-Oedenrode - Eerschotsestraat 16 - 5491 AC Post Berlicum - Runweg 25 - 5258 BK Post Sint-Michielsgestel - Schijndelseweg 38b - 5271 SB Post Drunen - Wilhelminastraat 9 - 5151 BW Post Haaren - Gildepad 14 - 5076 AN Post Heusden - Garnizoenstraat 2 - 5256 EK Post Vught - Kettingweg 7a - 5266 AG Post Drunen - Wilhelminastraat 9 - 5151 BW Post Rosmalen - Tuinstraat 4 - 5241 AA Post Vlijmen - Burg. Zwaansweg 2a - 5251 CJ Post Vught - Kettingweg 7a - 5266 AG Heeswijk-Dinther - Jonker Speelmanstraat 8a - 5473CB Heesch - La Sallestraat 1 - 5384NK Maasdonk - Groenstraat 19 - 5886KW Nistelrode - Heescheweg 37 - 5888RG Post Wanroij - Peelstraat 2c 5446 PJ - Wanroij Post Cuijk - Gildekamp 11 - 5431 SP Post Vierlingsbeek - Molenweg 8c - 5821EA Post Haps - Parallelstraat 4a - 5433 AE Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Post Erp - Ottenstraat 2 - 5469 CZ Post Veghel - Stadhuisplein 2 - 5461 KS Post Erp - Ottenstraat 2 - 5469 CZ Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Post Boekel - De Vlonder 64 - 5427 DE Heeswijk-Dinther - Jonker Speelmanstraat 8a - 5473CB Post Berghem - Kloosterstraat 30 - 5351ER - Berghem Post Oss (B) - Wethouder van Eschstraat 260 - 5342AV Post Oss (C) - Wethouder van Eschstraat 260 - 5342AV Post Boxmeer - Frans Halsstraat 2 - 5831 CA Post St.Anthonis - Breestraat 1a - 5845 AZ Post Mill - Jochemsweg 2 - 5451 HW Post Grave - Stoofweg 5 - 5361 HZ
81
Inkoop Hieronder is weergegeven welke inkooptrajecten er onder meer in 2012 doorlopen zijn met het bijbehorende bedrag van aanbesteding (inclusief BTW). Doorlopen Inkooptrajecten 2012 Aanbesteding Uitrukkleding (europees) Aanbesteding Energie (europees) Aanbesteding Payroll een uitzendkrachten (europees) Aanbesteding Kantoorartikelen (europees) Aanbesteding Uitruklaarzen Aanbesteding Blushandschoenen Aanbesteding Waterwagen Aanbesteding Nulmeting Officieren van Dienst Aanbesteding DOIV Aanbesteding Realistisch oefenen district 2 en 5 Aanbesteding Uniformschoenen Aanbesteding Redzagen/stokzagen Aanbesteding Diverse standaard bepakking Aanbesteding Kerstpakketen Aanbesteding Banden Verlening mantelovereenkomst Tankautospuiten
Bedrag aanbesteding incl. BTW € 200.000 € 1.151.000 € 400.000 € 160.000 € 130.000 € 132.000 € 160.000 € 110.000 € 180.000 € 50.000 € 61.000 € 81.000 € 30.000 € 42.000 € 10.000 -
82
Bijlage 4: GHOR - Kengetallen Bijlage: evenementenadviezen In totaal zijn er 192 evenementenadviezen (excl. beoordeling van calamiteitenplannen etc.) uitgegeven vanuit de GHOR in 2012 aan 17 gemeenten, te weten: GHOR evenementenadviezen 2012
Aantal 2011
Aantal 2012
Bernheze Boekel Boxmeer Boxtel Cuijk Grave Haaren Heusden Landerd Maasdonk Mill & Sint Hubert Oss Schijndel s-Hertogenbosch Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Uden Veghel Vught
4 12 0 1 13 5 6 1 43 16 2 2 2 22 21 0 0 5 2 0
17 8 1 2 18 10 7 1 57 14 3 1 3 23 20 0 0 5 2 0
Totaal
157
192
Gemeente
83
Bijdrage multidisciplinair evenementenoverleg 2012
Gemeente
Evenement
Bernheze Bernheze Bernheze Boekel Boxtel Cuijk Cuijk Cuijk Cuijk Grave Grave Haaren Landerd Landerd Maasdonk Maasdonk Maasdonk Mill & Sint Hubert Schijndel s-Hertogenbosch
Pinksterfeesten jun. 2012 Solexrace aug. 2012 Indoor motorcross dec. 2012 Wielerronde aug. 2012 Back 2 School dance event jul. 2012 Kuukse kroegentocht febr. 2012 Theatric Beats jun. 2012 Doorkomst 4-daagse jul. 2012 Postcodestraatprijs okt. 2012 Waterfestival aug. 2012 Smartlappenfestival jun. 2012 Rebirth Outdoor dance event apr. 2012 Halfvastenoptocht en -feesten apr. 2012 stReekfeest apr. 2012 Bouncing beats sept. 2012 Effe noar Geffen sept. 2012 Kronenberg USA car meeting aug. 2012 Redbull motorcross aug. 2012 Paaspop april 2012 Alle grote evenementen worden meegenomen in multidisciplinaire evenementencommissie (elke 4-6 weken) Volkel in de Wolken mei 2012 Bourgondisch Uden jun. 2012 Festyland okt. 2012 Vudel koningsfeesten febr. 2012 7th Sunday festival juni 2012 Veghel helemaal Oranje
Uden Uden Uden Veghel Veghel Veghel
84
Bijlage 5: GMC - Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening
112-meldingen De 112 meldingen komen binnen via vaste telefonie en – door tussenkomst van de meldkamer van de KLPD – via mobiele telefonie. De mobiele meldingen gaan rechtstreeks naar de meldtafels van de discipline, waarvan hulp gevraagd wordt. De 112 meldingen via de vaste telefonie worden opgenomen door de meldkamers van Politie en Brandweer. Gezien de centralisatie en vervanging van de 112-centrale is er momenteel nog geen cijfermateriaal hierover beschikbaar. Naar verwachting zijn deze cijfers vanaf 2013 weer bekend en zullen deze met terugwerkende kracht worden opgeleverd. Het gaat hierbij om de volgende cijfers: - De score waaruit blijkt in welk percentage van de gevallen oproepen uit het vaste telefonie netwerk binnen 10 seconden beantwoord zijn - Het aantal meldingen (vast en mobiel) via 112-toestellen - Het aantal aangenomen 112-gesprekken - Het procentueel aantal meldingen dat gedaan is met een mobiele telefoon ten opzichte van voorgaande perioden Meldkamer politie - Meer geregistreerde prio 1-meldingen: 14,84% t.o.v. 2011. - Het aantal prio 1-meldingen bedroeg 7221 met een gemiddelde reactietijd (tijd tussen aanname melding en ter plaatse komen) van 8 min 42 sec. Het aantal overschrijdingen steeg naar 9,11% dus de doelstelling van 5% is niet gehaald. - De definiëring van prio 1-meldingen wordt uitgebreid in het kader van heterdaadkracht. - In 2013 gaat extra gestuurd worden op de beperking van de overschrijding reactietijd prioriteit 1 meldingen Call Center politie Service-level voor aantal telefoongesprekken (0900-8844 en intern) was in 2012 74%. Vanaf 2003 tot vorig jaar is er een gestadige afname van het aantal gesprekken geweest. Deze daling zet zich in 2012 voort. In 2011 heeft het callcenter 239813 gesprekken aangenomen en in 2012 gaat het om 226540 gesprekken. Dit is een afname van 5,5%. Er is een duidelijke tendens waar te nemen dat de gesprekken gecompliceerder worden: In het kader van het project tevredenheidonderzoek laatste politiecontact wordt van een melding steeds meer informatie vastgelegd. Hiernaast heeft het Call Center te maken met een onderbezetting. Deze combinatie zorgde er in 2011 voor dat het service level gedaald is. In 2012 zijn zaken verbeterd wat heeft geresulteerd in een flinke verbetering van het service level. Meldkamer ambulancevoorziening. De Regionale AmbulanceVoorziening (RAV) heeft met de zorgverzekeraars een prestatiecontract afgesloten waarin onder andere normen worden gesteld inzake meldingsverwerkingstijden (tijd tussen aanname en uitgifte melding) en responstijden (tijd tussen aanname melding en ter plaatse komen). Meldingsverwerkingstijd: In dit prestatiecontract voor 2012 is voor de meldingsverwerkingstijd bij A1-meldingen een norm van 20% afgesproken. Dit houdt in dat in maximaal 20% van de gevallen de maximale meldingsverwerkingstijd van 2 minuten overschreden mag worden. Het daadwerkelijk gerealiseerde overschrijdingspercentage over de periode januari t/m juni 2012 is 39,3%. Responstijd In het prestatiecontract voor 2012 is gesteld dat de responstijd maximaal 15 minuten mag zijn, met een overschrijdingspercentage van 5,7%. Concreet houdt dit in dat de responstijd van 15 minuten in maximaal 5,7% van de gevallen overschreden mag worden. Het daadwerkelijk gerealiseerde overschrijdingspercentage over de periode januari t/m december 2012 is 6,1%. Het aantal declarabele ritten en EHGV (eerste hulp geen vervoer) is met 4,8% toegenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
85
Meldkamer brandweer Door de Meldkamer Brandweer werden in 2012 de volgende meldingen aangenomen en, voor zover aan de orde, uitgegeven:
Hoofdmeldclassificatie Submeldclassificatie
Aantal
a Alarm
Automatische meldingen
3393
b Brand
Binnenbrand
1703
c Ongeval
Ongeval
d Dienstverlening
Dienstverlening brandweer
e Overige
Overige meldingen brandweer
597 1089
totaal
266 7048
In 55 gevallen werd opgeschaald naar Middelbrand en negen keer naar Grote brand.
ad a Automatische meldingen In 2012 zijn er bij de meldkamer brandweer 3.393 automatische meldingen binnen gekomen. Ruim de helft van de automatische meldingen is afgevangen door de Meldkamer. Voor de andere helft werd een ploeg gealarmeerd. In 91 gevallen was er sprake van een terechte automatische melding. De onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal acties en de soort afhandeling in relatie tot het totaal percentage.
actie
totaal
%
1751
52%
gealarmeerd en ter plaatse gegaan
876
26%
gealarmeerd en niet ter plaatse gegaan
766
23%
3393
100%
afgehandeld meldkamer
totaal
Gemiddelde tijden aanname, verwerking, uitgifte ea voor prio 1 meldingen * Uit onderstaande grafiek is op te maken dat het hele proces van aanname, uitgifte, verwerking , uitruk en aanrijden voor prio 1 meldingen gemiddeld binnen de 10 minuten plaatsvindt. De gemiddelde verwerkingstijd van de meldkamer brandweer van prio 1 meldingen valt binnen de streeftijd van 0:01:30 minuut. *
De doorverbindtijd van meldingen via 112 is niet meegerekend in deze tijden.
86
De voorgaande begrippen worden als volgt omschreven :
Prio 1 melding De melding wordt meegerekend als prio 1 als de melding van aanname door de centralist tot aan het moment dat het voertuig ter plaatse statust prio 1 is geweest en er tussentijds niet van prio is gewisseld. Aanname tijd De aannametijd is de tijd die begint op het moment dat een centralist in GMS een melding aanmaakt en eindigt op het moment dat de centralist de melding uitgeeft of op de meerknop in GMS heeft gedrukt. Er is nog niet gealarmeerd. Uitgiftetijd De uitgiftetijd is de tijd die begint op het moment dat er door de centralist op uitgifte wordt gedrukt of het moment dat de meerknop wordt gebruikt en eindigt op het moment dat er gealarmeerd wordt. Pagers gaan nu en voertuig wordt gekoppeld aan de melding. Verwerkingstijd De tijd die verloopt tussen aanname en uitgifte is de verwerkingstijd van de meldkamer. Uitruktijd Op het moment dat er gealarmeerd is begint de uitruktijd te lopen en deze tijd eindigt op het moment dat het voertuig aanrijdend statust. Aanrijtijd Op het moment dat het voertuig aanrijdend statust begint de aanrijdtijd te lopen en deze loopt tot het moment dat het voertuig ter plaatse statust.
GRIP opschalingen In 2012 werd zes keer opgeschaald naar GRIP1, in drie gevallen werd er opgeschaald naar GRIP2. Overige meldingen Naast de reguliere brandmeldingen werden als externe dienstverlening ook meldingen aangenomen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale en de waterschappen AA en Maas en de Dommel.
externe dienstverlening door meldkamer Brandweer a
Provinciale milieuklachtencentrale
2990
b
meldingen waterschappen AA, Maas en Dommel
±150
totaal
3140
87
Bijlage 6: Lijst met afkortingen AB BBN BBV BDUR BOT BRZO BvD BZK C2000 COH Dares DB DIV DLS DPG EMU ESF EV FLO GGD GHOR GMC GMS GRIP GWT ICT IMS KLPD KPI LCMS LAN MBL MOvD MUST MVSO NCV Nucdef NVBR OBSV OGS OMAC OMS OOV OTO OvD OvDG PAC PBZO PG ProQA PSH RAV RIV ROAZ RTIC RTR SIV SMH TBV THV UWV VB VBS V&J VR VtSPN WABO WKR WPG WVD WVR ZC
Algemeen Bestuur Brandweer Brabant-Noord Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten Brede Doeluitkering Rampenbestrijding Brandweer Opvang Team Besluit Risico’s en Zware Ongevallen Brigadier van Dienst Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Communicatiesysteem 2000 Commando Haakarmbak Dutch Amateur Radio Emergency Services Dagelijks Bestuur Documentaire InformatieVoorziening DrukLuchtSchuim Directeur Publieke Gezondheidszorg Europese en Monetaire Unie Europees Sociaal Fonds Externe Veiligheid Functioneel Leeftijds Ontslag Gemeentelijke GezondheidsDienst Geneeskundige Hulpverlenings Organisatie in de Regio Gemeenschappelijk Meld Centrum Gemeenschappelijk Meld Systeem Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Groot water transport Informatie en CommunicatieTechnologie Internet Materieelbeheer Systeem Korps Landelijke Politiediensten Kritieke Prestatie-Indicatoren Landelijk CrisisManagement Systeem Local Area Network Materieel Beheer en Logistiek Meldkamer Officier van Dienst Meldkamer Uitwijk Servicecentrum Missie, Visie, Strategie & Organisatie Nood CommunicatieVoorziening Nuclear Defence (nucleaire verdediging) Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Online Beheer Systeem Veilighiedsregio's Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen Operationeel Medewerker ActieCentrum Openbaar brand Meld Systeem Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Opleiden Trainen Oefenen Officier van Dienst Officier van Dienst Geneeskundig Particuliere AlarmCentrale Preventie Beleid Zware Ongevallen Publieke Gezondheid Geprotoculeerd uitvraagsysteem Psychosociale Hulpverlening Regionale Ambulance Voorziening Repressieve InformatieVoorziening Regionaal Overleg Acute Zorg RealTime Intellegence Centre Regionale Technische Recherche Snel Interventie Voertuig Spoedeisende Medische Hulpverlening Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden Technische Hulpverlening Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen Veiligheidsbureau VeiligheidsBeheerSysteem Veiligheid & Justitie Veiligheidsregio Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht Werkkostenregeling Wet Publieke Gezondheid Waarschuwings- en Verkennings Dienst Wet Veiligheidsregio’s Zorgcontinuïteit
88